 |
|
 |
|
De beide wereldoorlogen hebben onuitwisbare sporen achtergelaten in de regio van Ieper, een stad in het westen van België die een cruciale rol speelde in de Eerste Wereldoorlog. Ieper en haar omgeving zijn niet alleen een symbool van de verwoestingen die de oorlogen met zich meebrachten, maar ook van de vastberadenheid van mensen om de herinnering aan de gevallen soldaten levend te houden. In deze blogpost verkennen we de belangrijkste sporen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog in de regio, en waarom het herdenken van deze conflicten nog altijd van groot belang is.
|
 |
01-03-2014 |
Vinkt Graven Burgerslachtoffers Bloedbad |
Bloedbad Vinkt
Op zondag 26 mei 1940 begon de hel voor Vinkt. Men gebruikte de bevolking als levend schild omdat 'de burgers op hen geschoten zouden hebben'. De volgende dag, 27 mei, werden vroeg in de ochtend 3 mannen in Meigem gefusilleerd. Omstreeks 15 uur, viel Vinkt in Duitse handen en pleegden de Duitsers een razzia in Vinkt. De oudsten van het dorp werden neergeschoten aan het klooster. En bij de pastorij werden nogmaals burgers gefusilleerd. Er gebeurden in Vinkt meerdere incidenten dezelfde dag.
Gedurende die dag stierven er (samen met die van Meigem) 111 burgers. Op de dag van de capitulatie, 28 mei 1940, werden nogmaals 9 burgers gedood.
Momenteel bevindt zich op de begraafplaats een ereperk met de burgerslachtoffers en alsook Belgische soldaten die sneuvelden tijdens de Slag om Vinkt.
|
|
Categorie:Gedenksteen
|
 |
|
Vladslo Deutscher Soldatenfriedhof |
Duitse Militaire Begraafplaats - Praetbos -Vladslo - Diksmuide
Aan de rand van het Praetbos, bevindt zich het prachtig onderhouden Duits Militair kerkhof van Vladslo, waar 25.638 Duitse soldaten rusten die tijdens de Eerste Wereldoorlog vielen. Het kerkhof is 1,2 hectare groot. als je de ingangspoort passeert, ontkom je niet aan het gevoel een indringer te zijn, die de stille wijding breekt die over het kerkhof hangt. Sommige bezoekers dragen een vredesboodschap mee, die in het herinneringsboek wordt geschreven.
Tot in 1956 lagen er op dit kerkhof 3.233 Duitse soldaten begraven. Het was een indrukwekkend kerkhof vol eikehouten kruisjes. In de jaren 1955 tot 1957 werden de Duitse kerkhoven, waarmee West-Vlaanderen doorzaaid was, sterk in aantal verminderd. Er blijven thans nog alleen die van Hooglede (8 247), Langemark (44 294), Menen (47 864), Vladslo (25 638) en Zeebrugge over. Alle Duitse gesneuvelden uit de IJzerstreek werden toen naar het gemeenschappelijke kerkhof van Vladslo gebracht.
Om ruimte te winnen, werden alle vroegere kruisen verwijderd en aanvankelijk vervangen door kleine houten blokjes bedekt met een bronzen plaatje, die nauwelijks boven de grond , 2 aan 2 lagen er toen 25 638 gesneuvelden, 12 819 houten blokjes. Ook kwamen hier en daar paarsgewijze naamloze granieten kruisen. Alleen één oorspronkelijk kruisje bleef enige tijd behouden, dat waaronder Peter Kollwitz rustte. in 1959, zoals Käthe Kollwitz het zelf zou gewild hebben werd dit laatste houten kruisje van het kerkhof weggehaald. Het bevindt zich in het Ieperse Herinneringsmuseum (Salient Museum) 1914 -1918. In 1971 en 1972 werden de houten blokjes op hun beurt vervangen door huidige arduinen platen waarin telkens 20 namen gegrift staan. Enkele van de granieten kruisen werden behouden.
Käthe Kollwitz
Ze werd als Käthe Schmidt op 8 juli 1867 te Köningsberg geboren, de hoofdplaats van Oost-Pruisen. Ze huwde in 1891 met Dokter Karl Kollwitz en verhuisde naar Berlijn. Haar zoon Hans zag het levenslicht op 14 mei 1892 en Peter werd geboren op 6 februari 1896. Zij werd vooral bekend om haar sociale bewogenheid en als uitbeeldster van de mistoestanden als gevolg van oorlogen en sociaal onrecht. Ze was één van de belangrijkste expressionistische kunstenaars van Duitsland. Niet alleen het Treurend Ouderpaar, maar ook tekeningen en houtsneden onderstrepen het waanzinnige van de oorlog.
Toen Hitler in 1933 Reichskanzler werd, was zij gedwongen de Academie en haar leerstoel te verlaten. Haar werken werden niet meer tentoongesteld. Haar stelling Die eigentlichen Verlierer der Kriege sind immer die Eltern, die Frauen, die Mütter (De eigenlijke verliezers van de oorlog zijn altijd de ouders, de vrouwen, de moeders) was daar niet vreemd aan. Haar man Karl sterft op 19 juli 1940. In 1944 verhuist zij van Berlijn naar Moritzburg bij Dresden waar zij op 22 april 1945 overlijdt, enkele dagen voor het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Hoewel ze kort na de dood van haar zoon Peter aan het Treurend Ouderpaar begon, was het pas 18 jaar later dat haar ouderverdriet voltooid was. Zij liet de beelden in 1932 plaatsen op het landelijk kerkhofje van Esen Roggeveld, waar Peter sneuvelde en begraven werd. Uit 2 harde granietblokken, beitelden 2 zachte moederhanden, 2 door eeuwige smart en afschuw getekende ouders, waarvan een zoon nooit is teruggekeerd.
Een jarenlang rijpingsproces heeft het mogelijk gemaakt aan deze moeder, om wat eerst bedoeld was als een rouwmonument voor haar eigen gesneuvelde zoon, te doen uitgroeien tot een aangrijpende elegie voor alle doden, van alle nationaliteiten, die als slachtoffer vielen en vallen van de monsterachtige mensenslachtingen die de oorlogen zijn.
De VADER, Peters eigen vader, wordt er voorgesteld. Het hoofd uit de opgetrokken schouders, neerblikkend op de duizenden graven, waaronder dat van zijn zoon in het onmiddellijk bereik van zijn ogen. Zijn gelaatstrekken verraden zijn machteloosheid tegenover de oorlog, ingevallen wangen, en een verbeten trek aan de mond, houdt de armen krampachtig om het lichaam.
De MOEDER toont het leed van Käthe zelf. Knielend voorovergebogen, de ogen neergeslagen. De rechterhand drukt haar wijde mantel dicht tegen haar wang aan. haar treurkleed heeft slecht 2 tot 3 plooien nodig om het verdriet van haar lenden te laten glijden. Ze kruist haar armen over de borst, als het ware om het snikken te bedwingen.
Deze monumentale treurnis behoort in zijn eenvoud van vorm en lijn en de omgeving tot de ontroerendste beeldhouwwerken die kunnen aangetroffen worden. In 1956 werden de beelden eveneens van Esen naar Vladslo gebracht. Ze behoren nog steeds aan de familie Kollwitz toe.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Vichte Cemetery |
Oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest
De Engelse bondgenoten waren op 20 oktober om 1 uur 's nachts de Leie overgestoken op vele plaatsen tussen Kortrijk en Ooigem. Ze bezetten al het vlakke land tussen Vichte en de Leie zonder grote tegenstand ondervonden te hebben. Zij veroverden het station in Vichte en de westkant van ons dorp om 9 uur 's morgens. De oostkant en de "Plaatse" bleef in handen van de Duitsers. De Vichtebeek lag tussen de twee fronten gedurende twee dagen, van 20 oktober 9u tot 22 oktober ook 9u 's morgens. De Duitse bezettende macht was klein in aantal (ongeveer 500 soldaten). Deze troepen waren echter vers aangekomen ter verdediging. Ze waren voorzien van talrijke machinegeweren en lichte kanonnen en werden ondersteund door zwaar geschut opgesteld te Otegem, Tiegem, Anzegem en Kluisbergen. Gedurende deze twee dagen werd er hevig geschoten zonder grote verandering van plaats. Verschillende keren lag de "Plaatse" onder een trommelvuur van de Engelsen, een oorverdovende hagel van obussen dat wel 1 tot 2 uur aanhield. Alle inwoners verborgen zich in hun kelders. Drie personen werden gedood in hun huis, doch er werd niemand getroffen in de kelders. Op 22 oktober ontruimden de Duitsers de "Plaatse" en trokken ze achteruit op de hoogten ten oosten van Vichte, ong. een kilometer van de "Plaatse". De Wijnsberg werd veroverd na 3 bloedige handgevechten waarbij misschien wel 100 Duitsers en evenveel Engelsen sneuvelden. Op 23 oktober vluchtten de meeste Vichtenaren richting Kortrijk en Harelbeke. De kerk werd getroffen door 10 tot 12 obussen. Ze kon de eerste keer terug in gebruik genomen worden op zondag 2 november. Ze werd hersteld met planken, stroo en terrepapier. Na de oorlog werd op een terrein op de wijk Olekenbos een Engels kerkhof aangelegd. 65 Engelse soldaten die sneuvelden in Vichte vonden er hun laatste rustplaats, alsook 138 anderen die in de omgeving van Vichte waren gesneuveld. E�n Engelse luitenant werd begraven op het gemeentelijk kerkhof. In juni 1933 werden 32 gesneuvelden die op het kerkhof in Zwevegem begraven lagen, naar Vichte gebracht. Ook de Engelse luitenant werd op het Engels kerkhof bijgezet. In mei 1940 sneuvelden in Vichte nog eens twee Engelsen. Deze werden eerst ter plaatse begraven en later ook overgebracht naar het Engels kerkhof. In totaal rusten op het Engels Kerkhof bijgevolg 238 soldaten, waaronder 61 onbekenden.
Bron: Van der Vichte, L�onard Blockeel
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
03-02-2014 |
Wevelgem Graf Lode De Boninge |
Graf Lode De Boninge
Voor Vlaanderen lijd ik alles. Daar zullen er zijn die mij zullen minachten, doch ik strijd en lijd volgens mijn overtuiging. Uit een brief van Lode De Boninge vanuit de militaire gevangenis aan een vriend soldaat.
Louis De Boninge werd op 26 november 1896 geboren in een Franstalige notarisfamilie te Antwerpen en liep school van 1906 tot 1913 aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk en vanaf 1914 aan het seminarie van de Witte Paters in Boechout. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog studeerde hij voort in Boxtel in Nederland. In november 1915 werd hij opgeroepen. Op 15 februari 1916 vatte hij zijn opleiding aan als brancardier te Auvours in Frankrijk en vier maanden later kwam hij aan op de IJzer.
Daar werd hij medewerker van het frontblaadje Sint-Amandus Studentenblad en werd stichter-redacteur van De Leiekerels. Aanvankelijk ging Louis elke discussie over de Vlaamse kwestie uit de weg. In de loop van 1917 radicaliseerde hij tot het flamingantisme, waarvan hij gewag maakt in zijn dagboek. Voortaan zou hij als Lode door het leven gaan.In de nacht van 6 op 7 mei 1918 werd Lode op 22-jarige leeftijd dodelijk getroffen door een obus-inslag in de buurt van Nieuwpoort, toen hij tijdens een bombardement zijn gewonde kameraden ter hulp snelde. Vrienden brachten meteen zijn met bloed bevlekte portefeuille in veiligheid. Daarin vonden zij zijn, op 22/04 geschreven, testament.
(Ik heb het geluk gehad voor U, mijn Vlaanderen, te hebben geleden. Veel meer had ik U willen schenken: een gansch mensenleven in werk en liefde aan u toegewijd)
Hij werd begraven op 10 mei 1918 in De Panne (Duinhoek). Zijn vrienden van de Frontbeweging legden op zijn graf een krans met daarop: Zalig zij die lijden voor Vlaanderen.
In 1921 werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar het familiegraf op het gemeentelijk kerkhof te Wevelgem. Zijn Franstalige familie, die nooit opgezet was geweest met Lodes flamingantisme, weigerde zijn overbrenging naar de IJzertorencrypte.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wevelgem Duitse bunker |
Duitse bunker
In de weilanden ten westen van de Koningstraat staat een Duitse bunker gebouwd in 1941, te midden van het nepvliegveld dat gelegen was tussen de huidige H. Debrabanderestraat en de Brouwerijstraat. De bunker was voorzien van een luchtdoelbatterij (FLAK-Flugzeug Abwehr Kanone).
Bunker op vierkante plattegrond opgetrokken in gewapend beton met zes schietgaten. De gaten zijn nooit voorzien geweest van geschut. Bovenaan heeft wel luchtafweer en een zoeklicht gestaan.
|
|
Categorie:Bunkers
|
 |
|
Wevelgem Monument voor drie bemanningsleden Halifax III QO-L LW583 |
Monument voor drie bemanningsleden Halifax III QC
Het monument aan de hoeve Paul Bekaert, Menenstraat 475 werd opgericht ter nagedachtenis van de drie bemanningsleden van Halifax III LW583 van 432 Squadron, die in de nacht van 8 op 9 mei 1944 hier het leven lieten. Het toestel keerde die nacht terug van een raid op Haine-Saint-Pierre, een gehucht van La Louvi�re. Op de terugweg werd Halifax echter onderschept door de Messerschmitt 110�s van de IV./NJG 1 die opereerde van op het vliegveld Sint- Truiden. Het was de Ridderkruisdrager Hauptmann Georg Hermann Greiner die de bommenwerper boven Wevelgem het genadeschot gaf. Paul Bekaert , in 1944 ooggetuige van de gebeurtenissen en de huidige eigenaar van de weide waarop de Halifax te pletter sloeg, liet toe het monument te plaatsen dicht bij de crashplaats. De inhuldiging op Remembrance Sunday 2002 werd bijgewoond door de 90-jarige weduwe van boordmeccano Philip Mellor, haar zoon John en dochter Judy. Zij waren het die het monument onthulden met de Canadese vlag. Het memoriaal, eveneens uitgevoerd in Himalaya Bleu graniet, heeft hier de vorm van het staartvlak van een Halifax. Wevelgem N� 432 Squadron RCAF Memorial
|
|
Categorie:Monumenten
|
 |
|
Wevelgem Oorlogsgraven van het Gemenebest |
Oorlogsgraven van het Gemenebest
Op de Gemeentelijke Begraafplaats van Wevelgem zijn de graven van 63 vliegeniers uit het Gemenebest, die sneuvelden in de Tweede Wereldoorlog. Elders op de begraafplaats zijn ook drie Oorlogsgraven van het Gemenebest uit de Eerste Wereldoorlog. Een perk met 3 sneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog ligt vooraan rechts naast de toegang en een perk met 61 gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog ligt meer oostelijk nabij de rand met het Gemeentepark. Deze laatsten waren allemaal leden van de Royal Air Force waarvan de meerderheid sneuvelde tijdens het bevrijdingsoffensief in 1944 of na terugkeer van missies boven Duitsland.
Er liggen 39 Britten, 12 Canadezen, 9 Australiërs en 4 Nieuw-Zeelanders.
Deze graven worden geflankeerd door het Cross of Sacrifice en worden onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Bij deze organisatie staan ze geregistreerd als Wevelgem Communal Cemetery.
Onderscheidingen
William Buckle Solly, luitenant bij de Lancashire Fusiliers ontving het Military Cross (MC).
Volgende vliegtuigbemanningen ontvingen een onderscheiding
Walter Barfod, Philip Rex Barr, Douglas William J. Marvin en Mervyn Powell ontvingen het Distinguished Flying Cross (DFC).
James David Oxenburgh en John Derrick Brinkhurst ontvingen de Distinguished Flying Medal (DFM).
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wevelgem Monument voor bemanning Boston III Z2157 |
Monument voor de bemanning van de Boston III Z2157
Aan de kapel O.LV. ter Biest, langs de Bieststraat staat een ter nagedachtenis van een RAF-bemanning. Op 7 november 1942 verzeilde Boston Z2157 van 107 Squadron tijdens een raid op Kortrijk boven het vliegveld van Wevelgem. Een snelle reactie van het rond de basis opgestelde Flak geschut werd de Boston fataal.Het monument is uitgevoerd in Himalaya Blue graniet en het heeft de vorm van het staartstuk van een Boston bommenwerper.Wevelgem N� 107 Squadron Memorial .The Memorial is placed +/- 2 km N of the village center, at the chapel of O.L. of Ter Biest, along the Bieststraat.This monument commemorates Sqldr. PR Barr DFC - P/O T. Trotter - F/O W. Barfod DFC - Wt. Offc. NSH Phillips RCAF, who crashed in Boston III Z2157 OM near this location and was inaugurated on November 10th 2002Description of Monument: The memorial has the shape of a Boston rudder in an upright position, has 1,60 m height and is made of 'Himalaya Blue' granite from India, placed on a 'Rustenburg Dark' granite from South Africa, pedestal.On the top is carved the Bomber Command crest an English text under it, the N� 107 Sqn. RAF crest in the middle and a Dutch text below.Commemoration details: Text in English and Dutch:Dedicated to the memory of Sqldr. PR Barr-P/O T. Trotter-F/O W. Barford-Wt. Off. NSH Phillips, who gave their life for our freedom, when their Boston III Z2157 OM crashed near this spot on November 7th, 1943.All now are buried at the CWG park at the Wevelgem communal cemetery in the village center.
Bron:Luchtvaarterfgoed.be
|
|
Categorie:Gedenksteen
|
 |
02-02-2014 |
Westvleteren Belgische militaire begraafplaats |
Belgische militaire begraafplaats.
De Belgische militaire begraafplaats van Westvleteren is een militaire begraafplaats met gesneuvelde Belgische soldaten uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgisch dorp Westvleteren. Deze Belgische militaire begraafplaats ligt aan de zuidoostelijke rand van het dorp. Er liggen 1.208 gesneuvelden, waaronder 33 niet geïdentificeerde. De begraafplaats heeft een rechthoekig grondplan met een oppervlakte van ruim 6.000 m². De grafstenen staan in rijen rug aan rug. De meeste grafstenen zijn officiële Belgische, al staan er nog 14 heldenhuldezerken. Achteraan bevindt zich een vlaggenstok met de Belgische vlag en centraal links bevindt zich een calvarie.
Het dorp Westvleteren lag tijdens de oorlog in geallieerd gebied, zo'n acht kilometer ten westen van het front dat aan de Ieperlee lag. De Fransen begroeven hier in het najaar van 1914 gesneuvelden uit de sector Boezinge. Tijdens de oorlog werden gewonden onder meer geëvacueerd via Westvleteren, dat in het rustkantonnement van de sector Fort Knokke-Drie Grachten lag. Naast de begraafplaats stond de meisjesschool van Westvleteren, waar de Belgen in 1915 een medische post installeerden. De volgende jaren werd de begraafplaats met verschillende perken uitgebreid, tot het eind van de oorlog. Daarna werden hier nog verschillende graven verzameld uit de frontstreek ten westen van de weg Ieper-Diksmuide, waaronder 135 gesneuvelden die op het kerkhof van Westvleteren lagen. De Franse gesneuvelden werd na de oorlog gerepatrieerd en ook verschillende Belgische gesneuvelden werden in hun thuisdorp herbegraven.
Het Ministerie van Landsverdediging kocht het terrein in 1923 en de volgende jaren werden de officiële Belgische grafstenen ingevoerd. Oorspronkelijke lagen hier ook Renaat De Rudder, de Gebroeders Van Raemdonck en Amé Fiévez begraven, voor zij in 1932 naar de crypte van de IJzertoren werden overgeplaatst. Op 27 augustus 1922 trok de derde IJzerbedevaart naar Westvleteren, naar het graf van Renaat De Rudder. In 1968 werd de begraafplaats met nog eens 123 graven uitgebreid toen de Belgische militaire begraafplaats van Reninge werd ontruimd.
Op de begraafplaats rust ook een Britse gesneuvelde (kanonnier L. Kennedy) die in de registers van de Commonwealth War Graves Commission onder Westvleteren Belgian Military Cemetery genoteerd staat.
De begraafplaats werd in 2008 als monument beschermd.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
01-02-2014 |
Wijtschate Derry House Cemetery No.2 |
Derry House Cemetery No.2
Derry House Cemetery No.2 is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgische dorp Wijtschate, een deelgemeente van Heuvelland. De begraafplaats ligt 1.575 m ten zuidoosten van het dorpscentrum. Ze werd ontworpen door William Cowlishaw en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Het terrein bestaat uit twee delen met ertussen het Cross of Sacrifice en hebben samen een oppervlakte van 1.680 m², afgeboord door een bakstenen muur. In de zuidoostelijke hoek van het noordelijke deel van de begraafplaats staat nog een Duitse betonnen schuilplaats.
E r liggen 163 geïdentificeerde doden begraven.
Wijtschate werd op 1 november 1914 door de Duitse troepen veroverd op Franse en Britse eenheden die het dorp toen samen verdedigden. De volgende dag werd het even heroverd door het Franse 16de Corps en de Britse cavalerie maar vanaf dan bleef het dorp tot juni 1917 in Duitse handen. Tijdens de Mijnenslag op 7 juni 1917 kwam het dorp terug in Britse handen tot 16 april 1918, toen het gedurende het Duitse lenteoffensief na 6 dagen strijd weer in Duitse handen kwam. Uiteindelijk werd het dorp definitief door de Britse troepen heroverd op 28 september 1918. De begraafplaats lag achter een hoeve die door de Royal Irish Rifles "Derry House" werd genoemd. Ze werd vanaf juni 1917 door een veldhulppost (Field ambulance) van de 11th Division als frontlijnbegraafplaats aangelegd en tot december 1917 gebruikt. In oktober 1918 werd het door de 2nd London Scottish terug in gebruik genomen. Het toen nog bestaande Derry House Cemetery No.1 werd later ontruimd.
Er liggen 126 Britten en 37 Australiërs begraven.
Wilfrid Thomas Chaning-Pearce, kapitein bij het Royal Army Medical Corps werd onderscheiden met het Military Cross (MC). De sergeanten Horace Cecil Streeton en W.C. Wood en de korporaal Frederick William Broom ontvingen de Military Medal (MM).
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wizerne La Coupole Frankrijk |
La Coupole
La Coupole, gelegen op 5km van Saint-Omer Frankrijk (Nord-Pas-de-Calais), is een van de meest indrukwekkende overblijfselen van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Door de overweldigende massaliteit, de ondergrondse plaatsing van de installaties en het lijden van de dwangarbeiders die het hebben gebouwd, vormt het een symbolische plaats van de nazi-onderdrukking.Deze immense bunker, in 1943-1944 gebouwd door de Organisatie Todt, moest de lanceerbasis worden van V2-raketten tegen Londen. Deze raketten, die werden ontwikkeld in het ultrageheime centrum Peenemünde door het team van Von Braun, vormen met de Amerikaanse atoombom de meest geavanceerde wapens die zijn ontwikkeld tijdens de Tweede Wereldoorlog. De V2 werden in de ondergrondse fabriek "Mittelwerk", gelegen in het centrum van Duitsland, in serie gefabriceerd door de gedeporteerden van het concentratiekamp Dora.
La Coupole, zwaar gebombardeerd door de Geallieerden, werd in de zomer van 1944, na de landing in Normandië verlaten. De V2s, die vanaf september 1944 Londen en Antwerpen troffen, werden gelanceerd vanaf mobiele bases in Nederland.
Sinds 1997 trok deze plaats, getransformeerd in Centre dHistoire et de Mémoire (Centrum van de Geschiedenis en van de Herinnering), meer dan 2 miljoen bezoekers.
|
|
Categorie:Bunkers
|
 |
|
Wijtschate Gedenkteken voor Lt. Lasnier en het 1e Franse Bataljon Jagers te Voet |
Gedenkteken Lt.Lasnier en het Franse 1iere Bataillon Chasseurs a Pied
Dit monument herdenkt Luitenant Lasnier, en 11 onderofficieren en 174 manschappen van het Franse 1i�re Bataillon Chasseurs � Pied, die in deze omgeving het leven lieten tussen 3 en 15 november 1914. Het bataljon was in die periode betrokken bij erg felle afweergevechten bij de Croonaertbossen. vooral dan bij 'Kapellerie' en het 'Bois Quarante' (dit laatste werd door de Duitsers Bayernwald gedoopt). Luitenant Paul Marie Lasnier was op 2 juli 1882 in Brignoles in het department Var geboren. In het burgerleven was hij onderwijzer. Op 01.08.1914 werd hij gemobiliseerd en vertrok hij naar het garnizoen in Reims. Het 1e bataljon Jagers te Voet werd ingedeeld bij de 86e Brigade van de 43e Infanteriedivisie. Vanaf 11 augustus '14 werd Lasnier met zijn jagers ingezet bij de verdediging van de Vogezen. Door haar houding tijdens de gevechten bij Plaine op 14 augustus '14 werd het vaandel van het bataljon gedecoreerd met de Medaille Militaire en werd de eenheid vermeld op de legerdagorders. De Jagers waren er immers niet alleen in geslaagd om bijna 400 Duitsers krijgsgevangen te maken en een paar stukken veldgeschut te veroveren, maar wisten ook de hand te leggen op het vaandel van het 2e bataljon van Reserve-Infanterie-Regiment nr. 99. Het was het eerste Duitse vaandel dat in de oorlog in handen van een Franse eenheid was gevallen...Van 25 augustus tot 4 september nam het bataljon deel aan de verdediging van de Col de la Chipotte om daarna ingezet te worden tijdens de Marneslag. Lieutenant Lasnier sneuvelde volgens zijn militaire steekkaart in de Service Historiquue de l'Arm�e de Terre (SHAT) in het kasteel Vincennes, op 3 november '14 bij het nabijgelegen Dikkebus.
|
|
Categorie:Gedenksteen
|
 |
|
Wijtschate Croonaert Chapel Cemetery |
Croonaert Chapel Cemetery
'Croonaert Chapel Cemetery' is gelegen temidden de velden in heuvelachtig gebied. De begraafplaats kan bereikt worden vanaf de Voormezelestraat, via een 200m graspad. Op 500m ten Z ligt 'Bayernwald', op 450m ten ZW liggen de mijnkraters van de 'Hollandse Schuur'. Aan het begin van het toegangspad staat het gedenkteken voor Lt. Lasnier en het 1e Franse Bataljon Jagers te Voet.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wijtschate Lone Tree Cemetery |
Lone Tree Cemetery
Lone Tree Cemetery ligt dicht bij Lone Tree Crater (of Spanbroekmolenkrater), ��n van de negentien kraters die werden geslagen bij de inzet van de infanterieaanvallen tijdens de slag om Mesen. Bijna alle graven bevatten gesneuvelden van de eerste dag van deze slag. Er worden 88 doden uit het Verenigd Koninkrijk herdacht. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 616 m� en is door een baksteenmuur omringd.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wijtschate Military Cemetery |
Military Cemetery
Wijtschate was in Franse en Britse handen totdat het na een hevig bombardement door de Duitsers veroverd werd op 1 november 1914. De volgende dag werd het voor een korte periode heroverd door het Franse 16de Corps en Britse cavalerie maar van die datum af bleef het in Duitse handen tot 7 juni 1917. Na de eerste dag van de mijnenslag bleef het in Britse handen tot 16 april 1918 toen het na zes dagen vechten weer in Duitse handen kwam. Op 28 september werd het definitief door Britse troepen heroverd. De begraafplaats werd na de oorlog aangelegd door de concentratie van verspreide graven en de ontruiming van kleine begraafplaatsen rond Wijtschate. Er worden nu 1002 Commonwealthdoden en 1 militair van een andere nationaliteit herdacht. Daarvan zijn er 673 niet-ge�dentificeerd. Er werden 16 'special memorials' opgericht voor militairen uit het Verenigd Koninkrijk "Known/Believed to be buried in this cemetery". Er zijn ook 'special memorials' voor 4 militairen uit het Verenigd Koninkrijk die begraven werden op de begraafplaats bij Rossignol Estaminet, 3 militairen die begraven werden op de begraafplaats bij R.E. (Beaver) Farm en 2 militairen die begraven werden op de begraafplaats bij Rest and be Thankful Farm; hun graven konden niet meer gelokaliseerd worden. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 3267 m� en is door muren en boordstenen omgeven.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wijtschate Bayernwald Loopgravensite |
Bayernwald loopgravensite
Bayernwald ligt op een hoogte van 40 meter en heeft hierdoor een grote militair-strategische waarde. Legers op een hoogte of heuvel, hebben immers een beter zicht op het front. Zo kan men de kanonnen trefzeker richten en de eigen stellingen makkelijker verdedigen. Vandaar dat Franse en Beierse soldaten in november 1914 een verbeten strijd leveren om het bezit van deze site. De Duitsers winnen het gevecht en vanaf dat moment noemt men de plaats Bayernwald. Van 1914 tot de zomer van 1917 bouwen zij hun Bayernwald uit tot een oninneembare vesting. Wat nu nog te zien is, maakt maar 10% uit van wat het in 1917 geweest is!
|
|
Categorie:Loopgraven
|
 |
|
Wijtschate - Oosttaverne Wood Cemetery |
Oosttaverne Wood Cemetery
De 'Oosttaverne Line' was een Duitse verdedigingslijn komende vanuit het N van de Leie naar het kanaal Ieper-Komen. Deze linie passeerde net ten O van het gehucht Oosttaverne en werd op 7 juni 1917 veroverd (de eerste dag van de Mijnenslag). Het dorp en het bos werden ingenomen door de '19th (Western) Division' en de '11th Division'. Twee begraafplaatsen werden op de huidige plaats aangelegd op initiatief van de 'Burial Officer' van het IX Corps. De begraafplaats bleef in gebruik tot in september 1917. De toenmalige graven liggen in perken I, II en III van de huidige begraafplaats. Na de oorlog kwam er nog een uitbreiding door de concentratie van veldgraven van de omliggende slagvelden (inclusief heel wat van Hill 60) en van Duitse begraafplaatsen. Vlakbij bevond zich een Duitse begraafplaats met ca. 1100 graven, die in de jaren '50 werd verplaatst. De doden uit WOII zijn allen bijna gevallen in de periode eind mei en begin juni 1940, tijdens de terugtrekking van het Britse leger uit Duinkerken en de daarmee gepaard gaande hevige gevechten.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wervicq-Sud Deutscher Soldatenfriedhof - Frankrijk |
Deutscher Soldatenfriedhof
Het Deutscher Soldatenfriedhof Wervicq-Sud is een militaire begraafplaats in de Franse gemeente Wervicq-Sud. Er rusten 2.498 Duitse soldaten die sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Kruisjes duiden er de graven aan, met uitzondering van 13 Joodse graven. Daarnaast worden 60 groepsgraven aangduid met een platte grafsteen. Wervicq-Sud lag tijdens de oorlog nabij het Westfront. Veel Duitse soldaten sneuvelden vlakbij in België aan de Ieperboog en in het Heuvelland.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Waregem Amerikaanse begraafplaats 'Flanders Field' |
Amerikaanse begraafplaats 'Flanders Field'
Deze Amerikaanse militaire begraafplaats, gelegen op de hoek van de Wortegemseweg en de Bosstraat, is de kleinste in Europa en meteen ook de enige Amerikaanse begraafplaats in ons land uit de eerste wereldoorlog.
Het stijlvolle 'Flanders Field American Cemetery and Memorial' telt 368 zerken in wit marmer uit Carrara en ligt in een mooi verzorgd park van twee hectare.Ieder jaar, op de zondag dichtst bij 30 mei, wordt op de begraafplaats de herdenkingsdag Memorial Day gehouden voor de Amerikaanse oorlogsslachtoffers. Op 30 mei 1927 vloog Charles Lindbergh over deze begraafplaats in zijn Spirit of St. Louis om zijn gevallen landgenoten te groeten en 'poppies' over hun graven uit te strooien. Dit gebeurde 9 dagen na zijn historische vlucht over de Atlantische oceaan.Vanaf de mooie ijzeren poort aan de ingang leidt een kleine, met linden afgeboorde laan naar de 'Memorial Chapel' in het midden van het domein. Links kom je langs de Visitor's Room en rechts langs de vlaggemast, waar dagelijks de Amerikaanse vlag wordt gehesen, op een 15 meter hoge mast.
Op het einde van de kleine laan leiden treden naar de hoek van een verzonken grasplein, met in het midden een indrukwekkende kapel. Bij het betreden van de kapel vindt men de namen van 43 Amerikaanse soldaten, die in een naamloos graf rusten, gebeiteld in rozig getinte marmeren panelen. Parallel, langs iedere zijde van het lager gelegen groen, hebben we vier identieke verdelingen van de begraafplaats.
Vanuit het midden leiden stapstenen naar de drie andere hoeken, naar een kleine met bomen omzoomde ruimte, waar een versierde urne op een voetstuk rust, met daarin gesculpteerd de kentekens van de vier Amerikaanse divisies welke in België gestreden hebben.
De vier identieke verdelingen tellen elk 92 graven in witte marmer. 21 van deze 368 graven bergen de lichamen van onbekende soldaten.
Sinds kort kan iedereen die dit wil 1 van de 368 graven op het Flanders Field American Cemetery adopteren of één van de 43 namen op de muur der vermisten.
Het initiatief Adopt a Grave staat open voor iedereen die dit wil. Door het invullen van een aanvraagformulier kan je een specifiek graf of vermiste soldaat kiezen, voor zover dit nog niet door iemand anders geadopteerd is.
Naast de vraag om af en toe even stil te staan bij de gesneuvelde soldaat, moedigen The American Legion en het Flanders Field American Cemetery iedereen ook aan om wat nader onderzoek te doen naar (de eenheid van) de soldaat en/of militaire geschiedenis. Ze kunnen hierin een beperkte ondersteuning geven. Adoptanten worden ook aangemoedigd om elke nieuw ontdekte informatie, fotos, etc. te delen met de begraafplaats om deze verkregen informatie in het dossier van de gesneuvelde te plaatsen.
Wie ook geïntereseerd is, kan zijn/haar aanvraagformulier afhalen in het bezoekersgebouw van het Flanders Field American Cemetery of downloaden via deze link.
De aanvragen zijn beperkt tot één graf/naam per persoon. Elk jaar wordt er tevens een adoptieceremonie ingericht op de begraafplaats.
Bron:Waregem.be
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
03-01-2013 |
Zonnebeke Gedenkzuil 7th Royal Artillerie Division |
Gedenkzuil Artillery Division
"Broodseinde" is de naam voor de plaats waar de Passendale-, Roeselare-, Moorslede- en Beselarestraat elkaar kruisen, op circa 1 kilometer ten oosten van Zonnebeke. Het moeilijk te draineren, maar vruchtbare gebied is gelegen op de circa 50 meter hoge West-Vlaamse hoogtelijn die loopt van Zandvoorde tot Klerken. Van in de vroegste tijden werd hierom strijd geleverd, en zo ook tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de Eerste Slag bij Ieper konden de Duitsers over de heuvelkam doorstoten. De bevolking vluchtte en Broodseinde werd op de Britten ingenomen (22/10/1914). De Duitsers startten met de aanleg van begraafplaatsen. Enkele dagen later konden de Fransen het gehucht opnieuw veroveren. De frontlijn zou uiteindelijk stabiliseren ter hoogte van de Beselare- en Passendalestraat. Tijdens de eerste oorlogswinter was het er niet echt rustig te noemen: Fransen en Duitsers lagen dicht bij elkaar, er waren regelmatig uitvalspogingen en de omstandigheden in de loopgrachten waren penibel. In het voorjaar werden de Fransen in de omgeving van Broodseinde afgelost door Britten. De gasaanval die de Tweede Slag bij Ieper inluidde (22/04/'15), trof vooral het noorden van de Ieperboog. Op 4 mei zagen de Britten zich als gevolg daarvan wel genoodzaakt Broodseinde op te geven en zich terug te trekken tot op de Frezenberg. Maar Ieper werd gered. Toen volgde opnieuw een periode van relatieve rust. Relatief, want ondertussen legden de Duitsers hun "Flandern-I-Stellung" van Passendale naar Beselare over de Broodseinde aan en vonden er dagelijks "schermutselingen" plaats. Op 31 juli 1917 brak de Derde Slag bij Ieper los, een geallieerde doorbraakpoging. Vooral die gevechten betekenden de totale verwoesting van de streek. Pas met de gevechten rond Broodseinde op 4 oktober 1917 zou het gehucht door de Australi�rs veroverd kunnen worden, ten koste van een groot aantal slachtoffers. Tijdens deze laatste oorlogswinter werd Broodseinde door geallieerde "tunnelling companies" ondergraven met dug-outsystemen. Met het Duitse lenteoffensief (april 1918) waren de geallieerden genoodzaakt om zich terug te trekken. Op 28 september 1918 (Eindoffensief) tenslotte kon Broodseinde ten koste van vele doden definitief door de Belgen veroverd worden. Waar eens een volkse wijk lag met boerderijtjes, arbeiderswoningen, een molen en een steenoven, had de oorlog in alle hevigheid gewoed en bleef een woestenij over met Duitse militaire begraafplaatsen, kraters, lijken, dode paarden, munitie, kanonnen� Vanaf februari 1919 kwam de bevolking toch terug en vestigde zich voorlopig in barakken. De heropbouw kon beginnen. Het gedenkteken staat op de plaats waar v��r de oorlog een kleine kapel stond. Het herinnert aan de "7th Royal Artillery Division". Op 4 oktober 1917 vochten zij onder meer mee in de Slag om Broodseinde en leden hierbij zware verliezen. Vandaar de keuze van de locatie. In 1914 en 1917 vocht de "7th Division" nog in andere gevechten mee in Vlaanderen. Het gedenkteken werd onthuld op woensdag 1 oktober 1924 in aanwezigheid van een aantal Britse prominenten, waaronder generaal Watts, die de plechtigheid leidde en kolonel Steele, de vroegere bevelhebber van ��n der eenheden van de 7de divisie, Generaal Pr�aux, vertegenwoordiger van de minister van Landsverdediging, de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen, de burgemeesters van Ieper, Zonnebeke, Passendale en andere. Toespraken werden gehouden door burgemeester Priem, kolonel Steele en de aalmoezenier.
|
|
Categorie:Monumenten
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
|
|
 |