 |
|
 |
|
De beide wereldoorlogen hebben onuitwisbare sporen achtergelaten in de regio van Ieper, een stad in het westen van België die een cruciale rol speelde in de Eerste Wereldoorlog. Ieper en haar omgeving zijn niet alleen een symbool van de verwoestingen die de oorlogen met zich meebrachten, maar ook van de vastberadenheid van mensen om de herinnering aan de gevallen soldaten levend te houden. In deze blogpost verkennen we de belangrijkste sporen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog in de regio, en waarom het herdenken van deze conflicten nog altijd van groot belang is.
|
 |
01-02-2014 |
Wijtschate Derry House Cemetery No.2 |
Derry House Cemetery No.2
Derry House Cemetery No.2 is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgische dorp Wijtschate, een deelgemeente van Heuvelland. De begraafplaats ligt 1.575 m ten zuidoosten van het dorpscentrum. Ze werd ontworpen door William Cowlishaw en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Het terrein bestaat uit twee delen met ertussen het Cross of Sacrifice en hebben samen een oppervlakte van 1.680 m², afgeboord door een bakstenen muur. In de zuidoostelijke hoek van het noordelijke deel van de begraafplaats staat nog een Duitse betonnen schuilplaats.
E r liggen 163 geïdentificeerde doden begraven.
Wijtschate werd op 1 november 1914 door de Duitse troepen veroverd op Franse en Britse eenheden die het dorp toen samen verdedigden. De volgende dag werd het even heroverd door het Franse 16de Corps en de Britse cavalerie maar vanaf dan bleef het dorp tot juni 1917 in Duitse handen. Tijdens de Mijnenslag op 7 juni 1917 kwam het dorp terug in Britse handen tot 16 april 1918, toen het gedurende het Duitse lenteoffensief na 6 dagen strijd weer in Duitse handen kwam. Uiteindelijk werd het dorp definitief door de Britse troepen heroverd op 28 september 1918. De begraafplaats lag achter een hoeve die door de Royal Irish Rifles "Derry House" werd genoemd. Ze werd vanaf juni 1917 door een veldhulppost (Field ambulance) van de 11th Division als frontlijnbegraafplaats aangelegd en tot december 1917 gebruikt. In oktober 1918 werd het door de 2nd London Scottish terug in gebruik genomen. Het toen nog bestaande Derry House Cemetery No.1 werd later ontruimd.
Er liggen 126 Britten en 37 Australiërs begraven.
Wilfrid Thomas Chaning-Pearce, kapitein bij het Royal Army Medical Corps werd onderscheiden met het Military Cross (MC). De sergeanten Horace Cecil Streeton en W.C. Wood en de korporaal Frederick William Broom ontvingen de Military Medal (MM).
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wizerne La Coupole Frankrijk |
La Coupole
La Coupole, gelegen op 5km van Saint-Omer Frankrijk (Nord-Pas-de-Calais), is een van de meest indrukwekkende overblijfselen van de Tweede Wereldoorlog in Europa. Door de overweldigende massaliteit, de ondergrondse plaatsing van de installaties en het lijden van de dwangarbeiders die het hebben gebouwd, vormt het een symbolische plaats van de nazi-onderdrukking.Deze immense bunker, in 1943-1944 gebouwd door de Organisatie Todt, moest de lanceerbasis worden van V2-raketten tegen Londen. Deze raketten, die werden ontwikkeld in het ultrageheime centrum Peenemünde door het team van Von Braun, vormen met de Amerikaanse atoombom de meest geavanceerde wapens die zijn ontwikkeld tijdens de Tweede Wereldoorlog. De V2 werden in de ondergrondse fabriek "Mittelwerk", gelegen in het centrum van Duitsland, in serie gefabriceerd door de gedeporteerden van het concentratiekamp Dora.
La Coupole, zwaar gebombardeerd door de Geallieerden, werd in de zomer van 1944, na de landing in Normandië verlaten. De V2s, die vanaf september 1944 Londen en Antwerpen troffen, werden gelanceerd vanaf mobiele bases in Nederland.
Sinds 1997 trok deze plaats, getransformeerd in Centre dHistoire et de Mémoire (Centrum van de Geschiedenis en van de Herinnering), meer dan 2 miljoen bezoekers.
|
|
Categorie:Bunkers
|
 |
|
Wijtschate Gedenkteken voor Lt. Lasnier en het 1e Franse Bataljon Jagers te Voet |
Gedenkteken Lt.Lasnier en het Franse 1iere Bataillon Chasseurs a Pied
Dit monument herdenkt Luitenant Lasnier, en 11 onderofficieren en 174 manschappen van het Franse 1i�re Bataillon Chasseurs � Pied, die in deze omgeving het leven lieten tussen 3 en 15 november 1914. Het bataljon was in die periode betrokken bij erg felle afweergevechten bij de Croonaertbossen. vooral dan bij 'Kapellerie' en het 'Bois Quarante' (dit laatste werd door de Duitsers Bayernwald gedoopt). Luitenant Paul Marie Lasnier was op 2 juli 1882 in Brignoles in het department Var geboren. In het burgerleven was hij onderwijzer. Op 01.08.1914 werd hij gemobiliseerd en vertrok hij naar het garnizoen in Reims. Het 1e bataljon Jagers te Voet werd ingedeeld bij de 86e Brigade van de 43e Infanteriedivisie. Vanaf 11 augustus '14 werd Lasnier met zijn jagers ingezet bij de verdediging van de Vogezen. Door haar houding tijdens de gevechten bij Plaine op 14 augustus '14 werd het vaandel van het bataljon gedecoreerd met de Medaille Militaire en werd de eenheid vermeld op de legerdagorders. De Jagers waren er immers niet alleen in geslaagd om bijna 400 Duitsers krijgsgevangen te maken en een paar stukken veldgeschut te veroveren, maar wisten ook de hand te leggen op het vaandel van het 2e bataljon van Reserve-Infanterie-Regiment nr. 99. Het was het eerste Duitse vaandel dat in de oorlog in handen van een Franse eenheid was gevallen...Van 25 augustus tot 4 september nam het bataljon deel aan de verdediging van de Col de la Chipotte om daarna ingezet te worden tijdens de Marneslag. Lieutenant Lasnier sneuvelde volgens zijn militaire steekkaart in de Service Historiquue de l'Arm�e de Terre (SHAT) in het kasteel Vincennes, op 3 november '14 bij het nabijgelegen Dikkebus.
|
|
Categorie:Gedenksteen
|
 |
|
Wijtschate Croonaert Chapel Cemetery |
Croonaert Chapel Cemetery
'Croonaert Chapel Cemetery' is gelegen temidden de velden in heuvelachtig gebied. De begraafplaats kan bereikt worden vanaf de Voormezelestraat, via een 200m graspad. Op 500m ten Z ligt 'Bayernwald', op 450m ten ZW liggen de mijnkraters van de 'Hollandse Schuur'. Aan het begin van het toegangspad staat het gedenkteken voor Lt. Lasnier en het 1e Franse Bataljon Jagers te Voet.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wijtschate Lone Tree Cemetery |
Lone Tree Cemetery
Lone Tree Cemetery ligt dicht bij Lone Tree Crater (of Spanbroekmolenkrater), ��n van de negentien kraters die werden geslagen bij de inzet van de infanterieaanvallen tijdens de slag om Mesen. Bijna alle graven bevatten gesneuvelden van de eerste dag van deze slag. Er worden 88 doden uit het Verenigd Koninkrijk herdacht. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 616 m� en is door een baksteenmuur omringd.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wijtschate Military Cemetery |
Military Cemetery
Wijtschate was in Franse en Britse handen totdat het na een hevig bombardement door de Duitsers veroverd werd op 1 november 1914. De volgende dag werd het voor een korte periode heroverd door het Franse 16de Corps en Britse cavalerie maar van die datum af bleef het in Duitse handen tot 7 juni 1917. Na de eerste dag van de mijnenslag bleef het in Britse handen tot 16 april 1918 toen het na zes dagen vechten weer in Duitse handen kwam. Op 28 september werd het definitief door Britse troepen heroverd. De begraafplaats werd na de oorlog aangelegd door de concentratie van verspreide graven en de ontruiming van kleine begraafplaatsen rond Wijtschate. Er worden nu 1002 Commonwealthdoden en 1 militair van een andere nationaliteit herdacht. Daarvan zijn er 673 niet-ge�dentificeerd. Er werden 16 'special memorials' opgericht voor militairen uit het Verenigd Koninkrijk "Known/Believed to be buried in this cemetery". Er zijn ook 'special memorials' voor 4 militairen uit het Verenigd Koninkrijk die begraven werden op de begraafplaats bij Rossignol Estaminet, 3 militairen die begraven werden op de begraafplaats bij R.E. (Beaver) Farm en 2 militairen die begraven werden op de begraafplaats bij Rest and be Thankful Farm; hun graven konden niet meer gelokaliseerd worden. De begraafplaats heeft een oppervlakte van 3267 m� en is door muren en boordstenen omgeven.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wijtschate Bayernwald Loopgravensite |
Bayernwald loopgravensite
Bayernwald ligt op een hoogte van 40 meter en heeft hierdoor een grote militair-strategische waarde. Legers op een hoogte of heuvel, hebben immers een beter zicht op het front. Zo kan men de kanonnen trefzeker richten en de eigen stellingen makkelijker verdedigen. Vandaar dat Franse en Beierse soldaten in november 1914 een verbeten strijd leveren om het bezit van deze site. De Duitsers winnen het gevecht en vanaf dat moment noemt men de plaats Bayernwald. Van 1914 tot de zomer van 1917 bouwen zij hun Bayernwald uit tot een oninneembare vesting. Wat nu nog te zien is, maakt maar 10% uit van wat het in 1917 geweest is!
|
|
Categorie:Loopgraven
|
 |
|
Wijtschate - Oosttaverne Wood Cemetery |
Oosttaverne Wood Cemetery
De 'Oosttaverne Line' was een Duitse verdedigingslijn komende vanuit het N van de Leie naar het kanaal Ieper-Komen. Deze linie passeerde net ten O van het gehucht Oosttaverne en werd op 7 juni 1917 veroverd (de eerste dag van de Mijnenslag). Het dorp en het bos werden ingenomen door de '19th (Western) Division' en de '11th Division'. Twee begraafplaatsen werden op de huidige plaats aangelegd op initiatief van de 'Burial Officer' van het IX Corps. De begraafplaats bleef in gebruik tot in september 1917. De toenmalige graven liggen in perken I, II en III van de huidige begraafplaats. Na de oorlog kwam er nog een uitbreiding door de concentratie van veldgraven van de omliggende slagvelden (inclusief heel wat van Hill 60) en van Duitse begraafplaatsen. Vlakbij bevond zich een Duitse begraafplaats met ca. 1100 graven, die in de jaren '50 werd verplaatst. De doden uit WOII zijn allen bijna gevallen in de periode eind mei en begin juni 1940, tijdens de terugtrekking van het Britse leger uit Duinkerken en de daarmee gepaard gaande hevige gevechten.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Wervicq-Sud Deutscher Soldatenfriedhof - Frankrijk |
Deutscher Soldatenfriedhof
Het Deutscher Soldatenfriedhof Wervicq-Sud is een militaire begraafplaats in de Franse gemeente Wervicq-Sud. Er rusten 2.498 Duitse soldaten die sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Kruisjes duiden er de graven aan, met uitzondering van 13 Joodse graven. Daarnaast worden 60 groepsgraven aangduid met een platte grafsteen. Wervicq-Sud lag tijdens de oorlog nabij het Westfront. Veel Duitse soldaten sneuvelden vlakbij in België aan de Ieperboog en in het Heuvelland.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Waregem Amerikaanse begraafplaats 'Flanders Field' |
Amerikaanse begraafplaats 'Flanders Field'
Deze Amerikaanse militaire begraafplaats, gelegen op de hoek van de Wortegemseweg en de Bosstraat, is de kleinste in Europa en meteen ook de enige Amerikaanse begraafplaats in ons land uit de eerste wereldoorlog.
Het stijlvolle 'Flanders Field American Cemetery and Memorial' telt 368 zerken in wit marmer uit Carrara en ligt in een mooi verzorgd park van twee hectare.Ieder jaar, op de zondag dichtst bij 30 mei, wordt op de begraafplaats de herdenkingsdag Memorial Day gehouden voor de Amerikaanse oorlogsslachtoffers. Op 30 mei 1927 vloog Charles Lindbergh over deze begraafplaats in zijn Spirit of St. Louis om zijn gevallen landgenoten te groeten en 'poppies' over hun graven uit te strooien. Dit gebeurde 9 dagen na zijn historische vlucht over de Atlantische oceaan.Vanaf de mooie ijzeren poort aan de ingang leidt een kleine, met linden afgeboorde laan naar de 'Memorial Chapel' in het midden van het domein. Links kom je langs de Visitor's Room en rechts langs de vlaggemast, waar dagelijks de Amerikaanse vlag wordt gehesen, op een 15 meter hoge mast.
Op het einde van de kleine laan leiden treden naar de hoek van een verzonken grasplein, met in het midden een indrukwekkende kapel. Bij het betreden van de kapel vindt men de namen van 43 Amerikaanse soldaten, die in een naamloos graf rusten, gebeiteld in rozig getinte marmeren panelen. Parallel, langs iedere zijde van het lager gelegen groen, hebben we vier identieke verdelingen van de begraafplaats.
Vanuit het midden leiden stapstenen naar de drie andere hoeken, naar een kleine met bomen omzoomde ruimte, waar een versierde urne op een voetstuk rust, met daarin gesculpteerd de kentekens van de vier Amerikaanse divisies welke in België gestreden hebben.
De vier identieke verdelingen tellen elk 92 graven in witte marmer. 21 van deze 368 graven bergen de lichamen van onbekende soldaten.
Sinds kort kan iedereen die dit wil 1 van de 368 graven op het Flanders Field American Cemetery adopteren of één van de 43 namen op de muur der vermisten.
Het initiatief Adopt a Grave staat open voor iedereen die dit wil. Door het invullen van een aanvraagformulier kan je een specifiek graf of vermiste soldaat kiezen, voor zover dit nog niet door iemand anders geadopteerd is.
Naast de vraag om af en toe even stil te staan bij de gesneuvelde soldaat, moedigen The American Legion en het Flanders Field American Cemetery iedereen ook aan om wat nader onderzoek te doen naar (de eenheid van) de soldaat en/of militaire geschiedenis. Ze kunnen hierin een beperkte ondersteuning geven. Adoptanten worden ook aangemoedigd om elke nieuw ontdekte informatie, fotos, etc. te delen met de begraafplaats om deze verkregen informatie in het dossier van de gesneuvelde te plaatsen.
Wie ook geïntereseerd is, kan zijn/haar aanvraagformulier afhalen in het bezoekersgebouw van het Flanders Field American Cemetery of downloaden via deze link.
De aanvragen zijn beperkt tot één graf/naam per persoon. Elk jaar wordt er tevens een adoptieceremonie ingericht op de begraafplaats.
Bron:Waregem.be
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
03-01-2013 |
Zonnebeke Gedenkzuil 7th Royal Artillerie Division |
Gedenkzuil Artillery Division
"Broodseinde" is de naam voor de plaats waar de Passendale-, Roeselare-, Moorslede- en Beselarestraat elkaar kruisen, op circa 1 kilometer ten oosten van Zonnebeke. Het moeilijk te draineren, maar vruchtbare gebied is gelegen op de circa 50 meter hoge West-Vlaamse hoogtelijn die loopt van Zandvoorde tot Klerken. Van in de vroegste tijden werd hierom strijd geleverd, en zo ook tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tijdens de Eerste Slag bij Ieper konden de Duitsers over de heuvelkam doorstoten. De bevolking vluchtte en Broodseinde werd op de Britten ingenomen (22/10/1914). De Duitsers startten met de aanleg van begraafplaatsen. Enkele dagen later konden de Fransen het gehucht opnieuw veroveren. De frontlijn zou uiteindelijk stabiliseren ter hoogte van de Beselare- en Passendalestraat. Tijdens de eerste oorlogswinter was het er niet echt rustig te noemen: Fransen en Duitsers lagen dicht bij elkaar, er waren regelmatig uitvalspogingen en de omstandigheden in de loopgrachten waren penibel. In het voorjaar werden de Fransen in de omgeving van Broodseinde afgelost door Britten. De gasaanval die de Tweede Slag bij Ieper inluidde (22/04/'15), trof vooral het noorden van de Ieperboog. Op 4 mei zagen de Britten zich als gevolg daarvan wel genoodzaakt Broodseinde op te geven en zich terug te trekken tot op de Frezenberg. Maar Ieper werd gered. Toen volgde opnieuw een periode van relatieve rust. Relatief, want ondertussen legden de Duitsers hun "Flandern-I-Stellung" van Passendale naar Beselare over de Broodseinde aan en vonden er dagelijks "schermutselingen" plaats. Op 31 juli 1917 brak de Derde Slag bij Ieper los, een geallieerde doorbraakpoging. Vooral die gevechten betekenden de totale verwoesting van de streek. Pas met de gevechten rond Broodseinde op 4 oktober 1917 zou het gehucht door de Australi�rs veroverd kunnen worden, ten koste van een groot aantal slachtoffers. Tijdens deze laatste oorlogswinter werd Broodseinde door geallieerde "tunnelling companies" ondergraven met dug-outsystemen. Met het Duitse lenteoffensief (april 1918) waren de geallieerden genoodzaakt om zich terug te trekken. Op 28 september 1918 (Eindoffensief) tenslotte kon Broodseinde ten koste van vele doden definitief door de Belgen veroverd worden. Waar eens een volkse wijk lag met boerderijtjes, arbeiderswoningen, een molen en een steenoven, had de oorlog in alle hevigheid gewoed en bleef een woestenij over met Duitse militaire begraafplaatsen, kraters, lijken, dode paarden, munitie, kanonnen� Vanaf februari 1919 kwam de bevolking toch terug en vestigde zich voorlopig in barakken. De heropbouw kon beginnen. Het gedenkteken staat op de plaats waar v��r de oorlog een kleine kapel stond. Het herinnert aan de "7th Royal Artillery Division". Op 4 oktober 1917 vochten zij onder meer mee in de Slag om Broodseinde en leden hierbij zware verliezen. Vandaar de keuze van de locatie. In 1914 en 1917 vocht de "7th Division" nog in andere gevechten mee in Vlaanderen. Het gedenkteken werd onthuld op woensdag 1 oktober 1924 in aanwezigheid van een aantal Britse prominenten, waaronder generaal Watts, die de plechtigheid leidde en kolonel Steele, de vroegere bevelhebber van ��n der eenheden van de 7de divisie, Generaal Pr�aux, vertegenwoordiger van de minister van Landsverdediging, de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen, de burgemeesters van Ieper, Zonnebeke, Passendale en andere. Toespraken werden gehouden door burgemeester Priem, kolonel Steele en de aalmoezenier.
|
|
Categorie:Monumenten
|
 |
|
Zonnebeke Scottish Memorial |
Scottish Memorial
Het doel van het project was om op een historisch verantwoorde plaats een Schots herinneringsmonument op te richten. De gekozen site bevindt zich op de hoogte van de Frezenberg, voor Zonnebeke. De onderneming was uniek omdat er voor geopteerd werd het monument op te dragen aan alle personen van Schotse afkomst die betrokken waren in de Eerste Wereldoorlog. Het universele karakter is overduidelijk: ook de Schotten in de emigratiebestemmingen (zoals bijvoorbeeld Canada) behoren tot de doelgroep. Een qua opzet gelijkaardig nationaal Schots monument is nergens aan het voormalig westelijk front (of aan andere fronten) te vinden. Er werd gekozen voor een High Cross of Keltisch kruis in Schots graniet (Corennie Pink), opgericht op en basis van bunkerstenen. De hoogte van het kruis is ongeveer vier meter, de basis ruim drie meter. Het vervaardigen van het monument gebeurde door de Schotse firma Fyfe Glenrock (Oldmeldrum, bij Aberdeen). High Crosses gaan terug op een eeuwenoude Keltische traditie. Men kan ze niet alleen in Schotland vinden maar ook in Ierland, Engeland en Wales waar ze vaak geplaatst worden als herinneringsmonument voor de oorlogsslachtoffers. Het ontwerp is van de hand van Dirk Uytterschout (Halle, bij Brussel) die zich bewust liet inspireren door de vele dorpsmonumenten die men overal in Schotland kan vinden. Op die manier moet het kruis naar vorm- en materiaalkeuze een symbolische link met het thuisland vormen. Situering van het Schots monument in het landschap Qua inplanting is de hoogte van de Frezenberg, langs de oude weg Zonnebeke- Potijze- Ieper, de optimale keuze. -Midden in het gebied waar de Schotse 15e Divisie zowel op 31 juli als midden augustus 1917 betrokken was bij een reeks bloedige aanvallen. De site biedt een perfect zicht op het voormalige slagveld waarin de acties plaatsgrepen. -Slechts enkele weken later nam de 9e Schotse Divisie, met in haar rangen de 1e Zuid-Afrikaanse brigade, de lijn over. Op enkele korte onderbrekingen na hielden de Schotten dus de lijn voor Zonnebeke tussen 31 juli en 20 augustus 1917. -Het gebied rond de Frezenberg en voor Zonnebeke is een historisch erg belangrijk slagveld. De plaats ligt in het centrum van de aanval die in eerste instantie op Passendale, in tweede instantie op Roeselare en Torhout gericht was. Tot op vandaag verwijst niets in het landschap naar dit belangrijk verhaal. -De plaats van het monument staat bol van symboliek. Vanaf de hoogte is de kerk van Passendale, het eindpunt van de de drie maanden durende campagne, duidelijk zichtbaar. Aan de andere kant doemen de torens van Ieper op, de stad waar veel troepen doortrokken op weg naar het front. Tevens staat het kruis bijna pal op de startlijn van een reeks aanvallen die tot ver in september 1917 doorgingen. In dit gebied leefden Britse troepen bijna 5 weken lang ingegraven in een lijn die amper bewoog.
Bron:WO1.be
|
|
Categorie:Monumenten
|
 |
|
Zonnebeke Polygoon Wood Cemetery |
Polygoon Wood Cemetery
Tijdens de laatste oorlogswinter zouden in en om het Polygoonbos nog vele slachtoffers vallen. In februari 1918 arriveerden de Nieuw-Zeelanders. In april leidde het Duitse Lente-Offensief opnieuw tot de geallieerde terugtrekking uit het bos. Toen het Geallieerde Bevrijdingsoffensief van start ging op 28 september 1918, kon het Polygoonbos dezelfde avond in handen van de 9th (Scottish) Division vallen. Na de herovering van de Salient zette men Duitse krijgsgevangenen in om de vele lijken te verzamelen en te begraven. Zo werd het Polygon Wood Cemetery en het Kriegerfriedhof Am Polygonenwald uitgebreid en ontstond het Buttes New British Cemetery. Daarnaast diende ook de achtergelaten munitie geruimd te worden, de betonnen militaire constructies afgebroken, de zwartgeblakerde boomstronken gerooid en de trechters gevuld. In de vroege jaren 20 kon het Polygoonbos herbebost worden.Polygon Wood Cemetery werd gebruikt tussen augustus 1917 en april 1918 en opnieuw in september 1918. Na de wapenstilstand werd het uitgebreid. De reeds in 1915 gestarte Duitse begraafplaats Kriegerfriedhof Am Polygonenwald, die tegen de Britse begraafplaats aan lag, verdween in 1955 : alle 347 Duitse graven werden overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaatsen van Menen of Langemark.Volgens het aanwezige register liggen er 107 doden begraven: 46 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waaronder er 17 niet geïdentificeerd konden worden), 60 Nieuw-Zeelanders (waarvan 2 ongeïdentificeerd) en 1 Duitser. Voor 3 mannen werd een special memorial opgericht.Op 21 oktober 2004 werd hier nog Private J.R. Thomson begraven. Hij behoorde tot het 2nd Bn Gordon Highlanders en was op 4 oktober 1917 omgekomen bij Molenaarelst. Zijn stoffelijk overschot was op 9 september 1998 gevonden in een tuin, samen met de resten van 2 niet-geïdentificeerde mannen, mogelijk ook van zijn eenheid. Dankzij een mutskenteken, de initialen J.R.T. op zijn zakmes en een verwantschapsonderzoek, kon hij geïdentificeerd worden.
Bron:De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Zonnebeke Buttes New British Cemetery |
Buttes New British Cemetery Het natuurdomein Polygonebos was een militair oefenterrein met een butte (doel, kunstmatige heuvel om kogels op te vangen). Omwille van zijn ligging op de West-Vlaamse heuvelrug werd het tijdens WOI een belangrijk steunpunt van de Ypres Salient. Het zou dan ook vaak van bezetter veranderen, dit ten koste van vele mensenlevens en van de natuurpracht. Met de Eerste Slag om Ieper kwam het op 15 oktober 1914 tot een eerste bloedig treffen in het Polygonebos. Het 4de Duitse Legerkorps (Von Württemberg) wou het bos veroveren in een stormloop naar Ieper en de zee. De 3 golven aanvallen van deze onervaren Duitse vrijwilligers werden door het 4de Britse Leger, met behulp van Fransen, afgeslagen. Na ongeveer een maand vechten kwam het de facto tot een wapenstilstand. De vele verliezen en de slechte weersomstandigheden leidden ertoe dat de beide partijen zich hier ingroeven. Gedurende die hele eerste oorlogswinter bleven de linies er quasi onveranderd; Geallieerden en Centralen zaten er vlak bij elkaar. Eind november werden de Britten afgelost door het 16de Franse legerkorps (Grosetti). Ze groeven schuilplaatsen in 'Den Doel', o.m. voor de commandopost. Het leven was hard: bijtende kou, ijzige wind, onder water gelopen loopgrachten, tekort aan voedsel en kleding, bevroren voeten. Begin april 1915 werden de meeste Franse eenheden vervangen door Canadese en Britse. Op 22 april trof de eerste gasaanval, het begin van de tweede Slag om Ieper, de Franse stellingen tussen Bikschote en Langemark. De Britten, o.m. in de bossen rond Zonnebeke, trokken zich begin mei terug op de lijn Wieltje-Frezenberg-Bellewaerde. De Duitsers konden het Polygonebos bezetten, maar werden verder door de Britten tegengehouden. De Duitsers zouden het bos 2 jaar lang bezetten en uitbouwen met luchtafweergeschut, commandopost, pionierspark, barakken voor slaap- en kookgelegenheid, verbandkamer, bureel, magazijn, ondergrondse gangen
en met een Duitse militaire begraafplaats Kriegerfriedhof Am Polygonenwald, want zelfs tijdens deze zogenaamd 'rustige periode' vielen nog dagelijks slachtoffers. Op 31 juli 1917 brak de Derde Slag om Ieper los. In september konden Australische divisies de bossen rond Zonnebeke en het centrum veroveren; de 5de Australische divisie veroverde Den Doel. Het aantal doden en gewonden was aan beide zijden zeer hoog; op dat ogenblik werd met het Polygon Wood Cemetery begonnen, aansluitend bij de Duitse militaire begraafplaats. Tijdens de laatste oorlogswinter richtten de geallieerden opnieuw het vormeloos, aarden heuveltje te midden van brokstukken, lijken en modder, in. In en om Den Doel vielen nog meer slachtoffers. In februari 1918 arriveerden de Nieuw-Zeelanders. In april leidde het Duitse lenteoffensief opnieuw tot de terugtrekking uit het bos. Maar op 28 september 1918 begon het geallieerde eindoffensief; 's avonds reeds was het hele bos in handen van de 9th (Scottish) Division. Na de herovering van de Salient zette men Duitse krijgsgevangenen in om de vele lijken te verzamelen en te begraven. Zo werd het Polygon Wood Cemetery en het Kriegerfriedhof Am Polygonenwald uitgebreid en ontstond het Buttes New Cemetery. Daarnaast diende ook de achtergelaten munitie geruimd te worden, de betonnen militaire constructies afgebroken, de zwartgeblakerde boomstronken gerooid en de trechters gevuld. In de vroege jaren '20 kon het Polygonebos herbebost worden. Deze begraafplaats, Buttes New British Cemetery, werd na de oorlog aangelegd door de bijzetting van een groot aantal stoffelijke overschotten van de slagvelden rond Zonnebeke. De meeste doden dateren van 1917, enkele van de andere oorlogsjaren.
Bron:De Inventaris van het Werelderfgoed
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Zonnebeke Bunkers Polygoonbos |
Polygoonbos: Australische en Nieuw-Zeelandse slachtoffers in Vlaamse velden . In het begin van de oorlog maakte het bos deel uit van de Britse verdedigingslinie. Op 3 mei 1915 viel het in Duitse handen. Na de slag om het Polygoonbos op 26 september 1917 werd het opnieuw Brits om op 26 april 1918 weer Duits gebied te zijn na het Duitse lenteoffensief. Op 28 september werd het gebied definitief bevrijd door de Britten. Op dat moment was het hele bos zo goed als vernietigd door het oorlogsgeweld. Hier werd dus heel veel gevochten, dat bewijzen ook nu nog de vele munitieresten die er te vinden zijn. Een herinnering aan Scott Post Het belangrijkste overblijfsel van de Groote Oorlog in het bos is een Duitse bunker. Je kan er nog goed de inslagen van de obussen zien. Na de oorlog kreeg deze bunker van de Australiërs de naam Scott Post. Hij was een van hun helden die tijdens de Slag om het Polygoonbos het leven liet. In het bos vind je ook nog drie vernietigde bunkers en twee Nieuw-Zeelandse schuilplaatsen. Zij getuigen nog van de offers die jongens ver weg van huis in Vlaamse velden hebben gebracht. Duizenden gesneuvelde soldaten Door de vele veldslagen werd in dit bos ook een grote menselijke tol betaald. De oorlogskerkhoven in de buurt herinneren aan de duizenden soldaten die hier sneuvelden. Het Buttes New British Cemetery is een van de grotere begraafplaatsen van Ieper met 2066 geallieerde gesneuvelden. Het Polygoon Wood Cemetery is de laatste rustplaats van 45 Britten, 60 Nieuw-Zeelanders en 1 Duitser. Het Kriegersfriedhof Am Polygonwald was de begraafplaats voor 347 Duitsers die in het bos zijn gesneuveld. In 1955 werd dit kerkhof echter verplaatst.
Bron:De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed
|
|
Categorie:Bunkers
|
 |
|
Zonnebeke Black Watch Corner Monument |
Black Watch Corner Monument Op zaterdag 3 mei 2014 werd een monument onthuld tijdens een internationale plechtigheid voor de Black Watch. De Black Watch is een Schots regiment dat hier op 10 november 1914 gedecimeerd werd toen het de Pruisische Garde kon stoppen in de aanval op Ieper. Black Watch Corner is al jaren een begrip voor de Britse bezoekers aan de Slagvelden van weleer. In 2014 werd eindelijk, 100 jaar na de feiten, ook voor hen een passend eerbetoon gehouden. Onnodig te zeggen dat een belangrijke delegatie uit Groot-Brittanië aanwezig was. De plechtigheid werd opgeluisterd worden door de Passchendaele 1917 Pipes & Drums en diverse andere bands.
Bron:WOI.BE
|
|
Categorie:Monumenten
|
 |
02-01-2013 |
Zillebeke |
Gedenkkruis voor de Britse kapitein Henry Langton Skrine
Captain Henry Langton Skrine (6th Somerset L.I.) sneuvelde op 28 september 1916. Hij werd in deze omgeving begraven maar zijn graf ging in het latere oorlogsgeweld verloren. Zijn naam staat op de Menenpoort vermeld. Zijn familie liet dit monumentje oprichten. Het monumentje bestaat uit een ruw behouwen kruis met korte zijarmen binnen een omheining van hardstenen paaltjes.
Geoffrey Vaux Salvin Bowlby, kapitein bij de Royal Horse Guards, werd op 13 mei 1915 gedood. Zijn graf ging verloren in het latere oorlogsgeweld. Zijn naam staat op de Menenpoort. Zijn familie liet dit monumentje oprichten. Het gedenkteken bestaat uit een eenvoudig wit natuurstenen kruis op een rotsvormige sokkel binnen een omheining met paaltjes.
|
|
Categorie:Gedenksteen
|
 |
|
Zillebeke Blauwepoort Farm Cemetery |
Blauwepoort Farm Cemetery
Blauwepoort Farm Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgische dorp Zillebeke. De begraafplaats ligt aan de Komenseweg op 1,2 km ten zuidwesten van de dorpskerk en kan vanaf deze weg worden bereikt via een private toegangsweg van 250 m. Deze kleine begraafplaats werd ontworpen door Edwin Lutyens in samenwerking met William Cowlishaw en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Ze heeft een onregelmatig grondplan met een oppervlakte van 1.097 m² en wordt omgeven door een bakstenen muur. Het Cross of Sacrifice staat centraal bij de ingang dat bestaat uit een enkelvoudig metalen hekje. De graven liggen onregelmatig verspreid met veel ruimte tussenin.
De begraafplaats ligt vlak bij de "Blauwepoorthoeve". Ze werd in november 1914 door de Franse Chasseurs Alpins opgestart. Britse gevechtstroepen gebruikten ze tussen februari 1915 en februari 1916.
Er worden 90 Britse doden herdacht waaronder 8 niet geïdentificeerde. De meeste behoorden bij het Staffordshire Regiment, het Norfolk Highland Regiment of het Scottish Highland Regiment. De Franse graven werden na de oorlog verwijderd.
De begraafplaats werd in 2009 als monument beschermd.
T.J. Evans, kanonnier bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Zillebeke Bedford House Cemetery |
Bedford House Cemetery
Het Britse militaire Bedford House Cemetery is gelegen op anderhalve mijl ten zuiden van Ieper, ten zuidoosten van de historische hoeve Zuid Bellegoed, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog tijdelijk gebruikt werd als veldhospitaal.
De begraafplaats ontstond tijdens de Eerste Wereldoorlog in het park van het kasteel Kerskenhove, later ook wel Rozendaal genoemd, eigendom van de familie de Stuer. Zoals talrijke andere kasteelparken en kastelen in het Ieperse (Potijze, Elzenwalle, Hollebeke, Elverdinge, Boezinge, Vlamertinge, Kemmel, Ploegsteert
) in gebruik als veldhospitaal en brigade-hoofdkwartier, en zelfs een tijdlang in de frontlinie gelegen, werd het kasteel door de Britse militairen van het Bedfordshire Regiment bedacht met de bijnaam "Bedford House", vanwaar de huidige benaming. Meer dan eens overigens bleef die nauwe band tussen het vaak verdwenen -burgerlijk- kasteel en de -militaire- begraafplaats nog bewaard in de huidige benamingen, zoals: Potyze Chateau Grounds Cemetery, Potyze Chateau Lawn Cemetery, Kemmel Chateau Grounds Cemetery, Rosenberg Chateau Cemetery
De begraafplaats telt nu meer dan 4.500 Britse graven, 350 Canadese, 200 Australische, 30 Nieuw-Zeelandse, 20 Zuid-Afrikaanse en 20 Indische, samen een 5.120. Een 70 graven herbergen Britse soldaten, gesneuveld tussen 24 en 26 mei 1940, en rechtstreeks hierheen vervoerd van op het slagveld.
Getrouw aan de drie hoofdprincipes van het CWGC -monumenten van blijvende aard, uniforme grafstenen, geen onderscheid van rang- zou Von Berg ernaar streven om het oorspronkelijk site zoveel mogelijk te bewaren, met inbegrip van de wallen, de grote inrit, de ruïnes van de ijskelder en van het kasteel, de paviljoentjes in het park (nu witstenen paviljoenen), de (sindsdien verdwenen) hovenierswoning, tot en met de zaden van de ginkgo biloba uit het kasteelpark, nu de bomendreef naar de voormalige ijskelder in het voormalige hertenpark (Enclosure VI).
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Zillebeke Churchyard |
Zillebeke Churchyard
Op het kerkhof van Zillebeke worden 32 Commonwealthdoden herdacht. Veertien doden (vooral officieren) behoorden tot de Foot Guards of de Household Cavalry die stierven in 1914. Twee graven werden door artillerievuur vernield en worden nu herdacht door 'special memorials'. De Franse graven werden naar een andere begraafplaats overgebracht. Opvallend is dat hier enkele eigen grafmonumenten gebruikt worden in plaats van de witte Commonwealthzerkjes : -2nd Lt.-baron-Alexis G. De Gunzburg ligt begraven onder een grote arduinen zerk. Barones de Gunzburg gaf in 1924 de klok 'Alexis' als herinnering aan haar zoon aan de kerk. -Lt. JOHN H.G. LEE STEERE heeft een arduinen kruis als grafsteen. Samen met Luitenant Steere werd zijn aangetrouwde neef, Kapitein Symes-Thompson, die ook tot de Grenadier Guards behoorde, herdacht. Op de zerk van Lt. Col. Gordon Chesney Wilson staat volgende opvallend mooie epitaaf : "Life is a city of crooked streets Dead is the market place where all men meet" De Britse plots hebben een oppervlakte van 743 m².
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
|
|
 |