 |
|
 |
|
De beide wereldoorlogen hebben onuitwisbare sporen achtergelaten in de regio van Ieper, een stad in het westen van België die een cruciale rol speelde in de Eerste Wereldoorlog. Ieper en haar omgeving zijn niet alleen een symbool van de verwoestingen die de oorlogen met zich meebrachten, maar ook van de vastberadenheid van mensen om de herinnering aan de gevallen soldaten levend te houden. In deze blogpost verkennen we de belangrijkste sporen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog in de regio, en waarom het herdenken van deze conflicten nog altijd van groot belang is.
|
 |
02-01-2015 |
Ledegem Duitse mitrailleurspost Groene Jagerstraat |
Duitse mitrailleurspost
Eén van twee nabijgelegen Duitse mitrailleursposten, die deel uitmaakten van de tweede lijn van de 'Flandern I Stellung', die in de winter van 1917-1918 werd aangelegd. De mitrailleurspost ten zuiden van de hoeve werd aangeduid op Britse stafkaarten, die ten noorden van de hoeve niet. Op Britse luchtfotos uit augustus 1918 zijn beide constructies in ieder geval moeilijk waarneembaar, wat wijst op een efficiënte camouflage.
De 'Flandern Stellungen' uit 1917 met hun talrijke betonnen bunkers waren tegen de zomer van 1918 verwaarloosd. Tijdens het laatste oorlogsjaar werden verschillende nieuwe stellingen en 'Riegel' (dwarsverbindingen) uitgetekend en aangelegd. Daar waar mogelijk maakten de Duitsers gebruik van de bunkers uit 1917. De aanleg van de nieuwe 'Flandern I Stellung' was gestart in de winter van 1917/1918. In september 1918 was de stelling helemaal niet voltooid. De eerste linie bestond op vele plaatsen enkel uit prikkeldraadversperring, terwijl de tweede linie bestond uit losse bunkers zonder loopgravensysteem. Toch blijkt deze stelling goed verdedigd te zijn tijdens het Bevrijdingsoffensief. Vele bunkers bleken goed gecamoufleerd te zijn, zodat de geallieerde observatievliegtuigen ze maar moeilijk konden detecteren. De geallieerde legers bleken niet zo goed op de hoogte van de sterkte van deze stelling.
Bron:De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed
|
|
Categorie:Bunkers
|
 |
|
Ledegem Duitse Commandobunker Industrieweg |
Duitse Commandopost
Duitse bunker, opgetrokken bij een boerderij die op Britse militaire stafkaarten aangeduid werd met 'Lord Farm'. De constructie lag op het tracé van de 'Flandern I Stellung' die na de Derde Slag bij Ieper (31 juli 10 november 1917) werd aangelegd.
De 'Flandern Stellungen' uit 1917 met hun talrijke betonnen bunkers waren tegen de zomer van 1918 verwaarloosd. Tijdens het laatste oorlogsjaar werden verschillende nieuwe stellingen en 'Riegel' (dwarsverbindingen) uitgetekend en aangelegd. Daar waar mogelijk maakten de Duitsers gebruik van de bunkers uit 1917. De aanleg van de nieuwe 'Flandern I Stellung' was gestart in de winter van 1917/1918. In september 1918 was de stelling helemaal niet voltooid. De eerste linie bestond op vele plaatsen enkel uit prikkeldraadversperring, terwijl de tweede linie bestond uit losse bunkers zonder loopgravensysteem. Toch bleek deze stelling goed verdedigd te zijn tijdens het Bevrijdingsoffensief. Vele bunkers waren goed gecamoufleerd zodat de geallieerde observatievliegtuigen ze maar moeilijk konden detecteren. De geallieerde legers bleken niet zo goed op de hoogte van de sterkte van deze stelling.
Deze bunker fungeerde als Duitse commandopost en werd op 1 oktober 1918 door de 'Royal Scots' veroverd. Hier werd de commandopost van de 88ste en 86ste brigade ondergebracht. In de noordoostelijke hoek van de constructie was een observatiepost ingericht, die bereikbaar was met (nog aanwezige) klimijzers in het mangat.
De bunker is in oktober 1918 vereeuwigd op een aquarel van de hand van een Schotse militair, F.T. Hodges, genaamd 'Pillbox near Ledeghem'. Op dit schilderij is te zien dat de constructie een gebold dak had.
Bron:
De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed
|
|
Categorie:Bunkers
|
 |
01-01-2015 |
Langemark Monument |
Monument 34ste British Division
Monument ter herinnering aan de 34ste Britse divisie en de rol die ze hier speelde tijdens de gevechten van oktober-november 1917 (Derde Slag bij Ieper). De 'Guards Division' ondernam in augustus 1917 (tijdens de Derde Slag om Ieper) verschillende pogingen om de versterkte Broenbeek over te steken. Deze aanvallen strandden steeds door het mitrailleursvuur, afkomstig uit Duitse versterkingen. Ook een poging van de 29ste divisie (die de 'Guards division' afloste) om de beek over te steken, mislukte op 16 augustus. Ondertussen was de Broenbeek door aanhoudende regen en artilleriegeschut in een moeraslandschap geschapen. Een nieuwe poging van de 'Guards' op 27 augustus faalde opnieuw. Pas op 9 september konden ze de blubber en de vijand met hun 'pill boxes' overwinnen. Een verdere doorstoot was niet meer mogelijk. De versterkingen werden ingeschakeld als voorposten, die door de 'Irish Guards' werden bemand. Robert Lawrence, broer van 'Lawrence of Arabia' (T.E. Lawrence), zou deze Duitse bunker na haar verovering ingericht hebben als 'Advanced Dressing Station' (vooruitgeschoven hulppost). Een Duitse tegenaanval op 13 september door het 65ste Duitse Reserve-Infanterie-Regiment dwong de 'Guards' om zich opnieuw achter (ten Z van) de Broenbeek terug te trekken. De Broenbeek zou pas de volgende maand overgestoken kunnen worden. De artillerie- en genie-eenheden van de '34th British Division', voor wie het gedenkteken bij de bunker werd opgericht, hadden het bijzonder moeilijk om de brede stroom, die de Broenbeek geworden was, met artilleriestukken over te steken. De nabijgelegen bunker werd door de '34th Division Artillery', de '152nd Field Artillery Brigade ' en '160th Field Artillery Brigade ' en de 'Divisional Ammunition Column' gebruikt als hoofdkwartier. In september 1918 werd deze bunker ingericht als vooruitgeschoven medische post ('Advanced Dressing Station').
|
|
Categorie:Monumenten
|
 |
|
Langemark National Welsh Memorial Park |
National Welsh Memorial Park
Het Welsh National Memorial Park herdenkt alle mannen en vrouwen uit Wales die betrokken waren bij de Eerste Wereldoorlog. Het monument werd opgetrokken in het gebied voor Langemark waar de 38e Welshe Divisie op 31 juli 17 de bloedige strijd naar Passchendaele mee op gang trok. Op die dag kwam, dichtbij deze plaats, ook de dichter Hedd Wyn om.
Tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was de houding van Wales tegenover de strijdkrachten op zijn minst ambivalent te noemen. Onder andere het sterk syndicalisme in de mijngebieden was hier niet vreemd aan. Welshe regimenten hadden in die voorloorlogse periode soms behoorlijk moeite om hun rangen op peil te houden. De Welshe politicus Lloyd George, later Eerste Minister van Groot- Brittanië, startte zijn loopbaan als notoir pacifist. Deze houding zou echter totaal omslaan bij het uitbreken van de oorlog. Vanuit een sterke solidariteit met Poor little Belgium, die andere kleine natie, ontstond in veel Welshe gebieden een stormloop op de rekruteringskantoren. Uit elk dorp en stad vertrokken jongeren naar het front. Wales zou een zware prijs betalen voor die betrokkenheid.
Hoewel het Westelijk front steeds het belangrijkste bleef, vochten de Welshmen nagenoeg overal. De oorlogsindustrie in Wales,waar vooral meisjes en vrouwen werkten, draaide op volle toeren.
Het herdenkingspark overstijgt echter de achtergrond van de gevechten in Vlaanderen. Als Welsh National Memorial herdenkt het de inzet van gans de Welshe bevolking tijdens de Grooten Oorlog.
Het monument, onder de vorm van een draak, het nationaal Welsh symbool, werd opgericht in 2014 en was het resultaat van een Vlaams- Welshe vrijwilligerscampagne, gesteund door de gemeente Langemark- Poelkapelle en de regering van Wales.
|
|
Categorie:Monumenten
|
 |
|
Langemark Canadian Forces Memorial St. Julien 'Canadien' |
Canadian Forces Memorial St. Julien 'Canadien'
Het monument ter herinnering aan de rol van de Canadezen tijdens de Tweede Slag bij Ieper, werd onthuld op 8 juli 1923 in aanwezigheid van de hertog van Connaught (broer van de Britse koning), prins Leopold van België en Maarschalk Ferdinand Foch. De ontwerper Fred. Chapman Clemeshaw uit Regina maakte indertijd eveneens deel uit van het Canadese expeditieleger in Frankrijk. De tuin rond het monument was oorspronkelijk uitsluitend opgebouwd uit Canadese aarde en planten. De grote struiken met hun scherpe toppen stellen obussen voor, de juniperusstruiken granaattrechters. De 'Canadien' staat met zijn hoofd gericht naar de plaats van waar de gaswolk kwam aandrijven. Zijn houding ('rest on your arms reversed') is de traditionele militaire groet aan de doden. De plaatsen die worden aangegeven door de oriëntatiepijlen, zijn allen plaatsen met een bijzondere betekenis in de slag van de gasaanvallen. De gesneuvelde Canadezen waarnaar verwezen wordt, liggen begraven op de Britse militaire begraafplaatsen in de omgeving. De Belgische staat heeft het terrein van het monument aan het Gemenebest geschonken. Tijdens WOI werd dit kruispunt, Keerselaar in de volksmond, ook wel 'Vancouver Corner' of 'Vancouver Cross Roads' genoemd, naar de Canadese stad.
|
|
Categorie:Monumenten
|
 |
|
Langemark Duitse Militaire Begraafplaats |
Deutscher Soldatenfriedhof
Het Deutscher Soldatenfriedhof in Langemark is bijzonder aangrijpend door de kracht van de eenvoud. Achter de monumentale poort van roze Weserberg-zandsteen liggen ruim 44.000 Duitsers begraven, van wie bijna 25.000 in een massagraf. Meer dan 3.000 studenten-vrijwilligers van het 22ste t.e.m. 27ste Reservekorps vonden hier hun laatste rustplaats. Ze sneuvelden in oktober en november 1914 tijdens herhaalde aanvallen in de Eerste Slag bij Ieper. Door het grote aantal studenten onder deze vrijwilligers, kreeg de begraafplaats de naam 'Studentenfriedhof'. Omdat de Duitse militaire begraafplaats van Langemark meest plaats bood, werden hier in de periode 1956-1958 alle niet-geïdentificeerde ontgravenen uit België in een 'kameradengraf' bijgezet. Achter de toenmalige afscheidingsmuur werden 366 graven verplaatst om plaats te maken voor het reusachtige graf. Hierin werden bijna 25000 stoffelijke resten bijgezet.Vóór het graf liggen de wapenschilden van 8 Belgische provincies (Oost- en West-Vlaanderen kreeg de naam Vlaanderen; Brabant was nog niet opgedeeld in Vlaams en Waals Brabant).Centraal tussen de 8 wapenschilden ligt een bronzen krans van eikenloof met de woorden 'Ich habe dich bei deinem namen gerufen, du bisst mein' uit de profeet Jesaja (43,1).Rond het massagraf staan blokken met daarop 68 bronzen panelen met de namen van 17342 niet-geïdentificeerden waarvan men op basis van archiefonderzoek quasi zeker is dat ze in dit massagraf bijgezet werden. De namen staan alfabetisch gerangschikt, beginnend aan paneel 1 (links t.o.v. het massagraf), vervolgens in wijzerzin langs de binnenzijde van de blokken tot aan paneel 34, vervolgens verder in tegenwijzerzin vanaf de rugzijde van paneel 34 langs de buitenzijde. De beeldengroep van de professor aan de Akademie der Bildender Künste in München Emil Krieger stond oorspronkelijk tegen de vroegere scheidingsmuur tussen het massagraf en het inkomgebouw. Er werden vier treurende militairen uitgebeeld die met hun rug tegen de muur stonden, aan de achterzijde van het massagraf. Op die manier moesten de beelden vanop afstand bekeken worden. De beelden werden heel sober uitgevoerd. Het geheel moest oproepen tot bezinning. In 1984 werd de beeldengroep verplaatst naar de verste zijde van de begraafplaats. Op het hoger gelegen deel van de begraafplaats staan drie gerestaureerde Duitse betonnen schuilplaatsen, gedeeltelijk bovengronds met de toegangen gekeerd naar de Duitse linie (noorden). Om deze verdedigingslijn (Hindenburglinie Langemark-Geluveld) nog meer te benadrukken, werden de bunkers verbonden met grote blokken uit beton met vooraan een granietblok met daarop de namen van legerafdelingen en studentenverenigingen die aan de inrichting van de oorspronkelijke begraafplaats in de jaren 1930 hebben meegeholpen.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
03-12-2014 |
Mesen Iers Vredespark |
The Island of Ireland Peace Park
The Island of Ireland Peace Park of het Ierse vredespark wil een nationaal gedenkteken zijn waarbij alle Ieren herdacht worden die omgekomen waren tijdens de Eerste Wereldoorlog, en dit zonder rekening te houden met afkomst, religie of militaire eenheid. Aan de basis ligt A Journey of Reconciliation Trust, een vereniging(opgericht in oktober 1998) waarin een groep mensen zetelt, afkomstig uit zowel de Republiek als uit Noord-Ierland, met zowel katholieke/nationalistische als protestantse/unionistische achtergronden. Met hun vredespark willen ze verwijzen naar de Mijnenslag van 7-14 juni 1917, toen de 2 belangrijkste Ierse eenheden,de katholieke 16th (Irish) Division en protestantse 36th (Ulster)Division zij aan zij vochten in de omgeving van Wijtschate. De toren werd evenwel gebouwd op een paar kilometers verwijderd van de plaats waar hij zich historisch gezien eigenlijk had moeten bevinden. Er werd gezocht naar een typisch Iers symbool, dat echter geen van beide partijen tegen het hoofd kon stoten. De Round Tower isgebaseerd op de torens, die vermoedelijk in de 10de eeuw werden gebouwd door de Kelten als verdedigingswerk tegen de Vikingen. Toen was noggeen sprake van verdeeldheid op het eiland. Vandaag de dag zouden ernog een 65-tal in Ierland bewaard gebleven zijn. De stenen waarmee de toren aan de buitenkant is opgetrokken, zijn afkomstig van het St.Marys Hospital te Mullingar dat werd afgebroken. Dit hospitaal werd gebouwd tijdens de grote hongersnood die het eiland teisterde tussen1846 en 1849, waarbij minimum 1 miljoen Ieren door honger en ontbering omgekomen zouden zijn en nog eens een miljoen Ieren zouden geëmigreerd hebben. De onvolledige, cirkelvormige aarden wal aan de Z-kant van het park verwijst naar de prehistorische cirkelvormige ringforten die her en der in Ierland worden aangetroffen. De beplanting van het park bestaat voor een groot deel uit taxussen, een typische funeraire boom, die in het Engels ook wel eens wordt aangeduid met Irish Yew. Het onderhoud van het park wordt uitgevoerd door de Commonwealth War Graves Commission.De toren werd voor een groot deel opgetrokken met medewerking vanjongeren met zowel katholieke als protestantse achtergrond. De werkzaamheden startten in mei 1998. Op 11 november 1998 werd hetvredespark ingehuldigd door de Ierse president McAleese, in aanwezigheid van de Queen Elizabeth II en Koning Albert II en tal van hoogwaardigheidsbekleders.
|
|
Categorie:Monumenten
|
 |
|
Mesen Messines Ridge (New Zealand) Memorial |
Messines Ridge (New Zealand) Memorial
Het gedenkteken is opgericht voor de vermiste Nieuw-Zeelanders die omkwamen tijdens gevechten rond Mesen in 1917-1918. Op de gedenkplaten rondom staan de namen van 839 Nieuw-Zeelandse vermisten. Hiervan zouden er 537 soldaten tijdens de Slag om Mesen (7-14 juni 1917) omgekomen zijn. Het Messines Ridge Memorial vormt 1 van de 7 gedenktekens voor Nieuw-Zeelandse vermisten, die in België en Frankrijk opgericht zijn. De grond waarop de begraafplaats en het Memorial werden aangelegd, behoorde tot het Institut Royale. De nabijgelegen Ferme du Moulin was hiervan een abdijhoeve. Het Cross of Sacrifice op het New Zealand Memorial staat op de plaats waar de windmolen van de boerderij, de Hospiesmolen stond.
|
|
Categorie:Monumenten
|
 |
|
Mesen Messines Ridge British Cemetery |
Messines Ridge British Cemetery
Het vergt weinig verbeelding om zich voor te stellen dat de heuvelrug van Mesen, Messines Ridge strategisch heel belangrijk was tijdens WOI. De heuvelrug domineert duidelijk de lager gelegen omgeving. Er werd tijdens WOI dan ook hevige strijd geleverd om de heuvelrug, die met tal van tunnels en betonconstructies versterkt was. Mesen werd door de Duitse 26ste Divisie veroverd op de 1st Cavalry Division op 31 oktober - 1 november 1914. Op 6 en 7 november probeerden Franse troepen zonder succes het dorp te heroveren. Op 7 juni 1917 heroverde de New Zealand Division het dorp tijdens de Slag om Mesen (de Mijnenslag). Het werd door de Duitsers op de South African Brigade heroverd op 10-11 april 1918 (Duitse Lente-Offensief). Uiteindelijk kwam het weer in Britse handen op 28-29 september 1918. Na de oorlog werd de begraafplaats aangelegd door de concentratie van geïsoleerde graven van de omliggende slagvelden en uit kleinere begraafplaatsen, uit de periode van oktober 1914 tot oktober 1918. De meerderheid stierf in 1917. Het Messines Ridge Memorial to the Missing herdenkt zon 840 vermiste Nieuw-Zeelanders. De grond waarop de begraafplaats werd aangelegd, behoorde tot het Institut Royale. De nabijgelegen Ferme du Moulin was hiervan een abdijhoeve. De Cross of Sacrifice op het New Zealand Memorial staat op de plaats waar de windmolen van de boerderij stond.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
02-12-2014 |
Moorslede Duitse militaire post Vierkaven |
Duitse militaire post Vierkaven
De betonnen post is opgetrokken op de kruising van de baan Roeselare-Moorslede en de voormalige spoorlijn Ieper-Roeselare, op Britse kaarten ook wel aangeduid met 'Snice Crossing'. Hier kruiste eveneens de 'Keiberg-Moorslede-Riegel' de voormalige spoorlijn Ieper-Roeselare. Ter hoogte van deze kruising werden ook de prikkeldraadversperringen van de eerste lijn van de 'Flandern I Stellung' aangelegd, die hier vanaf de winter van 1917/1918 werd opgetrokken. Bij Vierkaven hadden de Duitsers een opslagplaats ingericht en waren er verschillende aftakkingen van het spoor aangelegd.
Eind september 1918, tijdens het Geallieerde Bevrijdingsoffensief, blijkt dat de Duitsers de 'Flandern I Stellung' bezetten met talrijke mitrailleurs, waardoor de geallieerde opmars sterk gehinderd wordt. De 'Flandern I Stellung' kon voor het eerst doorbroken worden ter hoogte van Vierkaven, meer bepaald op 30 september 1918 door het Belgische Tweede Regiment Grenadiers.
In mei 1940 werd de betonnen post gebruikt als schuilplaats voor omwonenden.
Bron:De Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed
|
|
Categorie:Bunkers
|
 |
01-12-2014 |
Menen Duitse ingebouwde bunker Query Farm |
Duitse ingebouwde bunker Query Farm
Het betreft één van drie Duitse bunkers uit de Eerste Wereldoorlog, bij een hoeve die op Britse stafkaarten werd aangeduid met 'Query Farm'. Vlakbij, net ten zuidoosten van deze hoeve was een goederenstation met depot ingericht. Net naast de versterkte schuur liep een spoorlijn. Een smalspoorlijn liep langs de noordelijke bunker. Deze noordelijke bunker was zeker tegen de zomer van 1917 opgetrokken. Er zou zich een derde bunker bevinden onder een berg aarde in de weide ten zuidwesten van de hoeve, aldus de eigenaar.
Het is niet duidelijk of de smalle gleuf aan westelijke zijde bedoeld was als observatie-opening, dan wel als mitrailleurs opening.
|
|
Categorie:Bunkers
|
 |
|
Menen Duitse bunker hoeve Hoogpoort |
Duitse bunker hoeve Hoogpoort
Eén van twee vlakbij elkaar gelegen bovengrondse militaire constructies in weide net ten westen van de hoeve op adres Hoogpoortweg 69. De bunkers zijn net op grondgebied Wervik gelegen en goed zichtbaar vanaf de N58. Dit betreft de meest zuidelijk gelegen bunker.
Beschrijving
Eén van twee gelijkaardige bovengrondse betonnen constructies. De bunker versmalt iets naar het westen toe. Het beton is gegoten tegen een houten bekisting en verstevigd met ronde bewapeningsijzers. De randen van het dak en de hoeken zijn wat afgeschuind.
Aan oostelijke zijde zitten twee toegangen met ertussen een uitspringende richel met trappen. Zodoende kon op het dak een mitrailleur geplaatst worden en kon de muur boven de richel als borstwering fungeren. De twee toegangen vormen het uiteinde van een gang, die op zijn beurt toegang verschaft tot twee ruimtes. In de gang is ter hoogte van de richel een nis uitgespaard. Het plafond van de gang is verstevigd met ijzeren profielen, waartussen soms nog houten planken steken.
De twee ruimtes, die bij benadering hoogte 170 x breedte 200 x diepte 300 centimeter meten, zijn gegoten op gebogen gegolfd plaatijzer (zogenaamde Wellblechbogen), die op ongeveer 120 centimeter hoogte steunt op de betonnen zijmuren. In de muur tussen de twee ruimtes zitten openingen. In de tussenmuren met de gang steekt ter hoogte van de toegangen een kleine opening.
|
|
Categorie:Bunkers
|
 |
|
Menen Duitse bunker 'Limber Farm' |
Duitse bunker 'Limber Farm'
De hoeve waarbij deze bunker werd opgetrokken, werd op Britse stafkaarten aangeduid met Limber Farm. Net ten zuiden van de hoeve liep de spoorlijn Poperinge-Kortrijk. In de loop van 1917 werd het spoor ten zuiden van de hoeve ontdubbeld, om een aftakking te realiseren naar het spoor tussen Menen en Roeselare.
De bunker is zichtbaar op een luchtfoto van 22 augustus 1917. Naar verluidt zou deze bunker opgetrokken zijn met de hulp van Russische krijgsgevangenen. De bunker zou gefungeerd hebben als opslagplaats voor munitie, die gebruikt werd voor een vlakbij geplaatst spoorwegkanon.
In mei 1940 zouden er vluchtelingen in de bunker geschuild hebben.
Beschrijving
Halfondergrondse betonnen militaire constructie die onder een bijkomende laag beton is gebracht. De samenstelling van het beton van deze bovenste laag is anders: het betreft beton met vermoedelijk een lager cementgehalte. De bovenste laag was ook ten dele met wapeningsijzers versterkt. Tussen de betonnen bunker en de bijkomende betonnen laag zat een laag aarde of zand.
De bovenste laag helt lichtjes af naar westelijke zijde, om vervolgens schuin naar beneden te lopen. Schuinaflopende wanden hebben als voordeel dat eventuele inslagen afgeleid konden worden, waardoor de kans op voltreffers aanzienlijk verlaagd werd. Een deel van de afdekkingslaag aan oostelijke zijde is weggenomen. Het beton van de eigenlijke bunker was gegoten tegen een houten bekisting. Enkel het toegangsgedeelte tot de feitelijke bunker was niet met een bijkomende betonlaag afgedekt. Deze toegang loopt naar beneden en geeft uit op één ruimte.
|
|
Categorie:Bunkers
|
 |
|
Moorsele Military Cemetery |
Moorseele Military Cemetery
Moorseele Military Cemetery is een Britse Militaire begraafplaats met gesneuvelden uit WO I , gelegen in het dorp Moorsele, een deelgemeente van Wevelgem in de provincie West Vlaanderen. Het ligt achter het voormalige Klooster van de H. Familie, nu een middelbare school.
Duitse medische eenheden hadden in 1914 in het klooster een ziekenhuis ingericht. De begraafplaats werd ook door hen in 1915 gestart en het bleef in gebruik tot aan de inname van het dorp door de 15th Royal Irish Rifles op 14 oktober 1918. Daarna werden Britse slachtoffers hier begraven door de XIX Corps Burial Officer, de 3rd Australian en de 64th Casualty Clearing Station. Ook het kerkhof van Moorsele werd door de Duitse troepen gebruikt. Van daaruit werden 4 Canadese officieren en 1 soldaat naar hier overgebracht. In 1929 werd nog 1 graf uit Cuerne Churchyard in Kuurne bijgezet. Er liggen nu 90 Britten en 8 Canadezen begraven. In 1930 werden meer dan 800 Duitse graven naar Mesen verplaatst.
De begraafplaats werd in 2009 als monument beschermd.
Bron:Wikipedia
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
|
Menen Duitse militaire begraafplaats |
Duitse militaire begraafplaats "MENENWALD
Op de scheiding Menen-Wevelgem, respectievelijk aan de Groene- en Kruisstraat, situeert zich het Deutscher Soldatenfriedhof Menen 1914-1918. Op deze militaire begraafplaats rusten er officieel 48.049 Duitse militairen (aan de muur van het ingangsgebouw wordt verkeerdelijk het aantal 47.864 opgegeven). In vergelijking met andere soortgelijke kerkhoven liggen er op deze plaats haast geen onbekende militairen, m.a.w. bijna iedereen die in Menen-Wevelgem begraven ligt, werd voordien geïdentificeerd. De Duitse begraafplaats in Menen is een oase van rust, omgeven door een waardevol landschappelijk gebied. De begraafplaats is 1 van de grootste Duitse militaire kerkhoven en blijft een tastbare getuigenis van de Eerste Wereldoorlog 1914-1918. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in Menen vanaf oktober 1914 tot half 1918 bezet door Duitse troepen. Door zijn geografische ligging lag deze stad slechts op een boogscheut van het Westelijke front (cfr. Ieper en omliggende). Menen werd ingericht om te voldoen aan de noden van de Duitse frontsoldaten met een uitgebouwde militaire infrastructuur. Uiteraard hadden de Duitsers ook nood aan veldhospitalen om hun gewonden te verzorgen. Ook gewonde krijgsgevangenen werden erin opgenomen. In Menen werden er meerdere soortgelijke hospitalen opgericht (o.m. in het college). Sommige gewonden die in één of ander Meense veldhospitaal overleden, werden tot in 1917 begraven op de stedelijke begraafplaats (achter het station). Nog in de loop van 1917, vooral als gevolg van de 3e Slag om Ieper, begonnen de Duitsers in de Groenestraat, op de grens Menen-Wevelgem, met de inrichting van een nieuwe dodenakker. Deze nieuwe begraafplaats kreeg de naam Ehrenfriedhof Meenen Wald N 62. De duiding Wald wijst op het feit dat deze site zich situeerde vlakbij een uitgedund bos, vandaar dan ook deze geografische omschrijving. Op het einde van de Eerste Wereldoorlog waren er op deze plaats 6.360 Duitse militairen begraven. Nog tijdens de Grote Oorlog werd de zorg van deze begraafplaats toevertrouwd aan een afdeling van het Duitse Ministerie van Binnenlandse Zaken, beter gekend als het Zentral Nachtweiseamt fur Kriegerverluste und Kriegergräber. Als gevolg van een conventie tussen de Belgische en Duitse regering werd het beheer van deze kerkhoven vanaf 1925 overgedragen aan de Amtlicher Deutsche Graberdienst in Belgien. Na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werd het beheer van de Duitse, militaire begraafplaatsen toevertrouwd aan het Belgische Rode Kruis alsook aan de vereniging Onze Graven. In 1952 droeg de Duitse Bondsrepubliek de zorg voor alle krijgskerkhoven aan de Volksbund over. Twee jaar later werd er een nieuw verdrag afgesloten tussen de Belgische en Duitse autoriteiten. Deze laatsten mochten opnieuw instaan voor het onderhoud van hun militaire begraafplaatsen. In datzelfde verdrag werd er ook gestipuleerd dat alle militaire begraafplaatsen uit de Eerste Wereldoorlog, met uitzondering van vijf gemeentelijke ereparken en de gemengde begraafplaatsen, zouden herleid worden tot vier grote rustplaatsen. Uiteindelijk werden dat Hooglede (de enige die zijn oorspronkelijk dodenaantal behield), Langemark, Menen en Vladslo. De uitbreiding van de drie laatst geciteerde kerkhoven, geschiedde onder leiding van Robert Tischler, architect. Alle Duitse militairen die tijdens de Eerste Wereldoorlog hun laatste rustplaats hadden op het Ehrenfriedhof Meenen Wald N 62 werden opnieuw begraven en gegroepeerd onder perk M. Het stoffelijk overschot van Duitse gesneuvelden afkomstig van de stedelijke begraafplaats werd ondergebracht in een perk met als code de letter H. Vanuit 53 verschillende begraafplaatsen bracht men dan vervolgens de stoffelijke resten van Duitsers naar het militair kerkhof te Menen-Wevelgem. De overbrenging geschiedde gedurende de jaren 1957-1958. In 1991 werden alle grafstenen vernieuwd. Momenteel is het onderhoud van deze site nog steeds in handen van de Volksbund (met als hoofdzetel Kassel in Duitsland).
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
01-11-2014 |
Niepkerke Pont-d'Achelles Military Cemetery (Frankrijk) |
Pont-d'Achelles Military Cemetery
Pont-d'Achelles
Military Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in de Franse plaats Pont d'Achelles, een gehucht in de Franse gemeente Niepkerke in het Noorderdepartement. De begraafplaats ligt in het noorden van het grensgehuchtje, vlak tegen de Belgische grens aan de Route du Sac (Zakstraat). De begraafplaats werd ontworpen door Herbert Baker en heeft een bijna rechthoekige vorm. Ze wordt aan drie zijden begrensd door een bakstenen muur. Achteraan op het terrein staat het Cross of Sacrifice op een verhoogd terras. De begraafplaats wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission.
Er liggen 330 doden begraven, waarvan er 7 niet geïdentificeerd konden worden.
Het gehucht Pont d'Achelles lag vanaf 16 oktober 1914 tot 11 april 1918 binnen de frontlijn van de geallieerden. De begraafplaats werd in juni 1917 door gevechtstroepen en medische eenheden gestart. In april 1918 viel het gebied even in Duitse handen tijdens het Duitse lenteoffensief en ook zij gebruikten toen de begraafplaats. Op 3 september werd het gebied door de 29th Division veroverd en werd de begraafplaats nog een paar maanden door hen gebruikt.
De begraafplaats telt nu 173 Britse, 72 Australische, 48 Nieuw-Zeelandse en 37 Duitse graven.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
02-10-2014 |
Outrijve Kerkhof van Outrijve |
Kerkhof van Outrijve
Het Kerkhof van Outrijve is een gemeentelijke begraafplaats in het Belgische dorp Outrijve, een deelgemeente van Avelgem. Het kerkhof ligt rond de Sint-Pieterskerk aan de oostelijke rand van het dorp.
Op de begraafplaats ligt een perk met 14 Britse militaire graven van gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog waarvan 1 niet meer geïdentificeerd kon worden. Het dorp werd tijdens het geallieerde eindoffensief op 24 oktober 1918 bevrijd door de 1st/4th Cheshires. Alle hier begraven slachtoffers kwamen om in oktober en november van dat jaar maar 12 van hen werden pas na de wapenstilstand hier bijgezet. De graven worden onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission en staan daar geregistreerd onder Outrijve Churchyard.
|
|
Categorie:Begraafplaats
|
 |
01-10-2014 |
Oostende Stutzpunkt Stene |
Stutzpunkt Stene
" Schorredijk z.nr. Z.g. "Stutzpunkt Stene", een Duitse veldbatterij uit de Tweede Wereldoorlog op de site van een voormalige steenbakkerij, ingesloten tussen Schorredijk, Schorrestraat en Steensedijk. Samen met "veldbatterij Leffinge" deel uitmakend van een vooruitgeschoven (op drie kilometer van de kustlijn) linie van de Atlantikwall (1942-1944) die als z.g. landfront samen met het nabijgelegen anti-tankkanaal de havenstad Oostende tegen aanvallen vanuit het land moest beschermen. De site is beschermd als monument bij M.B. van 10/07/2005.
Vierzijdige weide met vesten van de antitankgracht, vier betonnen bunkers, in de noordwestelijke en de noordoostelijke hoek z.g. 'MG kazematten type 630' met bewaarde pantserplaten en dienstteksten, in de zuidoostelijke hoek twee 'geschutkazematten type 669'. Voorts enkele kleinere betonnen gebouwtjes als munitiebewaarplaats, een aaneengesloten gekazemateerde reeks munitiegebouwtjes, mogelijk een aangepaste droogplaats voor stenen, en een smal spoorlijntje mogelijk van de steenbakkerij. Aan de Schorredijk, leegstaande lage woning uit het laatste kwart van de 19de eeuw - eerste kwart van de 20ste eeuw onder pannen zadeldak (nok evenwijdig met straat) die mogelijk dienst deed als manschappenverblijf. Mogelijk werd de nabijgelegen hoeve "de Thebusse" (cf. Schorredijk nr. 7) als officierenverblijf gebruikt.
|
|
Categorie:Bunkers
|
 |
|
 |
E-mail mij |
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
|
Gastenboek |
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
|
|
|
 |