Traces Of World War I & II

Zoeken met Google



Inhoud blog
  • Ablain-Saint-Nazaire - Franse nationale begraafplaats Notre-Dame-de-Lorette (Frankrijk)
  • Ablain-Saint-Nazaire - Ruïne van de kerk van Ablain-Saint-Nazaire (Frankrijk)
  • Adinkerke Belgische militaire begraafplaats
  • Bray - Dunes (Frankrijk)
  • Bissegem Gemeentelijke Begraafplaats
  • Bissegem Monument
  • Breendonk
  • Boesbeke Duits Kerkhof
  • Boezinge Monument Gebroeders Van Raemdonck
  • Bohan Restanten Opgeblazen Brug
  • Boezinge Duits-Britse bunker (Ziegler)
  • Boezinge Kanaalsite John Mccrae
  • Boezinge Gedenkplaat
  • Boezinge Artillery Wood Cemetery
  • Cape Griz-Nez en Cape Blanc-Nez - (Frankrijk)
  • Dinant Citadel
  • Dikkebus New & Old Military Cemetary
  • Diksmuide IJzertoren
  • Dottignies Oorlogsgraven van het Gemenebest
  • Dadizele Duitse Mitrailleurspost Geluwestraat
  • Dadizele Duitse Bunker Kortrijkstraat
  • Dadizele Duitse bunkers Oliekotstraat
  • Eperlecques (Frankrijk)
  • Esquelmes
  • Elverdinge Canada Farm Cemetery
  • Fromelles - (Frankrijk)
  • Houthulst Belgische & Italiaanse militaire begraafplaats
  • Heestert Military Cemetery
  • Hazebrouck V1 Lanceringfaciliteit - Frankrijk
  • Halluin Duits Kerkhof - Frankrijk
  • Halluin Stedelijke Begraafplaats - Frankrijk
  • Harelbeke New British Cemetery
  • Hooglede Duitse militaire begraafplaats
  • Ieper Duhallow A.D.S. Cemetery
  • Ieper Brandhoek New Military Cemetery No 3
  • Ieper Brandhoek New Military Cemetery
  • Ieper Brandhoek Military Cemetery
  • Ieper Canada Farm Cemetery
  • Ieper en de Menenpoort
  • Ieper Aeroplane Cemetery
  • Ieper Potijze Burial Ground Cemetery
  • Ieper Menin Road South Military Cemetery
  • Ieper Town Cemetery Extension
  • Ieper Franse militaire begraafplaats St. Charles de Potyze
  • Ieper Gedenkzuil voor de 50th Northumbrian Division
  • Ieper Oxford Road Cemetery
  • Ieper Yorkshire Trench & Dugout
  • Ieper Opendeurdag opgraving Belgische linies WOI
  • Ieper La Brique Military Cemetery No 1
  • Kortrijk Koning Albertpark
  • Kortrijk Graven van de Kortrijkse gesneuvelde Parachutisten SAS-SOE-Para-Commando
  • Kortrijk St Jan Communal Cemetery
  • Kortrijk Gedenkmuur voor de slachtoffers van oorlogsgeweld
  • Keiem Belgische militaire begraafplaats
  • Kemmel Lettenbergschuilplaatsen
  • Kemmel Franse militaire begraafplaats Ossuaire
  • Lauwe Graven N.S.B (Oud-Stijders)
  • Ledegem Duitse mitrailleurspost Groene Jagerstraat
  • Ledegem Duitse Commandobunker Industrieweg
  • Langemark Monument
  • Langemark National Welsh Memorial Park
  • Langemark Canadian Forces Memorial St. Julien 'Canadien'
  • Langemark Duitse Militaire Begraafplaats
  • Langemark Cement House Cemetery
  • Mesen Iers Vredespark
  • Mesen Messines Ridge (New Zealand) Memorial
  • Mesen Messines Ridge British Cemetery
  • Moorslede Duitse militaire post Vierkaven
  • Menen Duitse ingebouwde bunker Query Farm
  • Menen Duitse bunker hoeve Hoogpoort
  • Menen Duitse bunker 'Limber Farm'
  • Moorsele Military Cemetery
  • Moorsele Duitse bunker vliegveld
  • Menen Duitse militaire begraafplaats
  • Niepkerke Pont-d'Achelles Military Cemetery (Frankrijk)
  • Outrijve Kerkhof van Outrijve
  • Oostende Stutzpunkt Stene
  • Oostende HMS Vindictive
  • Oostende Batterij Hundius
  • Poperinge Lijssenthoek Military Cemetery
  • Poperinge New Military Cemetery
  • Passendale New British Cemetery
  • Ploegsteert Château Breuvart
  • Ploegsteert Prowse Point Military Cemetery
  • Ploegsteert Kerstbestand 1914
  • Ploegsteert Memorial For The Missing
  • Passendale Tyne Cot Cemetery
  • Ramskapelle Station
  • Rhone American Cemetery And Memorial Draguignan (Frankrijk)
  • Roeselare Stedelijke Begraafplaats
  • Roeselare Communal Cemetery
  • Steenwerck Deutscher Soldatenfriedhof (Frankrijk)
  • Slijpskapelle Communal Cemetery
  • Tielt Shermantank
  • Tourcoing (Pont-Neuville) Communal Cemetery - Frankrijk
  • Tournai Communal Cemetery Allied Extension
  • Vlammertinge Hop Store Cemetery
  • Vimy Ridge National Historic Site of Canada (Frankrijk)
  • Vlamertinge Militair Kerkhof
  • Vinkt Graven Burgerslachtoffers Bloedbad
  • Vladslo Deutscher Soldatenfriedhof
  • Vichte Cemetery
  • Wevelgem Graf Lode De Boninge
  • Wevelgem Duitse bunker
  • Wevelgem Monument voor drie bemanningsleden Halifax III QO-L LW583
  • Wevelgem Oorlogsgraven van het Gemenebest
  • Wevelgem Monument voor bemanning Boston III Z2157
  • Westvleteren Belgische militaire begraafplaats
  • Wijtschate Derry House Cemetery No.2
  • Wizerne La Coupole Frankrijk
  • Wijtschate Gedenkteken voor Lt. Lasnier en het 1e Franse Bataljon Jagers te Voet
  • Wijtschate Croonaert Chapel Cemetery
  • Wijtschate Lone Tree Cemetery
  • Wijtschate Military Cemetery
  • Wijtschate Bayernwald Loopgravensite
  • Wijtschate - Oosttaverne Wood Cemetery
  • Wervicq-Sud Deutscher Soldatenfriedhof - Frankrijk
  • Waregem Amerikaanse begraafplaats 'Flanders Field'
  • Zonnebeke Gedenkzuil 7th Royal Artillerie Division
  • Zonnebeke Scottish Memorial
  • Zonnebeke Polygoon Wood Cemetery
  • Zonnebeke Buttes New British Cemetery
  • Zonnebeke Bunkers Polygoonbos
  • Zonnebeke Black Watch Corner Monument
  • Zillebeke
  • Zillebeke Blauwepoort Farm Cemetery
  • Zillebeke Bedford House Cemetery
  • Zillebeke Churchyard
  • Zillebeke First D.C.L.I. Cemetery The Buff
  • Zillebeke Hedge Row Trench Cemetery
  • Zillebeke Woods Cemetery
  • Zillebeke Spoilbank Cemetery
  • Zillebeke Chester Farm Cemetery
  • Zillebeke Sanctuary Wood Cemetery
  • Zillebeke Hooge Crater Cemetery
  • Zillebeke Hill 62
  • Zillebeke Hill 60
  • Zillebeke Front Linie 'T Hooghe
  • Zandvoorde British Cemetery
  • Zandvoorde Duitse Commandobunker

    Zoeken in blog


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    De beide wereldoorlogen hebben onuitwisbare sporen achtergelaten in de regio van Ieper, een stad in het westen van België die een cruciale rol speelde in de Eerste Wereldoorlog. Ieper en haar omgeving zijn niet alleen een symbool van de verwoestingen die de oorlogen met zich meebrachten, maar ook van de vastberadenheid van mensen om de herinnering aan de gevallen soldaten levend te houden. In deze blogpost verkennen we de belangrijkste sporen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog in de regio, en waarom het herdenken van deze conflicten nog altijd van groot belang is.
    02-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Gedenkkruis voor de Britse kapitein Henry Langton Skrine 

    Captain Henry Langton Skrine (6th Somerset L.I.) sneuvelde op 28 september 1916. Hij werd in deze omgeving begraven maar zijn graf ging in het latere oorlogsgeweld verloren. Zijn naam staat op de Menenpoort vermeld. Zijn familie liet dit monumentje oprichten. Het monumentje bestaat uit een ruw behouwen kruis met korte zijarmen binnen een omheining van hardstenen paaltjes. Geoffrey Vaux Salvin Bowlby, kapitein bij de Royal Horse Guards, werd op 13 mei 1915 gedood. Zijn graf ging verloren in het latere oorlogsgeweld. Zijn naam staat op de Menenpoort. Zijn familie liet dit monumentje oprichten. Het gedenkteken bestaat uit een eenvoudig wit natuurstenen kruis op een rotsvormige sokkel binnen een omheining met paaltjes.


    Categorie:Gedenksteen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Blauwepoort Farm Cemetery
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Blauwepoort Farm Cemetery 

    Blauwepoort Farm Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgische dorp Zillebeke. De begraafplaats ligt aan de Komenseweg op 1,2 km ten zuidwesten van de dorpskerk en kan vanaf deze weg worden bereikt via een private toegangsweg van 250 m. Deze kleine begraafplaats werd ontworpen door Edwin Lutyens in samenwerking met William Cowlishaw en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Ze heeft een onregelmatig grondplan met een oppervlakte van 1.097 m² en wordt omgeven door een bakstenen muur. Het Cross of Sacrifice staat centraal bij de ingang dat bestaat uit een enkelvoudig metalen hekje. De graven liggen onregelmatig verspreid met veel ruimte tussenin. De begraafplaats ligt vlak bij de "Blauwepoorthoeve". Ze werd in november 1914 door de Franse Chasseurs Alpins opgestart. Britse gevechtstroepen gebruikten ze tussen februari 1915 en februari 1916. Er worden 90 Britse doden herdacht waaronder 8 niet geïdentificeerde. De meeste behoorden bij het Staffordshire Regiment, het Norfolk Highland Regiment of het Scottish Highland Regiment. De Franse graven werden na de oorlog verwijderd. De begraafplaats werd in 2009 als monument beschermd. T.J. Evans, kanonnier bij de Royal Field Artillery werd onderscheiden met de Distinguished Conduct Medal (DCM).


    Categorie:Begraafplaats
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Bedford House Cemetery
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bedford House Cemetery

    Het Britse militaire Bedford House Cemetery is gelegen op anderhalve mijl ten zuiden van Ieper, ten zuidoosten van de historische hoeve Zuid Bellegoed, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog tijdelijk gebruikt werd als veldhospitaal. De begraafplaats ontstond tijdens de Eerste Wereldoorlog in het park van het kasteel Kerskenhove, later ook wel Rozendaal genoemd, eigendom van de familie de Stuer. Zoals talrijke andere kasteelparken en kastelen in het Ieperse (Potijze, Elzenwalle, Hollebeke, Elverdinge, Boezinge, Vlamertinge, Kemmel, Ploegsteert …) in gebruik als veldhospitaal en brigade-hoofdkwartier, en zelfs een tijdlang in de frontlinie gelegen, werd het kasteel door de Britse militairen van het Bedfordshire Regiment bedacht met de bijnaam "Bedford House", vanwaar de huidige benaming. Meer dan eens overigens bleef die nauwe band tussen het vaak verdwenen -burgerlijk- kasteel en de -militaire- begraafplaats nog bewaard in de huidige benamingen, zoals: Potyze Chateau Grounds Cemetery, Potyze Chateau Lawn Cemetery, Kemmel Chateau Grounds Cemetery, Rosenberg Chateau Cemetery … De begraafplaats telt nu meer dan 4.500 Britse graven, 350 Canadese, 200 Australische, 30 Nieuw-Zeelandse, 20 Zuid-Afrikaanse en 20 Indische, samen een 5.120. Een 70 graven herbergen Britse soldaten, gesneuveld tussen 24 en 26 mei 1940, en rechtstreeks hierheen vervoerd van op het slagveld. Getrouw aan de drie hoofdprincipes van het CWGC -monumenten van blijvende aard, uniforme grafstenen, geen onderscheid van rang- zou Von Berg ernaar streven om het oorspronkelijk site zoveel mogelijk te bewaren, met inbegrip van de wallen, de grote inrit, de ruïnes van de ijskelder en van het kasteel, de paviljoentjes in het park (nu witstenen paviljoenen), de (sindsdien verdwenen) hovenierswoning, tot en met de zaden van de ginkgo biloba uit het kasteelpark, nu de bomendreef naar de voormalige ijskelder in het voormalige hertenpark (Enclosure VI).


    Categorie:Begraafplaats
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Churchyard
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zillebeke Churchyard

    Op het kerkhof van Zillebeke worden 32 Commonwealthdoden herdacht. Veertien doden (vooral officieren) behoorden tot de Foot Guards of de Household Cavalry die stierven in 1914. Twee graven werden door artillerievuur vernield en worden nu herdacht door 'special memorials'. De Franse graven werden naar een andere begraafplaats overgebracht. Opvallend is dat hier enkele eigen grafmonumenten gebruikt worden in plaats van de witte Commonwealthzerkjes : -2nd Lt.-baron-Alexis G. De Gunzburg ligt begraven onder een grote arduinen zerk. Barones de Gunzburg gaf in 1924 de klok 'Alexis' als herinnering aan haar zoon aan de kerk. -Lt. JOHN H.G. LEE STEERE heeft een arduinen kruis als grafsteen. Samen met Luitenant Steere werd zijn aangetrouwde neef, Kapitein Symes-Thompson, die ook tot de Grenadier Guards behoorde, herdacht. Op de zerk van Lt. Col. Gordon Chesney Wilson staat volgende opvallend mooie epitaaf : "Life is a city of crooked streets Dead is the market place where all men meet" De Britse plots hebben een oppervlakte van 743 m².


    Categorie:Begraafplaats
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke First D.C.L.I. Cemetery The Buff
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Cemetery The Buff

    '1st D.C.L.I.' staat voor '1st Duke of Cornwall's Light Infantry', een eenheid die hier in hevige gevechten betrokken raakte in het voorjaar van 1915. Van de 76 graven behoren er 51 tot de '1st D.C.L.I.', vandaar de naamgeving. Na de oorlog werden nog 23 graven overgebracht van kleinere begraafplaatsen uit de omgeving. Zij liggen begraven in rij D. Alle doden stierven tussen april en juli 1915. De begraafplaats ligt slechts enkele honderden meters verwijderd van 'The Bluff', een plaats binnen het provinciaal domein waar het kraterlandschap vandaag de dag nog steeds getuigt van de vreselijke oorlogstaferelen die zich daar hebben afgespeeld. Langs beide kanten van het kanaal Ieper-Komen hadden de Britse 'Engineers' en Duitse 'Pioniere' stellingen uitgebouwd in de hoger gelegen oevers (nauwelijks 40m van mekaar verwijderd). De Britse stellingen waren bijna 10m hoger gelegen dan de Duitse stellingen, wat strategisch natuurlijk bijzonder belangrijk was. De Britten noemden deze oever 'The Bluff' ('bluff' is Engels voor 'steile oever'), de Duitsers spraken van 'Die grosse Bastion' (tegenover 'Die kleine Bastion' voor hun eigen stellingen). Het gebied van 'The Bluff' zou tijdens WOI vooral de plaats worden waar talrijke militairen het leven lieten door de ondergrondse oorlogsvoering. Beide kampen probeerden elkaar uit te schakelen via het plaatsen van ondergrondse mijnen onder de vijandelijke stellingen. In de ondergrond speelde zich jarenlang een dodelijk kat en muis-spel af, waarbij de oevers van het kanaal regelmatig van bezetter wisselde. In november 1915 slaagden de Duitsers er een eerste keer in om een zware mijn tot ontploffing te brengen onder de Britse linies, op 22 januari 1916 brachten ze een reeks mijnen tot ontploffing, waarbij de flank van 'The Bluff' werd opengereten. De Britse loopgraven en de reeds uitgegraven tunnel liepen zware schade op. Bij een grote mijnexplosie op 14 februari 1916 konden het Duitse 124ste en later het Duitse 123ste infanterieregiment alle Britse schachten innemen. Honderden soldaten verloren hierbij het leven. Op 2 maart 1916 startte de Britse 17de divisie met een bovengrondse tegenaanval, waarbij de '2nd Suffolks', '8th Royal Lancasters' en '1st Gordon Highlanders' het grootste deel van de Duitse stellingen van 'Die kleine Bastion' konden innemen. Op 25 juli 1916 werden de vooruitgeschoven Britse linies opgeblazen, maar de Britten, die vermoed hadden dat de Duitsers dan zouden terugslaan, hadden hun voorlinies nauwelijks bemand achtergelaten. Met de Mijnenslag van 7 juni 1917 slaagden de Britten erin het gebied rond 'The Bluff' te ontzetten, maar tijdens het Duits Lente-Offensief (voorjaar 1918) viel het territorium opnieuw in Duitse handen. Op 28 september 1918 kon het terrein rond 'The Bluff' finaal door de '14th Light Division' ingenomen worden. Tussen deze grotere gebeurtenissen door vonden ook kleinere 'slagen' plaats. En voortdurend werden door beide kampen koortsachtig schachten en ondergrondse gangen uitgegraven en verstevigd, terwijl de vijandelijke ondergrondse activiteiten werden afgeluisterd en gesaboteerd.

    Bron:De Inventaris van het Wereldoorlogerfgoed


    Categorie:Begraafplaats
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Hedge Row Trench Cemetery
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hedge Row Trench Cemetery

    'Hedge Row Trench Cemetery' is genoemd naar een Britse loopgraaf die hier tijdens WOI aangelegd was. Deze was op zijn beurt genoemd naar een nabijgelegen boerderij die 'Hagereke' heette ('Hage-reke'; 'hagen-rij'). De begraafplaats werd vroeger soms aangeduid als 'Ravine Wood Cemetery', verwijzend naar het Molenbos ('Ravine Wood') dat toen nog groter was dan nu. Op 24 maart 1915 werd de eerste dode er begraven, de laatste op 18 september 1917. In april 1918 werd dit terrein veroverd door de Duitsers (tijdens de Slag om Kemmel), op 28 september 1918 heroverd door de Britten. De graven raakten echter danig beschadigd door de beschietingen dat ze individueel niet meer te onderscheiden waren. Vandaar dat in de na-oorlogse jaren 'special memorials' werden geplaatst voor de vernielde graven op de begraafplaats. Op vraag van de 'Commonwealth War Graves Commission', de Britse instantie die instaat voor het onderhoud van de Britse begraafplaatsen, werden de zilverberken in de omgeving aangeplant in cirkelvorm, als symbool voor een mijnkrater. De begraafplaats bevindt zich namelijk vlakbij 'The Bluff', een gebied waar heel veel ondergrondse mijnen tot ontploffing werden gebracht en de ondergrondse oorlogsvoering heel wat slachtoffers eiste aan beide kanten. Het gebied van 'The Bluff' zou tijdens WOI vooral de plaats worden waar talrijke militairen het leven lieten door de ondergrondse oorlogsvoering. Beide kampen probeerden elkaar uit te schakelen via het plaatsen van ondergrondse mijnen onder de vijandelijke stellingen. In de ondergrond speelde zich jarenlang een dodelijk kat en muis-spel af, waarbij de oevers van het kanaal regelmatig van bezetter wisselde. In november 1915 slaagden de Duitsers er een eerste keer in om een zware mijn tot ontploffing te brengen onder de Britse linies, op 22 januari 1916 brachten ze een reeks mijnen tot ontploffing, waarbij de flank van 'The Bluff' werd opengereten. De Britse loopgraven en de reeds uitgegraven tunnel liepen zware schade op. Bij een grote mijnexplosie op 14 februari 1916 konden het Duitse 124ste en later het Duitse 123ste infanterieregiment alle Britse schachten innemen. Honderden soldaten verloren hierbij het leven. Op 2 maart 1916 startte de Britse 17de divisie met een bovengrondse tegenaanval, waarbij de '2nd Suffolks', '8th Royal Lancasters' en '1st Gordon Highlanders' het grootste deel van de Duitse stellingen van 'Die kleine Bastion' konden innemen. Op 25 juli 1916 werden de vooruitgeschoven Britse linies opgeblazen, maar de Britten, die vermoed hadden dat de Duitsers dan zouden terugslaan, hadden hun voorlinies nauwelijks bemand achtergelaten. Met de Mijnenslag van 7 juni 1917 slaagden de Britten erin het gebied rond 'The Bluff' te ontzetten, maar tijdens het Duits Lente-Offensief (voorjaar 1918) viel het territorium opnieuw in Duitse handen. Op 28 september 1918 kon het terrein rond 'The Bluff' finaal door de '14th Light Division' ingenomen worden. Tussen deze grotere slagen gebeurtenissen door werden door beide kampen volop schachten en ondergrondse gangen uitgegraven en verstevigd, terwijl de vijandelijke ondergrondse activiteiten werden afgeluisterd en gesaboteerd.

    Bron:De Inventaris van het Wereldoorlogerfgoed


    Categorie:Begraafplaats
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Woods Cemetery
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Woods Cemetery

    Woods Cemetery werd in april 1915 gestart door de '1st Dorsets' en de '1st East Surreys'. De begraafplaats werd tot september 1917 gebruikt door gevechtseenheden en medische posten ('Field Ambulances'). Er liggen vooral veel manschappen van de '2nd, 3rd & 10th Canadian Infantry Battalions' en van het 'London Regiment'. Woods Cemetery ligt vlakbij 'The Bluff', aan het einde van 'The Ravine', een gebied waar tijdens de oorlog heel fel om gevochten werd. De onregelmatige vorm van de begraafplaats is vooral te wijten aan de omstandigheden waarin de bijzettingen dienden te gebeuren, toen de frontlijn juist buiten het bos liep. Langs beide kanten van het kanaal Ieper-Komen hadden de Britse 'Engineers' en Duitse 'Pioniere' stellingen uitgebouwd in de hoger gelegen oevers (nauwelijks 40m van mekaar verwijderd). De Britse stellingen waren bijna 10m hoger gelegen dan de Duitse stellingen, wat strategisch natuurlijk bijzonder belangrijk was. De Britten noemden deze oever 'The Bluff' ('bluff' is Engels voor 'steile oever'), de Duitsers spraken van 'Die grosse Bastion' (tegenover 'Die kleine Bastion' voor hun eigen stellingen). Het gebied van 'The Bluff' zou tijdens WOI vooral de plaats worden waar talrijke militairen het leven lieten door de ondergrondse oorlogsvoering. Beide kampen probeerden elkaar uit te schakelen via het plaatsen van ondergrondse mijnen onder de vijandelijke stellingen. In de ondergrond speelde zich jarenlang een dodelijk kat en muis-spel af, waarbij de oevers van het kanaal regelmatig van bezetter wisselde. In november 1915 slaagden de Duitsers er een eerste keer in om een zware mijn tot ontploffing te brengen onder de Britse linies, op 22 januari 1916 brachten ze een reeks mijnen tot ontploffing, waarbij de flank van 'The Bluff' werd opengereten. De Britse loopgraven en de reeds uitgegraven tunnel liepen zware schade op. Bij een grote mijnexplosie op 14 februari 1916 konden het Duitse 124ste en later het Duitse 123ste infanterieregiment alle Britse schachten innemen. Honderden soldaten verloren hierbij het leven. Op 2 maart 1916 startte de Britse 17de divisie met een bovengrondse tegenaanval, waarbij de '2nd Suffolks', '8th Royal Lancasters' en '1st Gordon Highlanders' het grootste deel van de Duitse stellingen van 'Die kleine Bastion' konden innemen. Op 25 juli 1916 werden de vooruitgeschoven Britse linies opgeblazen, maar de Britten, die vermoed hadden dat de Duitsers dan zouden terugslaan, hadden hun voorlinies nauwelijks bemand achtergelaten. Met de Mijnenslag van 7 juni 1917 slaagden de Britten erin het gebied rond 'The Bluff' te ontzetten, maar tijdens het Duits Lente-Offensief (voorjaar 1918) viel het territorium opnieuw in Duitse handen. Op 28 september 1918 kon het terrein rond 'The Bluff' finaal door de '14th Light Division' ingenomen worden. Tussen deze grotere gebeurtenissen door vonden ook kleinere 'slagen' plaats. En voortdurend werden door beide kampen koortsachtig schachten en ondergrondse gangen uitgegraven en verstevigd, terwijl de vijandelijke ondergrondse activiteiten werden afgeluisterd en gesaboteerd.

    Bron:De Inventaris van het Wereldoorlogerfgoed


    Categorie:Begraafplaats
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Spoilbank Cemetery
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Spoilbank Cemetery

    'Spoilbank Cemetery' (de naam verwijst naar de oevers die werden opgeworpen bij het uitgraven van het kanaal Ieper-Komen) werd gestart in februari 1915. De begraafplaats zou tot maart 1918 (toen het Duits Lente-Offensief van start ging) gebruikt worden door troepen die in deze sector opgesteld stonden. Na de oorlog werden graven uit de omliggende slagvelden op deze begraafplaats verzameld. De begraafplaats lag nabij 'Kingsway' en werd vaak ook 'Chester Farm Lower Cemetery' (vlakbij lag Chester Farm) of 'Gordon Terrace Cemetery' genoemd. Hier werden veel manschappen van het '2nd Suffolks Regiment' begraven, die het leven lieten bij de verdediging van 'The Bluff'. Langs beide kanten van het kanaal Ieper-Komen hadden de Britse 'Engineers' en Duitse 'Pioniere' stellingen uitgebouwd in de hoger gelegen oevers (nauwelijks 40m van mekaar verwijderd). De Britse stellingen waren bijna 10m hoger gelegen dan de Duitse stellingen, wat strategisch natuurlijk bijzonder belangrijk was. De Britten noemden deze oever 'The Bluff' ('bluff' is Engels voor 'steile oever'), de Duitsers spraken van 'Die grosse Bastion' (tegenover 'Die kleine Bastion' voor hun eigen stellingen). Het gebied van 'The Bluff' zou tijdens WOI vooral de plaats worden waar talrijke militairen het leven lieten door de ondergrondse oorlogsvoering. Beide kampen probeerden elkaar uit te schakelen via het plaatsen van ondergrondse mijnen onder de vijandelijke stellingen. In de ondergrond speelde zich jarenlang een dodelijk kat en muis-spel af, waarbij de oevers van het kanaal regelmatig van bezetter wisselde. In november 1915 slaagden de Duitsers er een eerste keer in om een zware mijn tot ontploffing te brengen onder de Britse linies, op 22 januari 1916 brachten ze een reeks mijnen tot ontploffing, waarbij de flank van 'The Bluff' werd opengereten. De Britse loopgraven en de reeds uitgegraven tunnel liepen zware schade op. Bij een grote mijnexplosie op 14 februari 1916 konden het Duitse 124ste en later het Duitse 123ste infanterieregiment alle Britse schachten innemen. Honderden soldaten verloren hierbij het leven. Op 2 maart 1916 startte de Britse 17de divisie met een bovengrondse tegenaanval, waarbij de '2nd Suffolks', '8th Royal Lancasters' en '1st Gordon Highlanders' het grootste deel van de Duitse stellingen van 'Die kleine Bastion' konden innemen. Op 25 juli 1916 werden de vooruitgeschoven Britse linies opgeblazen, maar de Britten, die vermoed hadden dat de Duitsers dan zouden terugslaan, hadden hun voorlinies nauwelijks bemand achtergelaten. Met de Mijnenslag van 7 juni 1917 slaagden de Britten erin het gebied rond 'The Bluff' te ontzetten, maar tijdens het Duits Lente-Offensief (voorjaar 1918) viel het territorium opnieuw in Duitse handen. Op 28 september 1918 kon het terrein rond 'The Bluff' finaal door de '14th Light Division' ingenomen worden. Tussen deze grotere gebeurtenissen door vonden ook kleinere 'slagen' plaats. En voortdurend werden door beide kampen koortsachtig schachten en ondergrondse gangen uitgegraven en verstevigd, terwijl de vijandelijke ondergrondse activiteiten werden afgeluisterd en gesaboteerd.

    Bron:De Inventaris van het Wereldoorlogerfgoed


    Categorie:Begraafplaats
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Chester Farm Cemetery
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Chester Farm Cemetery

    Chester Farm Cemetery was een frontlijnbegraafplaats. Tegenover de begraafplaats lag vroeger een boerderij, 'Chester Farm' geheten. In maart 1915 werden de eerste doden begraven, de laatste begravingen gebeurden in november 1917. Heel wat graven liggen gegroepeerd volgens bataljon. 92 officieren en manschappen van het '2nd Manchesters', die in de periode april-juli 1915 in deze omgeving omkwamen, liggen begraven in perk I. 72 manschappen van het 'London Regiment' liggen in verschillende delen van de begraafplaats begraven. De meeste doden vielen in de omgeving van 'The Bluff'. Langs beide kanten van het kanaal Ieper-Komen hadden de Britse 'Engineers' en Duitse 'Pioniere' stellingen uitgebouwd in de hoger gelegen oevers (nauwelijks 40m van mekaar verwijderd). De Britse stellingen waren bijna 10m hoger gelegen dan de Duitse stellingen, wat strategisch natuurlijk bijzonder belangrijk was. De Britten noemden deze oever 'The Bluff' ('bluff' is Engels voor 'steile oever'), de Duitsers spraken van 'Die grosse Bastion' (tegenover 'Die kleine Bastion' voor hun eigen stellingen). Het gebied van 'The Bluff' zou tijdens WOI vooral de plaats worden waar talrijke militairen het leven lieten door de ondergrondse oorlogsvoering. Beide kampen probeerden elkaar uit te schakelen via het plaatsen van ondergrondse mijnen onder de vijandelijke stellingen. In de ondergrond speelde zich jarenlang een dodelijk kat en muis-spel af, waarbij de oevers van het kanaal regelmatig van bezetter wisselde. In november 1915 slaagden de Duitsers er een eerste keer in om een zware mijn tot ontploffing te brengen onder de Britse linies, op 22 januari 1916 brachten ze een reeks mijnen tot ontploffing, waarbij de flank van 'The Bluff' werd opengereten. De Britse loopgraven en de reeds uitgegraven tunnel liepen zware schade op. Bij een grote mijnexplosie op 14 februari 1916 konden het Duitse 124ste en later het Duitse 123ste infanterieregiment alle Britse schachten innemen. Honderden soldaten verloren hierbij het leven. Op 2 maart 1916 startte de Britse 17de divisie met een bovengrondse tegenaanval, waarbij de '2nd Suffolks', '8th Royal Lancasters' en '1st Gordon Highlanders' het grootste deel van de Duitse stellingen van 'Die kleine Bastion' konden innemen. Op 25 juli 1916 werden de vooruitgeschoven Britse linies opgeblazen, maar de Britten, die vermoed hadden dat de Duitsers dan zouden terugslaan, hadden hun voorlinies nauwelijks bemand achtergelaten. Met de Mijnenslag van 7 juni 1917 slaagden de Britten erin het gebied rond 'The Bluff' te ontzetten, maar tijdens het Duits Lente-Offensief (voorjaar 1918) viel het territorium opnieuw in Duitse handen. Op 28 september 1918 kon het terrein rond 'The Bluff' finaal door de '14th Light Division' ingenomen worden. Tussen deze grotere gebeurtenissen door vonden ook kleinere 'slagen' plaats. En voortdurend werden door beide kampen koortsachtig schachten en ondergrondse gangen uitgegraven en verstevigd, terwijl de vijandelijke ondergrondse activiteiten werden afgeluisterd en gesaboteerd.

    Bron:De Inventaris van het Wereldoorlogerfgoed


    Categorie:Begraafplaats
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Sanctuary Wood Cemetery
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Sanctuary Wood Cemetery

    Sanctuary Wood Cemetery is gelegen langs de Canadalaan, op een heuvelflank, ten Westen van het bos. Aan de voormuur staat het gedenkkruis voor K. Rae, ca. 100m ten Z ligt het museum Hill 62 - Sanctuary Wood, op ca. 400 ten Z het monument voor de Canadezen. De omgeving is bosrijk en licht heuvelachtig.


    Categorie:Begraafplaats
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Hooge Crater Cemetery
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hooge Crater Cemetery

    “Hooge Crater Cemetery” ligt langs de drukke Meenseweg, tegen de heuvelflank van “'t Hoge” , recht tegenover het “Hooge Crater Museum” (Meenseweg 467). Iets meer naar het O ligt het “Hotel Kasteelhof 't Hooghe”, met in de tuin mijnkraters uit 1916, 2 Duitse betonconstructies en een opgegraven loopgraaf. Ca. 350m naar het O, voor de parking van het pretpark Bellewaarde, staat het gedenkteken voor het “King's Royal Rifle Corps”. De omgeving is heuvelachtig en langs de Z-kant is een panoramisch zicht richting "Sanctuary Wood" (Hill 62).


    Categorie:Begraafplaats
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Hill 62
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hill 62

    Gelegen op de top van de heuvel, 'Hill 62' genaamd, net ten zuiden van 'Hogebos' en circa 300 meter ten zuiden van het Museum Hill 62 en de begraafplaats Sanctuary Wood Cemetery. Voor de heuvel eindigt de 'Canadalaan' in een rotonde. Vanaf deze heuvel is een panoramisch uitzicht op de omgeving mogelijk. Gedenksteen in een aangelegd park, vervaardigd uit wit graniet, dat afkomstig is uit Stanstead (Quebec) en bijna 15 ton weegt. Het gedenkteken, naar ontwerp van P.E. Nobbs, wil een eerbetoon zijn aan alle Canadezen die hier in de omgeving gevochten hebben in 1916. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog werden 8 locaties uitgekozen voor de oprichting van een Canadees oorlogsgedenkteken: Bourlon Wood, Courcelette, Dury, Hill 62, Le Quesnel, Passendale, Sint-Juliaan en Vimy. In 1920 schreef de pas opgerichte 'Canadian Battlefields Monument Commission' een wedstrijd uit, waarop werd gereageerd met 162 ontwerpen. Het winnende ontwerp van Walter S. Allward werd in Vimy geplaatst. De tweede plaats werd toegekend aan Frederick C. Clemesha uit Regina: zijn ontwerp zou op de 7 resterende locaties uitgevoerd worden. Toen 'The Brooding Soldier' op 8 juli 1923 bij Sint-Juliaan werd onthuld, vond men dit zo’n indrukwekkend gedenkteken dat men vreesde afbreuk te doen aan het unieke karakter van het beeld door het te kopiëren. Mogelijks speelden ook de kosten voor de oprichting van een dergelijk gedenkteken mee. In ieder geval werd toen geopteerd om op de 6 resterende locaties (waaronder Hill 62 bij Zillebeke en 'Crest Farm' bij Passendale) niet het beeld van Clemesha te plaatsen, maar de kubussen uit Stanstead graniet. Anders dan het gedenkteken aangeeft, bevindt het gedenkteken zich niet op 'Mount Sorrel' maar op de top van de zogenaamde 'Hill 62'. De zogenaamde 'Mount Sorrel' lag iets ten zuidwesten van 'Hill 62'.


    Categorie:Monumenten
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Hill 60
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hill 60

    Hill 60 en de Caterpillar Hill 60 is een helling die rond 1850 kunstmatig verhoogd werd met gronden die uitgegraven waren om de diepe sleuf voor de spoorlijn leper-Kortrijk aan te leggen. Daardoor reikte de hoogte ongeveer 60 meter boven zeeniveau. Ook aan de andere zijde van de spoorwegsleuf, in het jachtdomein De Vierlingen, werd aarde opgeworpen. Daar kreeg de ophoging een merkwaardige, gekronkelde vorm die op enkele luchtfoto's van voor de mijnenslag goed te zien is. De gelijkenis met de gelede romp van een rups gaf de hoogte haar naam: The Caterpillar. Om deze strategische hoogtes werd hardnekkig gevochten. Het Duitse leger veroverde ze op de Fransen op 10 december 1914. De geallieerden wilden het gebied tegen elke prijs terugwinnen. Ze groeven onderaardse gangen tot onder de Duitse stellingen. Op het uiteinde werden vijf zware mijnladingen aangebracht. Die werden op 17 april 1915 tot ontploffing gebracht. Tegelijk greep een massale Britse stormloop plaats op de Duitse stellingen. Het gevecht herschiep de heuvel in een immense modderpoel vol granaattrechters, boomstronken en gesneuvelde soldaten. De Britten veroverden de heuvel. Na drie weken zetten de Duitsers een zware tegenaanval in met chloorgas. De Brittén moesten wijken en verloren in totaal meer dan 3.000 soldaten. In de volgende jaren heerste zowel op als onder de heuvel grote bedrijvigheid. Vanaf de voet van de helling groeven de Britten, 20 à 30 meter diep, bijna 500 meter lange galerijen uit: de Berlin Tunnel. De gang splitste zich in de laatste 100 meter in twee: een gang tot onder Hill 60, de andere onder de spoorwegsleuf door, tot onder de Caterpillar. Duitse Pioniere groeven tegengangen en plaatsten tegenmijnen. De ondergrondse oorlog woedde hier in alle hevigheid. Op 7 juni 1917 ontploften 27,4 m onder Hill 60 en 30,5 m onder de Caterpillar twee enorme mijnladingen van respectievelijk 24.267 kg en 31.752 kg springstoffen. Het helse Britse offensief dat erop volgde, ondersteund door moordend artilleriegeschut, dreef de Duitsers terug. Hill 60 en de Caterpillar vielen opnieuw in Britse handen. Tijdens het grote Duitse offensief van april 1918 verloren de geallieerden Hill 60 voor de derde keer. Pas eind september 1918 zouden de Duitsers hun Höhe 60 definitief prijsgeven. Het domein Hill 60, met zijn pokdalige landschap, betonnen bunkers, schuilplaatsen, loopgravenstructuren, mijnkraters en bomputten is één van de weinige authentiek gebleven oorlogslandschappen van de Westhoek. Het is vrij toegankelijk. De indrukwekkende krater van de Caterpillar ontdek je via het wandelpad dat langs de overzijde van de spoorwegsleuf ligt.

    Bron:De mijnenslag van 1917 Westtoer


    Categorie:Sites
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zillebeke Front Linie 'T Hooghe
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hotel Ieper Kasteelhof 't Hooghe

    Langs de Meenseweg, even buiten Ieper, bevindt zich 't Hooghe. Op deze plaats vonden enkele hevige gevechten plaats binnen het domein van "Hooghe Château", een groot statig gebouw (nu een hotel). Aan de hand van gedetailleerde informatie over de verscheidene fases in de "Frontlinie van het Hooghe" wordt het voor de bezoekers duidelijk waar de loopgraven, op een zeker punt nauwelijks 15 meter van elkaar gescheiden, waren. In 1995 werd één van deze loopgraven gelokaliseerd en drooggebaggerd. Een verbazend aantal van oorlogsherinneringen werden ontdekt en worden nu zorgvuldig tentoongesteld samen met foto's 't Hooghe tijdens de Grote Oorlog. Tevens bevinden zich enkele authentieke bunkers in "Front Line Hooghe" waarvan één  te bezoeken valt.


    Categorie:Sites
    01-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zandvoorde British Cemetery
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zantvoorde British Cemetery

    Op 30 oktober 1914 was Zandvoorde in handen van de 1st en 2nd Life Guards, in totaal 300 à 400 man. In het kader van de Eerste Slag om Ieper, en meerbepaald de Slag bij Geluveld, werd het gedurende een uur met zwaar geschut gebombardeerd en daarna ingenomen door de 39ste Duitse Divisie en 3 bijgevoegde bataljons. Het hele front van de 3rd Cavalry Division werd teruggedreven tot 'Klein Zillebeke Ridge'. Het was onmogelijk om het dorp te heroveren. Dit bleef in Duitse handen tot 28 september 1918. De begraafplaats werd na de oorlog aangelegd door de concentratie graven uit kleinere begraafplaatsen, Duitse Ehrenfriendhöfe in Komen, Wervik en Kruiseke en van hier en daar verspreide veldgraven. Zo komt het dat er slechts 448 militairen bij naam gekend zijn op een totaal van 1.583 hier begraven of bij naam herdacht. In de perken I, II en III gaan de graven vooral terug tot 1918, in de perken V en VI zijn er dat meestal uit 1914. Een groot deel stierven eind oktober 1914 in de hevige gevechten rond Zandvoorde, Zillebeke en Geluveld. De volgende begraafplaatsen werden ontruimd en naar hier overgebracht : * KRUISEECKE GERMAN CEMETERY, COMINES: in het N van het gehucht Kruiseke, de graven van 138 militairen van het Verenigd Koninkrijk, waarvan het merendeel stierf in oktober en november 1914. * WERVICQ GERMAN CEMETERY: ten N van de weg naar Comines (in België), de graven van 27 militairen van het Verenigd Koninkrijk. * WERVICQ ROAD GERMAN CEMETERY, COMINES (in België), de graven van 2 militairen van het Verenigd Koninkrijk en 1 van Canada. Het zaailand werd onteigend en het eerste graf werd er op 22 oktober 1919 aangelegd. In 1926 werd het terrein door de staat aangekocht. Ondertussen werden de houten kruisen door grafstenen vervangen en kreeg de begraafplaats zijn huidige uitzicht. Het ontwerp is van de architecten Charles Holden en Wiliam Cowlishaw. Er worden nu 1583 Commonwealthdoden uit W.O.I en 1 W.O.II herdacht. 2/3 daarvan zijn niet geïdentificeerd. Een 'Special memorial' werd opgericht voor een militair uit het Verenigd Koninkrijk "Believed to be buried in this cemetery". Andere 'special memorials' dragen de namen van 32 militairen uit het Verenigd Koninkrijk die begraven werden op 2 Duitse begraafplaatsen maar waarvan de graven niet meer gelokaliseerd konden worden. Volgens het huidige register gaat het om 441 geïdentificeerde en 1117 niet-geïdentificeerde doden uit het Verenigd Koninkrijk, 1 geïdentificeerde en 1 niet-geïdentificeerde dode uit Australië, 5 geïdentificeerde en 17 niet-geïdentificeerde doden uit Canada, 1 geïdentificeerde dode uit India en 1 geïdentificeerde dode Brit uit WOII.


    Categorie:Begraafplaats
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zandvoorde Duitse Commandobunker
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Duitse Commandobunker

    De commandobunker is gelegen ten zuidoosten van de dorpskom van Zandvoorde halfweg de zuidflank van de heuvelrug en het dal van de Gaverbeek. De commandobunker, uitgewerkt voor de staf van een regiment in reserve is opgetrokken in 1916 door hiertoe opgeleide pionierseenheden (de zgn. Armierungsbataillone). Het bouwjaar en de referenties staan ingegrift op de voorkant van de bunker: Erbaut/3.Komp./Arm.Btl. 27/1916. De commandobunker werd opgericht tussen de Tweede (22 april 1915 - 24 mei 1915) en de Derde Slag bij Ieper (7 juni 1917 - 6 november 1917). Ze lag in de achterlinie en speelde dus nooit een rol bij de eigenlijke slagen. Het geheel bestaat uit een noordzuidgerichte eenlaagse L-vormige bouw, afgedekt met een betonplaat met getrapte rand. Op de betonplaat ligt aarde. De bunker is opgetrokken uit gewapend beton met rondijzers als bewapening. De bekisting gebeurde via een plankenstructuur. Deze betondtructuur werd op de zichtbare vlakken met een vlakke cementbepleistering afgewerkt. De buitenmuren zijn tussen 60 tot 80cm dik. De bunker is volledig gesloten aan de westzijde (frontzijde) en open langs de oostzijde waar de kamers uitgeven op een open ommuurde binnenplaats. Het geheel omvat een uitspringende wachtpost aan de zuidzijde en een stafblok. De wachtpost bestaat uit twee kamers namelijk een hal (controle) en een kamer voor het personeel. De afwerking binnenin is een vlakke en gewitte cementbepleistering. De stafblok omvat een viertal kamers in lijn met vensters aan de oostzijde. Ze zijn onderling verbonden. Het geheel omvat van zuid naar noord een slaapruimte, twee werkruimtes en een rustruimte. De werkruimte en de rustruimte bezitten een rechtstreekse toegang met een afgeschermde ingang toegankelijk via een open ommuurde binnenplaats. De kamers hadden oorspronkelijk een houten bekleding. Het bovendeel van de muren en de plafonds zijn gewit. Er was een beperkte elektrische verlichting. Tegen het plafond steken horizontale luchtgaten. In de hal en de wachtkamer steken vertikale luchtgaten. De wachtpost omvat twee raamopeningen - uitkijken in de zuidmuur.


    Categorie:Bunkers
    Archief per week
  • 27/01-02/02 2025
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 01/12-07/12 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 31/12-06/01 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Archief per jaar
  • 2025
  • 2018
  • 2015
  • 2014
  • 2013

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs