Brochettes van mosselen met pastissaus (4 personen, twee brochettes pp.)
- 56 mosselen - 1 grote venkelknol - 4 stengels bleekselderij
voor de pastissaus : - sap van 1 citroen - 4 el olijfolie - 1 msepunt chilipoeder - 1 kl pastis - peper en zout
De mosselen schoonmaken en ze stomen tot ze opengaan. Uit de schelpen halen en afgedekt laten afkoelen.
De saus maken door het citroensap krachtig door de olijfolie te roeren (eventueel met behulp van een staafmixer) tot je een emulsie verkrijgt. Het chilipoeder, de pastis, peper en zout door de saus roeren. De saus koel wegzetten.
De venkel schoonmaken, de knol in staafjes van drie centimeter lengte snijden. Idem met de bleekselderij.
Afwisselend staafjes venkel, staafjes bleekselderij en mosselen op spiesjes prikken. Op een schaal leggen en overgieten met de pastissaus.
Deze brochettes kunnen rauw en goed gekoeld geserveerd worden bij het aperitief, of ze kunnen licht geroosterd worden op een tafelgrill en warm gegeten worden.
Versiering kan eventueel met wat groen van de venkel.
(Uit Plus Magazine 09/07. Artikel : 'Het najaar ? Mosseltijd')
|