Schorseneren schil je in zijn geheel met een dunschiller. Daarna vewijder je met een scherp mesje alle oogjes.
Na het schillen onmiddellijk insmeren met citroensap en dan in water met wat citroensap leggen.
Schorseneren best steeds in een blanc koken. Dit is water waaraan je wat citoensap en wat bloem toevoegt.
Ze zijn lekker in een bechamelsaus gemaakt met de helft melk en de helft kookvocht van de blanc.
Schorseneren zijn ook heerlijk als je ze met een dunschiller in lange slierten trekt en dan frituurt.
|