- 200 gr. kleine raapjes - boter - stukje foelie (dit is de zaadmantel van de nootmuskaat) - 12 gr. kristalsuiker - 125 ml. gevogeltebouillon - pezo
De raapjes schillen en in de gewenste vorm snijden. Wat boter samen met de foelie smelten en de raapjes licht bakken. Bouillon, suiker en boter roevoegen en laten gaarkoken. Als het vocht verdampt is zijn de raapjes gaar, anders nog een klein beetje bouillon bijvoegen.
Droogkoken zodat de boter en de suiker een laagje leggen rond de raap. Op smaak brengen met peper en zout.