Wildgebraad met portosaus en geglaceerde sjalotjes
Wildgebraad met portosaus en geglaceerde sjalotjes (4 p.)
- 1 kg. reegebraad - 1 ui, in stukjes - 1 teen knoflook, in stukjes - 2 wortelen, in stukjes - 1 tak selder, in stukjes - 1 fles rode wijn - 1 kruidentuiltje - 2 kruidnagels - 5 peperbolletjes - 4 appeltjes - bosbessenjam - 600 gr. sjalot - 400 ml. wildfond - 1 kl suiker - 3 el balsamicoazijn - 1 glas porto - boter - pezo
De in stukjes gesneden groenten overgieten met de wijn. Het kruidentuiltje, de kruidnagels en de peper toevoegen. Het reegebraad er één nacht laten in marineren.
De oven aan 225°C voorverwarmen. Het vlees droogdeppen en kruiden met peper en zout. Het vlees in een pan dichtschroeien en in een braadslee leggen.
Het klokhuis uit de appels halen en vullen met jam. Rond het gebraad plaatsen. Gedurende veertig minuten in de oven plaatsen.
De sjalotten pellen. Ze in een pan met 100 ml. wildfond leggen. Wat boter, suiker en zout toevoegen. Vijftien minuten onder deksel laten koken. Blussen met één eetlepel balsamico en laten inkoken.
Het vlees uit de oven halen en warm houden (in alufolie rollen en tien à vijftien minuten laten rusten). De braadresten losroeren met de porto, twee eetlepels balsamico en de rest van de fond. Laten inkoken tot de helft. Er één eetlepel jam doorroeren, kruiden met peper en zout. De koude boter er door kloppen.
Op borden schikken en serveren ,bijvoorbeeld met aardappelpureeroosjes.
(Het vlees marineer je natuurlijk vooraf. De sjalotten kunnen ook op voorhand kaargemaakt en later terug opgewarmd worden. De appeltjes maak je ook op voorhand gereed en zet je op het juiste moment bij het gebraad. Terwijl het gebraad rust is er tijd om de saus af te werken.)