De venkelknollen in kleine stukjes snijden. Kruiden met peper en zout. Kippenbouillon, room en melk toevoegen. Onder deksel laten gaar koken.
Het kookvocht afgieten en opvangen.
De venkel met een deel van het kookvocht tot een smeuïge puree mixen. De puree door een fijne zeef drukken. Mengen met 20 centiliter room en 30 centiliter kookvocht. Mengen met de agaragar en het mengsen op een plaat uitstorten.
In de koelkast plaatsen en twee uur laten opstijven.
Er kunnen dan smalle repen van de venkelgelei gesneden worden en op een bord gedresseerd worden.
De bereiding kan sneller afgewerkt worden door alleen de crème zonder de agaragar te gebruiken en hiervan een streep over het bord te trekken.