- 1 kg. runderschouder - 3 uien - 2 teentjes knoflook - 1 el zacht paprikapoeder - 1/2 el sterk paprikapoeder - 1/2 el komijnpoeder - marjolein naar smaak - runderbouillon - 1 el tomatenpuree - 2 rode paprika's - 2 tomaten - boter - pezo
Het vlees in blokjes snijden en aanbakken in wat boter. Uit de pan halen.
De ui en de knoflook snipperen en in hetzelfde vet aanstoven.
Het vlees opnieuw toevoegen en met de kruiden bestrooien. Met de bouillon overgieten tot het vlees bijna onder staat. De tomatenpuree toevoegen en anderhalf uur onder deksel zachtjes laten stoven.
De paprika's in blokjes snijden. De tomaten pellen, ontpitten en in blokjes snijden. Twintig minuten voor het eind van de gaartijd toevoegen aan de goulash.
Kangoeroefilet met tagliatelle en cognacsaus (4 p.)
- 250 gr. verse pasta - 1/2 bussel krulpeterselie - 70 gr. panko - 6 el OO - snuifje fleur de sel - 4 kangoeroefilets - 10 cl. room - 5 cl. cognac - 1 scheutje noilly prat (vermouth) - 30 gr. boter - 1 sjalot - pezo
De boter in een pan hazelnootbruin laten kleuren en hierin de filets bakken (twee minuten aan elke zijde om de filets saignant te bakken). Afkruiden met peper van de molen en grof zeezout. De filets uit de pan nemen en warm houden onder aluminiumfolie in een oven van 65°C.
In dezelfde pan de fijngesnipperde sjalot fruiten, blussen met de cognac en de noilly prat. Even laten inkoken. De room toevoegen en kruiden met peper en zout.
De pasta drie minuten in kokend gezouten water brengen en afgieten.
In een pan de olijfolie verhitten en de panko toevoegen, samen met de fijngehakte krulpeterselie. Goed mengen, een klein snuifje zout toevoegen.
In een andere pan olijfolie verwarmen en hierin de pasta even doorwarmen. De pasta opdraaien met een steelvork, op een bord dresseren en overstrooien met het panko-peterseliemengsel.
Het vlees in tranches versnijden en het naast de pasta schikken. Afwerken met de saus.
Kangoeroefilet en aardappelsalade met verse kruiden
Kangoeroefilet en aardappelsalade met verse kruiden (4 p.)
- 4 kangoeroefilets - 1 appel - 1 handvol verse kruiden (bieslook, dragon, peterselie, rozemarijn en tijm) - 500 gr. krieltjes - 3 el rozijnen - 5 el mayonaise - 5 el natuuryoghurt - 4 el OO -pezo
De appel schillen en de verse kruiden fijnhakken.
De krieltjes koken, laten afkoelen en gedurende tien minuten in twee eetlepels olijfolie bakken. Opnieuw laten afkoelen en doormidden snijden.
De mayonaise, de yoghurt en de fijngehakte kruiden door elkaar roeren. Over de krieltjes gieten en goed mengen.
De appel in stukjes snijden en samen met de rozijnen door de aardappelsalade mengen.
Het vlees met peper en zout kruiden en met de rest van de olijfolie inwrijven. Het vlees aan elke kant gedurende drie minuten bakken of grillen, eventueel op de barbecue. Het vlees in aluminiumfolie wikkelen en vier minuten laten rusten.
Serveren met de aardappelsalade en, eventueel, rauwkost.
- 6 kipfilets - 50 gr. boter - 250 gr. ajuin, in ringen - 150 gr. selder, in stukjes - 250 gr. wortelen, in stukjes - 1 l. kippenbouillon - 3 kleine raapjes, in blokjes - 1/2 l. gepelde tomaten - pezo - tijm, laurier, marjolein
De kipfilets aanbakken in de boter.
In een andere pan de uienringen zachtjes aanbakken.
De wortelen, de rapen en een seldertakje toevoegen. Blussen met de bouillon. De kipfilets in blokjes snijden en toevoegen. Kruiden met peper, zout, tijm, laurier en marjolein.
De gepelde tomaten toevoegen en ongeveer 40 minuten laten sudderen.