De Rode Ridder #29: De zwaneburcht. (Standaard Uitgeverij) (1985 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
Koning Arthur en zijn ridders zijn erop uitgereden om een einde te maken aan de plunderingen van de Noormannen in hun land. Na de Noormannen verslagen te hebben, rijden Johan en Lancelot erop uit om te kijken of de indringers wel degelijk allemaal weer ingescheept zijn. Lancelot hoort krijgsgewoel, meteen rijden ze erheen. Het is een bende Noormannen die een groepje vreemdelingen aanvalt. De vreemdelingen houden stand, maar wanneer Johan en Lancelot de strijd vervoegen, slaan de Noormannen op de vlucht. Sagob, een Perzisch koopman en tevens leider van het groepje is Johan en Lancelot zeer dankbaar. Het toeval wil dat hij op zoek was naar Camelot. Er wordt aldaar een feestmaal gehouden. Enkel Merlijn kent geen vreugde, hij maakt zich zorgen. Guinevere vraagt hem de reden van zijn zorgen. Merlijn wantrouwt Sagob, in wie hij geen koopman, maar een soldaat vermoedt. Bovendien draagt hij een bijzondere ring, die Merlijn wel eens van dichtbij wil bekijken. De stoutmoedige Guinevere vraagt Sagob op de man af, of Merlijn zijn ring eens mag bekijken. Sagob beweert geen ring te dragen, er is trouwens ook geen ring meer te zien rond zijn vingers. De sfeer wordt grimmiger. Merlijn gebruikt zijn magie en tovert de ring tevoorschijn uit Sagobs drinkbeker. De Pers wordt woest en maar op het nippertje wordt een vechtpartij vermeden. Sagob en zijn ruiters verlaten Camelot. Merlijn vertelt Guinevere dat de ring aan Kolwijn toebehoorde, een tovenaar die samen met hem magie studeerde. Een dienstmaagd alarmeert Merlijn. Iemand heeft zijn werkkamer overhoop gehaald. Er werd niets ontvreemd, maar het raadsel groeit! Johan en Lancelot worden door Merlijn op pad gezonden om de zaak te onderzoeken.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #28: De Maansteen. (Standaard Uitgeverij) (1980 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
Dit verhaal begint als Johan en Lancelot een duif redden tijdens een jachtpartij. Het dier draagt een zonderlinge boodschap aan zijn poot. Het blijkt een bericht te zijn van de Prinsen van de Nacht, zeggende dat Olberon moet sterven. Er is ook sprake van een maansteen. Het bericht is ondertekend door een zekere Hakuwa.Daar noch Merlijn, noch Arthur weten wat deze namen betekenen, besluit Merlijn een verder onderzoek in te stellen. Via een toevallige ontmoeting komen onze vrienden te weten dat Doorlong, een schrijver-magiër, van meer weet. Merlijn besluit Doorlong, een vriend van hem, te gaan opzoeken. Doorlong blijkt stervende te zijn wanneer Johan, Lancelot en Merlijn aankomen bij zijn grot. Op zijn sterfbed vertelt Doorlong van Olberon, een dwerg die zwaarden smeedt. Ook Hakuwa is bekend, het is een waterduivel. Hakuwa vreest echter Olberon om de een of andere reden. Daarom moet deze sterven. Johan en Lancelot besluiten om Olberon te gaan zoeken, om hem te beschermen tegen Hakuwa. Op hun toch komen ze verschillende keren in gevecht met de Prinsen van de Nacht, een roversbende. Hakuwa is hun leider. Hij draagt een pantser en is praktisch onkwetsbaar. In het water is hij bovendien bijna niet te verslaan. Wanneer Johan en Lancelot voor de eerste keer kennis maken met Hakuwa, is deze in gevecht met ridders van Heer Aldwyn. Wanneer Hakuwa vlucht, trekt het gezelschap naar diens burcht. Daar vertelt een sterrenwichelaar dat een steen nadert uit de ruimte, een maansteen. Die nacht daalt de steen naar de aarde en verdwijnt achter de horizon.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #27: Het graf van Ronjar. (Standaard Uitgeverij) (1973 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
Te Camelot wedijveren Johan en Lancelot om de gunst van Deirdre. Jammer genoeg loopt een derde er mee heen. In het Noorderland spelen zich echter geheel andere dingen af. Alkan en Kerwon, twee ridders van de Ronde Tafel, willen inschepen om naar Camelot terug te keren. Kobolden willen dit echter verhinderen en bekogelen hun schip met rotsblokken. De ridders chargeren en jagen de Kobolden op de vlucht. Een hoorn van de Kobolden vormt hun trofee. Te Camelot vertellen de ridders hun wedervaren, waarop Deirdre verbaasd op hen toeloopt. Zij neemt de hoorn vast en valt bewusteloos neer. Later vertelt ze Johan, Lancelot en Merlijn dat het de hoorn van Ronjar, haar vader is. De hoorn lag verborgen in een geheime bergplaats. Het feit dat de hoorn tevoorschijn kwam wil zeggen dat Ronjar dood is. Deirdre ziet zich verplicht naar het Noorderland terug te keren om de troon over te nemen. Arthur geeft Johan en Lancelot de opdracht mee te gaan. Aangekomen na een zeereis, verloopt het vervolg van de tocht te paard. Het drietal wordt blijkbaar geschaduwd. Johan gaat op onderzoek uit. Hij treft de bespieder aan die getroffen wordt door een pijl op het ogenblik dat hij Johan de waarheid wil vertellen. Johan wordt onder schot gehouden, maar gelukkig duikt Lancelot achter de schutters op. Het zijn krijgers van Harald, koning van de Fjorden. Harald heeft de plaats waar Deirdre recht op heeft ingenomen. Johan, Deirdre en Lancelot brengen de gewonde man naar een nabijgelegen dorp, waar de man zijn vrouw het gezelschap onderdak biedt. Zij vertelt het verhaal achter de machtsovername. Harald verdreef Ronjar in een bloederig treffen. Ronjar wist te ontkomen met zijn schat maar werd door de Kobolden overvallen en gedood. De schat wordt bewaard door de Kobolden. Deze schat bevat tevens de scepter die Deirdre nodig heeft om de macht op te eisen.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #26: De kroon van Deirdre. (Standaard Uitgeverij) (1978 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
Johan maakt een inspectietocht in het noorden. Wanneer hij een Ierse boot op een rivier ziet, besluit hij die van dichtbij te gaan bekijken. Johan vraagt waar het schip heen gaat, maar krijgt als antwoord een speer naast zijn hoofd geslingerd. Hij trekt zich terug maar geeft niet op. Hij vraagt die nacht onderdak in een versterkte hoeve. Golmar de herenboer en zijn vrouw verlenen Johan gastvrijheid. Zij stellen ook Conor, hun stomme zoon, voor. Johan vertelt zijn wedervaren van die middag. Conor schrikt hierbij merkbaar. De volgende morgen vertrekt Johan weer, Conor lijkt Johan iets duidelijk te willen maken, maar rent dan weg. Na een tijdje komt Johan de Ieren weer tegen, ze hebben hun schip verlaten en zijn aan wal gegaan. Voorzichtig sluipt Johan dichterbij. Een geheimzinnig voorwerp Het oog van Kian wordt door Decca, de mysterieuze leidster van het gezelschap, omhoog gehouden en wijst een richting aan. Een man klimt een boom in en roept dat het oog een hoeve aanwijst. De Ieren gaan op pad ! Vallende stenen verraden de aanwezigheid van Johan en in een mum van tijd is hij omsingeld. Na een fel gevecht verliest hij zijn evenwicht en valt in een afgrond. Johan is echter niet dood, tegen de avond ontwaakt hij uit zijn verdoving. De Ieren zijn inmiddels bij de hoeve aangekomen en dringen binnen. Johan komt ook aan de hoeve aan en slaat de gebeurtenissen gade. De aanvallers zijn op zoek naar een prinses, Deirdre, die de hand van hun meester Kian weigerde. De boer ontkent dat Deirdre aanwezig is, waarop Decca haar rechterhand Kemoc bevel geeft het oog van Kian te raadplegen.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #25: Het rijk van Enid. (Standaard Uitgeverij) (1979 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
We bevinden ons in de nevellanden, waar Bogard de tovenaar wordt aangevallen door een dwergenvolk. Modred, de roofridder, komt de tovenaar ter hulp en de dwergen slaan op de vlucht. De twee worden bloedsbroeders in hun strijd tegen Arthur en Modred krijgt van Bogard een geheim wapen. Enkele dagen later is er in Camelot een groots steekspel tussen ridders van overal. De stemming zakt danig onder nul als een gewonde ridder aankomt. Hij werd genadeloos verslagen buiten het strijdperk door een zwarte ridder. Als die zich op zijn beurt aanbiedt daagt Lancelot hem onmiddellijk uit maar wordt verslagen door een zware slag tegen het hoofd. De zwarte ridder draagt een Glazen Ster rond zijn hals, die z'n tegenstanders lijkt te verlammen. Als hij even later zijn helm verliest is de koninklijke tribune onaangenaam verrast bij het zien van Modred. De roofridder kan ontkomen maar richt daarbij zijn verlammende straal op Parcival, de zoon van Arthur en later op de achtervolgende soldeniers.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Tekst: Stephen Desberg --- Tekeningen: Enrico Marini.
Matthew heeft één spoor: de ster die op het lichaam van zijn dochter werd gekerfd. Dankzij de getuigenis van een koetsier weet hij twee verdachten op te sporen. Ze hebben in een hotel gelogeerd, maar hij vindt er slechts één naam terug: Jason Cauldray, afkomstig uit een dorpje in Kansas. Matthew verneemt dat zware jongen Cauldray er een bordeel op nahoudt met Indiaanse prostituees. Montgomery gaat erop af. Maar Cauldray toont er zich nooit... Matthew ontdekt dat Cauldray zelf niet in Washington was ten tijde van de moord, maar dat hij twee van zijn manschappen had gestuurd om belangrijke documenten te ontvreemden. De moordenaar moet één van hen zijn! Maar om welke reden zou deze de familie van Matthew hebben uitgemoord? En waarom ondertekende hij de moord met een Indiaans symbool?
De Rode Ridder #24: De zwarte banier. (Standaard Uitgeverij) (1995 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
Koning Arthur, zijn gade, Johan, Lancelot en Merlijn bevinden zich na de slag tegen de Picten in hun burcht aan de kust. De ridders bieden Arthur hun beste wensen aan en krijgen Parcifal te zien. Plots trekt hoorngeschal de aandacht van de inwonenden. De torenwachter heeft een stuurloos schip voor de kust opgemerkt en blaast alarm.
De volgende morgen gaat Johan op zoek naar het schip, dat vastgelopen op een klip blijkt te zijn. Bij inspectie van het wrak ontdekt hij 2 op elkaar gebonden schilden. Verder is het wrak verlaten. Plots breekt het schip door een golfslag in 2. De schilden zinken naar de bodem. Johans bootje zinkt mee naar de bodem, er zit niets anders op dan te wachten op hulp. Gelukkig loopt Johans paard instinctief naar de burcht om hulp te halen. Johan brengt de nacht door bij de restanten van het schip en ziet drie onverlichte schepen voorbijvaren, van hetzelfde type als datgene wat verloren gegaan is. De volgende morgen pikt Lancelot Johan op. Te Cornval vertellen ze hun relaas. Merlijn spreekt over een volk dat zijn perkamenten tussen 2 schilden bewaart. Vermoeid van de gebeurtenissen besluiten Johan en Lancelot te wachten tot de volgende morgen om de schilden op te duiken. Na verwoede pogingen blijkt dat de schilden reeds verdwenen zijn.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #23: Hugon, de hofnar. (Standaard Uitgeverij) (1995 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
Een groepje kinderen vindt tijdens het spelen in de wouden van Mershood de stenen beeltenis van een raaf. Sinds die dag wordt de streek geteisterd door angst Hugon, de hofnar overschouwt de oefenterreinen van de ronde tafelridders. Guinevere treft hem aan in een zeer weemoedige bui. Ten einde raad, raadpleegt ze Merlijn. Op zijn beurt zoekt Merlijn Hugon op. Zijn bemoedigende woorden hebben weinig resultaat. Hugon zou graag laten zien wat hij waard is. Enkele dagen later is Guinevere samen met Lancelot en Johan op jacht. Plotseling bemerkt Johan een man in een roeibootje in het riet. De man is zwaargewond en brengt nog enkele woorden uit alvorens hij sterft. Deze woorden; terreur, raven, te laat prikkelen Arthurs nieuwsgierigheid. Op Arthurs aanwijzing gaat Johan de tas van de overledene onderzoeken. Deze blijkt echter gestolen te zijn. De dader is nog in de buurt, het is Hugon! Hugon wordt opgesloten, Guinevere bemerkt dat Hugon ontroerd was toen hij de overledene zag. Ondertussen is Hugon echter kunnen ontsnappen. Johan en Lancelot worden op pad gestuurd. Wanneer ze die avond slapen, steelt Hugon hun paarden, de achtervolging wordt te voet ingezet. Wanneer het begint te regenen zoekt Hugon onderdak, hij wordt gastvrijheid aangeboden door een stel arme boeren. In ruil krijgen zij een goudstuk van Hugon. Die nacht willen ze Hugon echter beroven en ombrengen. De man gaat op pad, maar treft een stropop aan op Hugons bed. Hugon had iets dergelijks verwacht en tracht te vluchten. De man verspert zijn pad en er ontstaat een schermutseling waarom de man een ongelukkige val maakt. Hugon vlucht weg. De volgende dag bemerkt de vrouw van de man Hugon in de stad en Hugon wordt aangehouden. Na de nodige folteringen wordt de bewusteloze nar naar het marktplein gebracht om er door een beul terechtgesteld te worden. Johan en lancelot komen echter net op tijd aan en weten Hugon vrij te krijgen.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #22: De ring van Merlijn. (Standaard Uitgeverij) (1979 & 1995 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
Na de overwinning op de Picten (nr. 21 De Wilde Horde) begint Arthur aan zijn strijd tegen het onrecht. Na een taak uitgevoerd te hebben voor de koning , keert Hugon de hofnar huiswaarts. Hij komt een groepje soldaten tegen, die een paard afmaken , dat slecht ten val kwam. Wanneer ze Hugon zien, eisen ze zijn paard op. Hugon weigert en bijt van zich af. De soldaten die op weg zijn naar hun heer Codrick zien van een achtervolging af, omdat ze gehaast zijn. Bij de eerste burcht die Hugon tegenkomt vraagt hij onderdak voor de nacht. Hugon wordt gastvrij ontvangen in de burcht van de zieke heer Rowan en zijn dochter Eliane. Na het avondmaal dienen enkele andere gasten zich aan; het zijn heer Codrick en enkele van zijn soldaten. De heer Codrick komt huurgeld terugeisen, heer Rowan kan echter niet betalen. Ook het alternatief, de hand van zijn dochter Eliane, weigert hij. Eliane zelf voelt daar ook niets voor. Daarop eist Codrick eerherstel d.m.v. een duel. Wanneer hij wint, zal Eliane hem toebehoren. Hugon die alles gehoord heeft stelt voor een ridder van Koning Arthur te laten strijden voor Eliane. Rowan en Eliane gaan daarmee akkoord. Hugon gaat op weg naar Camelot. De soldaten van Codrick hebben ondertussen Hugons paard bemerkt en kunnen raden wat de nar van plan is. Hugon mag in geen geval Camelot bereiken. Twee soldaten achtervolgen Hugon. Bij een eerste treffen weet de nar zijn belagers op een afstand te houden. De soldaten geven echter niet op en zetten de achtervolging verder. Na een helse nacht halen de soldaten Hugon in. Hugon staat op het punt te bezwijken wanneer plots Johan en Lancelot opduiken. De belagers druipen af!
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #21: De wilde horde. (Standaard Uitgeverij) (1984 & 1995 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
De Rode Ridder en Lancelot hebben Kerwijn de Magiër verslagen en keren terug naar Camelot. Daar heeft inmiddels koningin Guinevere het leven geschonken aan een zoon: Parcifal. Sir Modred huichelt blijdschap en speelt zijn verradersrol verder. Arthur trekt zich met vrouw en zoon terug op Corvan, zijn verblijf aan de kust. Niet lang daarna weet Merlijn Modred als verrader te ontmaskeren met een tovenaarstruc. De schurk wordt opgesloten maar s-nachts bevrijd door de heks Gnora. Zij belooft hem een toverdrank te zullen bereiden waardoor hij onkwetsbaar zal worden. Modred belooft geestdriftig haar te volgen. Ze worden echter afgeluisterd door een melaatse, die daarop door Modred met een steen tegen zijn hoofd wordt uitgeschakeld. Dit slachtoffer wordt de volgende dag, nog nauwelijks in leven, toevallig gevonden door Johan en Lancelot. Vóór zijn laatste ademtocht vertelt hij de ridders wat hij gehoord heeft. Die besluiten meteen de achtervolging op Modred en Gnora in te zetten. Zij worden daarbij flink tegengewerkt door handlangers van de verrader. Hierbij worden hun paarden vergiftigd en Lancelot raakt gewond. Alleen zet onze rode held de achtervolging voort. Lancelot wordt door bevriende boeren verzorgd en naar Camelot gebracht. Intussen zijn Gnora en Modred bij de kust aangekomen. Daar moet de schurk een witte eenhoorn doden, omdat de heks de hoorn van dit fabeldier nodig heeft om het elixer te brouwen dat onkwetsbaar maakt. Modred slaagt en Gnora blijkt inderdaad proefondervindelijk de toverdrank te kunnen maken.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #20: Kerwyn, de magiër. (Standaard Uitgeverij) (1995 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
Kort na zijn huwelijk met Guinevere, geeft Koning Arthur opdracht om een mysterieuze tovenaar, Kerwijn de magiër, die zijn gezag ondermijnt, te onderwerpen. Johan en Lancelot aanvaarden de opdracht, maar ook Walewijn, een jonge onbesuisde ridder, wil, opgehitst door de verrader Modred, deze klus klaren en liefst voor de Rode Ridder en zijn vriend de burcht van Kerwijn bereiken. Terwijl de 2 ervaren ridders onderweg veel tegenstand, hinderlagen en andere vreselijke gevaren moeten weerstaan, wordt Walewijn de weg gewezen door de raaf van de heks Gwenleod, een handlangster van Kerwijn die Modred had aangeraden om de ridders van de Ronde Tafel naar Kerwijn te sturen, een zekere ondergang tegemoet.Walewijn bereikt dan ook als eerste de sinistere burcht van de tovenaar en overmoedig daagt hij hem uit tot een duel. Kerwijn gebruikt echter zijn toverkracht om de jonge ridder te grijpen. Geboeid in de kerkers ziet Walewijn hoe ook andere ridders als willoze slachtoffers bevelen van Kerwijn uitvoeren en wordt hij door hen hardhandig te grazen genomen opdat hij Arthur verloochent. Intussen weten Johan en Lancelot diverse kwaadaardige handlangers van Kerwijn uit te schakelen, maar de Rode Ridder raakt hierbij licht gewond. Hij moet even bijkomen en dus gaat Lancelot alvast alleen vooruit. Nadat hij de burcht van de magiër bereikt heeft, schreeuwt ook hij Kerwijn toe om te duelleren. Ditmaal lijkt de schurk wel in te gaan op deze uitdaging en een van de meest dramatische scènes uit de Rode-Ridderreeks volgt nu. Geharnast en met gesloten vizier komt Kerwijn Lancelot tegemoet. Na een langdurige strijd tussen de twee, weet Lancelot zijn tegenstander dodelijk te treffen. Wanneer hij de helm van zijn slachtoffer afneemt, blijkt het niet Kerwijn te zijn maar….Walewijn!
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Nomad #1: Het levende geheugen. (SC) (Arboris) (1996)
Tekst: Jean-David Morvan --- Tekeningen: Sylvain Savoia, Philippe Buchet.
De uit Niger afkomstige Arrouan, die beschikt over de gave dat zijn geest volledig compatible is met de voorwerpen en wezens om hem heen, wordt achterna gezeten door de Amerikaanse geheime dienst, die hem gebruiken wil om computergeheugens binnen te dringen om allerlei top secret-informatie te stelen. Tijdens zijn vlucht naar zijn geboorteland leert hij ontdekken over welke gaven hij beschikt, daarbij geholpen door de opstandelinge Kalash.
Tekst: Jean-David Morvan --- Tekeningen: Sylvain Savoia, Philippe Buchet.
Nauwelijks aangekomen in Niamey wordt hij opgepakt door de plaatselijke politie, die het gemunt heeft op alle toearegs die zich in de stad wagen. Hij wordt vastgezet in een arrestantenbusje, dat echter even daarna gestolen wordt door een tweetal autodieven. Arrouan raakt bevriend met de dieven, die hem willen helpen.
De Rode Ridder #19: Koning Arthur. (Standaard Uitgeverij) (1995 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
In dit album worden de avonturen van De Rode Ridder geplaatst in de wereld van de legendarische koning Arthur, die zo rond 500 na Chr. geleefd zou hebben. Johan begeeft zich naar Brittannie om zijn zwaard in dienst te stellen van Arthur. Bij toeval ontmoet hij ridder Lancelot, die in opdracht van koning Arthur Guinevere, diens toekomstige bruid, op moet halen. Lodogran, pleegvader van Guinevere, voelt zich in zijn macht bedreigd als Arthur en Guinevere zouden huwen en doet heftige pogingen om Lancelot te doen falen. Met hulp van Johan slaagt Lancelot erin tijdig de burcht van Lodogran te bereiken, ondanks enkele hinderlagen. Hij verslaat daar in een duel de gebroeders Morban en Linor en wint op die manier de hand van Guinevere voor zijn vorst Arthur. Lodogran probeert opnieuw Lancelot op slinkse wijze om zeep te helpen, maar mede door de onverwachte hulp van een geheimzinnige bondgenoot, gehuld in een kapmantel, weten Lancelot, Guinevere en Johan te ontsnappen. Nog geeft Lodogran het niet op. Hij vraagt nu Modred, een familielid van de koning , het drietal uit de weg te ruimen. Modred steunt openlijk het beleid van de koning maar achter de schermen werkt hij hem tegen. Hij laat dit vuile karweitje liever over aan Borsaw, een schurk die nog bij hem in het krijt staat. Ook diens pogingen worden op het allerlaatste moment door een onbekende man met een zwarte kaproen verhinderd.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #18: De witte tempel. (Standaard Uitgeverij) (1995 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
Johan belandt enigszins door toeval op een klein Grieks eiland, Thosas, waarvan de bewoners gedwongen worden tot het brengen van offeranden aan mysterieuze Witte Demonen, die huizen in een grot. Hij gaat op onderzoek uit en ontdekt al snel een grote witmarmeren tempel binnenin de gewelven van die grot.Hier maakt hij kennis met Chrysis, de koningin van de Witte Tempel. Zij heerst over het volk dat de goden van de vulkaan in de grot met behulp van offeranden en erediensten tot bedaren moet brengen. Zij wordt bijgestaan door Phaucrates, de tovenaar en Mirtos, de aanvoerder van haar trouwe lijfwacht. Een opstandige groep Griekse soldaten, aangevoerd door Demetrios, ondermijnt echter steeds openlijker het gezag van Chrysis, zonder dat duidelijk is waarom. Johan biedt de koningin zijn hulp aan, ondanks de waarschuwingen van Phaucrates die vreest dat dit de vulkaangoden niet zal bevallen. Wanneer de vulkaan weer gaat rommelen, valt het Mirtos op dat Demetrios is verdwenen. Hij gaat op onderzoek uit en ontdekt wat de opstandeling in zijn schild voert. Demetrios vertelt hem dat er een schat verborgen ligt ergens in het tempelcomplex. Phaucrates weet hem m.b.v. een toverdrankje meer details te ontfutselen. De vindplaats van de schat staat beschreven in een urn, verborgen in de wand van de krater. Het lavapeil is bijna zover gezakt dat de urn bereikt kan worden. Na zijn bekentenis ontwaakt Demetrios uit zijn verdoving, verwondt Phaucrates dodelijk en ontsnapt. Johan en Mirtos gaan direct de urn ophalen, terwijl Demetrios zijn aanhangers ophitst om Chrysis en haar lijfwacht aan te vallen.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Tekst: Jean-David Morvan --- Tekeningen: Sylvain Savoia, Philippe Buchet.
Kolonel Phillips zoekt koortsachtig naar Arrouan. Deze heeft inmiddels zijn familie en zijn vroegere vriendinnetje Kalash teruggevonden en raakt bijna meteen betrokken bij een toeareg aanval op een munitietransport van de regering. Arrouan wordt gevangen genomen en belandt in een kamp van de regering, dat onder controle staat van de U.M.E.R. (de wereldunie van staten). Terwijl de verwende UMER afgezant Ebony met haar assistent Mülter naar Niger gestuurd wordt om de gevangenkampen te inspecteren begint ook kolonel Philips te vermoeden dan Arrouan wel eens in Afrika zou kunnen zijn...
De Rode Ridder #17: De zeekoning. (Standaard Uitgeverij) (1995 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
De Rode Ridder zoekt opnieuw het avontuur in Noorwegen. Wanneer hij overnacht in het woud wordt hij overvallen door 3 mannen die op zoek zijn naar Djorndal, het Onoverwinnelijke Zwaard. Ze beroven Johan van zijn uitrusting en laten hem vastgebonden achter. Hij wordt uit zijn netelige positie bevrijd door Brundar, de kluizenaar. Deze oude zonderling wijst Johan de weg naar Djorndal. De Rode Ridder wordt op de proef gesteld om het zwaard te verdienen. Hij moet de verleidingen van gemak en rijkdom weerstaan en slaagt daar glansrijk voor. Brundar had het zwaard al voor hem klaar liggen maar werd door dezelfde rovers bestolen en levensgevaarlijk gewond. Met behulp van een magisch amulet van de kluizenaar zet Johan de achtervolging in, dwars door het betoverde woud. Daar ontmoet hij een Witte Viking, die in dienst van Talmar de Zeekoning ook op zoek is naar het Zwaard. Talmar is een eerzuchtig vorst die met zijn zeeburcht steeds meer macht nastreeft en daar heeft hij ook Djorndal voor nodig. Johan en de Witte Viking besluiten voorlopig de krachten te bundelen tot zij het Zwaard gevonden hebben. Uiteindelijk halen zij de rovers in die intussen ook door Kjalten werden aangevallen. De Kjalten zijn de vijanden van Talmar de Zeekoning. De rover met het Zwaard weet deze aanvallers van zich af te slaan, maar zijn 2 gezellen werden wel gedood en Johan vindt zijn eigen zwaard terug. Als de Rode Ridder en de Witte Viking een poging doen Djorndal de rover afhandig te maken, komt de Viking om en vlucht de rover. Johan blijft hem achtervolgen totdat hij verrast wordt in een kloof. Hij moet dan om het Zwaard vechten in een duel.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Tekst: Jean-David Morvan --- Tekeningen: Sylvain Savoia, Philippe Buchet.
Nomad is nog altijd op de vlucht voor de Amerikaanse geheime dienst, die de in zijn brein opgeslagen kennis wil aftappen. Zijn afkomst als Toearegs komt hem nu goed van pas, want in de woestijn is hij beslist in het voordeel. Tegelijkertijd begint hij steeds meer te begrijpen van zijn bijzondere gaven, en leert hij zijn uitzonderlijke vermogens te gebruiken.
De Rode Ridder #16: Baloch, de reus. (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Frank Sels.
Johan is op weg naar het slot Reynhorst om er het huwelijksfeest van Veerle, de dochter van de graaf bij te wonen. Tijdens zijn tocht door een woud bemerkt Johan een enorme knots en voetsporen van een reus. Iets verderop vindt hij de reus die een bad neemt aan een watervalletje. Zijn naam is Baloch en hij dient Verdal, de tovenaar. Baloch maant Johan het woud te verlaten. Een enorm rotsblok dat hij boven zich uitsteekt moet zijn woorden kracht bijzetten. Johan maakt aanstalten om te vertrekken maar blijft de reus gadeslaan. Wanneer Baloch even later richting een jong herderinnetje loopt, komt Johan tussenbeide, waarop de geweldenaar verdwijnt. Het herderinnetje vertelt Johan dat de tonen van haar fluit Baloch tot rust brengen en de reus haar vriend is. Ondertussen naderen enkele boze boeren de herdershut van de vader van het meisje. Ze verwijten de herder dat zijn dochter de reus aanzet om de akkers te verwoesten. Johan schiet te hulp en de boeren kiezen snel het hazenpad. De herder vertelt Johan over de boosaardige tovenaar Verdal en zijn macht over de reus. Johan besluit de graaf om hulp te vragen. Aangekomen in het slot volgt een gemoedelijk weerzien tussen Johan , zijn jeugdvriendin Veerle en de graaf. Hierbij uit de graaf zijn ongerustheid omtrent zijn andere, jaloerse dochter Hermine. Die dag wordt een jacht georganiseerd . Veerle besluit niet deel te nemen omdat haar paard onhandelbaar is. Hermine wil zich bewijzen door het paard te berijden in Veerles plaats. Maar de graaf is hard en verbiedt haar dat onverbiddelijk. Pinak, de nar die in dienst van de tovenaar Verdal werkt, benadert de jonkvrouw en regelt een ontmoeting tussen Hermine en de tovenaar. De tovenaar vertelt haar dat Veerle alle macht naar zich toe zal trekken, maar dankzij zijn steun zou Hermine burchtvrouwe kunnen worden. Een blik in de toekomst zet zijn woorden kracht bij. In ruil voor goud en een plaats naast Hermine, eens zij de kroon van Reynhorst draagt, verleent hij haar steun.