
 Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
Na de overwinning op de Picten (nr. 21 De Wilde Horde) begint Arthur aan zijn strijd tegen het onrecht. Na een taak uitgevoerd te hebben voor de koning , keert Hugon de hofnar huiswaarts. Hij komt een groepje soldaten tegen, die een paard afmaken , dat slecht ten val kwam. Wanneer ze Hugon zien, eisen ze zijn paard op. Hugon weigert en bijt van zich af. De soldaten die op weg zijn naar hun heer Codrick zien van een achtervolging af, omdat ze gehaast zijn. Bij de eerste burcht die Hugon tegenkomt vraagt hij onderdak voor de nacht. Hugon wordt gastvrij ontvangen in de burcht van de zieke heer Rowan en zijn dochter Eliane. Na het avondmaal dienen enkele andere gasten zich aan; het zijn heer Codrick en enkele van zijn soldaten. De heer Codrick komt huurgeld terugeisen, heer Rowan kan echter niet betalen. Ook het alternatief, de hand van zijn dochter Eliane, weigert hij. Eliane zelf voelt daar ook niets voor. Daarop eist Codrick eerherstel d.m.v. een duel. Wanneer hij wint, zal Eliane hem toebehoren. Hugon die alles gehoord heeft stelt voor een ridder van Koning Arthur te laten strijden voor Eliane. Rowan en Eliane gaan daarmee akkoord. Hugon gaat op weg naar Camelot. De soldaten van Codrick hebben ondertussen Hugons paard bemerkt en kunnen raden wat de nar van plan is. Hugon mag in geen geval Camelot bereiken. Twee soldaten achtervolgen Hugon. Bij een eerste treffen weet de nar zijn belagers op een afstand te houden. De soldaten geven echter niet op en zetten de achtervolging verder. Na een helse nacht halen de soldaten Hugon in. Hugon staat op het punt te bezwijken wanneer plots Johan en Lancelot opduiken. De belagers druipen af!
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.

|