 Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
Koning Arthur, zijn gade, Johan, Lancelot en Merlijn bevinden zich na de slag tegen de Picten in hun burcht aan de kust. De ridders bieden Arthur hun beste wensen aan en krijgen Parcifal te zien. Plots trekt hoorngeschal de aandacht van de inwonenden. De torenwachter heeft een stuurloos schip voor de kust opgemerkt en blaast alarm.
De volgende morgen gaat Johan op zoek naar het schip, dat vastgelopen op een klip blijkt te zijn. Bij inspectie van het wrak ontdekt hij 2 op elkaar gebonden schilden. Verder is het wrak verlaten. Plots breekt het schip door een golfslag in 2. De schilden zinken naar de bodem. Johans bootje zinkt mee naar de bodem, er zit niets anders op dan te wachten op hulp. Gelukkig loopt Johans paard instinctief naar de burcht om hulp te halen. Johan brengt de nacht door bij de restanten van het schip en ziet drie onverlichte schepen voorbijvaren, van hetzelfde type als datgene wat verloren gegaan is. De volgende morgen pikt Lancelot Johan op. Te Cornval vertellen ze hun relaas. Merlijn spreekt over een volk dat zijn perkamenten tussen 2 schilden bewaart. Vermoeid van de gebeurtenissen besluiten Johan en Lancelot te wachten tot de volgende morgen om de schilden op te duiken. Na verwoede pogingen blijkt dat de schilden reeds verdwenen zijn.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.

|