Tekst: Ruellan --- Tekeningen: Erwin Sels (Ersel).
Parijs. Wanneer Aline een antiquarische boekhandel verlaat, wordt ze gevolgd door een onbekende die een aanslag op haar zal plegen. Ze wordt op het laatste nippertje gered door Azal, een kunstenaar en historicus die gespecialiseerd is in de geschiedenis van de Katharen. Zolang ze zich kan herinneren wordt Aline op een verwarrende manier aangetrokken door de Kathaarse landschappen en kastelen. Vooral door Quéribus. Ze woont de lezingen van Azal bij en langzaamaan ontstaat er een nauwe band tussen hen beiden. Gilles, de vriend van Aline, heeft weinig op met deze ontluikende vriendschap en neemt haar enkele dagen mee naar het gebied rond Carcassonne. Daar slaat het noodlot toe...
Tekst: Ruellan --- Tekeningen: Erwin Sels (Ersel).
Die avond wijdde oom Gauthier mij in de mysteries van het Magnum Opus in. Almachtige God, vader van het licht, van wie alle ware rijkdom en gaven komen. Wij smeken om uw oneindige genade. Daarna stak hij een met doek omwikkelde toorts in het vuur. De vlammen laaiden hoog en fel op. Na een jaar van geduldige voorbereiding leerde hij me de drie vuren te maken: het vochtige vuur au bain marie, het bovennatuurlijke met zuren en het natuurlijke van de athanor. Maar deze nobele queeste, uitgevoerd in vrees en met vele gebeden, bracht mijn ziel niet tot rust, want de heer van Saissac beheerste mijn gedachten...
Tekst: Ruellan --- Tekeningen: Erwin Sels (Ersel).
Een verlaten schat in Queribus, de laatste schuilplaats van de Katharen na de val van Montségur, ligt misschien aan de oorsprong van de valstrikken van de mysterieuze zwarte mannen. Dit deel is de ontknoping van een boeiend verhaal.