De Rode Ridder #17: De zeekoning. (Standaard Uitgeverij) (1995 & 2006)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
De Rode Ridder zoekt opnieuw het avontuur in Noorwegen. Wanneer hij overnacht in het woud wordt hij overvallen door 3 mannen die op zoek zijn naar Djorndal, het Onoverwinnelijke Zwaard. Ze beroven Johan van zijn uitrusting en laten hem vastgebonden achter. Hij wordt uit zijn netelige positie bevrijd door Brundar, de kluizenaar. Deze oude zonderling wijst Johan de weg naar Djorndal. De Rode Ridder wordt op de proef gesteld om het zwaard te verdienen. Hij moet de verleidingen van gemak en rijkdom weerstaan en slaagt daar glansrijk voor. Brundar had het zwaard al voor hem klaar liggen maar werd door dezelfde rovers bestolen en levensgevaarlijk gewond. Met behulp van een magisch amulet van de kluizenaar zet Johan de achtervolging in, dwars door het betoverde woud. Daar ontmoet hij een Witte Viking, die in dienst van Talmar de Zeekoning ook op zoek is naar het Zwaard. Talmar is een eerzuchtig vorst die met zijn zeeburcht steeds meer macht nastreeft en daar heeft hij ook Djorndal voor nodig. Johan en de Witte Viking besluiten voorlopig de krachten te bundelen tot zij het Zwaard gevonden hebben. Uiteindelijk halen zij de rovers in die intussen ook door Kjalten werden aangevallen. De Kjalten zijn de vijanden van Talmar de Zeekoning. De rover met het Zwaard weet deze aanvallers van zich af te slaan, maar zijn 2 gezellen werden wel gedood en Johan vindt zijn eigen zwaard terug. Als de Rode Ridder en de Witte Viking een poging doen Djorndal de rover afhandig te maken, komt de Viking om en vlucht de rover. Johan blijft hem achtervolgen totdat hij verrast wordt in een kloof. Hij moet dan om het Zwaard vechten in een duel.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Tekst: Jean-David Morvan --- Tekeningen: Sylvain Savoia, Philippe Buchet.
Nomad is nog altijd op de vlucht voor de Amerikaanse geheime dienst, die de in zijn brein opgeslagen kennis wil aftappen. Zijn afkomst als Toearegs komt hem nu goed van pas, want in de woestijn is hij beslist in het voordeel. Tegelijkertijd begint hij steeds meer te begrijpen van zijn bijzondere gaven, en leert hij zijn uitzonderlijke vermogens te gebruiken.
De Rode Ridder #16: Baloch, de reus. (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Frank Sels.
Johan is op weg naar het slot Reynhorst om er het huwelijksfeest van Veerle, de dochter van de graaf bij te wonen. Tijdens zijn tocht door een woud bemerkt Johan een enorme knots en voetsporen van een reus. Iets verderop vindt hij de reus die een bad neemt aan een watervalletje. Zijn naam is Baloch en hij dient Verdal, de tovenaar. Baloch maant Johan het woud te verlaten. Een enorm rotsblok dat hij boven zich uitsteekt moet zijn woorden kracht bijzetten. Johan maakt aanstalten om te vertrekken maar blijft de reus gadeslaan. Wanneer Baloch even later richting een jong herderinnetje loopt, komt Johan tussenbeide, waarop de geweldenaar verdwijnt. Het herderinnetje vertelt Johan dat de tonen van haar fluit Baloch tot rust brengen en de reus haar vriend is. Ondertussen naderen enkele boze boeren de herdershut van de vader van het meisje. Ze verwijten de herder dat zijn dochter de reus aanzet om de akkers te verwoesten. Johan schiet te hulp en de boeren kiezen snel het hazenpad. De herder vertelt Johan over de boosaardige tovenaar Verdal en zijn macht over de reus. Johan besluit de graaf om hulp te vragen. Aangekomen in het slot volgt een gemoedelijk weerzien tussen Johan , zijn jeugdvriendin Veerle en de graaf. Hierbij uit de graaf zijn ongerustheid omtrent zijn andere, jaloerse dochter Hermine. Die dag wordt een jacht georganiseerd . Veerle besluit niet deel te nemen omdat haar paard onhandelbaar is. Hermine wil zich bewijzen door het paard te berijden in Veerles plaats. Maar de graaf is hard en verbiedt haar dat onverbiddelijk. Pinak, de nar die in dienst van de tovenaar Verdal werkt, benadert de jonkvrouw en regelt een ontmoeting tussen Hermine en de tovenaar. De tovenaar vertelt haar dat Veerle alle macht naar zich toe zal trekken, maar dankzij zijn steun zou Hermine burchtvrouwe kunnen worden. Een blik in de toekomst zet zijn woorden kracht bij. In ruil voor goud en een plaats naast Hermine, eens zij de kroon van Reynhorst draagt, verleent hij haar steun.
Tekst: Jean-David Morvan --- Tekeningen: Sylvain Savoia, Philippe Buchet.
Inmiddels overgebracht naar Tokyo moet Arrouan rennen voor zijn leven. De overheid heeft een heel arsenaal aan electronische hulpmiddelen ter beschikking, maar gelukkig vindt Arrouan steun bij de kleine Sakiko...
De Rode Ridder #15: De zwarte wolvin. (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Karel Verschuere.
We treffen onze held aan op een slagveld waar hij ontwaakt uit zijn verdoving na gewond geraakt te zijn. Wanneer hij het slagveld tracht te verlaten treft hij een stervende ridder aan. De ridder noemt Reyhold en vraagt de rode ridder zijn gade aan te sporen de Berkenburcht te verlaten. Met zijn laatste woorden,⦠de zeven zullen sterven en ⦠de zwarte wolvin , laat hij Johan achter met een raadsel. Op zoek naar het kamp van de zijnen treft hij lijkplunderaars aan, bij het daaropvolgende treffen wordt hij neergeslagen , Johan ontwaakt in het kamp van de zijnen. Door de slag is Johan een deel van zijn geheugen kwijt. Enkele weken later is hij voldoende hersteld om weer op pad te gaan. Op zijn weg helpt hij een groepje zigeuners om hun wagen uit de sloot te halen. Uit dank voorspelt een zigeunerin hem de toekomst , weer duikt de zwarte wolvin op in het verhaal. Een regenbui noopt Johan onderdak te zoeken in een herberg. Bij het uitspreken van â zwarte wolvin â zoeft een dolk hem rakelings langst het hoofd. Het was ridder Houtijn die de dolk wierp onder invloed van de nodige wijn. Johan wordt door Houtijns gezellen uitgenodigd om mee te luisteren naar wat zij te bespreken hebben. Houtijn is door zijn gouwheer gezonden om de gebeurtenissen omtrent de zwarte wolvin te onderzoeken.
De Rode Ridder #14: De galmende kinkhoorns. (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Karel Verschuere.
We vinden Johan terug in West-Ierland, waar hij een jongen uit de klauwen van een zeearend redt. Hierbij wordt de zeearend gedood. De jongen zet het op een lopen en spreekt van naderend onheil. In een naburige hoeve zoekt Johan onderdak. Wanneer de jongen zijn moeder vertelt over het gebeurde, wordt Johan gastvrijheid geweigerd. Komec, de vader van de jongen gaat hier echter tegenin. Het doden van de arend blijkt dus een struikelpunt te zijn. Finola, de moeder van Comec besluit een offer te brengen aan de geesten die in de kinkhoorns huizen. Wanneer Komec hoort over dit offer maant hij Johan aan om te vertrekken. Johan rijdt hierop naar de muur om te zien wie het offer komt halen. Een kruik met een bedwelmend gas rolt echter voor zijn voeten waarop hij het bewustzijn verliest. Wanneer hij ontwaakt bevindt hij zich op de rug van zijn paard voor een burcht. Hij wordt er als gast ontvangen door de kasteelvrouwe ; Etain en haar broer Balor. âs Nachts merkt hij dat balor zijn kamer verlaten heeft, deze ontkent echter de feiten...
Tekst: Jean-David Morvan --- Tekeningen: Sylvain Savoia, Philippe Buchet.
De uit Niger afkomstige Arrouan weet te vluchten uit de greep van de Amerikaanse geheime dienst, die hem gebruikte voor spionagedoeleinden. Inmiddels overgebracht naar Tokyo moet Arrouan rennen voor zijn leven, maar gelukkig vindt hij steun bij de kleine Sakiko, die hem meeneemt naar Senjü, de oude stad.
Tekst: Jean-David Morvan --- Tekeningen: Sylvain Savoia, Philippe Buchet.
Nomad doet met Sakiko een poging binnen te dringen in het hoofdkwartier van zijn tegenstanders. Dankzij zijn speciale gaven kan hij beschikken over de bouwtekeningen van het gebouw, maar dat wil nog beslist niet zeggen dat hij het er ook zonder kleerscheuren af zal brengen...
De Rode Ridder #13: De vuurgeest. (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Karel Verschuere.
Op een van zijn eerste zwerftochten komt de rode ridder âs avonds bij een Brabants dorp aan. Bij een zwartgeblakerd ruïne ziet hij een duistere gedaante, gehuld in een kapmantel. De man vlucht voordat Johan hem kan benaderen. Bij latere navraag blijkt het om de beruchte vuurgeest te gaan. Het bouwvallige huis was van ene Kerstian. Johan schenkt er weinig aandacht aan en iets later redt hij alweer een gezin in nood van een stel overvallers. Als dank mag hij bij zijn redders, het echtpaar Tolnaer, op de Tolnaerhoeve de nacht doorbrengen. Hij maakt kennis het echtpaar manders, dat samen met Tolnaer de machtigste hereboer in de omtrek is, de heer Kronberg en zijn dochter Greetje. De geschiedenis met de vuurgeest wordt die avond druk besproken. De vuurgeest teistert de streek door huizen in de brand te steken. De angst voor de vuurgeest is niet onterecht, want die nacht maakt Tolnaer kennis met de kapmantel van de geest. De hoeve gaat in vlammen op en Tolnaer komt om. Er gaat een tijdje overheen, tot een dag dat Greetje op het marktplein in het dorp een bedelaar ontmoet. Greetje gaat achter de geheimzinnige bedelaar aan en belandt in de gevaarlijke achterbuurten van het dorp. Ze wordt direct opgemerkt door het tuig uit de verboden wijk. Maar dan springt Johan tussen de boeven! Greetje vlucht weg en het âgalgenaasâ maakt kennis met Johanâs zwaard. Als de rust is weergekeerd in de verboden wijk en Johan genoeg geravot heeft, brengen de rabauwen de bedelaar naar hun hoofdman, Klaus. Hij vindt het gedrag van Molter, de bedelaar maar verdacht en volgt hem persoonlijk als Molter de stad verlaat.
De Rode Ridder #12: De hoorn van Horak. (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Karel Verschuere.
We vinden onze held ditmaal terug aan de Noorse Fjorden , waar hij kennis maakt met een groepje vikings. De kennismaking verloopt vlot tot een viking hem uitdaagt tot een tweekamp. Johan kan niet anders en neemt de uitdaging aan. Na een hevig gevecht verslaat Johan zijn tegenstander , die hem echter in de rug wil aanvallen. Gelukkig is Tanjar , een volgeling van de ondertussen aangekomen koning Horak de lafaard te vlug af en doodt hem. Onder de indruk van Johan's kunde met het zwaard nodigt koning Horak hem uit om mee te gaan naar zijn Hal. Het gevolg van de koning is onder te verdelen in 2 kampen , beide kampen hebben nadrukkelijk een toekomstige opvolger voor de koning in gedachten , Tanjar en Gorm. Op de terugweg wordt een onweer koning Horak fataal. In zijn laatste woorden geeft hij Tanjar en Gorm de voorwaarden om koning te worden mee. Zij moeten op zoek naar Solveig , in een moeilijke tocht over de bergen . Zij bezit de gouden appel en de hoorn van koning Horak. Hij die beiden bezit wordt koning.
De Rode Ridder #11: De Zilveren Adelaar. (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Karel Verschuere.
Johan, de Rode Ridder, en twee landgenoten, Berthold van Damburg en Eric van Ravensteen zijn, zeer succesvol, aanwezig op een steekspel in het Rijnland. Plots wordt de ervaren Berthold uitgedaagd door een (te) jonge knaap die strijdt onder het blazoen van een zilveren adelaar. Berthold weigert te kampen tegen een "kind" en de uitdaging wordt inderdaad afgewezen. De strijdmakkers van de knaap willen zijn taak overnemen en maken zich klaar om Van Damburg en Van Ravensteen te bekampen. Maar er is bedrog in het spel. De twee Vlamingen winnen makkelijk en tot hun verbazing blijkt hun beider tegenstander toch de jonge knaap geweest te zijn. De jongen is dood en zijn twee zonderlinge strijdmakkers banen zich gewapenderhand een weg door het tentenkamp van het toernooi. De drie vrienden zijn aangeslagen en gezamenlijk zweren zij de twee mannen op te sporen. Zij verlaten daarop de stad, gevolgd door een geheimzinnige troubadour. Dagen later, na vruchteloos zoeken, krijgen de drie ridders plotseling bezoek van hun achtervolger die hun voorstelt om de ballade van de Zilveren Adelaar te zingen in ruil voor een maaltijd. Het lied gaat over de gebeurtenissen op het toernooi. De jeugdige kamper had door magische krachten onoverwinnelijk moeten zijn en de twee ridders die hem gedood hebben zullen hiervoor boeten. Opeens springt de troubadour uit het raam en verdwijnt. Johan en zijn vrienden gaan er achteraan. Met vreemde verschijnselen zoals die van een oplichtend blazoen met de Zilveren Adelaar worden zij steeds verder meegelokt.
Tekst: Jean-David Morvan, Th. Trübe --- Tekeningen: Trantkat, Vincent Trannoy.
Stap voor stap neemt de 'As' de macht weer over op de planeten die zich tijdens de onafhankelijkheidsconflicten van vijftig jaar geleden hebben afgescheiden. Avalon, een niet erg belangrijke mijnplaneet is nu aan de beurt. De inwoners reageren allemaal verschillend. Sommigen zoals de vader van Lola Sterling, proberen te bemiddelen om de vrede te bewaren. Anderen zoals Karl Hollister en zijn neef Cedrick proberen zoveel mogelijk profijt te trekken uit de omstandigheden.
XIII #11: Drie zilveren kogels. (SC) (Dargaud) (1995)
Tekst: Jean Van Hamme ---Tekeningen: William Vance.
XIII ontdekt dat hij de natuurlijke zoon is van een wapenhandelaar in Costa Verde. De man van wie hij dacht dat het zijn vader was is slechts zijn achteroom. In dit verhaal wordt zowel de geschiedenis van zijn familie verteld als de laatste slag om Costa Verde uitgevochten.
De Rode Ridder #10: Storm over Damme. (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Karel Verschuere.
Het is 1383, Johan vaart langs de Vlaamse kust richting Damme. Een lichtbaken lokt het schip naar de kust. Te laat bemerken de opvarenden dat het een misleiding is en het schip loopt op een zandbank. Vele opvarenden verdrinken, anderen vallen onder de wapens van de strandschuimers die de val opgezet hebben. Johan houdt stand maar raakt gewond. Op het nippertje wordt zijn leven echter gered door enkekle ruiters die ten tonele verschijnen. Hun aanvoerder is Frans Ackermans, leider van de rebellen van Gent die in opstand zijn gekomen tegen de Franse bezetter. Johan wordt verder verzorgd door een plaatselijke visser. Hij wordt er op de hoogte gebracht van de toestand tussen Vlamingen en Fransen. Een Franse patrouille doorzoekt wat later de vissershut. Johan kan niet anders dan zich voor de Vlaamse zaak in te zetten. De patrouille wordt geleid door niemand minder dan de Rogier van Ghistelles, aanvoerder van het Franse garnizoen te Damme. Johan en de visser weten te ontsnappen, Johan lokt de Fransen mee, terwijl de visser Ackermans gaat verwittigen dat Damme zonder aanvoerder zit en dus een makkelijke prooi is. Wanneer Johan's achtervolgers hem ingehaald hebben barst een bloedig treffen los. Het is echter een oneerlijke strijd, die abrupt afgebroken wordt wanneer de Fransen kanonschoten horen en beseffen dat Damme onder vuur ligt.
Tekst: Jean-David Morvan, Th. Trübe --- Tekeningen: Trantkat, Vincent Trannoy.
De opstandelingen proberen de As met terroristische acties te verjagen. Lola, een nogal verwende rijkeluisdochter sluit zich aan bij de terroristen omdat ze dat wel spannend vindt, maar ontdekt al snel dat de werkelijkheid buitengewoon akelig kan zijn!
Vier hoofdrolspelers... 1) Carlito Quaranta, een jonge voetballer van Cubaanse origine en onlangs getransfereerd van Miami Fusion naar A.S.O. Luberon, een ambitieuse club uit de buurt van Marseille. 2) Stephano Bouquetto, voorzitter van de club en vast van plan om Quaranta straks door te verkopen en een pak winst op zak te steken. 3) Arnal Quaranta, vader van de voetballer. Achter de façade van anti-castromilitant in hart en nieren een pro-Castrofan. 4) Een zwaarbewapend commando met een opvallende Amerikaanse tongval dat de jonge voetballer wil ontvoeren. Maar twee eerdere pogingen zijn mislukt.
...En een joker! Onze held, Luka. Hij voert het recht hoog in het vaandel en zal ervoor zorgen dat er de jonge Carlito niets overkomt. En de rest is... een thriller!
Tekst: Jean Van Hamme ---Tekeningen: William Vance.
XIII heeft de jaren voor zijn geheugenverlies geleefd als El Cascador in Costa Verde. Nu de revolutie dreigt en hij in Roca Negra op zijn terechtstelling wacht wordt het tijd om het heft weer in handen te nemen.
De Rode Ridder #9: De draak van Moerdal. (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Karel Verschuere.
We vinden onze held terug in de buurt van het stadje Moerdal , waar hij na het winnen van een steekspel zijn intrek heeft genomen in een herberg. Wanneer een aantal boeren de 2 andere gasten van de herberg ( Ivar en Gwenda ; 2 rondreizende kunstenaars ) bedreigen neemt Johan het voor hen op. Het komt tot een handgemeen , dat bruusk verstoord wordt door de komst van de Soldenierskapitein van Moerdal en zijn manschappen. De kapitein steekt hierbij zijn wantrouwen naar de rode ridder niet onder stoelen of banken.Wanneer de rust is weergekeerd maakt Johan nader kennis met Gwenda en Ivar. Hij hoort er het verhaal over de draak die in het moeras huist en zijn meesteres , Wanda de heks. De draak zou mensenoffer eisen en deze werden aangeduid met een zwart kruis op de voordeur. Na zijn vertrek uit de herberg wordt Johan in een hinderlaag gelokt . Na enige schermutselingen weet hij de boeren te bedaren en verneemt er een gelijkaardig verhaal . Ter bescherming voor de draak mogen de boeren schuilen in de burcht van de Graaf. Het mysterie laat Johan nu niet meer los en hij besluit dit nader te onderzoeken . Aangekomen in stad , is hij er getuige van hoe Wanda en haar zoon Koenraad door de bewoners weggepest worden. Ook hier neemt Johan het op voor de verdrukten . Wanda en Koenraad kunnen vluchten terwijl Johan het tegen de soldeniers met hun kapitein voorop opneemt. Ditmaal is het de graaf in hoogsteigen persoon die het gevecht doet stoppen. Een duel met de kapitein tijdens het jaarlijks feest van de graaf is de gelegenheid om de kapitein mores te leren.
Carlito is vijftien en droomt ervan om als voetballer te kunnen schitteren. De jongen is voor veel geld uit Florida getransfereerd naar A.S.O. Luberon, een ambitieuze club in de buurt van Marseille. De voorzitter, Stephano Bouquetto, een man met een geduchte reputatie die rijk geworden is met zijn casino's en voor wie de voetbalwereld vrij nieuw is, heeft al zijn hoop gesteld op de jonge Amerikaan. Carlito wordt door de Seurbiers, de familie bij wie hij inwoont, behandeld als een zoon. Hij hoeft alleen aan voetbal te denken. Meer wordt er van hem ook niet verwacht. Maar ineens verandert zowat alles: bij de Seurbiers wordt ingebroken en het huis wordt grondig doorzocht, vreemde kerels proberen de jonge voetballer op straat te ontvoeren en de vader van de jongen, een Cubaan uit Miami en een hevig tegenstander van Castro, geeft geen enkel teken van leven meer. Carlito loopt gevaar, zoveel is duidelijk. Ingrid, de vriendin van Luka, wordt met een onderzoek belast. Intussen zal Luka instaan voor de veiligheid van de jongen...