 Tekst: Willy Vandersteen --- Tekeningen: Willy Vandersteen, Frank Sels.
De Rode Ridder zoekt opnieuw het avontuur in Noorwegen. Wanneer hij overnacht in het woud wordt hij overvallen door 3 mannen die op zoek zijn naar Djorndal, het Onoverwinnelijke Zwaard. Ze beroven Johan van zijn uitrusting en laten hem vastgebonden achter. Hij wordt uit zijn netelige positie bevrijd door Brundar, de kluizenaar. Deze oude zonderling wijst Johan de weg naar Djorndal. De Rode Ridder wordt op de proef gesteld om het zwaard te verdienen. Hij moet de verleidingen van gemak en rijkdom weerstaan en slaagt daar glansrijk voor. Brundar had het zwaard al voor hem klaar liggen maar werd door dezelfde rovers bestolen en levensgevaarlijk gewond. Met behulp van een magisch amulet van de kluizenaar zet Johan de achtervolging in, dwars door het betoverde woud. Daar ontmoet hij een Witte Viking, die in dienst van Talmar de Zeekoning ook op zoek is naar het Zwaard. Talmar is een eerzuchtig vorst die met zijn zeeburcht steeds meer macht nastreeft en daar heeft hij ook Djorndal voor nodig. Johan en de Witte Viking besluiten voorlopig de krachten te bundelen tot zij het Zwaard gevonden hebben. Uiteindelijk halen zij de rovers in die intussen ook door Kjalten werden aangevallen. De Kjalten zijn de vijanden van Talmar de Zeekoning. De rover met het Zwaard weet deze aanvallers van zich af te slaan, maar zijn 2 gezellen werden wel gedood en Johan vindt zijn eigen zwaard terug. Als de Rode Ridder en de Witte Viking een poging doen Djorndal de rover afhandig te maken, komt de Viking om en vlucht de rover. Johan blijft hem achtervolgen totdat hij verrast wordt in een kloof. Hij moet dan om het Zwaard vechten in een duel.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.

|