De Rode Ridder #60: Sidarta. (Standaard Uitgeverij) (1978)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De rode ridder komt in een Oostelijk gebied terecht en volgt een rotskust .Daar zoekt hij naar de stad Gymmir. Hij laat zijn paard achter en vat een beklimming aan.Eindelijk ziet hij de stad. Tijdens de afdaling blijft Johan verrast staan. Hij hoort mannen praten die in een hinderlaag te liggen voor ene Sidarta, in opdracht van hun meester Kyrach; heerser van de stad Gymmir. Een krijger mort waarom zij Sidarta de eenzame zwaardvechter moeten doden? Johan nadert hen ongemerkt, maar plots wordt hij toch ontdekt enwordt in de rug aangevallen. Johan laat zich niet doen! Plots valt één van de krijger hem in laf de rug aan maar hij laat zich niet verrassen en gooit hem weg op de andere krijger die hals over kop naar beneden rolt. Hierdoor vluchten de krijgers naar de kust. Johan zet zijn tocht verder maar onderweg ziet hij talrijke spleten en kloven. Uit één daar van ziet hij een schaduw! Toch besluit Johan verder te rijden en kort daarna is hij aan de poort van de stad. Johan merkt dat hij juist op tijd binnen was want men was net van plan de poort te sluiten. Een poortwachter ziet een ruiter! Het is Sidarta en in opdracht van de kapitein sluit de wachter de poort. Zo komt Sidarta voor een gesloten poort terecht, plots gaat deze vooralsnog open! het is onze held die Sidarta helpt binnen te geraken. Hierop vluchten ze samen weg voor de nachtwacht en zoeken onderdak in een herberg. In de herberg wordt het eensklaps stil als ze binnen komen. Ze zetten zich neer en Sidarta vertelt zijn levensverhaal aan Johan. Sidarta vraagt Johan tevens om bijstand tegen Kyrach en de Forgallers de onderaardse wezens uit de spelonken.
Tekst: Jean Dufaux --- Tekeningen: Olivier Grenson.
In Noorwegen is Niklos Koda een flirt begonnen met de beeldschone zakenvrouw Sonia Dobrovna en hij zet die in de Tsjechische republiek voort. Zij weet echter niet dat de diplomaat annex spion op de hoogte is van de ware aard van haar activiteiten... Sonia is officieel directrice van een import-exportbedrijf, maar werkt in werkelijkheid voor Hali Mirvic, een wapenhandelaar die guerillastrijders bevoorraadt met de bedoeling een groot-Albanese staat op de Balkan te stichten. De jonge vrouw heeft tot taak het geld wit te wassen en het daarna op een geheime rekening op Cyprus te storten. De uiterst wantrouwige Mirvic verandert regelmatig de code van deze bankrekening. Het ene deel geeft hij door aan Sonia en het andere aan zijn vertrouwensman Polkow. Ze ontmoeten elkaar op een van tevoren bepaalde plaats en tijd om de beide gedeelten van de code met elkaar te combineren. Bij aankomst in Praag wordt Polkow echter vermoord! Daarna is Mirvic de enige die Sonia aan de ontbrekende cijfers kan helpen, zodat hij gedwongen is zijn geheime schuilplaats te verlaten. Maar de moordenaars van Polkow zijn er nu op uit om Sonia de resterende cijfers van de code te ontfutselen. Om dat te bereiken zullen ze vanaf dat moment alles in het werk stellen om haar nieuwe minnaar Koda aan hun kant te krijgen. Daarvoor maken ze gebruik van de niet geringe charmes van diens voormalige maîtresse, de mooie spionne Valentina Souleva...
De Rode Ridder #59: De ijzeren hand. (Standaard Uitgeverij) (1979)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Vervuld van de herinnering aan Galaxa zwerft de Rode Ridder doelloos rond. Donkere wolken pakken zich ineens samen.Een vreselijk onweer barst los. Dan rijt een vreselijke bliksenschits de wolken uiteen. De stormwind gaat liggen en de zon schijnt weer. Heel even meent Johan Bahaal in de wolken te zien. Dan gaat hij verder. s'Avonds komt hij in een verlaten dorp aan. Hij klopt overal aan, maar niemand doet open. Uiteidelijk doet er een man open. Het hele dorp wil niets met vreemdelingen te maken hebben. Hij zegt tegen Johan dat hij moet vertrekken anders zal hij op het kerkhof de nacht doorbrengen. De Rode Ridder gaat kijken, en de poort van het kerkhof vliegt open. Opeens ziet hij iets bewegen in de struiken. Het is een hond die naar een kapel rent. Opeens hoort Johan een kreet. De man die hem waarschuwde strompelt naar buiten en valt neer. Johan stapt van zijn paard af en kijkt naar de man, die bliksemsnel verouderd. Hij sterft enkele ogenblikken later.
De Rode Ridder #58: De toverspiegel. (Standaard Uitgeverij) (1986)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Tegen zonsondergang nadert Johan een oude Keltische ruïne. Alvorens zich ten ruste te begeven inspecteert hij de bouwval. Plots bemerkt hij in het aangrenzende woud een lichtschijnsel. Meteen loopt hij er heen, en merkt al snel dat het een bende rabauwen is die zich rond het kampvuur verzameld hebben. Hun aanvoerder Boggolt neemt het woord en vertelt zijn manschappen het verhaal van de Keltische ruïne. De spiegel der geheimen die zich in de burcht bevond gaf zijn eigenaar, de sterrenwichelaar Kuroda en zijn discipelen ongekende krachten. Niemand kon de burcht veroveren. Nu leven Kuroda en zijn gezellen niet meer. De spiegel echter zou zich nog in de ruïne bevinden. Boggolt is van plan om zich meester van de spiegel te maken. Johan weet genoeg en tracht ongehinderd te verdwijnen. Het maanlicht steekt daar echter een stokje voor! Boggolt geeft bevel Johan te doden. Meteen zetten zijn manschappen de achtervolging in. Johan weert zich met felle zwaardhouwen, maar een boogschutter dreigt hem te treffen. Plots verschijnt een oude man, die bezwerend zijn armen opheft. De rovers schrikken zich rot. Terwijl enkelen al willen terugkeren, besluit een boogschutter het spookgehalte te testen. De oude man wordt getroffen, maar geeft geen kik, het signaal voor de rovers om zo snel mogelijk op te krassen. Nauwelijks zijn de rovers weg, of de oude man zakt in elkaar. Met zijn laatste woorden maakt hij zichzelf bekend als de laatste discipel van Kuroda. Hij bewaakte jarenlang de spiegel, hopende dat een man als Johan zou opdagen. Hij geeft Johan instructies om naar de spiegel te gaan en er Galaxa, de goede fee te bevrijden.
Niklos Koda #3: Inch Allah. (SC) (Le Lombard) (2001)
Tekst: Jean Dufaux --- Tekeningen: Olivier Grenson.
Op verzoek van zijn collega Aïcha Ferouz gaat Niklos Koda in Marokko op onderzoek. Haar broer is midden in de woestijn dood aangetroffen. Misdaad uit hartstocht of moord met voorbedachten rade door een terroristische organisatie? In de Marokkaanse woestijn wordt het lijk van Taki Ferouz gevonden, een hoge functionaris van de Atlas Corporation, het aannemersbedrijf dat belast is met de stadsvernieuwing in Marrakesj. Volgens zijn zuster Aïcha is Taki vermoord en is de belangrijkste verdachte zijn werkgever, met wiens dochter hij zou gaan trouwen. Ze vraagt Koda zijn charmes aan te wenden om de verloofde van haar vermoorde broer uit te horen. Met een list weet Niklos door te dringen tot een receptie die de hoogste baas van de Atlas Corporation geeft. Daar krijgt hij weliswaar de mooie erfgename te spreken, maar ze laat niets los. Langs een andere weg verneemt hij dat de onderneming betrokken is bij een groot bouwproject dat de legendarische palmentuin van de keizerlijke stad bedreigt. Die operatie heeft verbeten en meedogenloze tegenstanders, de Oesjtsjenen, die zelfs niet voor moord terugdeinzen om hun natuurlijke erfgoed te beschermen. Een van de meest actieve leden van deze conservatieve groepering is een jonge vrouw, Selma. Aïcha is verbijsterd door die onthullingen, te meer omdat Selma nog niet zo lang geleden de minnares van haar broer was...
De Rode Ridder #57: De verboden berg. (Standaard Uitgeverij) (1984)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Tijdens een van zijn zwerftochten belandt de Rode Ridder in een verlaten en uitgestorven streek. In een nabijgelegen woud ontmoet hij een ridder met een zilveren zwaan als wapenschild. De zwaanridder vertelt aan Johan dat hij zich in het rijk van Koning Romberius bevindt. Maar het rijk van de Koning wordt geteisterd door de Discipel van de Nacht. Johan hoort het verhaal hoe de dochter van de Koning, Iljona, verliefd werd op de jonge beeldhouwer Adelbert. De beeldhouwer vereeuwigde hun liefde in een marmeren beeld van de twee geliefden. Maar in de marmeren rug van Adelberts beeld steekt een dolk. De dolk is daar aangebracht door de Discipel van de Nacht, die afgewezen werd door Iljona. Sinds de dolk in het beeld steekt, is Adelbert verlamd. Intussen werd Iljona door het Zwarte Vendel, de handlangers van de Discipel, naar de verboden berg ontvoerd. Yspar de zwaanridder gaat nu proberen Iljona te verlossen. De Rode Ridder wordt door Yspar tegengehouden om mee te gaan. Wel ziet Johan dat de berg omgeven wordt door een felle schittering. Johan besluit de burcht van Koning Romberius te gaan bezoeken.
De Rode Ridder #56: Mandragora. (Standaard Uitgeverij) (1978)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Het paaldorp aan de rand van het moeras ligt er rustig en doodstil bij. Toch niet helemaal, want een donkere gedaante sluipt dichter en giet zn drinkbus leeg in de vergaarbak. Johan, de Rode Ridder is echter niet ver uit de buurt van het paaldorp en merkt een druïde op. Voor hij bij hem komt heeft de zwarte gedaante al toegeslagen, de druïde is dood. Zn laatste woorden zijn o.a. Alruinman en gevaar voor paaldorp. Wanneer Johan het paaldorp bereikt, krijgt hij een niet zo aangename verrassing van formaat. Gerwina, een vrouw die in een hut verblijft, overmeestert Johan bijna. Voordat ze wou toeslaan, vertelde de de rode ridder dat hij geen kwaad in de zin had. Gerwina vertelt aan Johan haar verhaal. Boarbas, haar genadeloze vijand en slavendrijver van het dorp, die alle mensen als slaven gebruikt waaronder haar verloofde Baldwin. De ander belangrijke tegenstander is de legendarische kwelgeest uit het moeras, bekend als de Alruinman. Hij leeft en regeert over het hele moeras en bewaakt zorgvuldig de mandragoraplant. Deze plant bevat sap om de mensen van hun ziekten te verlossen. Nadat Gerwina haar verhaal heeft verteld, vertrekken ze beiden door het moeras naar de mandragoraplant. Hun tocht verloopt alles behalve vlekkeloos. Voor ze vertrokken, pleegde de Alruinman immers nog een aanslag door Gerwinas hut in brand te steken. Onze held en zijn vrouwelijke gezel weten gelukkig te ontkomen en trachten de Alruinman uit te schakelen.
Niklos Koda #2: De God van de Jakhalzen. (SC) (Le Lombard) (2000)
Tekst: Jean Dufaux --- Tekeningen: Olivier Grenson.
De hallucinerende ontknoping van de eerste missie van de grootste vrouwenverleider onder de spionnen! Na de gefluisterde confidenties Achterin de berlines moet Niklos Koda nu dringend een einde zien te maken aan een uiterst dodelijk staatsgeheim... De diplomatiek attaché van een Derde-Wereldland, die met de Franse regering moet onderhandelen over de fabelachtige rijkdom aan delfstoffen van zijn land, heeft een verschrikkelijk wapen meegebracht: de voodoo-tovenaar Barrio Jésus, tegen wiens dodelijke krachten niets of niemand bestand is. De spion-diplomaat Niklos Koda moet deze killer zonder gezicht, die vanuit een suite in het Lutetia opereert, zien te ontmaskeren. Om zijn opdracht tot een goed einde te brengen heeft Koda een kamer in hetzelfde hotel genomen. Hij heeft bovendien de echtgenote van het hoofd van de delegatie verleid, de beeldschone en mysterieuze Theodora. Maar het hotel, dat wemelt van de valstrikken, is niet meer dan een illusie, een spiegel waarmee Barrio Jésus tracht Koda op een dwaalspoor te zetten... Gelukkig is zijn charme nog onverlet en zal Theodora zijn draad van Ariadne zijn die hem naar de ultieme confrontatie met de verschrikkelijke god van de jakhalzen leidt!
Niklos Koda #1: Achterin de Berlines. (SC) (Le Lombard) (1999)
Tekst: Jean Dufaux --- Tekeningen: Olivier Grenson.
Achterin de berlines worden belangrijke geheimen uitgewisseld, handtekeningen onder contracten gezet en mooie jonge vrouwen op mysterieuze wijze ontvoerd. Een tovenaar is met de delegatie van een bevriend land meegekomen en heeft in het centrum van de stad zijn toevlucht gezocht. De vrouwen die met hem kennismaken, bezwijken voor zijn krachten. Sommige trachten zich aan zijn invloed te onttrekken en verbreken het stilzwijgen. Niklos Koda, diplomaat annex spion en de aantrekkelijke vertrouweling van dames die nauw aan de machtigen der aarde zijn gelieerd, weet dat hij op zijn tellen zal moeten passen als hij deze betoverde schonen wil redden...
De Rode Ridder #55: De Koraalburcht. (Standaard Uitgeverij) (1979)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Op een rotsachtige kust merkt Johan toevallig het wrak van een galjoen op. In het wrak ontdekt hij slierten zeewier die naar het ruim leiden. Enkele vissers vertellen hem dat er regelmatig wrakken aanspoelen zonder enig spoor van lading noch bemanning. Zij verwijzen hem naar vrouwe Iris, die in de nabije burcht woont in gezelschap van haar kleine zusje Sigrid. Iris bestempelt de vertelsels als bijgeloof, net zoals een andere fabel: op de zeebodem zou zich de Koraalburcht bevinden, waarin de zeeheks Murena woont, die heerst over de zeeduivels: half-mens half-vis gedrochten. Johan blijft in de burcht overnachten, maar wordt wakker geschreeuwd door Iris: zij werd in haar slaapkamer bedreigd door Murena, die wil dat Johan het slot verlaat. Johan vindt enkel een spoor van zeewier terug en een amulet in de vorm van een oester. Tegen de ochtend verschijnt Merlijn in een visioen aan Johan en laat hem het amulet openen, waarin zich de steen van het kwaad bevindt, die toebehoort aan Murena. Johan rijdt de volgende dag naar een herberg. Het embleem van de herberg is een argant: een reusachtige octopus. De waard vertelt Johan dat de arganten in feite vrienden van de mensen zijn omdat zij reeds menig drenkeling gered hebben. Plots betreden een aantal in pijen gehulde mannen de herberg in het gezelschap van een jonge vrouw. Al gauw beginnen de geheimzinnige mannen te vechten met de herbergbezoekers, tot Johan orde op zaken stelt.
De Rode Ridder #54: De kluizenaar van Ronceval. (Standaard Uitgeverij) (1972)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Moorse invallers maken Zuid-Europa onveilig en Johan besluit die kant op te reizen. In de Pyreneeën redt hij een herderin uit de handen van drie lichtzinnige broers Alvarez. Het komt tot een treffen en Alvarez broertjes ontdekken dat met deze noorderling niet te spotten valt. Hun zuster, Carmelita is net op tijd om het slot van de kloppartij te zien en dankt Johan hartelijk voor deze les. Ze nodigt Johan uit naar haar burcht te komen. Daar krijgt Johan het onmiddellijk aan de stok met de kok die het jongetje Jimeno een pak slaag wilde verkopen. Johan slaat de kok naar buiten, tot groot vermaak van de drie Alvarez broers. Carmelita vertelt Johan over het dreigende Moorse gevaar en dat haar burcht niet meer in staat is die dreiging het hoofd te bieden. Op hulp van de edelen uit de buurt hoeft ze niet te rekenen. Haar broers hebben zich daar onmogelijk gemaakt. Johan sluit vriendschap met Jimeno die hem vertelt over de kluizenaar Don Fernando. Hij staat in verband met Roeland, de ridder van de legendarische keizer Karel de Grote die bij de bergpas van Ronceval in een Moorse hinderlaag liep. Maar door op zijn hoorn te blazen wist hij Karel te waarschuwen zodat deze nog kon afrekenen met de Moren. Don Fernando houdt zich schuil bij de bergpas en gelet op de nieuwe Moorse dreiging wil Johan met hem spreken.
De Rode Ridder #53: De samoerai. (Standaard Uitgeverij) (1979)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Op zoek naar vergetelheid heeft Johan Camelot verlaten en keert naar Vlaanderen terug. De tragische dood van Astra (De Watermolen) heeft Johan diep geschokt. Het schip waarop Johan reist vergaat in een storm. Johan redt zich door naar een nabij schip te zwemmen en gaat aan boord. De bemanning is niet van plan de geboeide slaven van hun ketenen te ontdoen en Johan grijpt in. Onder de slaven bevindt zich de Japanner, Yorimoto, een meester in de Japanse vechtkunsten zo blijkt al gauw. Samen bevrijden ze een aan boord gevangen gehouden jonkvrouw voordat het schip vergaat. Het drietal spoelt aan op de Vlaamse kust. Yorimoto blijkt een Japanse Samoerai te zijn die in ongenade verviel en als slaaf verkocht werd. De jonkvrouw is Clarissa de dochter van een Venetiaans handelaar te Brugge. Zijn concurrenten, machtige Spaanse en Franse kooplui ("de Gildebroeders") huurden piraten om haar te ontvoeren en zo haar vader onder druk te zetten. Johan en Yorimoto nemen de taak op zich om Clarissa naar haar vader terug te brengen. Al gauw worden ze achterna gezeten door een corrupte waterschout en zijn soldeniers, maar Johan en Yorimoto maken korte metten met dit stel. Clarissa wordt ondergebracht in een nabij klooster en onze helden gaan op zoek naar haar vader. Diverse spionnen zijn Johan en Yorimoto echter op het spoor. Ondertussen smeed Yorimoto bij een plaatselijke smid zijn eigen samoerai zwaard en krijgen we een lesje in Japanse smeedkunsten.
De Rode Ridder #52: De watermolen. (Standaard Uitgeverij) (1982)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Terwijl men op Camelot druk bezig is met de wederopbouw van het rijk van koning Arthur en de bijhorende instellingen, keert Johan terug naar de burcht na een lange tocht. Onderweg heeft hij een ontmoeting met een angstige landbouwer, die hem vertelt hoe zijn stier door een onbekend waterwezen werd meegesleurd. Hoewel het verhaal voor Johan nogal onwaarschijnlijk overkomt, belooft hij de zaak nader te zullen laten onderzoeken. Bij zijn terugkeer te Camelot wordt hij door een bedrukte Merlijn opgewacht, die hem waarschuwt voor de wraak van de duivelse Qrandar, aartsvijand van de toekomstige koning Parcifal (album 51: Excalibur). Speciaal voor deze situatie wordt zelfs de eerste Ronde Tafel-bijeenkomst sinds de dood van Koning Arthur belegd, waarin besloten wordt dat de ridders elk op eigen kracht de Zwarte Magiër zullen trachten te achterhalen. Johan wenst niet tussen vier muren opgesloten te blijven, maar zijn wapenmakkers Lancelot en Carlioen van Detmold staan erop hem te vergezellen. Koppig en eigenwijs als hij is, besluit Johan alleen de confrontatie met Qrandar aan te gaan, niet wetende dat hij daarmee zijn noodlot tegemoet rijdt. Op zijn tocht komt hij aan in een overvolle herberg, waar een minstreel zijn aandacht weet te trekken met de droeve ballade van de gevangen deerne Astra in de watermolen. Johan nodigt de man uit voor een beker wijn aan zijn tafel en deze verzekert hem dat de ballade op wate feiten gebaseerd is, maar durft in de herberg niet voluit spreken. Johan zoekt hem 's nachts op zijn kamer op, maar dan blijkt hij reeds met de noorderzon vertrokken zijn. Hij heeft echter zijn luit achtergelaten met een verwijzing voor Johan om eens naar de binnenkant van het instrument te kijken. Daarop is een schilderij te zien van de watermolen en een portret van de (hoe kan het ook anders?) beeldschone Astra. Wanneer de ridder ook nog eens gekweld wordt door een nachtmerrie waarin een wanhopige Astra hem om hulp roept, wordt het hem te machtig en nog diezelfde nacht verlaat Johan de herberg om de waarheid achter de ballade te ontdekken.
De Rode Ridder #51: Excalibur. (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Het verhaal begint met de aankomst van Johan en Lancelot bij de ruïnes van Camelot. Als ze daar aankomen, komt er ook een stoet huifkarren en lastwagens aan met bouwmaterialen en ambachtslieden. De stoet wordt aangevoerd door Merlijn, Parcifal, Kendall en zijn dochter Yolande. Na De Terugkeer is het tijd voor de wederopbouw van het land en Merlijn heeft bouwplannen meegenomen om Camelot te herbouwen. Een aantal arbeiders vindt vervolgens de overblijfselen van de Ronde Tafel, en Johan besluit dat, als begin van de wederopbouw, deze als eerste gezuiverd moet worden. De volgende ochtend maken Johan en Lancelot een verkenningstocht en ze praten over de bijna voltooide opleiding van Parcifal. Als ze bij een smal bruggetje aankomen en deze willen oversteken, rijdt op de brug een ridder tegemoet, die hen na een gesprek, doorgang verleent door met zijn paard van de brug in het ondiepe water te springen. Johan en Lancelot stellen zich voor aan de ridder en deze blijkt Carlioen van Detmold te zijn. Hij is afgereisd na geruchten over een nieuwe toekomstige koning, en hij stelt dat Parcifal op zijn zwaard kan rekenen. Carlioen rijdt mee naar Camelot en biedt zijn zwaard aan de toekomstig koning aan. Een groep ruiters komt vervolgens aanrijden en het lijkt op het eerste gezicht een bedreigende situatie. Yolande toont gevoelens voor Parcifal door hem te waarschuwen, maar vervolgens blijken de ridders te zijn gekomen om hun diensten aan Parcifal aan te bieden. In de komende weken scharen zich steeds meer edelen en ridders achter Parcifal, totdat er een onbekende ridder opdoemt. Merlijn maakt duidelijk dat deze ridder niet welkom is, waarop de ridder een zwaard in de Ronde Tafel steekt. De ridder rijdt tot buiten de ruïnes, die inmiddels al weer aardig opgebouwd zijn, en laat een deel van de pas voltooide ridderzaal instorten.
De Rode Ridder #50: De terugkeer. (Standaard Uitgeverij) (1994 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Na Merlijns dringende oproep, reist de Rode Ridder terug naar Engeland. Hij is vergezeld door Malivar, een vertrouwensman van heer Kendall (zie album "Het Testament"). In Engeland zou een groot onheil voor Parcifal dreigen zo heeft Merlijn voorspeld. Alleen Johan zou het ergste kunnen voorkomen. Voor de kust zien ze een drakkar. De beide ridders schenken er verder geen aandacht aan en zetten hun tocht verder door de duinen. Ze besluiten in een herberg in de haven nog wat te eten alvorens in te schepen voor Engeland. Plots komt een groep Noormannen de herberg binnen die onmiddellijk mot zoekt met Johan en Malivar. Ondanks de overmacht verloopt de strijd in het voordeel van de twee ridders die hun aanvallers uit de herberg drijven. Malivar wordt tijdens het gevecht echter dodelijk gewond en sterft. Johan spoedt zich naar de steiger waar zijn schip wacht. Het lijdt geen twijfel dat de Noormannen de terugkeer van Johan willen verhinderen
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #49: Met masker en zwaard. (Standaard Uitgeverij) (1985 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
In het woud heeft Johan een vijandige ontmoeting met de Duivel en de Dood. Het blijken Balor en Heinz, als dusdanig verklede leden van een bont toneelgezelschap te zijn. Johan maakt ook kennis met de andere leden van de groep: Wilhelm, de leider van het gezelschap, Hannelore, zijn knappe dochter en Kurt, de gebochelde dwerg. Hij gaat in op hun verzoek om mee naar de jaarmarkt te gaan om daar samen met hen als luitspeler op te treden. Als Johan na de optredens over de markt wandelt, merkt hij dat een mooie jonkvrouw lastig gevallen wordt door een krachtpatser. De Rode Ridder grijpt echter kordaat in en verneemt van de jonkvrouw dat zij op zoek was naar de toneelspelers om in de burcht van haar vader op te treden. Johan keert terug naar het kamp van de toneelspelers en hoort Balor en Wilhelm een geheimzinnig gesprek voeren. Johan wil Balor volgen om meer te weten te komen maar een mes plant zich net boven zijn hoofd . Kurt, de dader van deze aanslag, spoedt zich naar Wilhelm om verslag uit te brengen. Ook Johan meldt zich vervolgens bij Wilhelm met het verzoek van de burchtheer. Wilhelm aanvaardt met enthousiasme, maar als Johan vraagt waar Wilhelms kompanen zich bevinden, liegt hij vlakaf.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #48: De voorspelling. (Standaard Uitgeverij) (1994 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De zon gaat reeds onder wanneer Johan aan de Rijn een sierlijk vaartuig ziet naderen. Een vrouw gaat aan land en strooit wit poeder om zich heen, een ritueel van heksen die nieuw land betreden, en Johan besteedt er verder ook geen aandacht aan. Het wordt nu snel donker en Johan besluit te overnachten, tot hij plots een gerucht hoort. Zo maakt hij kennis met het meisje Christl, van de Reigershoeve, en haar hondje Fuxi. Als Christl en Fuxi naar huis gaan stoten ze op een zigeunerkamp, waar ze een jonge vrouw zien die water haalt in de Rijn, terwijl haar kind aangevallen wordt door een slang. Fuxi valt de slang meteen aan, en voor de slang kan reageren slingert Christl de slang met een stok de lucht in. Als dank wil de zigeunerin de toekomst voorspellen van het meisje, maar als ze Christls handpalm bekijkt schrikt de zigeunerin en ze besluit Christl naar huis te brengen. De zigeunerin waarschuwt Ingeborg, de moeder van Christl, voor gevaar en een vrouw in het zwart.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #47: De weerwolf. (Standaard Uitgeverij) (1994 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De Roder Ridder zwerft door Duitsland en tekt door het zwarte woud. Daar ontmoet hij het mooie herderinnetje Hildergarde. Een wolf heeft haar kalfje het struikgewas ingesleurd. Johan besluit het meisje te helpen en zoekt het kalfje. Even later vinden er het dier doodgebeten in het struikgewas. Johan brengt Hildegarde naar huis; Ze woont met haar vader aan de rand van het bos. Een zekere Rolf heeft een boerderij een paar kilometer verderop. Hij maakt Hildegarde al jaren het hof. Zonder succes. Het is Rolf die de Roder Ridder uitnodigt om iets te gaan drinken in de plaatselijke herberg. Daar hoort Johan voor het eerst over 'de weerwolf', een kasteelheer die Von Gierling heet. Door een ziekte heeft Von Gierling een lelijk, behaard gezicht. Daardoor lijkt hij wel wat op een soort wolf en de bevolking schuift hem allerlei onfrisse zaken in de schoenen. Johan besluit te onderzoeken in welke mate kasteelheer Von Gierling effectief de misdaden van de weerwolf gepleegd kan hebben. Hij zoekt de man op en deze biedt hem onderdak aan. Von Gierling woont met zijn oude, vreemde huishoudster in het kasteel. 's nachts verlaat hij de veilige kasteelmuren om door de bossen te dwalen. Johan vraagt zich af wat Von Gierling 's nachts in de bossen te zoeken heeft. Zou hij toch iets te maken hebben met de weerwolf ? Ook Hildgarde stelt zich vragen. Wie komt haar 's nachts van in de struiken serenades brengen?
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #46: De Lorelei. (Standaard Uitgeverij) (1994 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Nadat Johan in het vorig avontuur, De Hamer Van Thor, naar het hedendaagse Duitsland gestuurd werd, besluit Johan daar nog even rond te zwerven. Wat opvalt is dat in deze verhalen enkele mythes en legendes worden opgerakeld. Daar waar vorig album, zoals de titel het zegt, over de hamer van Thor ging, en het volgend album over een weerwolf, gaat het dit album over de alom bekende legende van de Lorelei, de sirene die boven op een rots langs de Rijn met haar gezang schepen naar haar toe lokte en op de klippen liet lopen. Met dit gegeven begint het album ook: wanneer Johan aan een schipper vraagt om hem naar de overzijde te varen, waarschuwt de schipper hem en vertelt hij Johan de legende van de Lorelei. Johan neemt dit echter niet serieus op en zwerft verder. Wanneer s avonds de mist komt opzetten besluit hij te overnachten tegen een boom. Wanneer hij ingedommeld is, schrikt Johan opeens wakker door het gezang van een vrouw. Meteen wordt hem duidelijk dat het van de Lorelei komt. En dan gebeurt een drama: een voorbijvarend schip hoort het gezang en vaart op de klippen af. Johan rent nog naar het schip om hen te waarschuwen voor het gevaar, maar door de dichte mist valt hij en voor hij zijn bewustzijn verliest ziet hij het schip op de klippen lopen.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Dit verhaal is samen met de albums #44 & 45 ook verschenen in Luxe album op het A3 formaat en in zwart-wit, waarvan er maar 350 exemplaren van zijn gedrukt.
De Rode Ridder #45: De hamer van Thor. (SC + Luxe) (Standaard Uitgeverij) (1994 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Parcifal wordt op het slot van heer Kendall door Merlijn voorbereid op het koningschap. Wanneer hij samen met Johan Merlijn bezoekt, heeft de magiër een visioen. Daarin ziet hij hoe een dode, zwartgeblakerde man voor een burcht aan de Rijn ligt. Plotseling wordt de burcht in vuur en vlam gezet door een zwevende hamer. Merlijn legt naderhand uit dat het de hamer is van de Germaanse dondergod Thor. Hij vreest dat het een gevaarlijk dodelijk wapen kan zijn en vraagt de Rode Ridder het op te sporen. Johan gaat op weg, maar onderweg, in een woeste streek, wordt hij belaagd door kleine trollen. Hij wordt gered door Kroda, de meester der trollen, die bereid is de ridder te helpen de hamer te vinden mits hij de magische speerpunt van de dwergen terugbrengt. Dit nooit missende wapen is gestolen door amazones, een groep gewapende en levensgevaarlijke vrouwen. Johan laat zich niet afschrikken en stemt toe. Kroda vertelt hem dat ene Mogular, de Rijnvisser, de hamer in zijn bezit heeft. Hij is te vinden langs de Rijn.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Dit verhaal is samen met de albums #44 & 46 ook verschenen in Luxe album op het A3 formaat en in zwart-wit, waarvan er maar 350 exemplaren van zijn gedrukt.