
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De Roder Ridder zwerft door Duitsland en tekt door het zwarte woud. Daar ontmoet hij het mooie herderinnetje Hildergarde. Een wolf heeft haar kalfje het struikgewas ingesleurd. Johan besluit het meisje te helpen en zoekt het kalfje. Even later vinden er het dier doodgebeten in het struikgewas. Johan brengt Hildegarde naar huis; Ze woont met haar vader aan de rand van het bos. Een zekere Rolf heeft een boerderij een paar kilometer verderop. Hij maakt Hildegarde al jaren het hof. Zonder succes. Het is Rolf die de Roder Ridder uitnodigt om iets te gaan drinken in de plaatselijke herberg. Daar hoort Johan voor het eerst over 'de weerwolf', een kasteelheer die Von Gierling heet. Door een ziekte heeft Von Gierling een lelijk, behaard gezicht. Daardoor lijkt hij wel wat op een soort wolf en de bevolking schuift hem allerlei onfrisse zaken in de schoenen. Johan besluit te onderzoeken in welke mate kasteelheer Von Gierling effectief de misdaden van de weerwolf gepleegd kan hebben. Hij zoekt de man op en deze biedt hem onderdak aan. Von Gierling woont met zijn oude, vreemde huishoudster in het kasteel. 's nachts verlaat hij de veilige kasteelmuren om door de bossen te dwalen. Johan vraagt zich af wat Von Gierling 's nachts in de bossen te zoeken heeft. Zou hij toch iets te maken hebben met de weerwolf ? Ook Hildgarde stelt zich vragen. Wie komt haar 's nachts van in de struiken serenades brengen?
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.

|