De Rode Ridder #54: De kluizenaar van Ronceval. (Standaard Uitgeverij) (1972)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Moorse invallers maken Zuid-Europa onveilig en Johan besluit die kant op te reizen. In de Pyreneeën redt hij een herderin uit de handen van drie lichtzinnige broers Alvarez. Het komt tot een treffen en Alvarez broertjes ontdekken dat met deze noorderling niet te spotten valt. Hun zuster, Carmelita is net op tijd om het slot van de kloppartij te zien en dankt Johan hartelijk voor deze les. Ze nodigt Johan uit naar haar burcht te komen. Daar krijgt Johan het onmiddellijk aan de stok met de kok die het jongetje Jimeno een pak slaag wilde verkopen. Johan slaat de kok naar buiten, tot groot vermaak van de drie Alvarez broers. Carmelita vertelt Johan over het dreigende Moorse gevaar en dat haar burcht niet meer in staat is die dreiging het hoofd te bieden. Op hulp van de edelen uit de buurt hoeft ze niet te rekenen. Haar broers hebben zich daar onmogelijk gemaakt. Johan sluit vriendschap met Jimeno die hem vertelt over de kluizenaar Don Fernando. Hij staat in verband met Roeland, de ridder van de legendarische keizer Karel de Grote die bij de bergpas van Ronceval in een Moorse hinderlaag liep. Maar door op zijn hoorn te blazen wist hij Karel te waarschuwen zodat deze nog kon afrekenen met de Moren. Don Fernando houdt zich schuil bij de bergpas en gelet op de nieuwe Moorse dreiging wil Johan met hem spreken.
De Rode Ridder #53: De samoerai. (Standaard Uitgeverij) (1979)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Op zoek naar vergetelheid heeft Johan Camelot verlaten en keert naar Vlaanderen terug. De tragische dood van Astra (De Watermolen) heeft Johan diep geschokt. Het schip waarop Johan reist vergaat in een storm. Johan redt zich door naar een nabij schip te zwemmen en gaat aan boord. De bemanning is niet van plan de geboeide slaven van hun ketenen te ontdoen en Johan grijpt in. Onder de slaven bevindt zich de Japanner, Yorimoto, een meester in de Japanse vechtkunsten zo blijkt al gauw. Samen bevrijden ze een aan boord gevangen gehouden jonkvrouw voordat het schip vergaat. Het drietal spoelt aan op de Vlaamse kust. Yorimoto blijkt een Japanse Samoerai te zijn die in ongenade verviel en als slaaf verkocht werd. De jonkvrouw is Clarissa de dochter van een Venetiaans handelaar te Brugge. Zijn concurrenten, machtige Spaanse en Franse kooplui ("de Gildebroeders") huurden piraten om haar te ontvoeren en zo haar vader onder druk te zetten. Johan en Yorimoto nemen de taak op zich om Clarissa naar haar vader terug te brengen. Al gauw worden ze achterna gezeten door een corrupte waterschout en zijn soldeniers, maar Johan en Yorimoto maken korte metten met dit stel. Clarissa wordt ondergebracht in een nabij klooster en onze helden gaan op zoek naar haar vader. Diverse spionnen zijn Johan en Yorimoto echter op het spoor. Ondertussen smeed Yorimoto bij een plaatselijke smid zijn eigen samoerai zwaard en krijgen we een lesje in Japanse smeedkunsten.
De Rode Ridder #52: De watermolen. (Standaard Uitgeverij) (1982)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Terwijl men op Camelot druk bezig is met de wederopbouw van het rijk van koning Arthur en de bijhorende instellingen, keert Johan terug naar de burcht na een lange tocht. Onderweg heeft hij een ontmoeting met een angstige landbouwer, die hem vertelt hoe zijn stier door een onbekend waterwezen werd meegesleurd. Hoewel het verhaal voor Johan nogal onwaarschijnlijk overkomt, belooft hij de zaak nader te zullen laten onderzoeken. Bij zijn terugkeer te Camelot wordt hij door een bedrukte Merlijn opgewacht, die hem waarschuwt voor de wraak van de duivelse Qrandar, aartsvijand van de toekomstige koning Parcifal (album 51: Excalibur). Speciaal voor deze situatie wordt zelfs de eerste Ronde Tafel-bijeenkomst sinds de dood van Koning Arthur belegd, waarin besloten wordt dat de ridders elk op eigen kracht de Zwarte Magiër zullen trachten te achterhalen. Johan wenst niet tussen vier muren opgesloten te blijven, maar zijn wapenmakkers Lancelot en Carlioen van Detmold staan erop hem te vergezellen. Koppig en eigenwijs als hij is, besluit Johan alleen de confrontatie met Qrandar aan te gaan, niet wetende dat hij daarmee zijn noodlot tegemoet rijdt. Op zijn tocht komt hij aan in een overvolle herberg, waar een minstreel zijn aandacht weet te trekken met de droeve ballade van de gevangen deerne Astra in de watermolen. Johan nodigt de man uit voor een beker wijn aan zijn tafel en deze verzekert hem dat de ballade op wate feiten gebaseerd is, maar durft in de herberg niet voluit spreken. Johan zoekt hem 's nachts op zijn kamer op, maar dan blijkt hij reeds met de noorderzon vertrokken zijn. Hij heeft echter zijn luit achtergelaten met een verwijzing voor Johan om eens naar de binnenkant van het instrument te kijken. Daarop is een schilderij te zien van de watermolen en een portret van de (hoe kan het ook anders?) beeldschone Astra. Wanneer de ridder ook nog eens gekweld wordt door een nachtmerrie waarin een wanhopige Astra hem om hulp roept, wordt het hem te machtig en nog diezelfde nacht verlaat Johan de herberg om de waarheid achter de ballade te ontdekken.
De Rode Ridder #51: Excalibur. (Standaard Uitgeverij) (1994)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Het verhaal begint met de aankomst van Johan en Lancelot bij de ruïnes van Camelot. Als ze daar aankomen, komt er ook een stoet huifkarren en lastwagens aan met bouwmaterialen en ambachtslieden. De stoet wordt aangevoerd door Merlijn, Parcifal, Kendall en zijn dochter Yolande. Na De Terugkeer is het tijd voor de wederopbouw van het land en Merlijn heeft bouwplannen meegenomen om Camelot te herbouwen. Een aantal arbeiders vindt vervolgens de overblijfselen van de Ronde Tafel, en Johan besluit dat, als begin van de wederopbouw, deze als eerste gezuiverd moet worden. De volgende ochtend maken Johan en Lancelot een verkenningstocht en ze praten over de bijna voltooide opleiding van Parcifal. Als ze bij een smal bruggetje aankomen en deze willen oversteken, rijdt op de brug een ridder tegemoet, die hen na een gesprek, doorgang verleent door met zijn paard van de brug in het ondiepe water te springen. Johan en Lancelot stellen zich voor aan de ridder en deze blijkt Carlioen van Detmold te zijn. Hij is afgereisd na geruchten over een nieuwe toekomstige koning, en hij stelt dat Parcifal op zijn zwaard kan rekenen. Carlioen rijdt mee naar Camelot en biedt zijn zwaard aan de toekomstig koning aan. Een groep ruiters komt vervolgens aanrijden en het lijkt op het eerste gezicht een bedreigende situatie. Yolande toont gevoelens voor Parcifal door hem te waarschuwen, maar vervolgens blijken de ridders te zijn gekomen om hun diensten aan Parcifal aan te bieden. In de komende weken scharen zich steeds meer edelen en ridders achter Parcifal, totdat er een onbekende ridder opdoemt. Merlijn maakt duidelijk dat deze ridder niet welkom is, waarop de ridder een zwaard in de Ronde Tafel steekt. De ridder rijdt tot buiten de ruïnes, die inmiddels al weer aardig opgebouwd zijn, en laat een deel van de pas voltooide ridderzaal instorten.
De Rode Ridder #50: De terugkeer. (Standaard Uitgeverij) (1994 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Na Merlijns dringende oproep, reist de Rode Ridder terug naar Engeland. Hij is vergezeld door Malivar, een vertrouwensman van heer Kendall (zie album "Het Testament"). In Engeland zou een groot onheil voor Parcifal dreigen zo heeft Merlijn voorspeld. Alleen Johan zou het ergste kunnen voorkomen. Voor de kust zien ze een drakkar. De beide ridders schenken er verder geen aandacht aan en zetten hun tocht verder door de duinen. Ze besluiten in een herberg in de haven nog wat te eten alvorens in te schepen voor Engeland. Plots komt een groep Noormannen de herberg binnen die onmiddellijk mot zoekt met Johan en Malivar. Ondanks de overmacht verloopt de strijd in het voordeel van de twee ridders die hun aanvallers uit de herberg drijven. Malivar wordt tijdens het gevecht echter dodelijk gewond en sterft. Johan spoedt zich naar de steiger waar zijn schip wacht. Het lijdt geen twijfel dat de Noormannen de terugkeer van Johan willen verhinderen
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #49: Met masker en zwaard. (Standaard Uitgeverij) (1985 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
In het woud heeft Johan een vijandige ontmoeting met de Duivel en de Dood. Het blijken Balor en Heinz, als dusdanig verklede leden van een bont toneelgezelschap te zijn. Johan maakt ook kennis met de andere leden van de groep: Wilhelm, de leider van het gezelschap, Hannelore, zijn knappe dochter en Kurt, de gebochelde dwerg. Hij gaat in op hun verzoek om mee naar de jaarmarkt te gaan om daar samen met hen als luitspeler op te treden. Als Johan na de optredens over de markt wandelt, merkt hij dat een mooie jonkvrouw lastig gevallen wordt door een krachtpatser. De Rode Ridder grijpt echter kordaat in en verneemt van de jonkvrouw dat zij op zoek was naar de toneelspelers om in de burcht van haar vader op te treden. Johan keert terug naar het kamp van de toneelspelers en hoort Balor en Wilhelm een geheimzinnig gesprek voeren. Johan wil Balor volgen om meer te weten te komen maar een mes plant zich net boven zijn hoofd . Kurt, de dader van deze aanslag, spoedt zich naar Wilhelm om verslag uit te brengen. Ook Johan meldt zich vervolgens bij Wilhelm met het verzoek van de burchtheer. Wilhelm aanvaardt met enthousiasme, maar als Johan vraagt waar Wilhelms kompanen zich bevinden, liegt hij vlakaf.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #48: De voorspelling. (Standaard Uitgeverij) (1994 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De zon gaat reeds onder wanneer Johan aan de Rijn een sierlijk vaartuig ziet naderen. Een vrouw gaat aan land en strooit wit poeder om zich heen, een ritueel van heksen die nieuw land betreden, en Johan besteedt er verder ook geen aandacht aan. Het wordt nu snel donker en Johan besluit te overnachten, tot hij plots een gerucht hoort. Zo maakt hij kennis met het meisje Christl, van de Reigershoeve, en haar hondje Fuxi. Als Christl en Fuxi naar huis gaan stoten ze op een zigeunerkamp, waar ze een jonge vrouw zien die water haalt in de Rijn, terwijl haar kind aangevallen wordt door een slang. Fuxi valt de slang meteen aan, en voor de slang kan reageren slingert Christl de slang met een stok de lucht in. Als dank wil de zigeunerin de toekomst voorspellen van het meisje, maar als ze Christls handpalm bekijkt schrikt de zigeunerin en ze besluit Christl naar huis te brengen. De zigeunerin waarschuwt Ingeborg, de moeder van Christl, voor gevaar en een vrouw in het zwart.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #47: De weerwolf. (Standaard Uitgeverij) (1994 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
De Roder Ridder zwerft door Duitsland en tekt door het zwarte woud. Daar ontmoet hij het mooie herderinnetje Hildergarde. Een wolf heeft haar kalfje het struikgewas ingesleurd. Johan besluit het meisje te helpen en zoekt het kalfje. Even later vinden er het dier doodgebeten in het struikgewas. Johan brengt Hildegarde naar huis; Ze woont met haar vader aan de rand van het bos. Een zekere Rolf heeft een boerderij een paar kilometer verderop. Hij maakt Hildegarde al jaren het hof. Zonder succes. Het is Rolf die de Roder Ridder uitnodigt om iets te gaan drinken in de plaatselijke herberg. Daar hoort Johan voor het eerst over 'de weerwolf', een kasteelheer die Von Gierling heet. Door een ziekte heeft Von Gierling een lelijk, behaard gezicht. Daardoor lijkt hij wel wat op een soort wolf en de bevolking schuift hem allerlei onfrisse zaken in de schoenen. Johan besluit te onderzoeken in welke mate kasteelheer Von Gierling effectief de misdaden van de weerwolf gepleegd kan hebben. Hij zoekt de man op en deze biedt hem onderdak aan. Von Gierling woont met zijn oude, vreemde huishoudster in het kasteel. 's nachts verlaat hij de veilige kasteelmuren om door de bossen te dwalen. Johan vraagt zich af wat Von Gierling 's nachts in de bossen te zoeken heeft. Zou hij toch iets te maken hebben met de weerwolf ? Ook Hildgarde stelt zich vragen. Wie komt haar 's nachts van in de struiken serenades brengen?
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #46: De Lorelei. (Standaard Uitgeverij) (1994 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Nadat Johan in het vorig avontuur, De Hamer Van Thor, naar het hedendaagse Duitsland gestuurd werd, besluit Johan daar nog even rond te zwerven. Wat opvalt is dat in deze verhalen enkele mythes en legendes worden opgerakeld. Daar waar vorig album, zoals de titel het zegt, over de hamer van Thor ging, en het volgend album over een weerwolf, gaat het dit album over de alom bekende legende van de Lorelei, de sirene die boven op een rots langs de Rijn met haar gezang schepen naar haar toe lokte en op de klippen liet lopen. Met dit gegeven begint het album ook: wanneer Johan aan een schipper vraagt om hem naar de overzijde te varen, waarschuwt de schipper hem en vertelt hij Johan de legende van de Lorelei. Johan neemt dit echter niet serieus op en zwerft verder. Wanneer s avonds de mist komt opzetten besluit hij te overnachten tegen een boom. Wanneer hij ingedommeld is, schrikt Johan opeens wakker door het gezang van een vrouw. Meteen wordt hem duidelijk dat het van de Lorelei komt. En dan gebeurt een drama: een voorbijvarend schip hoort het gezang en vaart op de klippen af. Johan rent nog naar het schip om hen te waarschuwen voor het gevaar, maar door de dichte mist valt hij en voor hij zijn bewustzijn verliest ziet hij het schip op de klippen lopen.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Dit verhaal is samen met de albums #44 & 45 ook verschenen in Luxe album op het A3 formaat en in zwart-wit, waarvan er maar 350 exemplaren van zijn gedrukt.
De Rode Ridder #45: De hamer van Thor. (SC + Luxe) (Standaard Uitgeverij) (1994 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Parcifal wordt op het slot van heer Kendall door Merlijn voorbereid op het koningschap. Wanneer hij samen met Johan Merlijn bezoekt, heeft de magiër een visioen. Daarin ziet hij hoe een dode, zwartgeblakerde man voor een burcht aan de Rijn ligt. Plotseling wordt de burcht in vuur en vlam gezet door een zwevende hamer. Merlijn legt naderhand uit dat het de hamer is van de Germaanse dondergod Thor. Hij vreest dat het een gevaarlijk dodelijk wapen kan zijn en vraagt de Rode Ridder het op te sporen. Johan gaat op weg, maar onderweg, in een woeste streek, wordt hij belaagd door kleine trollen. Hij wordt gered door Kroda, de meester der trollen, die bereid is de ridder te helpen de hamer te vinden mits hij de magische speerpunt van de dwergen terugbrengt. Dit nooit missende wapen is gestolen door amazones, een groep gewapende en levensgevaarlijke vrouwen. Johan laat zich niet afschrikken en stemt toe. Kroda vertelt hem dat ene Mogular, de Rijnvisser, de hamer in zijn bezit heeft. Hij is te vinden langs de Rijn.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Dit verhaal is samen met de albums #44 & 46 ook verschenen in Luxe album op het A3 formaat en in zwart-wit, waarvan er maar 350 exemplaren van zijn gedrukt.
De Rode Ridder #44: Drie huurlingen. (SC + Luxe) (Standaard Uitgeverij) (1994 & 2006)
Tekst & tekeningen: Karel Biddeloo.
Johan, Lancelot en Parcifal zijn op weg naar de burcht van heer Kendall. Langs de weg bemerken ze een vervallen hut en besluiten om daar de nacht door te brengen. Even later sluipt er een landloper behoedzaam voorbij, die het gesprek van onze vrienden afluistert. Hij vangt iets op over de nieuwe koning en gaat op weg naar heer Wardon omdat hij weet dat dit nieuws hem klinkende munt zal opleveren. Even later komt de man aan bij de burcht van heer Wardon en vertelt deze wat hij gehoord heeft. Deze geeft de landloper de opdracht om onze vrienden te bespieden en een spoor na te laten voor de volgende krijgsbende. Enkele uren later heeft de landloper onze vrienden ingehaald. Opeens blijft Johan staan, hij licht zijn vrienden erover in dat ze gevolgd worden, en ze besluiten in een hinderlaag te gaan liggen. De landloper loopt in de val en is ingesloten langs alle kanten. Opeens horen ze dat er iets mis is met de paarden. Door de verwarring slaagt de landloper erin te ontsnappen en onze vrienden haasten zich al snel naar de paarden. Daar aangekomen zien ze de paarden net verdwijnen, gestolen door rovers. Johan heeft echter nog een verassing voor hen, hij fluit even op zijn vingers. Zijn paard komt al snel terug naar zijn meester en werpt zijn berijder voor diens voeten neer. Johan besluit dat de dief een lesje verdient en daagt hem uit tot een vuistgevecht. De kolos verliest al snel het pleit en blijft versuft liggen. Even later wordt Parcifal aan een boom gespijkerd door een pijl en wordt Lancelot ontwapend door een zweep. De kolos die reeds bij zijn positieven is komt tussenbeide en stelt zijn vrienden voor de paarden terug te geven. Johan stelt hen voor bondgenoten te worden, wat het drietal afslaat. Als het drietal zijn weg verder zet hoort Lancelot plots ruiters. Vanuit de bossen merken onze vrienden de landloper op aan het hoofd van een gewapend escorte.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Dit verhaal is samen met de albums #45 & 46 ook verschenen in Luxe album op het A3 formaat en in zwart-wit, waarvan er maar 350 exemplaren van zijn gedrukt.
De Rode Ridder #43: Parcifal. (Standaard Uitgeverij) (1990 & 2006)
Tekst & tekeningen: Willy Vandersteen.
Na de dood van koning Arthur is het land in anarchie hervallen en Johan en Lancelot hebben de opdracht gekregen om Parcifal te gaan halen, opdat deze zo snel mogelijk tot koning kan worden gekroond. Parcifal is als kleine jongen ondergebracht in een pleeggezin, ver weg van de boze buitenwereld; het was koning Arthurs grootste wens dat zijn zoon zou opgroeien in een vredevol klimaat tot het mogelijk was ooit te kunnen regeren zonder wapens. Parcifal is dus nooit in contact gekomen met wapengekletter, edelmoedige ridders of oneerlijke rabauwen en dat laat zich ook merken: hij wordt voorgesteld als een goedgelovige, dromerige jongeman die zijn dagen vult met het hoeden van schapen, een jongeman die nog niets van de wereld heeft gezien op enkele schapen en landbouwers na.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De Rode Ridder #42: Het testament. (Standaard Uitgeverij) (1990 & 2006)
Tekst & tekeningen: Willy Vandersteen.
Het verhaal begint in een herberg in Sussex, waar de vogelvrijverklaarde Cymm en zijn bende binnenvallen om te feesten vanwege een geslaagde overval op een konvooi van heer Kendall, wiens dochter Yolande ze tevens ook ontvoerd hebben. Wanneer ze ongemanierd proberen het meisje te laten dansen, mengt een gast van boven zich in het conflict. Het is onze held, Johan de rode ridder. Hij en Cymm kruisen de zwaarden en deze laatste moet het onderspit delven tegen onze held. Hij zegt tegen Cymm dat hij zijn leven zal sparen als deze zijn roversbestaan opgeeft. Cymm maakt hem duidelijk dat heer Kendall hen geen keuze laat, de mensen worden sinds de dood van de koning behandeld als slaven en worden zo gedwongen buiten de wet te leven. Johan vertelt hem dat hij heer Kendall op zijn plichten zal wijzen, hetgeen Cymm betwijfelt of het gaat lukken.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
De detective zonder naam. (SC) (Uitgeverij Oranje n.v.) (1990)
Tekst: Mignacco --- Tekeningen: Massimo Rotundo.
"Onmiddellijk na mijn aankomst in deze stad kocht ik me een dagblad. Het nieuws van rechter Prescotts dood haalde de voorpagina. Volgens deze krant was de moord dichtbij de Palermo gepleegd. De Palermo was er een algemeen bekende 'speakeasy'. En de redacteur van dit artikel vroeg zich ietwat verbouwereerd af waarom de politie niet in die richting de dader zocht."
De Rode Ridder #41: De laatste droom. (Standaard Uitgeverij) (1990 & 2006)
Tekst & tekeningen: Willy Vandersteen.
Nadat een zware crisis in het bondgenootschap van de ridders van de Ronde Tafel bezworen is (40: DE BARST IN DE RONDE TAFEL), tracht Merlijn de Tovenaar via bezweringen de ware identiteit achter de machtige, nieuwe vijand van de koning en zijn trouwe volgelingen te achterhalen. Uiteindelijk verschijnt Bahaal, de Prins der Duisternis, hem in een visioen en voorspelt hem het einde van het tijdperk van Koning Arthur en het begin van een magische strijd tussen de Zwarte en de Witte Magie, een thema dat later als een rode draad doorheen de meeste verhalen zal lopen. Via een vorm van hypnose tracht de Zwarte Magiër Merlijn op de knieën te dwingen, maar de oude tovenaar weet zich te redden door gebruik te maken van een magisch amulet. Hierop brengt hij Koning Arthur en diens gemalin Guinevere op de hoogte en bezweert hen dat ten allen koste vermeden moet worden dat het zwaard Excalibur in handen van de Duistere Prins zal vallen. Hierop wordt de bewaking in en rond Camelot stevig opgetrokken, maar via een handige truuk slaagt Bahaal er toch in om het zwaard te roven. Drie handlangsters van hem, één oude vrouw en twee zogenaamd blinde jonge vrouwen, krijgen van ridder Lancelot onderdak in een jagershut in het woud. Via een geheime gang slagen zij er echter in om door te dringen tot aan het zwaard bewaakte zwaard Excalibur en nadat ze de bewakers met een soort slaapgas hebben uitgeschakeld, verdwijnen ze met het zwaard naar hun Duistere Meester.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
In Camelot heerst groot optimisme. Koning Arthur is er in geslaagd de vrede met een buurstaat te bewerken met alleen de kracht van het woord Een groot feestmaal wordt aangericht, maar Merlijn acht het moment zeer ongeschikt, daar ongunstige voortekenen Camelot bedreigen. Het plotselinge ontstaan van een barst in de Ronde Tafel, vlak voor de zetel van Arthur, is voor iedereen een grote schok. De koning laat het feest desalniettemin doorgaan. Dan meldt zich een troubadour aan, Meldor, en hij oogst groot succes bij de feestgangers. Arthur verzoekt hem zelfs voor hem en Guinevere alleen te zingen in hun koninklijk vertrek. Merlijn waarschuwt zijn koning nogmaals en geeft hem een amulet ter bescherming. Dat blijkt al snel heel nuttig, want dankzij deze amulet is de pijl die Arthur in de borst treft niet dodelijk. Johan en Lancelot onderzoeken de aanslag en stellen vast dat de luit van de troubadour het gebruikte wapen moet zijn geweest. Meteen gaan ze op zoek naar Meldor die kort daarna, in zijn poging te ontsnappen, ongelukkigerwijs recht in het zwaard van Lancelot loopt. Aan de hand van de dode vinden de ridders een zonderlinge ring, die zij door Merlijn laten onderzoeken. Die ontdekt in de ring een magisch teken dat hij niet kent In de zadeltas van Meldor zit ook nog een kruik van een soort die Heer Pelinore laat maken. Merlijn stuurt Johan en Lancelot naar Pelinore om meer over Meldor te weten te komen en gaat zelf proberen de betekenis van het teken te achterhalen.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Wanneer Johan , de Rode Ridder, op een inspectietocht de streek Cambor bereikt, leven de arme bewoners in de ban van angst en verwarring door de mysterieuze verdwijning van enkele boeren. Men verdenkt een monster dat in de moerassen leeft. Johan meldt zich bij de burcht van Cambor, die bewoond wordt door vrouwe Herzel en haar zoon Orlis. Orlis had zojuist al zonder succes een poging gedaan het monster te doden maar aangeslagen keerde hij terug. Met de Rode Ridder keert hij de volgende nacht terug naar het moeras en samen slagen ze er nu wel in het logge monster te verslaan. De zaak lijkt nu al opgelost en Johan vervolgt zijn weg. Maar kort na zijn vertrek ontdekt hij het lijk van een van de verdwenen boeren. Het lichaam draagt ketenen en ook sporen van wit gruis en dus kan de boer geen slachtoffer zijn geweest van het monster. Het witte gruis brengt de ridder op het spoor van een kalkstenen toren die zich stroomafwaarts bevindt. Hij onderzoekt de ruïne van de toren, vindt niets bijzonders maar wordt dan plotseling belaagd door een haveloze kerel. Johan ontsnapt aan de aanslag maar de dader weet te ontvluchten.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Tekst: Stephen Desberg --- Tekeningen: Enrico Marini.
Matthew Montgomery, een vijftiger, heeft een belangrijke functie op het ministerie van Defensie in Washington. Hij is een gerespecteerd man, met een hoog plichtsgevoel. Zijn ambitie is van Amerika een grote beschaafde natie te maken. Die ambitie is het belangrijkste doel in zijn leven. Zelfs zijn vrouw en dochter (die hij misprijst) kunnen hem niet van gedachte veranderen. Maar wanneer hij thuiskomt en hun verminkte lijken aantreft, is Matthew kapot. Vanaf dan heeft hij nog maar één obsessie: de daders vinden en hun motief kennen.
We vinden Johan, de Rode Ridder terug terwijl hij zich verfrist aan een meertje. Wat verderop staat een hinde haar dorst te lessen. Plots wordt ze onder water getrokken door een onbekende oorzaak en wat later kleurt het water rood van het bloed. Johan springt in het water om deze vreemde gebeurtenis te onderzoeken, maar hij ontdekt niets. Hij rijdt dan maar verder, nog steeds onder de indruk van de gebeurtenissen, tot hij plots twee vrouwen ziet die door een woeste menigte achtervolgd worden. De oudste van de twee wordt van haar ezel getrokken en de mannen willen haar op de brandstapel brengen. Johan komt tussenbeiden en verbiedt dit. Eén van de mannen, die Jongar blijkt te heten en smid is, vertelt dat Cunard, de jonge slotheer, die morgend gestorven is en dat Celia, de heks, dat voorspeld had. Johan houdt hardnekkig vol en om bloedvergieten te vermijden besluit hij om zich met Jongar te meten. Johan komt bij deze worstelpartij als winnaar uit de bus en hij begeleidt de twee vrouwen naar de hut van Celia. In de hut vertelt Dinah, de jonge vrouw, dat ze familie is van Celia en dat ze naar de streek gekomen is om haar te verzorgen, want ze is erg ziek. Die nacht sterft Celia en Dinah keert terug naar haar dorp. Johan besluit de burcht te bezoeken waar Cunard gestorven is.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.
Het verhaal begint wanneer onze held een oude dame wil ontzetten van een woeste ever, maar hij in het nauw komt en dreigt gespietst te worden op de scherpe hoorns. Opeens werpt er zich een jonge knaap uit de bomen op de ever en schakelt deze uit met enkele rake messteken. Als onze held zijn redder om zijn naam vraagt verdwijnt deze gezwind als een hinde in het woud. Van het oude vrouwtje verneemt Johan echter dat de mensen hem de schim noemen en dat hij een hartstochtelijk jager is. Als Johan even later zijn paard wil bestijgen ziet hij in de verte hoe het oude vrouwtje ruw aangevallen wordt door 2 mannen, dit omdat ze hout sprokkelt in het woud van vrouwe Rosane. Onze held mengt zich in de twist en geeft de opzichter Baldwin en zijn gezel een stevig lesje. Even later, wanneer het zwaard van Johan op Baldwins nek rust verschijnt vrouwe Rosane op het toneel die als verontschuldiging voor het gedrag van haar dienaren Johan gastvrijheid biedt in haar burcht. Dit tot onvrede van Baldwin.
Hieronder de herdruk-editie van het origineel die aangeboden werd bij de kranten 'Het Nieuwsblad', 'Het Volk' & 'De Gentenaar' in 2006.