Deze gedachte maakte me doodsbang, ik zou mijn kinderen nooit ook maar met één vinger hebben aangeraakt. Waar kwam dit dan vandaan ? Waarom kon ik niet zoals zoveel andere mama's de boel nu maar de boel laten en gewoon genieten van het prille moederschap ? Ik had mezelf niet meer onder controle. Het werd zo erg dat ik mezelf niet eens meer kon vertrouwen.
De drukte die in huis heerste, maakte me gek. Elk klein geluid, kwam binnen als een sloophamer die de kamer doorboorde. Fel licht en felle geuren, kon ik niet meer verdragen. Ik sloot mezelf op in mijn kamer als een kluizenaar en Ronny nam grotendeels de zorg van de kinderen op zich. Hij zag dat het niet goed met me ging en maakte zich ook steeds meer zorgen. Er volgde een herhalend patroon. Ik viel in slaap, werd na een aantal uur weer wakker met hartkloppingen, ademhalingsproblemen en een enorm schuldgevoel. De uren die ik had geslapen, had ik kunnen doorbrengen door mijn huishouden te doen. Mijn hoofd voelde aan als een tikkende tijdbom. Destructieve gedachtes stapelde zich op en vormde een front tegen mezelf. Ik stond op en begon op te ruimen net als een voorgeprogrammeerde robot, proberend de angstaanvallen op deze manier terug onder controle te krijgen.
Mijn huisarts schreef me het voorlopige wondermiddel" Xanax", een kalmeringsmiddel, voor en verwees me met enige voorzichtigheid door naar de moeder-baby eenheid in Zoersel. Deze eenheid ving moeders met hun baby tijdelijk op. Hij had het vermoeden dat ik kampte met een postpartum depressie, ook wel gekend als een postnatale depressie. Mijn sombere stemming, de angsten, de schuldgevoelens en de vermoeidheid waar geen einde aan leek te komen, het waren allemaal tekenen die erop wezen. Toch kon en wou ik niet geloven dat ik hieraan leed. Mijn kinderen betekende alles voor me. Ik leefde voor hen, ze stonden in het teken van mijn bestaansrecht. Ronny sprak me moed in en vond dat ik me toch beter kon aanmelden voor een gesprek. Diezelfde dag nog, maakte ik een afspraak voor een intake gesprek.
Weken gingen voorbij en het ging alsmaar slechter met me. Eten deed ik nog amper, slapen des te meer. Maar hoeveel ik ook sliep, hoeveel dromen ik ook doorworstelde, ik bleef uitgeput en futloos. Levend van Xanax op Xanax, probeerde ik de dagen door te komen. Gevoelens van vreugde, geluk of verdriet, kende ik niet meer. Mijn lichaam functioneerde op automatische piloot.
Toen ik op een ochtend de fiets nam richting de bakker, flitste er allerlei nare gedachtes door mijn hoofd ; " Als ik nu m'n ogen sluit en doorrijd, wordt ik vast gegrepen door een auto en is alle pijn voorbij ! Niemand zal je missen , iedereen is beter af zonder jou , vooral je kinderen ,.. enz". Ik geloofde elk woord dat ik hoorde en was er heilig van overtuigd dat iedereen inderdaad beter af was zonder mij. Ik verloor de volledige controle over mijn lichaam en dacht echt dat ik elk moment onder een auto zou fietsen.Ik had het gevoel dat mijn lichaam niet meer aan mij toebehoorde en de controle overnam. Rillend van angst en met de tranen in de ogen, overhandigde ik Ronny het brood en stortte in. Het was niet langer veilig, ik was een gevaar geworden voor mezelf en nog slechts een schim van de persoon die ik ooit was geweest . Maar had deze persoon eigenlijk ooit bestaan ? Wie was Chloe ? Waar hield ik van, wat maakte mij gelukkig ? Ik kon geen enkel van deze vragen beantwoorden. Een eindeloze leegte en een intens diep verborgen verdriet, lagen verscholen in het diepste van mijn zijn.
Twee weken later, kon ik naar het intake gesprek gaan in Zoersel. Ronny ging mee om te vertellen hoe de laatste 5 maanden verlopen waren en om erop toe te zien dat er gepaste hulp kwam. Er werden allerlei vragen gesteld . Wat mijn verwachtingen waren van de moeder-baby eenheid, welke hulpvraag ik had, of Yulian te vroeg geboren was, of hij veel huilde,.. enz. Ik antwoordde op al deze vragen zonder ook maar enige vorm van emotie. Het enigste wat ik niet durfde te vertellen, waren de gedachtes die in mijn hoofd rondspookte over het loslaten van Yulian in bad en mijn verlangen naar eeuwige rust. Het was dan ook Ronny die in alle eerlijkheid deze onderwerpen op tafel gooide . Tranen van schaamte rolde over mijn wangen en bezorgde me schuldgevoelens. Ik moest wel een hele slechte moeder zijn die zelfs geen recht meer had om ook maar in de buurt van haar kinderen te mogen komen. Wat als dit team van mensen, me ontoerekeningsvatbaar verklaarde en ervoor konden zorgen dat de kinderen werden geplaatst ? Een gekend wantrouwen, deed me bijna in paniek schieten.
De psychologe keek me begrijpend aan, ze zag direct dat de situatie ernstig was. Ernstig genoeg om een opname met Yulian erbij in overweging te nemen. Het kon gelukkig allemaal heel snel gaan, waardoor ik, binnen een tijdspanne van een week, kon starten met therapie. Ronny zou thuis achterblijven met de drie kinderen en ik zou samen met Yulian terug tot rust proberen te komen. Ondanks alle angsten en onzekerheden die er waren, was ik ook opgelucht dat er gehoor gegeven werd aan de situatie en dat er hulp kon geboden worden. Ik kon enkel maar hopen dat Ronny, ondanks zijn rug-problematiek, de zorg voor de 3 kinderen en het huishouden, aankon.
Met Yulian in mijn armen, nam ik afscheid van Ronny en de kinderen. Ik had mijn uiterste best proberen te doen om aan Maité en Ilana uit te leggen waarom mama voor een tijdje weg moest gaan. Ik vertelde dat mama ziek was en geholpen moest worden. Hoe kon ik anders dan op deze manier aan een kind proberen duidelijk te maken wat er allemaal aan de hand was ? Het deed pijn om hen achter te laten , pijn om te zien en toe te geven dat het me teveel werd, pijn om toe te moeten geven dat ik te zwak was om het leven dat ik leed aan te kunnen.
Een korte rondleiding op de afdeling moeder-baby, werd gegeven. Er was een grote keuken waar wel tientallen papflessen klaarstonden en mama's die druk bezig waren met koken. In de woonkamer, stond een grote eettafel met kinderstoelen aan, een kleine tv, 2 salontafels en aparte zeteltjes waarin je kon zitten. Nog verder door, was er een speelruimte voor de allerkleinste met speelmatten, wipstoeltjes en dozen vol met speelgoed in. Er was plek voor een tiental moeders samen met hun baby. De leeftijden van deze kinderen varieerden van pasgeboren tot bijna 1 jaar oud. Yulian was op dat moment net 5 maanden oud geworden. Toen ik mijn kamer te zien kreeg, viel me meteen op dat er een kinderbedje ontbrak. Ik sprak de verpleegster hierover aan. Ze wist me te vertellen dat de baby's apart sliepen van de mama's, in een ruimte met een zestal babybedjes. Er was een deur die op slot werd gedaan met enkel een groot raam waar je door kon kijken. Deze deur kon enkel maar geopend worden via een magnetische badge door het personeel dat er werkzaam was. Dit antwoord overviel me wel een beetje. 5 maanden lang, had ik ook maar geen minuut van de zijde van Yulian geweken en nu moest ik hem te slapen leggen bij andere kinderen en werd de deur op slot gedaan ? Het was op z'n minst wat je noemt wennen aan de hele situatie. Ik voelde me allesbehalve goed bij het idee dat ik niet constant bij Yulian aanwezig mocht zijn.
Elke mama had een babyfoon bij zich waarop te horen was of de baby sliep of wakker was. Op de afdeling waren er zeker een tiental aanwezig die op een rijtje naast elkaar stonden in een lader. Ook ik kreeg een babyfoon overhandigd waarop ik Yulian horen kon . In de eerste week van mijn verblijf, moest ik vooral proberen tot rust te komen en had ik de mogelijkheid om vanop een afstand, mee te kijken naar de therapieën die werden gegeven. Zo was er het speeluurtje waarop mama's begeleid werden in het spelen met hun kleine uk. Contact maken tussen moeder en haar baby en de baby's met andere baby's, was hier het opzet. Ook was er een sessie waar er babymassages werden gegeven. Hier werd er aan de mama's geleerd hoe ze haar baby op een zachte manier kon masseren en lichaamscontact kon maken. Buiten deze therapieën was er ook een psychologe waar je wekelijks op gesprek kon komen en had je contact met een individuele begeleider die je toegewezen kreeg.
Ik herinner me nog goed dat ik de eerste week vooral erg veel sliep. Ondanks dit, probeerde ik op elk vrij moment om te gaan kijken door het grote glazen raam waar Yulian te slapen lag. Vanaf het ogenblik dat hij ook maar een geluidje maakte, vroeg ik om de deur te openen om hem terug bij me te hebben. Ik kreeg een vast schema in handen waarop de uren stonden genoteerd waarop pap gegeven moest worden aan. Ook voor Yulian was het allemaal een beetje wennen, de drukte, de vele andere gezichten die hij te zien kreeg, de vrouw van de nachtdienst die pap gaf aan hem, een vast schema waarop hij moest eten,contact met andere baby's , .. enz.
Tijdens mijn opname op de moeder-baby eenheid, werd Yulian vaak ziek. Door het in contact komen met andere kinderen ,werd zijn immuniteit sterk op de proef gesteld. De ene oorontsteking volgde de andere op, een infectie op de luchtwegen en ook het rsv virus dat de ronde deed op de afdeling, deed geen goed aan de hele situatie. Vaak moest ik met Yulian naar het aangrenzende ziekenhuis op consultatie gaan en soms moest ik er ook blijven overnachten. Het vroeg ontzettend veel energie van ons beide om telkens over en weer te moeten gaan en af te wachten wat het resultaat was. Iets in mij wist dat er iets niet in orde was met zijn immuniteit. Toch wezen de labo-testen aan dat zijn immuniteit wat aan de lage kant was, maar toch niet alarmerend.
Tijdens één van de vele gesprekken met de psycholoog, kwam vooral mijn angst aan bod dat Yulian aan autisme zou lijden. Niets wees erop dat dit het geval was, maar toch overheerste er een grote angst om dit een tweede keer te moeten meemaken. De psycholoog probeerde me gerust te stellen dat alles in orde was met Yulian . Maar hoezeer ik haar ook wou geloven, toch bleef het moeilijk om vertrouwen te krijgen hierin. De diagnose die bij Killian gesteld was en die me zo had geraakt, maakte dat ik deze fout geen twee keer zou overdoen. Als er ook maar iets mis was met Yulian, dan was ik de eerste die het zou opmerken en niet iemand anders.
Stelselmatig maakte ik contact met de andere moeders op de afdeling. één voor één, kampte deze vrouwen met oververmoeidheid en waren ze veel te lang blijven doorgaan tot ze uiteindelijk niet meer konden. Ik herkende mezelf in de vele verhalen die werden verteld. Hoe moeilijk het was om je kalmte te bewaren bij een huilbaby, de onmacht die je voelde als mama om niets te kunnen doen wanneer je kindje pijn had , het gevoel van gevangen te zitten tussen de papflessen en pampers , de sociale contacten die wegvielen. Ik kreeg een band met een aantal mama's . Vrouwen die allemaal hun uiterste best deden om te vechten tegen een depressie die zich meester had gemaakt over hen. Vrouwen naar wie ik stiekem opkeek omdat ze allemaal uniek en prachtig waren in de persoon die ze waren.
Na drie maanden op de moeder-baby eenheid te hebben verbleven, voelde ik dat het contact tussen Yulian en mij hechter geworden was. Ik kon terug voorzichtig genieten en spelen met hem. Zelfs een babymassage geven, deed me deugd. De vermoeidheid was nog niet helemaal verdwenen, maar ik had het gevoel om terug te kunnen functioneren als mama. Toch waren nog niet alle problemen van de baan. Ondanks ik het gevoel had om terug de zorg over mijn gezin over te kunnen nemen, wist ik dat het dringend tijd werd om het verdriet dat ik in het verleden had ervaren en de vele trauma's erbovenop , aan te pakken. Ik koos, na veel overleg met Ronny en de psychologen, er dan ook voor om verder in therapie te blijven gaan . Ronny zou de zorg van 4 kinderen op zich nemen, hulp door een instantie in het huishouden krijgen en ik zou naar een andere afdeling gaan om verdere aangewezen therapie te krijgen. Het zou de afdeling " Monding" worden waar ik op mijn 17de ook al had verbleven.
Monding was gespecialiseerd in Borderline-problematiek, al had ik niet het gevoel dat daar exacte het probleem lag. Toch waagde ik het erop in de hoop weer sterker in mijn schoenen te kunnen staan.
wordt vervolgd
Op de afdeling "Monding", was er veel verandert sinds ik er was vertrokken op mijn 18de verjaardag. Het gebouw, dat vroeger 1 grote afdeling was, was nu opgesplitst in 2 afdelingen, namelijk een gesloten en een open afdeling. Ik had het geluk om in het open gedeelte te mogen verblijven. Er was een schril contrast voelbaar tussen de patiënten en het personeel van waar ik nu verbleef en de patiënten en begeleiding van de moeder-baby eenheid. De mensen die er werkte, waren vele afstandelijker en heerste geen enkele vorm van warmte. Zonder ook maar af te doen aan de werking, de toewijding en de specialisatie van deze mensen, moet ik eerlijk toegeven, dat de overschakeling van de ene afdeling naar de andere, met zo'n enorm verschil in menselijk contact, me enorm hard tegenviel.
Wanneer ik het moeilijk had en me afzonderde op de afdeling moeder-baby , kwam een verpleegster uit zichzelf met me praten en me ondersteunen. Op de afdeling Monding, werd er van me verwacht, dat ik zelf moest aangeven en vragen om een gesprek met iemand. Dit was erg moeilijk voor mij. Toegeven dat ik zwak was en om hulp vragen, was dan ook een werkpunt van me. En als ik zou vragen om een gesprek, was er nog niet eens de garantie dat er onmiddellijk iemand beschikbaar was. Vaak kropte ik dan ook alles op en wachtte ik het moment af dat er een consultatie met de psychologe gepland stond of wachtte simpelweg af tot de heftigheid van mijn emoties was gezakt.
Wat me meteen opviel, waren de mensen die ook opgenomen waren. Een vreemd gevoel van eenheid overviel me. De manier waarop deze mensen praatte, hoe ze de heftigheid van emoties beleefde en hiermee probeerde om te gaan , het was alsof ik mezelf zag staan. Ik kan het niet beter omschrijven dan dat mensen, net zoals dieren waren opgesplitst in rassen en dat ik mijn eigen soortgenoten had gevonden. Zo voelde het voor mij alleszins aan. Ik voelde me begrepen bij deze mensen. Ik begreep waarover ze praatte en welke moeilijkheden ze in het dagdagelijkse leven en in het verleden hadden ondervonden en waarom ze voor deze behandeling hadden gekozen.
De therapieën die we kregen, vond ik vooral heel leerrijk. De cognitieve gedragstherapie, bestond vooral uit het gedeeltelijk vertellen over het verleden , maar de meeste gesprekken gingen over de moeilijkheden die ik ondervond in het heden. Door mijn jeugdtrauma's, zag ik als het ware het leven door een andere kleur van bril en ging ik me daar ook naar gedragen. Dit maakte dat ik vaak uit contact ging met mensen en me afzonderde in mijn eigen rijkelijke fantasiewereld. Vaak kreeg ik ook huiswerk mee , stapels papier waarop ik moest noteren hoe ik me die dag had gevoeld, hoe dit gevoel tot stand was gekomen en wat mijn uiteindelijke gedrag ernaar was. Een soort van veiligheidsplan werd opgesteld waar tips op stonden vermeld hoe ik met bepaalde heftige emoties het beste kon omgaan. Soms was dit afleiding, soms een gesprek met iemand aangaan ,.. enzovoort. Eigenlijk was het grotendeels een opfrissing van wat ik allemaal geleerd had zoveel jaren terug.
Het moeilijkste vond ik het missen van Katrien. Met deze heftigheid aan emoties, wist ik absoluut geen blijf. Ik overwoog na enkele weken opname om dit bespreekbaar te maken met mijn psychologe op monding. Het onderwerp op zich, was voor mij al een enorme opgave. Enkel en alleen omdat dit onderwerp mij me op z'n kwetsbaarst toonde. Ook vertrouwen opbouwen naar iemand die ik, naar mijn gevoel, pas kende, maakte dat ik twijfelde tot op het laatste moment om hier open over te communiceren. Het idee dat er zoiets bestond als " beroepsgeheim", deed me toch de stap nemen.
Ik vertelde de psychologe over een begeleidster waar ik een goed contact mee had en enorm mistte. Opzettelijk verzweeg ik haar naam uit schrik voor eventuele consequenties. De psychologe polste voorzichtig naar haar naam waarop ik telkens de vraag wist te ontwijken. Ik vermelde wel de afdeling moeder-baby, maar verder bleef ik koppig doorvertellen zonder de naam "Katrien" te vernoemen . Tranen werden losgeweekt. Ik hoopte stiekem dat deze psychologe me kon vertellen hoe ik met deze emoties moest leren omgaan. Was er een manier om met dit verdriet om te gaan ? Had ze misschien tijdens haar jarenlange studies, geleerd hoe iemand kon onthecht worden en gelukkig door het leven kon gaan? Ik was er heilig van overtuigd dat deze vrouw het antwoord wist. Na een half uur spreken in tranen, sprak ik uiteindelijk toch haar naam uit. Ik vertelde dat we contact hadden met elkaar op facebook, zoals sommige andere ex-patiënten ook contact hadden met begeleiding na hun ontslag op de afdeling. De psychologe keek me verbaasd aan toen ze dit allemaal hoorde. Zonder ook maar verder naar mijn verhaal te luisteren, gaf ze te kennen , contact op te nemen met de hoofdverantwoordelijke van de moeder-baby eenheid.Ze was ervan overtuigd dat Katrien haar boekje ver te buiten ging en mij daardoor in de problemen bracht . Terwijl ik juist van mening was dat Katrien een belangrijk lichtpuntje in mijn leven was . Ik kon niet geloven wat ik zonet had gehoord. Meende ze dit nu echt ? Zou zij ervoor zorgen dat Katrien problemen kreeg met haar overste ? Hoe zou Katrien reageren op mij en wat met ons contact ?
Ik moest me inhouden om mijn handen niet rond de hals van de psychologe te klemmen. Binnenin kookte ik van woede. Als zij ervoor zou zorgen, dat ik de unieke band die ik me Katrien had opgebouwd weer kwijt raakte, stond ik niet in voor de gevolgen. Ik wees de psychologe verschillende malen op haar beroepsgeheim en dreigde ermee om naar de ombudsdienst te stappen. Met slaande deuren verliet ik het lokaal en liep huilend naar buiten. Ik had zonet de meest domme beslissing in mijn leven genomen, namelijk het in vertrouwen nemen van iemand. Ik had mijn hart uitgestort en gesmeekt om hulp, maar in de plaats daarvan, kreeg ik juist een heleboel problemen. Om dan nog maar te zwijgen over de problemen die Katrien kon krijgen.
Het antwoord liet niet lang op zich wachten . Katrien stuurde me het pijnlijke bericht dat we niet langer contact konden blijven houden . Op de afdeling moeder-baby , had er die dag een vergadering plaatsgevonden over het gebruik van facebook tussen patiënten en hulpverleners. Katrien kreeg op haar beurt te horen dat ze haar boekje te buiten was gegaan en dat het niet getuigde van professionaliteit .
Mijn wereld stortte in. Mijn handen trilde van woede en de tranen waren niet meer te stoppen. In mijn ogen had deze psychologe in slechts één gesprek, me alles ontnomen waar ik naar op zoek was. Een mama waar ik zoveel van hield, een vriendin die me begreep, een vrouw die mijn leven waardevol maakte en me bestaansrecht bezorgde. Maar hoezeer ik ook de schuld in de schoenen schoof van de psychologe, de enige echte schuldige was ikzelf ! Ik was degene die een fout had begaan om in alle vertrouwen te vertellen wat Katrien voor me betekende. Een enorme woede, keerde zich tegen mij . Ik was het niet waard om een dochter te zijn voor iemand noch waard om te leven. Ik wou niet verder met deze pijn . Wat had het allemaal nog voor zin ? Elke begonnen zoektocht eindigde telkens in teleurstelling en pijn.
Diezelfde avond, kraste ik in mijn armen. Het was de enige manier om het innerlijke lijden te omzeilen . Ik vond dat ik gestraft moest worden omdat ik de persoon was die Katrien's werk in gevaar had gebracht en bovendien ook nog eens in verlegenheid. Hoe meer bloed er vloeide, hoe kwader ik werd. Waarom had ik niet het lef om uit het leven te stappen ? Waarom kon ik mijn kwaadheid niet afreageren op die psychologe ? Het waren allemaal vragen waar ik geen antwoord op wist . Niemand kon begrijpen wat het betekende om met dit gevoel van leegte te moeten leven.
Mijn vertrouwen in de afdeling was zodanig beschadigd, dat ik weer volledig in mezelf keerde. Ik weigerde ook nog maar een blik te werpen naar de vrouw die me had verraden. Ik besliste om de therapie nog af te ronden, maar deze keer zou ik nog praten over de problemen die ik ondervond in het dagdagelijkse leven. Niemand zou ook nog maar een glimp opvangen over de ware aard van mijn problemen. Niemand was nog te vertrouwen, zelfs een hulpverlener niet.
Na ongeveer 3 maanden, viel de beslissing dat ik stabiel genoeg was om terug naar huis te keren. Deze beslissing maakte me ongelofelijk angstig. Kon ik de drukte wel terug aan ? Wat als de zelfmoordgedachte weer opkwamen ? Mijn individuele begeleidster stelde me gerust. Ze vond dat ik er klaar voor was , zolang ik bleef oefenen met de technieken die ik daar aangeleerd had gekregen en me hield aan het veiligheidsplan. Elke vezel in mijn lichaam schreeuwde dat ik er nog niet aan toe was. Er werd niets van nabehandeling voorgesteld . Daar stond ik dan, met een koffer in de hand, bevend van angst, onzeker en met de vraag of ik wel klaar was om terug te kunnen functioneren in de maatschappij.
Ronny en de kinderen waren door het dolle heen. Mama kwam terug naar huis en was genezen. De ziekte was overwonnen en iedereen zou nog lang en gelukkig leven . Hun lieve glimlach , hun hoopvolle oogjes en de vele knuffels, deden me met een bang hartje de stap naar huis wagen . Ik had zoveel verdriet en zoveel angst. Ik kon enkel maar hopen dat ze het op Monding bij het rechte eind hadden.
Wordt vervolgd
Een bodemloos bestaan, zo voelde het. Geen aarde onder de voeten hebben en geen enkel vooruitzicht op beterschap. De angstgevoelens en hyperventilatie-aanvallen waren nog steeds prominent aanwezig. Elke vorm van drukte of chaos in huis, deed me huilend naar m'n kamer vluchten. Hoe graag ik ook wou spelen en knuffelen met de kinderen en hoe graag ik ook met Ronny gezellig in de zetel wou liggen om te genieten van ons gezinnetje, het lukte me niet. Ik wou alleen zijn, alleen en in stilte.Urenlang Slapen tot de avond aanbrak en ik me weer een beetje beter zou voelen. Zo verliepen de dagen , elke dag hetzelfde patroon . Opstaan, obsessief beginnen kuisen en opruimen, smeken om stilte om daarna rond de middag , volledig uitgeput mijn bed in te kruipen. Ronny probeerde het te begrijpen. Hij ging zo vaak mogelijk met de kinderen op stap, zodanig dat mama wat kon rusten. Met de beste wil van de wereld, kon ik niet uitgelegd krijgen wat er mis was met mij. Hoe kon ik iets verduidelijken aan Ronny, waar ik zelf niets van begreep of grip op had.
Na slechts 3 weken weer thuis te zijn, doken de zelfmoordgedachten weer de kop op. Enge beelden flitste voor mijn ogen waarop telkens gruwelijke taferelen te zien waren. Ik probeerde deze beelden angstvallig te verdringen, maar ze doken steeds vaker op. Ik was op het punt gekomen dat ik mezelf nauwelijks nog vertrouwde. Scheermesjes, scharen of touw, probeerde ik zoveel mogelijk te doen verdwijnen. wanneer ik alcohol dronk , probeerde ik zodanig veel te drinken dat ik zeker was dat ik in slaap viel en zo geen domme dingen kon ondernemen. Alles was goed om de leegte te verdringen om de pijn en de angsten te onderdrukken. Ik had de meest bizarre dromen , maar ze begonnen allemaal hetzelfde. Een reusachtige houten poort opende zich voor mijn ogen en ik bevond me in een totaal andere wereld. Een wereld waar ik de controle had over het volledige scenario, een wereld waar geen pijn heerste, waar spanning en avontuur op de loer lag, een plek waar een lieve mama woonde die me liefdevol omarmde en zielsveel van me hield. Met mijn armen geklemd rond mijn hoofdkussen, beeldde ik me in dat mijn hoofd rustte op haar zachte schouders. Het gebons van mijn eigen hart, was het ingebeelde geluid van het hart van mijn mama. Wat mistte ik iemand waar ik terecht bij kon. Iemand om mee te praten en te kunnen uithuilen zonder ook maar enige vorm van schaamte. In de realiteit, vertrouwde ik niemand . Zelfs mijn lieve partner die me door dik en dun steunde, durfde ik geen inkijk te geven in mijn belevingswereld. Het was mijn veilige haven, die ik van kinds af aan had opgebouwd en waar enkel plek was voor een moederfiguur. In deze wereld was er geen plaats voor een man of kinderen, want op die plek was ik zelf nog een klein en onschuldig kind .
Mijn huisarts, schreef me verschillende soorten medicatie voor . Telkens moest ik 3 weken of langer afwachten om te kijken of er enige verbetering optrad betreffende mijn gemoedstoestand. Van de ene antidepressiva, kwam ik ettelijke kilo's aan, waardoor ik in paniek schoot en er onmiddellijk mee stopte, van de andere kreeg ik melktoevoer uit mijn borsten, net alsof ik zwanger was. Niets van de tientallen soorten antidepressiva die ik uitprobeerde, leek ook maar te helpen of enige verlichting te brengen. Enkel het onderdrukken van angstgevoelens door middel van Xanax, was al wat hielp. Ik smeekte Ronny om mee te zoeken naar een oplossing. Het was vooral de angst dat ik ongewild een zelfmoordpoging zou ondernemen en daardoor mijn gezin een ongewild trauma zou bezorgen, dat me gek maakte.
De teleurstelling die ik zag in de ogen van de kinderen wanneer ik vertelde dat het nog steeds niet goed ging met mama, brak mijn hart. Ik had niets liever willen zeggen dan dat alles voorbij was, dat mama weer de oude was en we weer gezellig samen dingen konden ondernemen als een hecht gezin, maar het ging niet. Ilana begon onophoudelijk te huilen , Maité werd kwaad omdat ik haar in de steek liet en Killian smeekte me om bij hem te blijven. Hoe graag ik ook wou thuisblijven bij hen, de situatie was ronduit gevaarlijk geworden. Op sommige momenten,had ik zelfs dromen dat ik mijn kinderen mee de dood in nam. Dat alleen al, deed me uit voorzorg kiezen voor een crisisopname. Mijn kinderen en Ronny waren alles voor me. Ik zag hen enorm graag, ik zou hen nooit, bij volle verstand, ook maar één haar gekrenkt hebben. Maar deze keer, had een zwarte schaduw, genaamd depressie, zich weer helemaal meester over me gemaakt.Een schaduw die ervoor zorgde dat ik niet meer helder na kon denken . Ik moest een manier zien te vinden om hem te verslaan .
Ronny maakte een afspraak in het psychiatrisch centrum te Duffel en vertelde dat een opname bij hoogdringendheid in voegen moest treden. Ook mijn huisarts, schreef een doorverwijzing met het advies om opgenomen te worden. Er was gelukkig nog net 1 bed vrij op de crisisafdeling "fase 3", waardoor ik niet op een wachtlijst kwam te staan. Na een gesprek met de psychiater, kon ik daar enkele weken verblijven tot er meer duidelijkheid was. Ik voelde een enorme opluchting. Ondanks het schuldgevoel dat ik had , wist ik dat deze beslissing het beste was voor iedereen. Ik begreep heel goed dat mijn opnames, een blijvend effect zouden hebben op de kinderen, maar een zelfmoordpoging had het allemaal nog erger gemaakt. Juist dat laatste wou ik iedereen besparen. Ik wist hoe belangrijk een mama was voor haar kinderen, dit omdat ik al jarenlang met hetzelfde gemis moest leven.
Een psychiater met een Russisch accent, begon allerlei vragen te stellen aan Ronny en mij. Ik had niet het gevoel dat ze begreep wat de ernst van de situatie was. Hoe kon ik eigenlijk deftig uitgelegd krijgen wat er allemaal aan de hand was tegen iemand die, naar mijn gevoel, de Nederlandse taal niet goed verstond ? Pas toen ik mijn tranen en kwaadheid aan haar toonde, werd ik doorverwezen naar een kamer op de de crisiafdeling. Het net opgemaakte bed, deed me onmiddellijk verlangen naar slaap. Het kamertjes was niet heel groot. Enkel een kleerkast met een slot waar slechts een drietal kapstokken in hing, een klein houten bureautje met stoel en een bed, was alles wat er stond. Het was meer dan goed genoeg voor me. Ronny plaatste mijn koffer op het bed en gaf me nog een liefdevolle knuffel en kus . Ik kon zien dat het afscheid hem zwaar viel. Ik had een ongelofelijke bewondering voor hem. Hij die me steunde door dik en dun, hij die de zorg over de 4 kinderen volledig op zich nam , hij die me graag zag op een moment dat ik mezelf niet eens lief kon hebben. Ik kon me geen betere man wensen. Ik mocht van geluk spreken dat ik Ronny in mijn leven had. En ook al kon ik het niet opbrengen om ook maar 1 glimp van mijn pijn met hem te delen, toch zag ik hem graag uit het diepste van mijn hart . Als er ook maar 1 ding was, waar ik heilig van overtuigd was, dan was het mijn liefde voor hem en de kinderen.
De eerste dagen op fase 3, sloot ik me op in mijn kamer. Enkel en alleen om te eten of een douche te nemen, moest ik mijn veilige burcht verlaten. Mijn leefgroep bestond uit een zestal personen, zowel mannen als vrouwen van verschillende leeftijden. Ieder had zijn eigen verhaal en problematiek en gewoontes, wat soms voor spanning kon zorgen. Ik probeerde me zoveel mogelijk op de achtergrond te houden en deed mijn best om niet veel in contact te staan met hen. Enkel voor het verplicht samen eten, wisselde we wat woorden. Wanneer er een discussie ontstond over welk tv-programma er die avond moest komen op te staan, besloot ik wijselijk om naar mijn kamer te trekken, niet begrijpend over het waarom mensen over zoiets onbenulligs ruzie konden maken .Het was het mij allemaal niet waard. De rust in mijn hoofd bewaren en de angsten onder controle houden, was al wat telde voor mij.
De Russische psychiater, besloot om mijn veelvuldige gebruik van het verdovende middel " Xanax", stelselmatig af te bouwen. Onmiddellijk schoot ik in paniek. Dit betekende zowaar, dat ik alle dagen terug meerdere keren paniekaanvallen zou voelen opkomen. De vrouw stelde me direct gerust. In een afbouwende programma, zou ik 2x dagelijks een pilletje valium moeten innemen om de afkickverschijnselen tegen te gaan. Naar mijn idee was valium sterker dan Xanax, maar ik besloot om te vertrouwen op haar kennis en ervaring. De bedoeling van dit afbouwprogramma, was om te kunnen observeren hoe ik psychisch functioneerde zonder verdovende middelen. En inderdaad, de eerste dagen, voelde ik een lichte paniekaanval opkomen, maar na een valium te hebben genomen, werd ik instant terug rustig. Na slechts een kleine week, was ik volledig van alle medicijnen verlost, behalve dan dat ene tabletje antidepressiva dat ik nog nam.
Veel therapie kregen we niet op de crisisafdeling. Soms mochten we meedoen met de beeldende therapie of een keertje naar de fitness gaan. Toch koos ik wijselijk voor een aantal weken rust op mijn kamer. Ronny en de kinderen, kwamen me meermaals per week een bezoekje brengen. Dit deed me deugd want ondanks de rust die ik nu had, mistte ik hen toch verschrikkelijk. Ondanks dat ze telkens maar een paar uurtjes met mij in de cafetaria spendeerde, voelde ik me na hun vertrek weer helemaal uitgeblust, geen greintje energie schoot nog over.
Van de psychiater, kreeg ik het advies om me op de wachtlijst te zetten voor een oriëntatie-observatie afdeling . Deze afdeling, was op wandelafstand van waar momenteel verbleef en hoorde bij het psychiatrisch domein in Duffel. Als ik me opgaf om me daar te laten testen, kon men inschatten wat de oorzaak was van mijn depressie en kon er een doelgerichte behandeling worden voorgesteld. Ik was best te vinden voor dit plan, al betekende dit wel dat ik nog een tijdje van huis zou wegblijven . Diezelfde dag nog, besprak ik het advies dat ik van de psychiater had gekregen, met Ronny. Tot mijn verbazing, wist hij me te vertellen dat ik me hiervoor mocht opgeven. Hij vertelde me dat hij niets liever wou dan dat ik terug genas. Daar had hij echt alles voor over, ook al betekende dit dat ik nog maandenlang van huis zou zijn.
In totaal verbleef ik een 8-tal weken op de crisisafdeling Fase 3 in Duffel . Daarna kreeg ik van de psychiater te horen dat het mijn beurt was op de wachtlijst en dat ik mijn koffer mocht inpakken. Een nieuwe en spannende periode brak weer aan, het leek een psychiatrische rollercoaster waar maar geen einde aan kwam. Ik was me ervan bewust dat mijn Borderline-problematiek één van de oorzaken was van mijn lege gevoel en zelfmoordgedachten maar ondanks dat, verklaarde het nog steeds niet waarom ik herhaaldelijk in depressies belandde.
wordt vervolgd
Mijn verblijf op de oriëntatie-observatie afdeling in Duffel, was slechts voor een 12-tal weken. Ik zou er terecht komen in een groep van zo'n 8-tal mensen, die net zoals ik allerlei testen moesten afleggen en therapieën moesten volgen om zo een totaalbeeld te kunnen krijgen van de huidige problematiek . Ik hield me zoveel mogelijk afzijdig van de groep. Enkel voor de verplichte dagopening, waarin we als groep, rond de tafel moesten samenzitten en spreken over onze emoties, durfde ik een klein deel van mezelf te laten zien. Vooral de angst om terug naar huis te moeten keren, of zelfs nog maar op weekend te moeten gaan en de drukte, die er thuis heerste, niet aan te kunnen was een onderwerp dat door mij veel aan bod kwam. Voor de zoveelste keer kreeg ik een individuele begeleidster toegewezen. Het viel me op hoe emotieloos ik over het verleden kon vertellen zonder ook maar één traan te laten. Ik raakte maar niet aan mijn gevoelens. een dikke laag met stof en allerlei andere vuiligheid was over elke emotie gestrooid en liet me overleven in mijn veilig cocon waar enkel vermoeidheid en leegte heerste.
Ik herinner me nog goed hoe zenuwachtig ik werd wanneer het mijn beurt was om de intelligentietest af te leggen. De angst om het niet goed te doen, om voor dom en achterlijk aanschouwd te worden deden de zweetdruppels op mijn voorhoofd verschijnen. Het was een test, die binnen een bepaalde tijd moest worden afgelegd en in het bijzijn van een psychiater, wat de situatie alleen maar erger maakte. Presteren onder druk was iets waar ik een hekel aan had en de uitslag zou mijn zelfbeeld kunnen bepalen. Aandachtig bekeek ik de afbeeldingen die voor mijn neus werden gelegd en keek welk beeld er moest volgen of niet in het plaatje paste. Mijn concentratie was niet meer hetzelfde dan wat het vroeger was. Soms wist ik het antwoord helemaal niet en waagde ik een gokje. Ik verwachtte van mezelf dat ik het goed moest doen, een grote onderscheiding moest halen om mezelf weer tot rust te brengen. Na de test, die in mijn ogen een eeuwigheid leek te duren, moest ik me naar de woonkamer begeven, waar andere mensen zaten te wachten om net dezelfde test te af te eggen.
Een aantal dagen later, moest ik allerlei vragen beantwoorden die werden getoond op een computerscherm. Op deze vragen was geen fout antwoord mogelijk. Ik moest enkel antwoorden met ja, nee of misschien. Bij deze test voelde ik me al vele geruster. Toen de vraag op het beeldscherm tevoorschijn kwam of ik kampte met zelfmoordgedachtes , antwoordde ik resoluut " ja". Het was de naakte waarheid. Ik verlangde voortdurend naar rust in mijn hoofd. Ik wou niets liever dan een soort levenslust vinden die zou maken dat ik weer normaal kon functioneren in de maatschappij. Een levenslust die me kon laten zijn wie ik was zonder me schuldig of angstig te hoeven voelen tegenover de ander. Ik verwachtte veel van de uitslag , maar evenzeer ook van de therapieën die werden aangeboden. Ik hoopte dat ik hier de sleutel zou vinden die een poort opende op weg naar mijn herstel.
Vele mensen zag ik komen en net zo snel ook weer gaan. Het maakte het voor mij onmogelijk een band met deze mensen aan te gaan. Waarom zou ik ook ? Het zou ervoor zorgen dat ik me weer verlaten en alleen op de wereld voelde , die pijn wou ik mezelf niet nog eens aandoen. Tijdens een spel dat 's middags georganiseerd werd, en waarbij we allemaal met een blaadje papier en een pen voor ons zaten, werd een nieuwe patiënt aan ons voorgesteld. Zijn naam was Dennis , ongeveer 32 jaar oud, struis gebouwd, blond halflang haar en blauwe ogen . Met een korte "hoi", begroette hij zijn nieuwe groep en nam plaats op een stoel. Tijdens het spel, dat vooral gebaseerd was op kennis, wist hij veel van de gestelde vragen correct te beantwoorden. Zij arrogantie en vooral de drukte die hij met zich meebracht, maakte dat ik al direct een hekel kreeg aan deze man.
De avonden waren therapie-vrij. Dit maakte dat we vaak een gezelschap speelde in groep om zo toch wat contact te maken met de ander. Het spel "Rummicub" , werd het vaakst gekozen, soms zelfs tot vervelens toe, maar veel andere opties waren er niet . Televisie kijken in een veel te kleine ruimte met mensen van verschillende groepen, zag ik op dat ogenblik niet echt bepaald zitten . Ik leerde Dennis kennen als een gedreven man, speels en humoristisch. Misschien had ik hem te snel beoordeeld op basis van mijn eerste gevoel. De energie en vlotheid waarmee hij kon vertellen over de meest uiteenlopende onderwerpen, deed me opkijken naar hem. Ik werd nieuwsgierig naar zijn verhaal. Wat schuilde er achter dat speelse en energierijke masker ? Waarom was hij opgenomen ? Ik kon me absoluut niet voorstellen dat hij met een depressie kampte. Tijdens het zoveelste gezelschapsspelletje Rummicub, polste ik dan ook voorzichtig naar zijn beweegredenen om voor een opname te kiezen. Dennis vertelde over zijn jongere zusje dat was overleden tijdens een brand in het ouderlijke huis en het schuldgevoel dat hij hieraan had overgehouden. Het was opmerkelijk hoe open hij kon praten over zijn verleden . Achter zijn altijd vrolijke masker, schuilde een gebroken man die zijn weg niet kon vinden in het leven. Na een mislukte zelfmoordpoging, had hij gekozen voor een opname . Het werd muisstil rond de tafel. Iedereen keek verbaasd en zichtbaar geschrokken naar Dennis die inkijk had gegeven in zijn emoties en een blijvende indruk had achtergelaten.
Ik zocht steeds meer toenadering tot hem. Niet om te praten over gevoelens, maar eerder om op een speelse manier een gevoel van vrijheid te herwinnen. Het was opmerkelijk hoe gemakkelijk hij erin kon slagen om me tot lachen te brengen. Het leek een eeuwigheid geleden om dat gevoel van plezier weer te herontdekken en ervan te kunnen genieten. De speelse, rebellerende Chloë die niet op haar mondje was gevallen, kwam stilaan weer tevoorschijn. De aandacht die ik kreeg van hem en de vele één op één gesprekken die we hadden, deden me vaker dagdromen over hoe een leven met een gelukzalig gevoel zou zijn. Op momenten dat ik het moeilijk had, kwam Dennis me van mijn kamer afhalen. En hoewel ik vele liever mijn tijd al slapend doorbracht, toch wist hij me telkens te overhalen om mee te doen met de therapieën . Ik denk dat Dennis toen de enige was, die ervoor kon zorgen dat ik me niet afzonderde in mijn eigen veilige wereldje. Verbaasd over hoe hij in dat opzet was geslaagd, werd ik overmand door verwarde emoties. Laat het me een soort emotionele aantrekkingskracht noemen. Het soort aantrekkingskracht dat maakte dat ik me goed en geliefd voelde bij iemand. Deze gevoelens ervaren ,na jaren van leegte en angst, zorgde ervoor dat ik me krampachtig aan hem wou vastbinden. Dennis was de persoon die me levenslust gaf en vreugde. Maar waarom kon ik deze gevoelens niet ervaren en toelaten bij mijn eigen partner ? Uiteindelijk was het Ronny die me door dik en dun steunde. Hij was de vader van mijn kinderen en de liefde van mijn leven .
Toch stond Ronny veel te dicht bij me. Ik kon hem niet toelaten in het delen van mij angsten en verlangens. Hoe gek het ook mag klinken. We hadden jaren samengeleefd en samen een gezin gevormd met 4 kinderen, waar geen tijd meer was voor ons als partners. Ronny en ik leefde in het teken van onze kinderen. Dit doordat we uit ons verleden een verlangen koesterde om het anders en vooral beter te doen als ouder. Met Dennis was het anders, hier waren er geen kinderen die al mijn toegewijde zorg en aandacht eiste, hier moest ik niet obsessief kuisen om te tonen dat ik een goede mama was, simpelweg omdat kuisen hier mijn verantwoordelijkheid niet was. Op deze plek kon ik vrijuit spreken, zonder dat ik veroordeeld werd of niet begrepen.
De groeiende liefde die ik voelde voor Dennis, deed me enorm schuldig voelen tegenover Ronny. Ik wou mezelf niet in een situatie brengen dat ik hem als partner zou verliezen. Ook de kinderen zouden hieronder lijden, wat maakte dat ik mijn gevoelens voor Dennis zoveel mogelijk negeerde. De heftigheid van ontluikende gevoelens waar ik geen blijf meer mee wist, probeerde ik van me af te schrijven. Aangezien relaties ten strengste verboden waren op de afdeling, wou ik uiteraard ook niet het risico lopen om te moeten vertrekken. Toch kwam het meermaals voor. Zo goed als op elke afdeling waar ik had verbleven, vormde zich koppeltjes. Op zich was het ook niet zo vreemd. Op een plek waar er niets van je verwacht werd, waar met begrip en openheid over emoties werd gecommuniceerd, waar je kon zijn wie je werkelijk was, zonder ook maar enige vorm van schaamte, daar was de kans het grootst dat er iets bloeide van liefde en geborgenheid.
Na een zoveelste slopende dag van gesprekstherapie, begaf ik me naar mijn slaapkamer. Op de gang zag ik Dennis staan, ik wenste hem een goede nacht en gaf hem een knuffel. Toen zijn ogen de mijne kruiste, kuste ik hem vol op de lippen. Ik wist dat het fout was. Dit was alles wat niet mocht of kon zijn , maar toch voelde het zo intens goed. De warmte van zijn lichaam tegen het mijne, de stevige knuffel , zijn begrip om wie ik was, ik kon de ingehouden emoties niet langer weerstaan. Die avond hadden we seks op mijn kamer. De spanning die er heerste om betrapt te kunnen worden en de gevolgen die eraan vast hingen, maakte het eens zo aanlokkelijk om iets te doen wat niet mocht. Ik voelde me schuldig en gelukkig tegelijkertijd . Schuldig omdat ik zonet de man had bedrogen waar ik zielsveel van hield , gelukkig om het intense geluk van seksuele en emotionele verbondenheid te hebben gevoeld en toch ook doodsbang voor de toekomst en wat het kon teweegbrengen. Dit was iets wat Ronny hoe dan ook nooit te weten mocht komen. Hij zou me in de steek laten en de kinderen tegen me kunnen opzetten. Ik wou Ronny niet de kans geven om de kinderen van me af te laten nemen. Dit had ik één keer in mijn leven meegemaakt en dat wou ik hoe dan ook vermijden.
Hoe schuldig en rot ik me ook voelde tegenover Ronny , toch bleef het niet bij een eenmalig slippertje. Liefde en lust verwrongen in elkaar en vormde een eenheid. Een eenheid waar ik het bestaan niet eens van kende. Liefde en seks waren altijd onverbiddelijk gescheiden van elkaar geweest , maar nu plotseling niet meer. Het maakte dat ik de enige zekerheid die ik nog had in mijn leven, namelijk een standvastige en goede relatie met Ronny, in twijfel begon te trekken.
Na 12 weken in de observatie-oriëntatie afdeling te hebben verbleven, werd eindelijk een diagnose gesteld . Borderline met herhaaldelijke depressie als gevolg. High level Borderline, waarmee bedoeld werd dat ik geen uitende kenmerken van borderline had, maar dat alle symptomen naar binnen waren gekeerd en dit zich vertaalde in depressie. Mijn geest vocht als het ware tegen zichzelf , waardoor mijn lichaam uitgeput raakte en weemoedig. Nog steeds had ik moeite met emotie en stressregulatie, moeilijkheden met het omgaan van gestelde grenzen en conflictsituaties . Ik was gerustgesteld met deze diagnose, wetende dat het niet allemaal maar tussen mijn oren zat of simpelweg gek was. Er werd voorgesteld om een therapie op te starten in Mortsel . Daar zou ik 6 maanden residentieel in opname verblijven en 6 maanden in dagbehandeling therapie volgen. De afdeling daar, was gespecialiseerd in Persoonlijkheidsproblematiek, angst en/of stemmingstoornissen. Het was moeilijk om tegen Ronny te vertellen dat mijn zoektocht naar herstel zich verder zou uitspreiden, waardoor hij nog langer de zorg voor de kinderen op zich moest nemen. Ik hield me voor om afscheid te nemen van Dennis en in alle talen te zwijgen over wat er in Duffel was gebeurd. Ik was niet zeker of ik met dit schuldgevoel zou kunnen leven. Toch waren de consequenties ervan mijn grootste angst.
Wordt vervolgd
Met de twijfel en angst in mijn hart, begon ik aan mijn opname in Mortsel. Ik kwam terecht op de afdeling "Mozaïek", waar ik er voor koos, de eerste 6 maanden residentieel te verblijven. Ik kon nog steeds de drukte van voltijds thuis-zijn niet aan. Zelfs na een weekend thuis bij Ronny en de kinderen te hebben verbleven tijdens mijn opname in Duffel, kwam ik volledig uitgeput en leeg weer de afdeling binnen. Algauw leerde ik er in de eerste weken allerlei nieuwe mensen kennen. Mensen die net zoals ik, het moeilijk hadden om in de drukte van de maatschappij te kunnen functioneren en die vochten tegen de demonen uit hun verleden. De eerste week mocht ik er vooral tot rust komen en alles observeren. Het verplicht 's ochtends aan tafel zitten en ontbijten in groep, vond ik het allermoeilijkst. Goed voor mezelf zorgen was dan ook één van mijn eerste werkpuntjes. Na enige tijd werd er door het Team op Mozaiek en de psycholoog , beslist dat groepstherapie het beste bij mij aansloot. Ik was het hier absoluut niet mee eens en kon niet begrijpen wat de meerwaarde van een groep voor mij kon betekenen of ik ook enigszins maar voor hen. Liefst van al had ik één op één gesprekken. Op deze manier kon ik de persoon die voor me zat voldoende in de gaten houden en inschatten wat zijn of haar oordeel over mij was. Met een groep was hier geen beginnen aan. Ik kon onmogelijk 6 of 8 mensen tegelijkertijd lezen en proberen in te schatten wat ze van mij dachten of verwachtte. Met enige tegenzin, stemde ik toe om mee te gaan in het advies dat men mij had voorgesteld. Mijn groep bestond uit 6 mensen , zowel mannen als vrouwen van uiteenlopende leeftijden. Het voelde onwennig en bedreigend om in een notendop aan deze mensen uit te leggen wie ik was en waarvoor ik kwam. Toch deed ik wat er van me verwacht werd en vertelde ik emotieloos over mijn zoektocht naar moederliefde en over het verloop van mijn depressie. Na de vele therapievormen die werden aangeboden, koos ik ervoor om me vooral af te zonderen van de groep . Enkel tijdens de verplichte praatsessies , konden deze mensen een beetje van mijn eigenheid te zien krijgen. Op een gegeven moment, was het een aantal van de groepsleden dan ook opgevallen dat ik niet vaak bij hen aanwezig was en werd hier tijdens een groep-sessie over gesproken. Het was net alsof ik een spiegel naar voren geschoven kreeg, waar ik mijn doen en laten in kreeg te zien. Het duurde meer dan een half jaar vooraleer ik de moed vond om met gevoel over mijn verleden te vertellen en mijn tranen de vrije loop te kunnen laten. Vreemd was het om te ontdekken dat deze mensen me niet afwezen of ook maar enig oordeel over me hadden. Na enkele succeservaringen, liet ik stelselmatig wat meer van mezelf zien, al was ik nog steeds erg op mijn hoede voor ook maar het kleinste teken van afwijzing.
Tijdens de beeldende therapie , waarin het uiten van je eigen gevoel centraal stond, leerde ik om terug een beetje voldoening en energie te krijgen. Ik vond het raar om toe te moeten geven dat het vele slapen, me niet de nodige energie gaf, maar juist wel het toelaten van mensen in mijn gevoelswereld. Ik begreep er niets meer van . De eerste tranen die ik liet in het bijzijn van mijn groep, waren onwennig. Ik had het idee om op elk moment uitgelachen te kunnen worden of nog dieper met de grond gelijk gemaakt te worden. Deze vooroordelen van mij bleven uit. Integendeel , mensen begonnen mee te praten over wat mijn gevoel met hen deed en waaraan ze dit konden linken uit hun eigen verleden.
Dit proces werd het mentaliseren genoemd. Kortweg het gedrag van jezelf en anderen begrijpen door ze te koppelen aan overtuigingen, gevoelens, gedachten en wensen. Je kunnen voorstellen wat anderen van je zouden kunnen denken of voelen , maar ook begrijpen dat deze overtuigingen anders kunnen zijn dan degene die je zelf hebt. De bedoeling ervan was, dat je van binnenuit naar andere leert kijken en van buitenaf naar jezelf om zo sociale relaties en contacten beter aan te kunnen gaan en uiteraard jezelf en de ander ook beter te begrijpen. Vanwege een traumatiserend verleden, had ik verschillende overtuigingen en vooroordelen opgedaan. Deze zorgde ervoor dat ik me van zowat alles en iedereen distantieerde. Ik was ervan overtuigd dat ik niemand nodig had in het leven en dat ik mijn eigen boontjes best zelf kon doppen. Met deze zienswijze, had ik mezelf, uit veiligheidsoverwegingen, zodanig geïsoleerd, dat er nog maar weinig kwaliteit van leven overbleef. Het kostte me ettelijke maanden en zelfs jaren om nieuwe ervaringen op te doen die mijn oude overtuigingen een halt konden toeroepen.
Mijn eerste 6 maanden intern op de afdeling , verliepen redelijk goed. Ik voelde me in een veilige omgeving waar ik in kleine stapjes leerde om terug in contact te staan met mijn gevoel. De jaren voor mijn opnames, had ik ongewild mijn gevoel volledig uitgeschakeld. Dit was een gemakkelijke manier om me te focussen op mijn huishouden en te vluchten in mijn eigen belevingswereldje. Spijtig genoeg was mijn mentale gezondheid het hier niet mee eens. Ik had jaren op deze manier kunnen verder leven, was het niet dat ik verzeild was geraakt in een postnatale depressie. Het moeilijke aan heel mijn proces, was dat eerst alle negatieve emoties doorvoeld moesten worden, vooraleer het positieve zich er kon bijvoegen. Dit maakte dat ik erg prikkelbaar werd en mezelf door de dagen en weken sleepte. Toen ook Dennis weer van zich liet horen en wou afspreken, zag ik een kans om terug een beetje van dat positieve gevoel binnen te laten.De spanning, het kunnen lachen en spelen met elkaar, het waren deze dingen die ik vooral erg mistte. En ook al wou ik deze gevoelens maar al te graag met mijn gezin kunnen ervaren, op de één of andere manier, slaagde ik hier maar niet in.
De gedachte dat ik met Dennis een gelukkiger leven zou kunnen leiden, werd steeds voelbaarder. Het schuldgevoel waarmee ik achteraf bleef zitten wanneer Dennis op bezoek kwam, was zodanig verwarrend en pijnlijk, dat ik besloot Ronny de waarheid te vertellen. Impulsief vertelde ik dit nieuws aan hem tijdens een ruzie die tussen ons was ontstaan. Vooraleer ik het goed en wel besefte, waren de woorden al uit mijn mond gekomen : Ik heb een relatie met een ander! Eventjes bleef hetmuisstil aan de andere kant van de lijn, je kon een speld horen vallen. Kort daarop volgde er een wervelwind aan verwijten en dreigementen van Ronny's kant. Ik kon niet geloven dat ik zonet alles wat me lief was, zo op de richel had gezet. Gevoelens van angst en verdriet over wat zou komen, overmande me de eerstkomende uren en dagen.
Gelukkig kon ik terecht bij het verplegend personeel. 7 maanden van stilzwijgen over de relatie met Dennis, kwamen plotseling aan het licht. Opgelucht en bang tegelijkertijd , verteld ik wat me al die maanden had bezig gehouden. Ondanks het feit dat ik Ronny nog steeds heel graag zag, wist ik dat hij vanuit zijn eigen verleden ook erg impulsief kon reageren. Dat de kinderen hier het slachtoffer van zouden worden, was iets wat ik helemaal niet wou, maar ook niet meer in de hand had aangezien ik nog in opname was. Liefst van al, had ik dit alles met Ronny op een volwassen manier willen uitpraten en misschien zelfs ook goedmaken, maar zijn kwaadheid en teleurstelling in mij, maakte dit onmogelijk. Ronny verhinderde me de eerstvolgende 3 weken, dat ik de kinderen te zien kreeg. Ik was kapot van verdriet. Ik wou aan hen uitleggen wat er allemaal was gebeurd , waardoor mama een affaire was begonnen. Maar hoe graag ik het ook wou uitleggen, ik kreeg er geen kans toe. Hoe kon ik dit trouwens ook goedpraten ? Ik begreep zelf amper wat er allemaal was gebeurd en door mijn hoofd spookte. Het was net of mijn emoties de bovenhand hadden genomen en er van een remmingen of nadenken over de gevolgen, geen sprake meer was.
In een impulsieve bui, contacteerde ik Dennis en vroeg hem om mij te komen halen. Ik moest weg uit deze omgeving en mijn gedachten weer op een rijtje zien te krijgen. Maar hoe geliefd ik me ook voelde bij Dennis, het gemis aan de kinderen en aan Ronny was niet weg te denken. Bang voor wat de toekomst zou brengen, bang voor welke ruiten ik deze keer had ingeslagen, begon ik meer en meer te drinken. Bij Mozaïek, stelde men relatietherapie voor. Ik kon enkel maar hopen dat Ronny onze relatie nog een kans wou geven. Zijn voorwaarde waren bikkelhard . Het contact met Dennis moest abrupt beeïndigd worden en de zorg over de meisjes wou hij niet langer meer op zich nemen. Uit veiligheidsoverwegingen, besloot ik een tijdelijke oplossing te zoeken voor Maité en Ilana. De individuele begeleidster die aan huis kwam, had een plekje voor hen gevonden waar ze terecht konden. Dit was iets wat ik absoluut niet wou, maar zolang ik geen zekerheid had over hoe en wat met de toekomst en de vele ruzie's die er tussen Ronny en mij nog konden volgen, zag ik geen andere oplossing. Het brak mijn hart om de meisjes door mijn schuld weer op een plek te moeten onderbrengen waar ze niets of niemand kende. Weg uit hun vertrouwde omgeving , hun vrienden en kennissen. Ik voelde me de meest waardeloze moeder op aarde. Als ik geen affaire was begonnen en mijn emoties maar een beetje meer onder controle had gehad, was dit alles nooit gebeurd.
De relatie-therapie had , zoals ik had verwacht, niet het gewenste effect. Ronny's boosheid was het gespreksonderwerp , waardoor ik helemaal dichtklapte en van het idee was , dat ik deze molen aan verwijten verdiende. Ik kon het niet opbrengen om aan hem duidelijk te maken, wat mij ertoe gedreven had om een relatie met Dennis te beginnen. Wat had gemaakt, dat ik thuis niet de liefdevolle partner en moeder had kunnen zijn, ook al had ik niets liever willen zijn. Het was duidelijk dat we beide niet toe waren aan deze vorm van therapie . Hij omdat zijn boosheid overheerste en ik omdat ik niet uit mezelf durfde praten. Meermaals had ik willen schreeuwen tegen hem dat het voor mij zoveel veiliger en makkelijker was om iemand die niet emotioneel dicht bij me stond, lief te hebben dan iemand waarmee ik al 11 jaar samen was. Het had geen zin om ook maar iets van dat gevoel naar boven te brengen, simpelweg omdat er ook niet naar geluisterd werd of erger nog, dat mijn gevoel tegen me gebruikt kon worden .
De spanning tussen Ronny en mij was te snijden. Ik besloot na enige tijd om met Dennis volledig te breken en onze relatie nog een kans te geven. Ik wist dat het moeilijk ging worden, dat er strenge voorwaarden aan vast hingen en dat de kans dat deze misstap van mij , bij elke ruzie, weer naar boven zou worden gehaald. Toch was het de liefde voor mijn kinderen, voor Ronny en de vertrouwdheid die ik al die jaren had opgebouwd binnen mijn gezin, datgene wat maakte dat ik deze beslissing nam. Een moeilijke beslissing, aangezien ik niet zeker wist of mijn relatie met Ronny dit alles ooit nog te boven ging komen.
Na 8 maanden op Mozaïek te hebben verbleven, kwam het voor mij onverwachte verdict , dat ik niet langer therapie kon volgen bij hen. De reden ervoor was dat mijn emotionele problemen ,verhinderde dat ik nog kon mentaliseren in groep en hierdoor ook niet aan de verwerking van mijn verleden kon beginnen. Dit verdict kwam als een mokerslag in mijn gezicht. De kwaadheid en de teleurstelling die ik voelde , na 8 maanden mezelf bloot te hebben gegeven, ik kon het niet in woorden omschrijven. Dit betekende dat ik terug naar huis moest gaan met enkel een doorverwijzing naar een andere setting die dichter bij huis was. Terug naar huis waar alarmfase rood heerste en ik maar moest zien hoe me door de dagen en weken door te slepen. Liefst van al had ik op dat moment mezelf iets willen aandoen. Voor mij was het een teken dat ik niets of niemand ooit nog in vertrouwen kon nemen. Ik sloot mezelf terug op in mijn eigen vertrouwde wereldje waar niemand me ooit nog een haar kon krenken.
wordt vervolgd
Het was niet de meest ideale oplossing om na 3 jaar residentiële opname plotseling voltijds terug thuis te gaan wonen, maar toch had ik ergens de kracht weten vinden om me door de dagen heen te slepen zonder me constant op te sluiten of te vertoeven in een diepe slaap. Gemakkelijk was het allesbehalve. Mijn relatie met Ronny , een relatie van elf jaar samenzijn, was gedaald tot diep onder het vriespunt. Vele ruzie's en scheldpartijen, waren het gevolg van mijn vreemdgaan. Ik vond het dan ook normaal om deze venijnige woordenvloed te moeten ondergaan. Het was de tol die ik moest betalen om terug gelukkig en stabiel te staan binnen onze relatie.
Zo vaak als mogelijk was, bezocht ik de meisjes in de instelling waar ze verbleven. Ik was blij dat ze bespaard bleven van de vele ruzies die erop volgde. Op deze plek konden ze eventjes weer kind zijn , ten volle van contacten met andere kinderen genieten die bovendien ook allemaal uit een benarde situatie kwamen. Vooral Killian had het moeilijk met de onvoorspelbaarheid die er thuis heerste. Een gewone ruzie, kon al snel uitmonden in een onveilige situatie, waardoor hij het zijn plicht vond om tussen ons beide te komen staan. Amper 10 jaar oud was hij. Ik dacht onmiddellijk terug aan mijn eigen onveilige jeugd en de Parentificatie die daar had plaatsgevonden. Dit wou ik mijn kinderen besparen. Ik besloot om niet meer in te gaan op de verwijten die ik te horen kreeg en slikte al mijn woede in. Ondanks dat Ronny me had gesmeekt om terug te komen en me alles te vergeven, was het niet zo simpel om 24 op 24 in elkaars buurt te zijn. De thuisbegeleiding probeerde de gemoederen te bedaren en elk van ons te aanhoren. Een veiligheidsplan werd opgesteld, waar we zo goed als mogelijk, moesten proberen ons aan te houden. Het bleef een moeilijk en vooral moeizaam proces om open en eerlijk over mijn gevoelens te praten , om mijn eigen behoeftes aan te voelen en uit te spreken. Ik wist niet eens wat ik wou in het leven, wie ik was of wie ik überhaupt wou worden .
Net op het moment dat ik dacht terug een beetje structuur en stabiliteit in mijn leven te hebben gevonden, kreeg ik na 2 maanden thuis te hebben verbleven, een telefoontje van de afdeling Koraal in Zoersel. Er kon een intake gesprek plaatsvinden binnen een aanzienlijk korte periode. Eerlijk gezegd had ik meer dan genoeg van de psychiatrische doolhof die ik op 3 jaar tijd had doorlopen, maar anderzijds, was het ook een uitgesproken kans om minder thuis te zijn en me misschien terug te kunnen concentreren op de zoektocht naar werk. Ik plande een intake gesprek en wachtte geduldig af. Een kleine tweetal weken later, mocht ik dan eindelijk op gesprek komen. Uit dit gesprek moest blijken of ik in een reflectie groep , een ondersteunende groep of in een traject op maat groep terecht kwam. Er was ook een kleine kans dat ik zou worden doorgestuurd naar nog een andere afdeling, dit alles hing grotendeels af van het advies dat werd gegeven op de Teamvergadering die wekelijks plaatsvond. Ik probeerde zo goed als mogelijk de gehele situatie globaal te schetsen. Toen men mij vroeg wat mijn verwachtingen waren van de therapie, was dit een vraag waar ik maar moeizaam op kon antwoorden. Terug meedraaien in een maatschappij, mezelf ontdekken en leren kennen, verlost zijn van mijn eigen destructieve gedachtes , er was zoveel waar ik verandering in wou zien. Ik wist alleen niet waar ik juist moest beginnen. Bovendien was, door de negatieve ervaring die ik had ik meegemaakt op Mozaïek, mijn vertrouwen in zowat de gehele mensheid beschaamd . Maar wat had ik te verliezen ? Het was duidelijk dat ik op deze manier niet verder kon gaan . Alles wat ik op 3 jaar tijd had aangeleerd gekregen, was een peulenschil vergeleken met de ingebakken oude patronen waarmee ik worstelde. Eigenlijk kon ik enkel maar hopen , dat na de zoveelste vorm van therapie, deze het beste bij mij zou aansluiten en ook degelijk iets van verandering teweeg zou brengen.
Koraal was een afdeling gespecialiseerd in angst en depressie, waar zowel belevingsgerichte therapie als realiteitsgerichte therapie aangeboden werden. Als ik mocht starten, zou dit een traject worden van 18 maanden groepstherapie, waarbij ik 4 dagen per week telkens een aantal uren per dag aanwezig moest zijn. Er was geen sprake van een residentiële opname, 's avonds zou ik gewoon terug naar huis kunnen gaan en bij de kinderen kunnen zijn. Met gemengde gevoelens, beëindigde we ons gesprek en ging weer huiswaarts. Nieuwsgierig naar het advies dat zou besproken worden op de teamvergadering, wachtte ik geduldig af .
Mijn eerdere ervaring met groepstherapie was redelijk neutraal. Nog steeds kon ik de meerwaarde ervan niet inzien. Voorzichtig had ik geprobeerd op mozaïek om me open te stellen naar meerdere personen, maar door de abrupte beëindiging van het therapieprogramma, was voor mij alles en iedereen te wantrouwen. Als er ook maar een meerwaarde was geweest in de 8 maanden van mijn verblijf in Mortsel, wat er zeker ook is geweest, was deze meerwaarde,volledig overschaduwd door negativiteit. Er volgde een twee maanden lange schoolvakantie, waarin ik met man en macht probeerde om mezelf staande te houden. Obsessief onderhield ik mijn huishouden, schoenen plaatse ik netjes in een rijtje naast elkaar om na 10 minuten, wanneer de kinderen binnenkwamen en enthousiast hun schoenen uitdeden, net weer hetzelfde te doen. Ik meed elke vorm van contact met mensen en kwam amper nog buiten, enkel uitzonderlijk om boodschappen te gaan doen. Ik was dan ook blij toen het verlossende telefoontje kwam, dat ik mocht starten in de reflectiegroep op Koraal.
Een reflectiegroep bestond uit een groep van ongeveer 10 personen, zowel mannen als vrouwen. Hier werd uitgegaan van het contact met de ander en werken aan je eigenheid. Zowel zelfreflectie , introspectie als zelfonderzoek, vormde als het ware de drie pijlers waaruit deze therapie bestond. De bedoeling was om actief mee te werken, feedback te geven en te krijgen in de vele groepsgesprekken die er zouden plaatsvinden zodat er na een traject van ongeveer 18 maanden terug een perspectief kon zijn naar de toekomst. Met de ingesteldheid dat ik de ander helemaal niet nodig had en enkel maar op zoek was naar een geschikte job, besloot ik toch om het erop te wagen. Mijn vechtlust was er wel heel wat minder op geworden. Ik kon enkel maar hopen dat aan de brede waaier van therapie, er toch wel eentje bij mij zou aansluiten. Ik maakte met mezelf de afspraak dat dit de laatste strohalm was waar ik me nog enigzins aan wou vasthouden.
Het verschil van de werking tussen Mozaïek en Koraal, was vanaf het begin heel erg voelbaar. De groep waar ik in terecht kwam, leek in het begin eerder op een duiventil dan op een standvastige groep. Pas na een tweetal weken, had ik iedereen gezien en kon ik zo een deel van elk verhaal in elkaar puzzelen. Heel ander was het op Mozaïek, waar vanaf het begin, ik iedereen stelselmatig leerde kennen en niemand ontbrak. Zelfs ziekte moest met een doktersbriefje gewettigd worden en niet komen opdagen, was regelrecht uitgesloten. Ook de intensiviteit van het programma was anders. Waar ik in Mortsel met de groep, wekelijks urenlang in groep over het proces van 1 lid moest nadenken en we tientallen vragen moest beantwoorden, werd dit op koraal niet gedaan, of toch niet op papier. Het was werkelijk een hele ommezwaai en een totaal andere manier van werken, niet tegenstaande dat beide wel de ongeveer dezelfde therapie-vorm aanboden. Mijn eerste weken op Koraal waren erg vermoeiend. Ik dacht dan ook onmiddellijk dat er terug een achteruitgang was. Dit idee vertaalde zich in neerslachtigheid. De vele groep-sessies en verhalen van andere mensen, die elk vanuit een ander perspectief en andere achtergrond kwamen, kostte me aan energie. Uitgeput en in mezelf gekeerd, viel ik thuis uitgeput, in de zetel in slaap. Ronny begon zich de vraag te stellen of dit alles me wel vooruit zou helpen.
Het duurde dan ook niet lang vooraleer ik meer en meer ziek begon te melden gedurende de eerste weken. Ik vond, dat het tijd was om terug een beetje op mijn positieve te komen, tijd om weer wat bij te slapen en me af te zonderen ter bescherming van mezelf. Mijn onvoorspelbare afwezigheid, werd gauw merkbaar zowel bij de groep als bij de teamleden van mijn reflectiegroep. Niet veel tijd daarna, werd ik aangesproken op mijn afwezigheid. Mijn vluchtgedrag werd onder de loep genomen en besproken met me. Als ik ook enigszins wou herstellen van mijn depressie en wou werken aan mijn patronen, was dit niet de goede manier om ermee om te gaan. Eerst voelde ik me aangevallen , maar niet veel erna, begon de mallemolen in mijn hoofd weer op volle toeren te draaien. Men had gelijk, het was inderdaad niet de oplossing om van mijn problemen steeds maar weer weg te vluchten, telkens ik het moeilijk had. De angst om ook hier vroegtijdig te moeten afronden, zorgde ervoor dat ik het roer volledig omgooide en me actiever in begon te zetten.
Vele mensen kwamen en vertrokken weer. Ik was het gewend geraakt in de jaren van opnames, dat mensen opdoken, een deel van zichzelf lieten zien en weer vertrokken. Een gevoel van verlatenheid, omdat ook ik een klein beetje had blootgegeven over mezelf, maakte dat ik toch probeerde op een geringe emotionele afstand van de groep te blijven. Pas na een 6 tal maanden, had ik echt het gevoel een vaste groep te vormen met mensen die net als ik klaar waren voor een intensieve therapieprogramma. Veel praten deed ik niet. Angstvallig, probeerde ik vooral te luisteren en voorzichtig feedback te geven vanuit mijn eigen ervaring en belevingen. Dit was voor mij de eerste stap om een echt en hechter contact te hebben met mensen. Ik probeerde met een goede intentie mensen te helpen of andere inzichten te geven, maar vroeg hier zeker niets voor terug. Bang was ik om afgewezen te worden of veroordeeld op mijn eigen verhaal en gevoelens. Mijn individuele begeleidster was een vrouw die jonger was als ik. Met haar kon ik in een één op één contact, makkelijker tot een gesprek komen. Nog steeds vertelde ik emotieloos over de meest uiteenlopende onderwerpen uit mijn verleden. Toen deze vrouw, een andere functie aangeboden kreeg, en zij hierdoor niet meer mijn individuele begeleidster kon zijn, was ik opgelucht, dat het niet tot een hechter contact was gekomen.
Enkele weken later, kreeg ik dan ook een andere individuele begeleider toegewezen. Deze keer was een man genaamd Jan, die ook ongeveer dezelfde leeftijd had als mij. Als ik het al moeilijk vond om me open te stellen tegenover een vrouw, was het bijna onmogelijk om dit te kunnen bereiken bij een man. Mijn verleden met mannen was niet bepaald over rozen gegaan, en het wantrouwen dat ik had gecreëerd in mannen, was niet bepaald wat je noemt rooskleurig. Jan kreeg van mij niet het oordeel van de twijfel. Het zou zowel voor hem als voor mij een hele opgave worden om deze band op te bouwen tot iets wat je constructief kan noemen. De vele therapievormen waren erg bekend voor me. Beeldende therapie was mijn favoriet. Dichter tot mijn gevoel komen bij het uitwerken van iets wat voor mij quasi perfect moest zijn, gaf me het meeste voldoening. Maar een beeldende groepsopdracht , was een ander paar mouwen. Ik probeerde vooral om erbij te horen en niets verkeerd te doen. Deze vorm van please-gedrag, leidde het minst tot conflicten en toonde ook minder van mijn eigenheid. Toch had ik er zowaar een hekel aan om . Liefst van al had ik gillend het lokaal willen uitlopen en me willen afzonderen in een kamertje alleen.
Na een jaar op Koraal, besefte ik dat er nog niet veel verandering was gekomen. De angst om na anderhalf jaar net even ver te zijn geëindigd als ik was gestart, laaide hoog op. Ik wist dat er een manier bestond waardoor ik me op m'n kwetsbaarste kon voelen en dit zo kon doortrekken naar mijn aanwezigheid in groep, maar het was maar de vraag of deze manier de goede was en tot enig resultaat zou leiden. Voorzichtig besprak ik mijn idee met Jan.
Wordt vervolgd
Ik ben Chloe, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Penta1985.
Ik ben een vrouw en woon in (België ) en mijn beroep is Opleiding jeugdzorg/gehandicaptenzorg.
Ik ben geboren op 09/02/1985 en ben nu dus 40 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Psychologie/filosofie , schrijven , kunst, dagdromen😉.
Mama van 4 geweldige kinderen 🤗🤗🤗🤗 + een fantastische man die me steunt door dik en dun