Er zit weer een beetje leven in het hippisch gebeuren. Straks vertrekken ze weer bij bosjes naar het zuiden. De Sunshine-toer in Vejer de la Frontera eerst, straks ook in het Portugese Comporta of in het Franse Villeneuve-Loubet waar Jan Tops de touwtjes in handen genomen heeft. Tops staat garant voor kwaliteit en het laat zich dan ook raden dat Villeneuve-Loubet straks een populaire bestemming wordt voor de Nederlandse en Belgische ruiters. En dan is er straks natuurlijk ook nog de springtoer in Arezzo waar ondermeer Calrissa Crotta straks de competitie hervat. De Zwitserse kwam eerder zwaar ten val in Abu Dhabi en moest vorige week in Bazel nog een operatief ingrijpen ondergaan. La Crotta liet ons ondertussen weten dat het alweer prima gaat met haar en dat ze volgende maand de competitie hervat. Ondertussen veranderden er opnieuw een paar paarden van stal. En niet de minsten dit keer. Castello Branco, het wonderpaard van Cathérine Van Roosbroeck verhuist naar Sevil Sabanci. Vreemd verhaal trouwens dat van Maurice Van Roosbroeck wiens pensioen na de verkoop wel verzekerd lijkt. Bert Prouvé ziet zijn Hugo du Heup ook al vetrekken. Voorlopig naar Rodrigo Pessoa in Florida. Hugo du Heup was al afgereisd naar Florida voor het Winter Equestrian Festival en toen Prouvé z'n viervoeter wilde nareizen kreeg hij van de Britse eigenares een mailtje dat het allemaal niet meer hoefde... En dan is er nog Mc Entee natuurlijk. Onze vriend vermaakt zich dezer dagen onder de Spaanse zon en onder Azerbeidzjaanse vlag. Vreemd verhaal alweer, want terwijl het in Mechelen allemaal weer koek en ei leek tussen Mc Entee en de federatie kwam er midden januari dat bommetje. Mc Entee voor Azerbeidzjan. Ze laten er daar in de vroegere Soviet-Russische republiek geen gras overgroeien of ze zijn enorm vooruitziend geweest, want Mc Entee presenteerde FEI een nieuwe, op eind december 2009 uitgereikte pas... Of onze ex-landgenoot straks ook kampioenschappen kan rijden voor z'n nieuwe land is nog maar zeer de vraag, want de FEI-reglementering terzake is behoorlijk strenger geworden. Interessante lectuur is dat trouwens...
Hij is de nuchterheid zelve. Jos Lansink. Woensdagavond kwam er nog een vraagje aanwaaien: of we de wereldkampioen nog konden strikken voor een babbel over het komende jaar. Hij zat op een luchthaven ergens in Italië en moest juist incheken. Terugbellen om half twaaf 's avonds, want dan zat ie in de wagen op weg terug naar huis. Ja, 't zijn lange dagen ook voor een wereldkampioen. Zeker als een vucht dan nog eens twee uur vertraging kent. Om een lang verhaal kort te maken, we hebben hem uiteindelijk toch aan de lijn gekregen. En nee, het is geen bijzonder jaar. Niet anders dan anders, wereldkampioenschappen of niet. Titel te verdedigen of niet. Er zijn er die gaan zweven na een zege in een wedstrijd links of rechts. Er zijn er die met beide voeten op de grond blijven, zelfs na een wereldtitel of titel van vice Europees Kampioen en denken aan het leven na de sport. Reconversie heet dat. Beetje handel drijven, beetje les geven. Wat organiseren misschien, een paar hengsten uitbaten. Dat soort dingen. Hij is er volop mee bezig, Jos. Maar wees gerust, de ambitie en het vuur zijn er nog. Tot z'n 67ste, zoals Hugo Simon, zal hij misschien niet doorgaan, maar een respectabel aantal jaren nog wel. En o ja, we hebben iets gemeen met de wereldkampioen. Meer dan één ding zelfs: twee glazen rode wijn voor het slapengaan en af en toe een eindje fietsen. Straks word ik nog wereldkampioen...
Hij is een beetje diplomaat geworden. Jos Lansink. Zaterdag nog winnaar van de grote prijs in Abu Dhabi. Een concours dat zowat een tweede Calgary wil worden. Jos kaapte in Calgary al eens de hoofdprijs weg, weet u nog, toen met Cumano, goed voor 100.000 dollar. Wat Lansink toeliet, om zoals hij het na afloop uitdrukte, z'n paarden wat 'breed' terug te laten vliegen naar toen nog Ellikom. In Abu Dhabi kaapte Lansink met Valentina van 't Heike een kleine 90.000 dollar weg. Daarmee vergeleken is wat Marcus Ehning met z'n zege in Bordeaux (30.000 euro als we het goed voorhebben) een peulenschil.
Maar goed, we dwalen af. Waar het om gaat, Lansink is een beetje diplomaat geworden. Want op onze vraag of het nu niet jammer was dat er geen Belgisch team naar Abu Dhabi afgereisd was concludeerde Lansink alleen maar dat alles wat hij zou antwoorden eigenlijk alleen maar verkeerd kon zijn. Waarmee Jos natuurlijk veel meer zei dan hij eigenlijk wilde bedoelen... Overigens, met Cumano gaat het opnieuw de goede kant op. En voor degenen die de witte reus al afgeschreven hadden: als alles goed gaat maken Lansink en Cumano straks hun rentree in Lummen. En o ja, voor de fokkers onder ons: volgens Joris De Brabander, die we toch niet kunnen beschuldigen van een gebrek aan kennis terzake, is Cumano één van die zeldzame hengsten die het laatste restje vermogen vererft...
Het is een beetje te vroeg voor de Sint. Voor die krasse grijsaard en wat mandarijntjes zouden we onze knusse zetel trouwens al lang niet meer verlaten. Voor een andere knusse grijsaard doen we dat straks wel. Want hij komt. Hugo Simon dus. Straks naar Indoor Brabant. De inmiddels 67-jarige Oostenrijker wordt een echte legende, in de voetsporen zo'n beetje van Nelson Pessoa. Simon, die elke morgen een baantje trekt in z'n zwembad, won afgelopen weekend in Offenburg de grote prijs met de Belgisch gefokte Ukinda. Maikel van der Vleuten werd er 5de en had er een babbel met Simon die liet optekenen dat hij eind maart naar Indoor Brabant komt. Genoteerd met stip dus in onze agenda.
Een ongelukje komt nooit alleen. Vraag maar aan Pius Schwizer. Brand in het woonhuis eerst, stallen moeten evacueren en tijdelijk slapen in de truck. Pech ook op weg van Bordeaux naar Vigo. Schwizer en Guerdat hadden hun kostbare viervoeters samen op transport gezet, maar de truck kreeg onderweg af te rekenen met een lekke band die bovendien nog vuur vatte. De paarden moesten in allerijl uit de truck gehaald worden terwijl transport gevraagdwerd vanop een nabij gelegen stoeterij waar de paarden uiteindelijk voor een nacht terecht konden terwijl de vrachtwagen hersteld werd.
De vreugde van Albert Zoer is dus van korte duur geweest. Nummer één van de wereldranglijst worden, Oki Doki ondertussen verkocht en nummer één af. Want op de nieuwe lijst is Pius Schwizer de nieuwe nummer één.
In bijlage een interviewtje van een paar weken terug met de Zwitser die de voorbije dagen zelf ook z'n deel van de pech kende. Want een brand vernielde vorige week zijn woning. De stallen bleven gelukkig gespaard, maar Schwizer moest wel enkele dagen noodgedwongen slapen in z'n trailer.
Ze hebben het zo gek nog niet bekeken. Cees en Tosca Visser. De eigenaars van Totilas. De hype rond de hengst begint toch wel wat absurde vormen aan te nemen. We kunnen het amper geloven, maar het schijnt zo te zijn: mensen hebben er een vliegtuigtrip van een paard duizend kilometer voor over om Edward Gal en de wonderhengst aan het werk te zien. Voor het echtpaar Visser is het afwimpelen van een bod om de hengst te kopen welhaast dagelijkse gewoonte te worden. Maar nu komt de hengst dus ook ter dekking. Niet zomaar ter dekking voor iedereen. Neen, wie sperma van de hengst wil moet een aanvraagformulier invullen en uiteindelijk zullen uit de ongetwijfeld vele 'inzendingen' een paar honderd gelukkig geselecteerd worden. Die mogen daarna 5000 euro ophoesten voor wat sperma. Niet zo gek als je bedenkt dat het nog wel een jaartje of vier duurt vooraleer de eerste nakomelingen van de hengst zich zullen moeten bewijzen. Ondertussen kun je jaarlijks om en bij de 200 merries gelukkig maken met een kwakje van het witte goud van Totilas. Maak zelf maar eens de rekensom. 5000 euro kun je veel geld vinden, maar in andere sectoren van de paardensport stonden voor de invoering van de euro nog enkele hengsten ter dekking voor om en bij het miljoen Belgische frank. De komende jaren is het kassa-kassa voor de familie Visser en bovendien komen de nakomelingen van Totilas straks uit de betere merrielijnen en -stammen. Niet gek dus, die Nederlanders.
We voorspelden het hier een paar weken terug al, en het blijft inderdaad maar doorgaan.Max Kühner neemt afscheid van Acantus, die zal in de toekomst uitgebracht worden door Manuel Annon, een 18-jarige Spanjaard. Pius Schwizer ziet Unique X dan weer vertrekken naar Brazilië waar een talent uit Sao Paolo de teugels overneemt.
Facebook is niet meer weg te denken. Ook bij ons niet. Plots was hij daar, in Dresden eerst, in Leipzig nadien. Philip Lever. Laurie Lever, ja die naam deed wel een belletje rinkelen.Op z'n 60ste naar de Olympische Spelen in Hong Kong, 23ste individueel, 9de met het team. Australië dus. Maar Philip Lever. Het blijkt de zoon van te zijn. Een Australiër dus, op z'n achttiende naar Duitsland getrokken om er de stiel te leren, bij Gilbert Böckmann eerst. Goed een half jaar terug liet papa Anshleigh Drossel Dan inschepen (heet dat bij een vliegtuig ook zo?) voor zoonlief die er meteen de pannen mee van het dak sprong. Dat weten we dus allemaal dankzij facebook. Lever ingetikt, een mailjte gestuurd en enkele uurtjes later hadden we het nummer van zijn mobieltje in onze mailbox. Vriendelijke jongen trouwens, met één droom: top worden en straks met Edwina Alexander in het team naar de wereldruiterspelen.
Albert Zoer is een nuchtere man. Geeft zelden blijk van emoties. 't Zal wel aan de opvoeding liggen. De harde hand van vader Ahrend. We herinneren ons de zege van Albert Zoer met Sam in de grote prijs van Aken. De Nederlandse kolonie ging uit z'n dak en Albert? Die stond aan de kant van het inrijterrein rustig een sigaretje te roken.
Via de link een filmpje over het afscheid van Okidoki met heel even een zweem van emotie bij vader en zoon.
Een mens moet zich dezer dagen serieus gaan afvragen wat de zin en onzin is van een hengstenkeuring. Het BWP wees eerder deze maand om en bij de 30 hengsten door naar de derde faze van de hengstenkeuring. Ongetwijfeld zullen er daarvan straks ruim de helft goedgekeurd worden voor de dekdienst. De ongelukkige afvallers mogen zich echter ongestoord vergrijpen, bij wijze van spreken dan, aan tien merries elk. Komend weekend worden er in Zangersheide 68 (acht en zestig!) hengsten aangeboden voor de bijkomende (!) keuring. Onze zuiderburen van het Luxemburgs studbook krijgen 14 kandidaat-dekhengsten over de vloer. En bij het SBS passeren straks ruim 110 kandidaat-dekhengsten voor het oog van de jury. En het Oldenbruger Studbook trekt ook al de boer op en organiseert een keuring in België waarbij 27 kandidaten gepresenteerd worden. Straks zijn ook onze noorderburen aan de beurt, voor de zogenaamde tweede bezichtiging in Den Bosch werden 117 hengsten in springrichting en 75 hengsten in de dressuurrichting aangewezen. Een eerste selectie uit de 619 (!) hengsten die aangeboden werden. En dan gaan we het nog maar even niet hebben over de hengsten die bij de diverse Duitse stamboeken gekeurd werden en zullen worden, de hengsten die het Selle Français straks groen licht geeft, het AES, het NRPS en een handvol andere stamboeken. De nakomelingen van al die hengsten kunnen straks, mits een beetje handigheid, zo goed als probleemloos ingeschreven worden bij het BWP of een ander stamboek. En als je er een beetje over doordenkt is de kleur of de naam op het stamboekpapier in ieder geval altijd ondergeschikt aan de kwaliteit van het paard. In alle geval, sperma van eender welke hengst is dezer dagen zo goed als wereldwijd te verkrijgen. Vandaag besteld, morgen geleverd. Vers of diepvries. De vraag die daarbij moet rijzen is in hoeverre een open stamboek, zoals het BWP er bijvoorbeeld één is, via haar hengstenkeuring nog invloed kan uitoefenen op haar toekomstig paardenbestand. Eigenlijk heel weinig, al is er een ander, belangrijk aspect aan zo'n keuring verbonden: het heeft een signaalfunctie en geeft de richting aan die het stamboek uitwil. Maar het aantal fokkers dat zich wetens-willens in die richting laat uitduwen wordt ons inziens steeds kleiner. Een beetje fokker volgt dezer dagen ook de ontwikkelingen buiten het eigen stamboek op de voet. En een goeie hengst is een goeie hengst. Ongeacht het kleurtje of de aard van het stamboekpapier daarachter. Nogal wat fokkers zijn de mening toegedaan dat de echte keuring voor zo'n hengst begint na de goedkeuring als dekhengst. Want die goedkeuring op zich volstaat, een schaarse uitzondering te na gesproken, al lang niet meer om zich te onderscheiden in de dans naar de gunst van de merriehouders. De echte test situeert zich dezer dagen op een heel ander niveau: in de sport. Door de eigen prestaties, maar in toenemende mate ook door de prestaties van de nakomelingen. Het verklaart bijvoorbeeld de groeiende populariteit van een hengst als Nabab de Réve. Die produceert dezer dagen bij wijze van spreken onvoldoende sperma om te voldoen aan de vraag naar vers sperma. Laat staan dat er sprake kan zijn van invriezen. Straks gaan we toch nog moeten klonen...
De prinses zuchtte. In haar ooghoeken blonk een traan. 'Wat scheelt er', zei ik, compleet overbodig eigenlijk. Ze snikte. 'Het was niet goed hé?' Nee, het was niet goed. 'Waaraan ligt het? Ik heb alles geprobeerd', zuchtte ze. 'Ander beslag voor de paarden. Ander voer. Drinkwater op kamertemperatuur. Vervoer in een truck met airco. Klaus Balkenhol als trainer genomen. Hem bedankt. Daarna gesmeekt om terug te mogen komen. Ik ben bij een psycholoog langs geweest. Bij een psychiater later. En nog. Nog loopt het niet zoals ik dat zou willen. Ik weet niet... Het is alsof...alsof ik het niet meer kan overbrengen op m'n paard. Alsof, alsof, we mekaar niet meer begrijpen. Begrijp je?' Ik knikte, ook al begreep ik er geen snars van. Maar ik heb tot m'n eigen scha en schande wel geleerd dat er twee soorten mensen zijn waarmee je nooit, maar dan ook nooit in discussie moet gaan: mannen met meer dan één glas te veel op en vrouwen in een emotionele bui. En dus knikte ik onbegrijpend begrijpend. 'Ik doe m'n oefeningen elke morgen, ga lopen, zwemmen... Eet alleen vers fruit en vis en heb zelfs m'n dagelijkse portie frikadeller en smörrebröd afgezworen. En m'n dagelijkse akavit laat ik ook al staan voor een glaasje wortelsap. Moet ik een andere trainer nemen? Een ander paard kopen?' Ik schudde het hoofd. 'Meiske, gij moet trouwen!' 'Trouwen', riep ze verbaasd. 'Ja, trouwen. Zoekt u een Deen van goede komaf, een blonde Zweedse god, desnoods een Duitser als het echt niet anders kan. Liefst iemand met een beetje voeling met de paardensport. Verlooft u, ga naar de Olympische Spelen, trouwt daarna, ga daarna naar de wereldruiterspelen, koopt dan een kind en zorgt dat ge opnieuw in het zadel zit in het gezegende jaar 2012 van de Olympische Spelen.' De prinses veegde een traan uit haar ooghoeken en keek verbaasd op. 'Denkt ge...' Ik knikte overtuigd. 'Ge zult rustiger worden, meer ontspannen. Kijk naar Anky, hoe relax die geworden is sinds ze Sjef heeft leren kennen en de kroost er is.' Het gezicht van de prinses klaarde op. 'Ja. Jaaa!. Kent ge iemand voor mij? Zijt gij...?' Ik moest opnieuw ontkennend het hoofd schudden. 'Ik ben te oud. En bovendien ben ik getrouwd, al is dat tegenwoordig geen bezwaar meer. Maar toch. Daarbij, ik hou niet zo van haring, smörrebröd en die vleesballetjes die ze daar bij jullie vreten. Trouwens, laat dat wortelsap staan. Tapt u een goeie Carlsberg van tijd tot tijd, en laat u eens goed gaan: elke week kryddersild en rejesalat en 's avonds een beetje gammel ost op uw smörrebröd!' De prinses knikte enthousiast en we namen afscheid, maar niet vooraleer ik haar m'n mobiel nummer en de stellige belofte dat ze me steeds kon bellen gegeven had. In de loop van de daarop volgende weken en maanden kreeg ik de prinses regelmatig aan de telefoon en moest ik haar uitleggen waarom toenaderingspogingen tot Edward Gal, Albert Zoer weinig kans op succes maakten en waarom ze beter uit de buurt bleef van een paar Belgische ruiters die we hier niet bij naam gaan noemen. 'Wat denkt ge van Alexander Johanssmann', klonk het op een dag aan de andere kant van de lijn. Twee maanden later won ze Olympisch teambrons in Hongkong.
Blue Horse Matiné is niet meer. De schimmel is één van die paarden die we nooit zullen vergeten. Misschien ligt het niet zozeer aan het paard zelf. Misschien eerder aan de omstandigheden. Aan het tijdstip. Aan de immer minzame Andreas Helgstrandt die we afgelopen zomer nog zagen met een baby op de arm. Of misschien was het gewoon een combinatie van al die factoren. Aken 2006. De laatste test voor het wereldkampioenschap. De regen gutste bij bakken naar beneden die avond. En ruiters en paarden zochten hun toevlucht in de hal naast het inrijterrein. Jeroen Devroe was er die, toen nog met Paganini, een wonderbaarlijk mooie proef reed die avond. Maar daar gingen we het niet over hebben. Blue Horse Matiné dus. Die me vreemd genoeg, toen ik het berichtje over het jammerlijke overlijden las, deed denken aan een potlood. Het was een imposante hulde die avond, Andreas en z'n wondermerrie onder de spotlights in het volle stadion met een enthousiast klappend publiek. Na de hulde ging de merrie passageren en piafferen, danste de piste uit, in het licht van de spots tegen een gitzwarte hemel waaruit een grijs gordijn neerdaalde. Ondanks dat alles vond hij toch even de tijd, Andreas, om ons te woord te staan. In de gutsende regen. Het was de tijd van balpennen en papier. Doorweekt papier waarop niet te schrijven viel. Een balpen die elke dienst weigerde en het papier alleen aan flarden reet. Sinds die avond hebben we jarenlang een potlood meegepakt. Tot het dictafoontje z'n intrede deed. Adieu potlood, adieu Matiné.
Het stukje van zoveel jaren terug is onderaan terug te vinden. En we voegen ook de link naar de site van Blue Horse toe: http://www.bluehors.net/cms/index.php
Een beetje zichzelf respecterend blad moet straks uitpakken met een rubriek 'transferberichten'. Billy Twomey moet straks verder zonder Goldex (v. Garanco), terwijl Robert Smith afstand doet van Columbia (v. Concerto II). Beide paarden verhuizen naar Saoudie-Arabië. Ook Jeroen Dubbeldam neemt afscheid van Jasper Bleu (v. le Tot de Semilly), die komt bij de Franse ruiter Olivier Guillon te staan. Verder reist Cornet d'Amour (v. Cornet Obolensky) met Pedro Veniss naar de Sunshinetoer. De hengst werd naar verluidt aangekocht door Marc Van Dijck en Stephex Stables. Stephex stalde eerder al Amaryllis bij Veniss en doet dat nu ook met de jonge hengst. Willem Greve kan straks dan weer rekenen op Maximum Joe (v.Lasangos) die eerder naar Twomey verkaste maar daar geblesseerd uitviel en nu dus terugkeert naar de ruiter die straks z'n intrek neemt in een stallencomplex in Someren.
Zijn engels is niet te best en hij was eerlijk gezegd een beetje verbaasd. José Larocca dus. Hoe we aan zijn nummer gekomen waren? Tja, een mens heeft zo zijn methodes natuurlijk. De prijs die hij betaalde voor Okidoki blijft onder ons. Oki is ondertussen 14 en, als we toppers uit de internationale handel mogen geloven, al een beetje over zijn top heen. Het zal Larocca worst wezen. De 41-jarige Argentijn heeft z'n thuisbasis in het Zwitserse Genéve en zocht dus een viervoeter om samen met Royal Power de stal te trekken. Die Royal Power staat momenteel nog geblesseerd op stal, maar krijgt er straks een Nederlandse buur bij. Een oude bekende misschien, voor Royal Power die z'n springroots ook al in Nederland heeft. Zorgen ondertussen voor de Nederlandse bondscoach Rob Ehrens. Beetje vreemde man, gentleman zo u wilt. Spraakzaam als het moet, zwijgzaam als het nodig is. Ehrens was al een paar weken op de hoogte van de nakende deal met Oki als inzet. Hij zal het nieuws van vader Zoer niet graag gehoord hebben. Niet graag gehoord, maar wel geaccepteerd. Veertien, tijd om te verkopen als je nog wat geld wilt maken van zo'n springpaard. Zoon Albert kan ondertussen verder. Met Sam, waarmee hij eerder al won in Aken. Met Uruguay, Uraya en de anderen. Talent zat daar op stal in Drente. Voor Ehrens is het er eentje bij in een lange rij. Tomboy eerst, Ude nadien en nu dus Okidoki. En daar kwam in Amsterdam de blessure van Opium, het paard van Marc Houtzager, bovenop. Angelique Hoorn en O'Brian voordien. En het lijkt ondertussen alweer een eeuwigheid geleden dat Nathalie Van der Mei haar Springtime zag vertrekken. Ben je meteen een heel team kwijt. In België zouden ze met de handen in het haar zitten. Niet bij onze noorderburen. Talent zat, zo lijkt het daar. Zoer en Sam, Vincent Voorn en z'n Armani die stilaan terug lijkt te keren, Gerco Schröder en Jeroen Dubbeldam die even een stapje terug moesten zetten maar straks helemaal terug zijn. Vader Raijmakers die een stapje opzij zet voor zoon Piet junior. Harry Smolders die met Powerfee, Oliver Q en Walnut de Muze een team toppers heeft, in eigendom van sponsor Exquis die dezer dagen het ene na het andere bod moet afslaan. En dan hebben we nog Henk van de Pol, Leon Thijssen, Leopold Van Asten, Jur Vrieling, Jurgen Stenfert, Maikel Van der Vleuten en anderen. Nee, ze zijn voorlopig nog niet uitgesprongen, daar bij onze noorderburen.
Om en bij de vier miljoen euro voor Tomboy. Ongetwijfeld een stuk minder voor Okidoki. Het zal aan de leeftijd liggen, maar wij zijn het nog altijd gewoon om te rekenen naar onze oude frankskes. Honderd en zestig miljoen. Of iets in die buurt. Stel nou eens dat zo'n Athina Onassis wereldtop wordt met zo'n Tomboy. En dat het duo een jaar of zes-zeven meedraait op het allerhoogste niveau. Elk jaar een wedstrijd uit de Global Tour weet te winnen, daarnaast nog wat grote prijzen of daaromtrent. Goed voor een driehonderdduizend euro per jaar. Twaalf miljoen frankskes. Zeven jaar lang. Goed geboerd, denk je dan. Twee komma één miljoen euro in kassa, om en bij de vier en tachtig miljoen frankskes. Minus kosten. De hoefsmid, de dierenarts, wat transport. U kent dat soort dingen. Dan legt zo'n rederskleindochter op 't eind van de carriêre van Tomboy zo'n één komma negen miljoen euro bij. Minimaal. Om en bij de zes en zeventig miljoen oude frankskes. U begrijpt, springsport op het allerhoogste niveau, het gaat al lang niet meer om het puur sportieve waarbij de beste ruiters de beste paarden onder het zadel krijgen. Wie niet goed genoeg is koopt zich gewoon het beste paard. En wie te bang is om zelf in het zadel te kruipen koopt zich een paard en huurt een ruiter in en kan vervolgens op de tribune gaan genieten. Een leuke hobby voor de happy few, zeg maar. Het lijkt voetbal wel met de ruiters als clubs en de paarden als spelers in het grote transferspel. Jean-Claude Vangeenberghe wist het ons jaren terug al te melden toen hij de wereld kond deed van z'n overstap naar de Oekraïne. "We gaan het voetbal achterna, met transfers en al wat daarbij hoort". Een transferperiode kennen we nog niet in de paardensport. Maar misschien is het wel de volgende stap. Met regeltjes en een commissie die toezicht houdt of alles wel netjes volgens het boekje loopt. Maar wie maalt er om? De ruiters alvast niet, zij pikken hun graantje (percentje) mee, de makelaars niet want ook zij mogen aan de kassa langs. En uiteindelijk wint misschien niet altijd de beste, maar zeker altijd één van de beteren. Wedden dat Athina Onassis nooit wereldtop wordt? Misschien wel een wedstrijd uit de Global Tour kan winnen. Maar geen Aken of La Baule. José Larocca dan. Eén en veertig inmiddels. Won vorig jaar een één vijfendertig en een één-vijftig proef. Ging shoppen en kocht zich de vroeger door Otto Becker gereden Con Air. En de in een vorig leven door Luciana Diniz gereden Son of Marco. Of de door Ben Boessen geschoolde Royal Power. En nu dus Okidoki. Met het oog op de wereldruiterspelen. Larocca heet overigens een uitstekend ruiter te zijn die getraind wordt door, o toeval, Jos Lansink. Wat we eigenlijk bedoelen te zeggen, met geld is alles te koop: een prima accomodatie, de beste trainer en begeleiding, een mooie truck en goeie paarden. Een startplaatsje op een vijfsterrenconcours. Alleen talent en ervaring niet. Gelukkig niet. En dus blijft deze sport onvoorspelbaar. Ook al zal ze nooit zonder transfers en handel kunnen. Gelukkig maar. Want dat zorgt voor een injectie aan middelen zonder dewelke deze sport niet verder kan.
Zo. Ook Okidoki is verkocht. Het gerucht ging al een dag of tien en Willem Greve wist het ons vorige week woensdag te melden. Maar Albert Zoer zelf bleef tot vorige week staalhard ontkennen. Toch reisde Oki Doki niet mee af naar het wereldbekerconcours in Leipzig. En dan weet je dat er iets aan de hand is. Een verkoop bijvoorbeeld. Het toppaard van Albert Zoer werd via bemiddeling van Jos Lansink verkocht naar José Larocca. De Argentijn die zelf niet onbemiddeld is, wil zich met 'Oakie" klaarstomen voor de wereldruiterspelen in Kentucky van dit najaar.
Eentje bij, eentje weg. Eigenlijk is het omgekeerd. Eerst was er het afhaken van Mac Entee en Ever Mury Marais Z en pas daarna de terugkeer van Gregory Wathelet met Wonami van den Aard. We schreven het hier al eerder: er zijn de komende weken en maanden nog wel wat transfers te verwachten. Voor grote kampioenschappen geldt een wachtperiode van zo'n twee jaar tussen de laatste wedstrijd voor z'n oude land en een wedstrijd voor het nieuwe land. Voor paarden geldt die regel uiteraard niet en dus mag Wathelet dromen van een deelname aan de wereldruiterspelen straks in Kentucky. De getalenteerde Waal die ondertussen z'n tenten opsloeg in Roeselare krijgt er met Wonami een ervaren paard bij dat de stal kan 'trekken'. De BWP'er liep met succes landenwedstrijden voor de Britten met Michael Whitaker. Het duo won vorig jaar nog twee grote prijzen. Om maar te zeggen: Wonami is een beest dat naar de overkant kan, zoals dat heet. Vreemd verhaal daarook bij Michael Whitaker. De Brit sloot zopas een megadeal af met z'n sponsor. Die wil dat Michael zich in alle rust kan voorbereiden op de Olympische Spelen van Londen zonder daarbij de hele wereld af te hossen in de jacht op punten en prijzengeld. Dat mag een beetje vreemd klinken, want door de hele dopingaffaire rond Tackeray komt Whitaker volgens de regels van het eigen Olympisch Comité niet meer in aanmerking voor deelname aan de Spelen... Nog aan de overkant van het kanaal is Derek Rickets bedankt voor bewezen diensten. De chef déquipe die in 2002 aan het roer van de Britse springploeg kwam te staan kan geen grootse resultaten voorleggen: vooral het missen van de Spelen in Hongkong (een vroegere Britse kroonkolonie) en de degradatie uit de Meydan Top League wordt Rickets zwaar aangerekend. Het verweer van Rickets: te weinig goeie paarden. Waar hebben we dat nog gehoord?
We blijven het toch een vreemd verhaal vinden: de nationaliteitswissel van Patrick Mac Entee, Belg uit een Schotse vader en Belgische moeder. Eigenlijk stond het in de sterren geschreven. Maar goed, Mac Entee dus. De minzaamheid zelve. Brave man die al vijftien jaar lang trouw de paarden van Cathérine De Buyl rijdt en daarvoor ook goed betaald wordt. Met een extraatje zo af en toe. Misschien valt er straks opnieuw een extraatje uit de kast. Want de deal met het nieuwe vaderland van Mac Entee, Azerbeidzjan, is er eigenlijk eentje tussen de Azerbeidzjaanse federatie en De Buyl. Het had dus net zo goed Pakistan, Sri Lanka, Bolivië, Chili of eender welk ander land kunnen zijn waar een federatie wat geld op de bank staan heeft en de bobo's dromen van een zitje op de tribune bij de volgende Olympische Spelen (Londen is dan ook een mooie stad, niet?). De Buyl klopte, toen de relatie met de Belgische federatie (lees Eugéne Mathy) steeds verder verzuurde, aan bij Nelson Pessoa waar Mac Entee sinds jaar en dag gaat trainen.Of Necco niet even iets kon regelen? Begin januari kwamen de zaken in een stroomversnelling, Necco traint de Azerbeidzjani en krijgt binnenkort een team ruiters op stage. Jongens die hooguit een parcours van 1.20 achter het zadel hebben. Niet meteen de ervaring dus om straks op een groot kampioenschap, laat staan de Spelen van start te gaan. Necco kon de Azeiri's blijkbaar overtuigen om wat wat 'huurlingen' te strikken waarvan Mac Entee de eerste is. Patrick mag straks in Azierbeidzjan z'n papiertje gaan ophalen terwijl Necco achter de schermen alles regelde met z'n ouwe vriend John Roche, de grote baas bij de FEI. Voor zover we begrijpen van Mac Entee kan hij zijn Belgische pas houden maar krijgt hij er een Azerbeidzjaanse sportpas bij. Z'n nieuwe federatie gaat financieel over de brug komen naar De Buyl en links of rechts wat startplaatsen regelen. De Buyl van haar kant beloofde Mac Entee dat, als zij beter zou worden van de deal, er ook voor hem iets uit de kast zou rollen. Voor Patrick verandert er dus eigenlijk niets en logischerwijs is het voor hemzelf allemaal al lang goed, als hij straks maar de wedstrijden van de Global Tour kan rijden, wat invitaties voor vijfsterrenwedstrijden krijgt en straks in 2012 naar de Spelen kan. Ja dus. Het siert Mac Entee dat hij maandagavond zelf de telefoon pakte om Philippe Guerdat in te lichten. De Zwitser die in Mechelen nog hemel en aarde verzette om de brokken tussen Mac Entee en de federatie te lijmen. Maar uiteindelijk bleek dus de relatie tussen De Buyl en Eugéne Mathy te verzuurd. Goed, Mac Entee kreeg een zwaar ontgoochelde Guerdat aan de lijn en belde nadien ook Stanny Van Paesschen op. Noch Guerdat, noch Van Paesschen conden het nodig de federatie of Ingmar De Vos in te lichten waar men dinsdagavond dan ook van de stoel donderde toen het nieuws in de media bekend raakte. Ze zullen er daar bij de federatie ongetwijfeld hun slaap niet voor laten en we konden bijna tot hier het 'zie je wel' horen van sommigen. We blijven het, net als veel collega's van Patrick, een wat vreemde beslissing nemen. Vreemd, maar niemand zal echt verbaasd zijn. Het ga je goed Patrick. Tot binnenkort.
Onbegrijpelijk. De Belgische Federatie stuurt geen landenteam naar de wedstrijd in Abu Dhabi. Alleen Jos Lansink als individueel deelnemer mag straks afreizen naar het golfstaatje. Onbegrijpelijk want reis en verblijf van de deelnemers worden volledig door de organisatie betaald en daarenboven zijn een handvol proeven waarin niet alleen veel geld, maar ook punten voor de wereldranking te verdienen zijn. Enkele ruiters lobbieden de voorbije week om alsnog met een team naar Abu Dhabi af te reizen. Ondermeer Wilm Vermeir, Patrick Spits en Koen De Waele hadden hun kandidatuur gesteld. Maar het plan stuit (voorlopig?) op een njet van Philippe Guerdat. De chef d'équipe vindt het weinig zinvol om met een B-team naar Abu Dhabi af te reizen 'pour y prendre des vacances'...Guerdat wil voor het eerst met een landenteam aantreden op de landenwedstrijd in het Belgische Lummen.