Gisteren legden we het lijstje met de aangewezen driejarige hengsten uit eigen fok naast de hengstencatalogus. Zoals bleek moet dat eigen fok met een korreltje zout genomen worden, want de hoeveelheid 'zuiver' BWP-bloed in het lot van de 8 aangewezen hengsten is miniem. Vandaag kijken we hoe het met de oudere hengsten uit de zogenaamde eigen fok gesteld is.
1/ Eagle van het Hazelarenhoekje is de eerste in de rij. Moeder Carrera van de Heffinck is Z-ingeschreven, naar BWP-bloed is het speuren met het spreekwoordelijke vergrootglas. Vader is Canturo, de Holsteinerzoon van Cantus. 2/ Eldorado van de Zeshoek kent u wellicht nog als de siegerhengst van de vorige keuring. Het gaat om een zoon van de bij leven al legendarische Clinton (Holstein, v. Masetto) en Bijou Orai (bwp Toulon x Calypso III). Bijou Oai, moeder Ramourai en grootmoeder Nimfe zijn allen BWP-)ingeschreven maar hebben allen, op uitzondering van Bijou Orai zelf, een niet BWP'er als vader. Als we even kritisch mogen zijn deze kanttekening: Toulon is BWP-geboren maar SBS-gekeurd... 3/ Extra van Essene is de volgende in de rij: een mix van Frans en eigen bloed met aan vaderszijde Diamant de Semilly en als moeder Sari van Essene. ook de grootmoeder en overgrootmoeder zijn BWP-ingeschreven, met die bemerking dat de vader telkens een niet BWP-geboren hengst is. 4/ Epleaser van 't Heike dan maar. Driewerf hoera! Ook hier aan moederszijde drie generaties BWP-bloed met een BWP-ingeschreven merrielijn met alweer die bemerking dat op Nabab de Reve na (vader van de moeder Valentina van 't Heike) telkens een niet-BWP'er tekent voor het vaderschap. Aan vaderszijde geen spatje BWP-bloed met For Pleasure als vader. 5/ Met Eminem de Rialfo zijn we aan de eerste van twee Nonstop-zonen aanbeland. Als er al één aangewezen hengst het predikaat BWP-gefokt verdient dan is het wel deze Eminem. Vader Nonstop voert aan vaders- en moederszijde BWP-bloed en ook in de tweede generatie vinden we voor de helft BWP-bloed terug. Moeder Anne-Perron de Rialfo is een BWP'er van het zuiverste gehalte: zowel moeder Kalech als vader Perhaps van de Molenvondel zijn BWP-geboren en gekeurd. 6/ Eclips vh Dingenshof is de tweede Nonstopzoon die aan moederszijde een mix van Duits (Hannover) en Frans bloed voert. 7/ Ook Emir vh Moleneind doet het stamboek eer aan. Vader is de BWP-geboren Richebourg die puur Selle Francais gefokt is. Moeder Vasnura vh Moleneind heeft Darco (!) als vader en voert aan moederszijde via Nura puur BWP-bloed tot en met de tweede generatie. 8/ Diego van de Padenborre is een zoon van de legendarische Quidam de Revel, de trots van het Selle Francais die inmiddels ook in Duitsland met open armen ontvangen werd. Moeder is de bekende Himalaya van de Padenborre: BWP-geboren maar een mix van Selle Francais-bloed overgoten met een sausje volbloed. 9/ Amaretto d'Arco is zoals de naam laat vermoeden een Darcozoon. Darco, de trots van het BWP is zoals iedereen ongetwijfeld weet een Lugano van La Roche (Hannover) x Codex (Holstein) uit een Gelderse stam. Moeder is Tatouage d'Avontuur een BWP'er met een Franse vader en een Belgisch-Nederlandse moeder. 10/ Tauber van het Kapelhof dan maar, alweer een zoon van Darco (zie boven) uit de zuivere Hannoveraanse elitemerrie Pima Donna.
Kortom, de conclusie getrokken na het tegen het licht houden van de aangewezen driejarigen blijft overeind. Van een zuivere BWP-fokkerij is er ook hier geen sprake, daarvoor blijft de invloed van buitenlandse stamboeken langs vooral de vaderlijn en in mindere mate via de moederlijn te groot. Het zijn dus ook hier de fokkers die de lijnen uitzetten en het beleid bepalen terwijl het stamboek op de diverse veulenprijskampen en merrie- en hengstenkeuring alleen kan inventariseren welke richting de fokkers zijn ingeslagen. Vraag blijft welke de rol van een stamboek als het BWP in dit hele verhaal kan zijn. Daarover gaan we ons in één van de volgende bijdragen verdiepen aan de hand van enkele interessante uitspraken van enkele bevoorrechte getuigen.
De traditionele persconferentie na de tweede faze van de hengstenkeuring is een evenement op zich. Terwijl Veronique Van Geenberghe haar personeel laat aanrukken met witte wijn en broodjes laat BWP-voorzitter Carl Rijcken zijn licht schijnen op de voorbije keuring om vervolgens het woord te geven aan juryvoorzitter Boudewijn Schepers. Daarna mag het journaille vragen stellen. Die vragen komen doorgaans van de éminence grise van de Belgische hippische journalistiek, Etienne Van Muylem die voor de gelegenheid dan even z'n petje als lid van één van de BWP-commissies afzet. Daarna is het meestal de beurt aan de door het BWP en veel hengstenhouders gevreesde Rob Delafontaine. Nadien oordelen onze Nederlandse collega's dat het genoeg (welletjes) geweest is om geheel in eigen stijl over te nemen. Waarna Henk Bouwman en co een salvo afvuren tot Rijcken en zijn secondanten helemaal tureluurs zijn. Dat zijn de momenten waarop wij deemoedig het hoofd buigen en zwijgen. Want als het op encyclopedische kennis aankomt raken wij amper boven de enkels van Bouwman uit. Maar goed, als het stof is gaan liggen dan kan er opnieuw gediscussieerd worden zoals we daar in ons Vlaanderenland zo sterk in zijn: tussen de spreekwoordelijke pot en pint terwijl onze Nederlandse collega's zich weer huiswaarts spoeden. Een paar honderd lange kilometers ver met lekker veel tijd om na te denken over wat ze straks aan het papier gaan toevertrouwen. Het ene jaar heet het daarbij dat snit en type een 'blijvend aandachtspunt' zijn voor het BWP. Het jaar daarop is het dan weer dat het stamboek toch het belang van het vermogen niet uit het oog mag verliezen. Lardeer dat alles met een vrolijk sausje waarin de woorden als doorgefokte moederstam, extra kippende achterhanden en mooi afgemaakte sprongen samen met bemerkingen over de stand van de hoeven en het fraaie 'week gekoot' in voorkomen en je hebt de ingrediënten voor een onderbouwd stuk.
Maar misschien is het ook goed de nota's even terzijde te leggen en de hengstencataloog eens aan het lijstje aangewezen hengsten te paren. Dat zijn er dit jaar acht (8!) bij de driejarigen. 1/ Fantast van het Zwart Pannenhof, een zoon van de Holsteiner Clinton uit een BWP-merrie met de Selle Francais Quat'sous als vader. In de moerderlijn vinden we geen enkele BWP-gefokte hengst terug. 2/ De volgende in het lijstje is Faldiano, een zoon van de Nederlands gefokte Heartbreaker uit een BWP-moeder. In de moederlijn vinden we één BWP-gefokte hengst terug, maar het is er wel eentje die kan tellen: de legendarische Jus de Pomme. 3/ Over naar nummer 3 in de lijst: Fidjy of Colours. Een zoon van de Selle Francais Le Töt de Semilly uit een Selle Francais-moeder. BWP-inbreng in de hele bloedlijn: 0 (nul). 4/ Farius de Laubry is de volgende in de lijst. Farius is een zoon van de Hannoveraan Lux Z uit een BWP-elitemerrie (!): Magestueuze van de Begijnakker voor wie de link met het BWP daar ophoudt, want de merrie voert nagenoeg compleet Frans bloed. 5/ BWP-bloed vinden we wel terug bij Filou, een zoon van de Selle Francais Muscaris d'Ariel uit een BWP-merrie. En, zet u even schrap, Belle Fleur is een dochter van de BWP-geboren en gekeurde Nabab de Reve (die verder compleet Frans bloed voert) en de BWP-geboren merrie Elle. 6/Het gaat de goeie kant op en helemaal mooi wordt het bij Fierro Hof Ter Zeedycke, een BWP'er uit Nonstop (BWP aan moeders- en vaderszijde) en Varaconda (een dochter van de kwpn'er Concorde). 7/ Zelfde verhaal bij Fantomas de Muze, een zoon van Oldenburger Sandro Boy uit een BWP-merrie: Cordula de Laubry, zelf een dochter van de Hannoveraan For Pleasure. In alle geval, ook Fantomas de Muze voert aan moederszijde het bloed van drie BP-merries op rij. 8/ Laatste in de rij is Feingau van Koekshof, een zoon van de BWP Thunder van de Zuuthoeve. Die is dan weer een zoon van de Hannoveraan Argentinus uit een SBS-moeder. Ook Feingau voert aan moederskant het bloed van drie BWP-merries op rij.
Samengevat - één aangewezen hengst met een BWP-gekeurde en gefokte vader - één aangewezen hengst met een BWP-gekeurde, maar verder buitenlands gefokte vader - drie aangewezen hengsten met aan moederszijde drie BWP-gefokte merries op rij waarvan dan weer nagenoeg geen enkele een BWP-geboren en gekeurde vader heeft.
Sta ons heel even toe het zinvolle van de naar het BWP toe geformuleerde aandachtspunten in twijfel te trekken. Bij het BWP worden amper hengsten aangeboden uit zuivere BWP-doorgefokte stammen en moederlijnen. Het BWP blijft na al die jaren een allegaartje van Duits, Frans en Nederlands bloed. Als er al aandacht moet zijn voor type,vermogen, snit, een correcte stand van de hoeven, formaat, goed aangesloten lenden, voldoende bot en fundament dan moet die aandacht er zijn bij de BWP-fokker en dan kan het stamboek niet meer doen dan een stand van zaken opmaken. Kortom, bij het BWP is het niet het stamboek dat het beleid bepaalt, maar de fokker.
We schreven het hier al eerder. Als het vertrouwen tussen eigenaar en ruiter er niet meer is, dan houdt het op. Dat was het verhaal Demeersman-Van Oproy, dat is ook het verhaal Cleeren-Cloet. Al gaat het dit keer om een vertrouwensbreuk tussen Alain Cloet enerzijds, eigenaar van Sea Coast Conan, Silvana, Wonderful en Bjussica T enerzijds en vader Cleeren anderzijds. De komende dagen zullen we in de media overstelpt worden met verklaringen en berichten, het ene al onjuister dan het andere en steken allerlei verhalen de kop op. Wij spraken alle betrokkenen, Kristof Cleeren, Jos Lansink en Alain Cloet. Die haalde Conan eerder al als een donderslag bij heldere hemel weg bij Marc Van Dijck om die vervolgens bij Perry Geryl te stallen, nadien kwam Conan zo goed als van de ene op de andere dag terecht bij Kristof Cleeren. En nu dus bij Jos Lansink. Opgehaald afgelopen maandagmorgen ten huize Cleeren en 's avonds stonden ze op stal bij Jos Lansink. Laat ons wel wezen; dat doe je niet zomaar en onvoorbereid. Zo'n operatie is gepland en getimed. Het gerucht over de spreekwoordelijke haar in de boter tussen Cloet en Cleeren doet al een tijdje de ronde. Op zo'n momenten speelt de collegialiteit tussen ruiters niet meer en dus zal Jos Lansink wel niet de enige geweest zijn die informeerde bij Cloet naar de stand van zaken. Jos Lansink is wel de logische keuze: hoog geplaatst op de wereldranglijst en de stallen goed gevuld met competitieve paarden. Dat kan vreemd klinken, maar het is een logische keuze als je lang wilt genieten van je paarden. Dan is een topruiter met een competitieve wedstrijdstal een logische keuze. Want de echte toppers kunnen in de Super League-landenwedstrijden terecht, rijden de wedstrijden van de Global Champions Tour én de grote kampioenschappen. Dat doe je niet meer met één, twee of zelfs drie wedstrijdpaarden. Voor Cleeren is het na het vertrek van het Sea Coast-kwartet helemaal terug naar af. Bij Lansink komen Conan, Wonderful, Silvana en Bjussica T naast Cumano, Spender S, Valentina van 't Heike, Vaincqueur en andere Massimo's te staan. Dat opent perspectieven voor ruiter en eigenaar en creëert de mogelijkheid om de paarden gericht en dus met meer kans op succes in te zetten. Ongetwijfeld heeft Cloet ook aan anderen gedacht: Ludo Philippaerts bijvoorbeeld die te ver weggezakt is op de wereldranglijst, Dirk Demeersman die al een flinke wedstrijdstal heeft of Jean-Claude Van Geenberghe of Gregory Wathelet. Van Geenberghe rijdt tot nader order voor de Oekraïne en is een 'onbetrouwbare' partner, Wathelet heeft het nadeel dat hij de komende jaren geen kampioenschappen kan rijden. Dan is Jos Lansink een logische keuze. Dat betekent meteen dat de weg naar de Olympische Spelen en Hong Kong weer wijd openligt voor Jos Lansink die zich wellicht als enige samen met de Ierse Kürten of een Fransman individueel kan plaatsen. Daarvoor rekent Jos op Cumano of Silvana en niet op 'bangerd' Conan voor wie de opeenvolging van drie proeven op goed vier dagen wellicht van het goede te veel is. En dus staat Jos Lansink straks wellicht opnieuw voor de keuze die hij al eerder moest maken: die tussen twee paarden en evenveel eigenaars. In de aanloop naar Athene heetten die Caridor Z en Cumano. Straks Cumano en Silvana. Tenzij de witte reus onvoldoende hersteld zou blijken van zijn peesblessure.
Wat een berichtje op een blog als deze al niet doet. Tussendoor wist de bevallige Eva Van Eeckhoudt ons te melden dat het BWP vier nieuwe elitehengsten heeft. Daar zijn wij blij om. Don Renoir van de Helle, een zoon van de legendarische Donnerhall en Whitney van het Waaihof (Ferro) zijn de gelukkigen in de dressuurhengsten. Beide hengsten presteren internationaal met succes. Don Renoir onder het zadel van Tom Heylen, Whitney met Stefan Van Ingelgem. Don Renoir was op de hulde in het Zilveren Spoor overigens niet aanwezig. En daar is ook een goede reden voor, want eigenaar Paul Maïs was voor het eerst in wellicht dertig jaar niet op de BWP-hengstenkeuring. Maïs bleef thuis uit onvrede met de gang van zaken, maar daarop komen we later terug. In de springrichting werden Cicero Z van Paemel en Muscaris d'Ariel beloond met het elitepredikaat. Het gaat om twee interessant gefokte hengsten die zich ook in de wedstrijdring nadrukkelijk weten te bewijzen. Muscaris d'Ariel is een zoon van Diamant de Semilly en wordt gereden door Yves Van der Hasselt. Dirk Demeersman koestert dan weer hoge verwachtingen van de Carthago-zoon Cicero. De ruiter uit Tessenderlo wil met de hengst naar de wereldruiterspelen in Kentucky.
Een klein verhaaltje ter vermaak waarbij elke gelijkenis met bestaande personen vanzelfsprekend op louter toeval berust
Het was, zoals steeds, laat toen m'n gsm rinkelde. "Hallo. Ja, het is hier de Pol hé." Ik kon de stem niet meteen thuisbrengen, P.M. uit P-P is dan ook niet iemand die spontaan belt om nieuwtjes uit te wisselen, in tegenstelling tot sommige van zijn collega's. Na enige verduidelijking viel m'n spreekwoordelijke euro. "Ha, de Pol. Alles goed. Zie ik u overmorgen in Moorsele, op de hengstenkeuring?" Neen, zo bleek. "'t Is zjuust daarvoor dat ik bel. Ik zal er niet zijn, voor het eerst in 25 of ik weet niet hoeveel jaar. 30 misschien zelfs." Onze journalistieke interesse was meteen gewekt en terwijl we ons mobieltje klemden tussen oor en schouder liepen we terug naar het bureeltje dat we, de privacy ter wille, verlaten hadden, grabbelden er met de ene hand naar pen en papier en met de andere naar de hengstencatalogus om ons vervolgens opnieuw terug te trekken op de gang. "Allé Pol. Wa gij nu zegt! Da kan toch niet.! Allé, waarom doet ge nu zoiets". "Dat is tussen mij en het BWP, ze weten ginds goed genoeg wat ik er van vind." Na enig aandringen wilde onze gesprekspartner toch iets lossen. "Weet ge, die hengstenkeuring dat is een vermarkting geworden, platte commerce en de invloed van sommige van mijn collega's is te groot geworden. Veel te groot. Allé, ge weet gij ook. 't is niet de jury die bepaalt wie gekeurd wordt hé!" Omdat we een krasse uitspraak altijd wel ergens kwijt kunnen tegen een handvol euro's (ons kindjes moeten ook eten, nietwaar), veinsden we verbazing. "Dat kan ik toch niet geloven. Allé gij, dat zou betekenen..." "Zjuust, zjuust", waarop onze gesprekspartner vrolijk aan het woelen ging in de beerput van de voorbije hengstenkeuringen en er en passant de veiling in Mechelen en enkele veulenkampioenschappen bijsleepte om af te sluiten met de voor een journalist meest hatelijke zin. "Allé, ge moet daar niets over schrijven hé. Ik zeg dat nu zomaar ne keer, onder ons hé. Allé, gegroet!" Ik slofte terug naar het bureeltje waar ik m'n gesprekspartners noodgedwongen had moeten achterlaten. "Wie was het?" bromde H.H. een niet nader genoemde hengstenhouder uit E. bij wie we die avond te gast waren. "Een collega van u. Volgens hem is heel die hengstenkeuring doorgestoken kaart en hebt gij daar veel te veel in de pap te brokken". H.H. veinsde verontwaardiging en schoot vervolgens in een lach. "Wat is dat nu voor gezever, ik mag toch voor mijn commercie staan zeker. Melanie! Loopt nog ne keer achter een flaske wijn! Enfin, laat ons voortdoen", deed H.H. teken naar twee niet nader genoemde leden van de hengstenjury. "Waar zaten we. Jan, gij leest voor, Boudewijn, gij noteert. Nummer 17 zeker?" Een fatale vergissing zoals enkele dagen later zou blijken, aangezien het vorig behandeld nummer dat van Fablo (15) was van Johan Bijloos waardoor nummer 16, Fugard van 't Langehof, letterlijk door de mazen van het net glipte en aan de grillen van de BWP-jury werd overgeleverd. Aan de andere tafel klonk het ondertussen "Figo van Overis, van Jos Stevens", waarop H.H. onverstoorbaar verder ging: "niet gekeurd. De volgende".
De commercialisatie heeft ook bij het BWP haar intrede gedaan. Helaas via een achterpoortje en zonder overleg. De persconferentie na de keuring mag wat ons betreft een plaatsje in de geschiedenisboeken krijgen. Na ettelijke glazen witte wijn stak Hubert Hamerlinck er een donderpreek af waar enkele prominente BWP-leden er als koorknaapjes bijstonden. De woede van Hamerlinck vond z'n oorzaak in het niet aanwijzen voor de derde faze van Fugard van het Langehof (Contact van de Heffinck). De hengst is zo goed als verkocht naar het buitenland en het spreekt voor zich dat een 'gekeurde' hengst meer euro's in het laatje brengt dan een niet-gekeurde hengst. Of dat meteen betekent dat het stamboek en de keuringscommissie de deur wijd open moet zetten voor alle potentieel verkochte hengsten is een andere vraag. Opvallend was wel dat, altans in de coulissen, nogal wat hengstenhouders het eigenlijk wel eens zijn met Hamerlinck. Al bleven zij dan wijselijk weg van de persconferentie (waar ze eigenlijk ook niks te zoeken hebben) en de informele babbel achteraf. Maar de commentaren in de wandelgangen waren er niet minder om. Tuurlijk hebben de hengstenhouders een punt als ze stellen dat we niet heiliger moeten zijn dan de paus en we niet blind moeten blijven voor het feit dat deze platte commercie, waar het BWP voorlopig het been stijf houdt, in Duitsland ondertussen gemeengoed is geworden. Maar het mangelt het BWP niet zozeer aan platte commercie, als wel gewoon aan commercie ern inzicht. Zeker, de hengstenkeuring in het Zilveren Spoor heeft uitstraling en kan zich verheugen in een groeiende binnen- en buitenlandse belangstelling. Maar tot nader order zijn het vooral de fokkers en de hengstenhouders die het BWP promoten in het buitenland. Luk Van Puymbroeck (LVP-stables) en Eric Goossens vreëen om het hardst de gefortuneerde Edouardo Campos op, Hubert Hamerlinck pendelde tussen enkele gasten uit de Oekraïne en de vertegenwoordigers van het Zweedse stamboek terwijl de BWP-bobo's zich onledig hielden met... de buitenlandse BWP-leden. Kijk. Zo werkt dat natuurlijk niet. Des te ergerlijker vinden we het gebrek aan elementaire informatie. Amper startlijsten verkrijgbaar voor het hengstengala van vrijdagavond en al helemaal geen uitslagen achteraf. Amper communicatie over het aanwijzen van de drie nieuwe BWP-ambassadeurs en een aantal elitehengsten. Onder journalisten zijn de meningen verdeeld en zelfs BWP-officials wisten ons niet te melden of er nu twee, dan wel drie of vier nieuwe elitehengsten zijn. De bwp-webstek brengt al evenmin soelaas. En bijna drie dagen na de keuring wachten we nog altijd op een eerste BWP-persbericht... Het zou natuurlijk al te makkelijk zijn om Rudi Eerdekens en de mensen van het onderbemande BWP-secretariaat met de vinger te wijzen. Maar dat het BWP zich eens ernstig moet beraden over haar toekomstvisie op de rol van een stamboek is zonneklaar.
Het is een tijdje geleden. Maar ooit hebben we, vinden we zelf, een mooi stukje geschreven over Darco en Ivo Scheelen, z'n trouwe verzorger. De hulde van Tinus Paesen en dus ook van Darco en de trouwe Ivo Scheelen is een mooie gelegenheid om dat stukje nog eens te posten. U kunt het hieronder lezen.
Non Stop, Parco, Turbo van het Gestelhof, Quirio van de Heffinck. Samen met meer dan 3000 anderen hebben ze hun leven te danken aan Darco. De op 12 juni 1980 geboren hengst heeft zijn leven dan weer te danken aan verzorger Ivo Scheelen. Hij woont met vrouw en kinderen op het Lindenhof en kan, dankzij een camera en monitoren constant het doen en laten van zijn beste vriend volgen.
,,Er hangen twee cameras in zn box en ik kan hem zien vanuit de keuken, de living en de slaapkamer. In de weide laten we hem niet meer, zegt Ivo Scheelen. ,,Daarvoor heeft hij nog te veel energie en is het risico op blessures te groot. Maar elke dag ga ik uit met hem wandelen. Een half uurtje of drie kwartier en dan praten we een beetje tegen elkaar. Darco is veel rustiger als ik hem in de hand heb, bij anderen wordt hij nerveus. Darco is ook het eerste paard dat ik s morgens voer.
Scheelen, die toen nog vrachtwagenchauffeur was op het bedrijf van Tinus Paesen, was er al bij toen Darco om vijf uur s ochtends op de wereld kwam. Op anderhalfjarige leeftijd kwam de legendarische hengst in het prikkeldraad terecht en geraakte levensgevaarlijk gewond. ,,Het zag er vreselijk uit en de veearts gaf ons weinig hoop. De wonden moesten elke dag uitgewassen worden, behandeld worden met zalf. Zelf had ik toen een drukke zaak en ik zag het echt niet meer zitten. Als er nu sprake is van Darco dan is dat dankzij Ivo Scheelen, zegt eigenaar Tinus Paesen. ,,Ivo heeft dag en nacht voor Darco gezorgd, wat hij met Darco kan heeft nooit iemand anders gekund. Ook ik heb die band met Darco niet. Darco is heel speciaal, wat je hem geeft, geeft hij ook terug. Hij is vurig, maar ook zacht. En verstandig, Ludo Philippaerts zei altijd, Darco kan lezen en schrijven, en dat is ook zo.
Darco herstelde dankzij de zorgen van Scheelen en werd in oktober 1982 goedgekeurd voor de dekdienst bij het Belgisch Warmbloed. Als vijfjarige kwam de hengst bij Ludo Philippaerts op stal en keerde pas op twaalfjarige leeftijd terug naar Peer. Daar werd de hengst later ereburger en kreeg hij ook een standbeeld. ,,Toen Darco hier weg was miste ik hem wel. Ik zag hem wel regelmatig, maar das toch hetzelfde niet als nu hij hier bij ons staat. Ik heb twee kinderen, een zoontje van anderhalf en een dochtertje van vier. Mn zoontje zegt nog niet veel, maar Darco kan hij toch al goed uitspreken en als mn dochtertje goed gedroomd heeft dan is het over Darco, haar beste vriend, hij is eigenlijk de vriend van de hele familie hier Natuurlijk denk ik wel eens aan de dag dat hij er niet meer zal zijn en dat zal best moeilijk zijn. Want een tweede zoals hij is er niet en niemand zal hem kunnen doen vergeten. Maar ik hoop dat we hem toch nog een paar jaartjes bij ons mogen houden.
Knt u ze nog allemaal? De BWP-ambassadeurs. Het begint een indrukwekkende lijst te worden. Gaande van de legendarische Darco over Lys de Darmen, Clinton, Major de la Cour, Lugano van la Roche over Parco, Feinschnitt van de Richter, Skippy II, Feo, Jus de Pomme, Fantastique, Primo des Bryéres en Fleuri du Manoir tot Saygon en Heartbreaker. We hopen dat we niemand vergeten hebben, maar aan dat lijstje mogen dus Landetto, Non Stop en Ohio van de Padenborre toegevoegd worden. Darco is in dat lijstje dus prominent aanwezig met twee zonen: Non Stop en Parco. Tinus Paesen, fokker en eigenaar van de legendarisch hengst werd gisterenavond in het Zilveren Spoor trouwens het Gouden BWP-insigne opgespeld door de Vlaamse minister-president Kris Peeters. De Vlaamse excellentie was naar verluidt in zijn jeugdjaren een fervent ruiter en heeft onder het strakke maatpak een warm kloppend hart voor de hippische sport. Dat hebben ze bij het BWP ondertussen ook begrepen en dus zit een delegatie van het stamboek zo goed als wekelijks op het kabinet van de Minister-President om mee te werken en te schrijven aan een beleidsplan voor de hippische sector. Maar goed, terug naar de ambassadeurs nu. Landetto heeft een korte sportcarriëre achter de rug, maar was met Stefan Corten ooit in de running voor deelname aan de Olympische Spelen. De hengst werd ondertussen verkocht naar de Verenigde Staten. Ohio van de Padenborre, de eenogige geweldenaar, is vooral populair bij de Franse fokkers. De hengst staat trouwens sinds een aantal jaren ter dekking in het Franse Normandië. Net als bij Landetto zijn het niet zozeer de eigen sportprestaties, als wel die van de nakomelingen die de hengst naam en faam bezorgen. Dat geldt eigenlijk ook een beetje voor Non Stop. Ook al voerde hij de legendarische Rodrigo en Nelson Pessoa naar succes, een echt grote carriëre heeft de hengst nooit gemaakt. Daarvoor was de manier van springen van de Darco-zoon te apart. Maar dat minpuntje wordt uimschoot uitgevlakt door de fantastische ingesteldheid van de hengst die wellicht mag bestempeld worden als de best verervende Darcozoon. Landetto is een Landgraf I-zoon die een lijn opzette waaruit een aantal gekeurde hengsten komen: Eddy Wally (het paard), Calidos, Utah Van Erpekom, Excenel V, Pandetto en een trits internationaal presterende sportpaarden. De Quidam-zoon Ohio is bekend als de vader van de internationale springpaarden BMC Up and Down, Achille en Toronto van de Padenborre. Non-Stop is dan weer de vader van de gekeurde Simsalabim van Berkenbroeck maar vooral ook van een verrassend groot aantal springpaarden dat succesvol is op 1.40 niveau en meer.
Zo. De eerste en tweede faze van de hengstenkeuring zitten er op. Er werd gekeurd en tijdens en na afloop opnieuw behoorlijk gezeurd. De arbeid van de heren Schepers, Floren en Vilain leverde 32 hengsten op die zich straks op 15 maart in Oud Heverlee nog eens mogen komen tonen onder het zadel. Tijdens en na de keuring werd er opnieuw behoorlijk wat gezeurd. Door behoorlijk ontgoochelde fokkers en hengstenhouders enerzijds en door de (vooral Nederlandse) pers anderzijds. Het is helemaal niet zo moeilijk enkele negatieve punten uit te vergroten en daaruit te concluderen dat het niet goed was en dat er heel veel beter kan. Dat zal wel realiteit zijn, maar het neemt niet weg dat er ook heel veel goed is en dat een jury maar een keuringsoordeel kan uitspreken over wat aangeboden wordt op zo'n keuring. Vandaag heten het dat type en vermogen een aandachtspunt zijn. Daar wordt dan wellicht op de keuring van 2009 behoorlijk over doorgeboomd en dan zal het wellicht heten dat type en snit een aandachtspunt zijn. Het is niet de keuring anno 2008 die zal bepalen hoe het aanbod er anno 2009 zal uitzien. Dat aanbod beïnvloeden is een werk van lange adem en vergt een beleid op lange termijn, al was het maar omdat daar meerdere generaties over heengaan. Dat is een realiteit die helaas nog maar weinigen lijken te vatten. Dit gezegd zijnde: back to reality en Moorsele. We hebben in het Zilveren Spoor heel veel fijne potentiële sportpaarden gezien en we bleven een beetje op onze honger zitten als het op 'hengsten' pur sang aankwam. Een opvallende vaststelling is alleszins het stijgend aanbod van kandidaat-dekhengsten van 4 jaar en ouder. Een tweede opvallende vaststelling is ook dat het aanbod dressuurhengsten dit jaar zonder meer uitstekend was. Dat beperkte aanbod van driejarige hengsten uit de eigen fok zorgde er trouwens voor dat de primering en behoorlijke klus was. Siegerhengst werd uiteindelijk, volkomen terecht, Faldiano, al waren er zeker wt fundament betreft opmerkingen te maken over de hengst. Qua type en beweging stak de nakomeling van Heartbreaker er evenwel met kop en schouders bovenuit. Uit dezelfde stam komen trouwens de internationale springpaarden O de Pomme en V de Pomme alsook enkele uitstekende dressuurpaarden!
De volgende driejarige hengsten werden aangewezen in de richting springen
Fantast van het Zwart Pannenhof (Clinton x Quatsous) Faldiano x Jus de Pomme (Heartbreaker x Jus de Pomme) - siegerhengst Fidjy of Colours (Le Tot de Semilly x Royal Feu) Farius de Laubry (Lux Z x Skippy II) Filou (Muscaris d'Ariel x Nabab de Reve) - reservesieger Fierro Hof ter Zeedycke (Nonstop x Concorde) - geprimeerd Fantomas de Muze (Sandro Boy x For Pleasure) Feingau van Koekshof (Thunder van de Zuuthoeve x Camus) - geprimeerd
De volgende vierjarige hengsten werden aangewezen in de richting springen
Eagle vh Hazelarenhoekje (Canturo x Chellano Z) Eldorado van de Zeshoek (Clinton x Toulon) Extra van Essene (Diamant de Semilly x Gotthardsen) Epleaser van 't Heike (For Pleasure x Nabab de Reve) Eminem de Rialfo (Nonstop x Perhaps van de Molenvondel) Eclips vh Dingenshof (Nonstop x Feinschnitt van de Richter) Emir vh Moleneind (Richeborug x Darco)
Volgende vijfjarige hengsten en ouder werden aangewezen in de richting springen
Diego van de Padenborre (Quidam de Revel x Fleuri du Manoir) Amaretto d'Arco (Darco x Tenor Manciais) Tauber vh Kapelhof (Darco x Pinkus)
Buitenlandse fok - driejarigen
Bisquet Balou de Mispelaere (Balou du Rouet x Polydor) Che Guevarra van Paemel (Carthago x Darco) Cassanova (Casall x Grundyman XX) Cassinger C (Cassini I x Zueftiger XX) Vertigo Saint Benoit (Ogano Sitte x Capital)
Buitenlandse fok vierjarigen en ouder
Zilverstar T (Berlin x Cavalier) Vinesse (Oklund x Heartbreaker) Spender S (Silbersee x Caretino)
Dressuurhengsten
Don Matcho van de Roshoeve (Don Christobl x Matcho X) Aaron (Florencio x Record) San Cartano van Hof Olympia (Sandro Hit x Carneval) Scalinger (Stedinger x Florestan I) Zanero (San Remo x Balzflug) Unee (Gribaldi x Dagerad)
Later deze week komen we terug met, zoals steeds, onze eigenzinnige kijk op het gebeuren én achtergronden en nieuws.
U kon hier al eerder lezen dat Royne Zetterman straks niet naar de Spelen gaat. Zo goed is ons Zweeds nu ook weer niet dat we uit het artikel konden opmaken waarom Zetterman straks niet naar de Spelen gaat. Dus hebben we Zetterman maar eens opgebeld. Daarvoor moesten we wel een ommetje maken via Helena Lundback (wiens nummer we wel hebben en dat van Zetterman, tot voor kort, dus niet). Zetterman blijkt een kranige maar zeer vriendelijke Zweed van 50 te zijn. Eén keer eerder al kon hij naar de Spelen, uitgerekend in het jaar van de boycot waarbij er als troostprijs uiteindelijk een nepevenement georganiseerd werd in Rotterdam. Om maar te zeggen; als vijftiger de kans krijgen om naar de Spelen te gaan en dan afzeggen. Dat doet een mens zomaar niet. "Kijk, mijn paard Isaac is m'n eigen paard. En daarmee neem je geen risico's. Punt", aldus Zetterman die het argument als worden er in Hong Kong wel paardenraces georganiseerd meteen de prullenmand inkiepert. "Die paardenraces gaan tijdens de periode waarin de Spelen georganiseerd worden niet door. En die races halen een turn-over van zo'n 100 miljoen of wat. Er zal dus wel een hele goeie reden zijn om in augustus geen races te organiseren. En dan dat verhaal van die aircostallen. Pfff. Als jij drie dagen op hotel zit in de airco en je komt buiten dan word je ziek. Ik ga dan naar de bar en drink een par whiskeys. Dat kan een paard natuurlijk niet." Kijk. Dat is nog eens een Zweed naar ons hart.
En we gaan maar door. Na Silvia Iklé, Markus Fuchs, het complete Zwitserse dressuurteam en al degenen waarvan we het nog niet weten haken nu ook twee Canadese amazones af. Ook Cindy Ishoy en Ashley Nicoll-Holzer laten weten dat ze straks niet naar de Spelen gaan. Al spelen er behalve de klimatologische omstandigheden voor de twee Canadese amazones nog andere factoren mee. Zo moeten de Canadezen op weg naar de kwalificatie voor Hong Kong van de Canadese federatie deelnemen aan een aantal wedstrijden in de Verenigde Staten en Europa. En daar is uiteraard een prijskaartje aan verbonden.
Todd Minikus trapte enkele maanden terug op de tenen van the Boss. Minikus liet optekenen dat Pavarotti niet het allerbeste paard op stal was. Klein foutje, want Pavarotti was verkocht aan Bruce Springsteen die voor het nieuwe speeltje van z'n 16-jarige dochter zo'n 459000 euro veil had. De verklaringen van Minikus schoten bij the Boss in het verkeerde keelgat want, alleen het allerbeste is goed genoeg voor dochterlief Jessica en dus blies the Boss de deal prompt af. Einde verhaal denkt u. Maar dat is zonder Todd Minikus gerekend, de Amerikaanse springruiter daagde Springsteen voor de rechter en die veroordeelde die nu tot de betaling van een schadevergoeding van zo'n 130.000 euro. Er zal ten huize Springsteen wellicht geen kreeftje minder voor op tafel komen, ook al kocht Springsteen ondertussen al een ander paard voor Jessica. Het gaat om Vornado van den Hoendrik. Een paard dat voordien door de Nieuw-Zeelander Daniël Meech gereden werd. Er zit ook een Belgisch kantje aan het hele verhaal, want Vornado is een Belgisch gefokt paard en vader Darco hoeven we u nauwelijks voor te stellen.
Ik geef het eerlijk toe. Mijn Zweeds is niet het allerbeste. Maar na enkele glazen uitstekende rode wijn raakte ik er toch uit. Royne Zetterman en Isaac trekken niet naar de Olympische Spelen. Daarmee neemt Zetterman plaats in het rijtje geopend door Markus Fuchs en Silvia Iklé en de complete Zwitserse dressuuréquipe. Velen zullen ongetwijfeld nog volgen. Wie zijn/haar Zweeds aan een ernstige toets wil onderwerpen kan hier terecht. Voor de wijn moet u zelf zorgen.
In Brussel zijn gisteren de AA-talenten 2008 voorgesteld. Mogen we eens beleefd lachen? hAhA dus. Nog een geluk dat de leden van het talententeam een blauwe outfit aanhadden! Dat maakte ze herkenbaar voor het opgetrommelde journaille. Blijkens het persbericht was er nog een panelgesprek, gemodereerd door Stefan Lammens en dronken ze daarna een glas. Bij ons in de Vlaanders hebben ze daar een mooie uitdrukking voor: ze dronken een glas, deden een plas en alles bleef zoals het was. We hebben de uitnodiging voor de persconferentie gekregen. We hebben ze eens goed bekeken, weken terug al, goed nagedacht en uiteindelijk beslist om niet langs te gaan. Eerst en vooral omdat we van het hele gebeuren hooguit15 lijnen kwijt kunnen in de diverse media waarvoor we stukjes leveren. En sorry, Bram en Marc en Evi, 15 regels rechtvaardigen geen ganse dag 'op verplaatsing' in het verre Brussel. Zelfs al wordt er dan achteraf een AA-drankje geschonken. Ondanks het panelgesprek met Gella Vandecaveye, Aimé Antheunis, Jeroen Devroe en Niels Bruynseels, gemodereerd door Stefan Lammens. Stefan Lammens, u weet wel, de F1-fanaat die voor een hilarische nieuwsflits over de Grote Prijs van Vlaanderen zorgde op het TV1-journaal. Maar goed, dat jumping niet de dada is van Lammens weten we al langer. Lammens doet tenminste nog een inspanning om de hippische sport wat ruimer onder de aandacht te brengen. Waarvoor dank. Maar zoals we al een beetje vreesden blijft de basissport bij het hele AA-talentengebeuren een beetje in de kou staan. Het gaat, de eventingruiters uitgezonderd, bijna zonder uitzondering om jongeren die in de sport al een goed belegde boterham verdienen, en/of uit een begoed milieu komen en al een persoonlijke trainer of begeleider hebben. Die talenten zullen van die paar lessen van Jos Lansink of Jeroen Devroe dus heus niet meteen stukken beter gaan presteren. We hebben, in alle bescheidenheid, enige ervaring in de journalistiek en de verslaggeving over sporten als wielrennen, tennis, voetbal en al wat daar rond hangt. Iedere systeem dat talent aan de oppervlakte wil brengen, we herhalen het nogmaals, vertrekt van een brede basis in een steeds breder wordende piramide. 'Paardensport is apart en niet te vergelijken met andere sporten', kregen we een paar jaar terug te horen in een identiek panelgesprek met ondermeer Ivo Van Aken. U weet wel, de man die het succesvolle tennisverhaal mee uit de grond stampte. Tennis, u weet wel, de sport die werkt met regionale en gewestelijke trainingen, selectiewedstrijden en -toernooien. Met een eigen tennisacademie en eigen trainers en begeleiders. Misschien moeten ze bij de VLP maar eens gaan neuzen in het beleidsplan van de VTV. Daar staan best wel een paar leuke dingen te lezen. Of eens gaan 'benchmarken' bij de noorderburen en hun Rabotalentenplan. foto copyright VLP
Voor de meeste universiteits- en hogeschoolstudenten is het nog volop 'examenperiode'. Dat is voor een kleine 80 hengsten niet anders. Want donderdag gaat de BWP-hengstenkeuring van start. Het Belgisch Warmbloed positioneert zich daarme net voor grote broer KWPN en na de Duitse en Franse stamboeken. De Fransen keurden de voorbije jaren bijzonder ruim en, opvallend, zetten de deur wijd open voor vreemd bloed. Een noodzaak voor de Franse warmbloedfokkerij die de voorbije decennia veel op type en beweging moest toegeven. Maar de Fransen keurden ook bijzonder ruim. Voor de hengstenkeuring in Moorsele zijn een tachtigtal hengsten aangemeld, een aantal daaronder is al, voor de eigenlijke keuring verkocht naar het buitenland. Zoals Fugard van het Langehof bijvoorbeeld die straks naar de Oekraïne trekt. Straks zal iedereen weer de mond vol hebben over 'abnormaal' springende paarden. Maar wat is 'abnormaal'? Zeker is, dat net als veel studenten, een aantal hengsten momenteel in volle blokperiode en thuis bijgespijkerd wordt. Als dat door vakmannen zoals we die in Duitsland en Nederland kennen gebeurt is daar op zich niks mis mee. Als de gebruikte studiemethode maar 'acceptabel' en diervriendelijk is. Her en der zal straks weer de luide roep weerklinken om alle 'getruukte' hengsten zonder pardon terug naar af te sturen. Persoonlijk kennen we geen enkel hengstenjurylid dat have en goed wil verwedden op de vraag of een hengst nu wel dan niet getruukt is. En dat is meteen de reden waarom, spijts alle stoere taal in de coulissen, maar zelden gebeurt dat een hengst terug naar af gestuurd wordt omdat hij 'getruukt' is. De hengstenkeuring is al lang niet meer wat ze decennia terug was en ze heeft ook al lang dezelfde functie niet meer. In een ééngemaakt Europa en dankzij diepvriestechnieken en supersnel transport krijgt de fokker bij wijze van spreken morgen thuis sperma geleverd van eender welke hengst. Of die nu gekeurd werd bij het BWP, SBS, Zangersheide in eigen land of het KWPN, een Duits, Deens of Frans stamboek. En diezelfde fokker kan het veulen van die hengst straks probleemloos inschrijven bij een stamboek naar keuze. Het illustreert de machteloosheid en het totaal verliesaan 'grip' van een stamboek op haar leden en de fokkerij. Veel meer dan signalen geven, lijnen uitzetten kan een individueel stamboek niet. En voor een fundamenteel fokkerij-overleg tussen de verschillende stamboeken is het nog te vroeg. Veel te vroeg. Fokkers halen hun informatie trouwens al lang niet meer op de hengstenkeuring of bij het eigen stamboek. Die informatie is dankzij het internet veel toegankelijker geworden voor een breed publiek. Een publiek dat bijvoorbeeld de hengstenkeuring van een aantal Duitse stamboeken 'live' via het internet kon volgen. Die toename aan informatie en het immer groeiend aanbod aan hengsten heeft er voor gezorgd dat de ware selectie in hengstenland elders gebeurt: de eigen sportprestaties en de gegevens verzameld op veulenkampioenschappen en nakomelingenkeuringen zijn veel belangrijker geworden. Daarom verdient een initiatief als dat van een aantal Belgische hengstenhouders alle krediet. De Belgische hengstencompetitie is voorlopig het kleine broertje van de hengstencompetitie die het kwpn al langer kent. Maar het laat zich aanzien dat het initiatief, met vandaag reeds meer dan 40 ingeschreven hengsten voor de eerste proef, kan uitgroeien tot een groot succes. Wat in het hele plaatje nu nog ontbreekt is een gestandaardiseerde testperiode zoals men die in Nederland al jaren kent. Alle hengsten gedurende één tot twee weken op stal als laatste en definitieve faze van een keuring. Want zoals elk fokker weet gaat het in de fokkerij niet alleen om de fysieke eigenschappen en mogelijkheden, maar ook om stalgedrag en -gebreken en de ingesteldheid.
Om de week af te sluiten, of de nieuwe te beginnen, gooien we er een lading kort nieuws bovenop. * In Ierland zijn er er nog niet goed van: Rivaal, de topviervoeter van Connor Swail verkast naar Saoudie-Arabië. Ierland keerde afgelopen zomer ondermeer dankzij Rivaal en Swail terug naar de Super League. * In Duitsland heeft de federatie René Tebbel opnieuw in de armen gesloten. Tebbel werd toegelaten tot het zogenaamde Olympisch Kader. Eerder reageerde Tebbel ontgoocheld toen hij in allerlaatste instantie uit de Duitse selectie voor het EK in Mannheim viel. Tebbel liet toen ondermeer weten dat hij wel eens voor een ander land kon kiezen. * In Heikant heeft een andere Ier, Cameron Hanley de Grote Prijs van de januari-manche van de Golden Horse Trophy gewonnen. * Op de webite van de GHT zijn overigens alleen de foto's al een kijkje waard. De fotografen van galop (en organisator Johan Lenssens) hebben duidelijk een boontje voor vrouwelijk schoon. * En ook de Noor Stein Endresen heeft een nieuw paard. Endresen beschikt sinds kort over de voordien door Robert Whitaker gereden Prima Vera. * Jubilée d'Ouilly is uiteindelijk niet verhuisd naar Eugenie Angot. Het is de jonge Penelope Leprevost die de merrie te rijden krijgt. Leprévost reed zich ondermeer op het WK Jonge Paarden in Lanaken in de kijker met onder meer de bij Franse fokkers bijzonder populaire My Lord Carthago. * Vincent Voorn heeft Up 'n Down van het Cellebroedersbos te proberen gekregen, maar het is uiteindelijk niets geworden tussen het Nederlandse talent en de voordien door Grant Wilson gereden Up 'n Down. * De Ieren pompen zo'n 5 miljoen pond in het Cavan Equestrian Centre. Het geld komt van de beheerders, maar ook de Ierse overheid en Europa doen een pond in het zakje. Het centrum is goed bezet want het telt jaarlijks zo'n 100 wedstrijddagen. * En deze mogen we u zeker niet onthouden. Dat Brittney Spears aan de dope zit weet onderhand iedereen. Maar de laatste uitspattingen van de gevallen godin van de pop zouden te wijten zijn aan het gebruik van, letterlijk dan, een paardenmiddel. Spears zou aan de clenbuterol zitten. Dat weten altans het Duitse Bild en de Engelse Sun te melden. Mooir rijtje is dat, waarin wij bij deze onze plaats innemen...*
Het glipte bijna door de mazen van de berichtgeving. Maar minister Anciaux (of beter u en ik) toont zich ook dit jaar bijzonder genereus voor Karin Donckers en haar vzw Eventingteam Vlaanderen. De Vlaamse Gemeenschap komt ook dit jaar over de brug met zo'n 72.500 euro projectsubsidie en voor 140.000 euro aan tewerkstellingsstatuten. Donckers zelf heeft al een Bloso-statuut en nu is er ook geld voor Vincent Martens en Lisa Sabbe en krijgen ook twee grooms een contract. Niet dat we het Donckers en co misgunnen, maar de subisidiepolitiek van Anciaux is al zo warrig als de haardos van de Vlaamse Excellentie. Donckers heeft daar in Minderhout ondertussen een familiebedrijfje opgericht. Moeder kookt, zus verzorgt de webstek, broer en vader sloven zich ook al dag en nacht uit voor de paarden. U kent dat wel. Dat eventing, zelfs op het absolute topniveau dat Donckers haalt, geen vetpot is. Daar kunnen we het allemaal wel over eens zijn. En dat Donckers net als het handjevol topatleten dat ons landje telt een arbeidscontract bij het Bloso verdient, ook daar kan geen discussie over bestaan. Donckers sluit daarmee aan in het rijtje waarin ook Jeroen Devroe thuishoort. En ook voor Devroe zal het Bloso-contract het verschil maken tussen zich juist wel of juist niet goed kunnen voorbereiden op de Spelen. Wat ons een beetje stoort in het hele verhaal; waar blijft de geldstroom naar de basissport? Voorziet de Vlaamse overheid in wedstrijd- of trainingsaccomodatie voor de vele jonge ruiters en amazones aan de basis van de brede piramide? Voorziet de Vlaamse overheid in middelen voor de opsporing, training en begeleiding van jong talent? Nee dus. Of toch wel zult u opperen. Via de Vlaamse Liga voor de Paardensport en AA- en andere talentenplannen. AA-talent van het jaar trouwens werd Niels Bruynseels die daarvoor zo'n 7.500 euro toegestopt krijgt. Geld dat Bruynseels wil besteden om te gaan lessen bij Jos Lansink. Toppers moeten begeleid en gesteund worden, zeker in financieel weinig lucratieve sporten en disciplines. Maar als we topsporters willen kweken, dan zal er eerst werk moeten gemaakt worden van een brede basis. Die basis creëren begint met het scheppen van mogelijkheden om de sport te beoefenen. Zonder zwembad geen zwemmers, zonder grasveld geen voetballers. Zonder pistes en paddocks geen ruiters en amazones... En een overheid die topsporters ondersteunt mag daarvoor wat meer terugvragen dan prestaties. Engagement bijvoorbeeld. Waarom kunnen Donckers en co zich in ruil voor hun maandwedde niet engageren om wekelijks een halve dag uit te trekken voor training en begeleiding van door de diverse federaties geselecteerde jonge sportertjes uit ons Vlaanderenland? Dat zou nog eens een stimulans zijn voor onze jeugd. En een blijk van engagement van de overheid en onze toppers.
Zo. Het is nu officieel. Silvia Iklé gaat straks niet naar de Olympische Spelen in Hong Kong. De beslissing van Iklé zorgde voor een kettingreactie in paardenland. De onthoofde Zwitserse dressuuréquipe kon niet anders dan ook al afzeggen want Marie-Line Wettstein (die haar jeugdvakanties steeds aan de Belgische kust doorbracht en leerde rijden op een ezeltje in de duinen) en Christian Pläge moeten niet meteen medaillekansen toegedicht worden in Hong Kong. Van de weeromstuit haakte ook de Zwitserse bondstrainer Jürgen Koschel af. Het laat zich aanzien dat het voorbeeld van de Zwitserse veterane straks tot navolging zal strekken. Allereerst in Zwitserland zelf waar de nieuwe mondiale nummer één, Markus Fuchs, al liet weten dat hij niet echt veel zin heeft in een Chinees avontuur. Dichter bij huis liet wereldkampioen Jos Lansink al verschillende keren kritische geluiden horen. Lansink liet al weten dat wat hem betreft het welzijn van de paarden voorop staat. Dat is bij Iklé, derde op de wereldranglijst en met Salieri een ernstige medaillekandidaat, niet anders. Al spelen er natuurlijk nog andere zaken mee. Salieri verteerde indertijd de vliegreis naar Athene al niet goed zodat er terechte vrees was bij Salieri. Vaak wordt naar de klimatologische omstandigheden verwezen die begin augustus in Hong Kong mogen verwacht worden. Hoge temperaturen en hoge luchtvochtigheid. Daar gooien ze straks nog een tyfoontje bovenop. Over de meer dan twee weken quarantaine (7 dagen in Aken en nog eens minstens 10 in Hong Kong zelf) hebben we het dan nog niet gehad. Over de lange vliegreis evenmin. Kortom, er zijn redenen om te twijfelen over het nut en het effect op het paardenwelzijn van een trip naar Hong Kong. Al moeten we daarbij de kanttekening maken dat de omtandigheden in Seoel en pakweg Los Angeles min of meer vergelijkbaar waren. Maar anno 2008 zijn op het hoogste internationaal niveau presterende dressuurpaarden meer dan zeldzaam en vooral peperduur geworden. En dat geldt bij uitbreiding ook voor de verzekeringspremies. De Duitsers en Nederlanders laten ondertussen niets aan het toeval over. Isabel Werth zegde voor dit jaar zowat alle clinics af, en ook Anky Van Grunsven en Marlies Van Baalen houden het aantal clinics en niet verplichte nummertjes beperkt tot een absoluut minimum. Paarden en ruiters die kans maken op deelname aan de Spelen worden zowel in Nederland als Duitsland ondertussen grondig getest en voorbereid. De Duitse fysiotherapeut Hoffmann berekende ondertussen dat de inspanning die van een ruiter in een springproef gevraagd wordt te vergelijken is met die van een atleet die 2500 meter loopt. Een dresssuurproef rijden vraagt van de ruiter of amazone de conditie die nodig is om zo'n 2000 meter hard te lopen. Dan hebben we het over de paarden nog niet eens gehad.
Het waren welhaast profetische woorden van Dirk Demeersman gewisseld in de gang op de openingsdag van Jumping Mechelen. "Als een paard bij mij op stal staat, dan ben ik baas. En dan mogen ze allemaal zagen zoveel ze willen, als ik voel dat het niet kan, dan start ik een paard niet in een proef." Amper enkele uren later wonnen Dirk en Apple Juice de Masters. Twee dagen later kreeg de nieuwe Vlaamse Kampioen een sms'je van eigenaar Roger Van Oproy met de bede om Tiquila in Mechelen in de wereldbekerwedstrijd te starten. Demeersman heeft met een kort sms'je geantwoord. Op 2 januari werd Tiquila uit de stallen van Demeersman opgehaald. Einde van een succesverhaal. Straks rijdt Annelies Vorselmans de felle merrie op de Golden Horse Trophy in Heikant. In een 1.30 proef of zo. Nog eens 30 centimeter er bij en de wereldbeker is in zicht. Het verhaal Demeersman-Van Oproy-Tiquila is in en buiten de paardensport al duizend keer geschreven. Het wordt elke zaterdag en zondag geschreven als ouders en familie langs de zijlijn hun ongenoegen uiten over het feit dat Jantje en niet hun zoon in doel of op het veld staat. Het wordt elke keer weer op de ontelbare tribunes en in de ontelbare paddocks van evenveel concours verteld als de eigenaar het heeft over zijn paard. Eigen kind, schoon kind. Eigen paard, beste paard. Iedere eigenaar heeft een wereldpaard, het allerbeste paard (wat natuurlijk niet kan, want het allerbeste paard staat hier bij mij op stal). Koen Vereecke mocht het bijvoorbeeld al twee keer ervaren met de veel winnende Sarah de Ste Pierre. Geen concours ging voorbij of Vereecke en Sarah pikten een prijsje mee. Vereecke zette de merrie, soms tot ongenoegen van eigenaar Guy Haerens, vooral in voor speed- en 1.50-proeven. Heel uitzonderlijk reed Vereecke met Sarah eind 2006 de wereldbekerwedstrijd in Mechelen. Onvergetelijke rit was dat. Weet u nog? Foutje op de allereerste hindernis en daarna een magistrale rit waarbij alles precies paste en Sarah als een scheermes over de hindernissen ging. De toenmalige Belgische kampioen had het ons vooraf voorspeld. "Ze gaat het goed doen. Eigenlijk is het te hoog en te veel voor haar. Af en toe kan het eens, maar niet elke week". Sarah is ondertussen voor veel geld verkocht en loopt nu ergens nationale proeven in Scandinavië. Vereecke zal er niet om treuren, want hij incasseerde, zoals het hoort, z'n deel van de koek. Geen deel van de koek voor Demeersman, al is Tiquila een net eender paard. Voor af en toe eens een hele dikke proef, maar niet elke week. Een paard waarmee je in elke 1.45 of 1.50 proef wel een prijsje pakt. Tiquila stond vorig jaar een half jaar stil omwille van opeenvolgende blessures, maar desondanks vertrokken Tiquila en haar eigenaar ten huize Demeersman met geld toe. In wezen is het simpel: als het vertrouwen tussen eigenaar en ruiter er niet meer is, dan maak je beter een eind aan de samenwerking. Dan helpen contracten en afspraken niet. Vertrouwen blijft essentieel. Wat veel eigenaars vergeten dat het niet dankzij paarden als Sarah en Tiquila dat ruiters op een dik internationaal concours terecht kunnen. Het zijn de Clintons en Tymoons die kansen creëren voor de Tiquila's en Kaïds uit de stal. Van Oproy vond dat z'n merrie ook in de media onvoldoende aan bod kwam. Met z'n beslissing heeft hij dat alvast even rechtgezet.