|

TIJD
Is het groot of is het klein Is het saai of is het fijn Is het ver weg of heel dichtbij Wat kwam eerder kip of ei Vliegt het weg of kruipt het voort Wordt het vergeten of gehoord Is het gisteren of vandaag Dat is een onbeantwoordbare vraag Vroeger, nu, straks, voor altijd Tijd blijft weliswaar Een ongrijpbaar feit
|