
DE NACHT
Als de nacht als een deken over ons heen is gekomen Je sluierend al het zicht en je tijd heeft ontnomen Die duistere deken langzamerhand al het licht verbant Krijgen in de duisternis, het mysterie en een rust de overhand Enkel een zilveren maan die ons stilletjes van boven toelacht Vergezelt ons, met haar blik gevangen in de eindeloze nacht Wanneer aan de horizon het licht dan weer gloort naar hartelust De eerste zonnestraal mijn gezicht heeft wakker gekust Een vogel in alle vroegte zijn danklied heeft laat horen Dringt de nieuwe dag zich aan mij op en heeft de duisternis verloren
|