
Hoe zacht ruist de wind door de roestig , bruine bladeren van de grote statige eik terwijl ik stil tuur over het water dat met kabbelende bewegingen zich tegen de oeverwand vlijt en denk aan de tijden die zich steeds opnieuw in mijn gedachten een fluisterend geheel vormen terwijl de wind zich zachtjes gelijk een strelend deken over het land voort beweegt en mij uit mijn gedachten weer tot de realiteit brengt op een zachte herfstdag .
|