
Regen geselt het land de zee buldert met schuimbekkende golven palmen als paraplus verwaaid weerstaan de storm In de lucht geuren van zout en wier.
een ketting van meeuwen aan de vloedlijn. wachtend op wat de zee hen brengt. Het natte zand getuigt van vogelpootjes en mijn blote voeten.
Dan glimlacht de zon stralend door het wolkendek. een waaier van goud over zee en zand. De wind is gaan liggen Het weer is veranderlijk. strijd in
|