
KLAPROOS
Zo teer met zacht fluwelen blaadjes het frele aangezicht is uiterlijke schijn Fier rechtop, slechts door de wind gebogen het zwarte hart kloppend van leven wendt ze zich naar de zon De ranke stengel zet zich schrap weet dat hij eens moet buigen Een korte tijd is ze vol leven bloeit in volle pracht In de stilte van de natuur sterft de klaproos een zachte dood
|