
In het kabbelend water ontwaar ik een visioen. Het visioen van mijn verleden afgetekend tegen het heden. Als een antwoord op de vragen wie en hoe ik werkelijk ben. Hierdoor begint het licht te dagen, waardoor ik mezelf beter ken. In de terugblik dat het visioen mij gunt kan ik duidelijk ontwaren, dat een en ander beter had gekund. Hetgeen mijn twijfels doet verklaren. Zodat ik nu zeker weet hoe een handgebaar en medeleven gemakkelijk in liefde is te geven; terwijl men juist die kleine dingen licht vergeet.
|