Er zat al
gans de dag een vlieg in huis ze vloog steeds zigzag van de
kast en naar de beeldbuis ze leek me al te kennen ik begon aan
haar te wennen.
Toen ik even zat dook ze op me neer vanaf
mijn pols ging ze op pad als een triomfantelijke gastheer wilde
die vlieg me nu uitdagen om te zien hoeveel ik kon verdragen.
Of
zag ze me graag wilde ze me beminnen kroop ze daarom naar mijn
kraag wilde ze haar angst overwinnen s avonds wilde ze mee
in bad ik zag haar niet en trapte haar plat.