
Ik lag heerlijk ronkend te schurken Als een walrus in het
natte zand Met mijn broekje in de branding Op de grens van
zee en strand
Ik probeerde net zo hard te boeren Maar
dat gaf niet zo´n luide klank En de warme adem die ik
uitblies Had ook lang niet zo´n rotte stank
Toch
heb ik op één front gewonnen Want geen enkele walrus in
het land Ik wil zelfs stellen in de wereld Heeft ooit zijn
rug zo mooi verbrand
|