Johnny
Marr
Maandag 4 augustus
2014
Lokerse Feesten
Het is me zelden
overkomen, maar meneer Marr kreeg het voor mekaar. Ik heb een uur lang een man
in beate bewondering aangestaard. Sprakeloos was ik haast het klaterende
gitaarspel, de verrassend goede stem, de songs dit was een optreden waarbij
nu eens àlles klopte. Op het feit na dat het maar een uur duurde. En ook bij
het roze hemdje kun je je vragen stellen
Wie was de geniale
helft van The Smiths? Marr of Morrissey? Als je puur op gevoel afgaat, denk je:
Morrissey. De man heeft de stem, de attitude en het slechte karakter dat The Smiths
groot maakte. En dat dacht ik ook toen
ik de man een paar jaar geleden in
Antwerpen aan het werk zag. Ja, hij lijkt een enorme eikel. Ja, zijn ego is
waarschijnlijk groter dan dat van de hele Anderlecht-kern samen. Natuurlijk
zorgde de gitaar van Marr voor een groot, belangrijk deel, voor die typische
Smiths-sound. Maar zon gitaar, die vervang je toch gemakkelijk?
Verrassing dus in
Lokeren. Want niet de gitaar, wel de stem is gemakkelijk te vervangen. Waar
Morrissey zich door de Smiths-klassiekers werkte, gesteund door
sessiemuzikanten die vooral heel luid speelden, stond Johnny Marr ontspannen en
(vooral) heel graag op het podium. Stemvast, zonder kapsones, en met een
sprekend gemak schotelde hij twaalf nummers voor. Zes ervan van The Smiths.
Eentje van Electronic, het project dat hij met Bernard Summer van New Order
opzette. En een cover van The Crickets: I fought the Law. Resten dus nog vier
eigen nummers, uit zijn eerste, vorig jaar verschenen, soloplaat.
Marr is een god. Echt
waar. Achttien was hij toen hij The Smiths oprichtte, en de status van
gitaarheld verdiende. Nadien zat hij in The The, in The Cribs, in Electronic,
werkte hij met Neil Finn mee aan 7 Worlds Collide. Twee jaar geleden stond hij
nog relaxed op het podium in Lokeren als begeleider van Brian Ferry.
Onopvallend te zijn ik denk niet dat ik hem één keer hoorde uithalen op
gitaar.
Deze keer deed hij
dat eigenlijk ook niet. Ubercool kwam hij naar voor, op de catwalk, om rustig
Getting Away with it (van Electronic) met flarden gitaar te larderen. Please,
Please Please (van The Smiths) was van een uiterste zeldzame schoonheid
eindelijk hoorde je de song zoals Marr hem vast altijd in het hoofd had. In
Word Start Attack (uit zijn soloplaat) hoorde je waar Franz Ferdinand de
mosterd vandaan haalde. En New Town Velocity (Our last single!) is
gewoon een keigoede song.
Goed: het publiek
reageerde vooral op de Smiths-klassiekers. Panic (als tweede nummer al), Stop me if you think youve heard this
before, een schitterend Bigmouth Strikes Again,en als uitsmijters een geweldig
How Soon is Now? en een subliem There is a Light that Never goes out. Geen
seconde miste je Morrissey. Geen enkel moment hoopte je op die reünie van The
Smiths: laat Marr zijn ding maar doen, tot het einde der tijden. Als dat even
kan. Stop me
kondigde hij aan als an old folk song from Manchester,
England, Generate!Generate groeg hij op aan René Descartes, Bigmouth
leidde hij in met de kreetjes Oh no! Im freaking out! Im freaking out!. I fought the Law werd opgedragen aan Joe Strummer.
Dit is één van de
betere optredens uit de lijst. En dan druk ik me zeer voorzichtig uit. Neen, ik
wil niet zover gaan om me aan te sluiten bij zijn laatste woorden: To die by your side, would be a wonderful way
to die. Maar laat Marr asjeblieft terugkeren. Hij is nog maar 51 jaar, er kunnen
dus nog 15, 20 jaar geweldige concerten volgen. Please, Please, Please.
|