Inhoud blog
  • Patti Smith
  • Neil Young and Crazy Horse
  • Johnny Marr
  • Motörhead
  • Hooverphonic
  • Amy Macdonald
  • Magnus
  • Rock Werchter 2014
  • The Rolling Stones
  • Simple Minds
  • Triggerfinger
  • Arcade Fire
  • Admiral Freebee
  • Elton John
  • Vanessa Paradis
  • Goldfrapp
  • Monk
  • Nile Rodgers
  • Texas
  • Ozark Henry
  • Axelle Red
  • Daan
  • The B 52's
  • Ceelo Green
  • Damien Rice
  • Arno
  • Seasick Steve
  • Donavon Frankenreiter
  • Deep Purple
  • Alice Cooper
  • Bruce Springsteen & the E-Street Band
  • Rock Werchter
  • Lana Del Rey
  • Poliça
  • Steve Wynn
  • Alabama Shakes
  • Cold Spex
  • Norah Jones
  • dEUS
  • The Specials
  • PIL
  • Echo and the Bunnymen
  • Luc Van Acker
  • The Beach Boys
  • De Mens
  • The Roots
  • Absynthe Minded
  • Brian Ferry
  • Bruce Springsteen and the E Street Band
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Michael Kiwanuka
  • Jonathan Jeremiah
  • John Cale
  • Alice Cooper
  • Gotye
  • Red Hot Chili Peppers
  • Steve Earle
  • CW Stoneking
  • Anna Calvi
  • Bony King of Nowhere en Midlake
  • Toots Thielemans
  • Paul Simon
  • KT Tunstall
  • Selah Sue
  • A tribute to Alan Lomax
  • Richard Thompson Band
  • Hannelore Bedert
  • Lambchop
  • ZZ Top & The Doobie Brothers
  • Steve Miller Band
  • Carlos Santana
  • Peter Gabriel
  • Isobel Campbell and Mark Lanegan
  • Chris Isaak
  • Mark Knopfler
  • Snow Patrol
  • Eric Clapton & Steve Winwood
  • Jamie Lidell
  • Hannelore Bedert
  • Tindersticks
  • Randy Newman
  • 65daysofstatic
  • Heaven 17
  • The Temptations & The Four Tops
  • Angie Stone
  • Joss Stone
  • Chris Rea
  • Lyle Lovett en John Hiatt
  • David Gray
  • Marianne Faithfull
  • Wilco
  • Massive Attack
  • Status Quo
  • Fleetwood Mac
  • Emiliana Torrini
  • Daniel Lanois
  • Moby
  • Ray Davies
  • Donna Summer
  • David Byrne
  • Steely Dan
  • Ry Cooder en Nick Lowe
  • Eagles
  • Morrissey
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Elbow
  • Me First and the Gimme Gimmes
  • Patrick Watson
  • Zappa Plays Zappa
  • Lily Allen
  • Liam Finn
  • Jackson Browne
  • Bob Dylan
  • Lenny Kravitz
  • Razorlight
  • Johann Johannsson
  • Antony and the Johnsons
  • Lyle Lovett
  • Grace Jones
  • Franz Ferdinand
  • John Legend
  • Metallica
  • Luka Bloom and Band
  • Selah Sue
  • Seasick Steve
  • dEUS
  • Raymond
  • Sigur Ros
  • Tony Joe White
  • Herbie Hancock
  • Lambchop
  • Luna Twist
  • John Mayall and the Bluesbrakers
  • Stephen Stills
  • Elliott Murphy
  • Paul Weller
  • Steve Wynn
  • The Lemonheads
  • Alanis Morissette
  • Grace Jones
  • Macy Gray
  • Melee
  • Counting Crows
  • Elbow
  • Bruce Springsteen
  • John Fogerty
  • Stephen Malkmus
  • The Police
  • Iggy & the Stooges
  • Mark Knopfler
  • Willard Grant Conspiracy
  • Madrugada
  • Alison Kraus & Robert Plant
  • Elliott Murphy
  • Tindersticks
  • Sebadoh
  • Mavis Staples
  • KT Tunstall
  • PUSA
  • Electric Eel Shock
  • John Scofield
  • Jools Holland
  • James Taylor
  • Youssou Ndour
  • Alicia Keys
  • Think of One
  • Joe Bonamassa
  • James Blunt
  • The Cure
  • 65daysofstatic
  • Dirty Dozen Brass Band
  • Eels
  • Steve Wynn
  • Lady Linn and her Magnificent Seven
  • Willy Deville
  • Arno
  • Nouvelle Vague
  • Seasick Steve
  • John Watts (from Fisher Z)
  • Inleiding
  • Jim Cole
  • Neil Young
    Foto
    Muziek 2008 - 2014
    (Meer dan) 1 jaar gratis concerten
    Verslagjes van concerten in 2008 & 2009 & 2010 & 2011
    14-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PUSA
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    The Presidents of the United States of America (PUSA)
    Botanique, Brussel
    14 april
    Chris Ballew, Jason Finn, Andrew McKeog
    Verslag: Ja

    The Presidents of the United States of America noemen zichzelf nu kortweg PUSA - maar voor de rest is er bitter weinig veranderd sinds ze in 1995 de wereld verbaasden met hun eerste cd. Eindelijk kwam er toen humor uit Seattle, na alle weltschmertz die de grunge voortbracht. Sterke nummertjes ook, als Lump, en Peaches, en Kitty. Grappig en energiek.
    Na die debuutplaat volgen er nog een paar, maar nooit konden de PUSA het succes van hun debuut zelfs maar benaderen. Ze tourden intensief, ze splitten twee keer, en Dave Dederer werd vervangen door Andrew McKeog. Ze brengen nu platen uit op hun eigen label, 'These are the Good Times People' is hun nieuwe en zesde. En ze klinken dus nog steeds hetzelfde. Hun nieuwe liedjes hebben meestal nog steeds korte titels (Tiki), ze zijn nog steeds grappig en energiek.
    En live klopt het allemaal als een bus. De Basitar en Guitbass (naar een idee van Mark Sandman van Therapy?, die twee gitaarsnaren door bassnaren verving) drijven de muziek aan een rottempo vooruit, de drums zorgen ervoor dat alle tempowisselingen (en er zijn er heel veel) perfect verlopen. Dit is een superprofessionele groep, die duidelijk heel veel speelt, weet wat er gebeurt en er voluit voor gaat.
    Van bij de opener (Tiki) slaat de vlam in de pijp - de zaal laat zich gewillig inpakken, zingt mee, springt mee op en neer. Toch worden de oude nummers het warmst onthaald - wat ook al geen probleem is voor de PUSA: that's life, daar komen de mensen voor - dat is is dus ook wat we hen geven. We kregen een standaardset - alleen het eerste bisnummer werd voor België ingevoegd (Ca plane pour moi, jawel, ons enige punknummer). Ze speelden dus veel nummers, maar wel allemaal korte - waardoor er een enorme vaart in het concert blijft zitten.
    Chris Ballew is dan ook nog eens grappig (heel fijne bindteksten), maar iemand moet hem toch vertellen dat Brussel tweetalig is. (is dat eigenlijk wel zo? maar da's een ander verhaal...) De man pakte heel fier uit met zijn kennis van de Franse taal, en net toen je dacht dat mensen in de zaal zich daaraan ergerden, zorgde Ballew (zonder het te weten) voor de oplossing. Hij vroeg wat 'Postman' betekende in het Frans (om het nummertje 'Some Postman' uit te leggen), en iemand uit de zaal riep hem toe 'postbode'. Voor Ballew genoeg om te weten dat hij het vanaf dan beter in het Engels deed.
    Enfin: een zeer goed optreden van een groep die duidelijk is blijven steken in de jaren negentig - maar dat niet erg vindt, net zo min als wijzelf. Muzikaal klopt het allemaal (in Kitty werd een loeiend stukje Superstition van Stevie Wonder geweven), Ballew is verrassend goed bij stem (Video Killed the Radio Star was zelfs beter gezongen dan the Buggles ooit deden) en door het enthousiasme, de vaart en de energie stoor je je niet eens aan het toch wel beperkte genre.

    Setlist:
    Tiki - Kitty (Superstition) - Rot in the Sun - Some Postman - Volcano - Ghosts are everywhere - Zero Friction - Ladybug - Dune Buggy - Sharpen up these Fangs - Lump - Flame is Love - Back Porch - Deleter - Mixed up SOB - Mach 5 - Peaches - Kick out the Jams - - - Ca plane pour moi - Video Killed the Radio Star - Boll Weevil - Death Star - We're not Gonna make it.

    http://www.presidentsrock.com/

    14-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Electric Eel Shock
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Electric Eel Shock
    Botanique, Brussel
    14 april 2008
    Akihito Morimoto, Gitaar
    Kazuto Maekawa , Bas
    Tomoharu Ito, Drums

    Plus

    Kid Carpet

    Naar de Botanique voor een optreden van de Presidents of the USA - maar de voorprogramma's waren ook bijzonder leuk. Eerst kregen we een jonge Brit op het podium - met een echte luchtgitaar (hij zwaaide voor een gitaarhals, en er kwam muziek uit) en een vreemdsoortig rap-popliedje. Zijn zang doet wat denken aan the Streets: boze, Britse rap. Maar dan wel vol nonsens. Na de luchtgitaar kwamen nog talloze samples en andere speelgoedinstrumenten. Een FisherPrice cassetterecorder, een speelgoed synthesiser-gitaar: overal toverde hij beats en geluidjes uit, die samen iets vormden dat voor muziek kan doorgaan. Hij speelde maar een kwartiertje, maar zou na de Electric Eel Shock terugkeren voor meer fun. Uit het publiek riep iemand hem 'loser' toe, en dat was net wat de jongen nodig had: een aansporing om er nog heviger en steviger in te vliegen. Fun, fun - alleen duurde het allemaal net iets te lang. Al was het dan weer zoooo liefom te zien dat de jongeman na zijn optreden foto's kwam maken van het publiek...

    Hetzelfde verhaal voor de Electric Eel Shock(dat te lang duren, bedoel ik). Drie Japanners speelden vettige metal, hardrock zoals die al lang verboden is door de smaakpolitie. Met vooral een schitterende act, waarin alle hardrock-clichés werden uitvergroot. Zo kwamen ze op met een achtergrondmuziekje, waarop ze vrolijk playbackten (ja, het zijn Japanners). De basgitaar en de gitaar (een echte V-gitaar) werden al snel de lucht in gestoken, met de tanden omhoog gehouden, er werd op luidsprekers geklommen en over de grond gerold. De wijdbeense spreidstand is hun natuurlijke pose - allemaal bijzonder vrolijk en grappig. EES is trouwens een kwartet, leerde ik: zoals het echte Japanner betaamt, kwam het vierde lid tijdens het optreden op het podium foto's maken. Muzikaal waren ze niet eens zo slecht - in het genre dan. De Japanse Clement Peerens Explosition, zeg maar. Op hun website leer je niks (vooral Japans), maar toch kon ik uitvissen dat ze sinds 1999 bezig zijn, dat ze Big in Japan zijn en eigenlijk constant touren, en dat hun liefde voor Black Sabbath hen samenbracht. Wat meteen Paranoid verklaart - zelfs PUSA-gitarist Andrew McKeag kwam erop meejammen. Toen ik er langzamerhand de buik van vol kreeg (dat heb je met gimmicks - ze zijn snel uitgewerkt), verzoende zanger/gitarist Akihito (Aki voor de vrienden) me met mijn lot: 'we spelen nog drie nummers, maar maak je geen zorgen - het zijn korte liedjes.' Of: 'Dit is een nieuw nummer, van onze nieuwe cd, je kent het dus nog niet. Maar eigenlijk ken je geen enkel liedje van ons.' Of: 'One two Tlee, go.'

    http://www.kidcarpet.co.uk/
    http://www.electriceelshock.com/

    14-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    09-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Scofield
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    John Scofield Trio and Horns
    Woensdag 9 april 2008
    Handelsbeurs, Gent
    John Scofield: gitaar
    Bill Stewart: drums
    Matt Penman: bass
    Phill Grenadier: tormpet en bugel
    Tom Olin: tenorsax en dwarsfluit
    Frank Vacin: baritonsax
    Verslag: Ja

    John Scofield. Jazz. Ik ben absoluut geen jazz-kenner, geen cool cat.Ja, Miles Davis ken ik. Herbie Hancock en Pat Metheny zag ik ooit, in de AB, aan het werk. Maar veel jazz werkt me gewoon eindeloos op de zenuwen: nerveus tromgeroffel, ritmeveranderingen, dissonanten en eindeloos herhalen van riedeltjes...
    John Scofield wou ik wel zien. De broer van Michael en Lincoln Scofield uit Prison Break zou me ongetwijfeld kunnen vertellen of zijn broers uit de gevangenis ontsnapt zijn, en of ze nog leven... Pech. Het bleek een andere Scofield te zijn. Geen wilde tatoeages, maar wel een oudere, bedaarde, kale man met een baard en een gitaar. Die stipt op tijd begint in de volle Handelsbeurs. Die Handelsbeurs, die overigens twee keer zo hoog is als voorheen: blijkbaar zakt de vloer weg, en worden rode pluchen zetels uit het niets tevoorschijn getoverd.
    John Scofield. Jazz. Eén van de drie grote jazz-gitaristen, lees ik - naast Metheny en Bill Frisell. Speelde met alle groten samen: Charles Mingus, Chet Baker. Tourde drie jaar met Miles Davis, maakte drie platen met de legende - en erfde een korte heroïneverslaving. Scofield, zo lees ik verder, vermengt alle mogelijke stijlen, en ontwikkelde daardoor gewoon een totaal eigen stijl. Hij maakte intussen meer dan dertig platen, treedt 200 keer per jaar op, en stond zondagavond al in de AB in Brussel.

    Scofield begint het optreden met de klassieker 'The House of the Rising Sun', die wij kennen van the Animals. Een vreemde versie. Het gaat dan verder - met virtuoos gitaarspel, de blazers die vooral ondersteunend werk leveren, een bassist die zeer aardige riedeltjes uit de mouw schudt, en een drummer die verdomd juist klopt. Na vier nummers praat Scofield voor het eerst met het publiek. We zijn dan al drie kwartier verder.
    Ik ben nog niet helemaal overtuigd, mijn lieve eega (die meer van jazz houdt dan ikzelf) vindt het te weinig melodieus. Scofield begint te prutsen met een sampler,het wordt bijzonder kakafonisch - en dan valt alles in een andere plooi. Satisfaction van de Stones krijgt een fantastische behandeling, Scofield wisselt tussen snoeiharde rockgitaar, speelt de riff en de ritmegitaar samen, gaat dan over in scheurende blues en meteen erna naar vloeiende jazz. Mooi.
    En het gaat door - een geweldig duel tussen de gitaar en de trompet. Dan funky ritmes. En een blues van Charlie Rich, Behind closed doors - echt wel om bij te wenen, zo mooi.

    Een bizarre vergelijking: Scofield doet me denken aan Zinedine Zidane op een voetbalveld, op het einde van zijn carrière. De vedette, de uitblinker, de virtuoos, die alle aandacht krijgt zonder erom te moeten vragen. Maar die tegelijkertijd door zijn geweldige spel, virtuoze voorzetten kan geven waardoor de rest van de ploeg beter speelt en zelfs scoort. Scofield is ook een ploegspeler - hij weet dat hij zeer goed is, en het meeste soleert (daarvoor zit de zaal dan ook vol). Maar wat hij zijn drummer laat doen (en wat die kan doen) is ronduit fenomenaal.

    Scofield sluit af met nog een blueskraker, en speelt weer met de sampler: hij neemt stukjes gitaar op, vervormt die en speelt daar nog eens bovenop. Deze keer is het geen lawaai, maar zit ik betoverd te kijken en luisteren.

    Ja, het was een fijne avond. Neen, ik word geen cool cat - ik genoot van de absoluut hemelshoge hoogtepunten, maar erger me te veel aan de momenten waarop ik me afvraag of de zes muzikanten wel hetzelfde nummer spelen, om me honderd procent in deze jazz te smijten.
    Scofield mag altijd langs komen. Maar dan moet hij wel zijn broers meebrengen.

    http://www.johnscofield.com/

    09-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    05-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jools Holland
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jools Holland and his Rhythm & Blues Orchestra
    Ancienne Belgique
    5 april 2008
    Verslag: Neen

    Elk voordeel hep zijn nadeel. Opgroeien in Zuid-West-Vlaanderen had een belangrijk multicultureel voordeel: we konden er via de kabel de Britse zenders ITV en Channel Four ontvangen. Niet dat ik alles begreep van wat werd gezegd, maar hei - ik durfde zelfs het Duitse Rockpalast de hele nacht uitzitten; wat Brits geleuter zou me dus zeker niet stoppen. Top of the Pops op BBC kende iedereen - je kreeg er de muziek te horen en zien, weken voor die hier ook doorbrak. Maar toen ik veertien, vijftien was, ontdekte ik op Channel Four op vrijdagavonden een ander soort muziekprogramma. Wilder, chaotischer. Live muziek. NIeuwe muziek - Frankie goes to Hollywood werd er groot gemaakt, én gekraakt (toen bleek dat ze niet live konden spelen of zingen). Met een presentatorsduo dat kon tellen: een blonde schone (Paula Yates, later vooral bekend als ex) en een kleine, drukke jongen. Jools Holland.

    Holland is sindsdien voor een groot deel mijn gids geweest. Een gids naar de goede smaak. Alles wat de man deed, leek kwaliteit en klasse uit te stralen. The Tube. Squeeze, de fijne popgroep met het fijne pianospel van Jools. Zijn Rhythm & Blues Orchestra, dat sinds 87 bestaat. En natuurlijk zijn BBC-programma, Later with... Jools Holland. Waarin hij de wereldsterren ontvangt of maakt (KT Tunstall, Adele, Seasick Steeve...); waarin hij met die lui muziek maakt. Een muzikant onder de muzikanten, en dat zorgt voor een unieke sfeer in die Beeb-studio. Intussen al 200 afleveringen lang.

    Zaterdagavond stond de man in de AB, met zijn orkestje. Ik heb genoten. Niet alleen wegens alle redenen die ik hierboven aanhaal. Maar vooral omdat de achttien mensen op het podium voor geweldige muziek zorgden. Topamusement, waarbij duidelijk is dat ook de muzikanten zich amuseren. Om beurt stapt er eentje naar voor op het podium voor een korte solo - en dan zie je de andere muzikanten kijken,knikken, appreciëren. Geen afgunst, geen ijdeltuiterij - maar wel samen genieten van het samenspelen.

    Na James Taylor op donderdag, is dit de tweede tijdreis deze week. Jools Holland neemt het publiek (de AB stond verre van vol, trouwens - doodzonde) mee op een reis doorheen de muziekgeschiedenis. Bijtende blues, beklijvende boogie-woogie, spetterende ska - alles komt aan bod. Eigen nummers, onbekende oude parels of classics (Georgia on my Mind): het swingt wanneer het moet, pakt wanneer het kan. Op geen enkel moment gaat het vervelen, de band zuigt je mee in het enthousiasme. Vijf saxofonen, drie trombones, een drummer (Gilson Lavis, die ook al bij Squeeze zat), basgitaar, gitaar, Hammond-orgel (zijn broerChristopher Holland) , drie zangeressen: allemaal krijgen ze de kans om even in de spotlight te staan. En Holland zelf, natuurlijk, die een fenomenaal pianospel demonstreert. Zonder de piano ooit op te dringen - hij kondigt de Queen of the Boogie-Woogie aan (de zwarte, kleine en zéér rondborstige Ruby Turner) en laat haar de show stelen.Wat ze ook doet - wat een stem. Hij roept één van de trombone-spelers naar voor, Rico Rodriguez, een oude, grijze Jamaïcaan. Die meteen eventjes de zaal op z'n kop zet. In de bisnummers (na het Enjoy Yourself - it's Later than you think) mag hij zelfs afsluiten. Blijkt: Rodriguez is 74 jaar, zowat de grondlegger van de Europese ska en reaggea, maakte deel uit van The Specials,... Een fenomeen, dus.

    Wat wonderwel paste bij deze fenomenale avond. Ze speelden maar iets meer dan anderhalf uur - bummer. Maar dat anderhalf uur telde dubbel: ambiance zonder goedkope trucs, klassemuziek zonder vervelende ego-strelende solo's. Een intense avond.
    Af en toe, op onbewaakte ogenblikken, dwaalden mijn gedachten af naar de lieve deerne Lady Linn (zie archief: http://www.bloggen.be/muziek2008/archief.php?ID=9) Geen idee of  ze in de zaal was, maar ze had in ieder geval een en ander kunnen leren. Zoals: je muzikanten worden niet beter door witte pakjes te dragen. Ze moeten muziek kunnen en durven te spelen. Het is niet superbelangrijk dat je juist zingt - Ruby Turner toonde aan dat je vooral moet geloven wat je zingt. Radio 1: graag méér Jools en minder Lady Linn. Tot nader order.

    http://www.joolsholland.com

    05-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    03-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.James Taylor
    Klik op de afbeelding om de link te volgen James Taylor
    Bozar
    3 april 2008
    Begeleiding: Larry Goldings (keyboards)
    Verslag: Ja

    Voor de jonge lezertjes: James Taylor is een icoon uit de hippie-beweging. Hippies waren mensen die zich niet wasten, lang haar en (vooral de mannen) baarden hadden, geloofden in communes, liefde en komieke sigaretten of LSD. Ze maakten ook muziek, meestal rond een kampvuur, met een gitaar en harmonieuze samenzang. Graag gedaan.

    James Taylor dus. De man is er net zestig geworden, viert zijn veertigste jaar in de business (in 1968 tekende hij zijn eerste platencontract, bij Apple Records, de platenfirma van the Beatles). Vorig jaar bracht hij 'One man Band' uit, een DVD en live-cd, die een overzicht gaf van zijn carrière. En dat overzicht bracht hij ook in de Bozar, in een uitverkochte Henry le Boeufzaal (diezelfde zaal van de koningin Elisabethwedstrijd). Het podium was aangekleed met kroonluchters, een vleugelpiano, rode gordijnen en een scherm. En de verwachtingen bij de fans waren hoog gespannen.

    Terecht. Want Taylor bracht een schitterende show. Alles was netjes voorbereid, maar het was duidelijk goed voorbereid. Hij bracht lange introducties bij zijn nummers - grappige verhaaltjes, bijna stand-up comedy. Een bijzonder droog gevoel voor humor, maar het werkt wel. Verhaaltjes die worden geïllustreerd met foto's die achter hem worden geprojecteerd. Taylor relativeert constant. Na een heel lang verhaal over zijn ouders, over Ijslandvaarders en over tabloids, start hij het liedje 'Mercy on the Frozen man': "Niet ongerust zijn, het liedje duur minder lang dan de introductie'.
    Een goeie grap net voor 'Slap Leather': "We besloten geen samples te gebruiken, geen moderne dingen als drummachines. Vooral geen drummachines. Waarna we natuurlijk meteen toegaven." Een drummachine wordt het podium opgerold: een gigantische houten constructie, een primitieve voorloper van het Decap-orgel - die effectief drumslagen produceert. Taylor rapt door een megafoon een bijtend anti-oorlogslied - de oude Taylor die rapt, wie had dat ooit gedacht.
    Het is vreemd - de kale, graatmagere, lange man die foto's toont van The Troubadour, een hippie-kroeg in LA in de vroege jaren zeventig. Gevolgd door een foto van hemzelf met Carole King en hun groep. "Zo zien mensen eruit die het gebruik van spiegels worden ontzegd. Je kunt dan alleen op de ander vertrouwen: zie ik er goed uit? Ja? Jij ook, ja. Dit is het resultaat: lang haar, volle baarden, en zelfs snorren". Maar het verhaal gaat natuurlijk niet over die snor - wel over hoe hij Carole King ooit een nieuw nummer hoorde repeteren voor een optreden. Hoe hij het nummer meteen naspeelde, want "het klonk zo goed". Hoe King wou dat hij het als eerste zou opnemen en uitbrengen, om welke reden ook - 'want ik weet niks meer van een jaar voor, en een jaar na dit moment'. Hoe hij Joni Mitchell vroeg om backing vocals te doen.'And with Carole King and Joni Mitchell, well- You've got a Friend'.
    Zijn absolute wereldhit. Het nummer dat iedereen meezingt: 'Winter, Spring, Summer or Fall - All you've got to do is call..." 'Little did I know that I'd be singing this song every night for the rest of my life... Hell, we'd sing something here anyhow...'

    De stem van James Taylor klinkt nog altijd even goed, even minzaam als veertig jaar geleden. In dit 'You've got a Friend', dat trouwens heel vroeg in de set komt, maar eigenlijk de hele avond  door. Hij mag zichzelf dan al relativeren (door heel stoer te doen alsof hij waanzinnige solo's speelt op zijn gitaar), maar toch: de muziek is af. Veertig jaar kroegen, festivals, communes en zalen afschuimen werpt duidelijk zijn vruchten af.
    Het tweede deel van het concert bevat meer bekende nummers. Sweet Baby James, Carolina in my Mind. Hij houdt er de vaart ook meer in. De drummachine hoeft geen introductie meer. Het koor (dat op video meezingt) ook niet (My traveling Star is een melig nieuw nummer waarop dat koor meezingt). In Mexico (de vierde bis) wordt hij op video door een complete band begeleid.
    Nog twee grappen: wanneer hij zijn akoestische gitaar voor een elektrische inruilt, zegt hij: 'de elektrische gitaar was een hele vooruitgang, in vergelijking met zijn voorganger, de stoom-aangedreven gitaar. Die dan weer beter was dan die ervoor, de door paarden getrokken gitaar. Over de wood-burning guitar zullen we het niet hebben... En hij lacht ook met het gebruik van beelden: een fragment uit (het mooie) Line Them Up, waarbij je Russische soldaten ziet defileren voor Stalin wordt weer afgespeeld, maar deze keer zingt hij er 'You've got a Friend' op. Inderdaad: een raar effect.

    In het verslag op Radio 1 zei ik dat dit wel eens een afscheidstournee kon zijn. De man is zestig, de muzikale relevantie van zijn nieuw werk is nihil, en hij kan zich onmogelijk nog méér relativeren dan hij al deed. Ik wens het hem natuurlijk niet toe - laat hem asjeblieft honderd worden, nog veertig jaar optreden indien hij dat wil, en nog tientallen Grammy's winnen. Maar als het een afscheid was, ben ik ontzettend blij dat ik het heb meegemaakt.

    http://www.jamestaylor.com

    03-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    28-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Youssou Ndour
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Youssou Ndour
    AB, 28 maart 2008
    met Les Super Etoiles
    Verslag: Ja

    Jaren geleden trok ik voor de krant Het Volk twee weken naar Senegal, om er met Vredeseilanden een aantal reportages te schrijven. Eén ervan zou over Youssou Ndour gaan: die Senegalese bard, die door Peter Gabriel werd gekoesterd. Tot vijf keer toe werd een interviewafspraak vastgelegd - in zijn studio, in één van zijn discotheken, in een restaurantje... Ndour kwam maar niet opdagen. Ik schreef er een stukje over, dat ook in de Senegalese krant verscheen waarmee we voor het project samenwerkten: 'A la recherche de Youssou Ndour'. Het achtervolgde Ndour maanden lang: overal in Dakar werd hij erover aangesproken, ermee uitgelachen. Toen ik hem uiteindelijk toch ontmoette, jaren later in een VTM-studio, kon hij er gelukkig smakelijk om lachen.

    Gelachen werd er ook in de AB, op deze regenachtige vrijdagavond. Door zestien rasmuzikanten op het podium, door het publiek in de zaal. Iedereen maakte plezier, een avond lang. Dansen, lachen, komieke sigaretten roken, roepen, zingen. Het was van George Clinton in dezelfde AB geleden, dat ik nog zoveel mensen zo gewillig en vrolijk loos zag gaan.
    Ndour speelt muziek sinds zijn twaalfde - nu is hij er 49. De muzikanten van toen zijn er nu grotendeels weer - nadat hij jaren steeds verder afdreef van zijn roots, greep hij voor zijn laatste cd Rokku Mi Rokka terug naar zijn begeleidingsgroep van weleer (Les Super Etoiles de Dakar) en naar de Mbalax - het opzwepende, gebroken ritme. Dat-ie afdreef van die Mbalax, had overigens alles te maken met de lofbetuigingen en aanvragen tot samenwerking die hij kreeg van Gabriel, Springsteen, Axelle Red, Wyclef Jean,...
    De Mbalax dus. Zestien muzikanten op het podium - drie gitaristen, twee keyboardspelers, twee achtergrondzangeressen, drie blazers en liefst vijf percussionisten. Ze zorgen voor één langgerekt feest van steeds wisselende ritmes, waarrond Ndour met zijn soepele, indrukwekkende stem de melodietjes spint. Hij is de grote patron, die aangeeft wanneer wat gebeurt, en het gemak waarmee de groep hem volgt,is verbluffend. Je merkt aan alles dat deze mensen plezier hebben in wat ze doen. Spingsteens 'Is there anybody alive out there' klinkt hier 'Vous êtes toujours là?'. Twee keer verdwijnen ze van het podium en verlaat het publiek de zaal, even veel keer wordt het feest toch nog doorgezet. In het concert is er één ruimte voor rust, tijdens "Seven seconds" en "New Africa". Daarna: weer meer dansen.
    Het leven kan mooi zijn, met mooie muziek en mooie mensen om je heen.

    http://www.youssou.com/

    28-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    25-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alicia Keys
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Alicia Keys
    Sportpaleis, Antwerpen
    25 maart 2008
    Verslag: Ja

    Geen idee waarom Exit (of,bij uitbreiding, Radio 1) een verslag wou van Alicia Keys. Geen idee waarom ik naar het Sportpaleis werd gestuurd. Geen idee waarom het deze ochtend sneeuwde. Het leven, het is een raar ding. Maar ik zat dus wél in het Sportpaleis.
    Alicia Keys is de zoveelste R&B-koningin. Toni Braxton, Whitney Houston, Lauryn Hill: ze waren ook, ooit, R&B-koninginnen. Ze zagen er allemaal goed uit, konden meer dan een aardig stukje zingen, brachten fijne platen uit waar er ontzettend veel van werden verkocht, en verzamelden awards. Keys past dus perfect in het rijtje - meer dan 25 miljoen verkochte exemplaren, zeven of acht Grammy Awards, wereldhits met "Fallin'" en nu met "No One", om die maar te noemen. Ze kan een stukje zingen, meer dan gemiddeld piano spelen (ze is een klassiek geschoolde pianiste) en ze is bloedmooi.

    Dit was mijn inleiding. Nu het optreden, dus. Het podium was wit, met een gigantisch scherm. De muzikanten (dubbele percussie, blazers, gitaar, bas, piano en vier backing vocals) stonden netjes op een rij, naast elkaar. En het begon met een videoclip van een gospel-mis en een zwarte dominee die kleine Alicia de wereld instuurde, op zoek naar de 'sterrenmaker'. Waarna Alicia het podium opkwam, achter de piano ging zitten (vijf seconden) en plots met zes danseressen en dansers rond zich, aan een show begon. De belichting, de rook, de gladde muziek - ik leek naar een videoclip te kijken. En dat gevoel liet me niet meer los. Alles is choreografie, alles is show - alles is ondergeschikt aan die show, ook de muziek. Ik vraag me af: als ze nu een noot geweldig vals zou zingen - zou dat dan erger zijn dan een danspasje in de foute richting, of niet?
    Chapeau voor de show - het was wel te Amerikaans, te glad, te gepolijst, en de goede Boodschap maakte het helemaal zum kotzen - maar toch: chapeau, je moet het maar doen. De achtergrondzangeresjes (in zilveren glitterjurkjes - lang leve de Supremes) gaven een stomende Sister Sledge ten beste, ik ben er nog niet goed van.
    Het probleem is: Alicia Keys heeft dit niet nodig. Ze heeft een indrukwekkende stem, ze kan liedjes schrijven - laat ze hier verdorie optreden met een échte band (en niet met studiomuzikanten die de krant lezen tijdens het optreden), laat ze zweten en improviseren en de setlist dooreen schudden. Vergeet die scripts en die show. Let's go back to the music.
    Zoals ze even deed, langer dan ik had verwacht zelfs: alle muzikanten het podium af, schermen uit, en Alicia alleen (met haar stem) achter de vleugel. Het hoogtepunt van de avond. Tot de schermen aanfloepen (in een nummer over butterflies), ze haar armen naast zich strekt en je dat op het grote scherm ziet overgaan in honderden vlindertjes... Dan weet je dat ook dit in het script stond, dat ook deze bindteksten zijn getimed, dat ook hier iedere beweging in de choreografie past. Jammer, toch.
    Bob Dylan zong op zijn laatste cd (de absoluut aangeraden Modern Times), in het nummer "Thunder on the Mountain":
    I was thinkin' about Alicia Keys, couldn't keep from crying
    When she was born in Hell's Kitchen, I was diving down the line
    I'm wondering where in the world Alicia Keys could be
    I been looking for her even clear through Tennessee.

    Ik begrijp eindelijk waar Bob het over heeft. Er staan online hele essays over zijn voorliefde voor (half) zwarte dames - naar aanleiding van deze ene strofe, maar Dylan heeft het duidelijk over de zangeres Alicia Keys. Waar zou ze zijn, nu ze verdronken is in die verdoemde show? Whitney Houston is compleet aan lager wal geraakt, dank zij drugs en drank. Laurynn Hill had met dezelfde demonen af te rekenen, en bewijst heel af en toe nog eens (om de drie jaar) dat ze een geweldige artieste is. Toni Braxton is vergeten en verdwenen. Ik hoop dat Alicia Keys zichzelf snel terugvindt, en zich concentreert op de Soul.
    http://www.aliciakeys.com

    P.S. Aretha is en blijft, en zal altijd de absolute Queen blijven. Bekijk dit maar eens - qua lijstje kan het tellen:
    http://www.digitaldreamdoor.com/pages/best_rb-vocalists-fe.html

    25-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    21-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Think of One
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Think of One: Camping Shaabi
    CC Het Bolwerk, Vilvoorde
    21 maart 2008
    Verslag: neen

    David Bovée is gek. Prettig gestoord, dat wel - maar toch gek. Gelukkig is hij niet alleen, en vond hij met Think of One een bende gelijkgestemden. Een groep muzikanten die, net als hij, niet bang is van nieuwe dingen, andere invloeden, en ongestoord pikken, vervormen, integreren en naspelen.
    Paleto heet het (enige) radiohitje van Think of One. Blijkbaar onvoldoende hit om genoeg volk naar het Bolwerk te lokken, want de zaal was nauwelijks voor drie vierde volzet.
    Die lege zaal en de tragere nummers zorgden voor een onwennig, vreemd eerste deel van het concert. Negen man op het podium, in een schitterende setting (met een caravan,waterpijp, allemaal met verschrikkelijke trainingspakken aan - ja, een echte camping). Maar vooral: in het eerste deel werd de combinatie Arabische-Antwerpse volksmuziek niet of onvoldoende uitgespeeld. De Vlaamse musici deden hun ding, daarna deden de twee Marokkaanse dames (zangeressen/percussionisten) en de ene man het hunne. En van dat Arabische gezang heb ik snel genoeg: het is heel luid, en ik kan totaal niet duiden of ze nu een vrolijk liedje spelen, of een dodenzang aanheffen, of gewoon heel boos zijn.
    Na de pauze ging het gelukkig stukken beter. Plots klikte het allemaal, het tempo schoot met een ruk de hoogte in, en de muzikanten amuseerden zich duidelijk. Met als hoogtepunt een eigenzinnige versie van 'Galvanise', de hit van The Chemical Brothers.'We willen die gasten in hun bloot gat zetten', aldus Bovée. En hij deed het door aan te tonen dat de melodie een oud-Marokkaans volksliedje is, en door de twee dooreen te haspelen.
    Er volgden nog wat leuke songs, Trap het Af was sappig Antwerps en vooral grappig, en na dik twee uur was het afgelopen.
    Zonnige muziek voor de eerste lentedag. Jammer dat het buiten sneeuwde.
    http://www.thinkofone.be

    21-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    19-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Joe Bonamassa
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Joe Bonamassa
    19/3/2008
    Handelsbeurs, Gent
    Verslag: neen

    Joe Bonamassa is de gitaarsensatie van het jaar. Hij is een Musicians' Musician: muzikanten lopen gek van 's mans gitaarspel, maar houden hun informatie angstvallig voor henzelf. Breekt de muzikant in kwestie toch door, en wordt hij succesvol, laten ze hem vallen als een baksteen: uitverkoop, commercieel gedoe, en véél minder sterk dan vroeger.
    Blues- en gitaarmagazines pronken met Bonamassa op hun covers, en ze komen superlatieven te kort om de virtuositeit van de bluesman te omschrijven. Op zijn vier jaar leerde hij gitaar spelen, om zijn tiende trad hij op én werd hij ontdekt door BB King, op zijn twaalfde trok hij met die BB King op tournee. Sindsdien bracht hij zes cd's uit, sleepte hij alle mogelijke (blues)-awards in de wacht en werden wekelijks nieuwe vergelijkingen gemaakt: de nieuwe Stevie Ray Vaughn, de nieuwe Hendrickx, de nieuwe Jeff Beck, de nieuwe Clapton, de nieuwe Page,...

    De Amerikaanse dertiger deed zijn ding in de mooiste concertzaal van het land, de Handelsbeurs in Gent. Geen uitverkochte zaal, maar wel veel enthousiaste fans. Het voorprogramma was weggevallen, dus begon Bonamassa lekker op tijd, en verwachtte iedereen een fijn en lang optreden.

    Ik hield mijn enthousiasme welgeteld één uur vol. In dat uur kregen we stevige rockblues te horen, een bijzonder strakke band (ze treden 150 keer per jaar op, en dat hoor je ook), een typische bluesstem, en inderdaad virtuoos gitaarspel. Maar na dat uur deed de zoveelste uitgesponnen solo me de das om. Ik kreeg een flash-back, naar een optreden van Walter Trout,tien jaar geleden in een Kempens zaaltje. Trout is ook al zo'n gitaarvirtuoos, een blues-beest - en hij is in hetzelfde bedje ziek van Bonamassa: elk f***ing nummer wordt onderbroken voor een gitaarsolo.
    Ik begrijp Bonamassa wel, hoor: hij zingt met zijn gitaar, hij doet dingen die je niet voor mogelijk houdt. Maar waarom moet hij het in elk nummer doen? Nummers die strak, stevig en goed beginnen, die het potentieel hebben om langer dan een minuut te blijven hangen, worden door die solo's gebroken. Na een paar minuten solo, ben je zelfs vergeten welk nummer ze nu eigenlijk aan het spelen waren. En dat is jammer. Als hij nu eens om de drie, vier nummers een stevige solo zou geven, was het optreden een stuk spannender geweest. Dan hadden we meer kunnen genieten van de fijne bluesrock-nummers, van de grandioze wisselwerking tussen zijn stem en zijn gitaar. En dan hadden we ons om de zoveel nummers kunnen vergapen aan 's mans solo's. Nu was het net iets té veel.
    Pas op: hij kan het, hoor. Hij kan dingen die je niet voor mogelijk achtte (al zijn vele jazz-gitaristen minstens zo virtuoos als deze Bonamassa), toen zijn groepje het podium verliet en hij tien minuten lang alleen, op akoestische gitaar, razendsnel van jetje gaf - da's zo'n moment dat je nooit wil vergeten. Maar overdaad schaadt, en zijn solo in het daarop volgende nummer, was voor mij net die overdaad.
    Maar het had erger gekund: op hetzelfde moment stond Anouk in het Sportpaleis te schreeuwen. Dan toch liever dat ene Bonamassa-solootje te veel...

    http://www.jbonamassa.com

    19-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    16-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.James Blunt
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    James Blunt
    16 maart 2008
    Vorst Nationaal
    Verslag: Ja.

    Sinds de zomer van 2005 kunnen we de wereld in twee delen: de ene helft krijgt zwerende boebels van 'You're Beautiful' van James Blunt, de andere helft vindt het het mooiste liedje ooit. Maar: iedereen kent het. Liefst elf miljoen exemplaren verkocht de Brit van zijn debuutcd, en de opvolger gaat dezelfde weg op.
    Vorst Nationaal was dan ook (meer dan) uitverkocht voor de komst van de Britse bard. Duizenden gillende meisjes, die gilden voor de pauzemuziek, die foto's maakten van een leeg podium - er werd meer cola verkocht dan bier. Het voorprogramma (The Hoosiers) liet ik aan me voorbij gaan - Blunt zelf zou al erg genoeg zijn. Ik heb verdorie m'n eigen zoon naar Springsteen meegenomen om hem muziek te leren kennen, en dus avonden als deze te kunnen vermijden - vergeefs.
    Ik moet zowat de oudste zijn in Vorst vanavond. Het gegil en gejoel overstemt de muziek (nou ja, het geluid vanop het podium), in de zaal zijn de aanstekers van weleer vervangen door oplichtende gsm-schermen.

    James Blunt dus. Met zijn succes en zijn soort muziek, heeft de man eigenlijk drie mogelijkheden. Of hij gaat rentenieren en brengt af en toe nog eens een Best Of uit. Of hij gaat touren en  ontwikkelt zijn eigen stijl, iets dat swingt en een beetje gevaarlijk lijkt. Of hij doet wat zijn 14-jarige fans van hem verwachten: in een zaal op een podium staan met studiomuzikanten rond zich, een uitgekiende light-show bedenken en de liedjes van de plaat zo schoon mogelijk naspelen.
    Blunt koos resoluut voor optie drie. Hij doet dat goed, hoor: soms is er nauwelijks verschil te merken met de versie die je op de radio hoort. Dat zal ook wel verdienstelijk zijn, in bepaalde kringen. You're beautiful, of Goodbye, My lover, worden door de zaal meegezongen - Eat your heart out, Scala. En na een uur is het afgelopen - hij keert nog even terug voor wat bisnummers,sluit af met '1973' en stuurt iedereen tevreden naar huis. Want iedereen kreeg waarvoor iedereen kwam. Ik hoor de gesprekken op de speelplaats zo: 'hij zag er zooooo goed uit,op die grote schermen', en 'de muziek paste perfect bij de videoclip die werd afgespeeld', en 'hij zong zo mooi'.

    Vanaf het tweede liedje stond ik al te hopen dat de man zijn gitaar door een versterker zou rammen. Bij het vierde was ik de tel kwijt - alles leek te veel op het vorige en op het volgende. Bij het zesde vroeg ik me af wanneer hij zich tot de Islam zou bekeren - want dat gebeurde ook met Cat Stevens. En Blunt mag met namen gooien wat-ie wil (Steely Dan?!?), hij is gewoon de enige echte opvolger van Cat Stevens. Je verwacht een innige 'Morning has Broken', compleet met kampvuur, meerstemmige samenzang en gitaar. Over gitaren gesproken: alles klinkt verdomd braaf. Niet één wilde uithaal op gitaar, niet één verdwaalde drumslag, niet één fantasievol riedeltje op piano. Zo braaf leven, het moet verdomd lastig zijn. En met rock 'n' roll heeft het helemaal niks te maken.

    http://www.jamesblunt.com/

    16-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    14-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Cure
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    The Cure
    Sportpaleis Antwerpen
    14 maart 2008
    Robert Smith, Simon Gallup,Jason Cooper,Porl Thompson
    Verslag: Ja.


    Eerst de belangrijke vragen: ja, Smith is nog altijd kwistig met de eyeliner, de lippenstift en de haarlak. Sommige van zijn fans ook, en bij hen wordt het echt belachelijk - vooral bij die mannen die kaal worden. En ja, zwart was weer de modekleur in Antwerpen. En ja, het was een avond vol jeugdsentiment.
    The Cure bestaat dit jaar dertig jaar - en toch ook niet. In die tijd is de bezetting ontelbare keren gewijzigd, is de muzikale richting even rigide geweest als een CD&V-standpunt, en kende de groep even veel hoogtes als absolute dieptepunten. Hun nieuwste cd wordt al maanden lang uitgesteld - niemand weet waarom Smith de release blijft tegenhouden. Het zorgt in ieder geval voor de vreemde situatie dat de helft van de avond wordt gevuld met nummers die niemand kent. En dat zorgt voor serieuze problemen: de show valt zo een drietal keer serieus op zijn gat.
    NIet dat het grootste deel van het publiek maalt om die nieuwe liedjes. De muzikale relevantie van The Cure is niet meer wat ze ooit is geweest, en het publiek wil vooral die 'schone liedjes van vroeger' eens horen. Een uur voor het optreden mag ik het ook zo uitleggen in 'Vandaag' op Rado 1: dit wordt een nostaligsche avond.
    Uiteindelijk zal het kwartet dat vandaag The Cure vormt, 2 uur en 50 minuten lang spelen. En dat is lang, op sommige momenten té lang. Je ziet het enthousiasme uit het Sportpaleis wegvloeien, mensen staan recht om drank in te slaan, er wordt volop gerookt. Maar iets later is iedereen (en heus niet alleen de die-hards) weer tevreden, wanneer Smith één van zijn pareltjes van weleer inzet. Bekijk de setlist maar even, en je begrijpt het. Overigens siert het hen dat ze een nummer als A Forrest nog steeds willen spelen, en dat ze het duidelijk ook graag spelen.
    Ik word nooit een echte fan, bedankt, maar The Cure heeft me toch kunnen charmeren. Het zijn vaklui (geworden), Smith heb ik een paar keer zien lachen (haha, echt waar), verder vind ik hem vooral een aansteller met een té beperkte stem voor een show van bijna drie uur, maar de man heeft 'schoon liedjes' geschreven.
    En: is The Cure dan misschien het verleden, ik heb op dezelfde avond ook de toekomst gezien (zie hieronder).

    http://www.cure-concerts.de/concerts/2008-03-14.php
    http://www.thecure.com/

    plainsong *** prayers for rain*** a strange day *** alt.end ***  the end of the world *** lovesong *** to wish impossible things *** pictures of you *** lullaby *** from the edge of the deep green sea *** hot hot hot!!! *** please project *** the walk *** push *** friday i'm in love *** inbetween days *** just like heaven *** primary *** a boy i never knew *** never enough *** wrong number *** one hundred years *** disintegration  ***
    Encore 1:
    at night ***  m *** play for today *** a forest
    Encore 2:
    boys don't cry *** jumping someone else's train *** grinding halt *** 10:15 saturday night *** killing an arab
    Encore 3:
    freak show *** close to me *** why can't i be you?

    14-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.65daysofstatic
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    65daysofstatic
    Sportpaleis Antwerpen
    14 maart 2008


    Ik vond al dat The Cure opvallend weinig oppervlakte van het podium in het Sportpaleis gebruikte. Ik vond al dat de zaallichten zo vroeg uitgingen. Ik vond al dat de vier muzikanten die op het podium kwamen er zo jong uitzagen - en geen mascara, lippenstift of ontploft haar hadden.

    Logisch, allemaal: 65 Days of Static was het onaangekondigde voorprogramma van the Cure. En wat voor één... Energie, lawaai, mijn notaboekje stond in een mum vol. Industrieel, apocalyptisch geluidsgordijn. Rare namen voor vreemde muziek... Wat 65 Days doen: samples laten draaien met lawaai en opgenomen drums, daar bovenop twee gitaren laten freewheelen met vervormde klanken, een bassist loos laten gaan en een drummer compleet gek laten worden. Het resultaat is een afwisseling van stille, rustige, melodieuze passages met ontzettend harde, ritmische stukken. Nieuw, maar vooral: heel mooi.

    Ook in mijn notaboekje las ik: deze jongens (ze waren overigens beleefd ook) hebben de draad teruggevonden die Radiohead verloor tijdens of na OK Computer. Laat ze dit vooral, asjeblieft, volhouden. En ontdek ze ook zelf via iTunes. Want dit is te mooi om te laten liggen. En wie me niet gelooft: op 21 april staan ze in de Botanique in Brussel.

    http://www.myspace.com/sixtyfivedaysofstatic
    http://www.65daysofstatic.com/wordpress/

    14-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    05-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dirty Dozen Brass Band
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dirty Dozen Brass Band
    Handelsbeurs Gent
    Woensdag 5 maart 2008
    Verslag: ja

    Roger Lewis - Baritone Sax
    Efrem Towns - Trumpet/Vox
    Kevin Harris - Tenor Sax
    Terence Higgins - Drums
    Stephen walker - Trombone
    Julius McKee - Sousaphone
    Jake Eckert - Guitar


    Zo zie je maar weer: een optreden waar je dan wel geweldig naar uitkijkt, zoals dat van de DDBB, valt dan een beetje tegen. Zonde toch.
    De DDBB zijn ontstaan uit de typische New Orleans fanfares, die uitvaarten opvrolijkten. In de jaren zeventig was er geen vraag meer naar die fanfares, en de mannen van de DDBB repeteerden dan maar. En tijdens dat repeteren, experimenteerden ze ook: met funk, jazz en soul. En plots hadden ze een nieuw genre - dat dan ook nog eens geweldig aansloeg in Bourbon Street.
    We zijn 32 jaar later, en in Gent staan geen Dozen, maar zeven muzikanten. Van de originele bezetting blijft nauwelijks iemand over. Het swingt allemaal wel hoor, maar toch lijkt het me wat bloedloos. De originele DDBB (die wel nog de platen opneemt, maar dus niet meer tourt - de DDBB lijken dus wat op de Harlem Globetrotters, of Up with People, of Cirque du Soleil...) speelde samen met Dr. John, Elvis Costello en Norah Jones - en zo'n frontfiguur mis ik hier. Iemand die het optreden drààgt, en gesteund wordt door deze rasmuzikanten.
    We krijgen een swingende set, met het onvermijdelijke When the Saints, met Superstition (van Stevie Wonder), met What's Going On (van Marvin Gaye). Bij Get up van James Brown gaat het mis: lange free-jazz-solo's die de vaart uit het optreden nemen, en alleen de echte jazz-fans kunnen bekoren. Zonde.
    Het was helemaal niet slecht, maar ook verre van onvergetelijk. Zelfs de bisnummers, waarbij een horde mooie dames uit het publiek op het podium wordt gehesen, doet wat gekunsteld aan.
    Zonde. Of zei ik dat al?
    http://www.dirtydozenbrass.com/
    http://www.myspace.com/dirtydozenbrass

    05-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    04-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eels
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Eels
    4 maart 2008
    Koninklijk Circus, Brussel
    E , The Chet (beide piano, drums, gitaren, harmonium, zaag,...)
    Verslag: neen

    Ik ben anderhalf uur voor het optreden al aan het Koninklijk Circus in Brussel. Het regent en het is koud. De winkels en de bistro's sluiten hun deuren. Aan de zaal is het donker, de rolluiken naar beneden, nergens een affiche van Eels te bekennen. Ik duik een kroegje in waar ik 2,40 euro betaal voor een Palm, en krijg een bericht van Radio 1: op 16 maart word ik in Vorst verwacht voor James Blunt. James f*** Blunt. Kijk: een depressie waar E jaloers op kan zijn, dringt zich hier op.
    Eels, dat is dus Mark Oliver Everett, voor de gelegenheid bijgestaan door zijn sidekick 'The Chet'. Ze presenteren 'Meet the Eels', een dubbele cd-dvd die vorig jaar uitkwam en het beste uit tien jaar Eels bundelt. En het verhaal van E kennen we intussen ook al: zijn vader was een miskend, geniaal quantumfysicus die dronk en te vroeg overleed. Zijn zus Elizabeth pleegde zelfmoord. Zijn moeder stierf even later aan kanker. En E zelf - die is behoorlijk verknipt. Maar de man maakte wel geniale muziek - het debuutalbum 'Beautiful Freak' is een heuse klassieker.
    Maar vanavond heb ik het toch bijzonder moeilijk met E. Hij trakteert ons eerst op een film van bijna een uur (plezant hoor: binnenkomen in de zaal, je plaats zoeken in het lichtje van je GSM, omdat er een film speelt!) over zijn vader. Die man had de theorie van het parallelle universum uitgevonden, maar kreeg daar pas heel laat erkenning voor. De film leert ons vooral iets over de relatie van E met zijn vader (een slechte relatie), meer dan over de man zelf. Parallelle universum: we zien hoe Star Trek en talloze andere sci-fi-boeken en -reeksen schatplichtig zijn aan de theorie. Vreemd dat Kurt Vonnegut wordt vergeten - volgens mij was die even gek als E. Maar wel veel grappiger.
    De muziek dus. Ik zei het al: ik heb het moeilijk met E en Eels. Hij zingt onthecht, afstandelijk - waardoor het moeilijk wordt om je als publiek door de nummers te laten meeslepen. Ergens logisch, natuurlijk: wanneer je zingt over waanzin, depressies en overleden familieleden, wil je je niet iedere avond weer diep in de songs inleven... Maar dat onthechte zorgt ervoor dat het optreden er voor mij een is van 'liedje, liedje gedaan, volgend liedje'.
    Een concert is voor mij geslaagd wanneer je beseft: hier maak ik iets unieks mee, iets dat nooit eerder gebeurde, en ook nooit nog zal gebeuren. Dat gevoel heb ik vanavond niet - bij Steve Wynn zondag wel, bij Neil Young heel zeker. Eels just doesn't do it.
    Het was niet slecht, hoor- Elizabeth on the Bathroom Floor was verkillend, ijzig. My Beloved Monster zorgde voor beroering. Maar een song als Strawberry Blonde gleed voorbij, en gleed van me af.
    De grapjes waren ingestudeerd (hij las voor uit fake fanmail en fake concertverslagen - vooral het verslag van een Eagles-optreden was grappig), daarbuiten zocht hij nauwelijks contact met het publiek. Zoals ik al zei: verknipt.
    Hoogtepunten, dan maar? Neen: eerst een dieptepunt - Novacaine for the Soul was routineus, vals gezongen, slordig, en vooral: met zichtbare tegenzin. In Flyswatter haalden E en The Chet een fijne truc uit: E verliet zijn piano om de drumsticks over te nemen, the Chet ging piano spelen. Zonder het nummer te onderbreken. Leuk, maar niet bepaald spontaan... Hoogtepunten, Peter! Ok: Elizabeth on the Bathroom Floor haalde ik al aan; My Beloved Monster was zeer ok, en het fijnste moment was Good Times, Bad Times. Een nummer van Led Zeppelin, door the Chet gezongen. Het was de enige keer van de hele avond dat ik dacht: die twee hebben er plezier in.

    http://www.eelstheband.com/
    http://www.myspace.com/eels
    http://www.youtube.com/watch?v=0sHj6V1lfek

    04-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    02-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Steve Wynn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Steve Wynn
    Arenberg, Antwerpen
    Zondag 2 maart 2008
    Verslag: nee.
    Steve Wynn: zang, akoestische gitaar
    Robert Lloyd: mandoline, elektrische gitaar, piano
    Eric Van Loo: bas

    Je hebt zo van die avonden dat je je huis niet uit wil. Een zondagavond, bijvoorbeeld. Lekker thuis zitten, bekomen van het weekend, eindelijk de weekendkranten eens doornemen. Maar de babysit is besteld, en aan de balie van de Arenbergschouwburg in Antwerpen liggen twee tickets voor Steve Wynn op je te wachten. Dus stap je in je auto en rij je naar Antwerpen. Meer dan twee uur later keer je terug: blij dat je je luiheid hebt overwonnen, een gelukkige glimlach om je lippen – want je maakte net een uniek concert mee.

    Steve Wynn is een obsessief songschrijver – sinds zijn negende componeert hij, eerst voor punkgroepjes in Californië, later voor zijn eigen Dream Syndicate. Die new wave-groep brak nooit echt helemaal door, maar tot vandaag wordt de band beschouwd als de grondlegger van indie-rock in de VS, samen met groepjes als REM en The Replacements. Groepen die trouwens graag Wynns nummers speelden.

    De twee eerste albums van The Dream Syndicate, ‘The Days of Wine and Roses’ en ‘The Medicine Show’, staan in lijstjes van ‘kenners’ trouwens nog steeds heel hoog in de categorie ‘invloedrijke rockplaten’. In de jaren negentig, lang nadat Wynn The Dream Syndicate had opgedoekt, vormde hij Gutterball – nadien deed hij het met een trio.

    Vanavond, in Antwerpen, wordt hij bijgestaan door een duo: Eric Van Loo op staande bas, en Robert Lloyd (mandoline, elektrische gitaar en piano).

    De kleine zaal van de Arenberg zit eivol (ik zat op de trapjes, en ik kan u garanderen: die zitten ongemakkelijk). Beneden, twee meter van me vandaan, zit Steve Wynn op een witte stoel, akoestische gitaar in de aanslag. Naast hem Lloyd met de kleine mandoline. De bassist komt pas voor het tweede deel opdagen.
    Een ongelooflijk intieme setting – “als je voor mijn vorige groepen zo dicht had gezeten, was je nu al doof”, zegt Wynn. Hij praat opvallend veel met het publiek – hij is ontspannen, maakt (flauwe) grapjes, voert een exposé over de verdiensten van Leffe, geeft een uitleg bij nieuwe liedjes. En hij speelt en zingt gedreven, mooi. De ruige, wilde nummers van the Dream Syndicate of Gutterball worden helemaal uitgekleed, alleen de melodie blijft staan – en daarmee blijkt dat Wynn niet alleen een obsessief, maar ook een begenadigd songschrijver is.
    Punching Holes in the Sky, Manhattan Fault Line, Burn,… Mooi, heel mooi. The Deep End is fragiel, broos – niet te geloven dat dit de man is die zo tekeer ging bij Gutterball. Maar het is allemaal vooral mooi omdat je constant beseft: ik zit hier naar een monument uit de rockgeschiedenis te kijken, ik kan hem bijna aanraken, ik kan zijn adem bijna ruiken.

    Ik zie ook hoe het publiek (oudere mannen als ik) geniet. Iedereen zit te glunderen, alles in zich op te nemen. Zeker wanneer Wynn The Days of Wine and Roses speelt, en Amphetamine (waw), of The Medicine Show. Meer dan zachtjes wiebelend headbangen zit er niet in, je bent bang om te enthousiast te reageren en de magie zo te doorbreken.


    Net wanneer we denken dat het niet mooier meer kan worden, na de tweede bisronde, keert Wynn een derde keer terug. Alleen. Hij gaat zitten, speelt, nog een liedje, twijfelt dan en mompelt: ‘man, there’s so much I’d love to play now’. iemand uit het publiek vraagt ‘That’s why I wear black’ aan – ‘omdat je het me beloofde’. Wynn lacht: ‘beloofde ik het? Dan zal ik het spelen.’ En na de song: ‘andere beloften die ik vergat?’ Waarna iemand ‘Bruises’ aanvraagt. ‘Hé, moeten jullie morgen niet gaan werken?’, lacht Wynn. Waarna hij Bruises speelt, afsluit, en verdwijnt. Twee uur intense schoonheid – niet kwaad voor een zondagavond.

    http://www.stevewynn.net/
    http://blog.myspace.com/index.cfm?fuseaction=blog.ListAll&friendID=31483429 --> Steve's eigen blog met schitterende verhalen over het leven On the Road. Een absolute aanrader!!

    02-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    16-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lady Linn and her Magnificent Seven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Lady Linn and her Magnificent Seven
    AB Club, 16 februari 2008
    Verslag: neen

    Ik zat onlangs de oude BRT-jeugdserie Keromar op DVD te bekijken. In de serie zingt Della Bossiers af en toe een liedje. En tijdens één van die liedjes dacht ik aan Lady Linn. Want La Bossiers,bijna 40 jaar geleden, zong beangstigend juist, had een perfectie dictie, maar liet alles zo verdomd zielloos klinken.
    Lady Linn lijdt aan hetzelfde euvel. Haar act is goed - de witte pakken van de big band-jongens zijn àf - en de muziek zou kunnen swingen (jazz uit de jaren 20 tot 40), maar toch is het allemaal vooral vervelend. Aan de locatie kon het niet liggen: een late zaterdagavond (na Willy Deville), een volle AB Club. Jammer dat het bier in bekers werd geschonken, en niet in koffietassen, of het decor was echt af geweest.
    Het probleem is dus Lien De Greef, de jonge zangeres van dit groepje. Op haar site herhaalt ze een paar keer dat ze vijf jaar jazz-conservatorium volgde, en eigenlijk had ik daarmee al genoeg kunnen weten. Niet dat ik iets heb tegen het jazz-conservatorium, wel integendeel. Maar muzikanten pakken niet uit met conservatoriumopleidingen - ze koketteren met verslavingen, met foute venten (of vrouwen), met stinkende scheten in tourbussen.
    Lien doet dat dus niet. Ze zingt ongelooflijk soepel, en vooral: heel juist. Waardoor ze zoveel ziel uit de nummers haalt. Je vraagt je soms af of ze wel begrijpt wat ze zingt, zo bloedloos is het allemaal. En dat is zonde.

    Ik wens het niemand toe, maar misschien moet de juffrouw eens een tijd in de goot leven, of samenwonen met een elftal bronstige heren op een dieet van viagra en poppers, moet ze afkicken van een coke-verslaving of een half jaar het tempo van Roland volgen. Enfin, misschien volstaat het om gewoon wat ouder te worden.

    http://www.ladylinn.be/

    16-02-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willy Deville
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Willy Deville and the Mink Deville Band
    Ancienne Belgique, 16 februari 2008
    Verslag: Neen.

    Ik was gék van Mink Deville. Aan alles merkte je dat de man gevaarlijk leefde - zijn muziek was altijd dreigend, hij zat aan de heroïne, en hij had een belachelijke snor. Dat de man niet Mink heette, was een detail.
    Het is een half mirakel dat hij na dertig jaar nog op een podium kan staan. Zijn drugsproblemen waren legendarisch, hij leek voorbestemd om snel, jong en mooi te sterven.
    Vergeet het dus maar: in de AB stond een man - ongezond mager en bleek, een vreemdsoortig kapsel, lange jas - die ons een geweldige avond bezorgde. Krachtige stem, waarmee hij precies deed wat hij wou, en een vlot ingespeeld, swingend groepje achter hem. Vreemd ook: na het eerste nummer klonk hij duidelijk, verstaanbaar en grappig ('we zijn hier om jullie politieke problemen op te lossen'); twee nummers later waren zijn bindteksten onverstaanbaar gemompel.
    Maar who cares. Als tweede nummer al Spanish Stroll, later Demasiado Corazon en Italian Shoes,Hey Joe en Cadillac Walk: zoete jeugdherinneringen. Voor mij toch.
    Willy Deville heeft er een verre reis opzitten - letterlijk en figuurlijk. Van de punkdagen in New York (met Blondie en the Ramones) trok hij naar LA, New Orleans, de Mississippi-delta... En van overal kwamen invloeden mee. Zodat hij het ene moment salsa speelt, daarna rauwe blues braakt, om even later gewoon stevig te rocken. Lange stiltes tussen de nummers, en muzikanten die vragend kijken - hij is de baas, he calls the shots. En hij stort zich in nummers - de cover van Heartbreak Hotel bezorgt me kippenvel. Zijn afsluiter, Let it be Me, zingt hij helemaal alleen, met pianobegeleiding, en het is van een schoonheid die pijn doet. De stem, de intensiteit - een schoon moment, voorwaar. En: er wordt eindelijk nog eens gerookt in de AB. Bij zijn zoveelste sigaret kijkt hij het publiek aan: 'Oh yeah, right, you can't do this, can you?'.
    Jeugdsentiment is niet altijd ok, maar vanavond bezorgde het ons een fantastisch anderhalf uur.

    http://www.willydevillemusic.com/

    16-02-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    14-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arno
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Arno

    14 februari 2008

    Vooruit, Gent

    Verslag: nee

     

    Het moet zowat 28 jaar geleden zijn dat ik nog een volledig concert van Arno zag. Toen nog met TC Matic, in het cultureel centrum van Marke, op de eerste rij. Sindsdien zag ik nog wel flarden – de voorstelling van Charles & les Lulus, of andere projecten waar Arno deel van uitmaakte.

    Op Valentijn dus naar Gent, om de meest Belgische artiest aan het werk te zien. De Vooruit stond stampvol, wij helemaal achteraan. Vlak bij de bar – een goede plaats, dus.
    Arno was ziekjes: grieperig, keel en een kop vol snot. De eerste helft van het concert had hij er duidelijk last van – hij grolde nog meer dan normaal, en haalde de hoge noten bijlange niet.

    Het publiek reageerde ook eerder afwachtend. Zijn grappen gingen er vlot in – Staat er haar op? Jot! Of zijn uithalen naar Leterme en Dewever: ‘Ze hebben allemaal een te klein pietje’. De VRT: ‘Dat is een stadszendertje, he. New York en Parijs: 13 miljoen inwoners. Vlaanderen: vijf miljoen.’ En de BV’s: ‘Wat stelt dat allemaal voor? Niks!’.

    De muziek was Arno – en zeker in het eerste deel allemaal net niet. Een gitarist die net die noot mist, Serge Feys (wat is die man dik geworden!) die zijn vinger van de toets laat glijden, Arno die niet helemaal bij stem is…

    Mourir à Plusieurs werd dan ook niet stormachtig onthaald – wat je toch kon verwachten van een publiek dat vooraf overtuigd en overwonnen was, en van de laatste single.Het duurde tot ‘Les yeux de ma mère’ voor er echt emotie kwam in de volledige zaal. Maar dan zat het er ook echt wel goed in. De klassiekers – Que Pasa en vooral Oh La La La gooiden alles open. Bathroom Singer, waarin Arno gevaarlijk tekeer ging met cymbalen. En als uitsmijter nog les filles du Bord de Mer, joint joint joint.

    Toen stonden wij al klaar aan de uitgang – niet helemaal overtuigd.

    Arno balanceert, op zijn 57ste, op een gevaarlijke lijn: is hij een clown (die af en toe de waarheid zegt), of is hij een rasartiest? Ik stel de vraag, omdat ik het antwoord niet ken. Misschien voelde hij zich niet lekker genoeg om zich tweehonderd procent te geven, misschien eist zijn leven nu al een te zware tol, misschien was ik gewoon te kritisch (zeker na Neil Young). Maar Arno bracht in ieder geval niet wat ik er vooraf had van verwacht.
    http://www.arno.be

    14-02-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    25-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nouvelle Vague
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nouvelle Vague
    25 januari 2008
    Muziekodroom, Hasselt

    Verslag: ja

     

    Een volgende opdracht, en deze keer géén fijne.

    Nouvelle Vague is een project van de Franse producers Marc Collin en Olivier Libaux. In 2004 brachten ze een CD uit met covers van new wave-klassiekers op een bossa nova-ritme geplakt. Verrassend, om de donkere, duistere en zwarte muziek van Joy Division, Buzzcocks, Visage of The Cramps te horen in een zomerse, vrolijke en zonnige versie. In 2006 brachten ze een tweede cd uit, en toen al was voorspelbaar wat ik vanavond zou ondervinden: het is allemaal voorspelbaar…

    Het is leuk hoor, zo’n nummer als I Just can’t get Enough van Depeched Mode te horen zingen, door bloedmooie Franse zangeressen, een beetje vals, met een Frans accent. Maar de verrassing is vrij snel uitgewerkt, en dan wacht je gewoon op het volgende nummer – dat eigenlijk dezelfde behandeling krijgt.

    Het publiek valt in drie delen uiteen: de fans, die speciaal voor Nouvelle Vague hier naartoe zijn gekomen; de ongeïnteresseerden die op vrijdagavond niets beter te doen hebben; en ten slotte de New Wave-liefhebbers die zich op een muziekquiz wanen en zo snel mogelijk het originele nummer proberen te herkennen.

    Wat ook wel fijn is – van Blue Monday (New Order) herken je de tekst, je zingt zelfs mee – maar duurt het toch even voor je weet welk nummer het precies is.

    Het probleem blijft echter hetzelfde: eens je door hebt dat ze Blue Monday spelen, is het wachten op het volgende nummer.

    My Sweet & Tender Hooligan van the Smiths is mooi: zo’n mooi Frans zangeresje dat zo’n dreigend nummer ontwapenend zingt, met dat accent, dat speelse – het wordt allemaal heel erg sexy. Het volgende nummer: A Forrest van The Cure. En je denkt: more of the same…

    Nouvelle Vague is gezellige muziek, voor heel eventjes. Jammer genoeg duurt een optreden meer dan ‘eventjes’.

    Ik dacht regelmatig aan m’n vader. Hoe moet hij zich gevoeld hebben, toen plots platen uitkwamen met rock ‘n’ roll classics, of met beatles-nummers, gespeeld door de Ray Conniff Singers, of James Last? Was dat origineel, creatief, of gewoon platte afzuip?

    Als je die vraag beantwoordt, weet je ook hoe je Nouvelle Vague kunt beoordelen.

    http://www.nouvellesvagues.com/

    25-01-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    21-01-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seasick Steve
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Blackbox Revelation
    Seasick Steve
    21 januari 2008

    Ancienne Belgique

    Verslag: ja

     

    Een opdracht van Exit, maar wel een fijne. Blackbox Revelation is een duo Vlaamse tieners, dat heel erg aan de White Stripes doet denken: ruig, drum & gitaar, melodieus lawaai. Veelbelovend (ze worden zwaar gehypet), maar ook nog veel werk aan: ze stralen nog geen echte rock’n’roll uit. Maar faut le faire: in een uitverkochte AB Box staan, voor een publiek dat het jouwe niet is – en toch meer dan een beleefd applaus losweken…

    Maar iedereen kwam dus voor Seasick Steve. De Amerikaan leerde gitaar spelen bij oude blueshelden, speelde mee met Lightniing Hopkins, maar verdween dan van de aardbol. Hij leidde een leven als hobo, als zwerver, bracht tijd door in gevangenissen, en dook plots op bij Jools Holland, in diens nieuwjaarsshow op BBC. Waar hij met een gitaar met drie snaren (!) een aanstekelijk boogie-blues-nummer speelde, en plots ongelooflijk hot werd.

    De man ziet eruit als een hobo (lange, grijze baard), kleedt zich als een hobo (jeans overall, Marcelleke) en praat als een hobo (Bring me some booze!) – maar het is toch niet helemaal duidelijk of hij the real thing is, of een marketing-product. Hij is in ieder geval de enige homeless person with a homepage on the net; de enige zwerver met gitaarroadies en een eigen t-shirtverkoop.

    Niet dat dat allemaal relevant is: van zodra de man speelt en zingt, gebeurt er iets. Hij zit alleen op het podium, met een paar gitaren (en aftandse akoestische, zijn driesnarige elektrische en een tweetal gewone) en zijn Mississippi Drum Machine (een kistje waarop hij de maat stampt). Veel feedback op de versterker, en hij is vertrokken. Hij vertelt eerst het liedje, en speelt het dan – wat ook helpt om je in te leven. Over Thunderbird bijvoorbeeld: onder de sterrenhemel, snakken naar Thunderbird – de goedkoopste rode wijn die je kunt krijgen. Hobo Low was prachtig – hoe laag kun je vallen, zelfs als zwerver.

    Een meisje staat vooraan met een bordje te zwaaien waarop ze ‘I love Steve’ schreef. Hij laat haar op het podium trekken, zet haar op een stoel naast hem, en zingt een droevig maar o-zo-mooi liefdesliedje voor haar.
    Hij geeft tips voor wie het als hobo wil proberen: ‘I wear my socks up to my knees’ – anders krijg je beten van vervelende beesten, in het hoge gras.

    Het hoogtepunt is Dog House Boogie, zijn Jools Holland-nummer. En het is meteen ook het laatste nummer, na iets meer dan een uur. Jon Spencer kan inpakken, RL Burnside mag begraven blijven – deze Seasick Steve maakt gewoon prachtmuziek, met een verrassend warme en volle stem, en een overdonderend gitaarlawaai.

    http://www.seasicksteve.com
    http://www.theblackboxrevelation.be/

    21-01-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  




    Foto

    (meer dan) een jaar gratis muziek

    bestaat nu ook als boek!

    Bestellen via shopmybook 

     

     


    Sommige verslagjes op Radio 1 zijn nog te beluisteren via de Exit-site.
    http://tinyurl.com/ylr3kgw



    En zo...
  • PVDB
  • Boss
  • The Lake
  • Neil
  • Youssou
  • Willy
  • HA!
  • AB
  • Club
  • Bal

    Mail



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs