Inhoud blog
  • Patti Smith
  • Neil Young and Crazy Horse
  • Johnny Marr
  • Motörhead
  • Hooverphonic
  • Amy Macdonald
  • Magnus
  • Rock Werchter 2014
  • The Rolling Stones
  • Simple Minds
  • Triggerfinger
  • Arcade Fire
  • Admiral Freebee
  • Elton John
  • Vanessa Paradis
  • Goldfrapp
  • Monk
  • Nile Rodgers
  • Texas
  • Ozark Henry
  • Axelle Red
  • Daan
  • The B 52's
  • Ceelo Green
  • Damien Rice
  • Arno
  • Seasick Steve
  • Donavon Frankenreiter
  • Deep Purple
  • Alice Cooper
  • Bruce Springsteen & the E-Street Band
  • Rock Werchter
  • Lana Del Rey
  • Poliça
  • Steve Wynn
  • Alabama Shakes
  • Cold Spex
  • Norah Jones
  • dEUS
  • The Specials
  • PIL
  • Echo and the Bunnymen
  • Luc Van Acker
  • The Beach Boys
  • De Mens
  • The Roots
  • Absynthe Minded
  • Brian Ferry
  • Bruce Springsteen and the E Street Band
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Michael Kiwanuka
  • Jonathan Jeremiah
  • John Cale
  • Alice Cooper
  • Gotye
  • Red Hot Chili Peppers
  • Steve Earle
  • CW Stoneking
  • Anna Calvi
  • Bony King of Nowhere en Midlake
  • Toots Thielemans
  • Paul Simon
  • KT Tunstall
  • Selah Sue
  • A tribute to Alan Lomax
  • Richard Thompson Band
  • Hannelore Bedert
  • Lambchop
  • ZZ Top & The Doobie Brothers
  • Steve Miller Band
  • Carlos Santana
  • Peter Gabriel
  • Isobel Campbell and Mark Lanegan
  • Chris Isaak
  • Mark Knopfler
  • Snow Patrol
  • Eric Clapton & Steve Winwood
  • Jamie Lidell
  • Hannelore Bedert
  • Tindersticks
  • Randy Newman
  • 65daysofstatic
  • Heaven 17
  • The Temptations & The Four Tops
  • Angie Stone
  • Joss Stone
  • Chris Rea
  • Lyle Lovett en John Hiatt
  • David Gray
  • Marianne Faithfull
  • Wilco
  • Massive Attack
  • Status Quo
  • Fleetwood Mac
  • Emiliana Torrini
  • Daniel Lanois
  • Moby
  • Ray Davies
  • Donna Summer
  • David Byrne
  • Steely Dan
  • Ry Cooder en Nick Lowe
  • Eagles
  • Morrissey
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Elbow
  • Me First and the Gimme Gimmes
  • Patrick Watson
  • Zappa Plays Zappa
  • Lily Allen
  • Liam Finn
  • Jackson Browne
  • Bob Dylan
  • Lenny Kravitz
  • Razorlight
  • Johann Johannsson
  • Antony and the Johnsons
  • Lyle Lovett
  • Grace Jones
  • Franz Ferdinand
  • John Legend
  • Metallica
  • Luka Bloom and Band
  • Selah Sue
  • Seasick Steve
  • dEUS
  • Raymond
  • Sigur Ros
  • Tony Joe White
  • Herbie Hancock
  • Lambchop
  • Luna Twist
  • John Mayall and the Bluesbrakers
  • Stephen Stills
  • Elliott Murphy
  • Paul Weller
  • Steve Wynn
  • The Lemonheads
  • Alanis Morissette
  • Grace Jones
  • Macy Gray
  • Melee
  • Counting Crows
  • Elbow
  • Bruce Springsteen
  • John Fogerty
  • Stephen Malkmus
  • The Police
  • Iggy & the Stooges
  • Mark Knopfler
  • Willard Grant Conspiracy
  • Madrugada
  • Alison Kraus & Robert Plant
  • Elliott Murphy
  • Tindersticks
  • Sebadoh
  • Mavis Staples
  • KT Tunstall
  • PUSA
  • Electric Eel Shock
  • John Scofield
  • Jools Holland
  • James Taylor
  • Youssou Ndour
  • Alicia Keys
  • Think of One
  • Joe Bonamassa
  • James Blunt
  • The Cure
  • 65daysofstatic
  • Dirty Dozen Brass Band
  • Eels
  • Steve Wynn
  • Jim Cole
  • Lady Linn and her Magnificent Seven
  • Willy Deville
  • Arno
  • Neil Young
  • Nouvelle Vague
  • Seasick Steve
  • John Watts (from Fisher Z)
  • Inleiding
    Foto
    Muziek 2008 - 2014
    (Meer dan) 1 jaar gratis concerten
    Verslagjes van concerten in 2008 & 2009 & 2010 & 2011
    21-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ry Cooder en Nick Lowe
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Ry Cooder en Nick Lowe
    Elisabethzaal, 21 juni 2009
    Verslag: neen

    Half bekend Vlaanderen was uitgerukt om de legendarische Ry Cooder te monsteren. Is de man inderdaad de achtste  beste gitarist ever, zoals Rolling Stone ooit beweerde? Speelt hij alleen maar obscure roots-muziek, deuntjes die hij opdiept uit de diepste krochten van de muziekgeschiedenis?  We zouden het allemaal te weten komen in de Elisabethzaal.

    Het duo, aangevuld met Cooders' zoon Joaquin op drums, en af en toe versterkt met twee achtergondzangeressen (een ervan zijn liefje, de man heeft smaak en een gezond libido), kwam rustig het podium opgestruind. Cooder, 62, met een luid Hawaii-shirt rond het buikje, een vreemde pots op zijn kop en een opa-bril en broek die afzakten. Nick Lowe met zware bril, grijs haar en een polo-shirt en wijde broek uit de fifties. Who cares: vanaf de allereerste seconde werden de verwachtingen meer dan ingelost.

    Het is onvoorstelbaar wat Cooder met zes snaren kan. Zijn gitaren zingen, wenen, roepen en smeken. Het wonderbaarlijk mooie Vigilante Man - van Woody Guthrie - bezorgde je een krop in de keel, de gitaar deed je bloed trager stromen. In vrolijke nummers - Elvis' Little Sister, of Every Woman I know (is crazy about an automobile), ook al een stokoude blues-klassieker - huppelde de gitaarklank vrolijk door de zaal. Met zijn afsluiter, de traditional How can a Poor Man (Stand such Times and Live) bewees hij zijn genialiteit. Niet alleen met het gitaarspel, maar ook met de songkeuze en met de manier waarop hij in een paar nieuw toegevoegde zinnetjes afrekende met Wall Street en de banken... Du jamais vu.

    Cooder wa grappig ook - hij vertelde hoe hij vooraf de burgemeester van Antwerpen had ontmoet, hoe aardig die Patrick wel niet was, en hoe hij nummers aan Patrick bleef opdragen. Zelfs het stemmen van een gitaar was 'for Patrick': Hij noemde Antwerpen een manageable town, in tegenstelling tot 'zijn' LA, waarna hij een fris 'Down in Hollywood' inzette.

    Nick Lowe werd niet gedegradeerd tot overbodige Brit. De man, net zestig geworden, is nog verbazend goed bij stem, en diepte ook een paar pareltjes op uit de ver vergane muziekgeschiedenis, om ze ons fris op te dienen. De twee passen alleen daardoor al zo ggoed bij elkaar: hun passie voor vergeten muziek, voor de roots van wat ze ooit zelf deden, en de liefde waarmee ze die muziek een nieuw leven geven...En het plezier waarmee ze dat op een podium in Antwerpen komen doen... Lowe leidde zijn 'Half a Boy and Half a Man' in met een bedankje, omdat de plaat hier in de jaren zeventig drie weken op een stond. In Nederland maar twee weken - 'I got kicked out by a Father Abraham and his Smurfs'. Zijn bisnummer was dan weer zeer betoverend -'What's so funny about Peace, Love and Understanding' dat we vooral van Elvis Costello kennen, vergeet ik nooit meer.

    Humor, virtuoos spel (de manier waarop Lowe met zijn bas voor meer dan pure begeleiding zorgde, door rond de melodietjes van Cooders' gitaar heen te dansen, al kan het net zo goed omgekeerd geweest zijn), de goesting waarmee ze speelden... Allemaal net wat ik nodig had. Na de Eagles twijfelde ik er immers sterk aan of muzikanten waardig ouder kunnen worden. Wel, het kan. Toch als je meneer Coorder of meneer Lowe heet.

     

    21-06-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    18-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eagles
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Eagles
    Sportpaleis, Antwerpen, 18 juni 2009
    Glenn Frey
    Don Henley
    Joe Walsh
    Timothy Smith
    Verslag: Ja

    Eagles, of The Eagles: in de jaren zeventig waren ze een vaste waarde op tienerkamers. Liet een vriendinnetje je in de steek? Hotel California bracht je nog meer van de wijs. Zag je ze met een ander lopen? New Kid in Town! Wist je daardoor niet meer van welk hout pijlen maken? Desperado! En wou je te snel gaan met je nieuwe vriendin, fluisterde ze 'Take it Easy'. Hun Greatest Hits uit de jaren zeventig is nog steeds de best verkochte plaat ooit in de VS. Hippie-country-rockers, één van de groepen die ons punk schonken - punk als tegenbeweging voor de megalomane tournees van mega-groepen als the Eagles. In 1980 spatte de groep uiteen: tijdens een legendarisch laatste optreden in Long Beach riepen de groepsleden elkaar tussen de nummers door, de ergste verwijten en regelrechte bedreigingen toe.

    Veertien jaar zouden de ruzies duren. Advocaten werden schatrijk, en de solo-carrières van de kernleden kenden wisselend succes. Tot ze in 1994 besloten terug te keren als groep - Hell Freezes over was het resultaat, een nieuwe pijnlijke ruzie in 2001 een typerende uitloper (Don Felder werd ontslagen, stapte prompt naar de rechtbank en eiste 50 miljoen dollar extra royalties), en de prima plaat 'Long Road out of Eden' het voorlopige orgelpunt. Bij de plaat hoort natuurlijk een lange wereldtournee - en die bracht de groep naar het Sportpaleis. Wat een inleiding, zeg.

    Om eigenlijk alleen maar te zeggen: they're in it for the money. Wat op zich natuurlijk geen bezwaar mag zijn: we gaan allemaal werken om onze boterham te verdienen. Maar toch. De setlist is in een jaar tijd niet veranderd - hoogstens wordt ergens eens een nummertje vervangen. Er is dan ook niet echt een artistieke leidraad om die setlist samen te stellen: naar mijn gevoel is ze door advocaten en boekhouders vastgelegd in waterdichte contracten. Veel nummers uit die laatste (dubbel)cd, zodat elk lid zijn tijd en plaats in de spotlights krijgt, en iedere auteur een min of meer gelijkwaardig deel van de royalties opstrijkt.

    Niet dat dat iemand wat kon schelen. Het opvallend oude publiek (de middenstand regeerde donderdagavond het land vanuit het Sportpaleis) kreeg ook op het middenplein stoeltjes, netjes op rijtjes opgesteld, en ging helemaal en volledig op in de illusie van vroeger, die The Eagles creëerden. Ze openden met een trio uit de nieuwe plaat - en zetten daarmee letterlijk de toon voor het optreden. De solo-zang had telkens te lijden onder de jaren (de vier zijn 61 of 62 jaar oud, en dat telt) maar de samenzang klonk nog steeds goed. Verdacht goed. Verdacht perfect zelfs. Hotel California volgde als vierde nummer al, en deed de zaal na afloop rechtveren, voor een eerste staande ovatie. Er zouden er nog veel volgen.

    The Eagles hebben het wel goed bekeken. De vier staan vooraan, centraal op het podium, op één lijn. Af en toe gaat Don Henley achter de drums zitten, en vooral naar het einde toe schudt Joe Walsh al eens een gitaarsolo uit zijn mouw. Maar meestal laten ze het echte muzikantenwerk over aan de vijf muzikanten die achter op het podium staan weggedrongen. De extra gitarist krijgt nog een prominente rol, maar de drummer en de drie (!) keyboardspelers worden zelfs niet vernoemd. De violist die af en toe opduikt ook niet, net zo min als de vier blazers die ook een paar keer mogen meespelen. Nochtans zijn zij het dus, die voor de échte muziek zorgen. En ook, vrees ik, voor die mooie samenzang. Timothy Smith heeft een ronduit vervelende stem, Joe Walsh en Don Henley schreeuwen meer dan ze zingen (al sloot Henley wel af met een beklemmende én recht-er-oppe versie van Desperado) en Glenn Frey was dé ontgoocheling van de avond: hij zong ronduit vals.

    Maar nogmaals: ik zal wel de enige geweest zijn die dat erg vond. Het eerste deel kreeg een uitgerekte finale, met Witchy Woman, Lyin' Eyes, The Boys of Summer (heel mooi gebracht-, In the City (stomend en dreigend) en The Long Run. Daarna verdwenen ze voor een lange pauze van het podium, om terug te keren voor een deel twee dat vooral bestond uit nummers van die laatste plaat. De vier gingen op barkrukken zitten, vooraan op het podium, ieder met een gitaar. En het volk lustte er pap van. Terecht. Want het was wel mooi.

    Heartache Tonight en Life in the Fast Lane kwamen voor de bissen Take it Easy en Desperado, maar het was toch vooral net daarvoor dat Joe Walsh voor wat opwinding zorgde. Zijn ietwat spastische bewegingen, zijn vreemde stem en vooral zijn snerende gitaar zorgden voor een stevig Funk #49 en Life's Been Good. De rest was gewoon mooi.

    Heel blij dus, om de Eagles alsnog te hebben kunnen meemaken. Het was een mooie, hete avond, perfect om vrienden uit vroegere tijden opnieuw én beter én van dichtbij te leren kennen. In tegenstelling tot de echte vrienden, hoeven de Eagles nu voor mij niet meer. Laat ze hiermee eindigen, in schoonheid. Misschien nog een plaatje uitbrengen - in de studio kunnen valse noten worden gecorrigeerd. Maar echt touren hoeft voor mij niet meer. Want beter zullen ze zeker niet meer worden.

    18-06-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    08-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Morrissey
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Morrissey
    Koningin Elisabethzaal, 8 juni 2009
    Verslag: Ja

    De Koningin Elisabethzaal is net wat de naam doet vermoeden. Een zaal van vergane glorie, ooit statig maar nu stoffig. De pluche zetels kraken en piepen, er is geen fatsoenlijke bar en muren en plafond zien er vergeeld uit. Prima voor Plop-musicals, een Herbie Hancock of - waarom niet - Ry Cooder. Rustig wegzakken in de zachte stoelen, dicht bij het lage podium de artiesten zien, horen en bijna voelen.

    Het is me een compleet raadsel waarom iemand het in zijn hoofd haalde om hier Morrissey te plaatsen, bij één van zijn uiterst zeldzame passages in België. Want nauwelijks was hij het podium opgestapt, om vijf voor negen, of de zaal daverde. De elektriciteit in de lucht kwam meteen tot ontlading: iedereen sprong recht, het podium werd belegerd. Suppoosten probeerden nog even de meute terug in de stoelen te duwen - vergeefs, natuurlijk. Morrissey was hier, stond hier, en zou hier zijn ding doen - en dan blijf je niet op je kont zitten.

    De man zelf, net vijftig geworden, maakte ook duidelijk waarom niet. Zijn optreden startte als een TGV op coke: hevig, snel, strak en luid. 'This Charming Man', 'irish Blood, English Heart' en 'Black Cloud' (uit zijn laatste cd, Years of Refusal) deelden drie kopstoten uit die konden tellen. Morrissey zelf zag er bijzonder patent uit: strak in het pak, zwieren met microfoondraad, bewegen als een dandy die het midden houdt tussen Bryan Ferry en onze eigen Daan. Handjes schudden met de fans op de eerste rij, en vooral: blijven gààn. Nummers kregen een Mexicaanse Mariarchi-uitvoering, eindigden met gongslagen en drumgeroffel. Waarna het volgende nummer niet snel genoeg kon volgen. Indrukwekkende start van de man.

    Een man die in deze tour al wat optredens had afgezegd wegens keelontsteking - en dat was een wijze beslissing geweest. De keel bleek genezen, de stem stond er nog steeds, zoals ze er stond in 1982, toen hij met Johnny Marr The Smiths opstartte. Diep brommende parlando's, hoge uithalen - hij kan het nog. Het was duidelijk dat het tempo niet zo hoog kon blijven - tijdens 'Why don't you ask for yourself' sprong een eerste keer een fan het podium op, en dat bleek het sein te zijn om een tweede luik van het concert in te zetten. Een luik met nummers die net iets trager waren, iets moeilijker ook, en vooral: veel werk uit die nieuwe cd. De vaart verdween, het enthousiasme in de zaal nam normale proporties aan.

    Na nauwelijks 75 minuten gaf Morrissey er de brui aan. Een routineus 'Girlfriend in a Coma' kreeg als bis nog 'First of the Gang to Die' - het sein voor een horde fans om het podium te bestormen (om er meteen door security-beren te worden afgekegeld) en voor de rest van de zaal om nog één keer, even, uit de bol te gaan. Het is kort en weinig voor een ticket van vijftig euro. Anderzijds: die 75 minuten waren wél historisch.

    Want neen, een Smiths-reünie komt er waarschijnlijk nooit meer. De jonge muzikanten die hij meebracht kunnen Marr niet vervangen, en uit zijn solo-platen blijkt dat Morrissey dat ook niet kan bij het songschrijven. Sterke nummers, daar niet van - pareltjes zitten erbij. Maar hij evenaart noch de productiviteit (bijna honderd songs in vijf jaar tijd) noch de zeldzame kwaliteit die hij met Marr bij de Smiths haalde. Een song als 'Best Friend on the Payroll', van de (moeilijke en net heruitgebrachte cd Southpaw Grammar) is een fijn lied om thuis eens te beluisteren, maar in een concertzaal deed het me weinig.

    Jammer genoeg voor de man, zal hij wel altijd tegen die hooggespannen verwachtingen van de grote Smiths-come-back moeten opboksen. Dat is niet helemaal eerlijk - maar hij heeft er zich duidelijk mee verzoend. Op het einde van de reeks 'moeilijkere' songs, zei hij: 'Thank you. You have been very graceful, very patient and probably mad". En toen hij zijn groep had voorgesteld, besloot hij met "And I... I am... an accident".

    Morrissey zorgde voor een gedenkwaardige passage in Antwerpen. De zaalsuppoosten zullen er nog jaren nachtmerries over hebben - ik zal het koesteren als een aangename herinnering. Niet meer, niet minder.

    This Charming Man *** Irish Blood, English Heart *** Black Cloud *** When Last I Spoke To Carol *** How Soon Is Now? *** I'm Throwing My Arms Around Paris *** How Can Anybody Possibly Know How I Feel *** Let Me Kiss You *** The World Is Full Of Crashing Bores *** Ask *** Why Don't You Find Out For Yourself *** Seasick Yet Still Docked *** Some Girls Are Bigger Than Others *** Sorry Doesn't Help *** Best Friend On The Payroll *** I Keep Mine Hidden *** The Loop *** Girlfriend In A Coma *** I'm Ok By Myself *** First Of The Gang To Die

    08-06-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    30-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruce Springsteen and the E-Street Band
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bruce Springsteen and the E-Street Band
    Pinkpop, 30 mei 2009
    Verslag: ja

    Het zijn tijden vol verandering voor Springsteen. Vorig jaar zijn eerste E-Street-vriend, Danny Frederici, begraven. Obama in het Witte Huis. Een show van 20 minuten tijdens de rust van de Super Bowl. En nu zelfs optreden op een Europees festival. Allemaal zaken die hij zelf waarschijnlijk niet voor mogelijk had gehouden. Maar zie. Springsteen laat de machine rustig draaien, brengt voor zijn doen middelmatige platen uit en blijft ook touren. Als de drummer, Max Weinberg, niet mee kan doen, springt zijn 18-jarige zoon Jay in. Als zijn stem te zwaar wordt belast, haalt de Boss uit zijn Seeger Sessions Band twee achtergrondzangers.

    NIet dat het mij wat uitmaakt. Springsteen zien en beleven, blijft uniek. Ook bij je veertigste keer. De man wordt zestig jaar, maar heeft de energie en de goesting van een veulen van zestien. Alle trucjes werden gebruikt om de Pinkpop-massa mee te krijgen: verzoekjes ophalen én spelen, heel vaak handjes schudden met het publiek op de eerste rij, een kindje laten zingen, enfin: alles dat de man de voorbije veertig jaar leerde, gebruikte hij vanavond.
    Uit zijn nieuwste plaat, Working on a Dream, kwamen maar twee nummers: de titelsong en een zeer intens gespeelde Outlaw Pete. Uit Magic: twee nummertjes. In de rest van de setlist vond de Boss zichzelf opnieuw uit. Bijzonder strak gespeeld, met Gary Talent als de motor (duidelijk om de jonge Jay op de drums bij te sturen), en verrassende versies van Johnny 99. Dat plots een swingende rocker werd. Want doorheen alle entertainment (meisje uit het publiek halen tijdens Dancing in the Dark, en ermee dansen) viel het mij vooral op dat deze groep on-waar-schijnlijk rockt. De gitaarsolo die Nils Lofgren tijdens Ghost of Tom Joad gaf, vergeet ik nooit. Intens, hard, mooi, en ook nog eens juist gespeeld. From Small things (een verzoekje) begon aarzelend, maar groeide naar een denderende finale.Thunder Road zong hij met de zanger van de Killers, die net voor hem optraden, en dat was dan weer géén aanwinst. Radio Nowhere kreeg een dreigende versie dank zij het superbe drumwerk van Jay - 'This is his song', zei Bruce. 'Seeds' was feestelijk.

    The Rising, Born to Run of Glory Days: ze zaten er allemaal in. Zoals iedere keer weer - daar houdt hij dan toch niet zo veel van verandering. Maar het was wel weer eens een optreden dat je een uppercut gaf, en je half verdwaasd achterliet. De achtergrondzangers bleven letterlijk op de achtergrond, zoals het hoort - en ze hielpen de ESB bij een oud zeer: het geschreeuw van Stevie en Nils is niet bepaald mooi of melodieus. Door die zangpartijen netjes in te laten vullen, kunnen de twee heren zich ook weer meer op hun gitaarspel concentreren. Wat ze dus ook doen.

    De E-Street Band is beter dan ooit. Ik dacht even dat dit mijn laatste Boss-concert ever zou zijn, maar neen hoor: er volgen er waarschijnlijk geen veertig meer, maar tien moeten er toch nog bij kunnen. Hallo, Ryanair?

    Badlands* Out In The Street* She's The One* Outlaw Pete* Radio Nowhere* Working On A Dream*  Seeds* Johnny 99* The Ghost Of Tom Joad* Raise Your Hand*  From Small Things* Trapped* I'm On Fire* Thunder Road* Waiting On A Sunny Day* The Promised Land* Lonesome Day* The Rising* Born To Run*  Tenth Avenue Freeze-Out* Land Of Hope And Dreams* American Land* Glory Days* Dancin' In The Dark

    30-05-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elbow
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Elbow
    Pinkpop, 30 mei 2009
    Verslag: Ja

    Het kan verkeren. Een jaar geleden zag en hoorde ik Elbow voor het eerst, in de Botanique. Ik ging er naartoe met frisse tegenzin: de avond ervoor had Springsteen een vol Sportpaleis ingepakt met een grandioze setlist, en ik had totaal geen goesting in de 'gelaagde', moeilijke muziek van Elbow in een kleine, hete Botanique. Maar het bleek uiteindelijk méér dan mee te vallen: het optreden werd later gecatalogeerd als één van dé concerten van het jaar.
    Nu, een jaar later, staat Elbow op Pinkpop op het tweede podium. Na hen zal op de main stage... Bruce Springsteen optreden. In dat jaar won Elbow zowat iedere prijs die er te winnen valt: Brit, MErcury, noem maar op. Overal kapen ze de hoofdvogel weg met hun vierde plaat, 'The Seldom Seen Kid'. Het zijn dan ook straffe mannen - en op Pinkpop is dat niet anders.

    Elbow is géén muziek voor een festival. Hun muziek verdient het niet door de wind te worden weggeblazen. De mannen zijn te dik, te lelijk en te behaard om op meters hoge schermen te worden geprojecteerd. Het publiek is te zat om te genieten van goeie muziek. Maar zie: Elbow komt op, de wind gaat liggen en het publiek onthaalt de groep uit Manchester als de grootste helden ooit. De muzikanten (de groep, aangevuld met vier verrukkelijke violistes) staan zelf verbaasd van het onthaal.

    Na Starlings en The Bones of You verlaten veel festivalgangers de eerste rijen voor het podium. "Dit is niets voor mij'. Maar hun plaatsen worden vrijwel meteen ingenomen door andere nieuwsgierigen, die wél wat voelen voor die (inderdaad) moeilijke Elbow-klanken. Het is eigenlijk te traag voor een festival, zeker om zeven uur 's avonds. Het is te mooi, te fragiel. Maar Elbow bewijst hier dat ze tot de allergrootsten kunnen horen: ze doen hun ding, ze nemen iedereen op sleeptouw. En ze verdubbelen hun fanbasis in Nederland.

    30-05-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Me First and the Gimme Gimmes
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Me First and the Gimme Gimmes
    Pinkpop, 30 mei 2009

    Nog nooit van gehoord, en de kans dat ik ze ergens op de radio zal horen, is niet echt groot: Me First and the Gimme Gimmes. Op Pinkpop stond de groep op het kleine 3FM-podium, in volle namiddagzon. Chris Cornell was zijn ding nog aan het doen op het hoofdpodium (zijn ding betekent voor Cornell vandaag de dag vooral: afgaan) maar daar stoorden de strak in het (lichtblauwe) pak gestoken heren zich niet aan: 'Wij zijn veeeel beter dan Chris Cornell' riepen ze, waarna ze 'Over the Rainbow' inzetten.

    Over the Rainbow, inderdaad. Maar dan wel in een stomende punkrock-versie. Want dat is dus het recept van de groep. Kies zorgvuldig klassiekers van de Beatles, of uit eender welke musical, en speel die razend snel en loeihard. Een hobby van punkrockers die compleet uit de hand is gelopen - de groep bracht intussen al zeven platen uit, de grap is er dus al lang uit. Maar op het podium werkt het wél nog: ze maken grappen (Wie houdt van de Beach Boys? wordt door het Pinkpoppubliek op gejuicht onthaald, waarna de gitarist roept: 'we hate the f**** Beach Boys'). Als enige durven ze ook te zeggen wat iedere niet-Nederlandse Pinkpopbezoeker denkt: die roze zonnehoedjes zijn compleet belachelijk.

    Ok, het is niet altijd even grappig: je beweert niet zomaar dat je veel beter bent dan Springsteen. Maar ze hadden wél een punt toen ze beweerden méér hits te spelen dan the Boss. Want dat deden ze: snel, hard, de Ramones zouden er fier op kunnen zijn. Een ideale groep om een lekker feestje te bouwen.

    30-05-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    25-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Patrick Watson
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Patrick Watson
    AB, 25 mei 2009
    Patrick Watson: zang, piano
    Simon Angell: gitaren
    Mishka Stein: bas
    Robbie Kuster: percussie
    Verslag: Ja

    De mooiste zomeravond van het jaar totnogtoe, en om half acht - ik had me net op mijn terras neergeplant met het vaste voornemen niet meer te bewegen - belt Herwig Verhovert: "We hebben een interview én een studiosessie met Patrick Watson, maar niemand om straks in de AB naar zijn optreden te gaan. Heb jij zin?"

    Patrick Watson? Nog nooit van gehoord. En het is zo'n lekker weer. De Duvel staat koud. Wil ik wel in een donkere, warme, zwetende zaal tussen stinkende mensen staan voor een optreden van iemand die ik niet ken? Eigenlijk niet - maar wie Herwig kent, weet: je kunt de man niks weigeren. Snel even googlen: Patrick Watson is een 30-jarige Canadees die net zijn derde plaat uit heeft (Wooden Arms) en zijn naam ook aan zijn groep gaf. Gelaagde muziek, filmisch, artistiek. Moeilijk dus.

    En wat blijkt dan? Dat in de AB misschien 800 mensen waren, maar dat over een paar jaar zal blijken dat er achtduizend stonden. Want iedereen zal beweren: 'ik was erbij, die memorabele mei-avond in de AB, toen Patrick Watson dat indrukwekkende optreden gaf". Met andere woorden: ik ben verkocht en verknocht. Hoe laat gaat de Fnac open - ik wil die muziek nog eens horen. En nog eens.

    Watson maakt inderdaad moeilijke muziek. Ik noem het Elbow op speed. Maar je hoort net zo goed Tom Waits (percussie op koeiebellen, op flessen of op houten latjes, en het ritme wordt de melodie), Debussy (klassieke pianostukjes, aangevuld met elektrische gitaar, banjo, mandoline,...). En Jeff Buckley, maar dan met een serieusere hoek af. En Nick Drake. Een engelenstem, maar dan wel een die gromt en vervaarlijk uithaalt. Kippenvel.

    De muziek is, met andere woorden, niet voor één gat te vangen. Je ziet hoe de vier muzikanten zich te pletter amuseren - met het bedenken van nieuwe riedeltjes en klanken, met het spel van de sampler en vervormers en (vooral) met het publiek op het verkeerde been te zetten. Maar in tegenstelling tot veel andere muzikanten (zie onder andere Liam Finn), staan alle trucjes hier in het teken van de song. Ijzersterke songs zijn het, die overeind blijven in dat muzikale geweld. Bejing, vroeg in de set, was een magisch samenspel tussen percussie en piano. Een meeslepende wals, Wooden Arms die je ver van hier meeneemt, dansend. Of Big Bird in a Small Cage, dat door Watson wordt ingeleid als 'een song die ik schreef voor Dolly Parton. Maar ze heeft nooit een van mijn liefdesbrieven beantwoord". Het zijn stuk voor stuk ijzersterke liedjes, die eindigen in een geweldige finale. Zo opzwepend dat je niet onverschillig kunt blijven staan. Je moet mee, mee in de bizarre whiskey-wereld van Watson.

    Op het einde van de set, kreeg de man een heel vreemde contraptie op de rug gegespt. Een soort vijfarmige luster, met aan het uiteinde van elke buis een megafoon. Daar werden een micro, een sampler en de gitaar op aangesloten, waarna Watson van het podium sprong, gevolgd door de drie muzikanten. En ze midden in de zaal twee nummertjes brachten - de drummer voor de gelegenheid op zingende zaag, en dan stamvoetend en handenklappend de zaal opzwepen. Mooi, mooi.

    Vorig jaar, in de Botanique, werd iedereen gewillig van de sokken geblazen door Elbow. Ik vond het toen ook een adembenemend concert, maar wel eentje met een paar zwakke, langdradige en al te trage nummers. Deze Patrick Watson kon me geen seconde vervelen. Indrukwekkend, van begin tot eind. Onthou die naam, koop die plaat - en geniet. En als je me niet gelooft: zoek 'm eens op Youtube. Mooi, mooi, mooi.

    25-05-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    22-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zappa Plays Zappa
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Zappa Plays Zappa
    Handelsbeurs, Gent, 22 mei 2009
    Verslag: neen


    Dweezil Zappa heeft het stemtimbre van zijn papa, speelt fantastisch gitaar, en bracht ooit zelf platen uit. Maar toen bedacht hij een eenvoudige manier om papa's nalatenschap optimaal te laten renderen: je stelt een groepje samen, repeteert die moeilijke nummers, en je trekt de wereld rond. In het begin een originele benadering van het fenomeen 'tribute', zeker toen hij met de halve Mothers of Invention Vorst aandeed. Maar nu, bij zijn derde passage in België, valt het woord lijkenpikkerij al eens.

    Ik zal dat woord niet gebruiken. De Handelsbeurs stond vol, vrijdagavond - niet evident, want de kaartjes waren duur (52 euro) en Zappa schreef nooit echt eenvoudige muziek. Je moet je inspannen om de klanken, ritmes en melodieën te beluisteren, je gaat niet zomaar eventjes voor de fun een Zappa opzetten. Meer nog: zelfs de geniale Frank kreeg al eens het verwijt dat zijn optredens wat bloedloos waren - muzikanten die muziek aflezen van een blad, en die uiterst precies naspelen, het is wel mooi, maar ook weinig rock 'n' roll.

    Het was niet anders, vrijdagavond. Op het podium zeven fantastische muzikanten, een zanger die qua stem wel, maar qua uitstraling totaal niet bij Zappa paste (eerder bij een boysband), muzikanten die virtuoos deden wat Dweezil hen tijdens de repetities had opgelegd. Het blijft onwaarschijnlijk mooi, hoe percussie en gitaar elkaar aanvullen en simultaan dezelfde melodielijnen volgen. Het is een kunst, om die lange nummers (waar Dweezil dan ook nog eens stukken van andere Zappa-songs in verbergt) foutloos te spelen. Maar: het beperkte zich allemaal wat te veel tot (na)spelen. Er gebeurde niet echt iets op het podium. Er was geen chemie, te weinig beleving. Dweezil staat te soleren zoals alleen de allergrootsten dat kunnen, maar: het gaat hem allemaal o zo gemakkelijk af. Te gemakkelijk, haast - je zou willen dat hij minstens doet alsof het moeilijk is, dat hij toont dat hij zijn best doet.

    Nogmaals: knap concert. Mooi gespeeld. Maar vooral: juist gespeeld. Naar het einde toe, kregen de muzikanten om beurt de kans om te 'improviseren' - lees: soleren. Een overbodige extra, want eigenlijk deden ze dat het hele optreden door. Maar toen paste het nog in een song, in een kunstig opgebouwde compositie. Tijdens de solo's/improvisaties stond ik me ronduit te vervelen. Jammer.

    In de bissen ontspoorde het allemaal nog bijna; Eerst omdat Dweezil het nodig vond iemand die een verzoekje riep uit te lachen ('we speelden een deel van de solo in een andere song, maar dat heb je blijkbaar niet eens gemerkt'), daarna omdat de gitarist het niet pikte dat de zanger zijn handdoek naar hem gooide. En boos van het podium wegbeende.

    Om met goed nieuws af te sluiten: het was ook Dweezil opgevallen dat er veel jonge mensen in de zaal stonden. En dat is toch hoopvol: niet alle tieners en twintigers vallen blijkbaar voor Britney-pop. Er is nog ruimte voor moeilijke, virtuoze en geniale muziek. En als, bij gebrek aan Frank, zijn muziek dan toch nog moet live gespeeld worden: dan liever door Dweezil en een groepje dan door gewoon een groepje.

    22-05-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    08-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lily Allen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Lily Allen
    AB, 8 mei 2009
    Verslag: ja

    Lily Allen is een vuilbekkende, jonge, kettingrokende, vrijwel constant zatte zangeres. Een omschrijving die op wel méér Britse dames slaat. Er is dan ook niet echt  veel speciaal aan Allen, zoals ze in een uitverkochte AB bewees. Haar twee platen bevatten een aantal leuke radiosongs, blijkbaar voldoende om haar op Glastonburry en op Werchter op een podium te krijgen. En genoeg om in het najaar het Sportpaleis te laten vollopen.

    In dat Sportpaleis zal ze uit een ander vaatje moeten tappen dan ze in de AB deed. Haar optreden was namelijk bijzonder routineus. Nauwelijks iets meer dan een uur lang paradeerde ze voor haar groepje ingehuurde muzikanten - jongens die de liedjes zeer juist, maar verder ook wat bloedloos, naspeelden. Of liever: meespeelden met de geluidsband die liep. Want veel werd uit de computer/synthesiser getoverd. Op zich is dat niet eens een probleem - alleen beperkt het natuurlijk de spontaniteit in zo'n optreden. Er is geen ruimte voor zijsprongetjes, nummertjes moeten heel strak meegespeeld en -gezongen worden.

    Het goede nieuws dan: juffrouw Allen kan echt wel zingen. Haar stem verraste, en bleef dat het volle uur doen. Maar ze greep je niet bij de keel - daarvoor bleef het allemaal veel en veel te braaf. Allen maakte het zichzelf ook niet gemakkelijk: de paar hitjes die ze in het eerste deel van het optreden stak, brak ze halfweg al af.

    Niet dat het het publiek, waarin vooral de grote delegatie 12-jarige meisjes opviel, dat erg vond. Dat publiek ging niet helemaal uit het dak, maar bleef wel enthousiast alles toejuichen. Niet dat er een show à la Beyoncé of Alicia Keys toe te juichen viel: Allen raakte niet verder dan een paar danspasjes. Maar ze oogstte er dus wel applaus mee.

    De finale mocht er wél zijn: It's not fair werd op een heel lang applaus onthaald, en 'Fuck you' was gewoon bijzonder grappig. Nooit meegemaakt dat een artiest vanop het podium zijn of haar publiek herhaaldelijk 'fuck you' toeroept, opgestoken middenvinger incluis. En dat dat publiek dat telkens weer beantwoordt met even opgestoken vingers en een gemeend 'fuck you very very much'. Ja, ook die meisjes van twaalf. Je zag hun vaders schaapachtig gluimlachen naar andere papa's: 'ach, kinderen...' Smile volgde nog, Fear (ook al zo luid meegezongen, maar ook al ultra kort gehouden) en de Spears-cover Womanizer.

    Zoals iemand na het optreden opmerkte: morgen ben ik dit concert alweer vergeten. Welk concert?

    08-05-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    05-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liam Finn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Liam Finn
    AB Club, 4 mei 2009
    Verslag: Ja

    Het moet wat zijn, een familiefeestje bij de Finns. Papa Neil en zijn broer Tim (ooit samen in Split Enz, even bijeen in Crowded House, daarna als de Finns door het leven) nemen een gitaar vast, spelen een deuntje. Zoon Liam vindt dat wel ok, en besluit mee te spelen... Je zult maar een Finn zijn en uitsluitend interesse hebben voor auto's: verschrikkelijke feestjes zijn het dan. De rest van de wereldbevolking kan alleen dromen van zo'n get-together.

    Al is een deel van die wereldbevolking er af en toe bij, wanneer papa Neil voor zijn Seven Worlds Collide-project familie en vrienden twee dagen lang bijeen roept. Eerder dit jaar stond Johnny Marr mee op dat podium, net als Liam. Liam onderbrak er zijn twee jaar durende wereldtournee voor, maakte van de gelegenheid gebruik om in Nieuw-Zeeland wat nieuwe nummers te schrijven die ooit de opvolger van I'll be Lighting moeten vormen - en vertrok dan weer, de wijde wereld in.

    Om zo in Brussel terecht te komen, in de AB. Niet in de grote zaal, waar ik hem een paar jaar geleden als sobere gitarist zag in het groepje van papa. Wel in de kleine Club, waar zestig meerwaardezoekers hem warm begroetten. Het eerste deel van de avond, de Amerikaanse singer-songwriter Eleni Mandell, vergeten we gemakkelijkheidshalve, wegens te veel hetzelfde liedje. Liam maakte meteen duidelijk dat hij uit ander (Finn-)hout is gesneden.

    Op het podiummetje: Liam en een verrukkelijke zangeres/percussioniste, Elisa Jane (EJ voor de vrienden). Een gitaar, een drumstel - en voor hem, op de grond, tientallen knopjes, pedalen en andere elektronische toestanden. Toestanden, die het optreden te veel zouden domineren, jammer genoeg. Want Liam Finn heeft iets met samplers. Hij speelt een stukje gitaar, stuurt die sample door de zaal, speelt daar nog een stukje bovenop, doet dan hetzelfde - en blijft dat herhalen. Dan gaat hij achter de drums zitten, en begint ook dat te samplen. Mooi hoor, en het zorgt voor een vol geluid alsof er een echte groep op het podium staat. Maar na een tijdje is dat spannende er wat af, en denk je: "stop nu met die onzin, en speel gewoon je liedjes, man'.

    Want hij heeft fantastische nummers. Zijn plaat doet me op sommige momenten denken aan wat de Beatles vandaag zouden willen doen, mochten ze nog leven en samen spelen. Het experimentele loert constant om de hoek, en ook dat is verfrissend. Wie ooit de platen van Split Enz beluisterde, weet dat papa en nonkel vroeger ook niet vies waren van experimenten - met synthesisers, klanken en ritmes probeerden ze ook al nieuwe dingen te ontdekken. Tot ze er achter kwamen dat ze gewoon fantastische nummers konden schrijven, en dat alleen die nummers overeind bleven. Luister naar Message to my Girl, en ik zeg niks meer.

    Liam moet waarschijnlijk hetzelfde proces door. Zijn trip op een vreemdsoortige gitaar-drum, waar hij en EJ tien minuten lang probeerden klanken uit te krijgen, was een pijnlijke misser - maar de echte nummers waren wél goed. Zelfs met het gesample. Laat Liam dus terugkeren naar Nieuw-Zeeland om er nieuw materiaal te schrijven, laat hem een paar fijne muzikanten zoeken en met een echt groepje rondtrekken. EJ mag hij gerust hier laten, voor een tijdje. We zullen hem later dan verwelkomen, in een volle AB, om naar die wondermooie nummers te luisteren. Misschien krijgt hij dan EJ wel terug.

    05-05-2009 om 08:24 geschreven door Peter VDB  


    25-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jackson Browne
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Jackson Browne
    Koningin Elisabethzaal, Antwerpen, 25 april 2009
    Jackson Browne: zang, gitaar, keyboards
    Mark Goldenberg: Guitar
    Kevin McCormick: Bass
    Mauricio Lewah: Drums
    Jeff Young: Keyboards and vocals
    Chavonne Morris: backing vocals
    Alethea Mills: backing vocals
    Verslag: Ja (in Moshi, zondagochtend)

    Jackson Browne, dik twintig jaar geleden. In Vorst kwam hij zijn plaat 'Lives in the Balance' voorstellen, voor drieduizend man. Een memorabel optreden: de man maakte zich boos omdat mensen op het foute moment applaudiseerden, ergerde zich duidelijk aan de mijlen afstand tussen hem en publiek (akelig hoor, zo'n leeg middenplein in Vorst) en maakte er dan maar een nijdig en snedig concert van. Lawyers in Love rockte als nooit voorheen.

    Sindsdien haalde Browne vaker het nieuws met zijn liefdesleven en zijn politieke strijd, dan met zijn muziek. Vorig jaar nog sleepte hij presidentskandidaat John McCain voor de rechtbank omdat die ongevraagd 'Running on Empty' gebruikte in zijn campagne. Eind vorig jaar kwam dan "Time the Conqueror", zijn dertiende studioplaat. Het is een plaat van 'more of the same': een romantisch mijmerend liedje, een politieke of ecologische aanklacht, gewoon: een plaatje vol. In het geval van Browne betekent 'more of the same' goed nieuws. De man staat garant voor fijne composities, voor heldere klanken en een mooie stem.

    Op zijn zestigste geldt dat ook nog steeds voor zijn optreden. Het is wat vreemd, dit soort muziek in de vergane glorie van de Elisabethzaal. Vier over acht stapt Browne het podium op, zijn groep in zijn kielzog. En bij de eerste noot wordt het duidelijk: dit zit goed. Boulevard heet het nummer, en het klinkt fantastisch. Browne ziet er krek hetzelfde uit als twintig jaar geleden, en klinkt ook nog steeds zo. Na het gezapige Everywhere I Go wisselt hij van gitaar, valt er een pauze, en in die stilte roept iemand uit het publiek 'Take it Easy'. Het nummer dat hij, Jackson Browne, ooit voor the Eagles zong. Hij aarzelde even, overlegde met zijn groep, en hup: we kregen een vrolijke versie van Take it Easy. Eentje waar hij duidelijk zelf plezier aan beleefde. Het zette de toon voor de rest van het optreden: "soms is het goed om alles eens om te gooien", zei hij zelf.

    Het roepen van verzoeknummers werkte af en toe ook storend - tot iemand heel luid op zo'n verzoekje reageerde met 'Shut up', en daar luid applaus voor kreeg. Maar toen hadden we al een beklijvende versie van 'Rosie' gekregen, en vooral een (waar zit die doos superlatieven?) indrukwekkend 'Carmelita', van Warren Zevon.

    In het eerste deel al, tijdens 'Giving that Heaven away', leek zijn stem het te gaan begeven. Wat kraakjes, barstjes - moeite om de hoge tonen te halen. Rosie lukte nog, maar tijdens het stomende slot van deel 1 - Doctor My Eyes en About my Imagination, moest Browne steeds meer zangpartijen overlaten aan zijn twee achtergrondzangeressen. Die dat met verve deden. Wat ze in deel 2 met 'Lives in the Balance' deden, bezorgde iedereen kippenvel.

    Het werd dus een memorabele avond. Alweer eentje met Browne. De verleiding om te vergelijken met Bob Dylan, eerder in de week, is te groot om de vergelijking niet te maken... Het verschil zit 'm natuurlijk in de stem (Dylans stem is echt wel helemaal om zeep), maar ook in de houding. Dylan monkelt, lacht en iedereen is gelukkig. We pikken het dat de oude man zijn publiek negeert, nooit aanspreekt en gewoon zijn eigen zin doet moet zijn liedjes. Jackson Browne is de tegenpool. De man die audibles speelt om ons te plezieren. DIe zijn uiterste best doet om die nummers zo goed mogelijk te brengen, zoals we ze ons ook herinneren. De man die ik graag zie terugkomen.

    25-04-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    22-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bob Dylan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Bob Dylan
    Vorst Nationaal, 22 april 2009
    Tony Garnier: Bass
    George Recile: Drums
    Stu Kimball: ritmegitaar
    Denny Freeman: gitaar
    Donnie Herron: viool, banjo,...
    Verslag: Ja (Sporza)

    Op je 68ste is je wereldtournee een 'Never Ending Tour' noemen, behoorlijk riskant. Want de kans dat je tour alsnog tot een einde komt door plots overleven, wordt toch wel redelijk groot. NIet dat ik het Bob Dylan toewens - integendeel.

    Het is ooit wel eens anders geweest. Wat heb ik een rothekel gehad aan Dylan en zijn gezeur. In godsdienstlessen klonk 'Blowin' in the Wind', in de lessen Engels moesten we The Hurricane ontleden, eindeloos. Dylan deed zijn best om mijn humanioratijd nog meer te verpesten. Als kers op de taart, kwam hij ooit België vereren met een schabouwelijk optreden. Ik herkende niet één nummer, Dylan stond de hele tijd met zijn rug naar het publiek, en zingen deed hij ook al niet. Foei.

    In Vorst stond ik tussen de duizenden die bang afwachtten wat het zou worden. Een grandioos optreden, of een complete sof? Wel - het was geweldig. Dylan heeft geen stem meer - schuurpapier in de woestijn, zo droog en schor en raspend. Maar hij heeft een verdomd geweldige groep, die zowel snaarhard kon uithalen (die gitaar!), zwoel kon swingen (de bas!), ruimte kon scheppen (die drum!) voor Dylans orgeltje, als mee kon rocken (die slide!). Ja, Dylans orgeltje: de man heeft artritis in de vingers, en kan dus nauwelijks nog een gitaar vasthouden. Hij staat dus achter een orgeltje, en debiteert van daaruit zijn teksten.

    Neen, ik ben geen Bobber geworden. Er zijn daarvoor nog te veel zaken die ik aan de man niet begrijp. Zo ontgaat het me bijvoorbeeld hoe je een Pullitzer krijgt voor je teksten, en je die teksten dan onherkenbaar brengt in een optreden. Veel van zijn teksten zijn natuurlijk wonderbaarlijk mooie poëzie, maar spreek ze dan uit op een manier dat mensen ze begrijpen!

    Ik las deze week een interessante quote van Dylan zelf, over zijn muziek. Het komt er een beetje op neer dat hij vindt dat hij nooit een goede plaat heeft gemaakt. Andere groepen deden dat wel - die leverden ooit, ergens onderweg, de perfecte plaat af. Sindsdien moeten die groepen of artiesten alles in het werk stellen om die ene plaat zo perfect mogelijk live na te spelen. Want dat is wat het publiek verwacht. Dylan redeneert verder: aangezien hij nooit zo'n perfecte plaat kon maken, speelt het ook geen rol hoe hij live speelt. Dus doet hij het de ene keer zus, de andere keer zo. Hij verandert arrangementen, hij speelt mij zijn stem, hij goochelt met ritmes.

    Dat verklaart de wisselvalligheid van zijn optredens. En de opstelling: hij staat rechts op het podium, de drie gitaristen links - en ze kijken hem aan. De drummer zit ook naar de Meester gekeerd, de violist staat vlak naast hem. En allemaal wachten ze op zijn aanwijzingen, zijn tekens, zijn aanpassingen. Dat maakt zo'n Dylan-concert zo breekbaar - het is dansen op een slappe koord.

    Dit gezegd zijnde: Dylan heeft Vorst twee uur lang laten genieten, swingen en rocken. In het begin liet zijn stem het compleet afweten, It's all over now Baby Blue viel nog mee, maar Man in the Long Black Coat was een beetje een bummer. Een zalig nummer, en die geweldige groep viel meteen al op - maar de stem... Manman. Gaandeweg verbeterde de stem, werden songs meer aan de lage Nonkel Van Grauwel-grom aangepast en viel vooral op hoe variërend het allemaal was. Blind Willie McTell was enig mooie blues, Highway 61 Revisited rockte stevig. Desolation Row klonk machtig en werd gewoonweg fantastisch gespeeld. Ain't Talking, op het einde, was betoverend. En bij Like a Rolling Stone ontplofte Vorst nog maar eens; Dansende, lachende mensen... Wie naar Vorst was gekomen om een folk-legende een laatste keer de troubadour te horen spelen, is bedrogen uitgekomen. We kregen wel twee uur topentertainment voorgeschoteld. Door een lachende (ja, echt waar: lachende en grapjes makende) Dylan. Waarvoor dank.

    The Wicked Messenger *** It's All Over Now, Baby Blue *** Man In The Long Black Coat *** Stuck Inside Of Mobile With The Memphis Blues Again *** Blind Willie Mc Tell *** Desolation Row *** Honest With Me *** Sugar Baby *** Highway 61 Revisited *** Ballad Of A Thin Man *** I Don't Believe You *** Ain't Talking *** Thunder On The Mountain *** Like A Rolling Stone *** All Along The Watchtower *** Spirit On The Water *** Blowin' In The Wind

    22-04-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    19-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lenny Kravitz
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Lenny Kravitz
    Sportpaleis Antwerpen, 19 april 2009
    Verslag: Ja

    Lenny Kravitz is veel. Hij is een seksgod. Een uitzonderlijk begenadigd muzikant - hij speelt de meeste instrumenten op zijn platen zelf. Een puik zanger ook. En een vreemdsoortig stijlicoon: met zijn mix van sixties-psychedelia, seventies-hardrock en eighties-funk maakt hij al twintig jaar lang dezelfde soort platen. De hits uit die platen lijken onderling perfect inwisselbaar: een ballad, een rocker, een meezinger... Het is nauwelijks te zeggen uit welke plaat welke hit nu weer kwam. Het verklaart ook waarom zijn Greatest Hits-verzaleming zijn best verkochte album (met elf miljoen exemplaren, asjeblieft) is. En waarom zijn laatste cd, It's time for a Love Revolution, wel met veel poeha is aangekondigd, maar verder behoorlijk kalmpjes en gezapig verkoopt. Want het is dan wel een ruige plaat, toch blijft het iets te veel more of the same.

    Het Sportpaleis was zondagavond vooraf al verkocht. Niet alleen uitverkocht, maar dus ook: verkocht. Opvallend veel dames die hun mooiste designer-kleren uit de kast haalden, en soms zelfs op hoge schoenen stonden te smelten bij het idee dat Lenny hen misschien wel zou kunnen opmerken. Het concert startte met een tikkende klok (Time for a love revolution, juist), en die werd op gejuich, gejoel en gefluit onthaald. Liefst vijf minuten lang. Bij zijn eerste stap op het podium wist je het helemaal zeker: de zaal ontplofte, en wat Lenny vanavond ook zou doen, de 15.000 in de zaal zouden het een onvergetelijk concert vinden.

    Maar dat wil niet zeggen dat het ook goed was. Het startte allemaal veelbelovend: een half uur werd er strak gespeeld en zeer stevig gerockt. De gitaar voerde de riffs aan, en Lenny... Lenny deed zijn ding. Zonnebril af. Zonnebril op. Lachen. Zwaaien. Na vier minuten al kwam het eerste 'clap your hands', en er zouden er nog minstens tien volgen. Freedom Train was aardig, Bring it On rockte. It ain't over 'till it's over bracht voor het eerst de samenzang: 'let me hear you sing', maar werd gevolgd door snelle numers, die vooral stevig klonken.

    Na dat half uur ging het voor mij fout. Kravitz koos voor de ballads, en het werd me allemaal te stroperig, melig, te veel Phil Collins-does-Disney. Veel echo op zijn stem, en de meligheid hield niet op. De vleugelpiano was met witte lampjes als een kerstboom versierd, hij veegde zijn zweet af met een witte handdoek en zwierde die dan met veel show het publiek in... Jammer.

    Want Lenny Krevitz heeft dat soort goedkope trucjes niet nodig. Hij schreef fantastische songs, hij had hier een geweldige band bij zich (vier blazers, zware keyboards, gitaar, bas en drums) en hij had er duidelijk ook zin in. Maar het publiek was gekomen voor Lenny, niet voor de muziek. Dus gaf hij vooral Lenny: zwoele pasjes, nog eens zwaaien naar het publiek, knipogen, een halve strip-act,...

    De hoogtepunten werden dan ook, vreemd genoeg, dieptepunten. Het weinig bekende nummer Fear (uit zijn debuutplaat) was geweldig, en kreeg een extra dimensie toen hij onverwacht een saxofonist mee het podium op riep. We kregen later een jam-sessie van meer dan vijf minuten: stomende funk, bloedhete muziek, met glansrollen voor de sax en de basspeler. Maar het publiek had oor noch oog voor die mensen. De basspeler stond zijn ding te doen, en intussen ging het publiek aan het gillen omdat Lenny de eerste rijen ging groeten. Dat heb je dus met hoge hakken.

    Natuurlijk zijn de vijftienduizend heel tevreden naar huis getrokken. Natuurlijk vonden ze dit hét optreden van het jaar. Maar dat was het dus niet. Lenny speelde te veel de Las Vegas-ster, en te weinig de muzikant die hij echt is. Jammer maar helaas. Kunnen 15.000 mensen het bij het foute eind hebben? Neen: zij hebben altijd gelijk. Net zoals de 100.000 die jaarlijks Clouseau in het Sportpaleis komen bekijken, gelijk hebben. Maar daarmee hebben ze nog geen gelijk.

    19-04-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Lenny Kravitz concert review Antwerp Sportpaleis
    16-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Razorlight
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Razorlight
    AB, 16 april 2009
    Verslag: ja

    Razorlight is één van de talloze Britse groepjes die sinds de eeuwwisseling de kop opstaken. Voor veel van die groepjes is het leven ultra-zwaar. Vergelijk het met de Belgische wielrenner die tot de nieuwe Merckx wordt gedoopt: het zijn zware schouders die zo'n last kunnen dragen - en iederéén weet dat er nooit nog een nieuwe Merckx komt. Britse groepjes worden na hun eerste cd ook niet zelden tot de nieuwe Who of Beatles uitgeroepen, en blijken die hooggespannen verwachtingen zelden waar te kunnen maken. Nogal wiedes: the Beatles zijn niet te  evenaren. Ook niet door Franz Ferdinand of Razorlight.

    Het is quasi onmogelijk om de twee (Razorlight en Franz Ferdinand) niet te vergelijken. Allebei hebben ze net hun cruciale derde plaat uit (waarbij die van Razorlight minder slecht is dan die van Franz Ferdinand), allebeid stonden ze dit voorjaar in een uitverkochte AB. Waar Franz Ferdinand de AB direct inpakte en het publiek deed razen en kolken en de zaal in een voetbalstadion deed veranderen, pakte Razorlight het subtieler aan. Franz Ferdinand verveelde me: het is een one trick pony, een groepje dat leuke liedjes maakt. Maar méér niet.

    Razorlight verraste me zéér aangenaam. Hun derde cd,  Slipway Fires, vind ik nogal vlak, op het drammerige af. Maar live voegde de groep daar een extra dimensie aan toe. Zanger Johnny Borrell gaat als een wildeman tekeer: hij zweept op, haalt uit met zijn geweldige stem, zalft en slaat weer - niet te geloven hoe zo'n tenger lijf zoveel energie kan uitstralen. Zijn voorkomen doet me denken aan Julian Cope, minus de zelfverminking. Maar wel een enorme presence, en tonnen charisma.

    Achter Borrell stond de rest van de groep. Bassist Carl Dalemo en gitarist Björn Agren zijn er al sinds het begin in 2002 bij, maar drummer Andy Burrows stapte het een paar weken geleden af. Net voor een sessie bij Studio Brussel, waar de groep naar verluidt mak, ongeïnteresseerd en lam stond te spelen. Vanavond niets van dat alles. Integendeel. De nieuwe drummer speelde een centrale rol, de extra toetsenist/zanger zorgde voor extra power en bassist en gitarist bleven de drummer bijsturen, helpen en toelachen.

    Vroeg in de set, als derde nummer al, kregen we In the Morning, één van de radiohits van Razorlight. Knap, maar bijlange niet zo mooi als North London Trash.Een voorbeeld van een modaal nummer op cd, maar een klap in je gezicht in de live-uitvoering. Borrell ontbond al zijn duivels, en kreeg met Before I fall to pieces voor het eerst de hele zaal echt mee. In the City werd met Doors-loops doorspekt, en Borrell ontpopte zich als de messias, die bezwerend, roepend, uithalend de goden aanroept. Indrukwekkend. Wire to Wire was beklijvend, America (hun grootste hit) kort en krachtig. En na 49 minuten zat het optreden er al op. De bissen werden ingezet met een Luka Bloom-moment, met Borrell alleen op akoestische gitaar. Hostage of Love was geweldig mooi opgebouwd, Burberry Blue Eyes een fantastisch orgelpunt.

    Ja, Razorlight kon me bekoren. Het was een kort optreden - iets meer dan een uur, maar wel met 17 liedjes erin gebald. Het publiek had het niet onder de markt met de verschillende richtingen die de songs soms uitvlogen. En de groep heeft duidelijk ook wel problemen: muzikanten verdwenen om de haverklap van het podium, voor de bisronde kwamen de roadies de gitaren nog eens stemmen. Maar de set zat goed en strak ineen, en het hele optreden zat vol afwisseling en muzikale verrassingen. Zo hebben we ze graag.

    16-04-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Razorlight concert review AB
    08-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Johann Johannsson
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Johann Johannsson
    AB, 8/4/2009
    Verslag: Ja

    Het Domino-festival in de AB duurt een week, introduceert allerlei nieuwsoortige muziek en werd afgetrapt met laptopartiesten. Jon Hopkins kreeg de eer het 13de Domino-festival te openen, en deed dat dus met twee Apple notebooks en cartoons die werden geprojecteerd. Na hem kwam de Oostenrijker Fennesz hetzelfde doen: aan knopjes draaien, op toetsen duwen - en verder niks. De geluiden die zo worden geproduceerd klinken luid, hard en vreemd. Als je pc op het werk zo'n lawaai maakt, bel je best meteen de helpdesk. Je krijgt gegarandeerd een nieuwe. En het is overvloedig bewezen, vanavond: IT-ers en muziek, het gaat niet samen.

    De New Age-toestanden van de laptopmensen (lapdance-artiesten, daar kan ik me nog enige opwinding bij voorstellen) is to-taal niet aan me besteed. Niet in het minst omdat de mensen blijkbaar een detail zijn vergeten: liedjes. Muziek draait rond liedjes. In welk genre ook: je bent maar zo goed als je slechtste nummer. Liedjes, met of zonder structuur, repetitief of niet, maar wél: met een melodie, met een opbouw.

    Kortom: liedjes zoals hoofdact Johann Johannsson ze bij de vleet schrijft. De Ijslander zorgde voor een bijzonder rustige, maar ook wel mooie woensdagavond. Een cello, een altviool en twee violen aan de ene kant van het podium. Hijzelf aan de andere kant, omringd door piano, synthesiser en eh... laptop. En centraal de sampler-tovenaar van dienst.

    We kregen de laatste cd van Johannsson, Fordlandia, van voor naar achter te horen. Achter de groep werden zwart-wit arty-farty beelden geprojecteerd. En het huwelijk tussen klassiek en elektronica was nog nooit zo mooi. Dat was meteen het opvallendste: de combinatie tussen de twee wérkt gewoon, op geen enkel moment vond je de balans te veel overhellen in de een of de andere richting. Geweldig.

    Opwindend was het allemaal niet. Johansson wisselde geen woord met zijn publiek - twee keer een knikje, op het einde een buiging, en een aanzet tot glimlach. Deze meneer neemt zichzelf en zijn kunst duidelijk serieus. De muziek zette ook niet aan tot gedans en gejuich - het is nu éénmaal klassieke muziek. Vreemd hoor, om het zo in de AB te staan bekijken. Noem het Sigur Ros op valium. ZO traag, ja. Meer nog dan aan Sigur Ros, deed Johansson me denken aan Filip Glass, de man die ons in de jaren tachtig al met filmische, epische muziek kon verblijden.

    De vraag van één miljoen: is de AB de juiste omgeving om dit soort muziek te beluisteren? Eerlijk? Neen. Geef me maar een goeie cinemazaal met comfortabele stoelen, een goede dolby-surround en de Fordlandia-cd. Klinkt zuiver, en je kunt er perfect bij wegdromen.

    08-04-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    23-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antony and the Johnsons
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Antony and the Johnsons
    Elisabethzaal Antwerpen, 23 maart 2009
    Antony Hegarty: piano, zang
    Rob Moose: viool, gitaar
    Maxim Mostin: viool
    Julia Kent: cello
    Jeffrey Langston: bass
    Doug Wieselman: elektrische gitaar, sax
    Parker Kindred: drums
    Verslag: ja

    In 2005, na jaren aanmodderen in de schaduw, werden Antony en zijn Johnsons plots een geweldige hype. Zijn androgyne persoontje had daar veel mee te maken (is het een vliegtuig, is het een vogel, is het een man, is het een vrouw? neen dat is het niet!), maar de muziek die hij met 'I am a Bird Now' bracht evenzeer: mooi gezongen, verzorgd gespeelde en behoorlijk geniaal geschreven liedjes over man/vrouw zijn, over verloren liefdes en verkeken kansen. Na lang (her)opnemen, mixen en foefelen, kwam begin dit jaar eindelijk de opvolger uit: 'The Crying Light'. Alweer een plaat vol stemmige muziek, net als de vorige eigenlijk. Het optreden van Antony & Co in Brussel was in een mum van tijd uitverkocht, en onverwacht kwam er een extra concertdatum bij, in de Antwerpse Elisabethzaal. Een volle zaal, dan nog.

    Nieuwe fans zal de groep met die optredens niet winnen. Je moet de muziek vooraf al kennen (en appreciëren) om van het concert te kunnen genieten. De intimistische, breekbare liedjes zijn moeilijk - soms doet het me wat denken aan Lambchop: je moet moeite doen, maar je krijgt veel schoonheid terug. Gelukkig doet Antony me meestal ni!et aan Lambchop denken.

    Laat me maar met de deur in huis vallen: de Elisabethzaal reageerde enthousiast op een matig concert. Het optreden had mooie hoogtepunten, maar evenveel zeer diepe dieptepunten. De groep was mak, en de combinatie violen (een kamerconcertje) enerzijds en drums met elektrische gitaar anderzijds, wérkte gewoon niet. Antony's stem is uitzonderlijk, maar kreeg net te weinig steun van de Johnsons.

    Het begon allemaal behoorlijk ellendig: een soort danseresje kwam het podium op, en deed dingen die voor moderne, kunstzinnige dans moesten doorgaan, op soundscapes en op stukjes Peter en de Wolf. Nauwelijks reactie uit de zaal, helemaal op het einde een flauw applausje: iedereen worstelde duidelijk met het arty farty gedoe dat ons werd voorgeschoteld.

    Vijf minuten later kwamen Antony en zijn bende dan het podium op. In het donker - de groep zou een optreden lang in het halfduister blijven zitten, Antony zelf verdroeg pas vanaf de helft enig licht. Muzikanten die trouwens allemaal bleven zitten, op de bassist na. Het was meteen duidelijk: op het voorprogramma na, zou er vanavond niet meer gedanst worden.

    De avond had een hoog Klara-gehalte: Where is my Power werd gevolgd door drie nieuwe nummers (Her eyes are Underneath the Ground, Epilepsy is dancing en One Dove). Pas bij dat laatste nummer reageerde de zaal spontaan en enthousiast. Bij 'For I am a Boy' was er een eerste herkenningsapplaus en ontdooide iedereen, Antony incluis.

    We zullen het geweten hebben, want daarna begon het fout te lopen. De bindteksten van Antony bleven eerst gewoon bizar (ik draag een ring die ik in grootmoeders naaikoffertje vond - het is een gordijnring. wtf?), maar het zou ontsporen. Halfweg een cover van een Beyoncé-nummer, Crazy in Love, stopte Antony. 'Dit liedje doet het niet meer voor me. Neen, geen applaus - je hoeft niet te applaudiseren voor een slechte performance). Hij bezwoer het nummer nooit meer te spelen. Om het goed te maken kregen we een lange uitleg over moeders, en een strofe uit een nieuw nummer, My father is my Baby. Met meteen daarna een Bob Dylan-cover, I was young when I left home. Het hoogtepunt van de avond, meteen: wonderbaarlijk mooi gitaarspel, met daar bovenop die magische stem. Mooi.

    Want het potentieel betoverende aan de muziek - de combinatie van de dreigende of vrolijk dansende violen met de drums en elektrische gitaar - werkte gewoon niet. Fistful of Love was pompend en bezwerend, maar het is totaal onduidelijk wat de gitarist uit zijn mouw probeerde te schudden. Shake that devil, een soort rap, ging compleet de mist in - een echte train wreck.

    We zouden nog mooie nummers krijgen: You are my Sister, Aeon en Hope there's Someone in de bissen. Maar Antony vond het nodig de zaallichten te laten aansteken, en een praatje te maken met het publiek. Waar Lyle Lovett zondagavond bewees hoe zo'n losse praatjes fantatisch entertainend kunnen zijn, grappig en gevat, en het concert naar een hoger niveau kunnen tillen, toonde Antony Hegarty hoe je een optreden kunt doodmeppen met nietszeggend geleuter. Liefst vijftien minuten lang ratelde hij over de 'feminine side' die iedereen moet zoeken, over hoe zwaar het als vrouw is om te bevallen, over wat een toffe vent Margaret Tatcher was, over vrouwen in de politiek,... Zagen, zagen, zagen. Juist: wie nog twijfelde, Antony is een vrouw.

    Zonde van het geleuter en gemeier. Zonde van de onevenwichtige klank van de groep. Maar: geef Antony nog een jaar of tien, met daarin een plaat of drie, en het worden legendarische concerten. Want als hij/zij goed is, is hij/zij fantastisch goed. Alleen kwam het er net niet genoeg uit. Ik kan de familie D. uit West-Vlaanderen onmogelijk bijtreden in hun stelling van 20 jaar geleden: "Antonieke, gij zijt een toffe jongen". Ik luister gewoon af en toe nog naar de plaat, en probeer verder uit Antoniekes buurt te blijven.

    where is my power *** her eyes are underneath the ground *** epilepsy is dancing *** one dove *** for today I am a boy *** kiss my name *** everglade *** another world *** shake that devil ***the crying light ***crazy in love *** My Father is my Baby *** I was Young when I left Home *** fistful of love *** you are my sister *** twilight *** aeon *** encore: cripple and the starfish *** hope there’s someone

    23-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Concert review Antony and the Johnsons Antwerpen Radio 1
    22-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lyle Lovett
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Lyle Lovett
    AB, 22 maart 2009
    Verslag: neen

    Lyle Lovett is een Amerikaans icoon. ZIjn Americana doet het in de VS bijzonder goed: Lovett wordt er door muziekkenners op de handen gedragen, zijn métier staat er buiten discussie. In Europa vergaarde hij vooral bekendheid door zijn huwelijk met Julie Roberts, en door een paar filmrolletjes. Maar muzikaal leek hij een onbeschreven blad: zijn mengeling van country, bluegrass, jazz, blues en zelfs wat big band-snufjes wordt dan ook niet zomaar Americana genoemd. Lovett rekende zelf uit dat dit nog maar zijn tweede passage door Brussel was: in 1988 had hij hier al eens wat interviews gegeven, en een televisieshow gedaan.

    Nu was hij er echt - en hoe. De AB Flex was volgelopen, en er stond veel schoon volk in de zaal - als Marc Didden zich al in een concertzaal waagt, wéét je dat er iets speciaals te gebeuren staat.

    Om half negen stipt stapten vijf heren, netjes in een zwart pak, het podium op. Eentje nam zijn cello en strijkstok vast, de tweede greep de grote staande bas. De derde - een kale man met wit sikje - ging bedaard achter het drumstel zitten, de vierde had zijn akoestische gitaar bij zich. En Lovett, ook al op gitaar, zette meteen de toon: glasheldere stem, en zalig kabbelende muziek. Rasmuzikanten, die alles zo ontzettend gemakkelijk deden lijken, en moeiteloos overschakelden van pure country naar jazz (in I will Rise Up) of blues. Na het tweede nummer introduceerde hij zijn groep al, naar het einde toe kregen ze net één solootje te veel toebedeeld. Maar wat een klasse. "Optreden is voor mij werken", zei Lovett ooit in een interview. "En als je gaat werken, zit je netjes in het pak. Dus dragen we ook een pak op het podium". En meer moet je daar niet over zeggen.

    Het publiek reageerde steeds enthousiaster - en terecht. Het grappige bluegrass-nummer Keep it in your Pantry (dat werd ingeleid door een hilarisch verhaal over eten en boodschappen doen), het populaire If I had a Boat. Het wonderbaarlijk mooie 'If I were the Man you wanted' (I wouldn't be the man I am today) was beklijvend, My baby don't tolerate was even breekbaar. That's right, you're not from Texas had dan weer een fijn upbeat-tempo en werd vrolijk gespeeld - dit is een geweldige groep, die op elk moment precies weet wat er moet gedaan worden. Lovett ontpopte zich ook als een geweldige stand-up comedian, met goeie grappen over de tocht van London naar Brussel en de manier waarop hij zijn groepsleden interviewde, was pure comedy.

    Hij dankte het publiek ook uitvoerig, en hij leek het zelfs te menen. Hij bedankte Marc van de AB voor zijn vijftien jaar inzet in de concertzaal ('That's a large part of your life you dedicated to music), en droeg een nummer aan hem op (Simple Song). Hij verbaasde zich over de AB zelf: 'there's so much history in here, this is special for a band to play here', vooral omdat er muzikanten uit alle mogelijke stromingen stonden... 'it's great to keep such an open mind').

    Kortom: een beleefde, welopgevoede man die wonderbaarlijke muziek maakt. Absolute klasse, in een perfecte omgeving. Cute as a Bug, zong hij - en al is hij niet cute, hij is wel bijzonder beminnelijk. Dit was een AB-avond waar je later nog heel erg vaak aan zult terugdenken - op de mooie momenten in je leven.

    22-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    16-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grace Jones
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Grace Jones
    AB, 16 maart 2009
    Verslag: Ja

    Toen Grace Jones vorig jaar op de Lokerse Feesten op de affiche stond, werd daar (terecht) meewarig over gedaan. De Jamaïcaanse had twintig jaar lang muzikaal overwinterd, haalde de boekskes alleen met bizarre uitspattingen, wangedrag en cocaïnegebruik, en leek op haar zestigste voorgoed voor de muziekwereld verloren. Maar hoe dwaalden wij allen: miss Jones verscheen ten tonele, en veroorzaakte een orkaan die alle vooroordelen en terughoudenheid wegblies. Indrukwekkende ritmes, een felle stem en een présence waar tientallen would-be sterren alleen maar kunnen van dromen. Jones was back - en hoe.

    Een paar maanden later werd die come-back nog eens bevestigd, toen ze de uitstekende plaat Hurricane uitbracht. Een come-backplaat die kon tellen, met nummers die je de adem afsnijden en zelfs harken als mezelf tot enige beweging aanzetten. Een plaat die de terugkeer van Sly and Robbie vierde. Met hulp van Brian Eno, en Tricky. Het concert in de AB was dan ook in een wip en een knip uitverkocht - iedereen wou de definitieve terugkeer van de zwarte panter meemaken. Het was nochtans het duurste optreden dat de AB ooit zelf op het programma zette - vijftig euro inkom. Wel: die vijftig euro waren goed besteed. Van de eerste tot de laatste cent.

    Zoals het een echte diva betaamt, startte Jones met een half uur vertraging. Op zich geen probleem: de propvolle AB wachtte geduldig. Maar de AB werkt met een strikte eindtijd voor de optredens: om half elf gaat de stekker eruit (of de buren worden ongelukkig). Er was dus enige haast, en dat is dan ook meteen de enige smet op dit optreden: haar haast. Pull up to the Bumper werd een maat of twee te snel gespeeld, toen het truucje met de miniscule camera niet meteen werkte (ze wou een cameraatje in haar bustière laten glijden om ons een diepere inkijk in haar eh... anatomie te gunnen, of zoals ze het zelf zei: 'I have to shouw you my tits') gooide ze het ding weg. Er sneuvelden ook twee nummers uit de setlist vanwege de timing, en ook dat was zonde.

    Maar zoals ik zei: dat was de enige smet. Opener Nightclubbin zette meteen al de toon: de strakke, indrukwekkende begeleidingsband van de Lokerse Feesten was er weer en speelde nu zo mogelijk nog beter. Haar stem donderde en dreigde, This is Life deed de eerste rijen uit de bol gaan en met het derde nummer, My jamaican Guy was het helemaal prijs en gaf de AB zich gewonnen. Muzikaal was het top - de bassist dreef de zeskoppige groep (plus twee achtergrondzangeresjes) vooruit, en Grace Jones was Grace Jones.

    Dat betekent ook: na elk nummer in de coulissen verdwijnen om een ander hoofddeksel op te zetten. En rondlopen op centimeters hoge hakken. En die eindeloze benen tonen. 61 jaar? Man: als ik twintig jaar ouder was geweest.... Libertango werd enthousiast onthaald, Jones voerde een act uit op een draaiend platformpje, tegen de wind in. La vie en Rose ging deels de mist in (haar monitors lieten het afweten, waardoor ze de start compleet miste, verschrikkelijk vals ging zingen en ook naast de maat zat - en ze zette het niet helemaal meer recht in de rest van het nummer), maar we vergeven veel.

    Het ging steeds verder crescendo: Well Well Well is een ijzersterk nummer. En Williams' Blood was angstaanjagend mooi. Felle uithalen, dan weer zacht zingen, dan dreigend onder het gitaargeweld, bijna bezwijken... Slotnummer Pull up to the Bumper zorgde voor het Studio 54-feestje: lasers, grote balonnen, dansende fans op het podium... De bissen gingen nog een versnelling hoger, met een snelle en pompende versie van Roxy Musics Love is the Drug en met Slave to the Rythm, om af te sluiten met Hurricane.

    En dat was het ook echt: een orkaan. Want de verkleedpartijen, de vulgaire ondertoon, de absolute camp en de uitgebreide gay aanhang (er waren meer snorren dan op de gemiddelde rijkswachtersconventie) riskeren je aandacht van het essentiële weg te houden: dit is verdomd goede muziek. Grace Jones kan écht zingen. Vergeten we even de uitschuiver in La vie en Rose, of de krakende stembanden in Slave to the Rythm - 61 jaar kun je cosmetisch wel camoufleren, maar je stem is natuurlijk net zo oud.  Grace Jones is vooral een fantastische zangeres. Niemand kan zo mooi zingend praten. eat your Heart out, Steve Stevaert. Ze bezweert je met een diepe, grommende stem. Ze haalt fel uit, gaat ontzettend hoog. Klasse - en dan heb ik het nog niet over die muzikanten. Zo onopvallend, dat het opviel. Strak. Juist. Geen noot te veel, geen fantasietje als het niet nodig was.

    This is my voice, my weapon of choice, zegt mevrouw Jones. En ze heeft dat wapen goed gekozen.

    16-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Music Concert Show Grace Jones
    12-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franz Ferdinand
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Franz Ferdinand
    AB, 12 maart 2009
    Alex Kapranos (gitaar, zang)
    Nick McCarthy (gitaar)
    Bob Hardy (bas)
    Paul Thompson (drums)
    Verslag: ja

    Franz Ferdinand, het kwartet dat in zijn eentje voor het relanceplan van de Britse gitaarpop tekende, heeft net zijn o zo belangrijke derde plaat uit. Na het instant succes van Franz Ferdinand en You could have it so much better with Franz Ferdinand, is het nu de beurt aan Tonight: Franz Ferdinand. Het is een moeilijke en lange bevalling geworden, wat geen wonder mag heten: de druk moet enorm geweest zijn. Radiohits als Matinee, The Fallen, Do you Want to en Walk Away: je schrijft ze niet iedere dag.

    Voor die derde boorde het viertal de elektronica aan, en dat is geen meevaller geworden. Er staan ronduit zwakke nummers op de plaat, en maar een paar potentiële radiohitjes. Maar dat was een stampvolle AB allemaal worst. Van zodra de vier het podium op kwamen, ontplofte de zaal en werd er lustig meegezongen, gesprongen en gedanst.

    En Franz Ferdinand wéét hoe ze de vaart er in moeten houden. Geen interactie met het publiek, gewoon: liedje na liedje na liedje. Een echte juke-box. Het publiek was bij voorbaat overwonnen, het enige dat FF nog moest doen was de juiste liedjes zo juist mogelijk spelen. Wat ze met verve deden. Het is een one trick poney, maar wat ze doen, doen ze heel goed. Na een half uur dacht ik: tijd voor een andere plaat, voor een ander deuntje, voor wat variatie. Maar hun muziek laat geen ruimte voor nuances: alles wordt in koor meegezongen, door iedereen. Het zijn stampers, meezingers, ambiancedingen. Is dat een slechte zaak? Neen, iedereen amuseerde zich te pletter. Is het fris en nieuw en verrassend? Ook niet, ik verveelde me.

    Waarvoor mijn welgemeende excuses. Maar Franz Ferdinand dééd het gewoon niet voor mij. Ik ben ervan overtuigd dat ze op een festival als Werchter voor een meer dan aangenaam uurtje vertier zorgen - ze hebben er de songs, de skills en de attitude voor. Maar op een avond in de AB is het toch maar monotoon. Het overwegend franstalige publiek (François Fernand!) ging een uur lang uit de bol - veel langer speelde FF niet. Vroeg in de set al Matinee en Do You Want to, dan The Fallen en Walk Away: er zat vaart in. Uit de nieuwe plaat werden gelukkig alleen de gitaarnummers gebracht. Gitarist McCarthey ging af en toe wel op de keyboards spelen, maar de elektronicadreunen bleven beperkt. De nieuwe single, Ulysses, was een waardige uitsmijter, een orgelpunt net voor de bissen.

    Het wordt moeilijk voor Franz Ferdinand. Een One trick Poney is ofwel geen lang leven beschoren, of is vervoordeeld tot het in den treure herkauwen van de prille successen. Ofwel zien we deze vier binnenkort elk hun eigen weg gaan - ofwel staan ze veel later op Rimpelrock voor het publiek van donderdagavond (dat dan ook 40 jaar ouder is) Matinee en Take Me Out te zingen. Het stagediven zal dan wel vanzelf achterwege blijven.

    12-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Muziek concerten reviews franz ferdinand AB
    08-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Legend
    Klik op de afbeelding om de link te volgen John Legend
    AB, 8 maart 2009
    Verslag: Ja

    De derde plaat van John Legend, Evolver, klinkt zeer aardig. Fijne deuntjes - ik hoorde zijn nieuwe single everybody Knows toevallig zondagochtend nog in het supermarrktje in Elewijt. Het is muziek die niemand afstoot, die braaf kabbelt en af en toe swingt. Juist: typische R&B. De mannelijke Alicia Keys, quoi.

    Gelukkig heeft Legend, in tegenstelling tot Keys, wél ballen. Dat is voor iedereen sowieso een goede zaak, maar ook muzikaal is deze Legend een pak rijper. Een stampvolle AB kon in ieder geval dik anderhalf uur lang genieten van een zeer fijn optreden. Braaf, miniteus voorbereid en gerepeteerd, maar ook wel goed. Want Legend zorgde vanavond voor een ideale mix. Een mix tussen oude nummers en nieuw materiaal. Een mix tussen trage en swingende nummers. Hij speelde de grote verleider (zijn zwoele blik was vaak lachwekkend), maar overdreef ook daar niet in. En: geen gepreek over graag zien en God en Jezus tussen de nummers. Integendeel: de liedjes volgden elkaar razendsnel op, alsof Legend bang was om ergens een stilte te laten vallen.

    Niet dat daar enig risico toe bestond: in het publiek heel veel jonge meisjes, GSM en fototoestel in de aanslag, en krijsen en roepen. Legend trapte af met twintig minuten stevige funk, perfect ondersteund door drie achtergrondzangers (twee bevallige deernes en zijn broer), een bassist, gitarist, hevige drummer en drie fantastische blazers. En een keyboardspeler, de 'orkestmeester' zoals Legend hem zelf aankondigde. Na die twintig minuten ging Legend aan zijn piano zitten, en wisselde het tempo en de stemming constant.

    Telkens je dacht dat de meligheid nu toch wel akelig dichtbij kwam, en je vreesde voor kleffe bedoeningen, dreef Legend het tempo de hoogte in. Met een geweldige stem coverde hij George Harrissons' Here Comes the Suni; een paar minuten later swingde No Other Love. Enfin: deze Legend weet perfect waarmee hij bezig is. De rappers uit zijn laatste plaat waren er niet bij - alleen Andre 3000 mocht vanop het videoscherm even rappen tijdens de grote finale van Greenlight. Een waardige finale, trouwens.

    Legend laat géén onvergetelijke indruk na, maar ik heb me ook geen seconde verveeld. En ook dat is een grote verdienste. Er was altijd wel iets om in méé te gaan, om naar uit te kijken. Zoals het dansje tijdens Slow Dance: hij haalt dan telkens een meisje uit het publiek om even met haar op het podium te dansen, en in Nederland liep het een paar jaar geleden fout, toen hij zichbaar opgewonden geraakte door dat dansje. Nu stond de hele zaal op de tippen van de tenen, en werd er rond mij gevraagd (ik verzin dit niet): 'is er iets in zijn broek te zien?'. Legend speelt daar allemaal handig op in, en samen met de drie Apple-notebooks op het podium houdt hij de boel lekker strak.

    Ja, dit was eens fijn. Morgen ben ik het weer vergeten, maar:  het was zeer fijn.

    08-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:AB concert review soul funk John Legend


    Foto

    (meer dan) een jaar gratis muziek

    bestaat nu ook als boek!

    Bestellen via shopmybook 

     

     


    Sommige verslagjes op Radio 1 zijn nog te beluisteren via de Exit-site.
    http://tinyurl.com/ylr3kgw



    En zo...
  • PVDB
  • Boss
  • The Lake
  • Neil
  • Youssou
  • Willy
  • HA!
  • AB
  • Club
  • Bal

    Mail



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs