Inhoud blog
  • Patti Smith
  • Neil Young and Crazy Horse
  • Johnny Marr
  • Motörhead
  • Hooverphonic
  • Amy Macdonald
  • Magnus
  • Rock Werchter 2014
  • The Rolling Stones
  • Simple Minds
  • Triggerfinger
  • Arcade Fire
  • Admiral Freebee
  • Elton John
  • Vanessa Paradis
  • Goldfrapp
  • Monk
  • Nile Rodgers
  • Texas
  • Ozark Henry
  • Axelle Red
  • Daan
  • The B 52's
  • Ceelo Green
  • Damien Rice
  • Arno
  • Seasick Steve
  • Donavon Frankenreiter
  • Deep Purple
  • Alice Cooper
  • Bruce Springsteen & the E-Street Band
  • Rock Werchter
  • Lana Del Rey
  • Poliça
  • Steve Wynn
  • Alabama Shakes
  • Cold Spex
  • Norah Jones
  • dEUS
  • The Specials
  • PIL
  • Echo and the Bunnymen
  • Luc Van Acker
  • The Beach Boys
  • De Mens
  • The Roots
  • Absynthe Minded
  • Brian Ferry
  • Bruce Springsteen and the E Street Band
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Michael Kiwanuka
  • Jonathan Jeremiah
  • John Cale
  • Alice Cooper
  • Gotye
  • Red Hot Chili Peppers
  • Steve Earle
  • CW Stoneking
  • Anna Calvi
  • Bony King of Nowhere en Midlake
  • Toots Thielemans
  • Paul Simon
  • KT Tunstall
  • Selah Sue
  • A tribute to Alan Lomax
  • Richard Thompson Band
  • Hannelore Bedert
  • Lambchop
  • ZZ Top & The Doobie Brothers
  • Steve Miller Band
  • Carlos Santana
  • Peter Gabriel
  • Isobel Campbell and Mark Lanegan
  • Chris Isaak
  • Mark Knopfler
  • Snow Patrol
  • Eric Clapton & Steve Winwood
  • Jamie Lidell
  • Hannelore Bedert
  • Tindersticks
  • Randy Newman
  • 65daysofstatic
  • Heaven 17
  • The Temptations & The Four Tops
  • Angie Stone
  • Joss Stone
  • Chris Rea
  • Lyle Lovett en John Hiatt
  • David Gray
  • Marianne Faithfull
  • Wilco
  • Massive Attack
  • Status Quo
  • Fleetwood Mac
  • Emiliana Torrini
  • Daniel Lanois
  • Moby
  • Ray Davies
  • Donna Summer
  • David Byrne
  • Steely Dan
  • Ry Cooder en Nick Lowe
  • Eagles
  • Morrissey
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Elbow
  • Me First and the Gimme Gimmes
  • Patrick Watson
  • Zappa Plays Zappa
  • Lily Allen
  • Liam Finn
  • Jackson Browne
  • Bob Dylan
  • Lenny Kravitz
  • Razorlight
  • Johann Johannsson
  • Antony and the Johnsons
  • Lyle Lovett
  • Grace Jones
  • Franz Ferdinand
  • John Legend
  • Metallica
  • Luka Bloom and Band
  • Selah Sue
  • Seasick Steve
  • dEUS
  • Raymond
  • Sigur Ros
  • Tony Joe White
  • Herbie Hancock
  • Lambchop
  • Luna Twist
  • John Mayall and the Bluesbrakers
  • Stephen Stills
  • Elliott Murphy
  • Paul Weller
  • Steve Wynn
  • The Lemonheads
  • Alanis Morissette
  • Grace Jones
  • Macy Gray
  • Melee
  • Counting Crows
  • Elbow
  • Bruce Springsteen
  • John Fogerty
  • Stephen Malkmus
  • The Police
  • Iggy & the Stooges
  • Mark Knopfler
  • Willard Grant Conspiracy
  • Madrugada
  • Alison Kraus & Robert Plant
  • Elliott Murphy
  • Tindersticks
  • Sebadoh
  • Mavis Staples
  • KT Tunstall
  • PUSA
  • Electric Eel Shock
  • John Scofield
  • Jools Holland
  • James Taylor
  • Youssou Ndour
  • Alicia Keys
  • Think of One
  • Joe Bonamassa
  • James Blunt
  • The Cure
  • 65daysofstatic
  • Dirty Dozen Brass Band
  • Eels
  • Steve Wynn
  • Jim Cole
  • Lady Linn and her Magnificent Seven
  • Willy Deville
  • Arno
  • Neil Young
  • Nouvelle Vague
  • Seasick Steve
  • John Watts (from Fisher Z)
  • Inleiding
    Foto
    Muziek 2008 - 2014
    (Meer dan) 1 jaar gratis concerten
    Verslagjes van concerten in 2008 & 2009 & 2010 & 2011
    28-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Rolling Stones
    Klik op de afbeelding om de link te volgen The Rolling Stones
    28 juni 2014, Werchter

    Ergens in de jaren tachtig zag ik in Vorst de oude James Brown. Het was een draak van een concert. Toen de man een jaar later terugkeerde naar Vorst, betaalde ik wéér achthonderd frank. Want ik was er van overtuigd dat de Godfather geen twee slechte optredens kon geven: het had aan mij gelegen, ik had die eerste keer een slechte dag, een slechte plaats. Die tweede keer was nog slechter dan de eerste.

    Ik beloofde toen dat ik nooit nog naar optredens van oude mensen zou gaan. Liever de herinnering van oude live-platen en studio-albums koesteren, dan Goden zo te zien afgaan. Ik bedankte dus voor de Stones, toen die naar België kwamen. Keer na keer na keer weigerde ik Jagger & Co te gaan zien: oude mensen op een podium? Wegblijven.

    Ik weet intussen beter: bekijk het lijstje met concerten van de laatste vijf, zes jaar, en er zitten heel wat oudjes bij. Hell, Springsteen is de zestig al ruim voorbij. Wat is dus nog oud?

    Wel, de Stones zijn oud. Charlie Watts: 73. Jagger & Keith: 71. Ron Wood: 67. Ze bestaan al 52 jaar - dat zijn dus 13 WK's. Dertien voorrondes, 13 eindrondes, 13 finales. En om de voetbaltermen te blijven: met de opstelling verrassen ze ons al lang niet meer. De extra spits MickTaylor was aangekondigd voor 2 songs, en kwam ook voor 2 songs. Hun tactische plan heeft ook geen geheimen meer: ze spelen niet vanuit de omschakeling, maar kiezen rechttoe rechtaan voor de aanval. Spelen de tegenstand en het publiek plat. Wam bam rock 'n' roll. Het verloopt van een finale met de Stones is dan ook voorspelbaar - de hele tour lang spelen ze 19 liedjes, in de zelfde volgorde. Eentje mag het publiek vooraf online kiezen - je krijgt de keuze uit vijf. En Angie en Wild Horses worden afgewisseld; Samen zijn dat dus 25 songs die ze in de computers hebben zitten. En dat is genoeg.

    Waren ze nu goed, subliem, gewoontjes, routineus of archislecht? Want de meningen lijken nogal uiteen te lopen.

    Wel, ze waren de Rolling Stones. Ze waren wat niemand anders is geweest, wat niemand anders ooit kan zijn. De Stones. Laat het alle groepjes of muzikanten van de wereld spelen, maar nooit klinkt Satisfaction als Satisfaction met Mick & Keith. En geloof me: I tried.

    Vuurwerk dus, letterlijk en figuurlijk, toen de finale van het WK TW Classic eindelijk werd afgetrapt. Met Jumpin' Jack Flash. Pompen met You got me rockin'. Vuisten in de lucht bij It's only Rock 'n' Roll. Sidderen en beven bij Tumblin' Dice. Mijmeren bij het mooie Wild Horses (en niet Angie). Genieten van het nieuwe Doom&Gloom. En dan toch even verrast bij een verrassing die je van ver zag aankomen: It's All Over Now, van de vrijdagnacht overleden Bobby Womack. 

    Het was fijn om de Stones te zien. De grappige bindteksten die Jagger van de autocue aflas (Het is fijn om terug in Werchter te zijn, of: 'Proficiat voor jullie Rode Duivels, hé). He still moves like Jagger. 

    Neen, het was geen feilloze set. Het blijft, ook na 52 jaar, een raadsel waarom Keith per sé midden in de set twee nummers mag en wil zingen. Of het moet zijn dat Jagger op dat moment een extra shot EPO krijgt, of aan de zuurstoffles hangt. Midnight Rambler was demonisch, maar iets te lang uitgesponnen om de neutrale toeschouwer (alsof die er was) geboeid te houden. Maar in tegenstelling tot pakweg de Simple Minds, weten de Stones maar al te goed wat ze doen. De Stones zijn, dus, en die Stones zorgen voor ambiance, zwepen hun publiek op, bouwen op naar de finale: na Gimme Shelter volgden Start Me Up, Sympathy for the Devil (jaja, met Jagger in een zwart-geel-rood ensemble), Brown Sugar, You can't always get en Satisfaction. Sneller, harder, beter.

    Het was dus bijzonder plezant, en tegelijk wat bevreemdend. Want je besefte: deze groep zie ik waarschijnlijk nooit meer terug. Charlie kan toch niet blijven zitten tot hij helemaal tot een Decap-orgel is verworden (waarvan alleen de armen en één been bewegen)? Jagger kan toch niet blijven heen en weer hollen? Keith moet toch ooit voelen dat zijn bloed door alcohol en drugs is vervangen, in de jaren zestig en zeventig? En Ron Wood, die rookt als een ketter op dat podium - ooit komt toch de fatale, laatste hoestbui? Al weet je natuurlijk nooit: de heren hadden er duidelijk schik in. Misschien keren ze dus toch ooit nog eens terug, voor een laatste keer. En ja, ik zal er dan ook weer zijn. Want oude mannen, die hebben toch wel iets. En met een pruik links en rechts, met een extra portie EPO,  met de hulp van een extra computer en/of achtergrondzanger(es) zou het nog wel kunnen ook.

    28-06-2014 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Simple Minds
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Simple Minds
    28 juni 2014, Werchter

    Na het geweld van Triggerfinger, mochten de Schotse Simple Minds de laatste prikjes uitdelen voor de Rolling Stones de genadestoot zouden toedienen. Jammer genoeg werd het een slaapwekkende vertoning. Zowel voor de groep als voor het publiek. Wat een zonde.

    De Simple Minds kleurden een belangrijk deel van mijn jeugd in. Ik zag ze ooit in Top of the Pops, en liep daarna weken lang de platenwinkels van Kortrijk af, op zoek naar Promised you a  Miracle. Want dat was nieuw, nooit eerder gehoord. Uiteindelijk vond ik een dure 12 Inch-uitvoering, import. Vijfhonderd frank. Met op de achterkant: Theme for great cities. En dat was nog aparter, nog anders, nog beter. De LP die uiteindelijk zou volgen was één van de weinige die links in de platenkast stond - niet alfabetisch zoals alle andere, maar klaar, bij de hand, bij het vijftal waar ik altijd naar teruggreep. Under a blood red sky van U2 stond daar ook, met The River.

    Hun eerste passage op Rock Torhout haalde me definitief over de streep. Jim Kerr had niet de kracht van een Bono, niet het seks-appeal van Annie Lennox, niet de passie en mystiek van Peter Gabriel. Dat waren nog eens affiches, toen, bedenk ik me nu. Van Morrisson sloot toen af, Warren Zevon was een opwarmer, aperitiefconcert op piano. Als ik me niet vergis, wisselden de Simple Minds en U2 ter elfder ure ook van plaats op de affiche. Maar Kerr, die was dus wel ok: hun optreden was behoorlijk indrukwekkend, hoewel het pathos er af en toe al te dik op lag - toen al.

    Nu lag er niets op. Minderwaardige songs, die dan ook nog eens inspiratieloos werden gebracht. Mandela Day: wat een draak van een lied. Eén hoogtepunt: I Travel. Maar verder sjokte Kerr over het podium, beloofde hij vuurwerk maar bracht hij natte lucifers. Het grootste drama: de wei was er klaar voor. Mensen veerden op bij Don't You, om zich terecht af te vragen waar de rest van de hits bleven. Want de Simple Minds maakten een compleet zootje van de setlist: geen opbouw, niet toewerken naar een hoogtepunt - de wei kreeg niet de extase die ze verwachtte, verdiende - en in de meeste gevallen waarschijnlijk zelfs nog kende van eerdere passages. Jammer? Doodzonde. De groep stond tegen zijn zin te spelen, rammelde de noten af - in de juiste volgorde, maar méér verdienste kun je hen echt niet toedichten.

    De jaren tachtig keren nooit terug - ik hoopte dat al toen ik Don Johnson zag bij Graham Norton. Nu weet ik het zeker. Het is hoog tijd dat ook de restanten van de Simple Minds dat beseffen. Het is te laat om er een mooi slot aan te breien, dus dan maar gewoon de stekker eruit.

    28-06-2014 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Triggerfinger
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Triggerfinger
    Werchter, 28 juni 2014

    Een natte, behoorlijk apatische wei die de tijd wil doden tot het hoofdgerecht wordt geserveerd - de Stones. Een gitaar, een bas en een drum. Het leek een onmogelijke strijd voor Triggerfinger: het trio kon onmogelijk de 60.000 zielen winnen in een festivalset van een uur. En toch, en toch. Ze hebben ze niet allemaal overtuigd, maar Ruben Block en de zijnen toonden wél wat harde blues en rock kunnen teweegbrengen: enthousiasme en beleving

    Het probleem van TW Classic is al langer bekend, en ik zal er dus ook niet veel meer woorden aan vuil maken. Een meute VIP's geniet van hapjes en drankjes, loopt bij de eerste klanken van een optreden (of iets later) de Golden Circle in en observeert. Voor een groep op dat immense podium moet dat een hel zijn: je optreden start met een lege ruimte voor je (Seasick Steve vond dat ook al zo'n raar gevoel), en je ziet dat die dan langzaam wordt gevuld, niet door je die-hard fans die normaal op de eerste rijen staan, maar door een ietwat ouder, bezadigd publiek. Begin er dan maar eens aan.

    Triggerfinger deed dat dus - eraan beginnen. Ze zagen dat het niet helemaal lukte, dat de respons vanop de wei behoorlijk onderkoeld bleef. Dus staken ze een tandje bij. En nog eentje. En nog een. Tot rock pure seks werd - Block hanteerde zijn gitaar als ware het een krols wijf dat het hard van doen had, Mario Goossens geselde zijn drumvellen tot ze onze trommelvliezen deden bloeden. En Polle wisselde funky grooves af met snoeiharde uithalen op zijn bas.

    Het resultaat: een geweldige set, die je weer deed verzoenen met echte rock. Hard, meedogenloos, no mercy, geil en buitengewoon af. Geen lawaai, maar melodieën verpakt in seks. Een oplawaai. Waardoor uiteindelijk ook de wei de regenjasjes afgooide, en in het slechtste geval goedkeurend knikte. Maar onbewogen bleven er maar weinig.



    28-06-2014 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    10-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arcade Fire
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Arcade Fire,
    Sportpaleis 12 juni 2014

    Bij je verjaardag hoort een feestje. Ook al word je dan 48 jaar - of misschien net dan méér dan anders. Het werd ook meer dan anders: daar zorgden de kinetische Canadezen van Arcade Fire voor, in een overvol Sportpaleis. Met een verrassend sterke set, met absolute hoogtepunten - en jammer genoeg ook een paar pijnlijke missers. Maar op je 48ste vergeef je veel, dus ook die slippertjes van Win Butler en Régine Cassagne, het echtpaar dat het hart van Arcade Fire vormt.

    Het succes van de Canadese groep is behoorlijk verrassend. Het is geen postergroep: ze hebben niet echt een gezicht, en ze zien er ook niet echt flashy uit. Hun muziek is ook moeilijk te catalogeren: het is rock, maar dan wel met een funky groove, het is disco, maar dan wel met snerpende gitaren, het zijn epische nummers, maar dan wel gesteund door Haïtiaanse ritmes. Maar toch lukt het hen om een Sportpaleis niet alleen te laten vollopen, maar ook nog eens te laten feesten.

    Hun laatste plaat, Reflektor, is niet hun sterkste. Iets te veel discodeuntjes, en iets te weinig echt sterke nummers. En iets te veel gimmick ook. De zaal wordt opgewarmd door een DJ, die centraal in de zaal op een mini-podium staat. IN de tribunes duiken dansers op - glitterende spiegelpakjes en - maskers (spiegels, reflektor, heb je'm?), maar het publiek reageert behoorlijk apatisch op de discodreunen. Dan opent het gordijn, startRebellion (Lies)... gespeeld door een vijftal met potsierlijk grote poppenkoppen uit papier-maché. Na een halve minuut worden ze van het podium gejaagd door de echte Arcade Fire. "Sorry, they keep doing that", zegt Win Butler, en ze zetten het nieuwe Normal Person in. Wat raar, allemaal: het publiek weet ook niet wat gebeurt, de sfeer keldert, en Normal Person klinkt dan ook nog eens op zijn Sportpaleis: dramatisch slechte balans. Gerommel in de verte, de zang nauwelijks te horen, en de twaalf muzikanten (twaalf!) op het podium die als een uniforme soep klinken.

    Na die valse start, sprint Butler de zaal in, klimt hij in de tribunes - tot op een halve meter van mij vandaan. Even dacht ik dat hij me een gelukkige verjaardag zou wensen, maar neen: door zijn maneuvre springt iedereen recht, en blijf ook rechtstaan. Voor een spetterend Rebellion - hide your lovers underneath the covers! - het Sportpaleis ontploft, danst, zingt, schreeuwt en geniet. De groep klinkt nu wél goed - aardig, hoe ze soms met zeven tegelijk dezelfde zanglijn zingen. Indrukwekkend zelfs: de extra percussionisten, de twee violisten, de twee blazers en de gitaren, de piano en synth: het klinkt feestelijk.

    We krijgen grandioze uitvoeringen van sterke nummers te horen. The Suburbs: kippenvel. Het begeesterende Ready to Start. Het spetterende We Exist. Het onverwoestbare No Cars go, dat ze nog steeds met zichtbaar plezier spelen. Reflektor.

    Maar dus ook die uitschuivers. Rococo begon aarzelend, stroef, houterig - maar werd toch gered door de aanzwellende beats. It's never over was een langgerokken miskleun - het was knap hoe Chassagne op dat kleine podium in het midden van de zaal stond te zingen, maar het duurde verschrikkelijk lang.

    De plicht riep, in de vorm van een verslag. Waardoor ik dus Ca Plane pour Moi miste. Neighborhood #3, Flashbulb Eyes, Here Comes the Night Time en het geweldige Wake Up stuurden uiteindelijk iedereen tevreden naar huis. Ja, Arcade Fire is een goeie groep. Ja, de afwezigen hadden ongelijk. En ja, het werd een fijn feest. Dus ja, ze zijn in de gaten te houden. Maar ook: ja, misschien zijn ze beter op een kortere festivalset, wanneer ze de gimmicks en de miskleunen kunnen achterwege laten en resoluut voor hun eigen geluid gaan, met hun sterkste nummers.  

    10-06-2014 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    12-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Admiral Freebee
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Admiral Freebee
    AB, woensdag 12 maart 2014
    Verslag: ja


    Admiral Freebee? Da's een rip-off. Een charlatan die thuis hoort in Tegen de Sterren Op, Een Neil Young-cloon. Een klojo die al meer dan tien jaar lang hetzelfde liedje herschrijft.

    Aan al die lieden die het nodig vinden om onze nieuwe beste vriend Tom Van Laere met dergelijke laatdunkende termen te overladen, heb ik twee woorden: fuck off. Laat de man met rust, want de man doet wat hij doet en hij doet dat verdomd goed. En ik kan het weten, want ik was erbij in de AB, toen hij zijn vijfde plaat (The Great Scam) voorstelde.

    Vijf platen lang dus al, schenkt de Admiraal ons aardige songs. Héél aardige songs - er zitten een paar pareltjes tussen, andere zijn hymnes geworden. Natuurlijk klopt het dat sommige van die muziekjes net zo goed in 1978 hadden kunnen worden ingeblikt - maar so what? En natuurlijk is het zo dat veel van die songs net zo goed op plaat 2 of 4 van de Admiraal hadden kunnen verschijnen, maar I repeat: so fucking what? Liever iemand als Tom Van Laere, die steeds weer nieuwe schlemielen laat opdraven in zijn songs, dan arty-farty artiesten die zichzelf bij iedere plaat dringend moeten heruitvinden, of weigeren hun hits tijdens optredens te spelen -  'oh no, not that song'.

    Nu: zo'n nieuwe cd voorstellen voor een bomvolle AB is een serieus risico. Het publiek kent de nummers nog niet, je weet dus als artiest niet welke reacties je kunt krijgen. Als je dan ook nog eens een nieuwe groep hebt samengesteld, wordt dat risico nog een pak groter. En dan slaan de zenuwen toe. Het eerste deel van de set was dan ook nerveus, rommelig, wat gehavend: jammer voor nieuwe songs als Nothing Else to do, Breaking Away, I don't want to feel bad today...

    Maar de Admiraal is natuurlijk niet voor één gat te vangen. Als derde nummer al pleurde hij Always on the Run de zaal in, en dat hielp. Om het publiek wakker te krijgen, om zelfvertrouwen te tanken en om de groep te laten relaxen. "iedereen OK? Inhet begin hadden jullie precies wat koppijn. Precies wat zenuwachtig? Maar da's nu voorbij, dus kan het concert echt beginnen", riep hij. En hij herhaalde het vijf, zes keer - tot voor het laatste bisnummer. En het hielp: de muzikanten kregen er schik in, ze maakten plezier op het podium, en dat straalde af op de zaal. Een zaal die uit de bol ging bij een ijzersterke eindronde, waarin we alle sterke nummers kregen: Einstein Brain, Rags 'n' Run, Living for the Weekend, Faithful to the Night,... Als je zo'n salvo op je publiek kunt loslaten, ben je echt niet slecht bezig.

    Ik betrapte er mezelf ook op dat ik referenties zocht. En die ook noteerde: nu klinkt hij wel héél erg Tom Waits. Of: dit zou de jonge Bob Seger kunnen zijn. Maar het stoorde niet, integendeel. Want niet alleen zijn timbre veranderde: ook de muziek was verrassend gevarieerd. Met zeven man op het podium heb je natuurlijk meer mogelijkheden, en die benutte hij ook: van funk tot soul, garagerock tot epische anthems - alles bracht hij. En grapjes. Die voor te lachen waren, meestal.

    Op 28 juni opent deze Admiraal de festiviteiten voor de Rolling Stones op TWClassic. Ik zou zeggen: ga op tijd naar de wei, en geniet ervan.Ik zal er ook zijn. Om mijn nieuwe beste vriend toe te juichen.





    12-03-2014 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    16-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elton John

    Elton John
    Maandag 16 december 2013
    Paleis 12, Brussel

    Elton John verkocht meer dan 300 miljoen platen. Maar One Direction verkoopt ook miljoenen cd's. Het pleit voor Reginald Dwight dat hij die verkoop deels realiseerde met geweldige popsongs. De man kon een song schrijven - én brengen. Alleen deed hij dat vooral in de eerste helft van de jaren zeventig. Daarna, toen de cocaïnerekeningen te hoog opliepen, was het vet van de creatieve soep. Nu is Elton John één van de rijkste Britten, en speelde hij net drie jaar lang iedere avond in Ceasars' Palace in Las Vegas.

    Zijn meest recente plaat, The Diving Board, is geproduced door T-Bone Burnett, en klinkt niet eens slecht. Ze leek ook de aanleiding voor deze tournee - The Diving Board Tour. Maar schijn bedriegt. Hij speelde één enkel nummer uit die laatste plaat (Oceans Away), en dat was slecht. De focus lag vooral op het legendarische album Goodbye Yellow Brick Road - een plaat die volgend jaar opnieuw wordt uitgebracht. En dat zorgde voor wat problemen.

    Zo zijn nummers als Bennie and the Jets of Grey Seal best aardig, maar kan hij ze niet meer zingen als weleer. Na een operatie aan zijn stembanden is zijn stem gezakt - die diepere stem is trouwens vrij normaal als je 66 bent. Maar zelfs met technologische hulpmiddeltjes werd duidelijk dat hij de hoge noten niet meer haalde. Bovendien zijn dat niet de songs waar het publiek op afkomt. Het openingstrio (Funeral for a Friend/Love Lies Bleeding, Bennie and the Jets en Grey Seal) werd door de zaal bijzonder lauw onthaald. Pas bij Candle in the Wind was er enig enthousiasme. Ah ja, dat kennen we nog van die begrafenis, nietwaar. En zo ging dat de hele set door: behoorlijk apatisch publiek, dat het concert volgde via het schermpje van de smart phone, en opveerde bij Sorry (seems to be...), Rocket Man of (godbewareme) I guess that's why they call it the Blues. Of nog erger: sad songs.

    En dat was niet eens het grootste euvel van het optreden. Elton John zat duidelijk nog in Las Vegas-modus. Alles moest even luid en even indrukwekkend klinken - boem, paukenslag. Alles werd hermetisch dichtgespeeld, de muzikanten leken wel per noot te zijn betaald. Nergens ruimte voor nuance, voor wat rust. Het schitterende Tiny Dancer was haast onherkenbaar: John roept meer dan hij zingt. Het verzoeknummertje (NEEN, NIET DOOR MIJ) Nikita speelde hij alleen aan de piano - met een lawine aan noten. Geen stiltes, geen frasering, niks.

    Het publiek zal wel tevreden naar huis getrokken zijn. Onder de indruk van de man die toch bijna drie uur lang aan zijn piano zat, en bleef hameren op de toetsen en bleef schreeuwen in de micro. Ik had vooral spijt: dat ik hem niet dertig jaar eerder aan het werk had gezien, en dat ik deze mooie maandagavond niet op een andere manier had doorgebracht.

    16-12-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    03-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vanessa Paradis
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Vanessa Paradis
    Koninklijk Circus, 3 november 2013

    Laat me beginnen met een bekentenis: als opgroeiende tiener in Aalbeke, was ik zot van de muziek van Jean-Jacques Goldman. Juist, die Franse reserve-Amerikaan. Er was aan Goldman dan ook geen ontsnappen, in die grensstreek. Radio Fun gaf ons de muziek die we zochten - omdat Studio Brussel nog moest worden uitgevonden. En Goldman, tsja. Ik weet het.

    Vanessa Paradis kwam later pas op de proppen. In 1987 verbaasde ze zichzelf en de wereld met de monsterhit Joe le Taxi, ze maakte platen met Serge Gainsbourg, met Lenny Kravitz en strikte uiteindelijk Johnny Depp. Ze werd een actreuse, zangeres en (Amerikaanse) mama. En ze bleef er verdomd goed uit zien.

    Het huwelijk met meneer Depp lijkt te zijn afgelopen, en de 40-jarige Lolita bracht eerder dit jaar een dubbel-cd uit: Love Songs. Benjamin Biolay stuurde haar acht afgewerkte nummers op, ze zong die in en dook met Biolay in de Brusselse ICP-studio's. Biolay is zo'n beetje de Rick Rubin van Frankrijk: hij bezorgde vedetten als Henri Salvador, Juliette Gréco, Julien Clerc en Françoise Hardy een nieuw leven. En deed dat nu dus met Paradis.

    Het was een aangename verrassing dat die Biolay mee op het podium stond in het Koninklijk Circus. Of beter: hij zat. Half verscholen, achteraan, achter een piano. Soms nam hij een gitaar vast, soms een trombone, dan weer een viool. En als eerste bis de micro, om een wondermooi duet (Les Roses Roses) te zingen. Een straffe meneer, die ook ongegeneerd zat te roken op dat podium. Franse rock 'n' roll, quoi.

    Aan die bissen was een strak optreden vooraf gegaan. Een volle CIrque, vol franstaligen ook, die Paradis op luid gejuich onthaalden toen ze het podium op stapte. Waar ze een slimme set bracht: wat nieuw werk uit die Love Songs, maar op tijd en stond ook een classic ertussen: Natural High en Pourtant helemaal vooraan; even later al Sunday Mondays (grappig, hoe dat franstalige publiek voor het eerst luidkeels meezong met een Engelse song) en een vlijmscherp Tandem. Vraag me niet of Paradis ook echt zong tijdens Tandem - het leek me iets té verdacht juist en krachtig, in vergelijking met de rest van het optreden.

    L'incendie, Joe le Taxi natuurlijk (in een heerlijke rumba-versie), en andere Texas-songs. Ik bedoel maar: Paradis brengt het soort muziek dat je niet op je iPod gaat opzoeken, maar dat je ook niet afzet als het toevallig eens passeert. En ja, ze kan zingen. Niet altijd even zuiver, maar de heerlijk sensuele, hese stem vergeeft veel.

    Als ik een vrouw was, zou ik nu zeggen: "ik hoop dat ik er, na twee kinderen, op mijn veertigste ook zo goed zal uitzien als Vanessa Paradis". Want het is en blijft een wondermooie vrouw. Afgetraind, scherp, gespierd - en op dat podium dansend als een nimf, zoals alleen echte Parisiennes dat kunnen.

    Slotsom: Vanessa Paradis is op haar veertigste een grande dame uit de Franse muziekwereld geworden. Wat dat ook waard moge zijn. Jean-Jacques Goldman was ook een grand seigneur. Maar vanavond toch eens een playlistje maken met hun muziek. Een beetje France Gall ertussen, en als het echt moet zelfs Patrick Bruel. Maar toch vooral Paradis. Ja.

    03-11-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    22-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goldfrapp
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Goldfrapp
    AB, 22 oktober 2013

    Eerlijk: ik kon niet het minste verband leggen tussen de naam Goldfrapp en enig melodietje. Snel online opzoeken, dus - en het bleek wel mee te vallen. Schone liedjes, mooi gezongen. Beetje eentonig, dat wel. Maar bon: Radio 1 vraagt, en wij draven op, natuurlijk. Zo gaat dat. Studeren dus, vooraf: wie zijn ze, hoe klinken ze, en waarom?

    In de niet uitverkochte AB bleek veel van dat huiswerk compleet overbodig. Want Goldfrapp is géén elektro-duo meer. Op het podium staan zes echte muzikanten, van vlees en bloed. Met drums, gitaar, bas, viool en synthesiser. En die engelenstem van Alison Goldfrapp, een blonde verschijning. Goed: alle instrumenten (en de stem) worden zwaar door allerlei bakjes gestuurd, soms klinkt die ene viool als een compleet symfonisch orkest - maar het is allemaal toch minder strak dan wat de elektronica je oplegt.

    De zesde plaat van Goldfrapp is een heel stille, ingetogen werkstuk. Filmische muziek, sfeervol en braaf. In hun voorgaande platen lieten ze zowat alle genres in hun muziek doorsijpelen: trip-hop, glam rock, disco, eighties synthpop, zelfs folk. Uiteenlopend, inderdaad.

    Goldfrapp begon met die nieuwe plaat, Tales of Us. Liefst zes nummers na elkaar kregen we te verduren. Pure David Lynch, maar dan zonder beelden. En dus ook zonder Laura Palmer. Verder: sober en braaf. Wit licht, zes muzikanten in het zwart gekleed. En luisteren. Zonder enige uitleg, ook: verder dan een 'Thank you' kwam Alison niet. Wat zonde is: die nummers zijn mooi, maar leg dan ten minste uit waarom je ze schreef, zodat je je publiek in je set binnen trekt. Neen dus. Na het wonderbaarlijke Annabel en Clay, veranderde de sfeer: de witte lichten werden door kleurspots vervangen, en ze putten uit ouder werk. Dus: meer ritmes, meer variatie. Met Ride a White Horse en Ooh La La als afsluiters. Na een uur al. Een uur!!

    Goed, ze kwamen nog terug (voor een half uurtje bissen), met Train en Strict Machine om de set af te sluiten. Waarbij ook de gevreesde syntar zijn terugkeer maakte - die synthesiser die je als een gitaar omgordt. Het laatste exemplaar is dus toch niet begraven samen met A Flock of Seagulls, ergens in de jaren tachtig. De muziek deed trouwens ook aan die periode denken: de ene keer Blondie meets Donna Summer, de andere keer Anne Clark.

    Neen, dit was geen opwindend concert. Mooi, dat wel. Maar net iets te onderkoeld, iets te afstandelijk en iets te veel met de handrem op om echt te beklijven. Al zal het gros van het publiek (waaronder opvallend veel humaseksuelen, bij de weg) daar vast anders over denken.

    22-10-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    07-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monk
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

     

     

    Monk
    Driesrock, 7 september 2013

    Voor u zich afvraagt wat een recentie van Monk in dit lijstje komt te doen: het zijn uw zaken niet. Ik zal dus wél zeggen dat ik al maanden naar het optreden uitkeek, maar niet vertellen dat ik een aantal van de muzikanten ken. Ik zal dus wél verklappen dat ik het groepje met een meer dan gewone aandacht volg, maar er niet aan toevoegen dat dit eigenlijk meer een vriendendienst is dan een echt concertverslag. En omdat ik weet dat niemand mij of mijn recenties serieus neemt, mag dat allemaal.

    Ik hoorde één anecdote over Monk die de groep ten voeten uit typeert. Het groepje rond David Vandenplas heette eigenlijk Elliott. Maar na iedere repetitie werd dezelfde discussie opgestart: hoe schrijf je dat, Elliott? Twee L'en en één T? Of twee? Of... Om een einde te maken aan die wurgende onzekerheid, veranderden ze dus hun naam. In Monk.

    Die anecdote zegt dus veel. Dat ze daar bij Monk goed nadenken over wat ze doen, bijvoorbeeld. Want een doorbraak, als die er komt, wordt natuurlijk problematisch als iedereen je naam op een andere manier schrijft. Zelfs iTunes is daar niet slim genoeg voor. Maar: het geeft ook aan dat de Monk'ers onzekere jongens zijn. En dat laatste is zeker onterecht.

    De cd, all About Eliott (daar is die Eliott weer!) bevat elf nummers, allemaal van de hand van David Vandenplas. David kennen we in Elewijt: hij zorgt voor de funky ritmegitaar én voor de vette hardrock-solo's bij Silicon Carne, de feestgroep bij uitstek. Zaterdag, tijdens Driesrock, leerden we nu dus ook de andere David kennen. De David die zich helemaal bloot gaf in die elf songs. Die teksten over verdriet, wanhoop, verlies, liefde en hoop belangrijk vindt.

    Je moet het maar doen, je ziel blootleggen. Van een Australiër op een groot podium in een grote concertzaal vind je zoiets maar normaal. Maar wanneer een Leuvenaar zoiets doet, schrik je toch even. Ook al zijn die diepe zieleroerselen verpakt in knusse popsongs: toch snijdt het af en toe los door je eelt.

    Het was geen cadeau om op Driesrock de avond in te zetten. Op Driesrock wordt gedronken, gelachen, gepraat en geroddeld. Er worden vriendschappen aangehaald en opgeblazen, er worden liefdes verklaard en geliefden de wacht aangezegd. Er gebeurt van alles, maar echt luisteren naar de muziek is daar zelden bij. Twee grote verdiensten voor Monk: dat ze het probeerden, én dat ze er ook in slaagden om toch een paar rijen ver door te dringen.

    Geen evidentie, dus. Zelfs de meest radiovriendelijke song, Flying Sofa, is niet het deuntje dat je vrolijk meefluit. Je moet luisteren, ontdekken, leren, appreciëren. En dan ontdek je de schoonheid in de lagen van de songs: een gitaar die plots venijnig likt wanneer het er zoet aan toe gaat. Een accordeon die je de valse indruk van gezelligheid geeft. Kijk: een song met als titel I hate you is geen doorsnee voer voor een kermis.

    Maar: ze doen dat goed, die van Monk. David Vandeplas speelt beter gitaar dan hij zingt - maar hij speelt dan ook fantastisch goed gitaar. Iedere keer weer zet hij een song aarzelend in, en vraag je je even af waarom hij niet die liedjes schrijft die wel probleemloos binnen zijn stembereik liggen. Maar dan herpakt hij zich, iedere keer weer, groeit hij in de song, wint zijn stem aan volume en aan vastheid en neemt hij je toch mee in zijn wereldje.

    Zal Monk het ooit helemaal maken? Wie zal het zeggen. Ik zeker niet. Het potentieel is er - wie elf songs van dit niveau kan schrijven, heeft er nog veel meer in petto. Het is een plezier om muzikanten aan het werk te zien die in de songs meegaan, en niet zichtbaar maten tellen of uitdokteren hoe ze het volgende akkoord moeten pakken. Ze maken de songs beter - en hoe vaker ze gaan spelen, hoe fantastischer het allemaal zal klinken. Uitkijken dus, naar de tweede plaat. En voor die plaat: drop the Elllliotttt- thing ;-)

    07-09-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    05-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nile Rodgers
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nile Rodgers
    OLT Rivierenhof, 5 september 2013

    Zelfs mijn prille oren stelden in de vermaledijde seventies al vast dat er een verschil bestond tussen Boney M en Chic. Ja, natuurlijk was disco verwerpelijk, inhoudloos lawaai, dat in de verste verte niet kon tippen aan echte muziek, met echte gitaren en zangers en vedetten en solo's en songs. Maar toch: die Chic, die hadden iets méér. Aan de hits heeft het niet gelegen - Boney M had er daar ook genoeg van. De pakjes waarmee de discotrutten in TopPop opdoken, waren van al die groepjes net zo belachelijk. Maar zelfs dat verschil tussen goede en slechte disco was niet voldoende om me tot lyrische uitspraken te verleiden. Ja, het gedoe van die Chic was wel aanstekelijk, maar het was toch geen échte muziek. Of wel?

    Ik had in ieder geval nooit kunnen bevroeden dat ik me in superlatieven zou moeten uitputten om een concert van Chic te omschrijven. En toch gebeurde het. Vanuit het Rivierenhof in Deurne belde ik waarschijnljk het slechtste concertverslag ooit door - omdat ik compleet flabbergasted was. Van de sokken door Nile Rodgers en zijn bende. Als excuses worden ingeroepen: het was een hete nacht, het einde van een hete dag, de warmste septemberdag in een halve eeuw. Het Rivierenhof is een prachtlocatie waar je van Midlake of Sigur Ros gaat genieten, in de luwte van de bomen. Niet waar je een dampend, stomend feest verwacht. Maar laat nu net dat zijn wat de heer Rodgers ons gaf. Het feest van het jaar.

    En dat is eigenlijk al een klein mirakel. Twee jaar geleden meldde Rodgers dat hij aan een heel agressieve vorm van prostaatkanker leed, en leek hij zelfs afscheid te nemen. Maar hij is genezen verklaard - de zoveelste miraculeuze redding. Hij is niet alleen genezen, hij lijkt ook zijn status uit de jaren tachtig te heroveren: gastmuzikant en -producer van de hitgroepen van het jaar. Luister naar Daft Punks Get Lucky en hoor de gitaar uit Le Freak, uit Let's Dance, uit Notorious, uit Roam, uit... "Ieder jaar krijg ik er een extra inkomen bovenop, omdat er ergens een jonge kerel zit die een stukje Chic ontdekt, dat sampelt en er een wereldhit mee scoort", zegt Rodgers zelf. "Daarover hoef ik me dus geen zorgen te maken."

    De korte geschiedenis: in 1970 ontmoet Rodgers de bassist Bernard Edwards. Rodgers was gitarist in het orkest van het Apollo Theater in NewYork, en met Edwards nam hij een groepje over, om het in 1976 om te dopen in Chic. De onvoorstelbaar sexy baslijnen van Edwards en het gitaarspel van Rodgers zouden een enorme impact hebben op de muziek. Ja, ze tilden disco naar een hoger niveau - door echte muziek te maken die niet uit machines kwam. Hun Good Times werd door de Sugarhill Gang gebruikt voor hun Rapper's Delight - wat de echte doorbraak van de rap zou betekenen. Chic was een machine: de twee goden bestuurden ze, en ze braakten hits uit. Sister Sledge, een onbetekenend disco-groepje dat maar geen echte hit kon scoren, mocht op tv de door Chic geschreven en ingespeelde nummers coveren en werd een wereldact.

    Na de dood van de disco, werd Rodgers' invloed zo mogelijk nog groter. De artiesten stonden letterlijk in lange rijen aan te schuiven om een snuifje van zijn Chic in hun muziek te krijgen. Rodgers trok met zijn 1959 Fender Stratocaster (The Hitmaker) de wereld rond, gaf David Bowie zijn Let's Dance, Dinana Ross haar comeback, Madonna haar Like a Virgin, werkte met INXS, Grace Jones, Michael Jackson, Eric Clapton, Roxy Music, de B 52's, Al Jarreau,... Er wordt geschat dat de muziek waar hij de hand in had, intussen twee miljard dollar opbracht; Twee miljard. Pffft. In 1994 stopte het - na zijn achtste hartstilstand besloot Rodgers af te kicken van zijn heroïne- en alcoholverslaving. Twee jaar later, na een Chic-reünieconcert, overleed Bernard Edwards. En nu is Rodgers dus terug - met een nieuwe Chic.

    Hij komt alleen het podium opgewandeld - net als zijn muzikanten in een smetteloos wit pak - om wat foto's te maken van het publiek. Een handje schudden, een babbeltje slaan. En dan staat die groep er - twee keyboard-spelers, een drummer, een bassist, trompet en sax en twee zangeressen. En dan gordt iemand hem zijn gitaar om. En zegt hij: "Ik ben hier om jullie een feestje te bezorgen." En begint dat feest. Everybody Dance, dan Dance, Dance, Dance. Dan I want your Love. En iedereen staat recht. Dit feest kan een stenen bisschop tot leven wekken. Iedereen volgt Rodgers' voorbeeld: lachen, genieten, shaken.

    "This is our stuff", zegt hij dan. "Je hoeft je geen zorgen te maken dat je op een suf trouwfeest staat met een slechte dj. Als je plots Madonna hoort, of Bowie: no worries. It's my music, it's my stuff. I made it all." Waarna een langgerekte medley volgt: I'm coming Up en Upside Down (van Diana Ross), The Greatest Dancer en We Are Family (van Sister Sledge), Like a Virgin van Madonna, Notorious van Duran Duran, Original Sin van INXS en (natuurlijk) Let's Dance van Bowie. En ik vergeet er nog veel.

    Wat die songs met elkaar gemeen hebben, behalve Rodgers' naam in de credits? Zijn gitaar - zonder één noot te veel te spelen, is hij constant aanwezig. De groove. En het zijn hits. Megahits. En ze zetten aan tot dansen - hoe onnatuurlijk dat dansen voor sommige mensen ook is. Even denk ik aan de hardrockavond op de Lokerse Feesten, een maand geleden - mannen in zwarte leren pakken die in spreidstand op het podium staan om ook voor doven en halfblinden duidelijk te maken dat ze gitaar spelen. Hier, op het podium, staat iemand die niet de minste moeite moet doen om met klanken en ritmes te toveren, die kuiert terwijl hij speelt en die die groove in gang houdt. Zelfs tijdens het stemmen van zijn gitaar, blijft de massa wiegen. Hij geeft een korte solo, stopt - 'Thanks for letting me have a little fun'. Hij kondigt Thinking of You aan, begint een verhaal over hoe belangrijk die song voor hem is 'because Bernard... No, I don't want to get emotional, I just want you to have a good time'.

    Het was helemaal geen perfect optreden  - af en toe botste het serieus. Het zijn ingehuurde muzikanten die na deze tournee hoogstwaarschijnlijk géén groep meer vormen. En Nile Rodgers is niet de beste producer of de beste gitarist ter wereld. Maar op het einde werd duidelijk hoe tijdloos hij wel niet is. De hele band stond op één rij vooraan, terwijl Daft Punks Get Lucky werd gespeeld ('Oh, that's my new hit single'). Iedereen meezingen, in de handen klappen, juichen. Een jongen - ik schat veertien jaar - mocht het podium op, en gaf alle groepsleden een warme knuffel. Weer een generatie gewonnen, Nile. Nog even volhouden dus.

    En ja, voor ik het vergeet: alle kinderen van de seventies of eighties moeten ab-so-luut deze BBC-documentaire zien: https://www.youtube.com/watch?v=jGUAiAxpu3E 

     

    05-09-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    11-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Texas
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Texas
    Lokerse Feesten, 11 augustus 2013

    De dag na de laatste dag Lokerse Feesten zocht ik, tijdens het koken, op de iPod Texas. Hun Greatest Hits. En ik dacht: aardige muziekjes, maar toch wel erg braaf. Het is het soort muziek waar je nooit naar teruggrijpt, waar je niet naar op zoek gaat - maar dat je ook niet meteen afzet als je het toevallig hoort. Hoe anders is Texas live. Dat toonden ze hier al in 2006, toen ze me ruw uit een door Heather Nova veroorzaakte coma haalden. En op de slotdag, als slotact, deden ze het nog eens over. Con brio.

    Want je moet het maar doen: starten met I don't want a lover. Dan moet je wel erg zelfzeker zijn - dat je nog betere nummers hebt, en dat je voldoende reserves hebt om het uitgeputte publiek mee te krijgen. Texas deed het. Met een rist hits (indrukwekkend eigenlijk, hoeveel ze er hebben), met sterke nieuwe songs (Detroit City! The Conversation!), met een groep die perfect speelde - en met een frontvrouw uit de duizend. Helen Spiteri. Wat een wijf. De laatste rockchick. De griet waar je wel verliefd op moet worden, al vind je ze niet eens knap.

    Opvallend, trouwens, hoe loepzuiver ze zingt. Het hele optreden door, zonder verzwakking. Altijd boenk erop. Vlotjes. Opvallend ook, hoe ze het publiek aanvoelde. "Jullie zijn zo stil - ik weet dat het de laatste van tien dagen is, maar kom: nog even alles geven." Waarna ze geen seconde stilviel, letterlijk, en ze bleef wroeten tot de laatste rij zich gewonnen gaf. Fantastisch. Eat your heart out, Ceelo Green. Zo doe je het dus: je stelt het publiek niet in vraag, je werkt tot ze je aanvaarden, liefkozen en beminnen. Rock is seks. Zo. Het is eruit.

    De nummers - een klassieke combinatie van rock, pop en een portie soul - deden de rest, dus. Black Eyed Boy, Here Comes the Summer Sun, Inner Smile,... Geweldig.

    Spiteri is de hardest working bitch in rock 'n' roll. Als bisnummers verraste ze - door de micro en gitaren op de catwalk voor het podium te positioneren, en Jackson van Johnny Cash te spelen. En door af te sluiten met 'het nummer dat haar deed besluiten ook op een podium te staan': River Deep, Mountain High van Phil Spector - dat we vooral kennen van Tina Turner.

    Texas: dat is géén grootse muziek, dat is géén precair artistiek gepingel. Het is wel de perfecte festivalact. Aan te bevelen op al uw feestjes. Ook de Lokerse.

    11-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ozark Henry
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Ozark Henry
    Lokerse Feesten, 11 augustus 2013


    Tien dagen Lokerse Feesten: daar wordt een mens moe van. En dan krijg je tot overmaat van ramp ook nog eens Ozark Henry te verteren. Begrijp me niet verkeerd: Piet is een Kortrijkzaan, en daar komen vooral fijne mensen vandaan. Zijn eerste plaat heb ik op vinyl, en ik koester ze: die geheimzinnige muziek die zo juist klonk, het eigenzinnige karakter van de songs die niet anders konden zijn dan een afspiegeling van zijn karakter - het was geweldig.

    Nu combineert hij dat eigenzinnige met een carrière in de Vedettenparade van Radio 2. Daar is niets mis mee, hoor - maar ik mis toch wel wat consistentie. Want als je bereid bent mee te stappen in dat verhaal, als je met Amaryllis Uiterlinden een zangeres onder de arm neemt die je muziek wat toegankelijker maakt en zelfs radiohits faciliteert - waarom ga je dan niet meteen all the way? Want Piet Goddaer bleef op het podium in Lokeren de wereldvreemde, arrogante snuiter uithangen. Eén woord tegen zijn publiek ('merci'), verder vastgekluisterd aan zijn basgitaar. En veel te veel zanglijnen overlatend aan Amaryllis. Die wel fijn kan zijn voor een accentje, maar niet om These Days of This One's for You om zeep te helpen.

    Jammer, driewerf jammer. De geweldige songs, de opbouw naar de finale die uiteindelijk toch het publiek mee kreeg, dat eigen geluid van Ozark Henry - compleet teniet gedaan door een zangeres en door een haast autistische houding van de groep. De man stond zich nochtans te amuseren, je zag hem zelfs lachen. Maar het enige dat ik kon bedenken, is: de keuze tussen Ozark Henry en valium is snel gemaakt. Valium is de korte pijn.

    11-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Axelle Red
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Axelle Red
    Lokerse Feesten, 11 augustus 2013

    Ik twijfel er geen seconde aan dat Axelle Red een verstandige, zelfzekere, aangename en lieve dame is. Ik weet dat ze aardige liedjes kan schrijven, en die ook kan zingen. Dat ze goede muzikanten om zich heen kan verzamelen. Dat ze haar kleren goed weet uit te kiezen. Enfin: geen kwaad woord over de Limburgse.

    Toch gleed haar optreden op de slotdag van de Lokerse Feesten van me af als ware het regen van de buik van een ingevette ooievaar. Het deed me totaal niks. Geen ergernis, geen euforie. Ik stond er, bleef er staan, en liet haar haar ding doen. "Het zal niet triest blijven", zei ze plots - waarmee ze aangaf dat ze zelf ook wel door had dat ze iets te veel ingetogen, trage nummers speelde. De vraag is dan: waarom deed ze het? Als je pakweg 10.000 man kunt overtuigen, doe je dat dan toch? Met een iets slimmere festivalset, een rits nummers die de vlam in de pan doen slaan en die ook brandend houdt? Neen: Axelle was heel erg braaf. Superprofessioneel, maar de 'romantische bui' waar ze last van had zorgde ervoor dat het een dooie boel bleef.

    Pas tijdens de bis - Rouge Ardent - gebeurde er wat. Een straks gespeeld nummer, iets meer overtuiging, iets meer power. NIet mijn ding, maar: aardig. Sensualité was de uitsmijter - een versie op twee akoestische gitaren. En dat doe je dus niet, op een festival.

    Ze verklaarde nog 'geraakt' te zijn door de platinum plaat die ze kreeg - ik was het totaal niet.

    11-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    10-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Daan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Daan
    Lokerse Feesten, 10 augustus 2013

    De voorlaatste dag van de Lokerse Feesten afsluiten: voor Daan was het normaal gezien een walk in the park geweest. Maar omdat hij een week eerder, op Linkerwoofer, na een half uur zijn groep van het podium zag verdwijnen omdat die niet meer met een baas wou werken die de teksten vergat, de foute akkoorden aansloeg en blijkbaar te beschonken was. De media sprongen en masse op het voorval, er werden opiniestukken aan gewijd, en uiteindelijk sloeg Daan een mea culpa - en beloofde hij plechtig op de Lokerse Feesten revanche te nemen met het beste optreden van zijn leven.

    Dus stond de kade plots vol, zaterdagavond. Ramptoeristen die Daan nog eens uit de bocht wilden zien gaan? Neen: eerder fans die hem een hart onder de riem kwamen steken. Dat bleek al meteen bij zijn opkomst: stormachtig applaus was zijn deel.

    Hij startte begot zelfs twee minuten te vroeg. Toen ik hem een paar uur eerder in de backstage al even tegen het lijf liep, leek hij bijzonder nerveus en zenuwachtig. Vandaar, dus: te veel zenuwen om nog lang te wachten. Alhoewel: hij had er alle vertrouwen in dat het goed zou komen. In diezelfde backstage hangen namelijk overal briefjes, met de restricties voor de fotografen. Van iedere artiest wordt dan aangegeven wanneer ze foto's mogen maken - meestal de eerste drie liedjes, zonder flash. Bij Daan stond er triomfantelijk bijgeschreven: "En alle bissen"'.

    Hij zat strak in het pak, zonnebril op, gitaar - en stond er moederziel alleen. Parfaits Mensonges, uit zijn laatste Le Franc Belge, te zingen. Toepasselijk, ook. Na het lied draait hij zich om, lijkt hij zijn groep te zoeken. Luid gejoel op de wei, dat hij lachend nog wat aanwakkert. Nog eens turen, zo van: 'waar blijven ze nu?'. Zwaaien met de arm: 'kom dan toch'. Waarna ze opkwamen, allemaal. Lachend. En het optreden echt van start kon gaan.

    En wat een optreden... Strak, gedreven, bezwerend zelfs. Slm opgebouwd, ook: na een kwartier al Exes, en de hits zouden het nieuwe Franse werk blijven afwisselen. Na drie kwartier (waarbij hij telkens opzichtig flesjes water leegdronk) weer een grap, toen hij mee volume vroeg voor zijn folkgitaar; "Of ik sla ze kapot".

    En na een uur: "Ik ben superblij met zo'n goede muzikanten op het podium te staan." En voor de bissen, aangedaan: "Ik zou jullie willen bedanken, na een behoorlijke kutweek - die mijn schuld was, mea culpa - doet het dubbel deugd dat jullie toch zo talrijk hier zijn."

    Maar kijk: zelfs mijn verslagje hier gaat weer vooral over de heisa na Linkerwoofer. Wat idioot is. Belangrijk is: Daan, onze eigen kruising van Ferry, Dutronc, Elvis en Netsky, is een formidabele artiest. Indrukwekkend hoe hij en zijn groep Lokeren platspeelden. Indrukwekkend welk oeuvre de man al bij elkaar schreef - in alle mogelijke genres. The Player, Victory, Swedish Designer Drugs en de afsluiter Housewife - kippenvel. Extase.

    Schrijf het op: Daan is een grote meneer. Waarschijnlijk half gestoord, misschien drinkt hij af en toe te veel op het werk, en vast is hij nu en dan de pedalen kwijt. Maar dat neemt niet weg dat hij een grote meneer is en blijft.

    10-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The B 52's
    Klik op de afbeelding om de link te volgen The B 52's
    Lokerse Feesten, 10 augustus 2013

    Met de geschifte lui van de B 52's was het altijd feest. Op fuiven, op MTV, of gewoon op de radio: het aanstekelijke enthousiasme van de stripfiguren, de beehives, de outfits in primaire kleuren en natuurlijk de muziek - je werd er altijd vrolijk van. Toch heb ik waarschijnlijk nooit een hele plaat (of later cd) van de groep aan één stuk beluisterd. Te veel van hetzelfde. Ook vrolijkheid kan gaan vervelen. Maar: de B 52's waren big. Heel erg big. Kate Pierson bij REM, of hun versie van de Flintstones-tune: onvergetelijk.

    Nu zijn ze oud, en komen ze eindelijk nog eens op een podium te staan. Fred Schneider III (62 jaar intussen), Kate Pierson (65 jaar!!!) en Cindy Wilson (met haar 56 de jongste van de drie) maken van bij hun opkomst duidelijk dat het hen nog steeds om fun te doen is. De videoclips van weleer worden moeiteloos op het podium gebracht: de outfits (Schneider in een fluo-oranje vest, Pierson in een glitterjurkje en een rode pruik, Wilson in een vreemdsoortig zwart pak), de danspasjes en het enthousiasme. Het is er allemaal. De beehives zijn verdwenen, maar niemand die daar om maalt: de muziek is er nog steeds.

    En die muziek... Wel... Gaat precies een beetje te traag. Niet veel, hoor, maar het optreden trekt zich heel moeilijk op gang. Je vraagt je af of het wel om méér dan een gimmick gaat. De Peter Sellers-film The Party uit de jaren zestig wordt hier dan wel perfect in beeld gebracht, maar het feest barst toch niet echt los. NIettegenstaande Roam. En niettegenstaande de geweldige humor. "Here's something you don't gave to worry about: volcanoes", zegt Schneider, wanneer hij Lava aankondigt. Om dan te zingen: 'You're so hot'. Of: "I'm gonna jump in a crater", en de meisjes: "See you later". Grappig.

    Met Love Shack barst het feest, eindelijk, helemaal los. Er wordt een versnelling hoger geschakeld, het publiek wordt eindelijk echt opgejut (want we stonden allemaal te wachten om mee te doen...) en na Rock Lobster, wanneer je nog twee of drie extra mokerslagen verwacht... is het gedaan. Zomaar. Ineens. Een anticlimax, want er volgen geen bissen. Beetje jammer, toch.

    De B 52's waren een nostalgia trip. Geen groots concert, maar: aardig en fun. Alleen jammer van dat voortijdige einde.

    10-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    09-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ceelo Green
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Ceelo Green
    Lokerse Feesten, 9 augustus 2013

    Dé ontgoocheling van het concertjaar: de Amerikaanse dikkerd Ceelo Green. Een complete mislukking, zijn optreden. A Train Wreck, gelijk als dat ze zeggen. Jammer, want speciaal voor deze Meester op deze vrijdagavond naar Lokeren afgezakt. Ik zag hem ooit in de legendarische Abby Road-reeks op de BBC, als het brein en de stem van Gnarls Barkley. Een donderende, heldere stem was het. Zijn Fuck You  was en is aanstekelijke soulfunk, zijn It's OK doet daar nauwelijks voor onder. De man schreef en produceerde Don't Chavan de Pussycat Dolls. Dus: deze kerel heeft heel wat in zijn mars.

    Maar in Lokeren vlotte het niet. Ceelo Green droop af, verbouwereerd, razend, radeloos. En daar waren drie redenen voor.

    1. Het publiek. Dat was gekomen voor Netsky, en liet dat ook duidelijk merken. Vanaf de derde rij stonden mensen met de rug naar het podium, te lachen en roepen en zingen. Een totaal gebrek aan respect voor de artiest op het podium, ja. Het is natuurlijk hun volle recht om voor de headliner, en alleen voor die, af te komen. Maar: een minimum aan respect voor andere artiesten is ook wel een basisbeleefheid. 

     2. De setlist. Let's Dance van Bowie was zowat de gelukkigste coverkeuze. En ook die viel zwaar tegen. Het optreden ging alle kanten uit, van rock naar funk naar soul naar rap. Hoe minder reactie van het publiek, hoe radeloze hij werd en hoe wanhopiger zijn pogingen om het tij te keren. 

    3. De man. Zijn stem klinkt versmurft hoog voor een man van zijn omvang, en heeft verrassend weinig volume. Maar vooral: na iedere song was hij ten einde adem, en viel een lange pauze. Wat meteen weer de sfeer brak, de vaart uit de show haalde, en het publiek de kans gaf lawaai te maken. Een artiest als Ceelo Green hoort het te weten: ga nooit met je publiek in discussie. Probeer het met je muziek voor je te winnen - en als dat niet lukt, is het gewoon zo. Maar eindeloos vragen: "Wat willen jullie dan?" Of "Waarom geven jullie geld uit om hier te staan staan?" of "Ik kan alleen energie geven als ik er krijg", helpen niet. En het werd zelfs helemaal zielig toen hij zei: "Misschien kennen jullie me niet. Ja, in de States noemen ze me Ceelo Green, maar internationaal ben ik bekender als Gnarls Barkley". Tsja.

    Geen idee van deze Ceelo Green echt waard is. Zijn vier danseresjes waren knap, maar overbodig. Zijn groep is geweldig (en neen, het zijn niet de knappe muzikantes van zijn tv-optredens), zijn rappers waren ok, maar het optreden was een sof. De paniek in zijn ogen, de woede omdat het publiek apathisch bleef... Nah. Eentje om snel te vergeten. Ik kijk wel op Youtube.

    09-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    08-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Damien Rice
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Damien Rice
    Lokerse Feesten, 8 augustus 2013

    Het is een rare gok van de programmatoren van de Lokerse Feesten. Na Frankenreiter, Seasick Steve en de orkaan Arno, de breekbare kunst van Damien Rice op het podium zetten. Een Ier die nog maar twee platen maakte - de laatste intussen al vier jaar geleden. De einzelgänger die Lisa Hannigan aan de deur zette - omdat ze hem afremde in zijn artistieke ontwikkeling. En dat in Lokeren. Lokeren, waar het publiek nooit stil is. Waar vanaf de tiende rij wordt gepraat, gelachen en gedronken - en de muziek een vervelende bijkomstigheid is.

    Plots stond hij op het kale podium (een vleugelpiano, een tafeltje met twee stoelen, twee glazen en een fles wijn), Damien Rice. Met zijn gitaar, zonder groep. En begon de magie. Met een unieke stem (soepel, van hoog naar laag en terug, luid en stil, samenzweerderig of uithalend, die stem kan alles) en zijn Ierse verhaaltjes. Mooie verhaaltjes, mooi gezongen. Gillende vrouwen en meisjes vooraan. Net wanneer de verveling toch dreigt toe te slaan, na vier songs, gaat hij achter de vleugel zitten voor een bloedmooi 9 Crimes. Waarna hij zijn gitaar weer vastpakt en verder doet. Liedjes die allemaal een beetje op elkaar lijken. En niet zo goed zijn als 9 Crimes.

    Net wanneer je denkt dat je het wel hebt gehad met deze Rice, is er wéér magie. Hij zoekt contact met het publiek, en in Volcano deelt hij de kade in drie groepen in, die om beurt iets mogen zingen. En kijk: het werkt. Het publiek is mee, krijgt aandacht voor die rare man. Hij haalt een meisje uit het publiek om samen met hem Cold Water te zingen - een gok die goed uitdraait. Nog een gok: verzoekjes aannemen. Unplayed Piano? Ken ik niet helemaal, maar ik kan wel een stukje spelen. Wat hij doet.

    The Blowers Daughter is de uppercut die de kade stil krijgt. Wat een versie, wat een song, wat een artiest. Er komt nog een heel toneeltje - een ander meisje op het podium, ze mag met hem in drie glazen de fles wijn soldaat maken. Het verhaaltje, van de Ier die een pub binnenvalt, het meisje versiert, tot ze zegt dat ze weg moet, naar haar lief dat wacht, gaat over in Cheers Darling. En dat is kippenvel.

    Er zijn betere podia dan dat van Lokeren voor Damien Rice. Maar het feit dat hij hier overeind bleef, en zelfs de kade inpalmde, bewijst wel dat hij één en al klasse is. Nu nog eens een nieuwe plaat maken, asjeblieft. Dankuwel.

    08-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arno
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Arno
    Lokerse Feesten, 8 augustus 2013

    Toen ik Arno de laatste keer zag, vond ik het welletjes geweest. Weg was die eigenzinnige muzikant, die rocker, die voorvader van de Belgische new wave. Hij was verdwenen, vervangen door een clown die het publiek dacht te plezieren met een pastiche van zichzelf. Zwalpend, hunkerend naar liefde door kleffe, vals gezongen, ellenlange versies van Dans les yeux de ma mère. Ik dacht: die heeft het gehad.

    Hoe fout was ik. Met Future Vintage heeft Arno een sterke plaat gemaakt, en op het podium heeft hij zijn oude ik teruggevonden. Mede dank zij jonge honden van muzikanten, met de oude Serge Feys als orkestmeester. Hij duidt het tempo aan en kleurt de songs zo in, dat de anderen volop ruimte hebben om er verder mee te bouwen. Strak, snel, zonder ademruimte, de stevige groove altijd aanwezig, en verder: grommend en blaffend en vloekend en sissend. Yeah. Arno's back. En hoe.

    NIet dat hij de kade in Lokeren mee kreeg. Helemaal niet. Zelfs Qua Pasa, of Et moi je veux nager kregen nauwelijks een reactie. Het waren dan ook geen evidente versies: huilende gitaren, harde ritmes, enfin: je moest wel luisteren om de songs te herkennen. Even kwam de grapjas Arno boven, na een half uur. Hij draaide zich naar zijn muzikanten, en zei: "Ik ben wreed content van mijn muzikanten dat ze hier nog zijn. Merci hé gasten." Met daarna een luide godverdomme - er zouden er nog veel volgen. Even de tekst kwijt van Vive ma Liberté (in een leuke ska-versie), en dan weer de zweep erop en doorstomen. Naar het einde, voor een sneltreinversie van Oh la la la (waarna hij het hele publiek godverdomme liet zingen), en een Putain Putain (godverdomme, kust mijn kloten, zong de hele kade). Arno was in zeer groten doen, en blijft onze unieke witte neger. Op deze manier mag hij het van mij nog heel, heel erg lang doen. 

    08-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seasick Steve
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Seasick Steve
    Lokerse Feesten, 8 augustus 2013

    Seasick Steve, de ex-zwerver die dank zij Hools Holland een blues-carrière kon uitbouwen, en daar op zijn 72ste met volle teugen van geniet, is de hype voorbij. Maar dat kan de man niet deren. Zijn optredens blijven ontwapenend, zijn verhaaltjes heerlijk en zijn muziek ongelooflijk aanstekelijk. Ik zag hem twee keer in de AB, en sindsdien maakte hij al het hoofdpodium van Werchter, Pinkpop en andere grote festivals onveilig. Een optreden gaat meestal ook gepaard met televisie-performances (deze keer bij Marcel Van Thilt), waar hij ook telkens weer dezelfde verhaaltjes vertelt. Over drinken, over zijn zelfgemaakte gitaren (de Diddly Bow, of de Three-string Trance Wonder) en over zijn leven.

    Ik twijfelde lang of de man zo authentiek is als hij laat uitschijnen, of eerder een radertje in een uitgekiende marketing-machine. Na Lokeren ben ik er nog steeds niet uit. Zijn boogie-blues blijft het hem doen, en zijn truucje met Het Meisje ook. Gewoon van het podium af stappen, het publiek negeren, om een knappe griet uit het publiek te vissen, haar mee op het podium te nemen, op een stoel te zetten - om voor haar een liedje te zingen. "What's your name? Isabel? I remember an Isabel". En dan: "I do this all the time, but I mean it every time". Grappig. Om dan iedereen stil te krijgen met een geweldige ballad.

     De fles wijn is nooit veraf, en zijn laatste nummer (Thunderbird of Doghouse? Doghouse!) is er los op. Zijn verhaaltje van hoe hij thuis wegliep wordt in versneld tempo verteld, met een extra uitsmijter: 'ik speelde toen gitaar voor spare change. Ik kan je verzekeren dat ik nu serious spare change krijg om dit te doen."

    Om één uur, vier uur na het einde van zijn set en na Damien Rice, zien we Seasick van het hoofdpodium afsukkelen, de fles wijn in de hand. En neen, het is geen act: de man is echt ladderzat. 

    08-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donavon Frankenreiter
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Donavon Frankenreiter
    Lokerse Feesten, 8 augustus 2013

    Een nobele onbekende, deze Frankenreiter. Op Wikipedia leer ik dat hij 40 jaar is, een Amerikaanse surfer-boy, bevriend met de legendarische Jack Johnson en G Love. Maakt platen, die voor geen meter verkopen en nauwelijks op de radio worden gedraaid. En heeft een snor. 

    En daar zijn festivallekes als deze Lokerse Feesten dan dus ook eens goed voor: zo leer je nog eens mensen kennen. Frankenreiter mag nauwelijks 45 minuten spelen, maar brengt een aangename versie van de bluespop. Een eerste deel is bijzonder laid-back, die sterk aan G Love doet denken, maar net zo goed een zweempje Ben Folds verbergt. Een ruwe stem met een ferme 'grain', en het publiek dat hier al is, geniet er ook van. Halfweg ruilt de surfer (die intussen een grijze snor heeft, trouwens) de akoestische voor een elektrische gitaar, en gaat het tempo fiks de hoogte in. Move by yourself is het sein om loos te gaan, om zichzelf te amuseren en te hopen dat links of rechts een verdwaalde ziel het licht ziet en een van zijn plaatjes koopt. Of de man vaker op de radio draait. Ik zou het doen, als ik kon. Je doet er niemand kwaad mee, je doet er iemand een plezier mee - en deze rustige blues-variant is stukken aangenamer om naar te luisteren dan de bagger die we nu over ons heen krijgen. Dus: niet nog eens een hype, een Lady Gaga of een ander fabrieksproduct à la Adèle. Geef ons dan liever deze Donavon Frankenreiter. Zelfs met zo'n onmogelijke naam, ja.

    08-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  




    Foto

    (meer dan) een jaar gratis muziek

    bestaat nu ook als boek!

    Bestellen via shopmybook 

     

     


    Sommige verslagjes op Radio 1 zijn nog te beluisteren via de Exit-site.
    http://tinyurl.com/ylr3kgw



    En zo...
  • PVDB
  • Boss
  • The Lake
  • Neil
  • Youssou
  • Willy
  • HA!
  • AB
  • Club
  • Bal

    Mail



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs