Inhoud blog
  • Patti Smith
  • Neil Young and Crazy Horse
  • Johnny Marr
  • Motörhead
  • Hooverphonic
  • Amy Macdonald
  • Magnus
  • Rock Werchter 2014
  • The Rolling Stones
  • Simple Minds
  • Triggerfinger
  • Arcade Fire
  • Admiral Freebee
  • Elton John
  • Vanessa Paradis
  • Goldfrapp
  • Monk
  • Nile Rodgers
  • Texas
  • Ozark Henry
  • Axelle Red
  • Daan
  • The B 52's
  • Ceelo Green
  • Damien Rice
  • Arno
  • Seasick Steve
  • Donavon Frankenreiter
  • Deep Purple
  • Alice Cooper
  • Bruce Springsteen & the E-Street Band
  • Rock Werchter
  • Lana Del Rey
  • Poliça
  • Steve Wynn
  • Alabama Shakes
  • Cold Spex
  • Norah Jones
  • dEUS
  • The Specials
  • PIL
  • Echo and the Bunnymen
  • Luc Van Acker
  • The Beach Boys
  • De Mens
  • The Roots
  • Absynthe Minded
  • Brian Ferry
  • Bruce Springsteen and the E Street Band
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Michael Kiwanuka
  • Jonathan Jeremiah
  • John Cale
  • Alice Cooper
  • Gotye
  • Red Hot Chili Peppers
  • Steve Earle
  • CW Stoneking
  • Anna Calvi
  • Bony King of Nowhere en Midlake
  • Toots Thielemans
  • Paul Simon
  • KT Tunstall
  • Selah Sue
  • A tribute to Alan Lomax
  • Richard Thompson Band
  • Hannelore Bedert
  • Lambchop
  • ZZ Top & The Doobie Brothers
  • Steve Miller Band
  • Carlos Santana
  • Peter Gabriel
  • Isobel Campbell and Mark Lanegan
  • Chris Isaak
  • Mark Knopfler
  • Snow Patrol
  • Eric Clapton & Steve Winwood
  • Jamie Lidell
  • Hannelore Bedert
  • Tindersticks
  • Randy Newman
  • 65daysofstatic
  • Heaven 17
  • The Temptations & The Four Tops
  • Angie Stone
  • Joss Stone
  • Chris Rea
  • Lyle Lovett en John Hiatt
  • David Gray
  • Marianne Faithfull
  • Wilco
  • Massive Attack
  • Status Quo
  • Fleetwood Mac
  • Emiliana Torrini
  • Daniel Lanois
  • Moby
  • Ray Davies
  • Donna Summer
  • David Byrne
  • Steely Dan
  • Ry Cooder en Nick Lowe
  • Eagles
  • Morrissey
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Elbow
  • Me First and the Gimme Gimmes
  • Patrick Watson
  • Zappa Plays Zappa
  • Lily Allen
  • Liam Finn
  • Jackson Browne
  • Bob Dylan
  • Lenny Kravitz
  • Razorlight
  • Johann Johannsson
  • Antony and the Johnsons
  • Lyle Lovett
  • Grace Jones
  • Franz Ferdinand
  • John Legend
  • Metallica
  • Luka Bloom and Band
  • Selah Sue
  • Seasick Steve
  • dEUS
  • Raymond
  • Sigur Ros
  • Tony Joe White
  • Herbie Hancock
  • Lambchop
  • Luna Twist
  • John Mayall and the Bluesbrakers
  • Stephen Stills
  • Elliott Murphy
  • Paul Weller
  • Steve Wynn
  • The Lemonheads
  • Alanis Morissette
  • Grace Jones
  • Macy Gray
  • Melee
  • Counting Crows
  • Elbow
  • Bruce Springsteen
  • John Fogerty
  • Stephen Malkmus
  • The Police
  • Iggy & the Stooges
  • Mark Knopfler
  • Willard Grant Conspiracy
  • Madrugada
  • Alison Kraus & Robert Plant
  • Elliott Murphy
  • Tindersticks
  • Sebadoh
  • Mavis Staples
  • KT Tunstall
  • PUSA
  • Electric Eel Shock
  • John Scofield
  • Jools Holland
  • James Taylor
  • Youssou Ndour
  • Alicia Keys
  • Think of One
  • Joe Bonamassa
  • James Blunt
  • The Cure
  • 65daysofstatic
  • Dirty Dozen Brass Band
  • Eels
  • Steve Wynn
  • Lady Linn and her Magnificent Seven
  • Willy Deville
  • Arno
  • Nouvelle Vague
  • Seasick Steve
  • John Watts (from Fisher Z)
  • Inleiding
  • Jim Cole
  • Neil Young
    Foto
    Muziek 2008 - 2014
    (Meer dan) 1 jaar gratis concerten
    Verslagjes van concerten in 2008 & 2009 & 2010 & 2011
    02-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Steve Wynn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Steve Wynn and the Dragon Bridge Orchestra
    Steve Wynn, Linda Pitmon, Erik van Loo, Rodrigo D' Erasmo, Chris Cacavas and Chris Eckman
    AB Club, 2 oktober 2008
    Verslag: nee

    Voor de tweede keer dit jaar naar Steve Wynn gaan kijken en luisteren, en voor de tweede keer een meer dan aangename avond met de man doorgebracht. Erik Van Loo, de Nederlandse bassist die we ook al ontmoetten bij de Willard Grant Conspiracy, stond voor het optreden cd's, dvd's en t-shirts te verkopen. Het is een goed teken om de sympathieke Nederlander te zien: totnogtoe bracht hij me alleen nog maar fantastische muziek.

    Steve Wynn bracht net een nieuwe plaat uit, Crossing Dragon Bridge. Hij nam ze op in het mooie Ljubljana in Slovenië, waar hij letterlijk de Drakenbrug over moest om van zijn hotel naar de studio van kameraad Chris Eckman te stappen. Eckman, die in dit Dragon Bridge Orchestra trouwens ook gitaar speelt. Wynns vrouwtje Linda Pitmon zit het mannelijke deel van het publiek zot te maken op drums, Erik van Loo dus op bas (elektrisch zowel als staande bas), Rodrigo D'Erasmo zorgt met zijn viool voor (Oost-)Europese invloeden en Chris Cacavas doet het op piano en accordeon. En samen zorgen ze voor een zéér fijne avond.

    De beste songs uit Crossing Dragon Bridge, had Steve Wynn in maart al uitgeprobeerd op een klein publiek. Toen nog akoestisch, in Antwerpen. In de AB Club was er niet veel méér volk - ik schat hoogstens 150 man. Maar alles ging dus wel steviger. Het was fijn om die songs nog eens terug te horen, in die andere uitvoering: Manhattan Fault Line, Punching Holes in the Sky... Hei, ik lijk het verslag van 2 maart gewoon te herhalen... Maar het zijn dan ook niet toevallig dezelfde songs die beklijven, die blijven staan. The Deep End is wondermooi, met Steve alleen op gitaar en Rodrigo D'Erasmo op viool. Het nummer is trouwens op een vreemde manier tot stand gekomen: Wynn schreef het, nam het helemaal alleen op in Eckmans studio, waarna Eckman er een strijkje van acht violen bovenop plakte.

    Ja, we kregen ook nog eens de Medicine Show, tot grote vreugde van een deel van het publiek, dat duidelijk om sentimentele redenen naar de AB was afgezakt.

    Steve Wynn lijkt me een toffe gast, die plezier heeft in wat hij doet en dat gewoon graag doet. Liedjes maken, op een podium staan, een publiek entertainen. Mij bezorgde hij in ieder geval weer een zeer aangename avond.

    02-10-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    23-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Lemonheads
    Klik op de afbeelding om de link te volgen The Lemonheads
    Botanique
    23 september 2008
    Evan Dando
    Verslag: ja

    The Lemonheads: het is zo'n groepje waar ik kop noch staart aan krijg. Ze produceren perfecte gitaarpop - altijd aangenaam om hun dingen op de radio te horen. Puik geschreven nummers, lekker gezongen, fijne gitaarriedels, kortom: lekkere muziek. Van Into your Arms tot If I could Talk, om zeker Mrs Robinson niet te vergeten: allemaal even lekker. Maar zet Evan Dando op een podium, en alles verandert: de gitaarpop wordt punkrock, de gitaarriedels worden overstemd door feedback en het meerstemmige gezang wordt vervangen door geneuzel. Het lijkt alsof The Lemonheads op een podium hun uiterste best doen om die knappe songs zo onherkenbaar, slecht en snel mogelijk te brengen.

    Een behoorlijk schizofrene houding, als je het mij vraagt. En misschien ook de reden waarom Dando compleet onderuit is gegaan. Drank en drugs, weet je wel. Vorig jaar werd hij op de Lokerse Feesten uitgejouwd - hij struikelde over zijn eigen voeten, hij vond de gitaarakkoorden niet en kwam ongevraagd én alleen een bisnummer brengen. Pijnlijk, zielig. In de Botanique, voor 5 procent van het aantal toeschouwers van de Lokerse Feesten, was hij behoorlijk nuchter - hij lachte tijdens het optreden, praatte met de groep, deed zijn ding. Wat hem beleefd applaus opbracht, geen uitzinnige reacties.

    The Lemonheads werden in 1986 opgericht, bestonden tot 1997, en werden in 2006 nieuw leven ingeblazen. De enige constantes die tijd: Dando, drugs, alcohol. Verder speelde zowat iedereen die een drumstel en/of een basgitaar had, bij de Lemonheads mee. Alleen Axl Peleman nog niet, al twijfelen we daar soms wel aan. Nu was de bezetting in ieder geval weer veranderd, en deze keer was het een goeie personeelswissel. De bassist hield Dando namelijk onder controle. De nummers volgden elkaar in een snel tempo op, we kregen wat we verwachtten (It's a Shame about Ray was aardig, My Drug Buddy toepasselijk, Into Your Arms en if I Could Talk I'd Tell you waren ok) en zelfs de ellende met zijn gitaarpedalen (zijn gitaar viel tot vier keer toe uit) kon hem niet uit zijn humeur brengen. Tijdens de solo-set (waarin grappige nummers als Outdoor Type de revue passeerden - een soort punk-country-folk) werd het hem toch even te veel, bij de derde panne. Hij begon het nummer opnieuw, vloekte na drie seconden iets 'dat-ie dat nummer sowieso niet wou spelen' en verdween. Iedereen lachen: zo kennen we onze Evan weer... The Lemonheads kwamen terug voor een bis, speelden die (zijn gitaar viel wéér uit, maar de bassist zong en speelde door alsof er niks aan de hand was) en verdwenen. Minder dan een uur speelden ze - en dat is toch wel extreem kort, voor wie er 21 euro voor neertelde.

    Gelukkig hadden we voor the Lemonheads kunnen genieten van het prima voorprogramma: Racoon. Een kwartet uit Zeeland, dat heel fijne, verzorgde nummers bracht - het contrast met Dando had niet groter kunnen zijn. Leuke nummers - Good& Ugly, My Town, Hero's in Town, fijn allemaal. Met dé hoofdbreker van de avond: ze smokkelden een stukje muziek binnen dat begon met "6 am, Day after Christmas..." De hele avond heb ik me lopen afvragen van welk liedje het kwam... (Het is het begin van Brick, van Ben Folds Five).

    Maar goed: al bij al een fijne avond gehad. Met vier Hollanders die hun best deden, en een Amerikaan die te veel in de rock 'n' roll-droom gelooft.

    23-09-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    10-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alanis Morissette
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Alanis Morissette
    Lokerse Feesten, 10/8/8
    Verslag: Neen.

    De Lokerse Feesten staan op een belangrijk kruispunt. Blijven ze feestelijk, met veel drank en vuurwerk en kermis in de buurt? Of gaan ze nog méér voor de muziekliefhebber? Zondagavond, op de slotdag van de Lokerse Feesten, werd het schisma bij momenten pijnlijk duidelijk. De helft van het plein stond ook zondagavond vol mensen die kwamen feesten - pinten drinken, luid lallen, vrienden terugzien. De andere helft komt voor de schitterende affiche. Maar die twee groepen worden bijzonder moeilijk te verzoenen. Ik hoorde af en toe meer een beter hoe de klusjesman iemands huis om zeep had geholpen, dan ik Alanis Morissette hoorde zingen. Ik kan me voorstellen dat de situatie vroeg of laat ontspoort.

    Maar goed: die slotdag dus. Buffalo Tom mocht die openen, en deed dat zoals mocht verwacht en gehoopt worden: luid, vol overgave, met veel lawaai. Te veel, vonden veel feestvierders, en ze bestormden de tent waar oordopjes werden uitgedeeld. Buffalo Tom was goed, maar bracht niks nieuws. En zal dat waarschijnlijk ook nooit meer doen.

    Het was wachten op Alanis. De Canadese (intussen genaturaliseerd tot Amerikaanse) is nu 33 jaar, ziet er goed (zij het wat mollig) uit en heeft net een nieuwe cd uit. Haar zevende studio-album, haar vijfde sinds "Jagged Little Pil' uit 1995. Die plaat zette voor haar de wereld op z'n kop. Moet je even nagaan: je bent 21 jaar, schrijft een plaat vol persoonlijke nummers over bedrog, scheiden en lijden. En dan verkoop je er dertig miljoen exemplaren van. Dertig miljoen! Met zo'n druk kan geen enkel mens om. Ook Alanis niet. Sinds die plaat, holt ze een beetje zichzelf achterna, en zoekt ze haar leven. Bij Indische goeroe's, bij foute mannen, waar ze ook denkt iets te vinden. Alleen: goede muziek bracht het niet meer op. Wel veel middelmatig werk, en dieptepunten als 'Jagged Little Pil Acoustic', die alleen via Starbucks te koop was, in de VS.

    Nu bracht ze Flowers of Engagement uit, en het is de eerste redelijke plaat sinds 1995. Ze is blijkbaar weer door een vriendje in de steek gelaten, en dat levert haar aardig materiaal op. Maar tijdens de Lokerse Feesten bleek nog maar eens hoe zwaar dat debuut weegt. Ironic, Hand in my Pocket, àlle nummers uit Jagged Little Pil werden meegezongen. De nieuwe liedjes quasi genegeerd. Alanis Morissette was prima bij stem, gaf zich ook helemaal - mooie scènes toen ze met de mondharmonica in duel ging met een van de gitaristen. Maar: veel nummers kregen vreemde arrangementen mee, en werden net een stapje te traag gespeeld.

    Het Lokerse plein was tevreden - de ene helft omdat Alanis Morissette een aardige set bij elkaar had gespeeld. De andere helft omdat het bier fris en lekker was.


    10-08-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    09-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grace Jones
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Grace Jones
    Lokerse Feesten, 8/8/8
    Verslag: Neen

    Grace Jones. I've seen that Face before... In Antwerpen, in het Karbonkel-café, heel lang geleden. Een wereldvreemde, vulgaire en stoned, verlept voormalig fotomodel, dat teerde op de roem van een paar hits. En dat is dan al vijftien jaar geleden. U begrijpt: veel redenen waren er niet om uit te kijken naar mevrouw Jones. Ja, natuurlijk: die hits waren wel supergoed. Sly and Robbie dreven ritmes, zij bromde er overheen, en de hype errond was zeer mooie marketing - het opgeschoren haar, de hele gay-scene...

    De homo's van Lokeren (en van ver daarbuiten, hoop ik voor de Lokerse meisjes) tekenden in ieder geval present, vrijdagavond laat. En ze werden beloond. Grace Jones ziet er beter uit dan vijftien jaar geleden - de Wellness-kliniek heeft vruchten opgeleverd. Ze is weer een waardig stijlicoon geworden: knap, waardig, uitdagend en vooral: vrolijk. Ze had hier zin in, en met haar ook haar band. De grooves zaten meteen juist (de belachelijke videoclip vooraf vergeten we maar even), en vooral: Grace Jones kan zingen. Diep, hoog, sexy grommen of uitdagen. Alles zit erin. En alles komt er ook uit. Libertango was ronduit mooi (alleen jammer dat de klank van de accordeon niet goed kwam).

    Je moet ook Grace Jones zijn om ongestraft Frans te praten tussen de nummers door, of om iets te mompelen als: 'ik ben blij om weer in Frankrijk te zijn', even later gevolgd door 'je ne sais pas très bien où je suis maintenant'. Het zal mij ook worst wezen waar ze is, eigenlijk: laat ze maar fijn de decadentie vertegenwoordigen, zo lang ze maar af en toe eens flink voor supergrooves zorgt als vanavond. Lekker!

    09-08-2008 om 14:11 geschreven door Peter VDB  


    08-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Macy Gray
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Macy Gray
    Lokerse Feesten, 8/8/8
    Verslag: Ja

    Na Melee, mocht de zogenaamde echte Vedette, Macy Gray, de intussen volgelopen Lokerse kade entertainen. Macy Gray verraste in 1999 vriend en vijand met haar debuut-cd 'How Life Is' en de bijhorende, stomende optredens. Stem van schuurpapier die toch o zo lief klinkt, fantastische nummers en een artieste die zich in het zweet werkte: Gray aan het werk zien en horen was toen een feest. Nu is het een corvee geworden. Zeker voor haar.

    Macy Gray bracht naar Lokeren vijf muzikanten mee, en twee achtergrondzangeressen. De muzikanten met een fuschia pruik (het waarom ontgaat me nog steeds), de zangeressen in een fuschia, sexy kleedje. De ene was klein en tenger, de andere groot en breed. Maar ze zongen en dansen onweerstaanbaar, aanstekelijk, sexy. Macy Gray niet: blijkbaar is zij van oordeel dat ze nu persoon in dienst heeft om voor haar het werk op te knappen. Zelfs het zingen. Het duurde tien minuten (of drie nummers) voor Macy eindelijk wat verder kwam dan gewauwel en gebabbel, en ze toch wat zong. Na twintig minuten kregen we een rits hits - When I see you stak het vuur aan de lont. En Macy Gray leek te gaan zingen, voorwaar.
    In m'n verslag voor Exit Live omschreef ik mevrouw Gray als een diesel op jaren: het duurde heel lang voor ze op temperatuur was, en ze er toch nog in slaagde om een feestje te bouwen. Maar ik vermoed vooral dat ze vooraf al een feestje had gebouwd, en ze zo stoned als een garnaal op het podium stond. Naar het einde toe, had ze zelfs haar (glinsterende, Las Vegas-stijl) microfoonstandaard nodig om rechtop te blijven staan. En na het optreden duurde het een eeuwigheid voor ze de backstage in kwam: ze had blijkbaar eerst 'iets' nodig op het podium.

    Neen, Macy Gray heeft geen future so bright she's got to wear shades. We hadden het kunnen weten: meewerken aan Night of the Proms is niet bepaald een carrièreboost voor internationale sterren. Gray loopt nog steeds het succes van haar debuut achterna, en is blijkbaar vergeten dat dat succes werd gesteund door hard werken tijdens optredens. Nu leek ze maar één keer echt geboeid, en overtuigd van wat ze zong: tijdens de coverversie van Radioheads' 'Creep'. What the hell am I doing here, I don't belong here...

    08-08-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Melee
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Melee
    Lokerse Feesten, 8/8/8
    Chris Cron: zang, piano
    RIcky Sans: gitaar
    Ryan Malloy: bas
    Mike Nader: drums


    Na een lange zomerpauze, eindelijk nog eens een optreden gedaan. Het was weer wennen. Ook al omdat het om een festival ging, en ik festivals meer associeer met bier dan met muziek. Al zijn de Lokerse Feesten misschien de uitzondering op de regel. Puike affiches, tien dagen lang afwisseling, zonder al te hoog van de toren te blazen. En een fijne ambiance ook, naast de sporthal daar.

    Toen de vier jonge snaken van Melee aan hun optreden begonnen, stond er echter nog maar een handvol mensen op het terrein. Een beetje pijnlijk: de Amerikanen smeten zich wel, maar je vroeg je eigenlijk af waarom... Toen één vrouw hen gewoon 'yeah' toeriep, waren ze zo blij met een reactie uit het publiek, dat ze er zelfs op inspeelden. Kom je helemaal uit ZUid-California, sta je in Lokeren (godbetert) voor vijftig man liedjes te spelen... Rock 'n' Roll? Ik weet het toch niet.
    Maar ik wist dan ook niet goed wat Melee was. Tot ik de twee radiohitjes vooraf beluisterde: Imitation en Built to Last zijn ijzersterke popsongs, gedreven door een piano en een wilde gitaar, en prima zangpartijen van Chris Cron. Live bleef dat allemaal zeer stevig overeind: Cron ziet er wat onbeholpen uit (een lange slungel, eigenlijk), maar zijn stem doet het wel. En die twee nummers konden zelfs op bijval rekenen. Imitation zat heel vroeg in de set, maar voor Built to Last stond het plein al wat meer gevuld - en overal zag je de herkenning op de gezichten, en mensen die meezongen, meewiegden. Schoon liedjes.

    Voor Melee wordt het nu zaak nieuwe nummers te schrijven die minstens even goed zijn - en dan zijn ze misschien vertrokken. Op 27 september staan ze in de AB Club - en dat is in ieder geval al iets om geweldig naar uit te kijken. Melee voor fans, bij fans, in een intieme setting... Ja, dat kan werken.

    08-08-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    02-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Counting Crows
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Counting Crows
    AB, 2 juli 2008
    Adam Duritz (zang)
    David Bryson (gitaar)
    Dan Vickrey (gitaar)
    David Immerglück (keyboards)
    Jim Bogios (drums)
    Millard Powers (bas)
    Verslag: Ja


    Adam Duritz, de zanger van Counting Crows, lijkt zich eindelijk te hebben verzoend met zijn vedettenbestaan. De man lag jaren met zichzelf in de knoop: omdat het uit was met zijn lief, omdat hij weer 'That Song' (Mister Jones) moest spelen, omdat mensen het liever over zijn liefdesleven dan over zijn muziek hadden. Enfin, Adam vond altijd wel een reden om met depressies te flirten en onnoemelijk dik te worden. De eerste keer dat ik de Crows zag, in de Vooruit in Gent, was Duritz een zanger die zich volledig gaf, die hyperkinetisch tekeer ging op het podium - het verhaal doet de ronde dat hij na optredens, totaal uitgeput, aan de zuurstoffles moest. Een paar jaar later dag ik Duritz op tv, vanop Pinkpop: hij was zo dik geworden, dat hij nauwelijks nog van achter zijn piano vandaan kon.

    Nu staat hij weer scherper - en zijn Crows met hem. Het is intussen een 7-koppige groep geworden (er ontbreekt dus een naam in het lijstje hierboven), met vooraan de drie gitaren. Hun nieuwe cd, Saturday Nights and Sunday Mornings, grijpt in het eerste deel terug naar het recept van hun beste plaat (hun tweede), Recovering the Sattelites. En dat blijkt ook live. Ze putten niet alleen het meeste uit die cd, maar hun geluid is ook weer ruwer, rauwer geworden.

    Deze zomer treden de Counting Crows vrijwel uitsluitend op festivals op (morgenavond al op Werchter), en in de States touren ze met Maroon5. In de AB hadden ze de avond en het publiek voor zich alleen - 'we won't do much talking, we want to play all those songs', zei Duritz. En hij was van zijn woord. Mister Jones, Around Here (met Mary, Queen of Arkansas van Springsteen er doorheen verweven); Have You Seen me Lately, A Long December, Angels of the Silences, Monkey,... Uit de nieuwe cd nauwelijks drie nummers - When I Dream of Michelangelo, 1492 en Hanging Tree.

    De overvolle en oververhitte AB genoot, met volle teugen. Van de muziek, van Duritz. Zelfs van het laatste nummer - Take a Holiday in Spain, een nummer van de Hollandse groep Bluf. Tja. Niemand is perfect.

    02-07-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    24-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elbow
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Elbow
    Botanique, 24 juni 2008
    Guy Garvey: zang
    Mark Potter: gitaar
    Craig Potter: Keyboards
    Pete Turner: bas
    Richard Jupp: drums
    Verslag: Ja

    Zelden met zoveel tegenzin naar een optreden gegaan als dinsdagavond. Er waren redenen zat om niet naar Elbow te trekken: ik wou nog niet uit de roes stappen waar Springsteen me de avond voorheen in had gedompeld; het was snikheet en de Botanique is (letterlijk) een serre; en de muziek van Elbow wordt gelaagd genoemd - is dus moeilijk en zwaar en triest. Maar zie: het viel allemaal best mee. Meer nog: af en toe amuseerde het me zelfs.

    Elbow wordt door critici in één adem genoemd met supergroepen als Radiohead en Coldplay. Wat bij mij dan weer een associatie oproept met Valium. Hun vierde cd, The Seldom Seen Kid, lijkt hetzelfde lot beschoren als hun eerdere platen: door de muziekwereld de hemel in geprezen, maar verder geen resultaat.Geen verkoop, geen hits. Is dat jammer? Eigenlijk wel - die vierde cd bevat een paar fantastische nummers, de muziek klinkt wel heel mooi en zanger Guy Garvey heeft een hemelse, zuivere stem. De Botanique stond in ieder geval eivol, dinsdagavond: de oude die-hard fans die de groep al jaren volgen (en prettige conversaties schreeuwden met Garvey); de nieuwsgierigen die de hele Elbow-Coldplay-hype van op de eerste rij wilden beoordelen, en verder de halve Belgische muzieksien - van artiesten tot zowat iedere recensent of radiomaker.

    Elbow begon bijzonder bombastisch: cd-opener Starlings kreeg trompetmuziek mee (of waren dat samples?), en twee zangeresjes/violistes stapten mee het podium op. Maar vanaf het tweede nummer, The Bones of You, werd het duidelijk: dit is een goeie groep. Muzikanten die weten waarmee ze bezig zijn, die met klankkleuren toveren en de juiste sfeer scheppen voor Garveys stem. En die stem stààt er: zuiver, mooi, meeslepend. Garvey is wel zo'n kilo of vijftien te zwaar, en gaf zelf toe dat hij praatjes slaat met het publiek om op adem te komen - het optreden zou dan ook nauwelijks anderhalf uur duren. Ja, helemaal anders dan Springsteen met z'n drie uur rock.

    De set wisselde hoogtepunten af met ronduit vervelende songs. Vooral uit het oudere werk putten de vijf uit Manchester in hun reserve van trage nummers. En zoals iemand naast me in het zaaltje opmerkte: 'zo moeten ze er geen drie na elkaar spelen, of ik val in slaap'. Maar de hoogtepunten maakten veel goed. New Born (uit hun debuutcd) begon traag, maar kreeg een opzwepende finale mee. Grounds for Divorce was ronduit schitterend en betoverend. De nummers uit die vierde plaat kregen live een extra dimensie mee. Recensenten schreven vooraf dat je de cd vier keer moest beluisteren om de 'ware kracht' van de songs te appreciëren - wat natuurlijk ongelooflijke onzin is: een nummer is raak of het is het niet. Wel, live waren die nieuwe dingen allemaal buitengewoon raak. Mirror Ball was nog zo'n prachtding - een mens zou er enthousiast van worden. Het publiek deinde zachtjes mee - om echt uit de bol te gaan was het echt wel veel te heet in het zaaltje. In zijn betere momenten deed dit Elbow me denken aan het memorabele optreden dat Radiohead ooit gaf in Vorst Nationaal, om OK Computer te promoten. Toen wist je niet wat je hoorde, klonk alles perfect en werd je (of je dat nu wou of niet) door Radiohead meegezogen in hun bizarre wereld. Elbow staat nog niet zo ver. Maar nog één goede plaat met klassesongs, en ze kunnen hetzelfde werk afleveren live.

    24-06-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    23-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruce Springsteen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bruce Springsteen and the E-Street Band
    Sportpaleis Antwerpen, 23 juni 2008
    Bruce Springsteen: zang
    Steven Van Zandt: gitaar
    Nils Lofgren: gitaar
    Max Weinberg: drums
    Soozie Tyrell: viool
    Gary  Tallent: bas
    Clarence Clemons: sax
    Roy Bittan: keyboards
    Charlie Giordano: keyboards
    Verslag: Neen.

    Waar te beginnen? Een Boss-concertverslag van mij kan onmogelijk objectief zijn, en ik geloof ook niet dat iemand zoiets verwacht. Maar wat er maandagavond in Antwerpen gebeurde, wel... Waar te beginnen?

    Bij het enige negatieve van de avond: de klank in het Sportpaleis was abominabel slecht. Een schande: zeventig euro voor een staanplaatsje, in een veel te vol gepropt middenveld, en dan nog geen fatsoenlijke klank kunnen leveren... De muziek botste tegen de muren en het dak, alle richtingen uit, de drums en bas dreunden te lang na, soms zag je wel gitaarsolo's maar hoorde je niet eens een gitaar, en veel van wat hij zelf zei, ging ook al verloren in de soep. Jammer, meer dan jammer.

    Maar toch, maar toch was het een grootse avond. Na 38-of-zo optredens, denk je dat je zijn energie intussen kent, dat je weet hoe de man werkt, hoe zo'n tournee in elkaar zit. En dan komt hij het podium op, en doet hij weer allemaal andere dingen. Bekijk de setlist hieronder: van zoiets droom je alleen maar, je durft zelfs niet luidop de hoop uit te spreken dat hij ooit, op zijn leeftijd, nog eens al die nummers uit de kast haalt voor een optreden van drie uur lang. Maar hij deed het dus wel.

    In het tweede deel van deze tour startten de fans met een nieuwe rage: ze brengen bordjes mee waarop ze hun verzoekje schrijven; hij zamelt de bordjes in en overlegt dan met de groep welke oudjes er worden gespeeld. Thundercrack heb ik thuis op bootlegs staan, ik geloof dat het ook op 'Tracks' verscheen, maar ik geloofde nooit dat ik het de man ooit nog zou horen spelen. Vlekkeloos, tien minuten lang, alsof ze het de hele dag hadden gerepeteerd. Pointblank, Trapped, Sandy en op het einde ook nog eens Thunder Road... Dit benadert de perfectie voor oude mannen als ikzelf.
    Het Sportpaleis bekeek het allemaal, en besloot te doen wat de Boss en de groep op het podium deden: we smijten ons volledig. Mary's Place was de start van een gigantisch volksfeest, waarbij iedereen zong en danste en sprong en genoot. Fire werd een zangfeest. I'm a Rocker en Glory Days... Enfin, ik doe de andere songs oneer aan door een een paar uit te pikken.

    Maar: waar te beginnen? Bij Ross en Charlie, bijvoorbeeld. De twee Amerikanen (vader en zoon) kwamen voor het optreden op ons afgestruind, pint in de hand, langs de kroeg waar we ons met een hele groep aan het voorbereiden waren. Lees: waar we ook pinten dronken. 'Wil je backstage gaan', vroegen de twee aan Rhonda en Kristy, de Amerikaanse vriendinnen waarmee ik de dag had doorgebracht. Hij gaf ons twee stickers: loop binnen helemaal naar achter, passeer de security en je zult er Steve Van Zandt ontmoeten. Niemand die zoiets gelooft - maar we deden het toch. We kwamen in een kale ruimte terecht, werden naar een ander zaaltje geroepen - en daar speelde Stevie de gastheer. Voor een zestal lucky fans tekende hij tickets, ging hij op de foto staan (van zodra Rhonda me die foto doormailt, post ik hem hier. Natuurlijk). Ik vroeg hem hoe de groep zich voelde. Zijn antwoord, met Silvio-grijns inbegrepen, was: 'Mean'.

    En ze waren dus fucking mean. Jammer van de klank, anders was dit optreden ongetwijfeld boven aan de lijst Boss-optredens terecht gekomen. En, op hetzelfde moment, doet deze setlist me vrezen dat dit het afscheid was van de E-Street band as we know it...

    So Young And In Love *** Radio Nowhere *** Ties That Bind *** The Promised Land *** Spirit In The Night *** Magic *** Trapped *** Sandy (4th Of July, Asbury Park) *** Prove It All Night *** Thundercrack *** Because The Night *** She's The One *** Living In The Future *** Mary's Place *** Fire *** Pointblank *** The Rising *** Last To Die *** Long Walk Home *** Badlands *** *** I'm A Rocker ***  Born To Run *** Thunder Road *** Glory Days *** American Land

    23-06-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    19-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Fogerty
    Klik op de afbeelding om de link te volgen An Evening with John Fogerty
    Vorst Nationaal, 19 juni 2008
    John Fogerty, Billy Burnette, Kenny Aronoff, Hunter Perrin, David Santos, Matt Nolen
    Verslag: Ja (Sporza)

    John Fogerty: de man van Creedence Clearwater Revival (CCR), de uitvinder van de Swamp Rock, de kerel die tussen 1968 en 1972 liefst zeven albums maakte, stuk voor stuk gevuld met klassiekers. Van Proud Mary tot Green River, Fortunate Son tot Have you Ever Seen the Rain. Een moeilijke mens, die lange rechtszaken uitvocht met zijn ex-bandleden (inclusief zijn broer), met zijn platenfirma - waardoor hij jaren lang zijn eigen CCR-nummers niet meer mocht spelen. John Fogerty, die vier jaar geleden samen met Bruce Springsteen, Michael Stipe en Eddie Vedder de Vote for a Change-tour opzette in de VS, om presidentskandidaat John Kerry een duwtje in de rug te geven. En John Fogerty, ten slotte, die eind vorig jaar zijn achtste solo-album uitbracht, Revival.

    Die Revival is more of the same: goeie rocksongs, die net zo goed veertig jaar geleden op een CCR-album hadden kunnen staan. Of dat erg is? Natuurlijk niet. Hoe veel Jamie Ollivers er ook komen, de beste recepten haal je nog steeds uit het kookboek van de boerinnenbond. En dat kwam Fogerty bewijzen in (een slechts voor drie kwart volgelopen) Vorst.

    Van bij de eerste noot (de intro van Travelin Band) werd het duidelijk: dit zou een plezante avond worden. Fogerty, 61 jaar intussen, is verbazend goed bij stem, klinkt nog steeds al voorheen, en is een pure entertainer. Zijn groep was er enkel en alleen om hem te bedienen. En die groep deed dat perfect. Eén drummer, één bassist, één Hammond-orgelist, drie gitaren en Fogerty zelf die elk nummer een andere gitaar kreeg om de solo's en leads voor zijn rekening te nemen. De orgelist speelde dan ook af en toe nog eens gitaar mee, zodat er bij momenten een heuse gitaarmuur werd opgetrokken. Zonder dat het ooit een soep werd - het geluid bleef goed en helder.

    Ik was zowat de jongste in het publiek - en met mijn 42 jaar wil dat toch al wat zeggen. Veel houthakkershemden, veel hard-rockers, veel cow-boyhoeden en veel maatpakken. En iedereen genoot, want we kregen waarop we hoopten: een avond bladeren in het grote CCR-boek van rocksongs die in ons collectieve geheugen gebrand staan. Travelin' Band, Bad Moon Risin', Green River, Who'll stop the Rain, Lookin' out my Backdoor,... Iedere artiest droomt van zo'n openingsvijftal. Gogerty was energiek, converseerde met zijn publiek, en had er duidelijk zin in. Op het einde van het optreden riep hij: 'I actually like doing this, as you might have noticed'. En ja, we noticeden het. Uit zijn nieuwste cd haalde hij slechts drie nummers (Don't you Wish it was true, een wereldverbeteraarssong, River is Waiting, een CCR-klassieker, en Broken Down Cowboy, een trager nummer). Het optreden kende een dipje toen hij minder bekende nummers bracht en met viool en zelfs accordeon de bayou- en zelfs country-invloed toenam.

    Maar met Have you ever seen the Rain ontplofte de zaal: iedereen dansen, iedereen meezingen. Down the Road, Down on the Corner, Up Around the Bend (met Scott en Tyler Fogerty mee op gitaar, waardoor er zeven gitaristen op het podium stonden), Hey Tonight, Old Man is Down the Road, Fortunate Son, Rockin' all Over the World,... Eindelijk nog eens een artiest aan het werk gezien die ons komt plezieren. Je kreeg constant het gevoel dat Fogerty dit deed omdat hij ons wou tevreden stellen, dat hij ons dankbaar was omdat we hem kwamen bekijken en beluisteren. En niet,zoals met al te veel groepjes het geval is, dat wij blij mogen zijn omdat zij beslisten op tournee te gaan. En ja, op het einde werden de liedjes iets te snel en slordig gespeeld, en begon zijn stem het te begeven. En ja, de hardrock-drumsolo's waren er een beetje over. Maar het was toch een fantastisch optreden.

    Setlist:

    Travelin' Band - Bad Moon Risin' - Green River - Who'll Stop the Rain - Lookin' out My backdoor – River is Waiting - Born on the Bayou - Don't You Wish it was True - My Toot Toot - Midnight Special –I will walk with you – Cotton Fields - Blue Moon of Kentucky – Ramble Tamble - Broken Down Cowboy - Keep on Chooglin' - Have you ever seen the Rain - Night Time is the Right - Comin' Down the Road - Premonition - Down on the Corner - Good Golly miss Molly - Up around the Bend - Hey Tonight - Old Man Down the Road - Fortunate Son - Rockin' all Over the World – Proud Mary

    19-06-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    11-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stephen Malkmus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Stephen Malkmus and the Jicks
    AB, 11 juni 2008
    Stephen Malkmus - zang en gitaar
    Janet Weiss - zang en drums
    Joanna Bolme - bass
    Mike Clark - gitaar en keyboards
    Verslag: Ja

    Heel lang geleden zag ik Pavement in de AB. Ik herinner me vooral de vele pinten die we toen dronken in de Foyer, de spanning die in de AB hing omdat Pavement toen zowat de hotste groep was ter wereld, en de ontgoocheling omdat de bende junks/alcoholici van vele van Malkmus' schitterende songs een potje maakten. De geruchten werden bevestigd: Pavement was niet alleen een slordig spelende groep, het was ook een bijzonder beperkte groep. Lees: de muzikanten deugden niet.

    Nu stond Malkmus met zijn nieuwe groep, the Jicks, in diezelfde AB. Het is te zeggen: in de AB Box - de kleinere versie van de zaal. En die Box was niet helemaal volgelopen. Malkmus mag dan een levende legende zijn, toch spreekt hij blijkbaar minder tot de verbeelding dan in zijn drugs- en alcoholovergoten verleden bij Pavement. En dat is zeer, zeer jammer. Want dit was een van de betere concerten van het jaar.

    Ik vraag me af hoe Malkmus zich deze dagen voelt. Waarschijnlijk goed - hij leek heel ontspannen, maakte grapjes met de groep en het publiek. Maar ergens moet er toch spijt zijn:bijvoorbeeld omdat hij niet veel eerder Pavement had opgeblazen om met echte muzikanten aan de slag te gaan. Want die Jicks kicken verdorie ass. De drumster, Janet Weiss, is grandioos: ze houdt de boel bij elkaar, en zorgt ervoor dat Malkmus alle ruimte krijgt om zijn ding te doen. Het is dan ook nog eens bijzonder sexy, zo'n vrouwelijke drummer. Met een bassiste erbij, weet een gezonde man niet waar eerst kijken op het podium.
    Alhoewel: naar Malkmus kijken, natuurlijk. Het genie bracht net zijn vierde post-Pavement plaat uit, Real Emotional Trash, en het is veruit de beste van de vier. We kregen 'm ook bijna integraal te horen - van opener Dragonfly Pie over Gardenia, Cold Son, Baltimore, Hopscotch Willy, Elmo Delmo tot We Can't Help you. Mooi hoor. Het blijft natuurlijk moeilijke muziek: per song zitten er nog steeds drie of vier melodielijnen, soms is het zelfs niet duidelijk of ze een nieuw liedje inzetten of niet. Maar het is allemaal wonderbaarlijk mooi gespeeld, met Malkmus in een absolute glansrol op gitaar.

    De epische, psychedelische rock van Malkmus is dus niet gemakkelijk, maar werd duidelijk wel door het publiek gesmaakt. Dat publiek luisterde en bewonderde, heel beleefd, en applaudiseerde na afloop. Af en toe werd iets geroepen (Thanks for coming to Brussels), maar het bleef allemaal behoorlijk netjes. Waarschijnlijk enerzijds omdat het publiek vooral uit veertigers bestond, anderzijds omdat de geweldige Pavement-hitjes (Stereo, Shady lane of Here, bijvoorbeeld) ontbraken.

    Malkmus is een grote meneer. We kunnen alleen maar hopen dat hij de plaats, ruimte, tijd en geld blijft krijgen om zijn ding te doen.

    11-06-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    07-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Police
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    The Police
    Werchter, 7 juni 2008
    Sting (zang en bas)
    Andy Summers (gitaar)
    Stewart Copeland (drums)
    Verslag: Neen.

    Lang leve de juke-box. Je steekt er een cent in, duwt op een knop, en je krijgt de muziek die je koos. Plots is het voorbij, maar als je nog centen hebt, kun je nog doorgaan. De muziek verrast je niet: je kiest uiteindelijk zelf, en je keuze klinkt precies zoals je het had verwacht.

    The Police is zo'n juke-box. De groep is aan een wereldwijde afscheidstournee bezig, nu al veel te lang, en speelt daarin avond na avond netjes wat de mensen verwachten. Op het podium denken ze aan het geld dat de tour hen opbrengt, wat ze later met dat geld zullen doen, na de tour. En gehoorzamen ze gedwee wanneer het publiek een ander knopje indrukt: dan gaat het tempo wat omhoog, wordt er eens gelachen, wordt er een ander ego opgeblonken en dwalen de gedachten weer af naar het spaarboekje van de achterkleinkinderen...

    De Police maakte fantastische muziek: legendarische elpees met geweldige songs. In 1977 richtte de Amerikaanse drummer Stewart Copeland de groep op, in 1984 spatte alles uiteen. De ego's waren te groot geworden: Sting was acteur-zanger, Copeland voelde zich miskend als oprichter en Summer beschouwde zichzelf als het genie van de groep. Eénmalige reunies maakten duidelijk dat de drie elkaar niet meer lustten, tot ze plots in 2007 toch weer samenkwamen voor een wereldtournee. Nu houden ze er echt mee op, beloofden ze: na deze tour nooit meer samen.

    Dus moest je er in Werchter wel bij zijn. De vraag was: hoe goed kunnen drie heren op leeftijd, The Police naspelen?

    Het antwoord: heel erg goed. The Police, dat is dus duidelijk Sting. Ja, het gitaarspel van Summer is vaak virtuoos en zorgt voor verluchting. Ja, het slagwerk van Copeland doet de songs vooruit drijven. Maar het is de fladderende bas van Sting, en zijn o zo kenmerkende stem (zelfs met een grijze baard!) die The Police echt maken. 
    Waarmee meteen de sterkte en de zwakte van dit optreden werden aangegeven. Stings stem is uniek, en kwam verrassend goed uit de verf. De zwakte dan:na een half uur wil je wel eens een andere stem horen. Met hun drieën kunnen ze sowieso al niet eindeloos variëren in klankkleuren, het waren dus vooral de ritmes die voor afwisseling zorgden.

    Maar ik zoek spijkers op laag water. De drie heren op leeftijd kunnen The Police heel netjes naspelen - geholpen met een tape met extra zanglijnen. De wei genoot ervan om even in 1979 te zitten, sommigen spraken vreemde talen (Outlandos d'Amourregetta De Blanc, Zenyatta Mondatta nog aan toe!), maar iedereen zong vooral mee, liet zich leiden door massamenner Sting, stoorde zich niet aan de af en toe routineuze show op het podium, en was heeeel blij en vrolijk. Het was genieten van de hoogtepunten en soms ergeren bij uitgesponnen nummers die uiteindelijk half de mist in gingen.Mij viel het op dat de drie op het podium elkaar nauwelijks aankeken, dat Summer maar één keer lachte, en dat ze niet één keer zeiden 'We are the Police'.Maar ik ben een muggenzifter, dus. Stiekem, heel stiekem, zong ik mee - ie eee eee ooh.

    Setlist
    1. Message in a Bottle *** 2. Walking on the Moon *** 3. Demolition Man *** 4. Voices/When the World Is Running Down *** 5. Don't Stand So Close
    to Me ** 6. Driven to Tears*** 7. Hole in My Life *** 8. Every Little Thing She Does Is Magic *** 9. Wrapped around Your Finger *** 10. De Do Do Do De Da Da Da *** 11. Invisible Sun *** 12. Can't Stand Losing You *** 13. Roxanne *** 14. King of Pain *** 15. So Lonely ***16. Every Breath You Take
    *** 17. Next to You

    07-06-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iggy & the Stooges
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Iggy & The Stooges
    Werchter, 7 juni 2008
    Ron Asheton (gitaar)
    Mike Watts (bas)
    Sott Asheton (drums)
    Steve MacKay (sax)
    Iggy Pop
    Verslag: Neen

    Festivals: ik hou er niet van. Je staat naar een groot scherm te staren, en hoort verwaaide flarden muziek. De pinten zijn te duur en smaken niet, en ofwel eet je stof, ofwel ploeter je door de modder. Bovendien zijn de festivalgangers sissies geworden: overal liggen grote plastic matten, om de modder een beetje binnen de perken te houden. Werchter Classics is dus geen uitzondering. Zelfs niet onze geslaagde combinatie auto (tot Haacht)/fiets (tot aan de wei) kon me tot weinig extatische uithalen verleiden.

    Iggy Pop kon dat ook niet. Natuurlijk blijft het energiek, en moetje bewondering hebben voor de leeftijd van de man (zestig jaar!), of gewoon voor het feit dat hij er na zijn heroïnejaren nog is. De Stooges, dat zijn een paar fijne nummers (No Fun, I Wanna Be Your Dog dat hier lichtjes de mist in ging, 1970 dat wél heel mooi was). En Iggy, die blijf springen en roepen en dansen en springen en zijn ontbloot bovenlijf tonen.
    Maar: ik zag het al een keer te veel. Op festivals. Toen wou ik Lust for Life horen, nu No Fun. Maar Iggy bleef dezelfde, met zijn groep of met zijn Stooges: loos gaan voor een muur van gitaargeweld. Fans het podium oproepen, laten meedansen en - zingen. Het podium afduiken en tussen het publiek gaan staan...

    Met de legende van de Stooges heb ik een mathematisch probleem. De groep verocht tussen 1967 en 1974 maar een handvol platen (letterlijk); hun optredens waren rampzalig (feedback met stofzuiger-solo's), hun alcohol-en heroïnemisbruik liep de spuigaten uit. De groep viel begin jaren zeventig uiteen: David Bowie producete een plaat (Raw power), haalde Iggy naar Engeland - maar Iggy Pops heroïneprobleem werd te groot. En nu wordt diezelfde groep als 'bijzonder invloedrijk' genoemd. Indien iedereen die nu zegt te zijn beïnvloed door een oude Stooges-plaat, effectief ooit die plaat kocht, was de groep nooit gesplit, maar telden ze hun centen op de Bahamas.

    Maar goed: laat die copycats hun pleziertje. De Stooges in 2008 zijn oud, maar zorgen voor datgene waar de fan voor komt: ambiance, trucjes (microfoon in de broek, broek open, water over hoofd kappen, microfoonstandaard kaportgooien) en af en toe een flard geniale muziek. Maar dan wel muziek van veertig jaar geleden. Tsja, daarvoor zijn dit waarschijnlijk ook de Classics.
    Setlist:
    Loose *** Down On The Street*** 1969 *** I Wanna Be Your Dog *** T.V. Eye *** Dirt *** Real Cool Time *** No Fun ***  1970 *** Mindroom *** Fun House /L.A. Blues *** Skull Ring *** My Idea Of Fun *** Search & Destroy *** Bis: I Got A Right *** Little Electric Chair

    07-06-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    03-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mark Knopfler
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mark Knopfler
    Vorst Nationaal, 3 juni 2008
    Guy Fletcher: Keyboards
    Danny Cummings: drums
    Glenn Worf: Bass
    Matt Rollings: keyboards
    Richard Bennett: gitaar
    John McCusker: viool
    Verslag: Ja.

    Toen Dire Straits uitkwam, ergens in 1977, was de groep een revelatie. Fris, sprankelend gitaarspel van ene Knopfler, fijne ritmes, goeie muziek. Het zou verkeren: Dire Straits werd een supergroep, de nummers werden voorspelbaar en trager, en toen Philips in Dire Straits het ultieme vehicel zag om een nieuw uitvindingetje te promoten (de cd), werd de groep jaren aan een stuk op wereldtournee gestuurd. Dat frisse Britse groepje met het aparte geluid en fijne rock, was een dino geworden die zichzelf tegen zijn eigen zin, overleefde.
    Mark Knopfler baalde duidelijk ook. De formule waarin hij zat opgesloten, beknotte hem. De fluo zweetbandjes waren belangrijker geworden dan de muziek, en in die muziekwereld werd hij door niemand nog au sérieux genomen. Money for nothing - niet bepaald. In 1995 werd de groep opgeblazen, en was het uit met de pastiche die Dire Straits was geworden.

    Knopfler besloot te doen waar hij zin in had. Muziek maken - voor films. De studio induiken met vrienden als Bob Dylan. Een plaat opnemen en touren met Emmylou Harris. En zie: Knopfler werd plots wél weer ernstig genomen. Zijn virtuoze gitaarspel kreeg de erkenning die het verdiende. Neen, opwindend zou Knopfler niet meer worden, maar dat wou hij ook niet. Vijf solo-cd's brachten trage, schone liedjes - de ene keer folky (The Ragpicker's Dream), de andere keer slepend (zijn nieuwste, Kill to Get Krimson).

    In een overvol Vorst Nationaal kregen we een avond lang al die Knopflers samen te zien en te horen. Zes heren struinden het podium op, ontspannen, om te doen wat ze graag én goed doen: muziek maken. De eerste nummers gingen compleet de mist in door een totaal foute geluidsbalans - Knopfler stond steeds wilder aanwijzingen te geven over hoe het geluid moest worden bijgestuurd. Onbegrijpelijk, toch. Pas bij 'What it is' (uit Sailing to Philadelphia) kwamen de o zo typische stem en even kenmerkende gitaarriedels er eindelijk door. Uit zijn nieuwe plaat slechts twee nummers (wat toch weinig is om een nieuwe plaat te promoten): 'True Love will never Fade' viel aardig mee, maar 'The Fish and the Bird' bleek live een even grote miskleun te zijn als op plaat. Vervelend.

    Een steeds warmer wordend Vorst (warm? zeg maar: heet) ontplofte een eerste keer bij 'Romeo and Juliet', met meteen erachteraan 'Sultans of Swing'. Daarvoor kwamen al die veertigers dus: om Dire Straits nog eens te horen. Sultans werd traag gespeeld, met een versnelling naar het einde toe. Daarna 'Marble Town' uit die Ragpickers' Dream, een aardig folky deuntje. Het optreden sloot af met nog een Dire Straits-klassieker: Telegraph Road. En toen had ik het zo'n beetje gehad, eigenlijk. Knopfler speelt onwaarschijnlijk goed gitaar, maar er waren net wat te  veel nummers met een identieke opbouw: traag beginnen, versnellen, solo, vertragen, solo, versnellen, solo, aanzwellen, solo, enzovoort.

    En kijk: als eerste bis kregen we 'Brothers in Arms', en alles was vergeten en vergeven. De grote gitaar die plots in het decor opdook (en die we kennen van de Brothers in Arms platenhoes) was blijkbaar nog niet helemaal fiscaal afgetrokken uit een Dire Straits-tour, en mocht ook nog even meedoen. Met 'Our Shangri-la' maakte Knopfler nog even duidelijk dat dit niet Dire Straits was (weer zo'n zwak nummer, ongeïnspireerd gebracht), en 'So far Away' kreeg een slordige versie mee. De afsluiter was gepast: 'Going Home', uit de soundtrack voor Local Hero.

    De mensen kregen waarvoor ze gekomen waren: mooie gitaarklanken, een paar Dire Straits-klassiekers en een vrij sobere show waarin de muziek centraal stond.

    Eén zaak moet me toch nog van het hart. Niet voor het eerst, was Vorst Nationaal schandalig over-verkocht. Achter de laatste stoeltjesrijen, stonden mensen drie rijen dik te zweten. Het is een regelrechte schande dat hiervoor tickets worden verkocht: die mensen zien nauwelijks iets, de klank is boven in de nok nog slechter dan beneden. Op de gallerij van de eerste verdieping moesten mensen zelfs op de vloer gaan zitten, of ze zagen het podium niet eens. Misschien iets minder inhalig (inhalerig?) zijn in het vervolg, en tevreden zijn met een 'gewoon' uitverkocht Vorst.

    Setlist:
    Cannibals - Why aye Men - What it is - Sailing to Philadelphia - True Love will never Fade - The Fish and the Bird - Hill Farmers' Blues - Romeo and Juliet - Sultans of Swing - Marble Town - Postcards from Paraguay - Speedway at Nazareth - Telegraph Road - Brothers in Arms - Our Shangri-La - So Far Away - Going Home

    03-06-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    24-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willard Grant Conspiracy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Willard Grant Conspiracy The Pilgrim Road Orchestra Tour
    Handelsbeurs, Gent
    Zaterdag 24 mei 2008
    Verslag: Neen.

    Deze keer geen lijst van muzikanten - het waren er te veel. De enige constante in WGC is namelijk zanger/liedjesschrijver Robert Fisher. De rest is een los-vaste verzameling muzikanten, die bijspringen op de platen of tijdens de ultra-korte tournees.
    Heel lang geleden kocht ik Mojave, een van de eerste WGC-cd's. Het was vreemde muziek: betoverend, meeslepend, eenvoudig en toch zo complex  Sindsdien is dat zo gebleven, waarschijnlijk omdat die Fisher een behoorlijk complex persoontje blijkt te zijn
    Het voorprogramma (Howe Gelb) laten we aan ons voorbij gaan - liever een Duveltje in de mooie bar van de Handelsbeurs. Na die support slenteren we de zaal in, tot de eerste rij, waar we op het podium kunnen leunen. Tien minuten later komen de twaalf muzikanten het podium op - en gaan ze allemaal zitten. Trombone, gitaar, trompet, drummer, zangeres, viool, cello, pianist,keyboards en Fisher zelf. Eén man staat recht: de Nederlandse bassist Eric van Loo,die we eerder dit jaar al aan het werk zagen bij Steve Wynn. Na het optreden vertelde Eric trouwens dat Wynn in het najaar terugkeert naar België, voor een tour met een uitgebreid akoestisch ensemble. Allen daarheen.
    Maar WGC dus. Die Robert Fisher was zijn lange baard kwijt, maar had in ruil wat kilo's buik gekregen. Wat zeg ik - wat kilo's? De man is gewoon moddervet. Ongezond dik. Waggel-obesitas dik. Het is een wonder dat hij nog niet te kortademig is om te zingen.
    Want zingen doet hij dus. Mooie liedjes, die schitterend worden ingekleed door het ensemble (zoals hij het zelf noemt). Dit is kamermuziek van de 21ste eeuw, intelligent vermaak. Water and Roses is een schitterend nummer, waarin de violen,piano en stemmen rond een melodie fladderen.
    Fisher is ook grappig.'Ik beloof dat er per optreden niet meer dan zes liedjes over de dood worden gespeeld', zegt hij. Of hij vertelt een hilarisch verhaal, over hoe hij in Wenen werd opgevorderd voor een video-clip. 'Ik haat dat, maar soms moet je mensen met slechte ideeën even met rust laten... Ze wilden me door een car-wash laten lopen, terwijl ik dat liedje zong', zegt hij. Je ziet het zo voor je: de extreem dikke, waggelende Fisher door zo'n wasstraat. 'Net wanneer ik er zou uit komen, zouden al die borstels beginnen draaien,zouden de machines zeep braken en water spuiten... Op dat moment heb ik bedankt."
    Waarna weer een streepje muziek volgde. Wanneer de zangeres de tweede stem invulde, helde de balans negatief over naar iets te veel Leonard Cohen. Maar van zodra Fisher de ackoestische gitaar rond zijn lijf kreeg, en hij het ritme aangaf, en de hele groep zich gewillig liet meeslepen in zo'n trance-nummer,... waw.
    Op de hele avond was er maar één enkel rock 'n' roll moment. FIscher stapte plots naar de zijkant van het podium, waar blijkbaar iemand stond te filmen. "Ik hoop het niet terug te zien op TouTube. Ik pak niet op film,enYouTube is geen uitzondering. Ik word hier heel nerveus van." Hij ging weer zitten, speelde een liedje, maar je voelde de temperatuur in de zaal zakken, je hoorde de sfeer breken. Jammer, maar even later was het weer vergeten. Toen na het optreden de complete groep in de HA-bar rondhing om cd's te signeren, begreep iedereen dat dit geen rock'n' roll is, maar gewoon keigoeie muziek. En snapte iedereen Fishers woede: de man krijgt zijn cd's in de USA zelfs niet meer verdeeld, hij verdient letterlijk geld met cd-verkoop na een optreden - hij is dus als de dood voor illegale video's met zijn liedjes, gratis, op YouTube...

    http://www.willardgrantconspiracy.com/

    24-05-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    12-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Madrugada
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Madrugada
    AB Box, 12 mei 2008
    Verslag: Ja

    Doemdenkende, duistere Noren: je komt ze niet elke dag tegen. En dat is maar goed ook.Madrugada poduceert behoortljk deprimerende muziek, en op het einde van een zonnig en heet pinksterweekend past eerder een exotisch optreden dan deze Scaninavische heavy blues.

    Gitarist én songwriter Robert Buras overleed vorig jaar, en toen al verwachtte iedereen het einde van Madrugada. Maar de zesde cd werd toch uitgebracht, gevolgd door een tour - waarschijnlijk de allerlaatste. Na vijftien jaar zwartgallige muziek de stekker eruit: zoiets moeten we wel euthanasie noemen.

    Tindersticks meet Radiohead, maar dan zonder de goede liedjes. In de hete AB startte het nog opwindend: drie gitaristen, één bas en een drummer die stakke rock speelde, zanger Silvert Hoyern die zijn basstem liet gelden. Het derde nummer al was hun laatste (en enige) sigle: Look Away Lucifer. En daarna gingen ze op de rem staan, en kregen we een uur lang moeilijke, zware muziek te horen. Wat ze doen, doen ze goed  - maar ze doen maar één ding. Er zat geen verrassing in, geen variatie. Een One Trick Poney.

    Om met een positieve noot af te sluiten: het optreden duurde hoop en al anderalf uur. Meer moest dat deze keer écht niet zijn.

    http://www.myspace.com/wearemadrugada
    http://www.emi.no/madrugada/

    12-05-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    11-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alison Kraus & Robert Plant
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Alison Kraus & Robert Plant
    Vorst Nationaal, 11 mei 2008
    Featuring T Bone Burnett

    Robert Plant kon na het éénmalige Led Zeppelin-reünieconcert, eind vorig jaar, miljoenen scheppen met een Led-tournee. Er waren 20 miljoen kandidaten voor dat ene concert - stel je voor hoeveel zo'n tour had opgeleverd aan tickets, merchandising, dvd's en cd's. NIet bij te houden.
    Maar meneer T Bone Burnett stak daar een stokje voor. De superproducer (bekend van o.a. Costello, Counting Crows, Roy Orbison, Wallflowers,...) had namelijk met mevrouw Alison Krauss samengewerkt voor de soundtrack van O Brother Where Art Thou (van de Coen-broertjes), en Krauss en Plant kenden elkaar van een eerdere samenwerking rond Leadbelly, en Burnett had een ideetje rond bluegrass-folk-muziek, en...
    En kijk: Raising Sand werd een cd, een succes-cd, met pareltjes van de Everly Brothers, Townes Van Zandt, Tom Waits,... Met de beste Nashville-muzikanten en twee hemelse stemmen. En zondagavond, op de hete pinksterenzondag, werd Raising Sand in Vorst gespeeld.

    Man man man - wat een optreden. Een heldere klank, ik achtte het onmogelijk voor een live-optreden. Vele jaren geleden zag ik hier Radiohead ook al eens toveren met klanken, en vanavond was het allemaal nog straffer. Buddy Miller op gitaar was in-druk-wekkend wanneer het hoorde en paste, Dennis Crouch en Suart Duncan kwamen uit het behang tevoorschijn wanneer de muziek het toeliet. En T Bone Burnett was de hogepriester die deze hoogmis van de goede smaak dirigeerde. Indrukwekkend, of zei ik dat al?

    Van bij de eerste noten was het raak. Hemelse stemmen, duivelse muziek. Een avond lang van rock naar folk, bluegrass naar blues. Een magnifieke reis door de muziekwereld. Met schitterende versies van Zeppelin-nummers: When The Levee Breaks als bis, met banjo-intro en violen die de gitaar van Jimmy P. vervangen. Wat deed denken aan de Seeger-sessions van Springsteen: ook die toverde met muziek van toe en nu.

    Hoogtepunten? Er waren geen andere. 'Trampled Rose' van Tom Waits werd door Krauss naar nieuwe extases gebracht. 'Down to the River to Pray' uit die Coen-film was hemels mooi, met Plant in het achtergrondkoortje... Dit soort avonden kan alleen maar lukken met dit soort mensen: zij die alles al meemaakten, die niks meer te bewijzen hebben, en zichzelf daardoor volledig wegcijferen voor de muziek...

    Het optreden van het jaar. Nu al.

    http://www.robertplantalisonkrauss.com/site.php
    SETLIST :
    01. Rich Woman 02. Leave my woman alone 03. Black dog 04. Sister Rosetta 05. Through the morning 06. Let your loss 07. Fortune teller 08. In the mood 09. Black country woman 10. Shut it tight 11. Bon temps roule 12. Trampled rose 13. Green pastures 14. Down to the river 15. Killing the blues
    16. Nothing 17. Battle of evermore 18. Please read the letter 19. Gone gone gone
    ENCORE :

    20. One woman man 21. Your long journey 22. When the levee breaks

    11-05-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    07-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elliott Murphy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Elliott Murphy
    Ancienne Belgique, 7 mei 2008
    Olivier Durand: gitaar
    Verslag: Ja.

    Elliott Murphy: natuurlijk ken ik hem. Sinds jaar en dag duikt de man op tijdens de bisnummers van Bruce Springsteen, telkens wanneer die Parijs aandoet voor een concert. Dan wordt hij aangekondigd als een zielsverwant, een geweldige singer-songwriter, en mag de lange, magere man met zijn lang blond haar een nummertje lang mee het podium op. Dancing in the Dark en weer inpakken.

    Maar eerlijk: Murphy zelf, alleen, op een podium - dat had ik nog niet mogen meemaken. Waar ik nu al ferme spijt van heb. De man is er 59, komt uit New Jersey (net als Springsteen), bracht zijn eerste plaat uit in 1973 (net als Springsteen) en gooide er meteen hoge ogen mee, bij critici - net als...  juist. Het grote verschil met de Boss: Murphy rukte zich los uit de New Jersey swamps, werd een wereldreiziger en bracht na 1977 geen echt belangrijke platen meer uit. Hij werd een singer-songwriter: een liedjessmid die intussen 30 platen uitbracht, maar daarbij alleen op belangstelling kon rekenen van een kleine schare hondstrouwe fans. Murphy werd een troubadour, ging in Parijs wonen en spreidde zijn creativiteit over muziek en literatuur.

    Het veranderde allemaal toen hij de Normandische gitarist Olivier Durand ontmoette. Durand is een gitaarwonder, een tovenaar op vijf (of zes) snaren, en zijn virtuoze spel paste wonderwel bij de liedjes en de stem van Murphy. Elliott Murphy cijferde zich op platen en optredens weg: zijn gitaarspel werd louter begeleiding, zijn stem een instrument naast de gitaren van Durand.

    Om zijn dertigste plaat voor te stellen (Notes from the Underground), speelden Murphy en Durand in een al maanden uitverkochte AB Club. Gelukkig snapte ook hij dat een loutere cd-voorstelling (elf liedjes afhaspelen en weer naar huis) niet iets is waar mensen op zitten te wachten. Dus bracht hij gewoon een steengoede set, vol afwisseling. Diamonds by the Yard, Green River, The Last of the Rock Stars: hij putte uit zijn dertig platen, en pas na drie kwartier kwamen Ophelia en Razzmatazz uit zijn nieuwe plaat aan de beurt. Waarbij werd bevestigd dat Murphy het nog steeds kan. Meer dan 100 optredens per jaar, en dat merk je. Hij kent zijn bepekerkingen, maar weet ook dat hij ijzersterke songs heeft. Pneumonia Alley is fantastisch, Scandinavian Skies wondermooi. En het sterkste nummer van de cd, 'And General Robert E. Lee' kreeg ook live een superversie mee.

    Murphy zette de bisronde in met 'LA Woman' van the Doors. 'Omdat ik er mezelf aan wil herinneren dat ik veel geluk heb', zegt hij. 'Jim Morrisson kwam in 1971 naar Parijs, en stierf drie maanden later. Elliott Murphy woont sinds 1989 in Parijs, and he's still alive!'. Waarna, op vraag van het publiek, een beklemmende versie van Sicily volgde (I don't want to be a sad troubadour in the South of Sicily): zijn microfoon begaf het, dus zong hij het zonder versterking.

    Een geweldig fijne avond, muzikaal zeer sterk, die doet uitkijken naar 4 oktober. Dan komt Murphy met de volledige groep (the Normandy All Stars) naar de AB terug. En tijdens één van zijn vorige passages in België (in Verviers) speelde hij liefst 4 uur 40 minuten. De verwachtingen worden nu dus al naar ongekende hoogtes gebracht.

    http://www.elliottmurphy.com/

    07-05-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    02-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tindersticks
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Tindersticks
    Vrijdag 2 Mei 2008
    Koninklijk Circus, Brussel
    Stuart Staples: Zang, gitaar
    Neil Fraser: Gitaar
    David Boulter: Keyboards
    Verslag: Ja

    Tindersticks: het zijn geen mannen waar je vrolijk van wordt. Deprimerende muziek, treurwilgen, donkere klanken, sombere teskten,... Wat je ook leest over het Britse combo, de dark force is overal aanwezig. Dat bleek ook in de Koninklijk Circus, vrijdagavond. Er waren geen stage-divers, er werden geen pinten gedronken op het podium - enige ernst en sérieux bleek noodzakelijk. Na de passage van Eels! hier, een tijd geleden, had ik niks anders kunnen verwachten...

    Tindersticks is vijf jaar geleden gesplit. Ze hadden netjes om de twee jaar een nieuwe plaat afgescheiden, maar zanger Stuart Staples had het eeuwige geruzie wel gehad en ging solo. Vorig jaar kwamen ze dan toch samen om een nieuwe plaat te maken, The Hungry Saw. En die bleek meer oude, getrouwe Tindersticks te bevatten. Moeilijke, sombere teksten met muziek die vaak recht van soundtracks te lijken komen; de fantastische stem van Staples, en vooral: mooie liedjes.

    Het beste nieuws was echter dat de groep van zes naar drie leden is teruggebracht. Dat heeft zo zijn gevolgen: de plaat was in een week opgenomen en zelfs gemixt - je hebt plots de helft minder meningen, zinnetjes en egootjes. Ook op het podium heb je minder zielen die met de eer willen gaan lopen. Staples is de echte baas, centraal vooraan - maar achter hem staan prominent de keyboards centraal, en tussen hen in de gitaar. Verder op dat podium: negen vrienden-muzikanten. Een basgitaar, een drum; drie blazers en vier strijkers. Die duidelijk ondersteunen, die de muziek beter en mooier maken.

    En daar draait het om bij Tindersticks: mooie muziek. Geen kleffe grapjes, nauwelijks contact zelfs met het publiek. Geen spreidstand tijdens gitaarsolo's: iedereen spant zich gewoon in om de muziek zo mooi mogelijk te kunnen brengen. Vroeg in de set al mijn absolute favoriete Tindersticks - Flicker of a Little Girl - dat zelfs even vrolijk dreigde te worden.

    Maar neen, vrolijk word je niet van dit soort optredens. Het is genieten van muzikale pracht, van schoon samenspel. En dank zij de stem van Staples, word je zelfs af en toe betoverd. Het woord dat me tijdens My Sister, de eerste (en lange) bis, te binnen schoot, was: waardig. Dit is een waardige groep met waardige muzikanten die zich waardig gedragen.

    http://www.tindersticks.com


    Set list: Introduction / Yesterdays tomorrows / The flicker of a little girl / Come feel the sun / e-type / The other side of the world / The organist entertains / Dying slowly / If you’re looking for a way out / Sleepy song / Say goodbye to the city / Travelling light / The hungry saw / Mother dear / Boobar come back to me / All the love / The turns we took // Encore: My sister / Her /  She’s gone

    02-05-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    29-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sebadoh
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Sebadoh
    29 april 2008
    Handelsbeurs, Gent
    Lou Barlow
    Jason (Jake) Loewenstein
    Eric Gaffney
    Verslag: Ja

    Sebadoh is een mythische groep. De grondleggers van lo-fi en Indie Rock. Geestelijke vaders van Pavement. Inspireerden grunge en punkrock door duidelijk te maken dat, als het niet klinkt, het wel botst. Vijftien jaar lang niet in de originele bezetting opgetreden. Een legendarisch bandje. En toch: een empirisch onderzoek in de vriendenkring, leerde dat niemand Sebadoh kende. Niet één van de drie.

    De mooiste concertzaal van het land was niet uitverkocht voor het Amerikaanse trio. Maar wie er was, beleefde een memorabele avond. Energiek en vooral: heel erg luid. Zo klonk Sebadoh.

    De geschiedenis eerst. Toen Lou Barlow uit Dinosaur Jr werd geschopt, richtte hij met gitarist Eric Gaffney Sebadoh op. Ze namen platen op met aftandse cassetterecorders, speelden op oude gitaren en speelden met geluidjes en klanken. Drummer Jason Loewenstein kwam erbij, en hun eerste tape (The Freed Man) werd een lp en een cd, in 1989. En de geschiedenis was geschreven. Sebadoh zou nog acht platen maken in de tien jaar die zouden volgen. Platen met korte, energieke nummers. Platen die dus school maakten. Loewenstein ontpopte zich als song-writer, en de ego's botsten. Sebadoh splitte een handvol keer. Trad op in verchillende bezettingen. Tijdens een Loolapalooza-optreden was de maat vol voor Gaffney: halverwege de set verliet hij het podium (en de groep), en bekogelde hij Barlow met stenen. Barlow, die op zijn beurt de Folk Implosion oprichtte, en daar ook bescheiden succesjes mee boekte.

    Nu zijn de drie dus weer samen voor een reünie-tour, al is samen wat veel gezegd. Voor een keer stond ik helemaal vooraan, op de eerste rij, om de gevechten tussen de groepsleden zeker niet te missen. Ik zag verveelde blikken, pseudo-vedetten (pseudo, want mijn vrienden weten niet wie die drie zijn) die elkaar geen blik gunden. Macho's die weigerden het slotakkoord aan een ander te laten, waardoor nummers rommelig werden afgesloten. Liedjes die fout werden ingezet. Gaffney die 'The Freedman' bejubelt, Barlow die roept 'fuck that record', Gaffneys gezicht dat meteen op onweer staat.

    Klinkt behoorlijk negatief - maar toch was het een formidabele avond. Want het klonk verdomd goed. Echte venten die vloeken op het podium, die ruzie maken, veel pinten drinken en vooral: luid gitaren laten rocken. Zo hoort het. Echte rock. Rock 'n' roll. Waw.

    Barlow gebruikt een versleten akoestische gitaar, die letterlijk met tape aaneen hangt. Maar hij jaagt de klank door zoveel apparaatjes en versterkers, dat er een indrukwekkend lawaai uit komt. Alsof er een leger elektrische gitaren op het podium staat. Met het publiek praten doet hij nauwelijks - daar zorgt Gaffney voor, na een uurtje - wat dan eindelijk voor een iets warmere respons uit de zaal zorgt. De drie wisselen ook van plaats: Gaffney start op drums, Barlow op gitaar en Loewenstein op bas. Na vijf nummers speelt Barlow bas, Gaffney gitaar en Loewenstein (J-Lo) drums. En zo gaat dat nog een paar keer - en bij iedere wissel speelt het macho-gedrag weer op: wie durft de meeste tijd uit te trekken om de gitaar te stemmen?

    Maar het klink dus. Het swingt. Korte, opzwepende nummers. Voor de diepzinnige teksten hoef je niet te komen - bij Barlow begrijp je af en toe nog een woord, bij de twee andere is het gebrul. Het wordt ook steeds duidelijker dat vooral Loewenstein straalbezopen is, of compleet stoned. Het nummertje Visibly Wasted is dan ook gepast.

    Al bij al een vreemde avond, maar wel: heeeeel plezant. En op de eerste rij wordt plots ook duidelijk waarom mannen als deze op zo'n podium willen staan. Ik ben veruit de lelijkste in de rij (geheel in tegenstelling tot mijn aanwezigheden in café Het Steen): rondom mij bewegen mooie, half blote jongedames zich bijzonder wulps. Muziek? Forget it: it's about sex, man.

    http://www.sebadoh.com/

    29-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  




    Foto

    (meer dan) een jaar gratis muziek

    bestaat nu ook als boek!

    Bestellen via shopmybook 

     

     


    Sommige verslagjes op Radio 1 zijn nog te beluisteren via de Exit-site.
    http://tinyurl.com/ylr3kgw



    En zo...
  • PVDB
  • Boss
  • The Lake
  • Neil
  • Youssou
  • Willy
  • HA!
  • AB
  • Club
  • Bal

    Mail



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs