Inhoud blog
  • Patti Smith
  • Neil Young and Crazy Horse
  • Johnny Marr
  • Motörhead
  • Hooverphonic
  • Amy Macdonald
  • Magnus
  • Rock Werchter 2014
  • The Rolling Stones
  • Simple Minds
  • Triggerfinger
  • Arcade Fire
  • Admiral Freebee
  • Elton John
  • Vanessa Paradis
  • Goldfrapp
  • Monk
  • Nile Rodgers
  • Texas
  • Ozark Henry
  • Axelle Red
  • Daan
  • The B 52's
  • Ceelo Green
  • Damien Rice
  • Arno
  • Seasick Steve
  • Donavon Frankenreiter
  • Deep Purple
  • Alice Cooper
  • Bruce Springsteen & the E-Street Band
  • Rock Werchter
  • Lana Del Rey
  • Poliça
  • Steve Wynn
  • Alabama Shakes
  • Cold Spex
  • Norah Jones
  • dEUS
  • The Specials
  • PIL
  • Echo and the Bunnymen
  • Luc Van Acker
  • The Beach Boys
  • De Mens
  • The Roots
  • Absynthe Minded
  • Brian Ferry
  • Bruce Springsteen and the E Street Band
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Michael Kiwanuka
  • Jonathan Jeremiah
  • John Cale
  • Alice Cooper
  • Gotye
  • Red Hot Chili Peppers
  • Steve Earle
  • CW Stoneking
  • Anna Calvi
  • Bony King of Nowhere en Midlake
  • Toots Thielemans
  • Paul Simon
  • KT Tunstall
  • Selah Sue
  • A tribute to Alan Lomax
  • Richard Thompson Band
  • Hannelore Bedert
  • Lambchop
  • ZZ Top & The Doobie Brothers
  • Steve Miller Band
  • Carlos Santana
  • Peter Gabriel
  • Isobel Campbell and Mark Lanegan
  • Chris Isaak
  • Mark Knopfler
  • Snow Patrol
  • Eric Clapton & Steve Winwood
  • Jamie Lidell
  • Hannelore Bedert
  • Tindersticks
  • Randy Newman
  • 65daysofstatic
  • Heaven 17
  • The Temptations & The Four Tops
  • Angie Stone
  • Joss Stone
  • Chris Rea
  • Lyle Lovett en John Hiatt
  • David Gray
  • Marianne Faithfull
  • Wilco
  • Massive Attack
  • Status Quo
  • Fleetwood Mac
  • Emiliana Torrini
  • Daniel Lanois
  • Moby
  • Ray Davies
  • Donna Summer
  • David Byrne
  • Steely Dan
  • Ry Cooder en Nick Lowe
  • Eagles
  • Morrissey
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Elbow
  • Me First and the Gimme Gimmes
  • Patrick Watson
  • Zappa Plays Zappa
  • Lily Allen
  • Liam Finn
  • Jackson Browne
  • Bob Dylan
  • Lenny Kravitz
  • Razorlight
  • Johann Johannsson
  • Antony and the Johnsons
  • Lyle Lovett
  • Grace Jones
  • Franz Ferdinand
  • John Legend
  • Metallica
  • Luka Bloom and Band
  • Selah Sue
  • Seasick Steve
  • dEUS
  • Raymond
  • Sigur Ros
  • Tony Joe White
  • Herbie Hancock
  • Lambchop
  • Luna Twist
  • John Mayall and the Bluesbrakers
  • Stephen Stills
  • Elliott Murphy
  • Paul Weller
  • Steve Wynn
  • The Lemonheads
  • Alanis Morissette
  • Grace Jones
  • Macy Gray
  • Melee
  • Counting Crows
  • Elbow
  • Bruce Springsteen
  • John Fogerty
  • Stephen Malkmus
  • The Police
  • Iggy & the Stooges
  • Mark Knopfler
  • Willard Grant Conspiracy
  • Madrugada
  • Alison Kraus & Robert Plant
  • Elliott Murphy
  • Tindersticks
  • Sebadoh
  • Mavis Staples
  • KT Tunstall
  • PUSA
  • Electric Eel Shock
  • John Scofield
  • Jools Holland
  • James Taylor
  • Youssou Ndour
  • Alicia Keys
  • Think of One
  • Joe Bonamassa
  • James Blunt
  • The Cure
  • 65daysofstatic
  • Dirty Dozen Brass Band
  • Eels
  • Steve Wynn
  • Jim Cole
  • Lady Linn and her Magnificent Seven
  • Willy Deville
  • Arno
  • Neil Young
  • Nouvelle Vague
  • Seasick Steve
  • John Watts (from Fisher Z)
  • Inleiding
    Foto
    Muziek 2008 - 2014
    (Meer dan) 1 jaar gratis concerten
    Verslagjes van concerten in 2008 & 2009 & 2010 & 2011
    09-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruce Springsteen and the E Street Band
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bruce Springsteen and the E Street Band
    Paris, Bercy - 4 en 5 juli 2012


    Voor de allereerste keer sinds ik hier in 2008 mijn concertverslagen post, wist ik niet wat te schrijven. Het zoveelste (ik schat het 43ste) Springsteen-optreden: wat zou ik er begot nog kunnen aan toevoegen? En wie zou er in hemelsnaam een boodschap aan kunnen hebben? Wie hecht enig belang aan de woorden van lof van een die-hard fan, die geen onvertogen woord over zijn lippen krijgt wanneer het over de Boss gaat?

    Maar dat waren niet de redenen waarom ik geen woord op papier kreeg. Ik was namelijk sprakeloos. Twee avonden na elkaar Springsteen in Parijs, en ik vond de woorden niet om te beschrijven wat gebeurde. Om de lawine te vatten die over ons neerdaalde. Compleet van de kaart was ik.

    Woensdagavond begon al straf. Fourth of July in Parijs – in een uitverkocht Bercy. Kloteplaatsen achter het podium. Onweer en files op weg naar Bercy. Dure parkeerplaatsen. En geen plaats meer op de terrasjes rond de zaal. Awoe. Toch maar niet rechtsomkeer gemaakt, maar wel in de zaal zitten wachten. In ruil: een geweldige Boss. Gedreven, wild, en ook wel een crowd-pleaser: Sandy (4th of July, Asbury Park) en Independance Day en Darlington County en Born in the USA. Want het is ten slotte Fourth of July. Met een voorspelbare start ook – twee nieuwe nummers, gevolgd door Badlands. En met aangename verrassingen: The E Street Shuffle, Johnny 99 en The River.
    Opvallend in vergelijking met Sevilla, twee maanden eerder: het aandeel songs uit Wrecking Ball is afgenomen, en het preken over onrechtvaardige bankiers is helemaal verdwenen. Ook opvallend: op het einde van de E Street Shuffle blijft het publiek zingen, en herneemt hij lachend – gevolgd door de voltallige groep.
    Bijna drie en een half uur houdt hij het vol, in een snikheet Bercy. Zo heet dat hij aan de eerste rijen water uitdeelt, dat de rest van de groep ook waterflesjes in het publiek gooit, dat de security flessen laat aanrukken om de dorstigen te laven. Wij waren doorweekt, stikkapot en op – maar hij leek nog uren door te kunnen gaan.

    Een dag later dan. Vijf juli. Ellendig weer met nog ellendigere files, op weg naar Parijs. Alle terrasjes rond Bercy leeg wegens plensende regenbuien. Moe van de lange ritten. Maar toch: extra energie omdat Jos op zijn dertiende zijn eerste volwaardige Boss-optreden mag meemaken. Goed op tijd de zaal induiken, want buiten regent het toch. En dan, een uur voor de start, schrikken wanneer Bruce doodleuk de zaal binnen wandelt en een praatje slaat met de fans op de eerste rij. Later schuifelt ook mama Springsteen binnen, en krijgt ze een luid applaus wanneer ze gaat zitten. Tijdens de show bedankt hij haar, en zijn schoonmama, trouwens voor hun aanwezigheid. En haalt hij dochter Jessica het podium op om te dansen in Dancing in the Dark.

    Maar dat zijn details. Want één zaak wist ik zeker: hij kan onmogelijk beter doen dat de nacht ervoor. Op zijn leeftijd twee dagen na elkaar dergelijke topprestaties neerzetten: het kan gewoon niet.

    Well, think again. Drie uur en zevenendertig minuten lang gaat hij te keer als een bezetene. Op het podium zie je keer op keer paniek uitbreken wanneer hij de setlist door elkaar haalt, en Nils Lofgren moet rennen om net op tijd de juiste gitaar te pakken te krijgen. Tussen de nummers door laat hij Max Weinberg werken, zodat het publiek de kans niet krijgt om te bekomen, maar hij meteen in een volgend nummer kan losbarsten. De openers: zes classics na elkaar, voor het eerste spoor van Wrecking Ball opduikt. Hij gooit zich vanop het mini-podium in het midden van de zaal in het publiek, en laat zich door honderden handen naar voor tillen. De groep staat erbij en kijkt ernaar, net zo stomverbaasd als de rest van de kolkende zaal.

    De show staat nu al geboekstaafd als een legendarisch optreden. De lengte, de intensiteit, en de setlist. 31 nummers afjeblieft –en welke. No Surrender. Candy’s Room. Indicent on 57th Street. Een betoverend, intens For You (uit zijn allereerste plaat, maar hier solo op piano gebracht). Gevolgd door Racing in the Street. Thunder Road. En Seven Nights to Rock.

    Goh, de hele setlist is af, perfect, onverbeterlijk. Het viel trouwens ook op dat de bordjes, waarop de fans op de eerste rijen hun favorieten neerpennen in de hoop dat hij het bordje oppikt en dat nummer speelt, langzaam maar zeker verdwenen. Iederéén leek te begrijpen dat dit een speciale avond zou worden, dat de Boss en de Boss alleen zou beslissen welke nummers hij zou spelen.

    Inderdaad: nooit sprak ik een slecht woord over Springsteen-optredens. Ik maakte hem mee toen hij ziek was (in Arnhem, 2007). Ik zag zes optredens in de Rising-tour, toen Clarence te ziek was om twee noten juist te spelen. Ik bleef hem trouw tijdens de Reunion-tour, toen de optredens plots zo kort leken. Zelfs toen hij de E Street Band op straat zette (haha), met een meute jonge honden de hort op trok, in 92, en het vreemd voelde om die mensen de Springsteen-classics te zien en horen spelen – zelfs toen vond ik het goed. Want ik maakte nooit een slecht optreden mee. Iedere keer weer was hij de perfecte entertainer. Die ons de indruk gaf om het allemaal niet alleen heel graag te doen, maar het ook nog eens voor ons alleen te doen.
    Maar wat hij nu, in Parijs, voor mekaar heeft gebracht – dat slaat alles. Het woord ‘onvergetelijk’ was nooit meer van toepassing dan nu.

    Woensdag: 1.        We Take Care of Our Own 2.        Wrecking Ball 3.        Badlands 4.        Death to My Hometown 5.        My City of Ruins 6.        Spirit in the Night 7.        The E Street Shuffle 8.        4th of July, Asbury Park (Sandy) 9.        Jack of All Trades 10.     Because the Night 11.     Darkness on the Edge of Town 12.     Johnny 99 13.     Darlington County 14.     Easy Money 15.     Waitin' on a Sunny Day 16.     The Promised Land 17.     Apollo Medley 18.     Independence Day 19.     The River 20.     The Rising 21.     Out in the Street 22.     Land of Hope and 23.     We Are Alive 24.     Born in the U.S.A. 25.     Born to Run 26.     Bobby Jean 27.     Dancing in the Dark 28.     Tenth Avenue Freeze-Out 29.     American

    Donderdag: 1.        The Ties That Bind 2.        No Surrender 3.        Two Hearts 4.        Downbound Train 5.        Candy's Room 6.        Something in the Night 7.        We Take Care of Our Own 8.        Wrecking Ball 9.        Death to My Hometown 10.     My City of Ruins 11.     Spirit in the Night 12.     Incident on 57th Street 13.     Because the Night 14.     She's the One 15.     Working on the Highway 16.     I'm Goin' Down 17.     Easy Money 18.     Waitin' on a Sunny Day 19.     Apollo Medley 20.     For You 21.     Racing in the Street 22.     The Rising 23.     Out in the Street 24.     Land of Hope and Dreams 25.     We Are Alive 26.     Thunder Road 27.     Born to Run 28.     Glory Days 29.     Seven Nights to Rock 30.     Dancing in the Dark 31.     Tenth Avenue Freeze-Out

    09-07-2012 om 14:53 geschreven door Peter VDB  


    13-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruce Springsteen and the E-Street Band
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Bruce Springsteen and the E-Street Band
    Estadio Olympico, Sevilla

    Heel lang geleden zag ik in Vorst Nationaal een oud, amechtig en verschrompeld mannetje een persiflage geven op de legendarische James Brown. Het mannetje heette James Brown. Het pseudo-optreden was zo erbarmelijk, dat ik een jaar later wéér naar Vorst ging, voor hetzelfde mannetje. Want ik kon niet geloven dat de grote James Brown zo intens slecht was. Ik had me jammer genoeg niet vergist. En ik leerde dat zelfs de allergrootste artiesten een vervaldatum hebben. Een dag waarop hun stem het begeeft, hun vingers te stram zijn om gitaar te spelen, hun goesting om het publiek te plezieren verdampt is.

    Het is een self-fulfilling prophecy, natuurlijk, en ze gaat al een hele tijd mee: ooit zal ook de Boss te oud zijn om op te treden. En dan zullen we naar zo'n concert staan kijken, zullen we blij zijn dat hij het maar een uur meer volhoudt, en zullen we vol weemoed naar huis terugkeren, denkend aan weleer. Aan de tijden van urenlange marathonshows, aan de Boss-time, aan uitsmijters als Twist & Shout. Spijt zullen we hebben, dat we het concert te veel meemaakten, het concert dat de herinnering bedoezelt.

    Die dag is nog niet aangebroken. De opener van het Europese luik van de Wrecking Ball-tour, in een stomend heet Sevilla, maakte meteen duidelijk dat 1. Springsteen zelfs op zijn 62ste nog de energie, de stem en de goesting heeft van een jong veulen
    2. De dood van the Big Man een klap was, maar wel is verteerd en opgevangen.
    3. De muziek nu echt samenkomt: de rock van de E Street Band wordt perfect aangevuld met de vrolijke folk van de Seeger Sessions Band.

    Hij kan het dus nog steeds, én hij doet het nog altijd. Drie uur lang in een snikheet Sevilla (meer dan 35 graden), aan het hoofd van een utigebreide E-Street Band, door veertig jaar muziekgeschiedenis gaan. Wat een altijd ideale set oplevert van nieuw werk en pure crowd pleasers. Van bij de opener Badlands mocht Jake Clemons, neefje van, al even zijn vier maatjes-koperblazers achteraan het podium in de steek laten, om vooral een solo te geven. En hoezeer ik Clarence ook mocht, moeten we eerlijk blijven: muzikaal was bij de Big Man het vet al veel langer van de soep. De Rising-tour was zelfs dramatisch slecht, toen zijn gezondheid het helemaal liet afweten. Maar nu is hij dus méér dan waardig vervangen. Méér dan.

    Veel nieuw werk dus ook, zo'n zeven nummers uit Wreckin Ball. Het zijn fijne nummertjes, slim opgebouwd en met veel schwung gespeeld - hier komen de Seeger Sessions plots heel dichtbij. De blazers, de viool van Sister Soozie, het orgel en de backing vocals (en zelfs extra percussionist): het zorg voor een nog vollere sound. Ja, het kan. In die nieuwe nummers is de Boss boos - op banken, op kredietverstrekkers, op huiseigenaars. In zijn speech (in het Spaans) heeft hij het over zijn sympathie met de Indignados, en juicht iedereen luid.

    Wel - ik vind de Boss niet zo heel erg boos op Wrecking Ball. Ja, de plaat is minder vrijblijvend dan zijn vorige (waar hij overigens niets uit speelde), maar boos? Neen, bij Darkness was hij boos - toen beten de gitaren en vlogen de vonken van de songs, toen lag het tempo hoog en was er geen ruimte voor licht en vrolijkheid en dansen. Badlands, Adam Raised a Cain, Darkness: je kreeg schrik van die nummers en van de man die ze zong. Wrecking Ball is een plaat met dansliedjes, met haast vrolijke deuntjes. De enige bite zit in de teksten - maar hoe geloofwaardig is het om een multimiljonair, die springpaarden voor zijn dochter in België koopt, over Inidgnados te horen praten? Ja, liever een rocker die wél een geweten heeft dan een die doet alsof zijn neus bloedt. Maar je moet er ook niet in overdrijven, vind ik. Maar goed. Het optreden dus.

    De Boss hield het tempo strak, schonk ons een stomend The Ties That Bind, een grandioos Death to my Hometown en een pakkend Trapped. Opvallend ook, trouwens: die Spanjaarden zijn compleet zot. Nog fanatieker, nog luider, nog enthousiaster dan wij. In My City of Ruins een eerste keer de krop in de keel: Springsteen stelt zijn groep voor, en vraagt of we iemand missen... Het indrukwekkende (maar niet uitverkochte) Olympisch Stadion roept natuurlijk luid om Clarence - waarna de Boss zegt: als jullie hier zijn, en als wij hier zijn, dan is hij hier ook. Case closed, back to the musid.

    En die muziek ging dus weer reizen in de tijd: Out in the Street en het nieuwe Jack of All Trades, een donker en dreigend Candy's Room, een opzwepend She's the One, Darlington County op verzoek,... De soultour op met de Apollo Medley, en de Boss die de zoveelste keer het podium afdweilt, het publiek induikt, duidelijk geniet. En dan: eindelijk de rock die het pleit wint, met Because the Night en Nils Lofgren die alle duivels ontbindt, en duidelijk maakt dat gitaren het nog altijd voor het zeggen hebben in New Jersey. Een accordeon is een keertje leuk, die viool zorgt voor een extraatje en die koperblazers houden de sfeer erin. Maar uiteindelijk is de gitaar de zweep waarmee ze het publiek geselen.

    Wanneer je denkt dat hij zijn stem verliest, dat hij leeggezweet is, dat het nu echt wel goed is geweest, net dan geeft hij er een laatste keer een ferme snok aan. Een verzoekje (I'm going Down), de spots op het publiek gericht en vlaaam: Born to Run, Dancing in the Dark, Bobby Jean en 10th Avenue. Neen, niemand doet het hem na. Want niemand anders schreef dit soort songs, en niemand anders kan ze zo energiek brengen. In 10th Avenue, op het orgelpunt, de climax, zet hij alles stil: 'The Big Man Joined the Band', en het hele Estaio Olimpico zwijgt. Tranen vloeien wanneer op de grote videoschermen beelden verschijnen van die Big Man. Ja, we missen hem toch. Springsteen staat erbij, in zijn gekende pose - en als een echte Boss geeft hij het sein om dit te vergeten en verder te spelen, het feest voort de zetten.

    Drie uur lang, drie uur aan een stuk, drie uur in de hitte. Na het optreden strompelen we terug naar de stad. Rugpijn. Kniepijn. Krampen. "We worden oud", zegt iemand in het gezelschap. En ik denk: de kans is eigenlijk groter dat Springsteen op een dag denkt: 'die Peter is toch te oud geworden voor m'n optredens, misschien houdt hij er beter mee op, nu het nog een beetje gaat.'

    Set List
    1. Badlands
    2. We Take Care of Our Own
    3. Wrecking Ball
    4. The Ties That Bind
    5. Death to My Hometown
    6. My City of Ruins
    7. Trapped
    8. Out in the Street
    9. Jack of All Trades
    10. Candy's Room
    11. She's the One
    12. Darlington County
    13. Shackled and Drawn
    14. Waitin' on a Sunny Day
    15. The Promised Land
    16. Apollo Medley
    17. Because the Night
    18. The Rising
    19. Lonesome Day
    20. We Are Alive
    21. Land of Hope and Dreams
    22. Rocky Ground
    23. I'm Goin' Down
    24. Born to Run
    25. Dancing in the Dark
    26. Bobby Jean
    27. Tenth Avenue Freeze-Out

    13-05-2012 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    30-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michael Kiwanuka
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Michael Kiwanuka
    AB, 30 april 2012
    Verslag: ja

    Michael Kiwanuka. 24 jaar. Oegandese Londenaar. Zoetgevooisd. Trad op als voorprogramma van Adèle. Wordt vergeleken met Bill Withers, Otis Redding en Van the Man. En werd begin dit jaar door de BBC uitgeroepen als 'The Sound of 2012'.  En vooral dat laatste wéégt: je vraagt je af wat dat soort druk met een mens doet. Sterke schouders die die last kunnen dragen.

    Kiwanuka lijkt met die stress aardig om te kunnen gaan. De AB Box was in een mum van tijd uitverkocht, maar toch wou hij er geen concert in de 'grote' zaal van maken. Na het optreden ging hij vrolijk cd's signeren, en trok hij héél veel tijd uit om te praten met de fans. En op het podium amuseerde hij zich, net als zijn groep. Allemaal goede tekenen, dus.

    Is hij de nieuwe Bill Withers? Ach. Hij is net zoveel de nieuwe Withers, als Joss Stone de nieuwe Aretha Franklin is. Niet, dus. Het is ook compleet van de pot gerukt om iemand met welgeteld één cd op zijn actief, te gaan vergelijken met artiesten die tientallen jaren (ok, in het geval van Otis iets minder lang) zo wisselvallig presteerden als ze wilden. Artiesten van wie we alleen het goede, de hoogtepunten onthouden. Kiwanuka is een beginneling - we kunnen hem alleen beoordelen op die ene plaat, en op dat ene optreden, van een uur. 

    Ja, dat optreden was goed. Beetje glad, zonder veel risico's. Maar: wat een stem. En wat een groep - de groep stond volledig in functie van de man en de songs te spelen, nergens een spatje egotripperij te bekennen. Kiwanuka grasduint wat door verschillende stijlen - wat blues, veel funk en soul, een snuifje rock en wat gospel. Met die stem als bindmiddel - de stem die natuurlijk best tot uiting komt in de solo-momenten. Wanneer hij zijn organist, zijn gitarist, bassist, drummer en percussionist alle vijf het podium af stuurt, en drie liedjes alleen zingt - 'de liedjes zoals ze ontstaan zijn, just me and my guitar' - en je in de AB een muis hoort lopen. 

    Maar hij is er natuurlijk nog niet. Zijn nummers zijn nog ongelijk qua niveau, Home Again is een wereldnummer dat je naar de keel grijpt en tegelijk zoetjes doet meewiegen, maar zo zijn er nog niet genoeg. Het zal net daar van afhangen of de man het ook echt zal maken, en alle beloftes zal kunnen inlossen: goede nummers. Op basis van de volgende platen, en het materiaal dat hij daaruit meebrengt naar podia, zal later blijken of hij het zoveelse instant-succes-hype-talentje was, of een blijver. Of: over vijf jaar weet ofwel niemand meer dat ze vanavond in de warme AB stonden, ofwel beweren 10.000 mensen dat ze erbij waren, die keer, toen Michael Kiwanuka nog niet zo helemaal wereldberoemd was.

    30-04-2012 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    01-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jonathan Jeremiah
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Jonathan Jeremiah
    AB, 1 april 2012
    Verslag: ja

    De nieuwste hype uit Engeland, de laatste beste zanger ooit, de meest recente ontdekking... Jonathan Jeremiah. Je moest al geweldig hard je best doen om niet met de man te worden geconfronteerd: in zowat alle radio- en televisieprogramma's kwam hij een acte de présence geven, en hij voelt zich niet te beroerd om de kleinste zaaltjes op te zoeken. En dat allemaal met één cd op zak - 'A Solitary Man', een cd waarvan wordt verteld dat hij hem schreef tijdens een eenzame reis door de VS, en dat het zeven jaar duurde voor hij genoeg geld hard verdiend (als nachtportier) om de plaat op te nemen. Maar dat kunnen ook marketingverzinsels zijn, natuurlijk.

    Feit is dat meneer Jeremiah vorig jaar in de AB Club voor drie man en een hond speelde, en vanavond de grote zaal helemaal vulde. En dat hij daar zelf ook wel van schrok. En dat was géén marketing-stunt. Zoals wel vaker het geval met hypes, of met groepjes/zangers/juffrouwtjes die één plaat uit hebben, was het vooral vraag of ze het zouden kunnen waarmaken. Of ze sterk genoeg zijn om de grote AB-zaal ook te boeien.

    Jeremiah kon het. Het publiek - dat vooral uit dames bestond - deed dan ook niet echt moeilijk. Ze slikten de vrijblijvende, aardige liedjes als zoete koek. Ook in de meest vervelende momenten geloofden ze in het sprookje dat er iets schoons gebeurde op het podium - not, dus.

    De man heeft een redelijk geweldige stem, die in de beste momenten doet denken aan zwarte soulzangers uit de jaren zestig en zeventig. Maar hij doet er zo verdomd weinig mee: hij houdt het braaf, gecontroleerd, beredeneerd. Nauwelijks risico's in de hele set - songs werden identiek opgebouwd en nagespeeld (cello of piano, bas en drums vallen in, gitaar kleurt onopvallend mee en de trombone (!) ondersteunt alles - en ronduit vervelende momenten. Jammer genoeg.

    Happiness, zijn grootste hit, zorgde voor een unicum: het nummer werd onderbroken door/voor een trombone-solo, en de zaal ging compleet uit de bol. Het zal nog maar zelden gebeurd zijn: een volle AB die wild wordt door een trombone-solo.

    Maar goed. Jonathan Jeremiah is als een Franse landwijn. Als je 'm in de juiste omstandigheden drinkt, is die bijzonder lekker - en kan hij zelfs de belofte van meer, beter in zich houden. Maar niet alle landwijnen worden daarom grand crus: daarvoor heb je meer dan één goede jaargang nodig. Met andere woorden: laat meneer Jeremiah nu asjeblieft een paar nieuwe platen opnemen, zodat hij ietsje meer materiaal heeft om ons een avond lang te boeien.

    01-04-2012 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    12-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Cale
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    John Cale & Band
    C-Mine, Genk
    Verslag: ja

    John Cale
    was vrijdag zeventig geworden, en kwam die mijlpaal luister bijzetten in - hou je vast - Genk. Op de oude mijnsite is daar een geweldig complex neergepoot, waarbij ook een mooie concertzaal hoort. En die C-Mine mocht dus de grote mijnheer Cale ontvangen. Het was geen match made in heaven: de C-Mine is jammer genoeg iets te veel cultureel centrum - met zachte pluche zetels, met een ouder en bezadigd publiek dat Cale afwisselt met voorstellingen van een plaatselijke toneelvereniging. Of zo leek het toch. Na de nummers: een beleefd applaus. Tijdens de nummers, na een indrukwekkende solo: geen reactie. Alleen helemaal op het end sprongen wat mensen recht voor een zogenaamde staande ovatie. Jammer, jammer, jammer.

    Want het makke publiek had wel degelijk een invloed op de heer Cale. Hij heeft natuurlijk één en ander meegemaakt: in de jaren zestig speelde hij in New York ooit een experimenteel muziekstuk van (asjebleift) 48 uur. Toen had één man het als publiek het hele optreden volgehouden. Daarna richtte Cale samen met Lou Reed de legendarische Velvet Underground op, om die groep na laaiende ruzies weer te verlaten. En vanaf de jaren zeventig onderscheidde hij zich als producer, liedjesschrijver, performer en - vooral - notoir coke-head. Van de jaren zestig, zeventig en tachtig herinnert hij zich niet zo erg veel - dus ook niet de grote zalen die hij toen kon vullen.

    Met Cale weet je vooraf eigenlijk nooit wat je zult krijgen. De man schreef fantastische, melodieuze dingen, en wanneer hij bijvoorbeeld 'Paris 1919' uit 1973 uitvoert met symfonisch orkest, weet je dat het een haast zeemzoete avond (zij het met een stevige angel) wordt. Maar net zo goed kan hij compleet loos gaan in experimentele muziek, noise, waarin dissonanten, jankende gitaren en onvolgbare ritmes de boel verzieken. Het dEus-effect, zeg maar: mooie songs kunnen schrijven, ze ook nog eens aardig kunnen brengen - maar ze halfweg verkloten, bewust.

    In Genk had Cale zijn drie vaste muziekanten meegebracht - denk ik, want hij stelde ze niet aan ons voor. Dustin Boyer mocht schitteren op gitaar, Joey Maramba speelde funky bass en de glansrol was weggelegd voor drummer Michael Jerome. Cale stond vooraan op het podium, grotendeels achter zijn synthesiser gekluisterd, af en toe zette hij een stap opzij om een gitaar te omgorden. De drie muzikanten op een respectabele afstand achter hem, letterlijk in de schaduw van de meester.

    En ze hadden er zin in, in het begin: we kregen een ontzettend strakke, uitgepuurde rocker, een beest van een funknummer (Bluetooth), een halve rap (Hey Ray - grappig bovendien) en een ballad als eerste vier nummers. Vier liedjes, vier genres, en allemaal retestrak gespeeld. Het werd melodieus, soms poppy, zonder de gevreesde solo's die in gejank konden uitmonden. Ja, sommige liedjes duurden wat lang en ja, het was af en toe best repetitief. Maar man, hij heeft een stem die je niet loslaat. Zonder de grootste of zuiverste zanger ooit te zijn, grijpt de stem je vast en laat ze je niet meer los.

    Jammer genoeg ging het optreden niet naar een climax. Lag het aan dat makke publiek? Aan de jetlag? Aan de jaren? Feit is dat de aankondigingen van songs (ze speelden voornamelijk nieuw werk) steeds korter en sporadischer werden. Feit is dat ze na een uur en drie kwartier van het podium verdwenen, en niet terugkeerden voor de toch verwachte bisronde. Feit is dat dat een domper op de feestvreugde zette. Maar evenzeer: feit is dat 'Amsterdam' een onwaarschijnlijk hoogtepunt was.

    John Cale was dus meer dan oké - de man laat zijn muziek spreken, en spant zich nog in om die muziek te brengen. Beleeft af en toe lol op het podium - een sardonisch lachje toen ze in het laatste nummer toch nog loos gingen in een synth-gitaarduel, waar de drum en bass alles bij elkaar hielden. Heeft een aantal draken van songs - die eighties-new wave-disco drummachines hoefden voor mij niet echt. Maar is op zijn minst geen aansteller die mompelend doet alsof hij interessante dingen te vertellen heeft, zoals die andere overlever van de Velvet Underground.

    12-03-2012 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    02-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alice Cooper
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Alice Cooper
    AB, 2/11/2011
    Verslag: ja

    Vincent Furnier is 63 jaar, en slaagt er als Alice Cooper nog steeds in de AB uit te verkopen. De t-shirts van AC/DC, Iron Maiden, Motörhead waren gestreken, spanden rond de bolle buiken, want iedereen die metal een béétje een warm hart toedraagt, wou de Godfather van de shock-rock wel eens zien. Nu het nog kon. Want 63 is 63, natuurlijk.

    Alice Cooper was de eerste om horror met metal te combineren. De zombies, mummies, het bloed, de maskers van talloze metalgroepen is dus allemaal dank zij Cooper de muziek ingeslopen. In de jaren zeventig en tachtig zorgden zijn show voor ophef: de guillotines, de kippen en slangen, het bloed: de goegemeente vond het allemaal niet kunnen. Nu we probleemloos 'Exotische liefde' en 'Boer zoekt vrouw' op tv kunnen verteren, stellen die shows natuurlijk niet zoveel meer voor - maar toch doet Alice Cooper het allemaal nog netjes. Omdat het moet, ongetwijfeld - KISS probeerde ook ooit om het zonder make-up en plateauschoenen te redden, vergeefs.

    De boa constrictor, de degen met dollarbiljetten, de gigantische frankenstein-pop, de onthoofding,... Het zal er allemaal in. Niemand die teleurgesteld naar huis kon gaan. Ook niet, toch wel verrassend, omwille van de muziek.

    Want Alice Cooper, en dat vergeten we toch wel eens, heeft fan-tas-tische nummers geschreven. Classics, ook buiten het genre. Het wondermooie How you're gonna see me now stond niet op de setlist, maar daar heb ik als tiener vaak genoeg op geweend. Maar al de rest dus wel: I'm Eighteen, Billion Dollar Babies, No More Mr. Nice Guy, Hey Stoopid: ze zaten vooral in de set, zetten alles en iedereen in vuur en vlam, zorgden ervoor dat dit één van de hele grote AB-avonden leek te gaan worden.

    Maar het liep fout - met zwakke nummers, nieuwe songs, met het publiek dat niet langer meezong en daardoor pijnlijk duidelijk werd dat Alice Cooper gewoon vals stond te zingen (pijnlijk vals zelfs), een drumsolo (heeeeelp! een drumsolo), en veel stoere poses van gitaristen: het middendeel was zelfs te slecht om slaapverwekkend te kunnen zijn.

    Gelukkig herpakte de jonge groep rond de oude man zich prima. Feed My Frankenstein, Clones (dat veel beter klonk dan de eighties-versie op plaat), en natuurlijk: Poison, I Love the Dead, School's Out en Elected. Heerlijk. Met zulke nummers, met de drie loeiende gitaren (waarvan één toebehoorde aan een bekoorlijke blonde deerne), een pompende bas en stampende drummer en met een volle AB, kan zelfs Sam Gooris het niet meer kapot krijgen. Hou dat beeld even vast: vier gitaren op een rij, een drum, een guillotine en een elektrische stoel op het podium, en daartussen Sam Gooris die Poison zingt. Jaja, de horror doet het 'm nog steeds.

    02-11-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    30-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gotye
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Gotye
    AB, 30 oktober 2011
    Verslag: ja

    Wouter De Backer is een Bruggeling die op zijn tweede (!) naar Australië verhuisde. We zouden hem gewoon een Australiër genoemd hebben, had hij deze zomer niet totaal onverwacht - maar daarom niet onverdiend - een wereldhit gescoord met het aandoenlijke nummer Somebody that I used to know. Hij is dus een Bruggeling, een Belg zelfs. Met een enkele hit de AB uitverkopen is geen uniek gegeven - velen hebben het hem al voorgedaan. De meesten onder hen gingen grandioos af: te weinig vlees aan het been, te veel water in de soep, te vroeg om de zaal echt in de ban te krijgen en te houden. Menige hype werd in de AB tot de ware proporties herleid - we noemen geen namen, of het zou The XX moeten zijn.

    Gotye bleef bij zijn maidenconcert in 'eigen' land aardig overeind. In een korte set (nauwelijks een uur) overtuigde hij: dit is geen ééndagsvlieg. Hij ziet eruit als een slungelachtige nerd, zijn Vlaams is aandoenlijk ('Bedankt om veel stil te zijn', of 'We spelen een keer meer nummer'), maar zijn muziek: hmm, ja. Flarden Massive Attack, af en toe een Crowded House met ballen, een Milow met smaak.

    Met een bassist, een drummer en een sampler-tovenaar en Wally zelf in het midden tussen sample-machines, drumtoestellen en andere lawaaitoestellen, hield hij het concert in dat ene uurtje goed in gang. De filmpjes die op de achtergrond werden geprojecteerd waren nice, zij het overbodig, maar de songs bleven overeind. Liam Finn, die hier ooit in de Club stond, kon dat bijvoorbeeld niet: de song laten primeren op de klank, op het effect. Gotye deed dat dus wel - de haren stonden overeind bij Heart's a Mess (ook op het podium: de vier keken stomverbaasd toen het publiek de song overnam), Eyes Wide Open was krachtig, mooi, rechttoe rechtaan. En Somebody that I used to Know was een aardig hoogtepuntje. Met de zangeres Kimba op het scherm geprojecteerd.

    Dat was, vreemd genoeg, ook het moment dat ik het allemaal iets té netjes en gelikt en gelukt vond. Want om een zangeres op een scherm feilloos te laten meezingen, moet je song ook tot op de halve seconde getimed zijn. Met andere woorden: je wéét dat veel klanken en effecten uit computers komen, maar eigenlijk was het net iets té. De stemmen klonken goed, té goed - zo dacht je plots.

    Ja, het is detailkritiek. Gotye slaagde met glans voor zijn examen. Maar, zoals het Bruggelingen dezer dagen ook betaamt, gaven ze het in de laatste minuten toch nog uit handen. Totaal foute bisnummers, een Aldi-Motown-sound, foute tempo en foute toonaard, in de hoop de zaal nog even helemaal uit het dak te doen gaan. Wat dus mislukte. En trouwens ook totaal overbodig was. Jammer, toch.

     

    30-10-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    16-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Red Hot Chili Peppers
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Red Hot Chili Peppers
    Ahoy Rotterdam, 16 oktober 2011
    Verslag: ja

    De RHCP roepen heel gemengde reacties op. Voor de ene is het één van de weinige echte supergroepen, die telkens weer fantastische songs afleveren en voor stomende optredens zorgen. Voor de andere is het een zootje ongeregeld dat telkens weer met dezelfde hamer op dezelfde spijker klopt, en al lang zijn ziel verkocht. I'm with you, de eerste plaat in vijf jaar tijd, deed vermoeden dat die laatsten gelijk kregen: opvallend veel zwak materiaal, en een formule die echt wel wordt uitgemolken. Het vertrek van gitarist John Frusciante was koren op de molen van die critici: Josh Klinghoffer is misschien wel een toffe peer, maar hij is geen genie als Frusciante.

    In hun wereldtournee laten ze België voorlopig links liggen, dus trokken we naar Rotterdam. Waar een propvolle Ahoy helemaal klaar was voor een RHCP-feestje. En het begon ook goed: het nieuwe en flauwe Monarchy of Roses werd meteen gevolgd door Dani California. Duizenden smart phones lichtten op, er werd luid meegezongen, de groep klonk strak en goed. Anthony Kiedis, nu met kortgeknipte haren en een afgrijselijke porno-snor, speelde snel zijn jasje uit om zijn tatoos te showen, bassist Flea zag er nog net zo gespierd en getekend uit als weleer, en de mannen hadden er zin in.

    Maar toen al liep het fout: de klank viel uit, en de groep speelde door alsof er niets aan de hand was. Een halve minuut, een minuut duurde het - en je hoorde ze spelen, alsof op het podium van die grote zaal een transistorradiootje stond te spelen. De klank kwam weer goed, en de sfeer was er niet eens uit - de zaal bleef enthousiast verder doen. Scar Tissue bewees dat Kiedis een rapper is en geen zanger, en dat zijn stem duidelijk werd bijgestuurd. Vierde nummer: Ethiopia. En net als het land, werd het een regelrechte ramp. Weer viel de klank helemaal uit, langer deze keer, en kwam het eigenlijk niet meer goed. De rest van het optreden speelden ze aan zestig procent van het normale volume, was het geluid helemaal uit balans, viel af en toe de gitaar gewoon weg, klonk zijn stem eens te luid en dan weer te zacht, en galmden de drumsalvo's van Chad Smith doorheen de zaal. Er leken twee groepjes te spelen: de echte Peppers vooraan op het podium, en achteraan in de tribune een slechte tribute band die alles twee seconden later naspeelde.

    Waarom werd er niet gewoon even gestopt om het een en het ander bij te sturen? Dat hadden we aan de computers te danken. Het podium was indrukwekkend aangekleed met een gigantisch LED-scherm (de volledige breedte van het podium en zeker vijf, zes meter hoog); daarboven hingen acht andere schermen die stegen, zakten, draaiden - en op al die schermen werden animaties getoond, of close-ups van de band. Een wervelende, schitterende show. Maar: wel een show die helemaal voorgeprogrammeerd is, en netjes door computers wordt aangestuurd. Ik stond net naast de kerel die het spul bediende - af en toe op een knopje drukken voor een overgang, méér kon hij niet ingrijpen.

    Het hele optreden was dus eigenlijk een grote videoclip, waar de muzikanten live op speelden. En de clip kreeg voorrang op de muziek. Want zo'n computer stopzetten en weer opstarten, was blijkbaar geen optie. Wat een zonde. Een absoluut klotegeluid, veel te zacht - je begreep zelfs de bindteksten niet. Mensen die ongelukkiger en ongeduldiger werden - hoewel ze toch probeerden. Zowel de groep als het publiek wou er iets van maken, en Otherside, Look Around, Under the Bridge (het kampvuurmoment van de avond), Higher Ground, Californication: iedere keer weer kwam de sfeer erin, leek het toch goed te komen. Tot er weer een gitaarsolo wegviel, tot de drum(aan)slagen zodanig weerkaatsten dat je niet meer wist in welke song ze nu zaten.

    Jammer maar helaas, dus. In de bissen leek het even goed te komen, klonk het allemaal weer voller en steviger. Maar toen was mijn kalf al verdronken, én verwerkt in een broodje Unox. Volgend jaar kunnen de RHCP revanche nemen. Op Pinkpop, Werchter, of andere festivalweiden.

    16-10-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    10-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Steve Earle
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Steve Earle & the Dukes & Duchesses
    AB, 10 oktober 2011
    Verslag: ja

    Steve Earle: wie kent hem? Geen kat, we moeten daar eerlijk over zijn. Nooit op MTV gedraaid, nooit in enige hitlijst opgedoken. Of het moeten de lijstjes zijn, die recensenten sinds 1986 opmaken over hun beste platen van het jaar. Daar kreeg Earle wis en zeker een plaatsje, af en toe. Het bleek in ieder geval in de AB: onbekend is onbemind. Nauwelijks volk, dus. En dat is een zonde, een doodzonde. Want Steve Earle moeten we koesteren, met ons allen.Zodat hij heel, heel lang door kan gaan.

    De man toonde in een optreden van 2,5 uur immers aan hoe onze muziek van vandaag in elkaar zit. Waar alles vandaan komt. Hoe alles aan elkaar hangt. Country, bluegrass, Americana, oude rock 'n' roll, harde hedendaagse rock, zeemzoete ballads, jolige Keltische folk, blues... Natuurlijk kan de eerste de beste saaie bilbliothecaris je hetzelfde verhaal vertellen, en illustreren met de juiste boeken en platen. Maar Steve Earle hoeft niet eens te doceren: hij is een zodanige klasbak dat hij door gewoon te spelen en te zingen de muziekstijlen laat leven, naar elkaar klauwen, verwijzen.

    Hij is intussen 56 jaar, en het archetype van wat in flauwe sitcoms als hippie wordt opgevoerd. Dikke buik, purperen hemd, kalend en toch de laatste slierten grijs haar in een paardenstaart in de nek, een lange, grijze volle baard, lullen over vrede en fulmineren tegen het systeem, om de drie woorden twee fucks gebruiken. En, zoals het echte hippies betaamt: rechts van hem een bloedmooie rosse krullenbol op viool en gitaar, links van hem een nog mooiere rosse op keyboards en gitaar en accordeon. De Duchesses. Die ene, nog mooiere, is trouwens zijn vrouw, Alison Moore. Zijn zesde vrouw, hoewel hij zeven keer is getrouwd. Juist: van die zeven trouwde hij twee keer met dezelfde, met Alison Moore. Wie haar versie van Sam Cooke's 'A Change is Gonna Come' hoorde, begrijpt waarom.

    Maar goed, Earle dus. Voor hij in 1986 zijn eerste plaat uitbracht, had hij er al een leven als songschrijver opzitten. In een liedjesschrijvershuis in Nashville componeerde hij plaatjes voor countrysterren en voor de oude rockers als Carl Perkins. Zijn eerste plaat flopte, maar hij kreeg dus een herkansing. In de AB had hij het uitvoerig over herkansingen: hoe hij zodanig zwaar aan de heroïne zat, dat hij van de aardbol verdween, uiteindelijk in de gevangenis terechtkwam, daar afkickte. Hoe hij zijn zoon van veertien kreeg toevertrouwd, tegen wil en dank. Hoe Brokeback Mountain (waarin een song van hem werd gebruikt) hem de kans gaf een oud nummer nieuw leven in te blazen, en hetzelfde gebeurde met zijn carrière. Hoe New Orleans een tweede kans kreeg...

    Zijn laatste platen zijn hommages aan Hank Williams en aan zijn grote mentor, Townes Van Zandt. Het was die laatste die hem de muziekwereld binnen trok - maar zijn naam viel niet één keer tijdens het optreden. Earle vertelde anders genoeg - mooie verhalen, grappige verhalen. Over politiek, discriminatie, wapens, het leven.

    En tussen die verhalen door: wonderbaarlijke muziek. Hij nam je mee naar een Ierland van weleer, met opzwepende folk. Hij vertelde het verhaal van een jonge Ierse mijnwerker die as immigrant in de VS vol energie vocht voor het leven waarin hij geloofde, en voor de vakbond die hem steunde. Meteen erna: diezelfde Ierse immigrant op het einde van zijn leven, wanneer hij beseft 'he's fucked'. Aangrijpend, mooi. Earle gaf ons mooie bluegrass - een nummer dat hij schreef voor de tweede plaat van Alison Kraus en Robert Plant. Maar die plaat kwam er nooit, dus nam hij het nummer zelf op. Earle ging moeiteloos over naar rock, om af te sluiten met een zinderend, door gitaren mismeesterde The Revolution Starts Now. In de bissen gingen we de Hank Williams-toer op, en ook dat was een mooie rit.

    Ik had het geluk het hele optreden lang op de eerste rij te kunnen staan. En wat opviel: de intense liefde die Earle en zijn groep hebben voor de muziek die ze brengen. Er wordt gelachen op het podium, maar vooral muziek beleefd. Daarom moeten we Earle koesteren. Want er zijn nooit genoeg rasmuzikanten als hij.

    10-10-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    07-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CW Stoneking
    Klik op de afbeelding om de link te volgen CW Stoneking and the Primitive Horn Orchestra
    Botanique, 7 oktober 2011
    Verslag: neen

    Wat was nu eigenlijk het belangrijkste? De waanzinnige zelfrelativering van Stoneking? Het plezier dat van het podium spat? De fijne muziek? Of de erbarmelijke omstandigheden waarin je het optreden moest bijwonen - omdat de Botanique de zaal eivol propte?

    Speelt allemaal geen rol. Te onthouden:de 37-jarige Australiër is één van de betere entertainers die je dezer dagen in een concertzaal aan het werk kunt zien. Zijn muziek is niet bepaald voor de hand liggend - vooroorlogse blues, gespeeld op banjo of een oude bluesgitaar, begeleid door drums, trompet, trombone en bas of tuba. Lange verhalen, vol miserie, je kent het genre wel. Zijn stem is die van de zatte Tom Waits - schrapend, knarsend, zoekend. Geen idee hoe iemand uit het verre Australië een liefde ontwikkelt voor New Orleans blues, laat staan hoe hij er zo diep kan inkruipen dat hij nieuwe standards kan schrijven, maar hij doet het.

    Met een wit pakje, vreemd opgeschoren kapsel en zijn blikken gitaar staat hij daar op dat podiummetje in de Botanique. De zaal stamvol, te vol, je kunt de man nauwelijks het applaus geven dat hij verdient. Hij vertelt lange verhalen - vrijwel allemaal verzonnen, maar uitermate grappig, en de perfecte inleiding voor de vaak al even wacko liedjes. Jungle Lullaby is geweldig, Love me or Die opzwepend. En ze grijpen je allemaal bij de keel, dank zij zijn stem, die uit een lang geleden afgesloten graftombe lijkt te komen.

    Grappig, dus. Zelden zo'n perfecte combinatie van zanger en stand-up comedian aan het werk gezien als deze Stoneking. Wanneer hij alleen het podium opkomt: "Mijn groep vindt sommige van mijn liedjes zodanig vervelend, dat ze niet willen meespelen. Ik mag dit dus alleen doen. Joepie." Of een lang verhaal over hoe hij door de jungle van Afrika trok, en zijn avonturen met ons wil delen. "Ah, je gelooft me niet. Nochtans heb ik het heel netjes genoteerd, zodat jullie nu kunnen meeleven alsof je het echt meemaakt, en dat zonder enig gevaar voor jullie gezondheid."

    Het had iets langer mogen duren, maar misschien is het met deze Stoneking wel als met Fawlty Towers: je kunt alleen vrezen dat het na het einde slechter was geworden, maar je zult het nooit weten. Fluitend trokken we de nacht in, onbevreesd,

    07-10-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    03-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anna Calvi
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Anna Calvi
    AB, maandag 3 oktober 2011
    Verslag: ja

    Ook nog nooit van Anna Calvi gehoord? Maakt u zich vooral geen zorgen: u bent in goed gezelschap. Anna Calvi is een groep, genaamd naar de Britse zangeres eh... Anna Calvi. Door de BBC uitgeroepen tot grootste talent van 2011, en dan weet je het al: hype, hype, hype. Kenners rollen over elkaar heen om toch maar iets positiefs te kunnen declameren over de dame/groep, woorden schieten tekort om het immense talent te omschrijven. En vergelijkingen en verwijzingen, manman: de nieuwe Patti Smith, PJ Harvey, Siouxie, Nina Simone. Brian Eno vindt haar geweldig, en de vaste PJ Harvey-producer werkt voor haar. Indrukwekkend palmares.

    Hypes hebben het vaak bijzonder moeilijk in de AB. Herinner u bijvoorbeeld de XX, die roemloos de mist in gingen. De druk, de onrealistische verwachtingen, gewoon te vroeg, te weinig inhoud? Geen idee - misschien is zo'n hype per definitie een over het paard getild muzikant. Anna Calvi had één groot voordeel: ze maakte een diepe, diepe indruk toen ze in februari het voorprogramma van Grinderman mocht verzorgen. Ook toen al schoten de superlatieven bij de connaisseurs te kort om de prestatie te bewierroken.

    Enfin, u begrijpt: ik ging met heel veel reserves in de AB staan, die warme nazomerse maandagavond. Mij zouden ze niet liggen hebben, met hun stomme hypes. Maar zie. Iets na negen stapt een onzeker meisje het podium op, een veel en veel te grote gitaar omgegespt. De zaal wordt muisstil en houdt de adem in wanneer die gitaar begint te schreeuwen, janken en jammeren. Calvi tovert meteen een nieuwe wereld tevoorschijn, een eigen universum met ongewone klanken, rare ritmes, vreemde patronen. Haar bizarre gitaarspel is maar een deel van de verklaring waarom dit zo apart is - ze slaat geen noten aan, maar maakt cirkeltjes met haar rechterhand, waardoor ze meteen ook een hoeks ritme in haar gitaarspel legt.

    Maar na dat instrumentale voorgerechtje moest ze me nog echt met verstomming slaan. Met haar stem. Een opera-diva-stem die luid de AB inrolt, tegen de muur kaatst en je dan bij je nekvel grijpt. Zo'n stem. Conclusie, na twee nummers: wat een wijf.

    Calvi had haar vaste groepje meegebracht. Een drummer en een percussioniste (die af en toe ook een pomporgel bediende). Meer niet. In een drietal songs kwam er ook nog eens een extra gitarist het podium opgeslopen, maar de drie volstonden om die parallelle Calvi-wereld te scheppen. En die wereld, dames en heren, is een zeer bizarre wereld.

    De sterkte van Calvi is dat ze niet vast te pinnen is op één bepaalde richting. Tijdens het optreden bleek dat echter ook haar zwakte te zijn. Het ene moment betoverde ze je met klanktapijten, ritmes en een bezwerende stem - de Elvis-cover Surrender was pure David Lynch. Wachten op de dansende dwerg op het podium, op de log lady, op andere rare creaturen. Even later haalde ze zo zwaar uit met die stem van haar, dat je er voorwaar bang van werd. Scott Walker stond grijzend in de coulissen: zo zou hij het ook doen, mocht hij nog leven - de brave kindjes bang maken met akelige zang. En nog wat later, in SUzanne and I, klonk Calvi in een retestrak rocknummer als de jonge Patti Smith. Hevig, stevig, smachtend, verlangend, zelfzeker. In Desire kwam alles dan samen, als een woeste uithaal, een ultieme poging om de wereld te redden.

    Neen, het was geen gemakkelijke avond. Neen, ik zal nooit Calvi opzetten op een zonnige zondagmiddag, om even te bekomen van het aperitief. En neen, doorbreken zal ze waarschijnlijk nooit echt doen. Muzikanten zullen haar aan de borst blijven drukken, de incrowd zal haar blijvend koesteren. Maar ze wordt vast nooit een Elbow - voor haar muziek zijn er gewoon niet genoeg fans. Oh ja - als ik dan toch ook even aan name-dropping mag doen... Heel heel lang geleden zag ik in Londen een jonge Britse new-wave artieste aan het werk.In een kleine concertzaal verleidde ze moeiteloos onze 17-jarige hormonenhuishouding - met haar stem, haar bezwerende muziek, haar act, haar Riders on the Storm--cover. Na het optreden gingen we een handtekening vragen, in haar kleedkamer - en zag je de verbazing in de ogen van de blonde Annabel Lamb. Sindsdien nooit nog wat van gehoord, een lot dat ik Anna Calvi noch toewens noch toedicht. Maar zo af en toe deed ze me er wel aan denken - de vette knipogen naar de duistere eighties-new-wave waren dik ok.

    03-10-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    14-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bony King of Nowhere en Midlake
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Bony King of Nowhere en Midlake
    OpenLuchtTheater Rivierenhof, 14 augustus 2011
    Verslag: ja

    Ik zweer het: ik heb het geprobeerd. De hele cd van Midlake in één ruk door te beluisteren. Het is me niet gelukt. Hoe mooi ik 'The Courage of Others' ook vind, telkens glijdt een vinger naar de 'eject'-knop. Ergens halverwege. Een mens kan maar zoveel ellende, smart en droefnis aan. Als Midlake dan nog eens optreedt met The Bony King of Nowhere in het voorprogramma, weet je vooraf al dat de gezinsverpakking Prozac na het optreden moet worden aangesproken. Want dat is dus twee porties ellende, smart en droefnis. En dat is echt te veel.

    Het Rivierenhof moet zowat de mooiste concertlokatie van dit land zijn. Een openluchttheater, verscholen in een groen park. Een droge zomeravond. Een vol huis - de gemiddelde toeschouwer leek me Account Manager bij een reclamebureau te zijn. Hip dus, op een opvallend niet-hippe manier. Met mojito of witte wijn in de hand, sigaret losjes tussen de vingers, mooie partner aan de zij. Losse sfeer, ook. Want plots stond die Bony King, Bram Vanparys, op het podium, met zijn gitaar in de aanslag. En met zijn portie liedjes klaar.

    Mooie liedjes, hele mooie liedjes. Aangrijpend, pakkend. Maar hei, je kunt maar zoveel keer op een avond gepakt worden. TBKON probeerde wat variatie in de avond te brengen door met de bezetting te schuiven - een keer Bram alleen, dan met gitaar, dan alleen met bas, dan met hun vijven,... Maar hij gaf het zelf aan, na drie kwartier: 'Nu komt het triestigste liedje uit de set.' En hij loog dan nog ook. Ik greep een eerste keer naar Prozac. Het hoogtepunt van het voorprogramma: Brams bewerking van 'Het Huwelijk', mijn Elsschot-lievelingsgedicht. Vertaald, op muziek gezet, en om nooit meer te vergeten. Knap.

    Daarna kwam Midlake dus. Zeven man op het podium, veel baarden, lang haar, en een bassist met een snor - hij leek recht uit Frankie Goes to Hollywood te komen. Maar goed: drums, keyboards, bas en vier gitaren. En wonderbaarlijk mooie liedjes, melodietjes - de ene keer hoorde je Radiohead (zoals ze klonken in de tijd van OK Computer, op hun hoogtepunt dus, tijdens dat onvergetelijke concert in Vorst, toen), de andere keer kwam Buffalo Springfield om de hoek kijken. Het was allemaal wat minder deprimerend dan ik vooraf had gevreesd, en bij Fortune (dat akoestisch werd gebracht) kwam er een voorzichtig hoogtepuntje. Maar, nogmaals: hoe vaak kun je op één avond echt gepakt worden? De stem van Tim Smith slaagt erin om zelfs vrolijker deuntjes intriest te doen klinken. En na een tijdje worden al die droeve historties een beetje, tja, vervelend.

    Het publiek deed wat je moet doen bij zulke beleefde, welopgevoede muzikanten: beleefd applaudiseren. Meer kun je ook niet doen. Een ponolaise inzetten leek me heel erg ongepast, ik heb me dan ook heel beleefd verwijderd, en op de weg door het park een stiekem vreugdesprongetje ingezet.

    14-08-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    12-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toots Thielemans
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Toots Thielemans Quartet
    Toots Thielemans, Kenny Werner, Oscar Castro-Neves & Airto Moreira
    Jazz Middelheim, 13 augustus 2011
    Verslag: neen

    Ooit kwam Toots naar de Kortrijkse Stadsschouwburg. Samen met François Glorieux. M'n vader nam me mee, want zoveel kansen om Toots nog aan het werk te zien, zou ik vast niet meer krijgen. Hij leek toen al een oud mannetje, Toots. Witte haren, die zware bril, wat amechtig praten. Maar man, wat kwam er allemaal uit dan mondmeziekske! En fluiten kon hij ook al zo goed. En gitaar spelen!! François Glorieux werd korte tijd later geveld door Parkinson, het zou de laatste keer geweest zijn dan ik hem live zag. Toots is, meer dan dertig jaar later, nog steeds springlevend. 89 jaar is hij intussen. Amechtig pratend. Witte haren, die zware bril.

    Maar man, wat komt er allemaal uit dat mondmeziekske! Fluiten en gitaar spelen zit er niet meer in, maar Toots gaf een verstillend optreden. Muisstil was het op Middelheim. Muisstil en dankbaar, om dit nog te mogen meemaken. Kenny Werner, zijn pianist/vriend van vele oorlogen, zorgde voor de melodieën die om Toot's klanken heen dwarrelden. En Neves en Moreira, twee jazz-Brazilianen, zorgden voor de vaak exotische ritmesectie. De ene op percussie, de ander op akoestische gitaar. NIet alle arrengementen waren even geslaagd, soms stoorde het geluidgordijn van de percussie zelfs, maar Toots leek wel erg in zijn nopjes.

    Praten deed hij niet echt veel met ons. Pas in het laatste deel van het concert gaf hij af en toe een woordje uitleg - om de solo's van het viertal te duiden, bijvoorbeeld. En je geloofde hem, wanneer hij vertelde dat hij het zo'n enorme eer vond om met die muzikanten samen op het podium te staan. Zoals je Toots zijn hele leven al gelooft wanneer hij zulke dingen zegt. Het komt nooit snoeverig over, wanneer hij het heeft over zijn echte thuis, New York. Of wanneer hij zegt met wie hij zoal samenwerkte. Want altijd voegt hij eraan toe dat hij vereerd is. Terwijl het natuurlijk net omgekeerd is, en dat werd in Wilrijk ten overvloede bewezen: Toots is de virtuoos, die de muzikanten rondom hem beter maakt.

    Het was dus geen perfect concert. De synthesiser van Werner was er te veel aan, zocht te nadrukkelijk het effect van filmmuziekerige sfeer. En het Zuidamerikaanse feest kwam er ook maar zelden doorheen. Maar Toots maakte alles goed, met ronduit fantastische momenten, waarbij je het niet voor mogelijk achtte dat die klanken echt uit zo'n instrumentje kwamen. Loepzuiver. En: waar haalt hij die adem toch vandaan?

    12-08-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    05-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paul Simon
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Paul Simon
    Vorst Nationaal, 5 juli 2011
    Verslag: ja

    Paul Simon, de getalenteerde helft van het hippieduo Simon & Garfunkel, wordt dit jaar zeventig. Zeventig! De kleine New Yorkse jood verplaatst zich voorlopig nog niet met een looprekje - hij is alleen wat grijzer, wat dikker geworden. Maar verder oogt hij nog bijzonder kwiek, geeft hij avond na avond uren lang het beste van zichzelf, en mag dat beste er nog eh... best zijn. Ja, zijn stem is wat fragieler, af en toe mist hij een noot, maar hij klinkt nog steeds als Paul Simon.

    Eerder dit jaar bracht hij zelfs een nieuwe plaat uit, So Beautiful So What. Een mens kan zich afvragen waarom. Waarom ga je op je 69ste niet gewoon op je lauweren rusten? Je geld tellen, genieten van je leven, van je (derde) vrouw Edie Brickell, van die wondermooie muziek die je maakte. Enerzijds zal er wel een soort creatieve drive aan de basis liggen van die hoogbejaarde productiviteit. Maar net zo goed kan Simon het geld nodig hebben. Hij is al talloze keren artistiek (en financieel) dood verklaard. Na de split met Art Garfunkel. Na zijn succesperiode in de jaren zeventig - het album Graceland uit 1985 was een alles-of-niets-zet. Na zijn monsterlijke mislukking op Broadway, toen hij tientallen miljoenen pompte in het Capeman-project, dat na 68 uitvoeringen werd afgevoerd.

    Eerlijk: het zal me worst wezen. Samen met een stampvol en bloedheet Vorst Nationaal was ik klaar om de held van vele jeugdjaren te omarmen. De soundtrack bij kampvuuravonden, de bard van pril puberaal liefdesverdriet, de dichter die schoolkaften sierde. De man wandelde het podium op, en de zaal maakte met een staande ovatie duidelijk dat ze blij waren bij dit onderdeurtje te zitten, en niet bij die andere niet-zo-uit-de-kluiten-gewassen man, Prince, die op hetzelfde ogenblik in Gent zijn ding deed. Of misschien wilden we ons allemaal haasten, hem een ovatie geven voor hij doodviel.

    Simon had acht muzikanten meegebracht. Twee percussionisten, twee gitaristen, een bassist en drie toetsenisten. Die ook nog eens sax, trompet of percussie voor hun rekening namen. Twee en een half uur deed Simon het bijzonder slim: twee nieuwe of minder bekende nummertjes, telkens netjes afgewisseld met een evergreen. Boy in the Bubble gaf de aftrap, Mother and Child Reunion, Slip Slidin' Away,... Met een finale die kan tellen: Diamonds on the Soles of her Shoes, Gumboots, en een bisronde met The Sound of Silence (solo), Kodachrome, Here Comes the Sun (van The Beatles), Late in the Evening. En een tweede bisronde met Still Crazy after all those Years en You can call me Al. Het grote Simon-songbook werd vakkundig geplunderd, tot eenieders tevredenheid.

    Was het perfect? Neen, verre van. De covers brachten totaal niets bij - Vietnam (van Jimmy Cliff) was hopeloos gedateerd, Mystery Train (van Junior Parker) en Wheels (Chet Atkins) waren symptomatisch voor het hele optreden: te braaf, te afgelikt. Je kunt van een man van bijna zeventig natuurlijk niet verwachten dat hij verwoestende Iron Maiden-uithalen voorschotelt, maar het was allemaal toch iets te beredeneerd, iets te veel op veilig gespeeld. The Obvious Child (uit het onderschatte The Tythm of the Saints uit 1990) zorgde de eerste keer voor iets dat op ambiance leek, maar bij Late in the Evening probeerden zelfs de blazers de hoge noten niet te halen. Allemaal net wat te afgelikt, afgeborsteld. Te braaf. Te jammer.

    Maar goed: ik wil niet zeuren. Samen met Philippe, m'n maatje van toen, luisterden we uren lang naar het legendarische Concert in Central Park, de grote reünie met Art Garfunkel uit 1981. Waar een miljoen mensen getuige waren van een wonderbaarlijke avond, en wij niet. Wel, Simon heeft toch een deel van dat gemis goedgemaakt. The Only Living Boy in New York was beklemmend, Still Crazy after all those Years was mooi. Ik verwacht niet meneer Simon ooit nog op een podium te zien of horen. Simon is zoals een fles hele goede, dure wijn. Je bewaart ze zo lang mogelijk, maar uiteindelijk komt de dag dat je ze leegdrinkt en er meteen dus ook afscheid van neemt. Niet zelden maak je dan de opmerking: 'heel lekker, heel vol, heel rijk, maar lang moest ze toch niet meer blijven liggen. Beter zou ze in ieder geval nooit worden'. Simon wordt ook niet meer beter. Hopelijk voor hem wel nog veel ouder. En een beetje groter, misschien. Al is het daar te laat voor, zeker?

    Boy in the Bubble; Dazzling Blue; 50 Ways to Leave your Lover; So Beautiful or So What; That Was Your Mother; Hearts and Bones; Mystery Train; Wheels; Slip Slidin' Away; Rewrite; Peace Like a River; The Obvious Child; The Only Living Boy in New York; The Afterlife; Questions fot the ANgels; DIamonds on  the Soles of her Shoes; Gumboots; The Sound of Silence; Kodachrome; Here Comes the Sun; Crazy Love Vol II; Late in the Evening; Still Crazy after all those Years; You can call me Al.

    05-07-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    14-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KT Tunstall
    Klik op de afbeelding om de link te volgen KT Tunstall
    AB 14 maart 2011
    Verslag: ja

    Drie jaar geleden stond ik in een overvolle AB naar de Schotse deerne KT Tunstall te kijken en luisteren - en me vooral te ergeren. Want de meid maakte er een onwaarschijnlijk potje van: telkens het optreden een beetje vaart leek te krijgen, haalde ze er de sfeer en het tempo weer uit met flauwe grapjes, wacko verhalen en andere tussendoortjes. Pas helemaal op het einde barstte het feest toen los, met een zinderend Suddenly I see. Maar dat was niet genoeg om een ferme buis te vermijden. KT doolde, was de weg kwijt en in één kap ook het noorden.

    Vorig jaar bracht ze haar derde studioplaat uit, Tiger Suit, en daarop staat meer van hetzelfde. Lekkere pop, maar geen onvergetelijke nummers. Wel af en toe experimenten met nieuwe klanken - dreigende beats, ze noemt het zelfs 'Nature Techno', en er wordt naar Bjork verwezen als invloed. Maar: de plaat passeerde onze contreien vrij geruisloos. Met als resultaat geen uitverkochte AB, maar nauwelijks 1600 verkochte tickets. Ik was de hetero in de zaal - KT heeft zich blijkbaar ook met haar lot verzoend dat ze een rolmodel is geworden voor holebi's, ze maakte er zelfs af en toe grapjes over.

    Het is een goed optreden geworden. Een hemelsbreed verschil met drie jaar geleden. Op het podium stond quasi dezelfde groep, maar deze keer wel met een sterke, geconcentreerde en bijzonder hard werkende frontvrouw. Wat het ook was dat haar drie jaar geleden zo zuur opbrak: ze heeft het uit haar systeem. Heel veel nieuw werk - meer dan de helft van het optreden waren nieuwe nummers, maar ze speelde ze wel strak, vol overgave. En ze vond de goede mix tussen nieuw en oud, tussen solo en groep, tussen rock en disco, tussen ambiance en sfeer. Een optreden zoals een optreden hoort te zijn, kortom.

    Heel tekenend was het verschil met drie jaar geleden in haar superdoorbraakhit, Black Horse and the Cherry Tree. Bij haar vorige passage bouwde ze dat nummer op, met haar sampler: laag na laag voegde ze er ritmes en klanken aan toe, legde ze ook uitvoerig uit wat ze deed, en stapte ze halverwege plompweg op een foute pedaalknop, waarna het nummer helemaal stilviel. Letterlijk en figuurlijk.

    Nu deed ze grotendeels hetzelfde. Zonder uitleg, deze keer: ritme opnemen, afspelen, stemmetje (Woe-hoe) toevoegen, gitaarlick, en dan hop, erin vliegen. Net wanneer je dacht dat het afgelopen was, sloop de groep het podium weer op - gitaar, drums, bas en trompet zorgden voor een spetterende finale. Even later kregen we Saving My Face en werd het feest echt op gang getrapt. Een heel moo Madame Trudeaux, een stomend Push That Knot Away en een opzwepend Fade Like a Shadow (de laatste single). Knap. De bissen dan: (Still a) Weirdo, de voorlaatste single, gevolgd door de Cure-cover Close to Me, met Suddenly I See als afsluiter. Tijdens die CLose to Me viel mijn frank: KT Tunstall stond zich gewoon te amuseren. Ze vindt het weer plezant om op een podium te staan, om buzze te geven.

    In juli komt KT naar Cactus in Brugge. Hou je klaar voor een feestje.

    14-03-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    11-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Selah Sue
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Selah Sue
    11 maart 2011, AB
    Verslag: Ja

    Op 27 februari 2009 stond ik in de AB naar de toen 19-jarige Sellah Sue te kijken en te luisteren. Uit mijn verslag van toen: "Selah Sue wordt een hele grote. Snel een groep vinden die haar doet swingen, nog een paar sterke nummers schrijven (maar dat komt vanzelf, vroeger of later) en verder: rechtdoor gaan."

    Twee jaar later lijkt dat allemaal te gaan kloppen. Je weet het intussen wel al: MIA-award, het voorprogramma van Prince, een duet met Ce Lo Green, op het podium met Jamie Lidell,... Enfin: iedereen is gek van Selah. Of toch van haar stem: haar zelfzekerheid grenst te veel aan zelfingenomenheid om nog echt sympa te zijn, maar goed.

    Twee jaar geleden vond ik de muziek van Selah Sue al niets voor mij. Het deed me niets. En nu nog steeds niet. Af en toe een aardig liedje, maar net iets van hetzelfde teveel, Ik was net in die week The Kings' Speech gaan bekijken, en daar doet de jonge Leuvense me in haar zingen wat aan denken: horten en stoten.

    Maar: ze heeft dus die groep gevonden, en ze schreef een paar (niet meer) heel goeie nieuwe nummers, en: dat werkt. Drie keer de AB uitverkopen, dat wijst op een stevige hype (de meest gehypete zangeres sinds Elsje Helewaut, vermoed ik) - en dat bleek uit het lawaaierige publiek. Een aarzelend begin, ook, maar plots sloeg de vlam in de pan en werd er effectief geswingd. Ik heb mijn portie Selah Sue nu wel gehad, maar ik vermoed dat ik sterk in de minderheid ben.

    11-03-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    03-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A tribute to Alan Lomax
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    A Tribute to Alan Lomax
    Roland
    The Golden Glows
    AB, 3 maart 2011

    Muziekgeschiedenis, les zeventien. Alan Lomax en zijn vader, John A. Lomax, waren musicologen/archivarissen. Alan trok letterlijk de wereld rond om volksmuziek op te nemen, voor die voorgoed verloren zou gaan. In de VS deden vader en zoon het vooral in de zuidelijke staten: in de gevangenissen vonden ze muzikale schatten, die ze opnamen en archiveerden. Hun indrukwekkende levenswerk bezorgde ons zangers, zangeressen, gitaristen, blues, gospel, enfin: de echte Amerikaanse volksmuziek.

    In een tijd dat volksmuziek staat voor Lady Gaga (als je veronderstelt dat volksmuziek betekent: muziek waar het volk naar luistert), doet het onnoemelijk veel deugd om je in de AB in een pluchen zetel neer te vleien voor een avondje echte muziek. De Tribute to Alan Lomax was in 2009 (onder impuls van Jari De Meulemeester) een succes, en werd nu hernomen. En terecht. Minder terecht: de 350 aanwezigen. Het hadden er veel en veel meer moeten zijn.

    Want er voltrok zich een waar mirakel in de AB. Roland daagde op voor een optreden! Meer nog: hij was op tijd! Een unicum in de vaderlandse muziekgeschiedenis, voorwaar. En het illustreert perfect de avond: een Tribute is een eerbetoon, een hulde, een hommage. Het betekent dat je als muzikant bewondering hebt voor diegene die je de tribute bewijst, respect ook. En liefde, veel liefde.

    Dus speelde Roland een klein uurtje Lead Belly-songs. Lead Belly, de bluesgrootheid die door Alan Lomax is ontdekt, en die vijfhonderd liedjes opnam. Roland ging er in op. En hoe. Virtuoos gitaarspel, grommend, uithalend, lachend met zijn stem. En die songs dan. Waw. Uitschieter: Where did you sleep last night (in the Pines). Dat we kennen van... inderdaad: Nirvana. Roland bracht het doorleefd, zoals hijzelf is. Je waande je in de swamps, ik wachtte op het gezoem van vervelende muggen. En op de Jack Daniels.

    Na Roland kwam het Antwerpse trio The Golden Glows met hun Prison Songs. Die bewuste liedjes die de Lomaxen vorige eeuw in de gevangenissen in de Deep South hadden ontdekt. The Golden Glows zijn eigenlijk twee zangeressen en een zanger/gitarist, maar werden aangevuld met een gitarist en een drummer. Geweldige muzikanten, trouwens, die de liedjes de perfecte aankleding bezorgden.

    En dan was het genieten, dus. Van de uitleg die je bij iedere song kreeg, van de intensiteit; Van de variatie ook: ik had me verwacht aan een avond vol kommer en kwel (in een gevangenis is het toch niet plezant, niet?), maar kreeg naast die trage blues over ik-mis-mijn-wijf ook werkliedjes (het tempo waarmee de zwarte gevangenen aan de Chain Gang werkten); het nog snellere ontsnappingsfantasieliedje (run, run), de Yahoo-song (waarin de zwarte zich voordoet als blanke slavenhandelaar), of het schoffellied (waarmee het tempo wordt aangegeven waarmee onkruid wordt gewied). Mooi hoor.

    En verrassend. Black Betty? Da's zo'n oud lied uit de jaren veertig, geen hardrockhit uit de jaren zeventig. Meer nog: het werd voor het eerst opgenomen door... Lead Belly, in 1939. En het gaat niet over een vrouw.Of misschien toch wel. Of misschien niet, maar wel over een zweep. Of over een geweer. Nog zo'n verrassing: I ain't got nobody. Het dateert uit 1915 (hallo!), en dus niet uit de jaren vijftig, toen Louis Prima het voor het eerst combineerde met Just a Gigolo.

    Enfin: het was eigenlijk vooral een schone avond met schone muziek. Zonde van die ene breedsmoelkikker die per se wou roepen voor, na en tijdens de songs, maar verder: een avondje om in te kaderen.

    03-03-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    07-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Richard Thompson Band
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Richard Thompson Band

    AB, 7 februari 2011 

    Richard Thompson is een musicians’ musician: aanbeden door de muzikant, onbekend en dus ook onbemind bij het brede publiek. Bij het volkje tussenin doet de naam wel een belletje rinkelen – begenadigd gitarist, ietwat lijzige stem, deed die niet iets met Linda Thompson en met folk? Maar vragen om méér songtitels op te noemen dan I Feel so Good is meestal een brug te ver.

     

    Het is dus wel wat vreemd dat de AB (zij het in de Flex-opstelling) uitverkocht geraakte voor Thompson en zijn groep. Voor de afwezigen: jullie hadden overschot van ongelijk. En ook voor de afwezigen: een spoedcursus Thompson. De man is bijna 62 jaar, lag eind jaren zestig met Fairport Convention aan de basis van de folkrock, en maakte toen al duidelijk dat hij zijn eigen koers wou varen. Het streven naar de best mogelijke muziek, en niet naar het grootst mogelijke succes. Een wereld van verschil. De man zou dan ook, op af en toe een zeldzame uitschieter na, zijn leven lang blijven strijden voor platencontracten, voor  opnamemogelijkheden, voor manieren om zijn creatieve eieren kwijt te geraken. Steun van vrienden als Elvis Costello, Robert Plant, Bonnie Raitt of REM ten spijt, zal Thompson nooit de cult-status overstijgen. Omdat hij dat gewoon niet wil.

     

    Zijn laatste plaat, Dream Attic, werd vorig jaar live in de studio opgenomen. En nu toert de man er mee rond, met een duizelingwekkend goede groep in zijn zog. Het optreden was netjes in twee delen opgesplitst: eerst kregen we tien nummers uit Dream Attic te horen, en na de pauze kwamen zijn ‘hits’, zoals hij zelf smalend aankondigde. Want er mag al eens gelachen worden met den Richaar. “Omdat ik weet dat jullie er hier in Brussel zulke geweldige fans van zijn: een polka. En als jullie toch niet into polka zijn – ik vroeg de security om de deuren de volgende minuten gesloten te houden, zodat niemand kan wegrennen.”

     

    De muziek dan. Die was hemels mooi. Wie Thompson kent, wéét: meesterlijk gitarist, maar zijn stem, tja, na een liedje of twee heb ik het daarmee wel gehad. Als je dan ook nog weet dat vooraf was aangekondigd dat in zijn groep (naast drums en bas) ook een violist en een fluitist zit, groeit de vrees dat het een ééntonig folk-festijn met ellenlange gitaarsolo’s en repetitieve rondedansen zou worden. En kijk, niets was minder waar.

     

    De variatie die de groep aan de dag legde, was ongezien en indrukwekkend. We kregen alle sferen, klanken en deuntjes over ons heen: van Keltische klanken tot Perzische muziekjes, Americana, polka, murder balads tot gewone rock, rockabilly, funky pop en zelfs heuse jazz. Elk nummer bracht een nieuwe wereld, een nieuwe verrassing – en tot werd alles wonderwel als één geheel gepresenteerd. Een krachttoer. Een wereldwonder.

     

    Ook met die gitaarsolo’s viel het mee. Ze kwamen, op het juiste moment, eerder spaarzaam, en ze duurden niet te lang. Thompson schudt de solo’s zelfs niet uit zijn mouw: geen pose, geen wijdbeense molenwiekende gebarentaal die aantoont hoe moeilijk het wel is. Neen, hij heeft zijn gitaar lief, hij streelt ze en aait ze tot ze gillend tot een climax komt. Kijk, ik word er voorwaar poëtisch van.  

     

    Thompson was in de AB, op een fijne maandagavond, heel even de koning van de wereld. Maar dan wel van de wereld zoals hij die wil: zijn wereld. Geen compromis. Geen gezeik. En wie het niet lust, die blijft maar weg.

     

    Een paar minuten voor het einde van het optreden liep ik naar buiten, naar onze radiostudio. Aan de bar, in de gang: op vrijwel alle optredens is het dan een drukte van jewelste. Dan zie je er de kenners en de gelegenheidsbezoekers samen boeiend doen over andere optredens. Nu stond er niemand. Ik herhaal: niemand. Iedereen bleef in de zaal, wachtend tot het echt voorbij was, en de koning zijn wereld had verlaten.

    07-02-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    24-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hannelore Bedert
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Hannelore Bedert
    Radio 1-sessie,Marconistudio VRT
    24 januari 2011

    En hop, we zijn weer vertrokken, voor een jaar muziek. Dat blijft hier maar duren. En waarom ook niet, eigenlijk? Zeker wanneer je het concertjaar kunt inzetten in de Marconistudio, voor een intieme Radio 1-sessie. Waar de pils gratis is. En je op een halve meter van de artiest(e) staat. En wanneer die artieste Hannelore Bedert is.

    Ik geef het graag toe: ik ben gevallen voor mevrouw Bedert. Al sinds het prille begin, toen ik haar voor het eerst op Radio 1 hoorde. Toen ik haar eerste CD ging kopen en blééf beluisteren. Toen ik haar live zag en hoorde, tijdens een Radio 1-sessie van Raymond, en ze me het kippenvelmoment van het jaar bezorgde. En na haar eigen Sessie en haar tweede CD, 'Uitgewist', blijft de bewondering overeind. Hannelore Bedert is een straffe madam geworden.

    Er zijn haar teksten: de soepelheid waarmee ze met de taal omspringt, is fenomenaal, en ongewoon voor Vlaanderen. Geen gekunstelde geaffecteerde uitspraak à la Yevgueni. Geen flauwe woordgrapjes à la Bart Peeters. Maar wel heel mooie zinnen, woorden, poëzie haast. Muzikaal zit het ook helemaal goed, en valt het vooral op hoe de tweede plaat rijper, rijker en voller klinkt. En ze kan het dan ook nog eens brengen zoals het hoort. Kortom: ze hééft het, en ze deelt het graag met u en mij.

    Zo'n Radio 1-sessie is buitengewoon. Je staat daar in een klein zaaltje, een laag podium voor je, waar de artiesten letterlijk binnen handbereik hun ding doen. Directe reactie en interactie, heet dat. Waarschijnlijk een beproeving voor de artiesten, maar bijzonder fijn voor het publiek. Hier zie en hoor je namelijk alles: muzikanten kunnen zich nergens achter verstoppen. En dat deed ze dus ook niet. Alhoewel: ze verklaarde zichzelf grieperig en ziekjes, en verontschuldigde zich voor haar stem. Maar niemand die daar iets van merkte - een beetje nasaler dan normaal, en iets zwaarder ademend. Maar niet genoeg om de pret te drukken.

    Bedert had de set (van dik anderhalf uur) goed en slim opgebouwd. Nieuwe nummers als De Kloten (de opener) werden afgewisseld met liedjes uit haar debuut 'Wat Als'; tragere luisterliedjes werden gevolgd door de intussen klassieke up-tempodingen als Janker. Met de intussen even klassieke inleidingen over ex-liefjes en Antwerpse Westvlamingen.

    Haar groep - bas, viool en cello, drums en gitaar - zorgden evenzeer voor die afwisseling: de ene keer klonk een diepe melancholie, even later werd er feestelijk gerockt. Haar muzikanten stonden/zaten er duidelijk voor haar: geen egotripperij, maar wel de juiste ondersteuning geven op het juiste moment.

    Sterke dingen gehoord, dus, uit die nieuwe cd: 'Helden' was indrukwekkend, 'Onze Vader' (een liedje voor haar moeder, ja) verstillend. 'Koffie' is een intussen typisch Bedert-liedje over foute relaties, en de single 'Boemerang' de enige fout van de avond: iets te vlak, te braaf, te vrijblijvend en gezocht poppy.

    Maar ik wil niet met een valse noot eindigen, dus: een éénmalige oproep aan iedereen van goede wil om je meteen naar de platenwinkel te reppen en 'Uitgewist' in huis te halen. Bedert brengt de plaat in eigen beheer uit, en kan onze steun dus best gebruiken. Wie niet in een winkel geraakt: de diva trekt het land weer rond met haar liedekens en haar groeptjen. Gaat dat zien, gaat dat horen.



    24-01-2011 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    26-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lambchop
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Lambchop
    Koninklijk Circus, 26/11/2010

    In oktober was het twee jaar geleden dat ik Lambchop voor het eerst zag en hoorde, en ik zanger/componist/brein en vooral bijzonder geschikte peer Kurt Wagner mocht interviewen. Hij had ons toen net 'Ohio' geschonken, en speelde die plaat ook integraal in de AB. Het was een betoverend concert, maar best moeilijk: zo'n nieuwe plaat live verteren, het is niet evident. Dat gaf Wagner ook toe, na afloop. "Maar ik heb een hekel aan die rage van groepen die platen na vijftien, twintig jaar plots live gaan spelen", zei hij. "Een plaat is heel erg 'nu', dus moet je ze ook maar live durven te brengen wanneer je ze uitbrengt."

    SIndsdien is Lambchop nooit ver weg geweest. De warme stem, de geweldige muziek is altijd welkom ten huize VDB. Het is muziek waar ik naar teruggrijp wanneer ik weer eens besluiteloos voor mijn iPod sta. Stevige rock? Softe soul? Swingende disco? Of toch maar die rare combinatie van alles, van Lambchop?

    Nu stond hij dus weer op een Belgisch podium, en wat bleek? Wagner (die veel geld verloor in de beurscrash van 08) was gezweken voor die verfoeilijke rage, en kwam ons 'Is a Woman' integraal brengen. Een mooie plaat, zeer zeker. Uit 2002,wel. Dus niet meer zo 'nu' als hij zelf verklaarde. Een moeilijke plaat ook - veel gelijke, kabbelende ritmes, weinig variatie, en moeilijke thema's.

    Live die plaat spelen bracht eigenlijk weinig of niets bij. Ja, de stem van Wagner is nog altijd een schitterend instrument. Ja, hij is nog altijd even moeilijk te begrijpen wanneer hij zingt. En ja, hij had weer geweldige muzikanten mee. Maar ik had toch vooral het gevoel dat de mensen op het podium geweldig hun best deden om die acht jaar oude plaat zo juist mogelijk te spelen. Met de juiste noten op het juiste moment. Zeer rustig, ingetogen en vreselijk mooi. Maar ik miste de beleving, de passie die ik twee jaar geleden in de AB wel zo duidelijk voelde.

    Jammer. Maar zoals ik twee jaar geleden al schreef en zei: naar Lambchop keer je terug, voor méér. Bij een volgende doorgang zal ik er dus waarschijnlijk wel weer staan, of zitten. En in ieder geval: genieten.

    26-11-2010 om 00:00 geschreven door Peter VDB  




    Foto

    (meer dan) een jaar gratis muziek

    bestaat nu ook als boek!

    Bestellen via shopmybook 

     

     


    Sommige verslagjes op Radio 1 zijn nog te beluisteren via de Exit-site.
    http://tinyurl.com/ylr3kgw



    En zo...
  • PVDB
  • Boss
  • The Lake
  • Neil
  • Youssou
  • Willy
  • HA!
  • AB
  • Club
  • Bal

    Mail



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs