Inhoud blog
  • Patti Smith
  • Neil Young and Crazy Horse
  • Johnny Marr
  • Motörhead
  • Hooverphonic
  • Amy Macdonald
  • Magnus
  • Rock Werchter 2014
  • The Rolling Stones
  • Simple Minds
  • Triggerfinger
  • Arcade Fire
  • Admiral Freebee
  • Elton John
  • Vanessa Paradis
  • Goldfrapp
  • Monk
  • Nile Rodgers
  • Texas
  • Ozark Henry
  • Axelle Red
  • Daan
  • The B 52's
  • Ceelo Green
  • Damien Rice
  • Arno
  • Seasick Steve
  • Donavon Frankenreiter
  • Deep Purple
  • Alice Cooper
  • Bruce Springsteen & the E-Street Band
  • Rock Werchter
  • Lana Del Rey
  • Poliça
  • Steve Wynn
  • Alabama Shakes
  • Cold Spex
  • Norah Jones
  • dEUS
  • The Specials
  • PIL
  • Echo and the Bunnymen
  • Luc Van Acker
  • The Beach Boys
  • De Mens
  • The Roots
  • Absynthe Minded
  • Brian Ferry
  • Bruce Springsteen and the E Street Band
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Michael Kiwanuka
  • Jonathan Jeremiah
  • John Cale
  • Alice Cooper
  • Gotye
  • Red Hot Chili Peppers
  • Steve Earle
  • CW Stoneking
  • Anna Calvi
  • Bony King of Nowhere en Midlake
  • Toots Thielemans
  • Paul Simon
  • KT Tunstall
  • Selah Sue
  • A tribute to Alan Lomax
  • Richard Thompson Band
  • Hannelore Bedert
  • Lambchop
  • ZZ Top & The Doobie Brothers
  • Steve Miller Band
  • Carlos Santana
  • Peter Gabriel
  • Isobel Campbell and Mark Lanegan
  • Chris Isaak
  • Mark Knopfler
  • Snow Patrol
  • Eric Clapton & Steve Winwood
  • Jamie Lidell
  • Hannelore Bedert
  • Tindersticks
  • Randy Newman
  • 65daysofstatic
  • Heaven 17
  • The Temptations & The Four Tops
  • Angie Stone
  • Joss Stone
  • Chris Rea
  • Lyle Lovett en John Hiatt
  • David Gray
  • Marianne Faithfull
  • Wilco
  • Massive Attack
  • Status Quo
  • Fleetwood Mac
  • Emiliana Torrini
  • Daniel Lanois
  • Moby
  • Ray Davies
  • Donna Summer
  • David Byrne
  • Steely Dan
  • Ry Cooder en Nick Lowe
  • Eagles
  • Morrissey
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Elbow
  • Me First and the Gimme Gimmes
  • Patrick Watson
  • Zappa Plays Zappa
  • Lily Allen
  • Liam Finn
  • Jackson Browne
  • Bob Dylan
  • Lenny Kravitz
  • Razorlight
  • Johann Johannsson
  • Antony and the Johnsons
  • Lyle Lovett
  • Grace Jones
  • Franz Ferdinand
  • John Legend
  • Metallica
  • Luka Bloom and Band
  • Selah Sue
  • Seasick Steve
  • dEUS
  • Raymond
  • Sigur Ros
  • Tony Joe White
  • Herbie Hancock
  • Lambchop
  • Luna Twist
  • John Mayall and the Bluesbrakers
  • Stephen Stills
  • Elliott Murphy
  • Paul Weller
  • Steve Wynn
  • The Lemonheads
  • Alanis Morissette
  • Grace Jones
  • Macy Gray
  • Melee
  • Counting Crows
  • Elbow
  • Bruce Springsteen
  • John Fogerty
  • Stephen Malkmus
  • The Police
  • Iggy & the Stooges
  • Mark Knopfler
  • Willard Grant Conspiracy
  • Madrugada
  • Alison Kraus & Robert Plant
  • Elliott Murphy
  • Tindersticks
  • Sebadoh
  • Mavis Staples
  • KT Tunstall
  • PUSA
  • Electric Eel Shock
  • John Scofield
  • Jools Holland
  • James Taylor
  • Youssou Ndour
  • Alicia Keys
  • Think of One
  • Joe Bonamassa
  • James Blunt
  • The Cure
  • 65daysofstatic
  • Dirty Dozen Brass Band
  • Eels
  • Steve Wynn
  • Lady Linn and her Magnificent Seven
  • Willy Deville
  • Arno
  • Nouvelle Vague
  • Seasick Steve
  • John Watts (from Fisher Z)
  • Inleiding
  • Jim Cole
  • Neil Young
    Foto
    Muziek 2008 - 2014
    (Meer dan) 1 jaar gratis concerten
    Verslagjes van concerten in 2008 & 2009 & 2010 & 2011
    23-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antony and the Johnsons
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Antony and the Johnsons
    Elisabethzaal Antwerpen, 23 maart 2009
    Antony Hegarty: piano, zang
    Rob Moose: viool, gitaar
    Maxim Mostin: viool
    Julia Kent: cello
    Jeffrey Langston: bass
    Doug Wieselman: elektrische gitaar, sax
    Parker Kindred: drums
    Verslag: ja

    In 2005, na jaren aanmodderen in de schaduw, werden Antony en zijn Johnsons plots een geweldige hype. Zijn androgyne persoontje had daar veel mee te maken (is het een vliegtuig, is het een vogel, is het een man, is het een vrouw? neen dat is het niet!), maar de muziek die hij met 'I am a Bird Now' bracht evenzeer: mooi gezongen, verzorgd gespeelde en behoorlijk geniaal geschreven liedjes over man/vrouw zijn, over verloren liefdes en verkeken kansen. Na lang (her)opnemen, mixen en foefelen, kwam begin dit jaar eindelijk de opvolger uit: 'The Crying Light'. Alweer een plaat vol stemmige muziek, net als de vorige eigenlijk. Het optreden van Antony & Co in Brussel was in een mum van tijd uitverkocht, en onverwacht kwam er een extra concertdatum bij, in de Antwerpse Elisabethzaal. Een volle zaal, dan nog.

    Nieuwe fans zal de groep met die optredens niet winnen. Je moet de muziek vooraf al kennen (en appreciëren) om van het concert te kunnen genieten. De intimistische, breekbare liedjes zijn moeilijk - soms doet het me wat denken aan Lambchop: je moet moeite doen, maar je krijgt veel schoonheid terug. Gelukkig doet Antony me meestal ni!et aan Lambchop denken.

    Laat me maar met de deur in huis vallen: de Elisabethzaal reageerde enthousiast op een matig concert. Het optreden had mooie hoogtepunten, maar evenveel zeer diepe dieptepunten. De groep was mak, en de combinatie violen (een kamerconcertje) enerzijds en drums met elektrische gitaar anderzijds, wérkte gewoon niet. Antony's stem is uitzonderlijk, maar kreeg net te weinig steun van de Johnsons.

    Het begon allemaal behoorlijk ellendig: een soort danseresje kwam het podium op, en deed dingen die voor moderne, kunstzinnige dans moesten doorgaan, op soundscapes en op stukjes Peter en de Wolf. Nauwelijks reactie uit de zaal, helemaal op het einde een flauw applausje: iedereen worstelde duidelijk met het arty farty gedoe dat ons werd voorgeschoteld.

    Vijf minuten later kwamen Antony en zijn bende dan het podium op. In het donker - de groep zou een optreden lang in het halfduister blijven zitten, Antony zelf verdroeg pas vanaf de helft enig licht. Muzikanten die trouwens allemaal bleven zitten, op de bassist na. Het was meteen duidelijk: op het voorprogramma na, zou er vanavond niet meer gedanst worden.

    De avond had een hoog Klara-gehalte: Where is my Power werd gevolgd door drie nieuwe nummers (Her eyes are Underneath the Ground, Epilepsy is dancing en One Dove). Pas bij dat laatste nummer reageerde de zaal spontaan en enthousiast. Bij 'For I am a Boy' was er een eerste herkenningsapplaus en ontdooide iedereen, Antony incluis.

    We zullen het geweten hebben, want daarna begon het fout te lopen. De bindteksten van Antony bleven eerst gewoon bizar (ik draag een ring die ik in grootmoeders naaikoffertje vond - het is een gordijnring. wtf?), maar het zou ontsporen. Halfweg een cover van een Beyoncé-nummer, Crazy in Love, stopte Antony. 'Dit liedje doet het niet meer voor me. Neen, geen applaus - je hoeft niet te applaudiseren voor een slechte performance). Hij bezwoer het nummer nooit meer te spelen. Om het goed te maken kregen we een lange uitleg over moeders, en een strofe uit een nieuw nummer, My father is my Baby. Met meteen daarna een Bob Dylan-cover, I was young when I left home. Het hoogtepunt van de avond, meteen: wonderbaarlijk mooi gitaarspel, met daar bovenop die magische stem. Mooi.

    Want het potentieel betoverende aan de muziek - de combinatie van de dreigende of vrolijk dansende violen met de drums en elektrische gitaar - werkte gewoon niet. Fistful of Love was pompend en bezwerend, maar het is totaal onduidelijk wat de gitarist uit zijn mouw probeerde te schudden. Shake that devil, een soort rap, ging compleet de mist in - een echte train wreck.

    We zouden nog mooie nummers krijgen: You are my Sister, Aeon en Hope there's Someone in de bissen. Maar Antony vond het nodig de zaallichten te laten aansteken, en een praatje te maken met het publiek. Waar Lyle Lovett zondagavond bewees hoe zo'n losse praatjes fantatisch entertainend kunnen zijn, grappig en gevat, en het concert naar een hoger niveau kunnen tillen, toonde Antony Hegarty hoe je een optreden kunt doodmeppen met nietszeggend geleuter. Liefst vijftien minuten lang ratelde hij over de 'feminine side' die iedereen moet zoeken, over hoe zwaar het als vrouw is om te bevallen, over wat een toffe vent Margaret Tatcher was, over vrouwen in de politiek,... Zagen, zagen, zagen. Juist: wie nog twijfelde, Antony is een vrouw.

    Zonde van het geleuter en gemeier. Zonde van de onevenwichtige klank van de groep. Maar: geef Antony nog een jaar of tien, met daarin een plaat of drie, en het worden legendarische concerten. Want als hij/zij goed is, is hij/zij fantastisch goed. Alleen kwam het er net niet genoeg uit. Ik kan de familie D. uit West-Vlaanderen onmogelijk bijtreden in hun stelling van 20 jaar geleden: "Antonieke, gij zijt een toffe jongen". Ik luister gewoon af en toe nog naar de plaat, en probeer verder uit Antoniekes buurt te blijven.

    where is my power *** her eyes are underneath the ground *** epilepsy is dancing *** one dove *** for today I am a boy *** kiss my name *** everglade *** another world *** shake that devil ***the crying light ***crazy in love *** My Father is my Baby *** I was Young when I left Home *** fistful of love *** you are my sister *** twilight *** aeon *** encore: cripple and the starfish *** hope there’s someone

    23-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Concert review Antony and the Johnsons Antwerpen Radio 1
    22-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lyle Lovett
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Lyle Lovett
    AB, 22 maart 2009
    Verslag: neen

    Lyle Lovett is een Amerikaans icoon. ZIjn Americana doet het in de VS bijzonder goed: Lovett wordt er door muziekkenners op de handen gedragen, zijn métier staat er buiten discussie. In Europa vergaarde hij vooral bekendheid door zijn huwelijk met Julie Roberts, en door een paar filmrolletjes. Maar muzikaal leek hij een onbeschreven blad: zijn mengeling van country, bluegrass, jazz, blues en zelfs wat big band-snufjes wordt dan ook niet zomaar Americana genoemd. Lovett rekende zelf uit dat dit nog maar zijn tweede passage door Brussel was: in 1988 had hij hier al eens wat interviews gegeven, en een televisieshow gedaan.

    Nu was hij er echt - en hoe. De AB Flex was volgelopen, en er stond veel schoon volk in de zaal - als Marc Didden zich al in een concertzaal waagt, wéét je dat er iets speciaals te gebeuren staat.

    Om half negen stipt stapten vijf heren, netjes in een zwart pak, het podium op. Eentje nam zijn cello en strijkstok vast, de tweede greep de grote staande bas. De derde - een kale man met wit sikje - ging bedaard achter het drumstel zitten, de vierde had zijn akoestische gitaar bij zich. En Lovett, ook al op gitaar, zette meteen de toon: glasheldere stem, en zalig kabbelende muziek. Rasmuzikanten, die alles zo ontzettend gemakkelijk deden lijken, en moeiteloos overschakelden van pure country naar jazz (in I will Rise Up) of blues. Na het tweede nummer introduceerde hij zijn groep al, naar het einde toe kregen ze net één solootje te veel toebedeeld. Maar wat een klasse. "Optreden is voor mij werken", zei Lovett ooit in een interview. "En als je gaat werken, zit je netjes in het pak. Dus dragen we ook een pak op het podium". En meer moet je daar niet over zeggen.

    Het publiek reageerde steeds enthousiaster - en terecht. Het grappige bluegrass-nummer Keep it in your Pantry (dat werd ingeleid door een hilarisch verhaal over eten en boodschappen doen), het populaire If I had a Boat. Het wonderbaarlijk mooie 'If I were the Man you wanted' (I wouldn't be the man I am today) was beklijvend, My baby don't tolerate was even breekbaar. That's right, you're not from Texas had dan weer een fijn upbeat-tempo en werd vrolijk gespeeld - dit is een geweldige groep, die op elk moment precies weet wat er moet gedaan worden. Lovett ontpopte zich ook als een geweldige stand-up comedian, met goeie grappen over de tocht van London naar Brussel en de manier waarop hij zijn groepsleden interviewde, was pure comedy.

    Hij dankte het publiek ook uitvoerig, en hij leek het zelfs te menen. Hij bedankte Marc van de AB voor zijn vijftien jaar inzet in de concertzaal ('That's a large part of your life you dedicated to music), en droeg een nummer aan hem op (Simple Song). Hij verbaasde zich over de AB zelf: 'there's so much history in here, this is special for a band to play here', vooral omdat er muzikanten uit alle mogelijke stromingen stonden... 'it's great to keep such an open mind').

    Kortom: een beleefde, welopgevoede man die wonderbaarlijke muziek maakt. Absolute klasse, in een perfecte omgeving. Cute as a Bug, zong hij - en al is hij niet cute, hij is wel bijzonder beminnelijk. Dit was een AB-avond waar je later nog heel erg vaak aan zult terugdenken - op de mooie momenten in je leven.

    22-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    16-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grace Jones
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Grace Jones
    AB, 16 maart 2009
    Verslag: Ja

    Toen Grace Jones vorig jaar op de Lokerse Feesten op de affiche stond, werd daar (terecht) meewarig over gedaan. De Jamaïcaanse had twintig jaar lang muzikaal overwinterd, haalde de boekskes alleen met bizarre uitspattingen, wangedrag en cocaïnegebruik, en leek op haar zestigste voorgoed voor de muziekwereld verloren. Maar hoe dwaalden wij allen: miss Jones verscheen ten tonele, en veroorzaakte een orkaan die alle vooroordelen en terughoudenheid wegblies. Indrukwekkende ritmes, een felle stem en een présence waar tientallen would-be sterren alleen maar kunnen van dromen. Jones was back - en hoe.

    Een paar maanden later werd die come-back nog eens bevestigd, toen ze de uitstekende plaat Hurricane uitbracht. Een come-backplaat die kon tellen, met nummers die je de adem afsnijden en zelfs harken als mezelf tot enige beweging aanzetten. Een plaat die de terugkeer van Sly and Robbie vierde. Met hulp van Brian Eno, en Tricky. Het concert in de AB was dan ook in een wip en een knip uitverkocht - iedereen wou de definitieve terugkeer van de zwarte panter meemaken. Het was nochtans het duurste optreden dat de AB ooit zelf op het programma zette - vijftig euro inkom. Wel: die vijftig euro waren goed besteed. Van de eerste tot de laatste cent.

    Zoals het een echte diva betaamt, startte Jones met een half uur vertraging. Op zich geen probleem: de propvolle AB wachtte geduldig. Maar de AB werkt met een strikte eindtijd voor de optredens: om half elf gaat de stekker eruit (of de buren worden ongelukkig). Er was dus enige haast, en dat is dan ook meteen de enige smet op dit optreden: haar haast. Pull up to the Bumper werd een maat of twee te snel gespeeld, toen het truucje met de miniscule camera niet meteen werkte (ze wou een cameraatje in haar bustière laten glijden om ons een diepere inkijk in haar eh... anatomie te gunnen, of zoals ze het zelf zei: 'I have to shouw you my tits') gooide ze het ding weg. Er sneuvelden ook twee nummers uit de setlist vanwege de timing, en ook dat was zonde.

    Maar zoals ik zei: dat was de enige smet. Opener Nightclubbin zette meteen al de toon: de strakke, indrukwekkende begeleidingsband van de Lokerse Feesten was er weer en speelde nu zo mogelijk nog beter. Haar stem donderde en dreigde, This is Life deed de eerste rijen uit de bol gaan en met het derde nummer, My jamaican Guy was het helemaal prijs en gaf de AB zich gewonnen. Muzikaal was het top - de bassist dreef de zeskoppige groep (plus twee achtergrondzangeresjes) vooruit, en Grace Jones was Grace Jones.

    Dat betekent ook: na elk nummer in de coulissen verdwijnen om een ander hoofddeksel op te zetten. En rondlopen op centimeters hoge hakken. En die eindeloze benen tonen. 61 jaar? Man: als ik twintig jaar ouder was geweest.... Libertango werd enthousiast onthaald, Jones voerde een act uit op een draaiend platformpje, tegen de wind in. La vie en Rose ging deels de mist in (haar monitors lieten het afweten, waardoor ze de start compleet miste, verschrikkelijk vals ging zingen en ook naast de maat zat - en ze zette het niet helemaal meer recht in de rest van het nummer), maar we vergeven veel.

    Het ging steeds verder crescendo: Well Well Well is een ijzersterk nummer. En Williams' Blood was angstaanjagend mooi. Felle uithalen, dan weer zacht zingen, dan dreigend onder het gitaargeweld, bijna bezwijken... Slotnummer Pull up to the Bumper zorgde voor het Studio 54-feestje: lasers, grote balonnen, dansende fans op het podium... De bissen gingen nog een versnelling hoger, met een snelle en pompende versie van Roxy Musics Love is the Drug en met Slave to the Rythm, om af te sluiten met Hurricane.

    En dat was het ook echt: een orkaan. Want de verkleedpartijen, de vulgaire ondertoon, de absolute camp en de uitgebreide gay aanhang (er waren meer snorren dan op de gemiddelde rijkswachtersconventie) riskeren je aandacht van het essentiële weg te houden: dit is verdomd goede muziek. Grace Jones kan écht zingen. Vergeten we even de uitschuiver in La vie en Rose, of de krakende stembanden in Slave to the Rythm - 61 jaar kun je cosmetisch wel camoufleren, maar je stem is natuurlijk net zo oud.  Grace Jones is vooral een fantastische zangeres. Niemand kan zo mooi zingend praten. eat your Heart out, Steve Stevaert. Ze bezweert je met een diepe, grommende stem. Ze haalt fel uit, gaat ontzettend hoog. Klasse - en dan heb ik het nog niet over die muzikanten. Zo onopvallend, dat het opviel. Strak. Juist. Geen noot te veel, geen fantasietje als het niet nodig was.

    This is my voice, my weapon of choice, zegt mevrouw Jones. En ze heeft dat wapen goed gekozen.

    16-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Music Concert Show Grace Jones
    12-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franz Ferdinand
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Franz Ferdinand
    AB, 12 maart 2009
    Alex Kapranos (gitaar, zang)
    Nick McCarthy (gitaar)
    Bob Hardy (bas)
    Paul Thompson (drums)
    Verslag: ja

    Franz Ferdinand, het kwartet dat in zijn eentje voor het relanceplan van de Britse gitaarpop tekende, heeft net zijn o zo belangrijke derde plaat uit. Na het instant succes van Franz Ferdinand en You could have it so much better with Franz Ferdinand, is het nu de beurt aan Tonight: Franz Ferdinand. Het is een moeilijke en lange bevalling geworden, wat geen wonder mag heten: de druk moet enorm geweest zijn. Radiohits als Matinee, The Fallen, Do you Want to en Walk Away: je schrijft ze niet iedere dag.

    Voor die derde boorde het viertal de elektronica aan, en dat is geen meevaller geworden. Er staan ronduit zwakke nummers op de plaat, en maar een paar potentiële radiohitjes. Maar dat was een stampvolle AB allemaal worst. Van zodra de vier het podium op kwamen, ontplofte de zaal en werd er lustig meegezongen, gesprongen en gedanst.

    En Franz Ferdinand wéét hoe ze de vaart er in moeten houden. Geen interactie met het publiek, gewoon: liedje na liedje na liedje. Een echte juke-box. Het publiek was bij voorbaat overwonnen, het enige dat FF nog moest doen was de juiste liedjes zo juist mogelijk spelen. Wat ze met verve deden. Het is een one trick poney, maar wat ze doen, doen ze heel goed. Na een half uur dacht ik: tijd voor een andere plaat, voor een ander deuntje, voor wat variatie. Maar hun muziek laat geen ruimte voor nuances: alles wordt in koor meegezongen, door iedereen. Het zijn stampers, meezingers, ambiancedingen. Is dat een slechte zaak? Neen, iedereen amuseerde zich te pletter. Is het fris en nieuw en verrassend? Ook niet, ik verveelde me.

    Waarvoor mijn welgemeende excuses. Maar Franz Ferdinand dééd het gewoon niet voor mij. Ik ben ervan overtuigd dat ze op een festival als Werchter voor een meer dan aangenaam uurtje vertier zorgen - ze hebben er de songs, de skills en de attitude voor. Maar op een avond in de AB is het toch maar monotoon. Het overwegend franstalige publiek (François Fernand!) ging een uur lang uit de bol - veel langer speelde FF niet. Vroeg in de set al Matinee en Do You Want to, dan The Fallen en Walk Away: er zat vaart in. Uit de nieuwe plaat werden gelukkig alleen de gitaarnummers gebracht. Gitarist McCarthey ging af en toe wel op de keyboards spelen, maar de elektronicadreunen bleven beperkt. De nieuwe single, Ulysses, was een waardige uitsmijter, een orgelpunt net voor de bissen.

    Het wordt moeilijk voor Franz Ferdinand. Een One trick Poney is ofwel geen lang leven beschoren, of is vervoordeeld tot het in den treure herkauwen van de prille successen. Ofwel zien we deze vier binnenkort elk hun eigen weg gaan - ofwel staan ze veel later op Rimpelrock voor het publiek van donderdagavond (dat dan ook 40 jaar ouder is) Matinee en Take Me Out te zingen. Het stagediven zal dan wel vanzelf achterwege blijven.

    12-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Muziek concerten reviews franz ferdinand AB
    08-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Legend
    Klik op de afbeelding om de link te volgen John Legend
    AB, 8 maart 2009
    Verslag: Ja

    De derde plaat van John Legend, Evolver, klinkt zeer aardig. Fijne deuntjes - ik hoorde zijn nieuwe single everybody Knows toevallig zondagochtend nog in het supermarrktje in Elewijt. Het is muziek die niemand afstoot, die braaf kabbelt en af en toe swingt. Juist: typische R&B. De mannelijke Alicia Keys, quoi.

    Gelukkig heeft Legend, in tegenstelling tot Keys, wél ballen. Dat is voor iedereen sowieso een goede zaak, maar ook muzikaal is deze Legend een pak rijper. Een stampvolle AB kon in ieder geval dik anderhalf uur lang genieten van een zeer fijn optreden. Braaf, miniteus voorbereid en gerepeteerd, maar ook wel goed. Want Legend zorgde vanavond voor een ideale mix. Een mix tussen oude nummers en nieuw materiaal. Een mix tussen trage en swingende nummers. Hij speelde de grote verleider (zijn zwoele blik was vaak lachwekkend), maar overdreef ook daar niet in. En: geen gepreek over graag zien en God en Jezus tussen de nummers. Integendeel: de liedjes volgden elkaar razendsnel op, alsof Legend bang was om ergens een stilte te laten vallen.

    Niet dat daar enig risico toe bestond: in het publiek heel veel jonge meisjes, GSM en fototoestel in de aanslag, en krijsen en roepen. Legend trapte af met twintig minuten stevige funk, perfect ondersteund door drie achtergrondzangers (twee bevallige deernes en zijn broer), een bassist, gitarist, hevige drummer en drie fantastische blazers. En een keyboardspeler, de 'orkestmeester' zoals Legend hem zelf aankondigde. Na die twintig minuten ging Legend aan zijn piano zitten, en wisselde het tempo en de stemming constant.

    Telkens je dacht dat de meligheid nu toch wel akelig dichtbij kwam, en je vreesde voor kleffe bedoeningen, dreef Legend het tempo de hoogte in. Met een geweldige stem coverde hij George Harrissons' Here Comes the Suni; een paar minuten later swingde No Other Love. Enfin: deze Legend weet perfect waarmee hij bezig is. De rappers uit zijn laatste plaat waren er niet bij - alleen Andre 3000 mocht vanop het videoscherm even rappen tijdens de grote finale van Greenlight. Een waardige finale, trouwens.

    Legend laat géén onvergetelijke indruk na, maar ik heb me ook geen seconde verveeld. En ook dat is een grote verdienste. Er was altijd wel iets om in méé te gaan, om naar uit te kijken. Zoals het dansje tijdens Slow Dance: hij haalt dan telkens een meisje uit het publiek om even met haar op het podium te dansen, en in Nederland liep het een paar jaar geleden fout, toen hij zichbaar opgewonden geraakte door dat dansje. Nu stond de hele zaal op de tippen van de tenen, en werd er rond mij gevraagd (ik verzin dit niet): 'is er iets in zijn broek te zien?'. Legend speelt daar allemaal handig op in, en samen met de drie Apple-notebooks op het podium houdt hij de boel lekker strak.

    Ja, dit was eens fijn. Morgen ben ik het weer vergeten, maar:  het was zeer fijn.

    08-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:AB concert review soul funk John Legend
    05-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Metallica
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Metallica
    Sportpaleis Antwerpen, 5 maart 2009
    James Hetfield (zang, gitaar)
    Lars Ulrich (drums)
    Kirk Hammett (gitaar)
    Robert Trujillo (bas)
    Verslag: Ja

    Iemand vroeg me vanavond of het niet gaat vervelen, al die optredens. De vraag verbaasde me: je vraagt toch ook niet aan een voetbalsupporter of dat niet gaat vervelen, iedere week naar dezelfde ploeg te gaan kijken? Bovendien hoef ik me niet op één ploeg (of artiest, of genre) te concentreren: ik kan van alle walletjes eten. Woensdag Luka Bloom, zondag John Legend, vanavond Metallica. Ik ben een eclectisch persoon. Schrijf ik dat wel juist?

    Metallica dus. Die zotte groep. Sinds de film Some Kind of Monster uit 2003, kan ik de groep moeilijk nog serieus nemen. In die film laten ze zien hoe de groepsleden elkaar niet kunnen luchten, hoe de bassist opstapt en wordt vervangen (even door de producer, die meteen meer centen eist), hoe James Hetfield het tijdens de opnames van St Anger aftrapt en zich laat opnemen in een ontwenningskliniek, hoe Lars Ulrich de gitaren uit Metallica bant en advies vraagt aan zijn bejaarde vader, en hoe de zware jongens hun ziel blootleggen op de sofa bij een therapeut. Kortom: Spinal Tap in het kwadraat. Bovendien: Metallica, dat is hard-rock. En wie kan dat nu serieus nemen?

    Heel veel mensen, zo bleek in het Sportpaleis. Zwart was de modekleur, en toen ik de toiletten binnen stapte, dacht ik even dat ik me in een parallel universum bevond - eentje waarin vrouwen rechtstaand plassen. Juist, veel en lang haar. Veel bier ook, en mensen die niet direct een stap opzij zetten als je wil passeren. Maar: die vijftienduizend mensen beleefden wel een zalige avond.

    Het begon nochtans slecht. Support Act Machine Head (die drie maanden geleden ter elfder ure annuleerde toen ze hier met Slipknot in de Lotto Arena moesten staan) klonk als een luide, dreunende brij. Lawaai, veel meer was het niet. Een beetje lachen, ook, met de clichés die werden bevestigd. Gitaristen bij metalgroepen staan per definitie wijdbeens op een podium, zwieren met hun lange haar, hebben een lijf vol tatoeages - en bassisten hebben een serieuze pens hangen.

    Hoe anders was Metallica. Vier afgetrainde profs, die vanaf de eerste noot juist zaten, het publiek meteen mee trokken in hun duistere wereld en onvoorstelbaar snel en hard speelden. Ik wil bij deze dan ook mijn oordopjes bedanken: zonder hen had ik het niet gered.

    Een super-megagroep als Metallica (die vrijwel jaarlijks in België optreedt) is net zo afhankelijk van hun laatste plaat als het kleinste hobby-bandje. Na jaren ellende, heeft Metallica met Death Magnetic eindelijk nog eens een heel goeie plaat gemaakt. Dank zij producer Rick Rubin (Johny Cash, Neil Diamond en zo veel meer) klinken de gitaren weer als vanouds, en Hetfield schreef deze keer ook goede nummers. Deze tournee is dus goed. Zeer goed. De groep is perfect op elkaar ingespeeld, houdt het lekker strak en wordt geholpen door de techniek - er draait volgens mij constant een band mee met extra muziek. Maar da's helemaal niet erg, want het klinkt goed.

    Goed dus. Luid, maar goed. We kregen zes nummers uit die laatste plaat, telkens netjes in duo's opgedeeld, en ertussen klassiekers uit de acht vorige platen. Inclusief Turn the Page, een cover van Bob Seger. En het enige rustmoment in de set - want gevolgd door de nieuwe nummers All Nightmare Long en The Day that Never comes. Maar dan gooien ze berekend wild Master of Puppets de zaal in, en ontploft alles weer.

    Haast letterlijk, overigens. Het podium staat in het midden van het Sportpaleis, erboven zweven  vier gigantische metalen doodskisten met spots en lasers, en het hele optreden door worden we vergast op een indrukwekkende lasershow, op meters hoge vlammen die uit het podium spuwen en op die doodskisten die naar beneden zakken en daar wat hangen te hangen.

    Maar het indrukwekkendste is voor mij de beleving en de overgave van het publiek. Deze mensen houden zielsveel van hun muziek, en willen er zich helemaal in verliezen. Het zal hen worst wezen of ze Metallica al tien keer zagen of niet, of nummers nieuw of oud zijn - ze blijven meezingen, springen, headbangen en gebalde vuisten tonen. Een modelpubliek - de bende zatlappen die Seasick Steve zo verziekten, kunnen hier een voorbeeld aan nemen. Respect en liefde voor de groep en voor wat ze doen - twee uur lang bestaat er geen crisis, geen ellende en geen voetbal. Chapeau. "Voor wie is dit het eerste Metallica-optreden ooit?" vroeg Hetfield. Toen enkele dapperen hun hand de lucht instaken, werden ze door de rest van de zaal uitgejouwd. Maar Hetfield redde hen: "Welcome to the family'", riep hij. Waarna een stormachtig verwelkomingsapplaus losbrak.

    Hetfield had er trouwens zin in. En da's nog zoiets dat me opviel, ook bij Machine Head: de liefde is wederzijds. De groep houdt ook van zijn fans, en behandelt hen met liefde en respect. Hetfield heeft zijn demonen verjaagd, en staat zichtbaar te genieten. Hij speelt met de fans, weet perfect welk knopje hij moet indrukken om die of die reactie te krijgen.

    Neen, ik wordt geen fulltime-headbanger. Zondag wacht John Legend, en dat wordt vast ook heel erg mooi. Maar vanavond voelde ik me toch een trots lid van de Metallica-familie. Zelfs met die oordopjes.

    05-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Muziek Concert Metallica metal Machine Head
    04-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luka Bloom and Band
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Luka Bloom and Band
    AB, 4 maart 2009
    Luka Bloom
    Joe Csibi (bas)
    Dave Hingerty (drums)
    Connor (dwarsfluit)
    Verslag: Ja

    Luka Bloom (of Barry Moore, zoals ze hem op het stadhuis kennen) is een zeer sympathieke en welopgevoede Ier. Hij maakt al 20 jaar lang mooie liedjes, mooie platen vol. Riverside was in 1990 zijn doorbraak bij een publiek buiten de folkwereld, en sindsdien is de man zijn ding blijven doen: intussen twaalf platen lang die liedjes maken, en ze dan overal gaan zingen. Gitaar, stem en zijn présence: meer moet dat soms niet zijn.

    In België is hij een graag geziene gast: altijd beleefd, grappig op het podium, en fantastisch gitaarspel met een stem die er nooit naast zit. Vanavond stond hij niet alleen op het podium:voor het eerst had hij naar de AB muzikale vrienden meegebracht. Mensen die ook aan zijn laatste cd, '11 Songs' hadden meegewerkt. Er werd dus vuurwerk verwacht - al kwam dat er niet helemaal uit.

    Bloom startte het optreden alleen: "I am your opening act for the next 35 minutes". Hij putte vooral uit ouder werk, en het publiek genoot en zong zachtjes mee. Herkenningsapplaus, enthousiaste gezichten rond ons. Lang leve de AB, trouwens: we stonden tegen het podium geleund, zagen en roken de man. En zagen dus dat hij genoot, glunderde en zijn best deed. Flinke jongen. Hoogtepunt: 'Make you feel my love', een Dylan-nummer dat ook al door (onder andere) Billy Joel, Neil Diamond, Joan Osborne, Kelly Clarkson en Adele is gecovered. Een ijzersterk nummer, heel mooi gebracht. En: je hoorde het tijdens de pauze door tientallen mannen fluiten.

    Deel twee bestond vooral uit nummers uit die '11 Songs', en ook die nieuwe liedjes werden door het publiek meteen herkend - herkenningsapplaus, meezingen, zachtjes wiegen. Mooi, hoor: Eastbound Train, en een tweede hoogtepunt met Everyman. Een nummer dat hij schreef bij de dood van een vriend - en een pakkend moment in de AB. Mooi.

    Mooi is trouwens het codewoord van de avond. Alles was mooi - maar daardoor net iets te beschaafd, te braaf. De drummer had zijn vlucht gemist, vertelde Bloom - en het ware zonde geweest als hij er niet bij was geweest, op zijn verjaardag. Waarna een 'Happy Birthday' werd ingezet. Maar ook dat klonk niet echt als een feest, maar eerder als een net iets te brave versie.

    Is dat nu jammer? Neen. We hebben deze week in België AC/DC en Metallica op doortocht. Die mannen zorgen wel voor elektrisch geweld en luide drums. Tussendoor een man met gelegenheidsgroepje die beheerst amusement brengen, het mag ook wel eens. Een meer dan aangenaam rustmoment, zonder oordopjes, maar mét vrienden - zo leek het wel.

    04-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:muziek concerten luka bloom AB
    27-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Selah Sue
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Selah Sue
    AB Box, 27/2/2009
    Verslag: nee

    Selah Sue: ik wil u met aandrang verzoeken de naam te onthouden. Want het wordt een heeeeel grote mevrouw. Onze Belgische Adele, Amy Winehouse of hoe al die witte new soul madammen mogen heten. Ze wil er waarschijnlijk niet mee vergeleken worden, maar daar heb ik geen affaires mee.

    Vrijdagavond stond Selah Sue (of Sanne Putseyns) helemaal alleen op het grote podium van de AB Box. Hooggespannen verwachtingen: haar cover van Valerie wordt door Radio 1 grijs gedraaid, en lijkt aan te slaan. En over het meisje doen alleen maar goednieuwsverhalen de ronde: hoe ze een platencontract van Universal afsloeg 'omdat ze geen commerciële brol' wil maken. Hoe ze zo'n geweldige stem heeft.

    Dat is dus inderdaad zo. Van het eerste moment pakt het kleine, fragiele meisje de zaal in. Helemaal alleen, met gitaar, staat ze er fantastische dingen te doen. Jammer genoeg alleen maar met gitaar, stel ik na tien minuten vast. Met een groepje zou er iets meer afwisseling zijn, denk ik zo. Niet dat het meisje verveelt, integendeel. Maar de spanning zakt toch af en toe weg - houterige gitaarbewegingen zijn wat magertjes om de stem te ondersteunen. Sommige van haar zelfgeschreven liedjes zijn dat, jammer genoeg, ook. Net-niet. Het lijkt meer folk met soulklanken: kampvuurmuziek die rustig kabbelt en af en toe door een uithaal van die stem wordt oopgeschrikt, om zich dan weer neer te vleien in de zachte klanken en droevige verhaaltjes.

    Het meisje Selah Sue is ook aandoenlijk lief op het podium. "Ik zou het keitof vinden, maar het moet dus helemaal niet en je moet je niet verplicht voelen hé, maar het zou dus wel keitof zijn als je aan de uitgang mijn EP zou kopen. Mijn zusje zit daar om die te verkopen. En ik wil er ook wel een handtekening op zetten voor de freaks onder jullie". Dus niet zo echt lief, nu ik erover nadenk. Enfin, de jeugdzonden en de gezonde arrogantie van de 19-jarigen: we zien veel door de vingers.

    Selah Sue wordt een hele grote. Snel een groep vinden die haar doet swingen, nog een paar sterke nummers schrijven (maar dat komt vanzelf, vroeger of later) en verder: rechtdoor gaan.

    Voor wie er niet aan uit geraakt: luister gewoon. Op de MySpace-pagina van het meisje staan fantastische clips. http://www.myspace.com/selahsuemusic

    27-02-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    17-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seasick Steve
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Seasick Steve
    AB, 17/2/2009
    Verslag: ja


    Het eerste verslag van 2009 - vreemd, om er twee maanden te zijn 'uit' geweest. En fijn, omdat er in de AB een oude bekende op het podium stond: Seasick Steve. De hobo die hier vorig jaar al, toen in een niet eens volgelopen AB Box, voor een geweldige blues-avond zorgde, en nu in een wip en een knip de grote AB uitverkocht...

    Maar eerst: het publiek. Het ergert me al langer, hoe sommige mensen blijkbaar zin hebben in een avond tetteren en kwebbelen en bijpraten en een concert uitkiezen om dat te gaan doen. Niet dat ik verwacht dat het publiek muisstil blijft tijdens een optreden, integendeel: er mag al eens gelachen worden, en een rake opmerking in het oor van je buur schreeuwen, kan ook geen kwaad. Maar sommigen zwijgen gewoon niet. In de AB was het verschrikkelijk erg. Het hele optreden door klonk luid gepraat - het was zelfs geen geroezemoes meer. In het laatste kwart van de zaal stonden hele groepen (één groep had belachelijke petjes op en voelde zich daar heel stoer door) samen te lallen, met de rug naar het podium. En roepen en lachen en moppen tappen. Doe dat dan in de gang, in de kroeg, op de straat... Maar niet in een concertzaal.

    Het was zo erg, dat Seasick tot drie keer toe vroeg om het asjeblieft wat stiller te doen. 'Shut the Fuck Up' was duidelijk. 'Ik begrijp niet waarom sommige mensen veel geld betalen voor een ticket, de moeite doen om hier naartoe te komen, en dan een optreden lang staan praten' was er ook niet naast. In de bissen gaf hij het op: toen het enthousiaste deel van het publiek om stilte vroeg, mompelde hij: 'yeah, maybe for once, for this song, you know..."

    Beschamend was het. Bier is een flauw excuus: blijft verdorie gewoon van een optreden weg, als je er toch maar bent om het voor de meerderheid te verknallen. Zoals die ene klojo, die tijdens één van de verhaaltjes tussen de nummers vanop het balkon riep: "shut up you dick, and give us some music". De 68-jarige Steve zette zijn gitaar opzij, en naam een base-ball knuppel. De stoere roeper zweeg. En nu ik toch bezig ben: een rookverbod is een rookverbod. Als je echt geen anderhalf uur zonder sigaret kunt, loop je maar naar buiten.

    Goed, over naar muziek. Seasick is een 'one-trick poney': hij speelt Americana blues, en hij doet dat bijzonder goed. Vorig jaar ging de meeste aandacht nog uit naar het verhaal achter de man: hoe hij als hobo door de States trok, hoe hij in 2007 door Jools Holland werd ontdekt en aan de wereld voorgesteld, en hoe hij een drie-snarige gitaar speelde en zichzelf begeleidde met gestamp op een blikken doos.

    Intussen zijn we dus een jaar verder -een jaar waarin de man tourde, optrad en een nieuwe cd opnam. En waarin hij blijkbaar ook heel veel interviews gaf, waarin steeds dezelfde vragen werden gesteld - hoe is het leven als hobo, mis je dat leven,... Nu is de mythe grotendeels verdwenen: Seasick woont al 25 jaar met dezelfde (Noorse) vrouw in Noorwegen, hij bracht vijf kinderen groot, werkte in de jaren 80 als grunge-producer, werkte samen met R.L. Burnside,... Met andere woorden: de hobo-days are long gone.

    Waardoor we ons ook meer op de muziek kunnen concentreren. Geen lange verhalen meer over The Three-String Trance Wonder (zijn aftandse gitaar), geen vertelseltjes over een gitaar die van een sigarenkistje is gemaakt. De drummer houdt de liedjes lekker strak zonder de aandacht al te veel op te eisen, de klanken die de gitaren voorbrengen zijn belangrijker dan hun geschiedenis.

    En dan stel je twee dingen vast. Eén: Seasick Steve hamert op dezelfde nagel. Zijn nieuwe 'I started out with nothing and I still got most of it left' is een doorslagje van 'Doghouse Blues', bijvoorbeeld. En twee: Seasick Steve hamert goed en raak. Zijn gitaarspel is overtuigend, en zijn stem kan verrassend veel hebben. Van hoog tot laag, van luid schreeuwen tot zacht fluisteren. Het hele optreden swingt als een prompte tiet: 'now we're gonna boogie'. Als hij het nog een jaar volhoudt en beslist naar de AB terug te komen (waar ik eigenlijk wel aan twijfel), sta ik er weer. Met een base-ball knuppel.

    17-02-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    10-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dEUS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen dEUS
    Vorst Nationaal, 10 december 2008
    Tom Barman
    Klaas Janszoons
    Mauro Pawlowski
    Alan Gevaert
    Stephane Misseghers
    Verslag: Ja

    Deus (de hoofdletterspielerei blijft belachelijk) is de grootste van het land. Er lijkt geen ontkomen aan: critici prijzen de groep nu al 15 jaar lang de hemel in, de fanbasis blijft groeien, en de hype die rond nieuwe cd's wordt gecreëerd, neemt belachelijke vormen aan. Interviews onder embargo, embargo's die worden geschonden, voorbeluistersessies van de cd,... Tot frustratie van velen: diezelfde critici die de embargo's niet respecteren en daarvoor onzin als 'journalistieke vrijheid' inroepen, en de niet-fans die gewoon mottig worden van de Enorme Ego's, de Bangelijke Bravoure, de Pittige Pretentie en de Antwerpse Arrogantie die rond de groep hangt.
    Ik vond Deus ook maar niks. Moeilijkdoenerij. Fantastische nummers, die ze zelf om zeep helpen door ze in een georchestreerde chaos te laten ontaarden. Cd's met klasseflitsen en rommel. En dan altijd die herrie rond de groep: ruzies (die openlijk op het podium werden uitgevochten) en groepsleden die het aftrapten om 'hun eigen ding' te doen. Neen, Deus was niks voor mij.

    In Vorst hebben ze me echter overtuigd. Ik ben bekeerd. Ik sluit me aan bij de meute die roept dat Deus het beste is wat dit land, muzikaal, te bieden heeft. Absolute wereldklasse. Het is gevaarlijk om zoiets te roepen, maar dit concert kan wel eens het beste zijn dat ik dit jaar zag en hoorde. In-druk-wek-kend goed.

    Het geheim is volgens mij Mauro. Mauro Pawlowski veranderde de destructieve sfeer binnen en rond Deus in iets positiefs. Hij brengt cool en rust. Vantage Point, de cd die eerder dit jaar uitkwam (en met voorsprong hun meest toegankelijke en muzikale is) is de eerste plaat ever die Deus opnam met dezelfde bezetting als de vorige. Mauro is gewoon god. Als ik op mannen viel, was ik nu zeer ongelukkig (wegens willen maar niet kunnen krijgen).

    Vorige week had Deus nog drie avonden gerepeteerd in Paradiso in Amsterdam (grapje: de groep heeft er net een lange Europese tournee op zitten) en dat hoorde je ook. Van bij de eerste noten van opener 'When She comes down' greep de groep je vast, om je niet meer los te laten. Willen of niet: je zou en je moest meegaan. Fell of the Floor, Man deed me nog even twijfelen, maar 'Slow' was een eerste hoogtepuntje. En het bevestigde het vermoeden dat de nieuwe nummers nog beter klinken dan op de cd. 'Smokers Reflect' was zalig (You shouldn't be doing this to someone you love) - met een mooi moment meteen na de song, toen Barman een sigaret opstak. Theme from Turnpike is voor mij de absolute Deus-song, en kreeg een bezwerende versie. Met Mauro die een eerste keer echt zijn duivels ontbindt in de finale. Turnpike is een trip naar de hel, en Mauro is de CoolMeister die grijnzend de hellepoort voor je opent. Hell freezes over? It did.

    Na Turnpike volgde meteen 'The Architect', en dat blijft toch het zwakste nummer van de nieuwe cd. Maar het publiek reageerde voor het eerst écht enthousiast. Raar toch, zo'n publiek. Favourite Game (Jeu Préféré) begon duister en ontplofte met een zalig vuurwerk. Nothing Really Ends werd niet iets te ongeïnspireerd en snel gespeeld - maar misschien was ik intussen al te veel verwend. 'bad Timing' was dan weer wél raak, en Instant Street gewoon grandioos. Mauro zette Vorst compleet op z'n kop in de finale, zelfs Suds 'n' Soda kon er niet meer tegenop.

    Het is geen speciale verdienste dat Deus Vorst vol krijgt. Nathalia deed het een maand eerder, en Clouseau verkoopt het Antwerpse Sportpaleis 25 keer uit - of hoeveel is het. Het is ook geen verdienste dat ze het publiek inpakken: je wéét dat het een thuismatch is, en dat de fans (van alle leeftijden en met alle kapsels, van afro tot kaal tot punk tot chique) willen overwonnen worden.
    Het is wél een verdienste dat deze groep het op zo'n indrukwekkende manier doet. Deze groep is op z'n allerbest.

    Het zal me worst wezen of ze het nu ooit internationaal zullen maken. Als je hun podcast beluistert, heb je vooral redenen om daaraan te twijfelen (in een verschrikkelijk steenkoolengels worden flauwe grappen verteld). Maar ik gun het hen wel. En lukt het niet: de klasse hebben ze in ieder geval.

    10-12-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    20-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Raymond
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Raymond Van het Groenewoud en vrienden
    Radio 1 sessies, Amerikaans Theater, 20 november 2008
    Raymond en de Straffe Mannen
    De Gouden Vleugels
    Het Zesde Metaal
    Hannelore Bedert
    Boudewijn de Groot
    Verslag: Neen

    Radio 1 heeft een feestweek: een week lang optredentjes in het legendarische Amerikaans Theater, onder de ballen van het Atomium. Een schitterend aangeklede zaal, trouwens: de stoelen verborgen achter zwarte doeken, op het podium staan tafeltjes en barkrukken, er is een toog waar lekkere Palm wordt geschonken (gratis!), een verhoogje voor interviews en een groter verhoog voor het artiestenpodium. Een clubsfeer, die op geen enkel moment kunstmatig aanvoelt - zelfs de cameralui die tussen het publiek door lopen, storen niet echt.

    Arno, Daan, Monza en Eva De Roovere waren de andere centrale gasten, en eigenlijk had ik ze allemaal wel willen horen en zien. Ik vraag me nog steeds af waarom ik het niet gewoon heb gedaan. Want als het avondje Raymond zo'n beetje de norm is, dan moet het een duizelingwekkende week geweest zijn.

    Raymond zelf: mager, kaal en toch grijs, die grijns, nu ook met een zwarte ooglap over zijn rechteroog (iets opgelopen op een vliegtuig) en vooral: de man die bewees dat je kunt rocken in het Vlaams, en die bewijst dat ook funk, soul en andere blues in het Vlaams kunnen swingen als een paar echte negerinnentetten. Raymond, die zichzelf in de interviewtjes relativeert. Van wie je nooit echt weet wat hij meent. Die zich volledig en compleet verliest in zijn muziek - zodat de radiowetten niet worden gerespecteerd en de muziek door het nieuws heen blijft doorgaan. Het nieuws, dat hij dan maar opvult met een snelle ingekorte versie van Je Veux l'Amour. Die Raymond, ja.

    Die Raymond dus, had vrienden meegebracht.  Een kwartet klassieke muzikanten (de Gouden Vleugels): een pianist, dwarsfluit, cellist en accordeonist die hem subliem begeleidden, in een pakkend 'Zoals gewoonlijk', zijn vertaling van 'Comme d'Habitude' van Claude François. Nog beter bekend als 'My Way' van Frank Sinatra. Verder was dat eerste uur behoorlijk moeilijk: nieuwe songs, andere liedjes. Raymond besefte het blijkbaar zelf, want op het einde gespte hij zijn gitaar om en spotte hij: 'je vraagt je af wanneer je eindelijk eens kunt meezingen - wel, hier komt het' waarna hij Maria inzette. En inderdaad: er werd meegezongen. In het derde uur stelde hij een andere vriend voor - Boudewijn De Groot. Die onderbrak zijn sabbatical om hier twee, drie nummers te komen zingen. Mooi, hoor - Bleke Lena was een uniek moment, zelfs.

    Maar het hoogtepunt van de avond kwam van een 24-jarig West-Vlaams meisje. Hannelore Bedert. Manman. Voor het eerst in jaren was ik in september op zoek gegaan naar een CD - ik wou Hannelore per sé in huis halen. De cd is sindsdien nooit ver weg geweest - de kinderen zijn gek van Vocabulaire en Janker. In het Amerikaans Theater kregen we geen van beide - wel 'Imaginaire', het duet waar Raymond ook op haar cd 'Wat Als' de tweede stem op zingt. Maar vooral: 'Altijd nooit meer'. Manman. Alleen aan de vleugelpiano, alleen met die wondermooie tekst (van Tine Truwant), en die ongelooflijke stem, die iedereen het zwijgen op legt. De zaal muisstil, iedereen met de mond open staan luisteren naar een magische vijf minuten. Onvergetelijk. Ik zou arrogant kunnen zeggen: 'die Hannelore Bedert wordt een hele grote', maar ik ben te laat. Ze is het al. Een héle grote mevrouw.

    Wannes Cappelle, Harelbeekse zanger van Het Zesde Metaal, had de ondankbare taak om na Hannelore het  podium op te stappen. En kijk: De Keuning van De Jacht slaagde erin de aandacht vast te houden. Grappig, ontroerend, schoon. Of: skone, zoals ze in Harelbeke zeggen. En ik kan het weten, want ik heb er nog een lief gehad, op de Zandberg. Dit gezegd zijnde: dit Zesde Metaal (ook al waren ze maar met twee van de vijf groepsleden hier) is ook fijn, zeer fijn.

    Dus: bedankt Raymond voor de fijne avond, bedankt om Hannelore mee te brengen, bedankt Radio 1 voor het hele opzet. Vooral de gratis Palm vond ik een schitterende vondst. Het was een schoon zicht, voor Palm-drinkers als mezelf: iederéén aan de Palm!

    20-11-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    16-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sigur Ros
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Sigur Ros
    Vorst Nationaal, 16 november 2008Jon Brigisson (Jonsi): zang
    Georg Holm: bas
    Kjartan Sveinsson: keyboards
    Orri Dyrason: drums
    Verslag: Ja (in Exit, en in De Ochtend op 17/11)

    Sigur Ros is een bijzonder vreemd en bizar verhaal. Het groepje uit Ijsland surft nu al zes, zeven jaar op de golven van een wereldwijde hype: recensenten, critici en andere opiniemakers vinden Sigur Ros het einde, de beste uitvinding sinds het condoom, de ultieme nieuwe wending die de populaire muziek zo broodnodig had. En het publiek lijkt die hype steeds meer te volgen. De Ijslanders verkopen steeds meer platen, en hun tournees trekken dichte drommen fans. Speelden ze twee jaar geleden nog in de Bozar, dan vulden ze zondagavond moeiteloos Vorst Nationaal.

    En dat is vreemd, omdat Rigur Ros bijzonder rare muziek maakt. De Post Rock hoort tot dezelfde school van 65Days of Static (geweldig!) en For a Minor Reflection (zondag in het voorprogramma: ook steengoed) maar is nog vreemder, nog trager. Ze brabbelen een eigen taaltje (soms Ijslands, en soms Hooplands, een zelf uitgevonden nonsenstaal), ik kan songtitels noch cd-namen uitspreken, Jonsi zingt met een hoog piepstemmetje als is hij een gecastreerde trol, hij speelt gitaar... met de strijkstok van een cello, en hij heeft de uitstraling van een trommel waspoeder.

    Waarom Vorst dan vol stond? Geen idee. Het doet me allemaal vooral denken aan Lord of the Rings. Ofwel geef je je over aan het idee van vreemde werelden, rare volkeren als de Hobbits en onbestaande, moeilijke talen als het Elfs - en dan vind je de hele creatie van Tolkien fantastisch en mooier dan je echte wereld. Ofwel vind je het allemaal vergezochte onzin, fantasmes van een zieke geest - en zal niks of niemand je ooit Lord of the Rings goed doen vinden. Er zijn geen tussenwegen mogelijk, het is haast religieus: ofwel vind je 't steengoed, ofwel keislecht.

    Sigur Ros is ook zo. Ik vind die muziek maar niks, hun cd's zet ik na vandaag waarschijnlijk nooit meer op. Ik was geen fan toen ik vertrok, en ik ben het ook niet geworden. Het argument dat ze toch Vorst konden vullen, is een heel vals argument: op zaterdagavond stond in Vorst Natalia op het podium, zat de zaal ook vol - en vonden alle aanwezigen ongetwijfeld ook dat ze het concert van het jaar meemaakten. Maar dat maakt van Natalia nog geen stijlvolle klasse-soul-diva.

    Was dit een goed optreden? Ja, dat wel. Het dwingt respect af dat Sigur Ros met niks dan klanken, een geheel eigen wereld kan scheppen, en dat achtduizend mensen zich ook in die wereld willen verliezen. Dat is sterk. Er waren momenten dat ik werd meegesleept, dat ik wou meehuppelen (dansen kun je t niet noemen), dat het onderkoelde plaats ruimde voor enthousiasme. Maar het volgende nummer vond ik dan weer vervelend en zelfs enerverend: het geluid van Jonsi stoorde, de klanken deden me niks.

    Het publiek stond erbij en keek ernaar. Stil, vol respect - alleen op het einde van het liedje barstte telkens het applaus los. Het leek wel een jazz-optreden: hoofd schudden, heupje zachtjes draaien - en dan uiteindelijk tonen hoeveel goede smaak je wel hebt, door een overdreven applaus. Jonsi sprak het publiek twee keer toe - een eerste keer zelfs deels in het IJslands. Eerst vroeg hij om mee te zingen, de tweede keer moest iedereen rechtop staan en in de handen meeklappen voor de finale van Sveth-G-Englar, een vrolijk liedje. Iedereen deed het, en eindelijk was er iets dat op een gevoel van samenhorigheid leek. Want de rest van het optreden vond ik de meest individuele en individualistische bedoening die ik ooit in een concertzaal meemaakte. Iedereen luisterde, op zijn eentje, en projecteerde zijn eigen wereldje, stiekem, voor zich alleen.

    16-11-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    10-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tony Joe White
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tony Joe White
    Depot, Leuven
    10 november 2008
    Jeff Hale: drums
    Tyson Rogers: keyboards
    Verslag: Ja

    Wie heel erg oneerbiedig is, zou Tony Joe White kunnen bestempelen als een One trick poney: iemand die ooit een paar superhits schreef, en sindsdien zijn zelfde truucje blijft herhalen. Maar dat zou wel bijzonder oneerbiedig zijn, en dat zijn wij niet voor zo'n monument. Voor zijn voorprogramma wel: die durven we zomaar de grond inboren. Een Leuvenaar die zich met P laat aanspreken maar zijn nummers in het Engels aankondigt. Samengevat: ook al noem je je muziek blues - als je niet kunt zingen, kun je niet zingen. Zo vals staan kwelen op een podium: dat is foei. En meneer Van Sant: misschien lukte het nog bij de Boxcars, maar op jouw leeftijd zul je ook niet meer juist leren zingen. Je kunt hooguit verwachten dat je nummers kiest (of schrijft) die wel binnen je stembereik liggen.

    Geef dan dus maar TJW. Rainy Night in Georgia, Polk Salad Annie, Steamy Windows. Elvis, Brook Benton, Tina Turner, Hank Williams Jr, Randy Newman. 65 jaar, en recht ingevoerd uit Louisiana. De uitvinder van de Swamp Rock. Een gitaar, een diepe basstem, een drummer en een pianist. En een avond mooie muziek. Zelfs het Depot leek heel even een aardige concertzaal.

    TJW was bijzonder relaxed, maandagavond. Door niets of niemand uit zijn lood te slaan, glimlachend en duidelijk genietend van de muziek. Zo hebben we het graag. Roosevelt and Ira Lee, As the Crows fly en als zevende nummer al een verzoekje uit het publiek (Baby Please don't Go). Het beviel hem zozeer dat we Rainy Night in Georgia ook kregen, én Polk Salad Annie, én nog een verzoekje (I'll take a request now): een betoverende versie van The Troll.

    Wie Rainy Night... ooit hoorde in een hotellobby, en nuchter genoeg was om er ook naar te luisteren, heeft vast kleffe herinneringen aan de song. Vals gezongen, verkeerde toonaard, te veel synthesiserstrijkers... Zelfs Elvis plakte blazers en strijkers op Polk Salad Annie. En Tina Turners Steamy Windows was, net als haar haar en haar benen, overgeproduceerd. TJW bracht de nummers naakt, brak ze af tot hun essentie en bromde zich een weg door de klassiekers heen. Geen zeemzoete, kleffe akkoorden hier. Wel snedige uithalen, en vooral: een fantastisch optreden. Jammer van dat voorprogramma, en van die verschrikkelijke zaal.

    10-11-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    05-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herbie Hancock
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Herbie Hancock Sextet
    5 november 2008
    Koningin Elisabethzaal, Antwerpen
    Herbie Hancock: keyboards
    Terence Blanchard: trompet
    James Genus: Bass
    Lionel Loueke: gitaar
    Gregoire Maret: mondharmonica
    Kendrick Scott: drums
    Verslag: ja

    "Today has been a very special day", zei de 68-jarige Herbie Hancock toen hij het podium opwandelde. Hij knoopte zijn hemdje open, en toonde fier zijn Obama t-shirt. De zaal was meteen gewonnen, net als Obama zelf won, 15 uur eerder. De leden van het Hancock sextet droegen allemaal een Obama-shirt. "Vanavond feest de hele wereld, en wij zullen hier feesten", beloofde Herbie. En hij stelde zijn groepsleden voor.

    Er zijn verschillende Hancocks. Er is de poppy Herbie, de man die verschillende stijlen en genres verzoent tot er iets nieuws ontstaat en hij er ook succes mee heeft. In 1973 injecteerde hij al funk in de jazz, nadat hij onder de indruk was geraakt van Sly and the Family Stone. Rockit, zijn hit uit 1983, was pop-disco-funk met vooral een geweldige videoclip (van Godley and Cream), die op MTV zot werd gedraaid. Zijn laatste platen zijn halve popplaten: Possibilities is een samenwerking met Paul Simon, Sting, Damien Rice en Christina Aguilera - geheel in de stijl van Santana's Supernatural. En zijn laatste, "River: the Joni Letters" is een ode aan Joni Mitchell, met bijdragen van Tina Turner, Norah Jones, Mitchell zelf en een indrukwekkende Leonard Cohen.

    Dat is dus de ene Hancock, die we in Antwerpen niet te zien kregen. De andere Herbie is de jazz-legende. De man die in 1962 debuteerde op het legendarische Blue Note label, die dan zes jaar in de Miles Davis Quintet speelde (Davis' tweede Great Quintet), die in de jaren zeventig filmmuziek componeerde en met VSOP echte hard-core jazz speelde. De man die de weg helemaal kwijtraakte, maar telkens dank zij de jazz terugkeerde.

    Het resultaat: virtuoos spel van zes muzikanten, en zeven nummerts op 2 uur en een kwart tijd. Dat zijn dus lange nummers. Zelfs Cantaloupe Island was breed uitgesponnen, met lange lange solo's. Mooi hoor, maar ik haakte toch regelmatig af. In de (pover gevulde) zaal bedacht ik waar ik de grens trok: wanneer ritme en melodie niet meer herkenbaar zijn, gaat het voor mij te ver. En dat gebeurde dus. Minutenlang goochelen met klanken: sorry hoor.

    Ik heb thuis een Casio-synthesiser, en ik kan daar heel erg atonale en aritmische dingen op doen. Omdat ik geen piano speel. Hancock is een uniek pianotalent, maar soms klinkt hij niet beter dan ikzelf, thuis.

    Het was dus een moeilijk optreden, eentje waar je je gedachten bij moest houden. Waar die gedachten naar Obama gingen, die waarschijnlijk andere feestmuziek zou kiezen dan dit. Hij had waarschijnlijk gekozen voor US3, dat een gebalde, dansbare, vlotte versie van Cantaloup Island (Cantaloop) maakte. Niet zo hoogstaand, niet zo virtuoos, door jazz-fans uitgekotst en als platte kak omschreven, maar: fun.

    Het Hancock-sextet deed om beurt zeer aardige dingen, speelden heel erg netjes. Maar twintig minuten lang een muziekstuk spelen dat in zeven tienden is geschreven, waar je dus geen ritme en houvast in vindt, tja. Dan wordt het te moeilijk voor een simpel man als mezelf. Dan denk ik, terwijl ik de zaal buiten loop: in 135 minuten hadden The Ramones ongeveer vijftig liedjes kunnen spelen.

    05-11-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    26-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lambchop
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Lambchop
    AB, 26/10/08
    Verslag: neen
    Interview: Ja

    Lambchop: wie er ooit bij was, keert altijd terug voor méér. Al veertien jaar lang tovert Kurt Wagner met muziek en met muzikale stijlen: van country over soul naar pure filmmuziek, alles vind je terug in de Lambchop-platen. En daarom heus niet allemaal netjes afgescheiden - de stijlen en sferen en klanken vloeien allemaal in elkaar. Ja, dit is mooi, gewoon heel erg mooi.
    Ohio, hun laatste worp, is niet anders. Na het optreden zit ik bij Kurt Wagner in zijn kleedkamer (schitterende man, trouwens) en zegt hij me dat hij een hekel heeft aan die nieuwe rage om 15 of 20 jaar na de release van een plaat, die plaat integraal live te gaan spelen. "Dan doe ik het liever nu, wanneer ze net uit is", zegt hij.
    Zo gezegd, zo gedaan: we krijgen Ohio helemaal te horen, van voor naar achter. Alleen 'You're a BIg Girl Now' van Bob Dylan (uit Blood on the Tracks) is de vreemde eend in de bijt - maar net weer niet: het nummer past wonderwel in de set. Van de eerste noot van Ohio tot de laatste van 'I Believe in You' houdt de AB de adem in. Bij manier van spreken, natuurlijk. Je wordt meegezogen, betoverd, of om het met Costello te zeggen: "All this useless Beauty". Close Up is pakkender dan op plaat; National Talk Like a Pirate Day is swingender live. De grapjes met pianist Tony hoeven voor mij niet echt, maar ze storen ook niet.
    Zo'n nieuwe plaat van voor naar achter spelen, vraagt een extra inspanning van het publiek. Niet iedereen kent de nieuwe plaat al, en je hebt toch altijd favorieten van vroeger die je wil horen. "Die speelden we in de bissen", zegt Wagner. "Ik wéét dat het publiek hier die inspanning kan leveren, want het zijn mensen die ons al lang volgen. Ze hebben smaak."
    Die bissen brachten flarden Talking Heads, en eindigden in een verstillend Chelsea Hotel #2, van Leonard Cohen. Met ertussen vijf oudjes als Up with People. Niet dat iemand er echt om had gevraagd - al waren er duidelijk toch opgeluchte fans die eindelijk een streepje herkenningsapplaus konden laten horen. Je kunt die oudjes ook niet bepaald de hits noemen. Want hoe mooi de muziek ook is, echt veel zal Lambchop nooit verkopen. Wat toch een eeuwige zonde is. Al was het maar omdat Wagner zijn centen kwijtspeelde in de beursval.

    Ohio *** SLipped Dissolved and Loosed *** You're a BIg Girl Now *** National Talk Like a Pirate Day *** CLose Up *** Sharing a Gibson with Martin Luther King Jr *** I'm thinking of a Number (between 1 and 2) *** A hold of you *** Of Raymond *** Please RIse (Standing Up) *** Popeye *** I believe in You **encores:** Give It *** Let's Go Bowling *** Bugs *** Your fucking sunny Day *** All Smiles and Mariarchi *** Up with People *** Chelsea Hotel #2

    26-10-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    18-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luna Twist
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Luna Twist
    Handelsbeurs, Gent
    Zaterdag 18 oktober 2008
    Alain Tant: zang
    Dirk Blanchart: Gitaar, keyboards
    Filip Moortgat: Gitaar, bas
    Laurens Billiet: Drums
    Senne Guns: Keyboards
    Verslag: Ja (in Mochi, 19/10)

    Luna Twist... Ik mag niet als de Fixkes gaan klinken, maar Luna Twist roept zoete herinneringen op. Aan de vroege jaren tachtig, aan Gust Decoster en zijn Vrijaf op woensdagmiddag, aan Allez Allez, aan de jonge Arno bij TC Matic in het OC in Marke. Aan een magere Walter Grootaers bij de Kreuners. Aan Jo Lemaire en (toen nog) Flouze. Aan Get Sprouts - de legendarische LP die het ASLK ooit uitbracht, en waarop al die fantastische jonge Belgen stonden verzameld. RIck Tubbax en de Taxi's, the Machines, de Kids,...

    Luna Twist nam een speciale plaats in, in die groep. Ze speelden met klanken, met ritmes - een ietwat bizarre mix tussen dance, pop, rock en elektro. Tijdens het optreden, zaterdagavond, werd me eindelijk duidelijk wat de referentie was voor deze groep: Talking Heads. De groep bestond van 81 tot 83, en bracht één enkele plaat uit: A Different Smell from the same Perfume. Het was een fantastische plaat, met niks dan goeie nummers. Of zo wou ik het me toch herinneren.

    De rit naar de Handelsbeurs was dus een beetje spannend. Zouden die nummers van toen inderdaad zo sterk blijken als ik ze me herinnerde? Of zou dit Luna Twist toch vooral schabouwelijk gedateerd zijn, 25 jaar na datum?

    De opener maakte het allemaal meteen duidelijk: Oh Oh Oh. 'What's Going on here, in this Modern World? See people burning faster than their cigarettes'. En dat zat er direct patat op. Alain Tant heeft nog steeds één van de betere stemmen van Vlaanderen, Filip Moortgat (meneer Martine Jonckheere, jawel) speelt een funky mean bass, en Dirk Blanchart tovert de samples en de melodieën uit de synth. Jaja, dit klopt nog, als een zwerende vinger.

    De mannen zelf zijn natuurlijk ontzettend fout: Tant huppelt als een loopse prima donna over het podium, Moortgat probeert er krampachtig jong  en hip uit te zien - maar voor een keertje stoort het allemaal niet. Al was het door de ontwapenende eerlijkheid. Look Out werd aangekondigd met: 'Ik word niet meer zo gemakkelijk verliefd... Maar als het gebeurt... Je weet: als een oude schuur een keer in brand staat...'. Questions als: 'een nummer uit onze plaat'. En ze speelden zowat alles uit die plaat. Met een paar nieuwe dingen: 'Red Volkswagen' ben ik al lang vergeten. 'Backbeat' is ook nieuw, maar bleef ook al niet hangen. 'Gently the Day' is een melodietje van John Barry, het thema van de Persuaders (De Speelvogels!) waarom ze tekst zetten. Aardig hoor, maar zelfs dat pompte de nostalgie snelsnel naar boven...

    Zestien nummers heeft Luna Twist gespeeld. Het publiek - veertigers, sommige met hun jong-twintigers kinderen - genoot van alle zestien. De cover van Bowies "Heroes" was aardig (en een magnifieke showcase voor Tants stem), maar toen was het plots gedaan. "We lijken de Sex Pistols wel", zei Tant. "We hebben geen liedjes meer. We zullen Look Out dan nog maar een keer spelen'. En iedereen vond dat prima.

    Oh Oh Oh - Put Yourself in My Place - Red Volkswagen -  Decent Life - Bop Again - Spoed van Klank - Look Out - Golden Inside - Gently the Day - So Danceable - Questions - Backbeat - African Time - Bissen: Heroes - Madame Soleil - Look Out

    18-10-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    12-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Mayall and the Bluesbrakers
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    John Mayall and the Bluesbrakers
    Ancienne Belgique, 12 oktober 2008
    John Mayall: Zang, mondharmonica, keyboards, gitaar
    Buddy Wittington: gitaar
    Joe Yuele: drums
    Hank Van Sickle: bass
    Verslag: ja

    Het gaat goed in de geriatrie, dank u. Na Paul Weller (vijftig), Elliott Murphy (bijna 60), Stephen Stills (63) en John Mayall (75) zijn eind deze week De Kreuners aan de beurt. Daarna kan het alleen nog maar bergaf gaan. Toch wat leeftijd betreft.

    John Mayall: 75 jaar. De man is er op zijn eentje voor verantwoordelijk dat we vandaag de Stones kennen, en bij uitbreiding zowat de hele Britse rockscene. In de jaren vijftig importeerde hij immers de (Chicago) blues in de UK. En in de jaren zestig zette hij die blues om in iets typisch Brits, met zijn Bluesbrakers. Een eigen geluid, hoekiger en sneller en gedrevener dan de Amerikaanse blues. En een inspiratie voor zo ongelooflijk veel mensen en groepen. Maar Mayall was méér dan een moeilijk definieerbare inspirator. Het lijstje gitaristen van zijn Bluesbrakers is in-druk-wek-kend. Eric Clapton, Peter Green, Mick Taylor, later ook Walter Trout... Namen als Mick Fleetwood, Paul Butterfield, John McVie, Dr. John,.. waren ook (soms maar heel even) Bluesbraker, voor ze andere dingen gingen doen. Fleetwood Mac en Cream werden in de Bluesbrakers gevormd.

    In de jaren zeventig verhuisde Mayall naar de VS, en bleef hij platen maken en touren, met verschillende muzikanten. In 1982 riep hij plots zijn Bluesbrakers weer bij elkaar - en sindsdien is hij aan een quasi onafgebroken wereldtournee bezig. 56 officiêle platen heeft hij intussen uit. En is hij dus 75 jaar. Wat doet zo iemand dan nog op een podium?

    Wel, ik heb het gezien: zo iemand staat zich op een podium geweldig te amuseren. Zijn Bluebrakers stralen weinig begeesterends uit - de bassist staat in een halve coma, de drummer zit verborgen achter cymbalen en de gitarist is te dik om sexy te zijn. Maar de groep speelt wel lekker, en vormt de perfecte basis voor Mayall om uit de bol te gaan. Op keyboards, met zijn mondharmonica of gewoon zingend: telkens weer stuwt hij de set een andere richting uit. De pure twaalfmatenblues. Jazzy in 'Congo Square'. Gitaarblues, snelle rockblues/bluesrock, alles kregen we. Een staalkaart van meer dan vijftig jaar muziek. Indrukwekkend. In één medley kan de man meer muziek steken dan andere groepen in een heel optreden. En hij doet het dan ook.

    Ja, zijn stem zal ooit beter geweest zijn. Maar in tegenstelling tot Stephen Stills, kan Mayall dat wél compenseren. Door anders te zingen, door zangpartijen over te laten aan de gitarist, door even iets over te slaan. Maar dus niet door hard te gaan schreeuwen.

    Die gitarist dan. Buddy Whittington ziet er dus niet uit - maar hij kan wel een stukje gitaar spelen. In een lange intro schakelde hij zowat alle Britse (en een paar andere) gitaarklassiekers moeiteloos aan elkaar: Layla, White Room, Albatross, het bleef maar komen. En alles ging zo moeiteloos. Zo vlot. En zo zonder pedaaltjes, effecten of negentien gitaren: het hele optreden lang deed Buddy met één enkele gitaar. Waar hij hemelse klanken uit toverde. Een les in bescheidenheid, een statement voor alle omhoog gevallen typetjes die elk drie gitaarroadies nodig menen te hebben. Less is more.

    De AB stond weer stampvol, met opvallend veel jonge mensen deze keer. En ik geloof echt wel dat iedereen genoot. De afsluiter - Room to Move - kon in ieder geval niet lang genoeg duren.

    12-10-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    06-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stephen Stills
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Stephen Stills
    AB, 6 oktober 2008
    Verslag: ja

    Je kent vast het verhaal van de voetballer die aan 'het seizoen te veel' bezig is. Iedereen ziet dat het niet meer gaat - de snelheid is weg, hij heeft schrik, de techniek redt het niet meer... Je wil veel vergeven, omdat je zoveel mooie momenten hebt gekregen. Maar uiteindelijk komt toch het ogenblik waarop je roept: 'ga van dat veld af man'.

    Stephen Stills had zijn 'tournee te veel' lang geleden al, vrees ik. Ik heb nog nooit iemand zo vals horen zingen op een podium. Echt: deze Stills was nooit door de allereerste preselecties van idool geraakt. Van bij de eerste noot, dacht ik 'help, haal me hier weg'. Roepen en schreeuwen in de hoop een noot juist te raken - meestal vergeefse moeite.

    En dat is natuurlijk ongelooflijk jammer. Want Stephen Stills is een monument. In 1965 richtte hij met zijn maatje Neil Young Buffalo Springfield op. In 1968, na het vertrek van Young, stapte hij in Crosby, Stills and Nash. David Crosby en Graham Nash kregen later nog het gezelschap van Neil Young - alweer hij. Na een zijstapje met Manassas, valt CSN&Y in 1976 helemaal uiteen. Young en Stills werken de plaat 'Long May you Run' af, en wissen alle bijdragen van Crosby en Nash, die natuurlijk ziedend zijn. Young en Stills vertrekken dan op tournee, maar halfweg trapt Young het af. Waarna Stills met hangende pootjes C&N opzoekt. Het zou nooit meer worden als voorheen, de reünietournees waren een lucratieve en emotionele bezigheid, eerder dan enige muzikale relevantie te tonen.

    Tot plots Just Roll Tape uitkwam. Het is een opname van Stills uit 1968: in een studio kreeg hij onverwacht opnametijd, en hij zette helemaal alleen een aantal nummers op band. Daaronder klassiekers-in-spe: 'Suite: Judy Blue Eyes', en 'Change Partners', of 'Black Queen'. Je hoort er een breekbare Stills op, subliem gitaarspel en een hoge, mooie stem.

    Die laatste is er dus niet meer. En dat is niet het enige dat ontbreekt. Ja, het publiek was enthousiast (al vertrokken er wel meer vroeg naar huis dan normaal, en stond er ook meer volk aan de bar dan je zou kunnen verwachten). En ja, er werd meegezongen en luid geapplaudiseerd bij het begin van sommige nummers. Maar het was slecht, verschrikkelijk slecht. Het werd ook allemaal niet gecompenseerd met subliem of lichtvoetig gitaarspel. Akoestisch deed Stills gewoon zijn ding, en kregen we één solo die de pruimen leek. Maar Ik kan er meteen aan toevoegen: Olivier Durand was hier, op hetzelfde podium, zaterdagavond een stuk genialer.

    In navvolging van Neil Young, in februari van dit jaar, deelde Stills zijn optreden in twee delen op. Een eerste akoestische, een tweede elektrisch. Bij Young zorgde dat voor vuurwerk en voor magische momenten. In het eerste deel betoverde Young je met zijn stem, zijn gitaarspel. In het tweede overdonderde hij je met nummers die ter plekke leken te zijn heruitgevonden.

    Stephen Stills deed het dus anders. 'Changing Partners' was een zwanenzang. Roepen, kelen. Sommige nummers waren nauwelijks te herkennen. The Treetop Flyer was om te lachen. "Ik had gisteren een optreden in Parijs, en daar heb ik mijn stem geforceerd', zei hij. Ik zocht het op, en Stills liegt. Zijn stem is om zeep. Hij heeft er geen meer - lees er reviews op het www maar op na. Overal dezelfde kritiek.

    Tijdens de pauze vielen woorden als 'ramptoerisme', en werd de hoop uitgedrukt dat het tweede deel beter en mooier zou worden. Vergeet het. Hij zette het elektrische deel in met een trage, slome en stampende versie van 'Love the One you're With'. Een teken aan de wand dat het niet goed meer zou komen. We kregen een soort symfonische hardrock-blues, met lange gitaarsolo's en dat iele gekrijs. Pijnlijk. Een groot deel van het publiek miste 'For What it's Worth', omdat hij net ervoor zijn gitaar liet staan, en een piano liet aanrukken - om een pijnlijke, valse ode aan Ray Charles te zingen. Zij die het misten, waren intussen bijna thuis.

    Geen idee waarom Stills nog op tournee trekt, waarom hij zich nog blootstelt aan dit soort kritieken. Net als die voetballer, is het soms mooier om op een hoogtepunt te stoppen. 'Ik zie Bassegio anders wel graag spelen', zei iemand me tijdens de pauze. Bij deze dan: Stephen Stills, de Walter Bassegio van de Rock'n'Roll.

    Ik zag en hoorde dit jaar al dingen als James Blunt, Alicia Keys en Madrugada. Niet bepaald mijn genre, dus hou ik er ook niet echt van, en doe ik er wat lacherig over. Maar: die mensen brengen wél een professioneel optreden, entertainen hun publiek en brengen precies wat dat publiek wil. Ik kan dus wel zeggen dat ik er niet van hou, maar niet dat ze slecht zijn. Stephen Stills was gewoon rot slecht.

    06-10-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    04-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elliott Murphy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Elliott Murphy and the Normandy All Stars
    AB Box 4 oktober 2008
    Elliott Murphy: zang, gitaar
    Olivier Durand: gitaar
    Alan Fatras: Drums
    Laurent Pardo: Bass

    Nog een déjà vu, na Steve Wynn eergisteren: nu mocht Elliott Murphy me voor de tweede keer dit jaar met een optreden verblijden. En ook, net als Wynn, ging het deze keer om een optreden mét groep, waar hij de vorige keer akoestisch met Olivier Durand in de Club zijn ding deed.

    Die Olivier Durand is geen gewone gast. Een fenomenaal snel en goed gitarist, die Murphy duidelijk een tweede (of derde?) leven heeft gegeven. Veel verschil met hun vorige passage hield dat dus allemaal niet in: het was weer Durand die de nummers droeg en opfleurde met gitaarriedels (uitsluitend op akoestische gitaar, trouwens - wat is er fout aan een goede, oude en stevige Fender of zo?) en Murphy die zijn ding deed. Maar deze keer dus met bas en drum, die het allemaal toch iets meer rock'n'roll maakten.

    De ontgoocheling van de avond zat in de setlist. Krek dezelfde van wat we in mei kregen. Af en toe een nummer uit zijn nieuwste CD (Razzmatazz en General Robert E. Lee waren weer de uitschieters, Ophelia was knap); Green River vroeg in de set; Pneumonia Alley, A Touch of Kindness en natuurlijk the Last of the Rock Stars... Allemaal weer mooi, want het zijn nu éénmaal kunstig gemaakte nummertjes. Maar dus net iets te weinig verrassing.

    Niet dat iemand dat erg vond. Zelden een publiek meegemaakt dat zo zichtbaar van een optreden genoot als zaterdagavond in de AB. Geweldig: dikke mannen met lang grijs haar, houthakkershemden, pint in de hand - en allemaal lachen, zingen, roepen en dansen. En Murphy - die genoot. ZIchtbaar. Als je op zijn website de andere optredens bekijkt, kun je al begrijpen waarom: dit is veel en veel mooier dan een optreden in een... bibliotheek. Of op een kermis ergens in Spanje.

    Murphy verbaasde het AB-personeel ook, door vrolijk het opgelegde sluitingsuur aan zijn laars te lappen. Vijf keer kwam hij terug het podium op, om toch nog maar eventjes te praten, te zingen, te genieten. Tot lang voorbij het opgelegde sluitingsuur, ging hij door. En: hij verdient het, natuurlijk.

    'Ik hoorde dat jullie vanavond moesten kiezen tussen mij en Coldplay', zei hij op een moment. 'Goed dat jullie hier zijn. Want eigenlijk is Coldplay veel en veel eh... jonger dan ik ben. Jullie kunnen ze dus nog heel erg lang gaan bekijken. Hoeveel platen hebben zij al uitgebracht? Vier? Ha, wel: hier is een nummertje uit mijn dertigste plaat'. Grappig. En hij heeft natuurlijk een punt. Bij Coldplay was ik de oudste in het publiek geweest. Hier was ik de jongste...
    De setlist, met dank aan  http://roenhetzwoen.skynetblogs.be
    1. Selling the gold (CD: Selling the gold) 2. Black crow (CD: Soul surfing) 3. Sonny (CD: Beauregard) 4. Green river (CD: Strings of the storm) 5. Pneumonia alley (CD: Coming home again) 6. Ophelia (CD: Notes from the underground) 7. Razzmatazz (CD: Notes from the underground) 8. Canaries in the mind (CD: Coming home again) 9. You never know what you're in for (CD: Night lights) 10. Last of the rock stars (CD: Aquashow) 11. Winners, loosers, beggars, choosers (CD: Party girls and broken poets) 12. On Elvis Presley's birthday (CD: 12) 13. A touch of kindness (CD: Coming home again) 14. And general Robert E. Lee (CD: Notes from the underground) 15. Doctor of mercy (CD: Soul surfing) 16. Diamonds by the yard (CD: Night lights) Encore: 17. LA woman medley 18. Come on Louann (CD: Soul surfing) 19. On my mind (CD: Notes from the underground) 20. Change will come (CD: Affairs) 21. Never say never again (CD: Never say never, The best of 1995-2005) 22. As good as (CD: Coming home again) 23. Anastasia (CD: Just a story from America) 24. Sicily (CD: 12)

    04-10-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    03-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paul Weller
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Paul Weller
    AB Brussel, 3 oktober
    Paul Weller - zang, gitaar, piano, orgel
    Steve Cradock - Gitaar
    Andy Lewis - Bas
    Andy Crofts - Keyboards
    Steve Pilgrim - Drums
    Verslag: Ja.

    Paul Weller is voor mij het perfecte excuus om me niet druk te maken over de nieuwe popsensatie uit Engeland. Om de zoveel jaar duiken er in Groot-Brittannië groepjes op, waarvan iedereen vindt dat je ze geweldig goed moet vinden, en zeker moet gaan beluisteren. Ik bedank telkens vriendelijk doch kordaat. Zo lang Weller er is, heb ik namelijk the real thing. En geen enkel flauw afkooksel kan ooit aan de Modfather tippen. Telkens weer zet hij de hele wereld op het verkeerde been. Na iedere plaat denkt iedereen: nu is het voorbij, dit kan hij niet meer evenaren, hij kan onmogelijk nog zulke mooie nummers schrijven, de combinatiemogelijkheden stem/instrument/melodie moeten ooit uitgeput geraken. Neen, dus. Iedere keer weer doet Weller een Phenixje, herrijst hij en zet hij die nieuwste Britpophypes een ferme neus. Eat this - het zou de perfecte titel van een Best Of zijn.

    Ik geef het toe: ik laat me er ook telkens weer aan vangen, hoor. Toen ik Weller voor het eerst live zag, met zijn Style Council op Rock Torhout (!), vond ik het maar jeanettemuziek, flauwe wittemanssoul. Maar hij pakte me compleet in. Later, in de AB, bezwoer ik eeuwige trouw aan de oermod. En vergat ik dat prompt weer.

    Vrijdagavond heeft Mijnheer Weller me in een uitverkochte en volgepakte AB aan mijn belofte herinnerd. En hoe. Strak, energiek, zonder omzien, pakte hij de zaal in. Ik ben er van overtuigd dat iederéén gelukkig naar huis is getrokken. Desnoods via een omweg, maar toch: gelukkig. Want Weller was in grote doen. Alhoewel: de eerste kritieken die ik net op de AB-site lees, zijn vernietigend. Tsja.

    Zijn laatste plaat, 22 Dreams, is een (hou je vast) conceptplaat. Een dubbel-lp, opgebouwd rond een kortverhaal, met instrumentale nummers en vooral: met nummers die qua genre alle kanten uitschieten. Spoken word, techno, rock, funk, alles zit in de plaat. Weller beweert dat je er geen nummer mag uit lichten, dat je alles als concept moet bekijken en beluisteren, en ook zo beoordelen. En voegt er fijntjes aan toe dat hij nu oud genoeg is (wegens net vijftig geworden) om te doen waar hij zin in heeft. Dat van die conceptplaat is een beetje onrustwekkend nieuws, net voor een optreden: je vreest dat de man de plaat van voor naar achter zal naspelen, omdat hij ze zo 'ontworpen' heeft.

    Gelukkig is Weller slimmer dan dat. We kregen wel veel uit die 22 Dreams - liefst tien nummers. Maar errond heeft Weller telkens oude pareltjes gezet, die mee de sfeer en het tempo bepaalden. Hij begon strak, met gitaren en snelle rockers - zonder pauze, zonder verpauzing ook. Een half uurtje later liet hij het tempo zakken en kregen we een batterij nieuwe nummers. De stijl veranderde na elk nummer: van een gewone pianoballad naar een tango en een soort kermismolenmuziekje. Om dan weer te gaan rocken, met feedback op de gitaren te spelen en een gitaarduel uit te vechten met maatje Steve Cradock. We kregen een verdomde drumsolo (dat hoefde dus niet echt), een akoestisch setje waarbij de drummer en pianist mee akoestische gitaar kwamen spelen en zelfs zingen (in Brand New Start).

    Het hoogtepunt van de avond was voor mij Wild Wood. De klassieker kreeg een dreigende baslijn, een stampende drumbeat, en Weller smeet zich volledig. Het nummer werd angstaanjagend mooi. Hier gebeurde iets. Iets schoons.

    Als laatste nummer gooide Weller 'All You Need is Love' van The Beatles de zaal in. Een beetje overbodig (ik stond nog het altijd beklijvende You do Something to me te verteren), maar de zaal genoot. Mensen lachten, zongen, namen elkaar vast. En gingen dus blij en vrolijk naar huis. Desnoods met een omweg.

    Setlist: 1.       Blink and you’ll miss it 2.       22 Dreams 3.       The Changing Man 4.       All I wanna do (is be with you) 5.       From the Floorboards Up 6.       Push it Along 7.       Sea Spray 8.       One Bright Star  9.       Empty Ring  10.   Black River  11.   Have you made up your Mind 12.   Porcelain Gods 3.   Picking Up Sticks 14.   Wishing on a Star 15.   Light Nights 16.   The Butterfly Collector 17.   Brand New Start 18.   Wild Wood 19.   Echoes around the Sun 20.   Come On/ Let’s Go 21.   Wild Blue Yonder 22.   You do Something to Me 23.   All You need is Love

     

    03-10-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  




    Foto

    (meer dan) een jaar gratis muziek

    bestaat nu ook als boek!

    Bestellen via shopmybook 

     

     


    Sommige verslagjes op Radio 1 zijn nog te beluisteren via de Exit-site.
    http://tinyurl.com/ylr3kgw



    En zo...
  • PVDB
  • Boss
  • The Lake
  • Neil
  • Youssou
  • Willy
  • HA!
  • AB
  • Club
  • Bal

    Mail



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs