Inhoud blog
  • Patti Smith
  • Neil Young and Crazy Horse
  • Johnny Marr
  • Motörhead
  • Hooverphonic
  • Amy Macdonald
  • Magnus
  • Rock Werchter 2014
  • The Rolling Stones
  • Simple Minds
  • Triggerfinger
  • Arcade Fire
  • Admiral Freebee
  • Elton John
  • Vanessa Paradis
  • Goldfrapp
  • Monk
  • Nile Rodgers
  • Texas
  • Ozark Henry
  • Axelle Red
  • Daan
  • The B 52's
  • Ceelo Green
  • Damien Rice
  • Arno
  • Seasick Steve
  • Donavon Frankenreiter
  • Deep Purple
  • Alice Cooper
  • Bruce Springsteen & the E-Street Band
  • Rock Werchter
  • Lana Del Rey
  • Poliça
  • Steve Wynn
  • Alabama Shakes
  • Cold Spex
  • Norah Jones
  • dEUS
  • The Specials
  • PIL
  • Echo and the Bunnymen
  • Luc Van Acker
  • The Beach Boys
  • De Mens
  • The Roots
  • Absynthe Minded
  • Brian Ferry
  • Bruce Springsteen and the E Street Band
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Michael Kiwanuka
  • Jonathan Jeremiah
  • John Cale
  • Alice Cooper
  • Gotye
  • Red Hot Chili Peppers
  • Steve Earle
  • CW Stoneking
  • Anna Calvi
  • Bony King of Nowhere en Midlake
  • Toots Thielemans
  • Paul Simon
  • KT Tunstall
  • Selah Sue
  • A tribute to Alan Lomax
  • Richard Thompson Band
  • Hannelore Bedert
  • Lambchop
  • ZZ Top & The Doobie Brothers
  • Steve Miller Band
  • Carlos Santana
  • Peter Gabriel
  • Isobel Campbell and Mark Lanegan
  • Chris Isaak
  • Mark Knopfler
  • Snow Patrol
  • Eric Clapton & Steve Winwood
  • Jamie Lidell
  • Hannelore Bedert
  • Tindersticks
  • Randy Newman
  • 65daysofstatic
  • Heaven 17
  • The Temptations & The Four Tops
  • Angie Stone
  • Joss Stone
  • Chris Rea
  • Lyle Lovett en John Hiatt
  • David Gray
  • Marianne Faithfull
  • Wilco
  • Massive Attack
  • Status Quo
  • Fleetwood Mac
  • Emiliana Torrini
  • Daniel Lanois
  • Moby
  • Ray Davies
  • Donna Summer
  • David Byrne
  • Steely Dan
  • Ry Cooder en Nick Lowe
  • Eagles
  • Morrissey
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Elbow
  • Me First and the Gimme Gimmes
  • Patrick Watson
  • Zappa Plays Zappa
  • Lily Allen
  • Liam Finn
  • Jackson Browne
  • Bob Dylan
  • Lenny Kravitz
  • Razorlight
  • Johann Johannsson
  • Antony and the Johnsons
  • Lyle Lovett
  • Grace Jones
  • Franz Ferdinand
  • John Legend
  • Metallica
  • Luka Bloom and Band
  • Selah Sue
  • Seasick Steve
  • dEUS
  • Raymond
  • Sigur Ros
  • Tony Joe White
  • Herbie Hancock
  • Lambchop
  • Luna Twist
  • John Mayall and the Bluesbrakers
  • Stephen Stills
  • Elliott Murphy
  • Paul Weller
  • Steve Wynn
  • The Lemonheads
  • Alanis Morissette
  • Grace Jones
  • Macy Gray
  • Melee
  • Counting Crows
  • Elbow
  • Bruce Springsteen
  • John Fogerty
  • Stephen Malkmus
  • The Police
  • Iggy & the Stooges
  • Mark Knopfler
  • Willard Grant Conspiracy
  • Madrugada
  • Alison Kraus & Robert Plant
  • Elliott Murphy
  • Tindersticks
  • Sebadoh
  • Mavis Staples
  • KT Tunstall
  • PUSA
  • Electric Eel Shock
  • John Scofield
  • Jools Holland
  • James Taylor
  • Youssou Ndour
  • Alicia Keys
  • Think of One
  • Joe Bonamassa
  • James Blunt
  • The Cure
  • 65daysofstatic
  • Dirty Dozen Brass Band
  • Eels
  • Steve Wynn
  • Lady Linn and her Magnificent Seven
  • Willy Deville
  • Arno
  • Nouvelle Vague
  • Seasick Steve
  • John Watts (from Fisher Z)
  • Inleiding
  • Jim Cole
  • Neil Young
    Foto
    Muziek 2008 - 2014
    (Meer dan) 1 jaar gratis concerten
    Verslagjes van concerten in 2008 & 2009 & 2010 & 2011
    22-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zappa Plays Zappa
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Zappa Plays Zappa
    Handelsbeurs, Gent, 22 mei 2009
    Verslag: neen


    Dweezil Zappa heeft het stemtimbre van zijn papa, speelt fantastisch gitaar, en bracht ooit zelf platen uit. Maar toen bedacht hij een eenvoudige manier om papa's nalatenschap optimaal te laten renderen: je stelt een groepje samen, repeteert die moeilijke nummers, en je trekt de wereld rond. In het begin een originele benadering van het fenomeen 'tribute', zeker toen hij met de halve Mothers of Invention Vorst aandeed. Maar nu, bij zijn derde passage in België, valt het woord lijkenpikkerij al eens.

    Ik zal dat woord niet gebruiken. De Handelsbeurs stond vol, vrijdagavond - niet evident, want de kaartjes waren duur (52 euro) en Zappa schreef nooit echt eenvoudige muziek. Je moet je inspannen om de klanken, ritmes en melodieën te beluisteren, je gaat niet zomaar eventjes voor de fun een Zappa opzetten. Meer nog: zelfs de geniale Frank kreeg al eens het verwijt dat zijn optredens wat bloedloos waren - muzikanten die muziek aflezen van een blad, en die uiterst precies naspelen, het is wel mooi, maar ook weinig rock 'n' roll.

    Het was niet anders, vrijdagavond. Op het podium zeven fantastische muzikanten, een zanger die qua stem wel, maar qua uitstraling totaal niet bij Zappa paste (eerder bij een boysband), muzikanten die virtuoos deden wat Dweezil hen tijdens de repetities had opgelegd. Het blijft onwaarschijnlijk mooi, hoe percussie en gitaar elkaar aanvullen en simultaan dezelfde melodielijnen volgen. Het is een kunst, om die lange nummers (waar Dweezil dan ook nog eens stukken van andere Zappa-songs in verbergt) foutloos te spelen. Maar: het beperkte zich allemaal wat te veel tot (na)spelen. Er gebeurde niet echt iets op het podium. Er was geen chemie, te weinig beleving. Dweezil staat te soleren zoals alleen de allergrootsten dat kunnen, maar: het gaat hem allemaal o zo gemakkelijk af. Te gemakkelijk, haast - je zou willen dat hij minstens doet alsof het moeilijk is, dat hij toont dat hij zijn best doet.

    Nogmaals: knap concert. Mooi gespeeld. Maar vooral: juist gespeeld. Naar het einde toe, kregen de muzikanten om beurt de kans om te 'improviseren' - lees: soleren. Een overbodige extra, want eigenlijk deden ze dat het hele optreden door. Maar toen paste het nog in een song, in een kunstig opgebouwde compositie. Tijdens de solo's/improvisaties stond ik me ronduit te vervelen. Jammer.

    In de bissen ontspoorde het allemaal nog bijna; Eerst omdat Dweezil het nodig vond iemand die een verzoekje riep uit te lachen ('we speelden een deel van de solo in een andere song, maar dat heb je blijkbaar niet eens gemerkt'), daarna omdat de gitarist het niet pikte dat de zanger zijn handdoek naar hem gooide. En boos van het podium wegbeende.

    Om met goed nieuws af te sluiten: het was ook Dweezil opgevallen dat er veel jonge mensen in de zaal stonden. En dat is toch hoopvol: niet alle tieners en twintigers vallen blijkbaar voor Britney-pop. Er is nog ruimte voor moeilijke, virtuoze en geniale muziek. En als, bij gebrek aan Frank, zijn muziek dan toch nog moet live gespeeld worden: dan liever door Dweezil en een groepje dan door gewoon een groepje.

    22-05-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    08-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lily Allen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Lily Allen
    AB, 8 mei 2009
    Verslag: ja

    Lily Allen is een vuilbekkende, jonge, kettingrokende, vrijwel constant zatte zangeres. Een omschrijving die op wel méér Britse dames slaat. Er is dan ook niet echt  veel speciaal aan Allen, zoals ze in een uitverkochte AB bewees. Haar twee platen bevatten een aantal leuke radiosongs, blijkbaar voldoende om haar op Glastonburry en op Werchter op een podium te krijgen. En genoeg om in het najaar het Sportpaleis te laten vollopen.

    In dat Sportpaleis zal ze uit een ander vaatje moeten tappen dan ze in de AB deed. Haar optreden was namelijk bijzonder routineus. Nauwelijks iets meer dan een uur lang paradeerde ze voor haar groepje ingehuurde muzikanten - jongens die de liedjes zeer juist, maar verder ook wat bloedloos, naspeelden. Of liever: meespeelden met de geluidsband die liep. Want veel werd uit de computer/synthesiser getoverd. Op zich is dat niet eens een probleem - alleen beperkt het natuurlijk de spontaniteit in zo'n optreden. Er is geen ruimte voor zijsprongetjes, nummertjes moeten heel strak meegespeeld en -gezongen worden.

    Het goede nieuws dan: juffrouw Allen kan echt wel zingen. Haar stem verraste, en bleef dat het volle uur doen. Maar ze greep je niet bij de keel - daarvoor bleef het allemaal veel en veel te braaf. Allen maakte het zichzelf ook niet gemakkelijk: de paar hitjes die ze in het eerste deel van het optreden stak, brak ze halfweg al af.

    Niet dat het het publiek, waarin vooral de grote delegatie 12-jarige meisjes opviel, dat erg vond. Dat publiek ging niet helemaal uit het dak, maar bleef wel enthousiast alles toejuichen. Niet dat er een show à la Beyoncé of Alicia Keys toe te juichen viel: Allen raakte niet verder dan een paar danspasjes. Maar ze oogstte er dus wel applaus mee.

    De finale mocht er wél zijn: It's not fair werd op een heel lang applaus onthaald, en 'Fuck you' was gewoon bijzonder grappig. Nooit meegemaakt dat een artiest vanop het podium zijn of haar publiek herhaaldelijk 'fuck you' toeroept, opgestoken middenvinger incluis. En dat dat publiek dat telkens weer beantwoordt met even opgestoken vingers en een gemeend 'fuck you very very much'. Ja, ook die meisjes van twaalf. Je zag hun vaders schaapachtig gluimlachen naar andere papa's: 'ach, kinderen...' Smile volgde nog, Fear (ook al zo luid meegezongen, maar ook al ultra kort gehouden) en de Spears-cover Womanizer.

    Zoals iemand na het optreden opmerkte: morgen ben ik dit concert alweer vergeten. Welk concert?

    08-05-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    05-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Liam Finn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Liam Finn
    AB Club, 4 mei 2009
    Verslag: Ja

    Het moet wat zijn, een familiefeestje bij de Finns. Papa Neil en zijn broer Tim (ooit samen in Split Enz, even bijeen in Crowded House, daarna als de Finns door het leven) nemen een gitaar vast, spelen een deuntje. Zoon Liam vindt dat wel ok, en besluit mee te spelen... Je zult maar een Finn zijn en uitsluitend interesse hebben voor auto's: verschrikkelijke feestjes zijn het dan. De rest van de wereldbevolking kan alleen dromen van zo'n get-together.

    Al is een deel van die wereldbevolking er af en toe bij, wanneer papa Neil voor zijn Seven Worlds Collide-project familie en vrienden twee dagen lang bijeen roept. Eerder dit jaar stond Johnny Marr mee op dat podium, net als Liam. Liam onderbrak er zijn twee jaar durende wereldtournee voor, maakte van de gelegenheid gebruik om in Nieuw-Zeeland wat nieuwe nummers te schrijven die ooit de opvolger van I'll be Lighting moeten vormen - en vertrok dan weer, de wijde wereld in.

    Om zo in Brussel terecht te komen, in de AB. Niet in de grote zaal, waar ik hem een paar jaar geleden als sobere gitarist zag in het groepje van papa. Wel in de kleine Club, waar zestig meerwaardezoekers hem warm begroetten. Het eerste deel van de avond, de Amerikaanse singer-songwriter Eleni Mandell, vergeten we gemakkelijkheidshalve, wegens te veel hetzelfde liedje. Liam maakte meteen duidelijk dat hij uit ander (Finn-)hout is gesneden.

    Op het podiummetje: Liam en een verrukkelijke zangeres/percussioniste, Elisa Jane (EJ voor de vrienden). Een gitaar, een drumstel - en voor hem, op de grond, tientallen knopjes, pedalen en andere elektronische toestanden. Toestanden, die het optreden te veel zouden domineren, jammer genoeg. Want Liam Finn heeft iets met samplers. Hij speelt een stukje gitaar, stuurt die sample door de zaal, speelt daar nog een stukje bovenop, doet dan hetzelfde - en blijft dat herhalen. Dan gaat hij achter de drums zitten, en begint ook dat te samplen. Mooi hoor, en het zorgt voor een vol geluid alsof er een echte groep op het podium staat. Maar na een tijdje is dat spannende er wat af, en denk je: "stop nu met die onzin, en speel gewoon je liedjes, man'.

    Want hij heeft fantastische nummers. Zijn plaat doet me op sommige momenten denken aan wat de Beatles vandaag zouden willen doen, mochten ze nog leven en samen spelen. Het experimentele loert constant om de hoek, en ook dat is verfrissend. Wie ooit de platen van Split Enz beluisterde, weet dat papa en nonkel vroeger ook niet vies waren van experimenten - met synthesisers, klanken en ritmes probeerden ze ook al nieuwe dingen te ontdekken. Tot ze er achter kwamen dat ze gewoon fantastische nummers konden schrijven, en dat alleen die nummers overeind bleven. Luister naar Message to my Girl, en ik zeg niks meer.

    Liam moet waarschijnlijk hetzelfde proces door. Zijn trip op een vreemdsoortige gitaar-drum, waar hij en EJ tien minuten lang probeerden klanken uit te krijgen, was een pijnlijke misser - maar de echte nummers waren wél goed. Zelfs met het gesample. Laat Liam dus terugkeren naar Nieuw-Zeeland om er nieuw materiaal te schrijven, laat hem een paar fijne muzikanten zoeken en met een echt groepje rondtrekken. EJ mag hij gerust hier laten, voor een tijdje. We zullen hem later dan verwelkomen, in een volle AB, om naar die wondermooie nummers te luisteren. Misschien krijgt hij dan EJ wel terug.

    05-05-2009 om 08:24 geschreven door Peter VDB  


    25-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jackson Browne
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Jackson Browne
    Koningin Elisabethzaal, Antwerpen, 25 april 2009
    Jackson Browne: zang, gitaar, keyboards
    Mark Goldenberg: Guitar
    Kevin McCormick: Bass
    Mauricio Lewah: Drums
    Jeff Young: Keyboards and vocals
    Chavonne Morris: backing vocals
    Alethea Mills: backing vocals
    Verslag: Ja (in Moshi, zondagochtend)

    Jackson Browne, dik twintig jaar geleden. In Vorst kwam hij zijn plaat 'Lives in the Balance' voorstellen, voor drieduizend man. Een memorabel optreden: de man maakte zich boos omdat mensen op het foute moment applaudiseerden, ergerde zich duidelijk aan de mijlen afstand tussen hem en publiek (akelig hoor, zo'n leeg middenplein in Vorst) en maakte er dan maar een nijdig en snedig concert van. Lawyers in Love rockte als nooit voorheen.

    Sindsdien haalde Browne vaker het nieuws met zijn liefdesleven en zijn politieke strijd, dan met zijn muziek. Vorig jaar nog sleepte hij presidentskandidaat John McCain voor de rechtbank omdat die ongevraagd 'Running on Empty' gebruikte in zijn campagne. Eind vorig jaar kwam dan "Time the Conqueror", zijn dertiende studioplaat. Het is een plaat van 'more of the same': een romantisch mijmerend liedje, een politieke of ecologische aanklacht, gewoon: een plaatje vol. In het geval van Browne betekent 'more of the same' goed nieuws. De man staat garant voor fijne composities, voor heldere klanken en een mooie stem.

    Op zijn zestigste geldt dat ook nog steeds voor zijn optreden. Het is wat vreemd, dit soort muziek in de vergane glorie van de Elisabethzaal. Vier over acht stapt Browne het podium op, zijn groep in zijn kielzog. En bij de eerste noot wordt het duidelijk: dit zit goed. Boulevard heet het nummer, en het klinkt fantastisch. Browne ziet er krek hetzelfde uit als twintig jaar geleden, en klinkt ook nog steeds zo. Na het gezapige Everywhere I Go wisselt hij van gitaar, valt er een pauze, en in die stilte roept iemand uit het publiek 'Take it Easy'. Het nummer dat hij, Jackson Browne, ooit voor the Eagles zong. Hij aarzelde even, overlegde met zijn groep, en hup: we kregen een vrolijke versie van Take it Easy. Eentje waar hij duidelijk zelf plezier aan beleefde. Het zette de toon voor de rest van het optreden: "soms is het goed om alles eens om te gooien", zei hij zelf.

    Het roepen van verzoeknummers werkte af en toe ook storend - tot iemand heel luid op zo'n verzoekje reageerde met 'Shut up', en daar luid applaus voor kreeg. Maar toen hadden we al een beklijvende versie van 'Rosie' gekregen, en vooral een (waar zit die doos superlatieven?) indrukwekkend 'Carmelita', van Warren Zevon.

    In het eerste deel al, tijdens 'Giving that Heaven away', leek zijn stem het te gaan begeven. Wat kraakjes, barstjes - moeite om de hoge tonen te halen. Rosie lukte nog, maar tijdens het stomende slot van deel 1 - Doctor My Eyes en About my Imagination, moest Browne steeds meer zangpartijen overlaten aan zijn twee achtergrondzangeressen. Die dat met verve deden. Wat ze in deel 2 met 'Lives in the Balance' deden, bezorgde iedereen kippenvel.

    Het werd dus een memorabele avond. Alweer eentje met Browne. De verleiding om te vergelijken met Bob Dylan, eerder in de week, is te groot om de vergelijking niet te maken... Het verschil zit 'm natuurlijk in de stem (Dylans stem is echt wel helemaal om zeep), maar ook in de houding. Dylan monkelt, lacht en iedereen is gelukkig. We pikken het dat de oude man zijn publiek negeert, nooit aanspreekt en gewoon zijn eigen zin doet moet zijn liedjes. Jackson Browne is de tegenpool. De man die audibles speelt om ons te plezieren. DIe zijn uiterste best doet om die nummers zo goed mogelijk te brengen, zoals we ze ons ook herinneren. De man die ik graag zie terugkomen.

    25-04-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    22-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bob Dylan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Bob Dylan
    Vorst Nationaal, 22 april 2009
    Tony Garnier: Bass
    George Recile: Drums
    Stu Kimball: ritmegitaar
    Denny Freeman: gitaar
    Donnie Herron: viool, banjo,...
    Verslag: Ja (Sporza)

    Op je 68ste is je wereldtournee een 'Never Ending Tour' noemen, behoorlijk riskant. Want de kans dat je tour alsnog tot een einde komt door plots overleven, wordt toch wel redelijk groot. NIet dat ik het Bob Dylan toewens - integendeel.

    Het is ooit wel eens anders geweest. Wat heb ik een rothekel gehad aan Dylan en zijn gezeur. In godsdienstlessen klonk 'Blowin' in the Wind', in de lessen Engels moesten we The Hurricane ontleden, eindeloos. Dylan deed zijn best om mijn humanioratijd nog meer te verpesten. Als kers op de taart, kwam hij ooit België vereren met een schabouwelijk optreden. Ik herkende niet één nummer, Dylan stond de hele tijd met zijn rug naar het publiek, en zingen deed hij ook al niet. Foei.

    In Vorst stond ik tussen de duizenden die bang afwachtten wat het zou worden. Een grandioos optreden, of een complete sof? Wel - het was geweldig. Dylan heeft geen stem meer - schuurpapier in de woestijn, zo droog en schor en raspend. Maar hij heeft een verdomd geweldige groep, die zowel snaarhard kon uithalen (die gitaar!), zwoel kon swingen (de bas!), ruimte kon scheppen (die drum!) voor Dylans orgeltje, als mee kon rocken (die slide!). Ja, Dylans orgeltje: de man heeft artritis in de vingers, en kan dus nauwelijks nog een gitaar vasthouden. Hij staat dus achter een orgeltje, en debiteert van daaruit zijn teksten.

    Neen, ik ben geen Bobber geworden. Er zijn daarvoor nog te veel zaken die ik aan de man niet begrijp. Zo ontgaat het me bijvoorbeeld hoe je een Pullitzer krijgt voor je teksten, en je die teksten dan onherkenbaar brengt in een optreden. Veel van zijn teksten zijn natuurlijk wonderbaarlijk mooie poëzie, maar spreek ze dan uit op een manier dat mensen ze begrijpen!

    Ik las deze week een interessante quote van Dylan zelf, over zijn muziek. Het komt er een beetje op neer dat hij vindt dat hij nooit een goede plaat heeft gemaakt. Andere groepen deden dat wel - die leverden ooit, ergens onderweg, de perfecte plaat af. Sindsdien moeten die groepen of artiesten alles in het werk stellen om die ene plaat zo perfect mogelijk live na te spelen. Want dat is wat het publiek verwacht. Dylan redeneert verder: aangezien hij nooit zo'n perfecte plaat kon maken, speelt het ook geen rol hoe hij live speelt. Dus doet hij het de ene keer zus, de andere keer zo. Hij verandert arrangementen, hij speelt mij zijn stem, hij goochelt met ritmes.

    Dat verklaart de wisselvalligheid van zijn optredens. En de opstelling: hij staat rechts op het podium, de drie gitaristen links - en ze kijken hem aan. De drummer zit ook naar de Meester gekeerd, de violist staat vlak naast hem. En allemaal wachten ze op zijn aanwijzingen, zijn tekens, zijn aanpassingen. Dat maakt zo'n Dylan-concert zo breekbaar - het is dansen op een slappe koord.

    Dit gezegd zijnde: Dylan heeft Vorst twee uur lang laten genieten, swingen en rocken. In het begin liet zijn stem het compleet afweten, It's all over now Baby Blue viel nog mee, maar Man in the Long Black Coat was een beetje een bummer. Een zalig nummer, en die geweldige groep viel meteen al op - maar de stem... Manman. Gaandeweg verbeterde de stem, werden songs meer aan de lage Nonkel Van Grauwel-grom aangepast en viel vooral op hoe variërend het allemaal was. Blind Willie McTell was enig mooie blues, Highway 61 Revisited rockte stevig. Desolation Row klonk machtig en werd gewoonweg fantastisch gespeeld. Ain't Talking, op het einde, was betoverend. En bij Like a Rolling Stone ontplofte Vorst nog maar eens; Dansende, lachende mensen... Wie naar Vorst was gekomen om een folk-legende een laatste keer de troubadour te horen spelen, is bedrogen uitgekomen. We kregen wel twee uur topentertainment voorgeschoteld. Door een lachende (ja, echt waar: lachende en grapjes makende) Dylan. Waarvoor dank.

    The Wicked Messenger *** It's All Over Now, Baby Blue *** Man In The Long Black Coat *** Stuck Inside Of Mobile With The Memphis Blues Again *** Blind Willie Mc Tell *** Desolation Row *** Honest With Me *** Sugar Baby *** Highway 61 Revisited *** Ballad Of A Thin Man *** I Don't Believe You *** Ain't Talking *** Thunder On The Mountain *** Like A Rolling Stone *** All Along The Watchtower *** Spirit On The Water *** Blowin' In The Wind

    22-04-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    19-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lenny Kravitz
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Lenny Kravitz
    Sportpaleis Antwerpen, 19 april 2009
    Verslag: Ja

    Lenny Kravitz is veel. Hij is een seksgod. Een uitzonderlijk begenadigd muzikant - hij speelt de meeste instrumenten op zijn platen zelf. Een puik zanger ook. En een vreemdsoortig stijlicoon: met zijn mix van sixties-psychedelia, seventies-hardrock en eighties-funk maakt hij al twintig jaar lang dezelfde soort platen. De hits uit die platen lijken onderling perfect inwisselbaar: een ballad, een rocker, een meezinger... Het is nauwelijks te zeggen uit welke plaat welke hit nu weer kwam. Het verklaart ook waarom zijn Greatest Hits-verzaleming zijn best verkochte album (met elf miljoen exemplaren, asjeblieft) is. En waarom zijn laatste cd, It's time for a Love Revolution, wel met veel poeha is aangekondigd, maar verder behoorlijk kalmpjes en gezapig verkoopt. Want het is dan wel een ruige plaat, toch blijft het iets te veel more of the same.

    Het Sportpaleis was zondagavond vooraf al verkocht. Niet alleen uitverkocht, maar dus ook: verkocht. Opvallend veel dames die hun mooiste designer-kleren uit de kast haalden, en soms zelfs op hoge schoenen stonden te smelten bij het idee dat Lenny hen misschien wel zou kunnen opmerken. Het concert startte met een tikkende klok (Time for a love revolution, juist), en die werd op gejuich, gejoel en gefluit onthaald. Liefst vijf minuten lang. Bij zijn eerste stap op het podium wist je het helemaal zeker: de zaal ontplofte, en wat Lenny vanavond ook zou doen, de 15.000 in de zaal zouden het een onvergetelijk concert vinden.

    Maar dat wil niet zeggen dat het ook goed was. Het startte allemaal veelbelovend: een half uur werd er strak gespeeld en zeer stevig gerockt. De gitaar voerde de riffs aan, en Lenny... Lenny deed zijn ding. Zonnebril af. Zonnebril op. Lachen. Zwaaien. Na vier minuten al kwam het eerste 'clap your hands', en er zouden er nog minstens tien volgen. Freedom Train was aardig, Bring it On rockte. It ain't over 'till it's over bracht voor het eerst de samenzang: 'let me hear you sing', maar werd gevolgd door snelle numers, die vooral stevig klonken.

    Na dat half uur ging het voor mij fout. Kravitz koos voor de ballads, en het werd me allemaal te stroperig, melig, te veel Phil Collins-does-Disney. Veel echo op zijn stem, en de meligheid hield niet op. De vleugelpiano was met witte lampjes als een kerstboom versierd, hij veegde zijn zweet af met een witte handdoek en zwierde die dan met veel show het publiek in... Jammer.

    Want Lenny Krevitz heeft dat soort goedkope trucjes niet nodig. Hij schreef fantastische songs, hij had hier een geweldige band bij zich (vier blazers, zware keyboards, gitaar, bas en drums) en hij had er duidelijk ook zin in. Maar het publiek was gekomen voor Lenny, niet voor de muziek. Dus gaf hij vooral Lenny: zwoele pasjes, nog eens zwaaien naar het publiek, knipogen, een halve strip-act,...

    De hoogtepunten werden dan ook, vreemd genoeg, dieptepunten. Het weinig bekende nummer Fear (uit zijn debuutplaat) was geweldig, en kreeg een extra dimensie toen hij onverwacht een saxofonist mee het podium op riep. We kregen later een jam-sessie van meer dan vijf minuten: stomende funk, bloedhete muziek, met glansrollen voor de sax en de basspeler. Maar het publiek had oor noch oog voor die mensen. De basspeler stond zijn ding te doen, en intussen ging het publiek aan het gillen omdat Lenny de eerste rijen ging groeten. Dat heb je dus met hoge hakken.

    Natuurlijk zijn de vijftienduizend heel tevreden naar huis getrokken. Natuurlijk vonden ze dit hét optreden van het jaar. Maar dat was het dus niet. Lenny speelde te veel de Las Vegas-ster, en te weinig de muzikant die hij echt is. Jammer maar helaas. Kunnen 15.000 mensen het bij het foute eind hebben? Neen: zij hebben altijd gelijk. Net zoals de 100.000 die jaarlijks Clouseau in het Sportpaleis komen bekijken, gelijk hebben. Maar daarmee hebben ze nog geen gelijk.

    19-04-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Lenny Kravitz concert review Antwerp Sportpaleis
    16-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Razorlight
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Razorlight
    AB, 16 april 2009
    Verslag: ja

    Razorlight is één van de talloze Britse groepjes die sinds de eeuwwisseling de kop opstaken. Voor veel van die groepjes is het leven ultra-zwaar. Vergelijk het met de Belgische wielrenner die tot de nieuwe Merckx wordt gedoopt: het zijn zware schouders die zo'n last kunnen dragen - en iederéén weet dat er nooit nog een nieuwe Merckx komt. Britse groepjes worden na hun eerste cd ook niet zelden tot de nieuwe Who of Beatles uitgeroepen, en blijken die hooggespannen verwachtingen zelden waar te kunnen maken. Nogal wiedes: the Beatles zijn niet te  evenaren. Ook niet door Franz Ferdinand of Razorlight.

    Het is quasi onmogelijk om de twee (Razorlight en Franz Ferdinand) niet te vergelijken. Allebei hebben ze net hun cruciale derde plaat uit (waarbij die van Razorlight minder slecht is dan die van Franz Ferdinand), allebeid stonden ze dit voorjaar in een uitverkochte AB. Waar Franz Ferdinand de AB direct inpakte en het publiek deed razen en kolken en de zaal in een voetbalstadion deed veranderen, pakte Razorlight het subtieler aan. Franz Ferdinand verveelde me: het is een one trick pony, een groepje dat leuke liedjes maakt. Maar méér niet.

    Razorlight verraste me zéér aangenaam. Hun derde cd,  Slipway Fires, vind ik nogal vlak, op het drammerige af. Maar live voegde de groep daar een extra dimensie aan toe. Zanger Johnny Borrell gaat als een wildeman tekeer: hij zweept op, haalt uit met zijn geweldige stem, zalft en slaat weer - niet te geloven hoe zo'n tenger lijf zoveel energie kan uitstralen. Zijn voorkomen doet me denken aan Julian Cope, minus de zelfverminking. Maar wel een enorme presence, en tonnen charisma.

    Achter Borrell stond de rest van de groep. Bassist Carl Dalemo en gitarist Björn Agren zijn er al sinds het begin in 2002 bij, maar drummer Andy Burrows stapte het een paar weken geleden af. Net voor een sessie bij Studio Brussel, waar de groep naar verluidt mak, ongeïnteresseerd en lam stond te spelen. Vanavond niets van dat alles. Integendeel. De nieuwe drummer speelde een centrale rol, de extra toetsenist/zanger zorgde voor extra power en bassist en gitarist bleven de drummer bijsturen, helpen en toelachen.

    Vroeg in de set, als derde nummer al, kregen we In the Morning, één van de radiohits van Razorlight. Knap, maar bijlange niet zo mooi als North London Trash.Een voorbeeld van een modaal nummer op cd, maar een klap in je gezicht in de live-uitvoering. Borrell ontbond al zijn duivels, en kreeg met Before I fall to pieces voor het eerst de hele zaal echt mee. In the City werd met Doors-loops doorspekt, en Borrell ontpopte zich als de messias, die bezwerend, roepend, uithalend de goden aanroept. Indrukwekkend. Wire to Wire was beklijvend, America (hun grootste hit) kort en krachtig. En na 49 minuten zat het optreden er al op. De bissen werden ingezet met een Luka Bloom-moment, met Borrell alleen op akoestische gitaar. Hostage of Love was geweldig mooi opgebouwd, Burberry Blue Eyes een fantastisch orgelpunt.

    Ja, Razorlight kon me bekoren. Het was een kort optreden - iets meer dan een uur, maar wel met 17 liedjes erin gebald. Het publiek had het niet onder de markt met de verschillende richtingen die de songs soms uitvlogen. En de groep heeft duidelijk ook wel problemen: muzikanten verdwenen om de haverklap van het podium, voor de bisronde kwamen de roadies de gitaren nog eens stemmen. Maar de set zat goed en strak ineen, en het hele optreden zat vol afwisseling en muzikale verrassingen. Zo hebben we ze graag.

    16-04-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Razorlight concert review AB
    08-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Johann Johannsson
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Johann Johannsson
    AB, 8/4/2009
    Verslag: Ja

    Het Domino-festival in de AB duurt een week, introduceert allerlei nieuwsoortige muziek en werd afgetrapt met laptopartiesten. Jon Hopkins kreeg de eer het 13de Domino-festival te openen, en deed dat dus met twee Apple notebooks en cartoons die werden geprojecteerd. Na hem kwam de Oostenrijker Fennesz hetzelfde doen: aan knopjes draaien, op toetsen duwen - en verder niks. De geluiden die zo worden geproduceerd klinken luid, hard en vreemd. Als je pc op het werk zo'n lawaai maakt, bel je best meteen de helpdesk. Je krijgt gegarandeerd een nieuwe. En het is overvloedig bewezen, vanavond: IT-ers en muziek, het gaat niet samen.

    De New Age-toestanden van de laptopmensen (lapdance-artiesten, daar kan ik me nog enige opwinding bij voorstellen) is to-taal niet aan me besteed. Niet in het minst omdat de mensen blijkbaar een detail zijn vergeten: liedjes. Muziek draait rond liedjes. In welk genre ook: je bent maar zo goed als je slechtste nummer. Liedjes, met of zonder structuur, repetitief of niet, maar wél: met een melodie, met een opbouw.

    Kortom: liedjes zoals hoofdact Johann Johannsson ze bij de vleet schrijft. De Ijslander zorgde voor een bijzonder rustige, maar ook wel mooie woensdagavond. Een cello, een altviool en twee violen aan de ene kant van het podium. Hijzelf aan de andere kant, omringd door piano, synthesiser en eh... laptop. En centraal de sampler-tovenaar van dienst.

    We kregen de laatste cd van Johannsson, Fordlandia, van voor naar achter te horen. Achter de groep werden zwart-wit arty-farty beelden geprojecteerd. En het huwelijk tussen klassiek en elektronica was nog nooit zo mooi. Dat was meteen het opvallendste: de combinatie tussen de twee wérkt gewoon, op geen enkel moment vond je de balans te veel overhellen in de een of de andere richting. Geweldig.

    Opwindend was het allemaal niet. Johansson wisselde geen woord met zijn publiek - twee keer een knikje, op het einde een buiging, en een aanzet tot glimlach. Deze meneer neemt zichzelf en zijn kunst duidelijk serieus. De muziek zette ook niet aan tot gedans en gejuich - het is nu éénmaal klassieke muziek. Vreemd hoor, om het zo in de AB te staan bekijken. Noem het Sigur Ros op valium. ZO traag, ja. Meer nog dan aan Sigur Ros, deed Johansson me denken aan Filip Glass, de man die ons in de jaren tachtig al met filmische, epische muziek kon verblijden.

    De vraag van één miljoen: is de AB de juiste omgeving om dit soort muziek te beluisteren? Eerlijk? Neen. Geef me maar een goeie cinemazaal met comfortabele stoelen, een goede dolby-surround en de Fordlandia-cd. Klinkt zuiver, en je kunt er perfect bij wegdromen.

    08-04-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    23-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antony and the Johnsons
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Antony and the Johnsons
    Elisabethzaal Antwerpen, 23 maart 2009
    Antony Hegarty: piano, zang
    Rob Moose: viool, gitaar
    Maxim Mostin: viool
    Julia Kent: cello
    Jeffrey Langston: bass
    Doug Wieselman: elektrische gitaar, sax
    Parker Kindred: drums
    Verslag: ja

    In 2005, na jaren aanmodderen in de schaduw, werden Antony en zijn Johnsons plots een geweldige hype. Zijn androgyne persoontje had daar veel mee te maken (is het een vliegtuig, is het een vogel, is het een man, is het een vrouw? neen dat is het niet!), maar de muziek die hij met 'I am a Bird Now' bracht evenzeer: mooi gezongen, verzorgd gespeelde en behoorlijk geniaal geschreven liedjes over man/vrouw zijn, over verloren liefdes en verkeken kansen. Na lang (her)opnemen, mixen en foefelen, kwam begin dit jaar eindelijk de opvolger uit: 'The Crying Light'. Alweer een plaat vol stemmige muziek, net als de vorige eigenlijk. Het optreden van Antony & Co in Brussel was in een mum van tijd uitverkocht, en onverwacht kwam er een extra concertdatum bij, in de Antwerpse Elisabethzaal. Een volle zaal, dan nog.

    Nieuwe fans zal de groep met die optredens niet winnen. Je moet de muziek vooraf al kennen (en appreciëren) om van het concert te kunnen genieten. De intimistische, breekbare liedjes zijn moeilijk - soms doet het me wat denken aan Lambchop: je moet moeite doen, maar je krijgt veel schoonheid terug. Gelukkig doet Antony me meestal ni!et aan Lambchop denken.

    Laat me maar met de deur in huis vallen: de Elisabethzaal reageerde enthousiast op een matig concert. Het optreden had mooie hoogtepunten, maar evenveel zeer diepe dieptepunten. De groep was mak, en de combinatie violen (een kamerconcertje) enerzijds en drums met elektrische gitaar anderzijds, wérkte gewoon niet. Antony's stem is uitzonderlijk, maar kreeg net te weinig steun van de Johnsons.

    Het begon allemaal behoorlijk ellendig: een soort danseresje kwam het podium op, en deed dingen die voor moderne, kunstzinnige dans moesten doorgaan, op soundscapes en op stukjes Peter en de Wolf. Nauwelijks reactie uit de zaal, helemaal op het einde een flauw applausje: iedereen worstelde duidelijk met het arty farty gedoe dat ons werd voorgeschoteld.

    Vijf minuten later kwamen Antony en zijn bende dan het podium op. In het donker - de groep zou een optreden lang in het halfduister blijven zitten, Antony zelf verdroeg pas vanaf de helft enig licht. Muzikanten die trouwens allemaal bleven zitten, op de bassist na. Het was meteen duidelijk: op het voorprogramma na, zou er vanavond niet meer gedanst worden.

    De avond had een hoog Klara-gehalte: Where is my Power werd gevolgd door drie nieuwe nummers (Her eyes are Underneath the Ground, Epilepsy is dancing en One Dove). Pas bij dat laatste nummer reageerde de zaal spontaan en enthousiast. Bij 'For I am a Boy' was er een eerste herkenningsapplaus en ontdooide iedereen, Antony incluis.

    We zullen het geweten hebben, want daarna begon het fout te lopen. De bindteksten van Antony bleven eerst gewoon bizar (ik draag een ring die ik in grootmoeders naaikoffertje vond - het is een gordijnring. wtf?), maar het zou ontsporen. Halfweg een cover van een Beyoncé-nummer, Crazy in Love, stopte Antony. 'Dit liedje doet het niet meer voor me. Neen, geen applaus - je hoeft niet te applaudiseren voor een slechte performance). Hij bezwoer het nummer nooit meer te spelen. Om het goed te maken kregen we een lange uitleg over moeders, en een strofe uit een nieuw nummer, My father is my Baby. Met meteen daarna een Bob Dylan-cover, I was young when I left home. Het hoogtepunt van de avond, meteen: wonderbaarlijk mooi gitaarspel, met daar bovenop die magische stem. Mooi.

    Want het potentieel betoverende aan de muziek - de combinatie van de dreigende of vrolijk dansende violen met de drums en elektrische gitaar - werkte gewoon niet. Fistful of Love was pompend en bezwerend, maar het is totaal onduidelijk wat de gitarist uit zijn mouw probeerde te schudden. Shake that devil, een soort rap, ging compleet de mist in - een echte train wreck.

    We zouden nog mooie nummers krijgen: You are my Sister, Aeon en Hope there's Someone in de bissen. Maar Antony vond het nodig de zaallichten te laten aansteken, en een praatje te maken met het publiek. Waar Lyle Lovett zondagavond bewees hoe zo'n losse praatjes fantatisch entertainend kunnen zijn, grappig en gevat, en het concert naar een hoger niveau kunnen tillen, toonde Antony Hegarty hoe je een optreden kunt doodmeppen met nietszeggend geleuter. Liefst vijftien minuten lang ratelde hij over de 'feminine side' die iedereen moet zoeken, over hoe zwaar het als vrouw is om te bevallen, over wat een toffe vent Margaret Tatcher was, over vrouwen in de politiek,... Zagen, zagen, zagen. Juist: wie nog twijfelde, Antony is een vrouw.

    Zonde van het geleuter en gemeier. Zonde van de onevenwichtige klank van de groep. Maar: geef Antony nog een jaar of tien, met daarin een plaat of drie, en het worden legendarische concerten. Want als hij/zij goed is, is hij/zij fantastisch goed. Alleen kwam het er net niet genoeg uit. Ik kan de familie D. uit West-Vlaanderen onmogelijk bijtreden in hun stelling van 20 jaar geleden: "Antonieke, gij zijt een toffe jongen". Ik luister gewoon af en toe nog naar de plaat, en probeer verder uit Antoniekes buurt te blijven.

    where is my power *** her eyes are underneath the ground *** epilepsy is dancing *** one dove *** for today I am a boy *** kiss my name *** everglade *** another world *** shake that devil ***the crying light ***crazy in love *** My Father is my Baby *** I was Young when I left Home *** fistful of love *** you are my sister *** twilight *** aeon *** encore: cripple and the starfish *** hope there’s someone

    23-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Concert review Antony and the Johnsons Antwerpen Radio 1
    22-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lyle Lovett
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Lyle Lovett
    AB, 22 maart 2009
    Verslag: neen

    Lyle Lovett is een Amerikaans icoon. ZIjn Americana doet het in de VS bijzonder goed: Lovett wordt er door muziekkenners op de handen gedragen, zijn métier staat er buiten discussie. In Europa vergaarde hij vooral bekendheid door zijn huwelijk met Julie Roberts, en door een paar filmrolletjes. Maar muzikaal leek hij een onbeschreven blad: zijn mengeling van country, bluegrass, jazz, blues en zelfs wat big band-snufjes wordt dan ook niet zomaar Americana genoemd. Lovett rekende zelf uit dat dit nog maar zijn tweede passage door Brussel was: in 1988 had hij hier al eens wat interviews gegeven, en een televisieshow gedaan.

    Nu was hij er echt - en hoe. De AB Flex was volgelopen, en er stond veel schoon volk in de zaal - als Marc Didden zich al in een concertzaal waagt, wéét je dat er iets speciaals te gebeuren staat.

    Om half negen stipt stapten vijf heren, netjes in een zwart pak, het podium op. Eentje nam zijn cello en strijkstok vast, de tweede greep de grote staande bas. De derde - een kale man met wit sikje - ging bedaard achter het drumstel zitten, de vierde had zijn akoestische gitaar bij zich. En Lovett, ook al op gitaar, zette meteen de toon: glasheldere stem, en zalig kabbelende muziek. Rasmuzikanten, die alles zo ontzettend gemakkelijk deden lijken, en moeiteloos overschakelden van pure country naar jazz (in I will Rise Up) of blues. Na het tweede nummer introduceerde hij zijn groep al, naar het einde toe kregen ze net één solootje te veel toebedeeld. Maar wat een klasse. "Optreden is voor mij werken", zei Lovett ooit in een interview. "En als je gaat werken, zit je netjes in het pak. Dus dragen we ook een pak op het podium". En meer moet je daar niet over zeggen.

    Het publiek reageerde steeds enthousiaster - en terecht. Het grappige bluegrass-nummer Keep it in your Pantry (dat werd ingeleid door een hilarisch verhaal over eten en boodschappen doen), het populaire If I had a Boat. Het wonderbaarlijk mooie 'If I were the Man you wanted' (I wouldn't be the man I am today) was beklijvend, My baby don't tolerate was even breekbaar. That's right, you're not from Texas had dan weer een fijn upbeat-tempo en werd vrolijk gespeeld - dit is een geweldige groep, die op elk moment precies weet wat er moet gedaan worden. Lovett ontpopte zich ook als een geweldige stand-up comedian, met goeie grappen over de tocht van London naar Brussel en de manier waarop hij zijn groepsleden interviewde, was pure comedy.

    Hij dankte het publiek ook uitvoerig, en hij leek het zelfs te menen. Hij bedankte Marc van de AB voor zijn vijftien jaar inzet in de concertzaal ('That's a large part of your life you dedicated to music), en droeg een nummer aan hem op (Simple Song). Hij verbaasde zich over de AB zelf: 'there's so much history in here, this is special for a band to play here', vooral omdat er muzikanten uit alle mogelijke stromingen stonden... 'it's great to keep such an open mind').

    Kortom: een beleefde, welopgevoede man die wonderbaarlijke muziek maakt. Absolute klasse, in een perfecte omgeving. Cute as a Bug, zong hij - en al is hij niet cute, hij is wel bijzonder beminnelijk. Dit was een AB-avond waar je later nog heel erg vaak aan zult terugdenken - op de mooie momenten in je leven.

    22-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    16-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grace Jones
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Grace Jones
    AB, 16 maart 2009
    Verslag: Ja

    Toen Grace Jones vorig jaar op de Lokerse Feesten op de affiche stond, werd daar (terecht) meewarig over gedaan. De Jamaïcaanse had twintig jaar lang muzikaal overwinterd, haalde de boekskes alleen met bizarre uitspattingen, wangedrag en cocaïnegebruik, en leek op haar zestigste voorgoed voor de muziekwereld verloren. Maar hoe dwaalden wij allen: miss Jones verscheen ten tonele, en veroorzaakte een orkaan die alle vooroordelen en terughoudenheid wegblies. Indrukwekkende ritmes, een felle stem en een présence waar tientallen would-be sterren alleen maar kunnen van dromen. Jones was back - en hoe.

    Een paar maanden later werd die come-back nog eens bevestigd, toen ze de uitstekende plaat Hurricane uitbracht. Een come-backplaat die kon tellen, met nummers die je de adem afsnijden en zelfs harken als mezelf tot enige beweging aanzetten. Een plaat die de terugkeer van Sly and Robbie vierde. Met hulp van Brian Eno, en Tricky. Het concert in de AB was dan ook in een wip en een knip uitverkocht - iedereen wou de definitieve terugkeer van de zwarte panter meemaken. Het was nochtans het duurste optreden dat de AB ooit zelf op het programma zette - vijftig euro inkom. Wel: die vijftig euro waren goed besteed. Van de eerste tot de laatste cent.

    Zoals het een echte diva betaamt, startte Jones met een half uur vertraging. Op zich geen probleem: de propvolle AB wachtte geduldig. Maar de AB werkt met een strikte eindtijd voor de optredens: om half elf gaat de stekker eruit (of de buren worden ongelukkig). Er was dus enige haast, en dat is dan ook meteen de enige smet op dit optreden: haar haast. Pull up to the Bumper werd een maat of twee te snel gespeeld, toen het truucje met de miniscule camera niet meteen werkte (ze wou een cameraatje in haar bustière laten glijden om ons een diepere inkijk in haar eh... anatomie te gunnen, of zoals ze het zelf zei: 'I have to shouw you my tits') gooide ze het ding weg. Er sneuvelden ook twee nummers uit de setlist vanwege de timing, en ook dat was zonde.

    Maar zoals ik zei: dat was de enige smet. Opener Nightclubbin zette meteen al de toon: de strakke, indrukwekkende begeleidingsband van de Lokerse Feesten was er weer en speelde nu zo mogelijk nog beter. Haar stem donderde en dreigde, This is Life deed de eerste rijen uit de bol gaan en met het derde nummer, My jamaican Guy was het helemaal prijs en gaf de AB zich gewonnen. Muzikaal was het top - de bassist dreef de zeskoppige groep (plus twee achtergrondzangeresjes) vooruit, en Grace Jones was Grace Jones.

    Dat betekent ook: na elk nummer in de coulissen verdwijnen om een ander hoofddeksel op te zetten. En rondlopen op centimeters hoge hakken. En die eindeloze benen tonen. 61 jaar? Man: als ik twintig jaar ouder was geweest.... Libertango werd enthousiast onthaald, Jones voerde een act uit op een draaiend platformpje, tegen de wind in. La vie en Rose ging deels de mist in (haar monitors lieten het afweten, waardoor ze de start compleet miste, verschrikkelijk vals ging zingen en ook naast de maat zat - en ze zette het niet helemaal meer recht in de rest van het nummer), maar we vergeven veel.

    Het ging steeds verder crescendo: Well Well Well is een ijzersterk nummer. En Williams' Blood was angstaanjagend mooi. Felle uithalen, dan weer zacht zingen, dan dreigend onder het gitaargeweld, bijna bezwijken... Slotnummer Pull up to the Bumper zorgde voor het Studio 54-feestje: lasers, grote balonnen, dansende fans op het podium... De bissen gingen nog een versnelling hoger, met een snelle en pompende versie van Roxy Musics Love is the Drug en met Slave to the Rythm, om af te sluiten met Hurricane.

    En dat was het ook echt: een orkaan. Want de verkleedpartijen, de vulgaire ondertoon, de absolute camp en de uitgebreide gay aanhang (er waren meer snorren dan op de gemiddelde rijkswachtersconventie) riskeren je aandacht van het essentiële weg te houden: dit is verdomd goede muziek. Grace Jones kan écht zingen. Vergeten we even de uitschuiver in La vie en Rose, of de krakende stembanden in Slave to the Rythm - 61 jaar kun je cosmetisch wel camoufleren, maar je stem is natuurlijk net zo oud.  Grace Jones is vooral een fantastische zangeres. Niemand kan zo mooi zingend praten. eat your Heart out, Steve Stevaert. Ze bezweert je met een diepe, grommende stem. Ze haalt fel uit, gaat ontzettend hoog. Klasse - en dan heb ik het nog niet over die muzikanten. Zo onopvallend, dat het opviel. Strak. Juist. Geen noot te veel, geen fantasietje als het niet nodig was.

    This is my voice, my weapon of choice, zegt mevrouw Jones. En ze heeft dat wapen goed gekozen.

    16-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Music Concert Show Grace Jones
    12-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franz Ferdinand
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Franz Ferdinand
    AB, 12 maart 2009
    Alex Kapranos (gitaar, zang)
    Nick McCarthy (gitaar)
    Bob Hardy (bas)
    Paul Thompson (drums)
    Verslag: ja

    Franz Ferdinand, het kwartet dat in zijn eentje voor het relanceplan van de Britse gitaarpop tekende, heeft net zijn o zo belangrijke derde plaat uit. Na het instant succes van Franz Ferdinand en You could have it so much better with Franz Ferdinand, is het nu de beurt aan Tonight: Franz Ferdinand. Het is een moeilijke en lange bevalling geworden, wat geen wonder mag heten: de druk moet enorm geweest zijn. Radiohits als Matinee, The Fallen, Do you Want to en Walk Away: je schrijft ze niet iedere dag.

    Voor die derde boorde het viertal de elektronica aan, en dat is geen meevaller geworden. Er staan ronduit zwakke nummers op de plaat, en maar een paar potentiële radiohitjes. Maar dat was een stampvolle AB allemaal worst. Van zodra de vier het podium op kwamen, ontplofte de zaal en werd er lustig meegezongen, gesprongen en gedanst.

    En Franz Ferdinand wéét hoe ze de vaart er in moeten houden. Geen interactie met het publiek, gewoon: liedje na liedje na liedje. Een echte juke-box. Het publiek was bij voorbaat overwonnen, het enige dat FF nog moest doen was de juiste liedjes zo juist mogelijk spelen. Wat ze met verve deden. Het is een one trick poney, maar wat ze doen, doen ze heel goed. Na een half uur dacht ik: tijd voor een andere plaat, voor een ander deuntje, voor wat variatie. Maar hun muziek laat geen ruimte voor nuances: alles wordt in koor meegezongen, door iedereen. Het zijn stampers, meezingers, ambiancedingen. Is dat een slechte zaak? Neen, iedereen amuseerde zich te pletter. Is het fris en nieuw en verrassend? Ook niet, ik verveelde me.

    Waarvoor mijn welgemeende excuses. Maar Franz Ferdinand dééd het gewoon niet voor mij. Ik ben ervan overtuigd dat ze op een festival als Werchter voor een meer dan aangenaam uurtje vertier zorgen - ze hebben er de songs, de skills en de attitude voor. Maar op een avond in de AB is het toch maar monotoon. Het overwegend franstalige publiek (François Fernand!) ging een uur lang uit de bol - veel langer speelde FF niet. Vroeg in de set al Matinee en Do You Want to, dan The Fallen en Walk Away: er zat vaart in. Uit de nieuwe plaat werden gelukkig alleen de gitaarnummers gebracht. Gitarist McCarthey ging af en toe wel op de keyboards spelen, maar de elektronicadreunen bleven beperkt. De nieuwe single, Ulysses, was een waardige uitsmijter, een orgelpunt net voor de bissen.

    Het wordt moeilijk voor Franz Ferdinand. Een One trick Poney is ofwel geen lang leven beschoren, of is vervoordeeld tot het in den treure herkauwen van de prille successen. Ofwel zien we deze vier binnenkort elk hun eigen weg gaan - ofwel staan ze veel later op Rimpelrock voor het publiek van donderdagavond (dat dan ook 40 jaar ouder is) Matinee en Take Me Out te zingen. Het stagediven zal dan wel vanzelf achterwege blijven.

    12-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Muziek concerten reviews franz ferdinand AB
    08-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Legend
    Klik op de afbeelding om de link te volgen John Legend
    AB, 8 maart 2009
    Verslag: Ja

    De derde plaat van John Legend, Evolver, klinkt zeer aardig. Fijne deuntjes - ik hoorde zijn nieuwe single everybody Knows toevallig zondagochtend nog in het supermarrktje in Elewijt. Het is muziek die niemand afstoot, die braaf kabbelt en af en toe swingt. Juist: typische R&B. De mannelijke Alicia Keys, quoi.

    Gelukkig heeft Legend, in tegenstelling tot Keys, wél ballen. Dat is voor iedereen sowieso een goede zaak, maar ook muzikaal is deze Legend een pak rijper. Een stampvolle AB kon in ieder geval dik anderhalf uur lang genieten van een zeer fijn optreden. Braaf, miniteus voorbereid en gerepeteerd, maar ook wel goed. Want Legend zorgde vanavond voor een ideale mix. Een mix tussen oude nummers en nieuw materiaal. Een mix tussen trage en swingende nummers. Hij speelde de grote verleider (zijn zwoele blik was vaak lachwekkend), maar overdreef ook daar niet in. En: geen gepreek over graag zien en God en Jezus tussen de nummers. Integendeel: de liedjes volgden elkaar razendsnel op, alsof Legend bang was om ergens een stilte te laten vallen.

    Niet dat daar enig risico toe bestond: in het publiek heel veel jonge meisjes, GSM en fototoestel in de aanslag, en krijsen en roepen. Legend trapte af met twintig minuten stevige funk, perfect ondersteund door drie achtergrondzangers (twee bevallige deernes en zijn broer), een bassist, gitarist, hevige drummer en drie fantastische blazers. En een keyboardspeler, de 'orkestmeester' zoals Legend hem zelf aankondigde. Na die twintig minuten ging Legend aan zijn piano zitten, en wisselde het tempo en de stemming constant.

    Telkens je dacht dat de meligheid nu toch wel akelig dichtbij kwam, en je vreesde voor kleffe bedoeningen, dreef Legend het tempo de hoogte in. Met een geweldige stem coverde hij George Harrissons' Here Comes the Suni; een paar minuten later swingde No Other Love. Enfin: deze Legend weet perfect waarmee hij bezig is. De rappers uit zijn laatste plaat waren er niet bij - alleen Andre 3000 mocht vanop het videoscherm even rappen tijdens de grote finale van Greenlight. Een waardige finale, trouwens.

    Legend laat géén onvergetelijke indruk na, maar ik heb me ook geen seconde verveeld. En ook dat is een grote verdienste. Er was altijd wel iets om in méé te gaan, om naar uit te kijken. Zoals het dansje tijdens Slow Dance: hij haalt dan telkens een meisje uit het publiek om even met haar op het podium te dansen, en in Nederland liep het een paar jaar geleden fout, toen hij zichbaar opgewonden geraakte door dat dansje. Nu stond de hele zaal op de tippen van de tenen, en werd er rond mij gevraagd (ik verzin dit niet): 'is er iets in zijn broek te zien?'. Legend speelt daar allemaal handig op in, en samen met de drie Apple-notebooks op het podium houdt hij de boel lekker strak.

    Ja, dit was eens fijn. Morgen ben ik het weer vergeten, maar:  het was zeer fijn.

    08-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:AB concert review soul funk John Legend
    05-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Metallica
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Metallica
    Sportpaleis Antwerpen, 5 maart 2009
    James Hetfield (zang, gitaar)
    Lars Ulrich (drums)
    Kirk Hammett (gitaar)
    Robert Trujillo (bas)
    Verslag: Ja

    Iemand vroeg me vanavond of het niet gaat vervelen, al die optredens. De vraag verbaasde me: je vraagt toch ook niet aan een voetbalsupporter of dat niet gaat vervelen, iedere week naar dezelfde ploeg te gaan kijken? Bovendien hoef ik me niet op één ploeg (of artiest, of genre) te concentreren: ik kan van alle walletjes eten. Woensdag Luka Bloom, zondag John Legend, vanavond Metallica. Ik ben een eclectisch persoon. Schrijf ik dat wel juist?

    Metallica dus. Die zotte groep. Sinds de film Some Kind of Monster uit 2003, kan ik de groep moeilijk nog serieus nemen. In die film laten ze zien hoe de groepsleden elkaar niet kunnen luchten, hoe de bassist opstapt en wordt vervangen (even door de producer, die meteen meer centen eist), hoe James Hetfield het tijdens de opnames van St Anger aftrapt en zich laat opnemen in een ontwenningskliniek, hoe Lars Ulrich de gitaren uit Metallica bant en advies vraagt aan zijn bejaarde vader, en hoe de zware jongens hun ziel blootleggen op de sofa bij een therapeut. Kortom: Spinal Tap in het kwadraat. Bovendien: Metallica, dat is hard-rock. En wie kan dat nu serieus nemen?

    Heel veel mensen, zo bleek in het Sportpaleis. Zwart was de modekleur, en toen ik de toiletten binnen stapte, dacht ik even dat ik me in een parallel universum bevond - eentje waarin vrouwen rechtstaand plassen. Juist, veel en lang haar. Veel bier ook, en mensen die niet direct een stap opzij zetten als je wil passeren. Maar: die vijftienduizend mensen beleefden wel een zalige avond.

    Het begon nochtans slecht. Support Act Machine Head (die drie maanden geleden ter elfder ure annuleerde toen ze hier met Slipknot in de Lotto Arena moesten staan) klonk als een luide, dreunende brij. Lawaai, veel meer was het niet. Een beetje lachen, ook, met de clichés die werden bevestigd. Gitaristen bij metalgroepen staan per definitie wijdbeens op een podium, zwieren met hun lange haar, hebben een lijf vol tatoeages - en bassisten hebben een serieuze pens hangen.

    Hoe anders was Metallica. Vier afgetrainde profs, die vanaf de eerste noot juist zaten, het publiek meteen mee trokken in hun duistere wereld en onvoorstelbaar snel en hard speelden. Ik wil bij deze dan ook mijn oordopjes bedanken: zonder hen had ik het niet gered.

    Een super-megagroep als Metallica (die vrijwel jaarlijks in België optreedt) is net zo afhankelijk van hun laatste plaat als het kleinste hobby-bandje. Na jaren ellende, heeft Metallica met Death Magnetic eindelijk nog eens een heel goeie plaat gemaakt. Dank zij producer Rick Rubin (Johny Cash, Neil Diamond en zo veel meer) klinken de gitaren weer als vanouds, en Hetfield schreef deze keer ook goede nummers. Deze tournee is dus goed. Zeer goed. De groep is perfect op elkaar ingespeeld, houdt het lekker strak en wordt geholpen door de techniek - er draait volgens mij constant een band mee met extra muziek. Maar da's helemaal niet erg, want het klinkt goed.

    Goed dus. Luid, maar goed. We kregen zes nummers uit die laatste plaat, telkens netjes in duo's opgedeeld, en ertussen klassiekers uit de acht vorige platen. Inclusief Turn the Page, een cover van Bob Seger. En het enige rustmoment in de set - want gevolgd door de nieuwe nummers All Nightmare Long en The Day that Never comes. Maar dan gooien ze berekend wild Master of Puppets de zaal in, en ontploft alles weer.

    Haast letterlijk, overigens. Het podium staat in het midden van het Sportpaleis, erboven zweven  vier gigantische metalen doodskisten met spots en lasers, en het hele optreden door worden we vergast op een indrukwekkende lasershow, op meters hoge vlammen die uit het podium spuwen en op die doodskisten die naar beneden zakken en daar wat hangen te hangen.

    Maar het indrukwekkendste is voor mij de beleving en de overgave van het publiek. Deze mensen houden zielsveel van hun muziek, en willen er zich helemaal in verliezen. Het zal hen worst wezen of ze Metallica al tien keer zagen of niet, of nummers nieuw of oud zijn - ze blijven meezingen, springen, headbangen en gebalde vuisten tonen. Een modelpubliek - de bende zatlappen die Seasick Steve zo verziekten, kunnen hier een voorbeeld aan nemen. Respect en liefde voor de groep en voor wat ze doen - twee uur lang bestaat er geen crisis, geen ellende en geen voetbal. Chapeau. "Voor wie is dit het eerste Metallica-optreden ooit?" vroeg Hetfield. Toen enkele dapperen hun hand de lucht instaken, werden ze door de rest van de zaal uitgejouwd. Maar Hetfield redde hen: "Welcome to the family'", riep hij. Waarna een stormachtig verwelkomingsapplaus losbrak.

    Hetfield had er trouwens zin in. En da's nog zoiets dat me opviel, ook bij Machine Head: de liefde is wederzijds. De groep houdt ook van zijn fans, en behandelt hen met liefde en respect. Hetfield heeft zijn demonen verjaagd, en staat zichtbaar te genieten. Hij speelt met de fans, weet perfect welk knopje hij moet indrukken om die of die reactie te krijgen.

    Neen, ik wordt geen fulltime-headbanger. Zondag wacht John Legend, en dat wordt vast ook heel erg mooi. Maar vanavond voelde ik me toch een trots lid van de Metallica-familie. Zelfs met die oordopjes.

    05-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:Muziek Concert Metallica metal Machine Head
    04-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luka Bloom and Band
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Luka Bloom and Band
    AB, 4 maart 2009
    Luka Bloom
    Joe Csibi (bas)
    Dave Hingerty (drums)
    Connor (dwarsfluit)
    Verslag: Ja

    Luka Bloom (of Barry Moore, zoals ze hem op het stadhuis kennen) is een zeer sympathieke en welopgevoede Ier. Hij maakt al 20 jaar lang mooie liedjes, mooie platen vol. Riverside was in 1990 zijn doorbraak bij een publiek buiten de folkwereld, en sindsdien is de man zijn ding blijven doen: intussen twaalf platen lang die liedjes maken, en ze dan overal gaan zingen. Gitaar, stem en zijn présence: meer moet dat soms niet zijn.

    In België is hij een graag geziene gast: altijd beleefd, grappig op het podium, en fantastisch gitaarspel met een stem die er nooit naast zit. Vanavond stond hij niet alleen op het podium:voor het eerst had hij naar de AB muzikale vrienden meegebracht. Mensen die ook aan zijn laatste cd, '11 Songs' hadden meegewerkt. Er werd dus vuurwerk verwacht - al kwam dat er niet helemaal uit.

    Bloom startte het optreden alleen: "I am your opening act for the next 35 minutes". Hij putte vooral uit ouder werk, en het publiek genoot en zong zachtjes mee. Herkenningsapplaus, enthousiaste gezichten rond ons. Lang leve de AB, trouwens: we stonden tegen het podium geleund, zagen en roken de man. En zagen dus dat hij genoot, glunderde en zijn best deed. Flinke jongen. Hoogtepunt: 'Make you feel my love', een Dylan-nummer dat ook al door (onder andere) Billy Joel, Neil Diamond, Joan Osborne, Kelly Clarkson en Adele is gecovered. Een ijzersterk nummer, heel mooi gebracht. En: je hoorde het tijdens de pauze door tientallen mannen fluiten.

    Deel twee bestond vooral uit nummers uit die '11 Songs', en ook die nieuwe liedjes werden door het publiek meteen herkend - herkenningsapplaus, meezingen, zachtjes wiegen. Mooi, hoor: Eastbound Train, en een tweede hoogtepunt met Everyman. Een nummer dat hij schreef bij de dood van een vriend - en een pakkend moment in de AB. Mooi.

    Mooi is trouwens het codewoord van de avond. Alles was mooi - maar daardoor net iets te beschaafd, te braaf. De drummer had zijn vlucht gemist, vertelde Bloom - en het ware zonde geweest als hij er niet bij was geweest, op zijn verjaardag. Waarna een 'Happy Birthday' werd ingezet. Maar ook dat klonk niet echt als een feest, maar eerder als een net iets te brave versie.

    Is dat nu jammer? Neen. We hebben deze week in België AC/DC en Metallica op doortocht. Die mannen zorgen wel voor elektrisch geweld en luide drums. Tussendoor een man met gelegenheidsgroepje die beheerst amusement brengen, het mag ook wel eens. Een meer dan aangenaam rustmoment, zonder oordopjes, maar mét vrienden - zo leek het wel.

    04-03-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Tags:muziek concerten luka bloom AB
    27-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Selah Sue
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Selah Sue
    AB Box, 27/2/2009
    Verslag: nee

    Selah Sue: ik wil u met aandrang verzoeken de naam te onthouden. Want het wordt een heeeeel grote mevrouw. Onze Belgische Adele, Amy Winehouse of hoe al die witte new soul madammen mogen heten. Ze wil er waarschijnlijk niet mee vergeleken worden, maar daar heb ik geen affaires mee.

    Vrijdagavond stond Selah Sue (of Sanne Putseyns) helemaal alleen op het grote podium van de AB Box. Hooggespannen verwachtingen: haar cover van Valerie wordt door Radio 1 grijs gedraaid, en lijkt aan te slaan. En over het meisje doen alleen maar goednieuwsverhalen de ronde: hoe ze een platencontract van Universal afsloeg 'omdat ze geen commerciële brol' wil maken. Hoe ze zo'n geweldige stem heeft.

    Dat is dus inderdaad zo. Van het eerste moment pakt het kleine, fragiele meisje de zaal in. Helemaal alleen, met gitaar, staat ze er fantastische dingen te doen. Jammer genoeg alleen maar met gitaar, stel ik na tien minuten vast. Met een groepje zou er iets meer afwisseling zijn, denk ik zo. Niet dat het meisje verveelt, integendeel. Maar de spanning zakt toch af en toe weg - houterige gitaarbewegingen zijn wat magertjes om de stem te ondersteunen. Sommige van haar zelfgeschreven liedjes zijn dat, jammer genoeg, ook. Net-niet. Het lijkt meer folk met soulklanken: kampvuurmuziek die rustig kabbelt en af en toe door een uithaal van die stem wordt oopgeschrikt, om zich dan weer neer te vleien in de zachte klanken en droevige verhaaltjes.

    Het meisje Selah Sue is ook aandoenlijk lief op het podium. "Ik zou het keitof vinden, maar het moet dus helemaal niet en je moet je niet verplicht voelen hé, maar het zou dus wel keitof zijn als je aan de uitgang mijn EP zou kopen. Mijn zusje zit daar om die te verkopen. En ik wil er ook wel een handtekening op zetten voor de freaks onder jullie". Dus niet zo echt lief, nu ik erover nadenk. Enfin, de jeugdzonden en de gezonde arrogantie van de 19-jarigen: we zien veel door de vingers.

    Selah Sue wordt een hele grote. Snel een groep vinden die haar doet swingen, nog een paar sterke nummers schrijven (maar dat komt vanzelf, vroeger of later) en verder: rechtdoor gaan.

    Voor wie er niet aan uit geraakt: luister gewoon. Op de MySpace-pagina van het meisje staan fantastische clips. http://www.myspace.com/selahsuemusic

    27-02-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    17-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seasick Steve
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Seasick Steve
    AB, 17/2/2009
    Verslag: ja


    Het eerste verslag van 2009 - vreemd, om er twee maanden te zijn 'uit' geweest. En fijn, omdat er in de AB een oude bekende op het podium stond: Seasick Steve. De hobo die hier vorig jaar al, toen in een niet eens volgelopen AB Box, voor een geweldige blues-avond zorgde, en nu in een wip en een knip de grote AB uitverkocht...

    Maar eerst: het publiek. Het ergert me al langer, hoe sommige mensen blijkbaar zin hebben in een avond tetteren en kwebbelen en bijpraten en een concert uitkiezen om dat te gaan doen. Niet dat ik verwacht dat het publiek muisstil blijft tijdens een optreden, integendeel: er mag al eens gelachen worden, en een rake opmerking in het oor van je buur schreeuwen, kan ook geen kwaad. Maar sommigen zwijgen gewoon niet. In de AB was het verschrikkelijk erg. Het hele optreden door klonk luid gepraat - het was zelfs geen geroezemoes meer. In het laatste kwart van de zaal stonden hele groepen (één groep had belachelijke petjes op en voelde zich daar heel stoer door) samen te lallen, met de rug naar het podium. En roepen en lachen en moppen tappen. Doe dat dan in de gang, in de kroeg, op de straat... Maar niet in een concertzaal.

    Het was zo erg, dat Seasick tot drie keer toe vroeg om het asjeblieft wat stiller te doen. 'Shut the Fuck Up' was duidelijk. 'Ik begrijp niet waarom sommige mensen veel geld betalen voor een ticket, de moeite doen om hier naartoe te komen, en dan een optreden lang staan praten' was er ook niet naast. In de bissen gaf hij het op: toen het enthousiaste deel van het publiek om stilte vroeg, mompelde hij: 'yeah, maybe for once, for this song, you know..."

    Beschamend was het. Bier is een flauw excuus: blijft verdorie gewoon van een optreden weg, als je er toch maar bent om het voor de meerderheid te verknallen. Zoals die ene klojo, die tijdens één van de verhaaltjes tussen de nummers vanop het balkon riep: "shut up you dick, and give us some music". De 68-jarige Steve zette zijn gitaar opzij, en naam een base-ball knuppel. De stoere roeper zweeg. En nu ik toch bezig ben: een rookverbod is een rookverbod. Als je echt geen anderhalf uur zonder sigaret kunt, loop je maar naar buiten.

    Goed, over naar muziek. Seasick is een 'one-trick poney': hij speelt Americana blues, en hij doet dat bijzonder goed. Vorig jaar ging de meeste aandacht nog uit naar het verhaal achter de man: hoe hij als hobo door de States trok, hoe hij in 2007 door Jools Holland werd ontdekt en aan de wereld voorgesteld, en hoe hij een drie-snarige gitaar speelde en zichzelf begeleidde met gestamp op een blikken doos.

    Intussen zijn we dus een jaar verder -een jaar waarin de man tourde, optrad en een nieuwe cd opnam. En waarin hij blijkbaar ook heel veel interviews gaf, waarin steeds dezelfde vragen werden gesteld - hoe is het leven als hobo, mis je dat leven,... Nu is de mythe grotendeels verdwenen: Seasick woont al 25 jaar met dezelfde (Noorse) vrouw in Noorwegen, hij bracht vijf kinderen groot, werkte in de jaren 80 als grunge-producer, werkte samen met R.L. Burnside,... Met andere woorden: de hobo-days are long gone.

    Waardoor we ons ook meer op de muziek kunnen concentreren. Geen lange verhalen meer over The Three-String Trance Wonder (zijn aftandse gitaar), geen vertelseltjes over een gitaar die van een sigarenkistje is gemaakt. De drummer houdt de liedjes lekker strak zonder de aandacht al te veel op te eisen, de klanken die de gitaren voorbrengen zijn belangrijker dan hun geschiedenis.

    En dan stel je twee dingen vast. Eén: Seasick Steve hamert op dezelfde nagel. Zijn nieuwe 'I started out with nothing and I still got most of it left' is een doorslagje van 'Doghouse Blues', bijvoorbeeld. En twee: Seasick Steve hamert goed en raak. Zijn gitaarspel is overtuigend, en zijn stem kan verrassend veel hebben. Van hoog tot laag, van luid schreeuwen tot zacht fluisteren. Het hele optreden swingt als een prompte tiet: 'now we're gonna boogie'. Als hij het nog een jaar volhoudt en beslist naar de AB terug te komen (waar ik eigenlijk wel aan twijfel), sta ik er weer. Met een base-ball knuppel.

    17-02-2009 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    10-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dEUS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen dEUS
    Vorst Nationaal, 10 december 2008
    Tom Barman
    Klaas Janszoons
    Mauro Pawlowski
    Alan Gevaert
    Stephane Misseghers
    Verslag: Ja

    Deus (de hoofdletterspielerei blijft belachelijk) is de grootste van het land. Er lijkt geen ontkomen aan: critici prijzen de groep nu al 15 jaar lang de hemel in, de fanbasis blijft groeien, en de hype die rond nieuwe cd's wordt gecreëerd, neemt belachelijke vormen aan. Interviews onder embargo, embargo's die worden geschonden, voorbeluistersessies van de cd,... Tot frustratie van velen: diezelfde critici die de embargo's niet respecteren en daarvoor onzin als 'journalistieke vrijheid' inroepen, en de niet-fans die gewoon mottig worden van de Enorme Ego's, de Bangelijke Bravoure, de Pittige Pretentie en de Antwerpse Arrogantie die rond de groep hangt.
    Ik vond Deus ook maar niks. Moeilijkdoenerij. Fantastische nummers, die ze zelf om zeep helpen door ze in een georchestreerde chaos te laten ontaarden. Cd's met klasseflitsen en rommel. En dan altijd die herrie rond de groep: ruzies (die openlijk op het podium werden uitgevochten) en groepsleden die het aftrapten om 'hun eigen ding' te doen. Neen, Deus was niks voor mij.

    In Vorst hebben ze me echter overtuigd. Ik ben bekeerd. Ik sluit me aan bij de meute die roept dat Deus het beste is wat dit land, muzikaal, te bieden heeft. Absolute wereldklasse. Het is gevaarlijk om zoiets te roepen, maar dit concert kan wel eens het beste zijn dat ik dit jaar zag en hoorde. In-druk-wek-kend goed.

    Het geheim is volgens mij Mauro. Mauro Pawlowski veranderde de destructieve sfeer binnen en rond Deus in iets positiefs. Hij brengt cool en rust. Vantage Point, de cd die eerder dit jaar uitkwam (en met voorsprong hun meest toegankelijke en muzikale is) is de eerste plaat ever die Deus opnam met dezelfde bezetting als de vorige. Mauro is gewoon god. Als ik op mannen viel, was ik nu zeer ongelukkig (wegens willen maar niet kunnen krijgen).

    Vorige week had Deus nog drie avonden gerepeteerd in Paradiso in Amsterdam (grapje: de groep heeft er net een lange Europese tournee op zitten) en dat hoorde je ook. Van bij de eerste noten van opener 'When She comes down' greep de groep je vast, om je niet meer los te laten. Willen of niet: je zou en je moest meegaan. Fell of the Floor, Man deed me nog even twijfelen, maar 'Slow' was een eerste hoogtepuntje. En het bevestigde het vermoeden dat de nieuwe nummers nog beter klinken dan op de cd. 'Smokers Reflect' was zalig (You shouldn't be doing this to someone you love) - met een mooi moment meteen na de song, toen Barman een sigaret opstak. Theme from Turnpike is voor mij de absolute Deus-song, en kreeg een bezwerende versie. Met Mauro die een eerste keer echt zijn duivels ontbindt in de finale. Turnpike is een trip naar de hel, en Mauro is de CoolMeister die grijnzend de hellepoort voor je opent. Hell freezes over? It did.

    Na Turnpike volgde meteen 'The Architect', en dat blijft toch het zwakste nummer van de nieuwe cd. Maar het publiek reageerde voor het eerst écht enthousiast. Raar toch, zo'n publiek. Favourite Game (Jeu Préféré) begon duister en ontplofte met een zalig vuurwerk. Nothing Really Ends werd niet iets te ongeïnspireerd en snel gespeeld - maar misschien was ik intussen al te veel verwend. 'bad Timing' was dan weer wél raak, en Instant Street gewoon grandioos. Mauro zette Vorst compleet op z'n kop in de finale, zelfs Suds 'n' Soda kon er niet meer tegenop.

    Het is geen speciale verdienste dat Deus Vorst vol krijgt. Nathalia deed het een maand eerder, en Clouseau verkoopt het Antwerpse Sportpaleis 25 keer uit - of hoeveel is het. Het is ook geen verdienste dat ze het publiek inpakken: je wéét dat het een thuismatch is, en dat de fans (van alle leeftijden en met alle kapsels, van afro tot kaal tot punk tot chique) willen overwonnen worden.
    Het is wél een verdienste dat deze groep het op zo'n indrukwekkende manier doet. Deze groep is op z'n allerbest.

    Het zal me worst wezen of ze het nu ooit internationaal zullen maken. Als je hun podcast beluistert, heb je vooral redenen om daaraan te twijfelen (in een verschrikkelijk steenkoolengels worden flauwe grappen verteld). Maar ik gun het hen wel. En lukt het niet: de klasse hebben ze in ieder geval.

    10-12-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    20-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Raymond
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Raymond Van het Groenewoud en vrienden
    Radio 1 sessies, Amerikaans Theater, 20 november 2008
    Raymond en de Straffe Mannen
    De Gouden Vleugels
    Het Zesde Metaal
    Hannelore Bedert
    Boudewijn de Groot
    Verslag: Neen

    Radio 1 heeft een feestweek: een week lang optredentjes in het legendarische Amerikaans Theater, onder de ballen van het Atomium. Een schitterend aangeklede zaal, trouwens: de stoelen verborgen achter zwarte doeken, op het podium staan tafeltjes en barkrukken, er is een toog waar lekkere Palm wordt geschonken (gratis!), een verhoogje voor interviews en een groter verhoog voor het artiestenpodium. Een clubsfeer, die op geen enkel moment kunstmatig aanvoelt - zelfs de cameralui die tussen het publiek door lopen, storen niet echt.

    Arno, Daan, Monza en Eva De Roovere waren de andere centrale gasten, en eigenlijk had ik ze allemaal wel willen horen en zien. Ik vraag me nog steeds af waarom ik het niet gewoon heb gedaan. Want als het avondje Raymond zo'n beetje de norm is, dan moet het een duizelingwekkende week geweest zijn.

    Raymond zelf: mager, kaal en toch grijs, die grijns, nu ook met een zwarte ooglap over zijn rechteroog (iets opgelopen op een vliegtuig) en vooral: de man die bewees dat je kunt rocken in het Vlaams, en die bewijst dat ook funk, soul en andere blues in het Vlaams kunnen swingen als een paar echte negerinnentetten. Raymond, die zichzelf in de interviewtjes relativeert. Van wie je nooit echt weet wat hij meent. Die zich volledig en compleet verliest in zijn muziek - zodat de radiowetten niet worden gerespecteerd en de muziek door het nieuws heen blijft doorgaan. Het nieuws, dat hij dan maar opvult met een snelle ingekorte versie van Je Veux l'Amour. Die Raymond, ja.

    Die Raymond dus, had vrienden meegebracht.  Een kwartet klassieke muzikanten (de Gouden Vleugels): een pianist, dwarsfluit, cellist en accordeonist die hem subliem begeleidden, in een pakkend 'Zoals gewoonlijk', zijn vertaling van 'Comme d'Habitude' van Claude François. Nog beter bekend als 'My Way' van Frank Sinatra. Verder was dat eerste uur behoorlijk moeilijk: nieuwe songs, andere liedjes. Raymond besefte het blijkbaar zelf, want op het einde gespte hij zijn gitaar om en spotte hij: 'je vraagt je af wanneer je eindelijk eens kunt meezingen - wel, hier komt het' waarna hij Maria inzette. En inderdaad: er werd meegezongen. In het derde uur stelde hij een andere vriend voor - Boudewijn De Groot. Die onderbrak zijn sabbatical om hier twee, drie nummers te komen zingen. Mooi, hoor - Bleke Lena was een uniek moment, zelfs.

    Maar het hoogtepunt van de avond kwam van een 24-jarig West-Vlaams meisje. Hannelore Bedert. Manman. Voor het eerst in jaren was ik in september op zoek gegaan naar een CD - ik wou Hannelore per sé in huis halen. De cd is sindsdien nooit ver weg geweest - de kinderen zijn gek van Vocabulaire en Janker. In het Amerikaans Theater kregen we geen van beide - wel 'Imaginaire', het duet waar Raymond ook op haar cd 'Wat Als' de tweede stem op zingt. Maar vooral: 'Altijd nooit meer'. Manman. Alleen aan de vleugelpiano, alleen met die wondermooie tekst (van Tine Truwant), en die ongelooflijke stem, die iedereen het zwijgen op legt. De zaal muisstil, iedereen met de mond open staan luisteren naar een magische vijf minuten. Onvergetelijk. Ik zou arrogant kunnen zeggen: 'die Hannelore Bedert wordt een hele grote', maar ik ben te laat. Ze is het al. Een héle grote mevrouw.

    Wannes Cappelle, Harelbeekse zanger van Het Zesde Metaal, had de ondankbare taak om na Hannelore het  podium op te stappen. En kijk: De Keuning van De Jacht slaagde erin de aandacht vast te houden. Grappig, ontroerend, schoon. Of: skone, zoals ze in Harelbeke zeggen. En ik kan het weten, want ik heb er nog een lief gehad, op de Zandberg. Dit gezegd zijnde: dit Zesde Metaal (ook al waren ze maar met twee van de vijf groepsleden hier) is ook fijn, zeer fijn.

    Dus: bedankt Raymond voor de fijne avond, bedankt om Hannelore mee te brengen, bedankt Radio 1 voor het hele opzet. Vooral de gratis Palm vond ik een schitterende vondst. Het was een schoon zicht, voor Palm-drinkers als mezelf: iederéén aan de Palm!

    20-11-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    16-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sigur Ros
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Sigur Ros
    Vorst Nationaal, 16 november 2008Jon Brigisson (Jonsi): zang
    Georg Holm: bas
    Kjartan Sveinsson: keyboards
    Orri Dyrason: drums
    Verslag: Ja (in Exit, en in De Ochtend op 17/11)

    Sigur Ros is een bijzonder vreemd en bizar verhaal. Het groepje uit Ijsland surft nu al zes, zeven jaar op de golven van een wereldwijde hype: recensenten, critici en andere opiniemakers vinden Sigur Ros het einde, de beste uitvinding sinds het condoom, de ultieme nieuwe wending die de populaire muziek zo broodnodig had. En het publiek lijkt die hype steeds meer te volgen. De Ijslanders verkopen steeds meer platen, en hun tournees trekken dichte drommen fans. Speelden ze twee jaar geleden nog in de Bozar, dan vulden ze zondagavond moeiteloos Vorst Nationaal.

    En dat is vreemd, omdat Rigur Ros bijzonder rare muziek maakt. De Post Rock hoort tot dezelfde school van 65Days of Static (geweldig!) en For a Minor Reflection (zondag in het voorprogramma: ook steengoed) maar is nog vreemder, nog trager. Ze brabbelen een eigen taaltje (soms Ijslands, en soms Hooplands, een zelf uitgevonden nonsenstaal), ik kan songtitels noch cd-namen uitspreken, Jonsi zingt met een hoog piepstemmetje als is hij een gecastreerde trol, hij speelt gitaar... met de strijkstok van een cello, en hij heeft de uitstraling van een trommel waspoeder.

    Waarom Vorst dan vol stond? Geen idee. Het doet me allemaal vooral denken aan Lord of the Rings. Ofwel geef je je over aan het idee van vreemde werelden, rare volkeren als de Hobbits en onbestaande, moeilijke talen als het Elfs - en dan vind je de hele creatie van Tolkien fantastisch en mooier dan je echte wereld. Ofwel vind je het allemaal vergezochte onzin, fantasmes van een zieke geest - en zal niks of niemand je ooit Lord of the Rings goed doen vinden. Er zijn geen tussenwegen mogelijk, het is haast religieus: ofwel vind je 't steengoed, ofwel keislecht.

    Sigur Ros is ook zo. Ik vind die muziek maar niks, hun cd's zet ik na vandaag waarschijnlijk nooit meer op. Ik was geen fan toen ik vertrok, en ik ben het ook niet geworden. Het argument dat ze toch Vorst konden vullen, is een heel vals argument: op zaterdagavond stond in Vorst Natalia op het podium, zat de zaal ook vol - en vonden alle aanwezigen ongetwijfeld ook dat ze het concert van het jaar meemaakten. Maar dat maakt van Natalia nog geen stijlvolle klasse-soul-diva.

    Was dit een goed optreden? Ja, dat wel. Het dwingt respect af dat Sigur Ros met niks dan klanken, een geheel eigen wereld kan scheppen, en dat achtduizend mensen zich ook in die wereld willen verliezen. Dat is sterk. Er waren momenten dat ik werd meegesleept, dat ik wou meehuppelen (dansen kun je t niet noemen), dat het onderkoelde plaats ruimde voor enthousiasme. Maar het volgende nummer vond ik dan weer vervelend en zelfs enerverend: het geluid van Jonsi stoorde, de klanken deden me niks.

    Het publiek stond erbij en keek ernaar. Stil, vol respect - alleen op het einde van het liedje barstte telkens het applaus los. Het leek wel een jazz-optreden: hoofd schudden, heupje zachtjes draaien - en dan uiteindelijk tonen hoeveel goede smaak je wel hebt, door een overdreven applaus. Jonsi sprak het publiek twee keer toe - een eerste keer zelfs deels in het IJslands. Eerst vroeg hij om mee te zingen, de tweede keer moest iedereen rechtop staan en in de handen meeklappen voor de finale van Sveth-G-Englar, een vrolijk liedje. Iedereen deed het, en eindelijk was er iets dat op een gevoel van samenhorigheid leek. Want de rest van het optreden vond ik de meest individuele en individualistische bedoening die ik ooit in een concertzaal meemaakte. Iedereen luisterde, op zijn eentje, en projecteerde zijn eigen wereldje, stiekem, voor zich alleen.

    16-11-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  




    Foto

    (meer dan) een jaar gratis muziek

    bestaat nu ook als boek!

    Bestellen via shopmybook 

     

     


    Sommige verslagjes op Radio 1 zijn nog te beluisteren via de Exit-site.
    http://tinyurl.com/ylr3kgw



    En zo...
  • PVDB
  • Boss
  • The Lake
  • Neil
  • Youssou
  • Willy
  • HA!
  • AB
  • Club
  • Bal

    Mail



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs