Inhoud blog
  • Patti Smith
  • Neil Young and Crazy Horse
  • Johnny Marr
  • Motörhead
  • Hooverphonic
  • Amy Macdonald
  • Magnus
  • Rock Werchter 2014
  • The Rolling Stones
  • Simple Minds
  • Triggerfinger
  • Arcade Fire
  • Admiral Freebee
  • Elton John
  • Vanessa Paradis
  • Goldfrapp
  • Monk
  • Nile Rodgers
  • Texas
  • Ozark Henry
  • Axelle Red
  • Daan
  • The B 52's
  • Ceelo Green
  • Damien Rice
  • Arno
  • Seasick Steve
  • Donavon Frankenreiter
  • Deep Purple
  • Alice Cooper
  • Bruce Springsteen & the E-Street Band
  • Rock Werchter
  • Lana Del Rey
  • Poliça
  • Steve Wynn
  • Alabama Shakes
  • Cold Spex
  • Norah Jones
  • dEUS
  • The Specials
  • PIL
  • Echo and the Bunnymen
  • Luc Van Acker
  • The Beach Boys
  • De Mens
  • The Roots
  • Absynthe Minded
  • Brian Ferry
  • Bruce Springsteen and the E Street Band
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Michael Kiwanuka
  • Jonathan Jeremiah
  • John Cale
  • Alice Cooper
  • Gotye
  • Red Hot Chili Peppers
  • Steve Earle
  • CW Stoneking
  • Anna Calvi
  • Bony King of Nowhere en Midlake
  • Toots Thielemans
  • Paul Simon
  • KT Tunstall
  • Selah Sue
  • A tribute to Alan Lomax
  • Richard Thompson Band
  • Hannelore Bedert
  • Lambchop
  • ZZ Top & The Doobie Brothers
  • Steve Miller Band
  • Carlos Santana
  • Peter Gabriel
  • Isobel Campbell and Mark Lanegan
  • Chris Isaak
  • Mark Knopfler
  • Snow Patrol
  • Eric Clapton & Steve Winwood
  • Jamie Lidell
  • Hannelore Bedert
  • Tindersticks
  • Randy Newman
  • 65daysofstatic
  • Heaven 17
  • The Temptations & The Four Tops
  • Angie Stone
  • Joss Stone
  • Chris Rea
  • Lyle Lovett en John Hiatt
  • David Gray
  • Marianne Faithfull
  • Wilco
  • Massive Attack
  • Status Quo
  • Fleetwood Mac
  • Emiliana Torrini
  • Daniel Lanois
  • Moby
  • Ray Davies
  • Donna Summer
  • David Byrne
  • Steely Dan
  • Ry Cooder en Nick Lowe
  • Eagles
  • Morrissey
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Elbow
  • Me First and the Gimme Gimmes
  • Patrick Watson
  • Zappa Plays Zappa
  • Lily Allen
  • Liam Finn
  • Jackson Browne
  • Bob Dylan
  • Lenny Kravitz
  • Razorlight
  • Johann Johannsson
  • Antony and the Johnsons
  • Lyle Lovett
  • Grace Jones
  • Franz Ferdinand
  • John Legend
  • Metallica
  • Luka Bloom and Band
  • Selah Sue
  • Seasick Steve
  • dEUS
  • Raymond
  • Sigur Ros
  • Tony Joe White
  • Herbie Hancock
  • Lambchop
  • Luna Twist
  • John Mayall and the Bluesbrakers
  • Stephen Stills
  • Elliott Murphy
  • Paul Weller
  • Steve Wynn
  • The Lemonheads
  • Alanis Morissette
  • Grace Jones
  • Macy Gray
  • Melee
  • Counting Crows
  • Elbow
  • Bruce Springsteen
  • John Fogerty
  • Stephen Malkmus
  • The Police
  • Iggy & the Stooges
  • Mark Knopfler
  • Willard Grant Conspiracy
  • Madrugada
  • Alison Kraus & Robert Plant
  • Elliott Murphy
  • Tindersticks
  • Sebadoh
  • Mavis Staples
  • KT Tunstall
  • PUSA
  • Electric Eel Shock
  • John Scofield
  • Jools Holland
  • James Taylor
  • Youssou Ndour
  • Alicia Keys
  • Think of One
  • Joe Bonamassa
  • James Blunt
  • The Cure
  • 65daysofstatic
  • Dirty Dozen Brass Band
  • Eels
  • Steve Wynn
  • Lady Linn and her Magnificent Seven
  • Willy Deville
  • Arno
  • Nouvelle Vague
  • Seasick Steve
  • John Watts (from Fisher Z)
  • Inleiding
  • Jim Cole
  • Neil Young
    Foto
    Muziek 2008 - 2014
    (Meer dan) 1 jaar gratis concerten
    Verslagjes van concerten in 2008 & 2009 & 2010 & 2011
    22-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Goldfrapp
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Goldfrapp
    AB, 22 oktober 2013

    Eerlijk: ik kon niet het minste verband leggen tussen de naam Goldfrapp en enig melodietje. Snel online opzoeken, dus - en het bleek wel mee te vallen. Schone liedjes, mooi gezongen. Beetje eentonig, dat wel. Maar bon: Radio 1 vraagt, en wij draven op, natuurlijk. Zo gaat dat. Studeren dus, vooraf: wie zijn ze, hoe klinken ze, en waarom?

    In de niet uitverkochte AB bleek veel van dat huiswerk compleet overbodig. Want Goldfrapp is géén elektro-duo meer. Op het podium staan zes echte muzikanten, van vlees en bloed. Met drums, gitaar, bas, viool en synthesiser. En die engelenstem van Alison Goldfrapp, een blonde verschijning. Goed: alle instrumenten (en de stem) worden zwaar door allerlei bakjes gestuurd, soms klinkt die ene viool als een compleet symfonisch orkest - maar het is allemaal toch minder strak dan wat de elektronica je oplegt.

    De zesde plaat van Goldfrapp is een heel stille, ingetogen werkstuk. Filmische muziek, sfeervol en braaf. In hun voorgaande platen lieten ze zowat alle genres in hun muziek doorsijpelen: trip-hop, glam rock, disco, eighties synthpop, zelfs folk. Uiteenlopend, inderdaad.

    Goldfrapp begon met die nieuwe plaat, Tales of Us. Liefst zes nummers na elkaar kregen we te verduren. Pure David Lynch, maar dan zonder beelden. En dus ook zonder Laura Palmer. Verder: sober en braaf. Wit licht, zes muzikanten in het zwart gekleed. En luisteren. Zonder enige uitleg, ook: verder dan een 'Thank you' kwam Alison niet. Wat zonde is: die nummers zijn mooi, maar leg dan ten minste uit waarom je ze schreef, zodat je je publiek in je set binnen trekt. Neen dus. Na het wonderbaarlijke Annabel en Clay, veranderde de sfeer: de witte lichten werden door kleurspots vervangen, en ze putten uit ouder werk. Dus: meer ritmes, meer variatie. Met Ride a White Horse en Ooh La La als afsluiters. Na een uur al. Een uur!!

    Goed, ze kwamen nog terug (voor een half uurtje bissen), met Train en Strict Machine om de set af te sluiten. Waarbij ook de gevreesde syntar zijn terugkeer maakte - die synthesiser die je als een gitaar omgordt. Het laatste exemplaar is dus toch niet begraven samen met A Flock of Seagulls, ergens in de jaren tachtig. De muziek deed trouwens ook aan die periode denken: de ene keer Blondie meets Donna Summer, de andere keer Anne Clark.

    Neen, dit was geen opwindend concert. Mooi, dat wel. Maar net iets te onderkoeld, iets te afstandelijk en iets te veel met de handrem op om echt te beklijven. Al zal het gros van het publiek (waaronder opvallend veel humaseksuelen, bij de weg) daar vast anders over denken.

    22-10-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    07-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monk
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

     

     

    Monk
    Driesrock, 7 september 2013

    Voor u zich afvraagt wat een recentie van Monk in dit lijstje komt te doen: het zijn uw zaken niet. Ik zal dus wél zeggen dat ik al maanden naar het optreden uitkeek, maar niet vertellen dat ik een aantal van de muzikanten ken. Ik zal dus wél verklappen dat ik het groepje met een meer dan gewone aandacht volg, maar er niet aan toevoegen dat dit eigenlijk meer een vriendendienst is dan een echt concertverslag. En omdat ik weet dat niemand mij of mijn recenties serieus neemt, mag dat allemaal.

    Ik hoorde één anecdote over Monk die de groep ten voeten uit typeert. Het groepje rond David Vandenplas heette eigenlijk Elliott. Maar na iedere repetitie werd dezelfde discussie opgestart: hoe schrijf je dat, Elliott? Twee L'en en één T? Of twee? Of... Om een einde te maken aan die wurgende onzekerheid, veranderden ze dus hun naam. In Monk.

    Die anecdote zegt dus veel. Dat ze daar bij Monk goed nadenken over wat ze doen, bijvoorbeeld. Want een doorbraak, als die er komt, wordt natuurlijk problematisch als iedereen je naam op een andere manier schrijft. Zelfs iTunes is daar niet slim genoeg voor. Maar: het geeft ook aan dat de Monk'ers onzekere jongens zijn. En dat laatste is zeker onterecht.

    De cd, all About Eliott (daar is die Eliott weer!) bevat elf nummers, allemaal van de hand van David Vandenplas. David kennen we in Elewijt: hij zorgt voor de funky ritmegitaar én voor de vette hardrock-solo's bij Silicon Carne, de feestgroep bij uitstek. Zaterdag, tijdens Driesrock, leerden we nu dus ook de andere David kennen. De David die zich helemaal bloot gaf in die elf songs. Die teksten over verdriet, wanhoop, verlies, liefde en hoop belangrijk vindt.

    Je moet het maar doen, je ziel blootleggen. Van een Australiër op een groot podium in een grote concertzaal vind je zoiets maar normaal. Maar wanneer een Leuvenaar zoiets doet, schrik je toch even. Ook al zijn die diepe zieleroerselen verpakt in knusse popsongs: toch snijdt het af en toe los door je eelt.

    Het was geen cadeau om op Driesrock de avond in te zetten. Op Driesrock wordt gedronken, gelachen, gepraat en geroddeld. Er worden vriendschappen aangehaald en opgeblazen, er worden liefdes verklaard en geliefden de wacht aangezegd. Er gebeurt van alles, maar echt luisteren naar de muziek is daar zelden bij. Twee grote verdiensten voor Monk: dat ze het probeerden, én dat ze er ook in slaagden om toch een paar rijen ver door te dringen.

    Geen evidentie, dus. Zelfs de meest radiovriendelijke song, Flying Sofa, is niet het deuntje dat je vrolijk meefluit. Je moet luisteren, ontdekken, leren, appreciëren. En dan ontdek je de schoonheid in de lagen van de songs: een gitaar die plots venijnig likt wanneer het er zoet aan toe gaat. Een accordeon die je de valse indruk van gezelligheid geeft. Kijk: een song met als titel I hate you is geen doorsnee voer voor een kermis.

    Maar: ze doen dat goed, die van Monk. David Vandeplas speelt beter gitaar dan hij zingt - maar hij speelt dan ook fantastisch goed gitaar. Iedere keer weer zet hij een song aarzelend in, en vraag je je even af waarom hij niet die liedjes schrijft die wel probleemloos binnen zijn stembereik liggen. Maar dan herpakt hij zich, iedere keer weer, groeit hij in de song, wint zijn stem aan volume en aan vastheid en neemt hij je toch mee in zijn wereldje.

    Zal Monk het ooit helemaal maken? Wie zal het zeggen. Ik zeker niet. Het potentieel is er - wie elf songs van dit niveau kan schrijven, heeft er nog veel meer in petto. Het is een plezier om muzikanten aan het werk te zien die in de songs meegaan, en niet zichtbaar maten tellen of uitdokteren hoe ze het volgende akkoord moeten pakken. Ze maken de songs beter - en hoe vaker ze gaan spelen, hoe fantastischer het allemaal zal klinken. Uitkijken dus, naar de tweede plaat. En voor die plaat: drop the Elllliotttt- thing ;-)

    07-09-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    05-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nile Rodgers
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nile Rodgers
    OLT Rivierenhof, 5 september 2013

    Zelfs mijn prille oren stelden in de vermaledijde seventies al vast dat er een verschil bestond tussen Boney M en Chic. Ja, natuurlijk was disco verwerpelijk, inhoudloos lawaai, dat in de verste verte niet kon tippen aan echte muziek, met echte gitaren en zangers en vedetten en solo's en songs. Maar toch: die Chic, die hadden iets méér. Aan de hits heeft het niet gelegen - Boney M had er daar ook genoeg van. De pakjes waarmee de discotrutten in TopPop opdoken, waren van al die groepjes net zo belachelijk. Maar zelfs dat verschil tussen goede en slechte disco was niet voldoende om me tot lyrische uitspraken te verleiden. Ja, het gedoe van die Chic was wel aanstekelijk, maar het was toch geen échte muziek. Of wel?

    Ik had in ieder geval nooit kunnen bevroeden dat ik me in superlatieven zou moeten uitputten om een concert van Chic te omschrijven. En toch gebeurde het. Vanuit het Rivierenhof in Deurne belde ik waarschijnljk het slechtste concertverslag ooit door - omdat ik compleet flabbergasted was. Van de sokken door Nile Rodgers en zijn bende. Als excuses worden ingeroepen: het was een hete nacht, het einde van een hete dag, de warmste septemberdag in een halve eeuw. Het Rivierenhof is een prachtlocatie waar je van Midlake of Sigur Ros gaat genieten, in de luwte van de bomen. Niet waar je een dampend, stomend feest verwacht. Maar laat nu net dat zijn wat de heer Rodgers ons gaf. Het feest van het jaar.

    En dat is eigenlijk al een klein mirakel. Twee jaar geleden meldde Rodgers dat hij aan een heel agressieve vorm van prostaatkanker leed, en leek hij zelfs afscheid te nemen. Maar hij is genezen verklaard - de zoveelste miraculeuze redding. Hij is niet alleen genezen, hij lijkt ook zijn status uit de jaren tachtig te heroveren: gastmuzikant en -producer van de hitgroepen van het jaar. Luister naar Daft Punks Get Lucky en hoor de gitaar uit Le Freak, uit Let's Dance, uit Notorious, uit Roam, uit... "Ieder jaar krijg ik er een extra inkomen bovenop, omdat er ergens een jonge kerel zit die een stukje Chic ontdekt, dat sampelt en er een wereldhit mee scoort", zegt Rodgers zelf. "Daarover hoef ik me dus geen zorgen te maken."

    De korte geschiedenis: in 1970 ontmoet Rodgers de bassist Bernard Edwards. Rodgers was gitarist in het orkest van het Apollo Theater in NewYork, en met Edwards nam hij een groepje over, om het in 1976 om te dopen in Chic. De onvoorstelbaar sexy baslijnen van Edwards en het gitaarspel van Rodgers zouden een enorme impact hebben op de muziek. Ja, ze tilden disco naar een hoger niveau - door echte muziek te maken die niet uit machines kwam. Hun Good Times werd door de Sugarhill Gang gebruikt voor hun Rapper's Delight - wat de echte doorbraak van de rap zou betekenen. Chic was een machine: de twee goden bestuurden ze, en ze braakten hits uit. Sister Sledge, een onbetekenend disco-groepje dat maar geen echte hit kon scoren, mocht op tv de door Chic geschreven en ingespeelde nummers coveren en werd een wereldact.

    Na de dood van de disco, werd Rodgers' invloed zo mogelijk nog groter. De artiesten stonden letterlijk in lange rijen aan te schuiven om een snuifje van zijn Chic in hun muziek te krijgen. Rodgers trok met zijn 1959 Fender Stratocaster (The Hitmaker) de wereld rond, gaf David Bowie zijn Let's Dance, Dinana Ross haar comeback, Madonna haar Like a Virgin, werkte met INXS, Grace Jones, Michael Jackson, Eric Clapton, Roxy Music, de B 52's, Al Jarreau,... Er wordt geschat dat de muziek waar hij de hand in had, intussen twee miljard dollar opbracht; Twee miljard. Pffft. In 1994 stopte het - na zijn achtste hartstilstand besloot Rodgers af te kicken van zijn heroïne- en alcoholverslaving. Twee jaar later, na een Chic-reünieconcert, overleed Bernard Edwards. En nu is Rodgers dus terug - met een nieuwe Chic.

    Hij komt alleen het podium opgewandeld - net als zijn muzikanten in een smetteloos wit pak - om wat foto's te maken van het publiek. Een handje schudden, een babbeltje slaan. En dan staat die groep er - twee keyboard-spelers, een drummer, een bassist, trompet en sax en twee zangeressen. En dan gordt iemand hem zijn gitaar om. En zegt hij: "Ik ben hier om jullie een feestje te bezorgen." En begint dat feest. Everybody Dance, dan Dance, Dance, Dance. Dan I want your Love. En iedereen staat recht. Dit feest kan een stenen bisschop tot leven wekken. Iedereen volgt Rodgers' voorbeeld: lachen, genieten, shaken.

    "This is our stuff", zegt hij dan. "Je hoeft je geen zorgen te maken dat je op een suf trouwfeest staat met een slechte dj. Als je plots Madonna hoort, of Bowie: no worries. It's my music, it's my stuff. I made it all." Waarna een langgerekte medley volgt: I'm coming Up en Upside Down (van Diana Ross), The Greatest Dancer en We Are Family (van Sister Sledge), Like a Virgin van Madonna, Notorious van Duran Duran, Original Sin van INXS en (natuurlijk) Let's Dance van Bowie. En ik vergeet er nog veel.

    Wat die songs met elkaar gemeen hebben, behalve Rodgers' naam in de credits? Zijn gitaar - zonder één noot te veel te spelen, is hij constant aanwezig. De groove. En het zijn hits. Megahits. En ze zetten aan tot dansen - hoe onnatuurlijk dat dansen voor sommige mensen ook is. Even denk ik aan de hardrockavond op de Lokerse Feesten, een maand geleden - mannen in zwarte leren pakken die in spreidstand op het podium staan om ook voor doven en halfblinden duidelijk te maken dat ze gitaar spelen. Hier, op het podium, staat iemand die niet de minste moeite moet doen om met klanken en ritmes te toveren, die kuiert terwijl hij speelt en die die groove in gang houdt. Zelfs tijdens het stemmen van zijn gitaar, blijft de massa wiegen. Hij geeft een korte solo, stopt - 'Thanks for letting me have a little fun'. Hij kondigt Thinking of You aan, begint een verhaal over hoe belangrijk die song voor hem is 'because Bernard... No, I don't want to get emotional, I just want you to have a good time'.

    Het was helemaal geen perfect optreden  - af en toe botste het serieus. Het zijn ingehuurde muzikanten die na deze tournee hoogstwaarschijnlijk géén groep meer vormen. En Nile Rodgers is niet de beste producer of de beste gitarist ter wereld. Maar op het einde werd duidelijk hoe tijdloos hij wel niet is. De hele band stond op één rij vooraan, terwijl Daft Punks Get Lucky werd gespeeld ('Oh, that's my new hit single'). Iedereen meezingen, in de handen klappen, juichen. Een jongen - ik schat veertien jaar - mocht het podium op, en gaf alle groepsleden een warme knuffel. Weer een generatie gewonnen, Nile. Nog even volhouden dus.

    En ja, voor ik het vergeet: alle kinderen van de seventies of eighties moeten ab-so-luut deze BBC-documentaire zien: https://www.youtube.com/watch?v=jGUAiAxpu3E 

     

    05-09-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    11-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Texas
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Texas
    Lokerse Feesten, 11 augustus 2013

    De dag na de laatste dag Lokerse Feesten zocht ik, tijdens het koken, op de iPod Texas. Hun Greatest Hits. En ik dacht: aardige muziekjes, maar toch wel erg braaf. Het is het soort muziek waar je nooit naar teruggrijpt, waar je niet naar op zoek gaat - maar dat je ook niet meteen afzet als je het toevallig hoort. Hoe anders is Texas live. Dat toonden ze hier al in 2006, toen ze me ruw uit een door Heather Nova veroorzaakte coma haalden. En op de slotdag, als slotact, deden ze het nog eens over. Con brio.

    Want je moet het maar doen: starten met I don't want a lover. Dan moet je wel erg zelfzeker zijn - dat je nog betere nummers hebt, en dat je voldoende reserves hebt om het uitgeputte publiek mee te krijgen. Texas deed het. Met een rist hits (indrukwekkend eigenlijk, hoeveel ze er hebben), met sterke nieuwe songs (Detroit City! The Conversation!), met een groep die perfect speelde - en met een frontvrouw uit de duizend. Helen Spiteri. Wat een wijf. De laatste rockchick. De griet waar je wel verliefd op moet worden, al vind je ze niet eens knap.

    Opvallend, trouwens, hoe loepzuiver ze zingt. Het hele optreden door, zonder verzwakking. Altijd boenk erop. Vlotjes. Opvallend ook, hoe ze het publiek aanvoelde. "Jullie zijn zo stil - ik weet dat het de laatste van tien dagen is, maar kom: nog even alles geven." Waarna ze geen seconde stilviel, letterlijk, en ze bleef wroeten tot de laatste rij zich gewonnen gaf. Fantastisch. Eat your heart out, Ceelo Green. Zo doe je het dus: je stelt het publiek niet in vraag, je werkt tot ze je aanvaarden, liefkozen en beminnen. Rock is seks. Zo. Het is eruit.

    De nummers - een klassieke combinatie van rock, pop en een portie soul - deden de rest, dus. Black Eyed Boy, Here Comes the Summer Sun, Inner Smile,... Geweldig.

    Spiteri is de hardest working bitch in rock 'n' roll. Als bisnummers verraste ze - door de micro en gitaren op de catwalk voor het podium te positioneren, en Jackson van Johnny Cash te spelen. En door af te sluiten met 'het nummer dat haar deed besluiten ook op een podium te staan': River Deep, Mountain High van Phil Spector - dat we vooral kennen van Tina Turner.

    Texas: dat is géén grootse muziek, dat is géén precair artistiek gepingel. Het is wel de perfecte festivalact. Aan te bevelen op al uw feestjes. Ook de Lokerse.

    11-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ozark Henry
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Ozark Henry
    Lokerse Feesten, 11 augustus 2013


    Tien dagen Lokerse Feesten: daar wordt een mens moe van. En dan krijg je tot overmaat van ramp ook nog eens Ozark Henry te verteren. Begrijp me niet verkeerd: Piet is een Kortrijkzaan, en daar komen vooral fijne mensen vandaan. Zijn eerste plaat heb ik op vinyl, en ik koester ze: die geheimzinnige muziek die zo juist klonk, het eigenzinnige karakter van de songs die niet anders konden zijn dan een afspiegeling van zijn karakter - het was geweldig.

    Nu combineert hij dat eigenzinnige met een carrière in de Vedettenparade van Radio 2. Daar is niets mis mee, hoor - maar ik mis toch wel wat consistentie. Want als je bereid bent mee te stappen in dat verhaal, als je met Amaryllis Uiterlinden een zangeres onder de arm neemt die je muziek wat toegankelijker maakt en zelfs radiohits faciliteert - waarom ga je dan niet meteen all the way? Want Piet Goddaer bleef op het podium in Lokeren de wereldvreemde, arrogante snuiter uithangen. Eén woord tegen zijn publiek ('merci'), verder vastgekluisterd aan zijn basgitaar. En veel te veel zanglijnen overlatend aan Amaryllis. Die wel fijn kan zijn voor een accentje, maar niet om These Days of This One's for You om zeep te helpen.

    Jammer, driewerf jammer. De geweldige songs, de opbouw naar de finale die uiteindelijk toch het publiek mee kreeg, dat eigen geluid van Ozark Henry - compleet teniet gedaan door een zangeres en door een haast autistische houding van de groep. De man stond zich nochtans te amuseren, je zag hem zelfs lachen. Maar het enige dat ik kon bedenken, is: de keuze tussen Ozark Henry en valium is snel gemaakt. Valium is de korte pijn.

    11-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Axelle Red
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Axelle Red
    Lokerse Feesten, 11 augustus 2013

    Ik twijfel er geen seconde aan dat Axelle Red een verstandige, zelfzekere, aangename en lieve dame is. Ik weet dat ze aardige liedjes kan schrijven, en die ook kan zingen. Dat ze goede muzikanten om zich heen kan verzamelen. Dat ze haar kleren goed weet uit te kiezen. Enfin: geen kwaad woord over de Limburgse.

    Toch gleed haar optreden op de slotdag van de Lokerse Feesten van me af als ware het regen van de buik van een ingevette ooievaar. Het deed me totaal niks. Geen ergernis, geen euforie. Ik stond er, bleef er staan, en liet haar haar ding doen. "Het zal niet triest blijven", zei ze plots - waarmee ze aangaf dat ze zelf ook wel door had dat ze iets te veel ingetogen, trage nummers speelde. De vraag is dan: waarom deed ze het? Als je pakweg 10.000 man kunt overtuigen, doe je dat dan toch? Met een iets slimmere festivalset, een rits nummers die de vlam in de pan doen slaan en die ook brandend houdt? Neen: Axelle was heel erg braaf. Superprofessioneel, maar de 'romantische bui' waar ze last van had zorgde ervoor dat het een dooie boel bleef.

    Pas tijdens de bis - Rouge Ardent - gebeurde er wat. Een straks gespeeld nummer, iets meer overtuiging, iets meer power. NIet mijn ding, maar: aardig. Sensualité was de uitsmijter - een versie op twee akoestische gitaren. En dat doe je dus niet, op een festival.

    Ze verklaarde nog 'geraakt' te zijn door de platinum plaat die ze kreeg - ik was het totaal niet.

    11-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    10-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Daan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Daan
    Lokerse Feesten, 10 augustus 2013

    De voorlaatste dag van de Lokerse Feesten afsluiten: voor Daan was het normaal gezien een walk in the park geweest. Maar omdat hij een week eerder, op Linkerwoofer, na een half uur zijn groep van het podium zag verdwijnen omdat die niet meer met een baas wou werken die de teksten vergat, de foute akkoorden aansloeg en blijkbaar te beschonken was. De media sprongen en masse op het voorval, er werden opiniestukken aan gewijd, en uiteindelijk sloeg Daan een mea culpa - en beloofde hij plechtig op de Lokerse Feesten revanche te nemen met het beste optreden van zijn leven.

    Dus stond de kade plots vol, zaterdagavond. Ramptoeristen die Daan nog eens uit de bocht wilden zien gaan? Neen: eerder fans die hem een hart onder de riem kwamen steken. Dat bleek al meteen bij zijn opkomst: stormachtig applaus was zijn deel.

    Hij startte begot zelfs twee minuten te vroeg. Toen ik hem een paar uur eerder in de backstage al even tegen het lijf liep, leek hij bijzonder nerveus en zenuwachtig. Vandaar, dus: te veel zenuwen om nog lang te wachten. Alhoewel: hij had er alle vertrouwen in dat het goed zou komen. In diezelfde backstage hangen namelijk overal briefjes, met de restricties voor de fotografen. Van iedere artiest wordt dan aangegeven wanneer ze foto's mogen maken - meestal de eerste drie liedjes, zonder flash. Bij Daan stond er triomfantelijk bijgeschreven: "En alle bissen"'.

    Hij zat strak in het pak, zonnebril op, gitaar - en stond er moederziel alleen. Parfaits Mensonges, uit zijn laatste Le Franc Belge, te zingen. Toepasselijk, ook. Na het lied draait hij zich om, lijkt hij zijn groep te zoeken. Luid gejoel op de wei, dat hij lachend nog wat aanwakkert. Nog eens turen, zo van: 'waar blijven ze nu?'. Zwaaien met de arm: 'kom dan toch'. Waarna ze opkwamen, allemaal. Lachend. En het optreden echt van start kon gaan.

    En wat een optreden... Strak, gedreven, bezwerend zelfs. Slm opgebouwd, ook: na een kwartier al Exes, en de hits zouden het nieuwe Franse werk blijven afwisselen. Na drie kwartier (waarbij hij telkens opzichtig flesjes water leegdronk) weer een grap, toen hij mee volume vroeg voor zijn folkgitaar; "Of ik sla ze kapot".

    En na een uur: "Ik ben superblij met zo'n goede muzikanten op het podium te staan." En voor de bissen, aangedaan: "Ik zou jullie willen bedanken, na een behoorlijke kutweek - die mijn schuld was, mea culpa - doet het dubbel deugd dat jullie toch zo talrijk hier zijn."

    Maar kijk: zelfs mijn verslagje hier gaat weer vooral over de heisa na Linkerwoofer. Wat idioot is. Belangrijk is: Daan, onze eigen kruising van Ferry, Dutronc, Elvis en Netsky, is een formidabele artiest. Indrukwekkend hoe hij en zijn groep Lokeren platspeelden. Indrukwekkend welk oeuvre de man al bij elkaar schreef - in alle mogelijke genres. The Player, Victory, Swedish Designer Drugs en de afsluiter Housewife - kippenvel. Extase.

    Schrijf het op: Daan is een grote meneer. Waarschijnlijk half gestoord, misschien drinkt hij af en toe te veel op het werk, en vast is hij nu en dan de pedalen kwijt. Maar dat neemt niet weg dat hij een grote meneer is en blijft.

    10-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The B 52's
    Klik op de afbeelding om de link te volgen The B 52's
    Lokerse Feesten, 10 augustus 2013

    Met de geschifte lui van de B 52's was het altijd feest. Op fuiven, op MTV, of gewoon op de radio: het aanstekelijke enthousiasme van de stripfiguren, de beehives, de outfits in primaire kleuren en natuurlijk de muziek - je werd er altijd vrolijk van. Toch heb ik waarschijnlijk nooit een hele plaat (of later cd) van de groep aan één stuk beluisterd. Te veel van hetzelfde. Ook vrolijkheid kan gaan vervelen. Maar: de B 52's waren big. Heel erg big. Kate Pierson bij REM, of hun versie van de Flintstones-tune: onvergetelijk.

    Nu zijn ze oud, en komen ze eindelijk nog eens op een podium te staan. Fred Schneider III (62 jaar intussen), Kate Pierson (65 jaar!!!) en Cindy Wilson (met haar 56 de jongste van de drie) maken van bij hun opkomst duidelijk dat het hen nog steeds om fun te doen is. De videoclips van weleer worden moeiteloos op het podium gebracht: de outfits (Schneider in een fluo-oranje vest, Pierson in een glitterjurkje en een rode pruik, Wilson in een vreemdsoortig zwart pak), de danspasjes en het enthousiasme. Het is er allemaal. De beehives zijn verdwenen, maar niemand die daar om maalt: de muziek is er nog steeds.

    En die muziek... Wel... Gaat precies een beetje te traag. Niet veel, hoor, maar het optreden trekt zich heel moeilijk op gang. Je vraagt je af of het wel om méér dan een gimmick gaat. De Peter Sellers-film The Party uit de jaren zestig wordt hier dan wel perfect in beeld gebracht, maar het feest barst toch niet echt los. NIettegenstaande Roam. En niettegenstaande de geweldige humor. "Here's something you don't gave to worry about: volcanoes", zegt Schneider, wanneer hij Lava aankondigt. Om dan te zingen: 'You're so hot'. Of: "I'm gonna jump in a crater", en de meisjes: "See you later". Grappig.

    Met Love Shack barst het feest, eindelijk, helemaal los. Er wordt een versnelling hoger geschakeld, het publiek wordt eindelijk echt opgejut (want we stonden allemaal te wachten om mee te doen...) en na Rock Lobster, wanneer je nog twee of drie extra mokerslagen verwacht... is het gedaan. Zomaar. Ineens. Een anticlimax, want er volgen geen bissen. Beetje jammer, toch.

    De B 52's waren een nostalgia trip. Geen groots concert, maar: aardig en fun. Alleen jammer van dat voortijdige einde.

    10-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    09-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ceelo Green
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Ceelo Green
    Lokerse Feesten, 9 augustus 2013

    Dé ontgoocheling van het concertjaar: de Amerikaanse dikkerd Ceelo Green. Een complete mislukking, zijn optreden. A Train Wreck, gelijk als dat ze zeggen. Jammer, want speciaal voor deze Meester op deze vrijdagavond naar Lokeren afgezakt. Ik zag hem ooit in de legendarische Abby Road-reeks op de BBC, als het brein en de stem van Gnarls Barkley. Een donderende, heldere stem was het. Zijn Fuck You  was en is aanstekelijke soulfunk, zijn It's OK doet daar nauwelijks voor onder. De man schreef en produceerde Don't Chavan de Pussycat Dolls. Dus: deze kerel heeft heel wat in zijn mars.

    Maar in Lokeren vlotte het niet. Ceelo Green droop af, verbouwereerd, razend, radeloos. En daar waren drie redenen voor.

    1. Het publiek. Dat was gekomen voor Netsky, en liet dat ook duidelijk merken. Vanaf de derde rij stonden mensen met de rug naar het podium, te lachen en roepen en zingen. Een totaal gebrek aan respect voor de artiest op het podium, ja. Het is natuurlijk hun volle recht om voor de headliner, en alleen voor die, af te komen. Maar: een minimum aan respect voor andere artiesten is ook wel een basisbeleefheid. 

     2. De setlist. Let's Dance van Bowie was zowat de gelukkigste coverkeuze. En ook die viel zwaar tegen. Het optreden ging alle kanten uit, van rock naar funk naar soul naar rap. Hoe minder reactie van het publiek, hoe radeloze hij werd en hoe wanhopiger zijn pogingen om het tij te keren. 

    3. De man. Zijn stem klinkt versmurft hoog voor een man van zijn omvang, en heeft verrassend weinig volume. Maar vooral: na iedere song was hij ten einde adem, en viel een lange pauze. Wat meteen weer de sfeer brak, de vaart uit de show haalde, en het publiek de kans gaf lawaai te maken. Een artiest als Ceelo Green hoort het te weten: ga nooit met je publiek in discussie. Probeer het met je muziek voor je te winnen - en als dat niet lukt, is het gewoon zo. Maar eindeloos vragen: "Wat willen jullie dan?" Of "Waarom geven jullie geld uit om hier te staan staan?" of "Ik kan alleen energie geven als ik er krijg", helpen niet. En het werd zelfs helemaal zielig toen hij zei: "Misschien kennen jullie me niet. Ja, in de States noemen ze me Ceelo Green, maar internationaal ben ik bekender als Gnarls Barkley". Tsja.

    Geen idee van deze Ceelo Green echt waard is. Zijn vier danseresjes waren knap, maar overbodig. Zijn groep is geweldig (en neen, het zijn niet de knappe muzikantes van zijn tv-optredens), zijn rappers waren ok, maar het optreden was een sof. De paniek in zijn ogen, de woede omdat het publiek apathisch bleef... Nah. Eentje om snel te vergeten. Ik kijk wel op Youtube.

    09-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    08-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Damien Rice
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Damien Rice
    Lokerse Feesten, 8 augustus 2013

    Het is een rare gok van de programmatoren van de Lokerse Feesten. Na Frankenreiter, Seasick Steve en de orkaan Arno, de breekbare kunst van Damien Rice op het podium zetten. Een Ier die nog maar twee platen maakte - de laatste intussen al vier jaar geleden. De einzelgänger die Lisa Hannigan aan de deur zette - omdat ze hem afremde in zijn artistieke ontwikkeling. En dat in Lokeren. Lokeren, waar het publiek nooit stil is. Waar vanaf de tiende rij wordt gepraat, gelachen en gedronken - en de muziek een vervelende bijkomstigheid is.

    Plots stond hij op het kale podium (een vleugelpiano, een tafeltje met twee stoelen, twee glazen en een fles wijn), Damien Rice. Met zijn gitaar, zonder groep. En begon de magie. Met een unieke stem (soepel, van hoog naar laag en terug, luid en stil, samenzweerderig of uithalend, die stem kan alles) en zijn Ierse verhaaltjes. Mooie verhaaltjes, mooi gezongen. Gillende vrouwen en meisjes vooraan. Net wanneer de verveling toch dreigt toe te slaan, na vier songs, gaat hij achter de vleugel zitten voor een bloedmooi 9 Crimes. Waarna hij zijn gitaar weer vastpakt en verder doet. Liedjes die allemaal een beetje op elkaar lijken. En niet zo goed zijn als 9 Crimes.

    Net wanneer je denkt dat je het wel hebt gehad met deze Rice, is er wéér magie. Hij zoekt contact met het publiek, en in Volcano deelt hij de kade in drie groepen in, die om beurt iets mogen zingen. En kijk: het werkt. Het publiek is mee, krijgt aandacht voor die rare man. Hij haalt een meisje uit het publiek om samen met hem Cold Water te zingen - een gok die goed uitdraait. Nog een gok: verzoekjes aannemen. Unplayed Piano? Ken ik niet helemaal, maar ik kan wel een stukje spelen. Wat hij doet.

    The Blowers Daughter is de uppercut die de kade stil krijgt. Wat een versie, wat een song, wat een artiest. Er komt nog een heel toneeltje - een ander meisje op het podium, ze mag met hem in drie glazen de fles wijn soldaat maken. Het verhaaltje, van de Ier die een pub binnenvalt, het meisje versiert, tot ze zegt dat ze weg moet, naar haar lief dat wacht, gaat over in Cheers Darling. En dat is kippenvel.

    Er zijn betere podia dan dat van Lokeren voor Damien Rice. Maar het feit dat hij hier overeind bleef, en zelfs de kade inpalmde, bewijst wel dat hij één en al klasse is. Nu nog eens een nieuwe plaat maken, asjeblieft. Dankuwel.

    08-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arno
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Arno
    Lokerse Feesten, 8 augustus 2013

    Toen ik Arno de laatste keer zag, vond ik het welletjes geweest. Weg was die eigenzinnige muzikant, die rocker, die voorvader van de Belgische new wave. Hij was verdwenen, vervangen door een clown die het publiek dacht te plezieren met een pastiche van zichzelf. Zwalpend, hunkerend naar liefde door kleffe, vals gezongen, ellenlange versies van Dans les yeux de ma mère. Ik dacht: die heeft het gehad.

    Hoe fout was ik. Met Future Vintage heeft Arno een sterke plaat gemaakt, en op het podium heeft hij zijn oude ik teruggevonden. Mede dank zij jonge honden van muzikanten, met de oude Serge Feys als orkestmeester. Hij duidt het tempo aan en kleurt de songs zo in, dat de anderen volop ruimte hebben om er verder mee te bouwen. Strak, snel, zonder ademruimte, de stevige groove altijd aanwezig, en verder: grommend en blaffend en vloekend en sissend. Yeah. Arno's back. En hoe.

    NIet dat hij de kade in Lokeren mee kreeg. Helemaal niet. Zelfs Qua Pasa, of Et moi je veux nager kregen nauwelijks een reactie. Het waren dan ook geen evidente versies: huilende gitaren, harde ritmes, enfin: je moest wel luisteren om de songs te herkennen. Even kwam de grapjas Arno boven, na een half uur. Hij draaide zich naar zijn muzikanten, en zei: "Ik ben wreed content van mijn muzikanten dat ze hier nog zijn. Merci hé gasten." Met daarna een luide godverdomme - er zouden er nog veel volgen. Even de tekst kwijt van Vive ma Liberté (in een leuke ska-versie), en dan weer de zweep erop en doorstomen. Naar het einde, voor een sneltreinversie van Oh la la la (waarna hij het hele publiek godverdomme liet zingen), en een Putain Putain (godverdomme, kust mijn kloten, zong de hele kade). Arno was in zeer groten doen, en blijft onze unieke witte neger. Op deze manier mag hij het van mij nog heel, heel erg lang doen. 

    08-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Seasick Steve
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Seasick Steve
    Lokerse Feesten, 8 augustus 2013

    Seasick Steve, de ex-zwerver die dank zij Hools Holland een blues-carrière kon uitbouwen, en daar op zijn 72ste met volle teugen van geniet, is de hype voorbij. Maar dat kan de man niet deren. Zijn optredens blijven ontwapenend, zijn verhaaltjes heerlijk en zijn muziek ongelooflijk aanstekelijk. Ik zag hem twee keer in de AB, en sindsdien maakte hij al het hoofdpodium van Werchter, Pinkpop en andere grote festivals onveilig. Een optreden gaat meestal ook gepaard met televisie-performances (deze keer bij Marcel Van Thilt), waar hij ook telkens weer dezelfde verhaaltjes vertelt. Over drinken, over zijn zelfgemaakte gitaren (de Diddly Bow, of de Three-string Trance Wonder) en over zijn leven.

    Ik twijfelde lang of de man zo authentiek is als hij laat uitschijnen, of eerder een radertje in een uitgekiende marketing-machine. Na Lokeren ben ik er nog steeds niet uit. Zijn boogie-blues blijft het hem doen, en zijn truucje met Het Meisje ook. Gewoon van het podium af stappen, het publiek negeren, om een knappe griet uit het publiek te vissen, haar mee op het podium te nemen, op een stoel te zetten - om voor haar een liedje te zingen. "What's your name? Isabel? I remember an Isabel". En dan: "I do this all the time, but I mean it every time". Grappig. Om dan iedereen stil te krijgen met een geweldige ballad.

     De fles wijn is nooit veraf, en zijn laatste nummer (Thunderbird of Doghouse? Doghouse!) is er los op. Zijn verhaaltje van hoe hij thuis wegliep wordt in versneld tempo verteld, met een extra uitsmijter: 'ik speelde toen gitaar voor spare change. Ik kan je verzekeren dat ik nu serious spare change krijg om dit te doen."

    Om één uur, vier uur na het einde van zijn set en na Damien Rice, zien we Seasick van het hoofdpodium afsukkelen, de fles wijn in de hand. En neen, het is geen act: de man is echt ladderzat. 

    08-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donavon Frankenreiter
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Donavon Frankenreiter
    Lokerse Feesten, 8 augustus 2013

    Een nobele onbekende, deze Frankenreiter. Op Wikipedia leer ik dat hij 40 jaar is, een Amerikaanse surfer-boy, bevriend met de legendarische Jack Johnson en G Love. Maakt platen, die voor geen meter verkopen en nauwelijks op de radio worden gedraaid. En heeft een snor. 

    En daar zijn festivallekes als deze Lokerse Feesten dan dus ook eens goed voor: zo leer je nog eens mensen kennen. Frankenreiter mag nauwelijks 45 minuten spelen, maar brengt een aangename versie van de bluespop. Een eerste deel is bijzonder laid-back, die sterk aan G Love doet denken, maar net zo goed een zweempje Ben Folds verbergt. Een ruwe stem met een ferme 'grain', en het publiek dat hier al is, geniet er ook van. Halfweg ruilt de surfer (die intussen een grijze snor heeft, trouwens) de akoestische voor een elektrische gitaar, en gaat het tempo fiks de hoogte in. Move by yourself is het sein om loos te gaan, om zichzelf te amuseren en te hopen dat links of rechts een verdwaalde ziel het licht ziet en een van zijn plaatjes koopt. Of de man vaker op de radio draait. Ik zou het doen, als ik kon. Je doet er niemand kwaad mee, je doet er iemand een plezier mee - en deze rustige blues-variant is stukken aangenamer om naar te luisteren dan de bagger die we nu over ons heen krijgen. Dus: niet nog eens een hype, een Lady Gaga of een ander fabrieksproduct à la Adèle. Geef ons dan liever deze Donavon Frankenreiter. Zelfs met zo'n onmogelijke naam, ja.

    08-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    06-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deep Purple
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Deep Purple
    Lokerse Feesten, 6 augustus 2013

    Met open mond stond ik het legendarische Deep Purple te bekijken. Een drummer van 65, een bassist van 67 en een zanger van 68 jaar oud: veel goed kan daar niet meer van komen, denk je. Tel daar nog eens de dood van de toetsenist bij op, en een bijzonder woelig verleden met gigantische clashes tussen even gigantische ego's - en je begrijpt waarom Purple-optredens in het verleden zo vaak fout liepen. Optredens waarop fans halfweg hun geld gingen terugeisen, concerten waarbij de gitarist midden zijn solo stopte en de zanger met een waterfles bekogelde omdat die laatste het aandurfde op een conga te slaan tijdens die solo. Shows die geen shows waren, maar een display van halve mummies die voor de tienduizendste keer hetzelfde liedje inzetten.

    Hoe fout kan een mens het hebben? In Lokeren stonden op het podium energieke lui, die met een aanstekelijk enthousiasme swingend te keer gingen alsof het hun allereerste optreden was. Zalig om te zien hoe ze grapjes maakten met elkaar, hoe ze elkaar plaagden, hoe de improvisaties van Ian Gillan een schaterlach ontlokten aan de anderen. Hoe grààg ze het duidelijk deden.

    Deep Purple is één van de grondleggers van de hardrock. Samen met Led Zeppelin zorgden ze voor een nieuwe, ruige muziekvorm. Het Hammond-orgel van John Lord, de dreigende diepe drums van Ian Paice, de pompende bas van Roger Glover, de indrukwekkend soepele stem van Ian Gillan en het geniale gitaarspel van Ritchie Blackmore vormden een unieke combinatie, en schonk de mensheid legendarische albums en songs. In de reeks 'Classic Albums' moet je trouwens absoluut de aflevering over Machine Head bekijken. De reconstructie van de opnames maakt ook meteen duidelijk waar het fout liep: de drugs, alcohol en het geld in de jaren zeventig en de onmetelijke ego's van de groepsleden zorgden ervoor dat we vandaag aan Deep Purple Mark VIII toe zijn.

    In de jaren tachtig besliste een rechter dat de naam Deep Purple alleen mag gebruikt worden indien er minstens twee leden van de Mark II (uit 1971) op het podium staan. John Lord overleed vorig jaar, Ritchie Blackmore is kierewiet - dus blijven Gillan, Glover en Paice nog over. Ze worden aangevuld met toetsenist Don Airy en gitarist Steve Morse - die laatste maakt al 19 jaar deel uit van DP.

    En ze zijn dus in een gloeiende vorm. Manman. Zo strak, zo overtuigend. Ja, Gillan stapt tijdens iedere solo van het podium (zuurstoffles? massage?), maar is bijzonder goed bij stem, doseert perfect en haalt de noten die hij moet halen. Glover houdt er de groove perfect in, en Paice blijft een indrukwekkende drummer. Hier staat een groep die er plezier aan beleeft. Openen met Highway Star, doorgaan met Into The Fire, de obligate gitaar-, orgel- en zelfs drumsolo's. Een nieuwer nummer (Hell to Pay), maar toch vooral die oude dingen. Space Truckin', en een cover (Hush), Smoke on the Water natuurlijk, en afsluiten met Black Night. Hell, yeah. Het is bewezen, in Lokeren: Legends never die.

    06-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alice Cooper
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Alice Cooper
    Lokerse Feesten, 6 augustus 2013

    Je hoort mij niet beweren dat de Lokerse Feesten het fijnste festival zijn van het land. Maar de tiendaagse hééft het gewoon. Altijd een gezellige sfeer, een mix tussen de echte muziekfans en de locals die vooral de biertenten en elkaar opzoeken, en elk jaar toch weer een puike affiche. Sinds een paar jaar wordt die affiche trouwens thematisch aangepakt: zaterdag deden Killing Joke en Iggy de punk herleven, zondagavond was de hardrock-avond met Fear Factory, Trivium en Danzig, dinsdagavond dan de Levende Legendes met Alice Cooper en Deep Purple. Later op de week volgt de funk(Ceelo Green), de rap (Snoop Dogg) en de pop (B 52's, Texas). En iedere keer verandert de Grote Kaai van uitzicht: van de zwarte metal-t-shirts naar de kleurrijke homo-outfits bij de disco-avonden, van oude fijnproevers naar het jonge geweld.

    Alice Cooper dus - hij stond hier eerder al eens, en een paar jaar geleden zag ik hem een volle AB veroveren. 65 jaar is de man intussen, 34 albums op zijn conto en 42 jaar ervaring. De uitvinder van de Shock Rock, de man die theater en rock vermengde. De veteraan startte stipt op tijd, en liet anderhalf uur lang zijn publiek niet meer los. Anderhalf uur pure fun: theatraal,  met de verwachte ingrediënten (alleen de reuzeslang bleef onaangeroerd op het podium liggen) en vooral: muzikaal ontzettend strak. Het optreden in de AB, twee jaar geleden, ging even de mist in toen Cooper recentere dingen ging spelen en duidelijk werd dat zijn stem niet altijd even toonvast klinkt. Hij redde het toen, op punten, door zijn ijzersterke classics.

    Wat te verwachten was, gebeurde in Lokeren: een iets kortere festivalset laat geen ruimte voor experimenteren en nieuwe dingen. Dan moet je negentig minuten lang gààn, en dat deed de groep. Drie gitaristen, met een glansrol voor de verrukkelijke blonde dame Orianthi Panagasis, een basgitaar en een drummer. Meer heb je niet nodig (alhoewel: de band die af en toe meeliep bewees het tegendeel).

    Starten met Hello, Hooray, in een rood-zwart gestreept maatpak, op een verhoogje op het podium. House On Fire, en No More Mister Nice Guy. Billion Dollar Babies, enfin: een enorme vaart die het publiek naar adem deed happen. Met dus alle trucjes: een degen waarop dollarbiljetten zijn geregen, die hij in het publiek strooit. Halskettingen (tijdens Diamonds) die ook het publiek worden ingekeild. Gitaristen die constant en zeer kwistig plectrums uitstrooien. Een gigantische koffiemok tijdens Caffeine. Alles was er.

    Na een uur zelfs het Frankenstein-monster, de bebloede jas en de hele show met de guillotine, de dwangbuis, de verrijzenissen,... Maar geen enkel moment haalde dat theater de vaart uit het optreden. Zelfs de gevreesde drumsolo duurde net niet te lang (net lang genoeg voor een kostuumwissel). En Cooper had een fijn nieuw element aan de show toegevoegd: een hommage aan 'All my Dead, Drunk Friends'. Grafzerken kwamen tevoorschijn - eerst Jim Morrisson (met Break On Through van the Doors), dan John Lennon (met Revolution), Jimi Hendrix (Foxy Lady) en Keith Moon (the Who's My Generation). Een stevige medley die het publiek opzweepte voor de grote finale: Hey Stoopid, Poison en als bis School's Out. Die medley van zijn dronken, dode vrienden was niet alleen een knipoog naar Coopers' eigen mistige verleden (dertig jaar geleden kickte hij af van een zware alcoholverslaving, wat de wereld het mierzoete How you're gonna see me now schonk). Het was ook een ietwat pijnlijke reality check. Want Revolution was bijzonder zwak gezongen, in tegenstelling tot Break on Through. Tijdens dat laatste nummer hield hij ook nog eens zijn microfoon met beide handen vast, zodat je zijn mond niet zag  - wat een donkerbruin vermoeden doet rijzen dat hier enige play-back in het spel was. Maar op je 65ste mag je al eens even vals spelen, toch?

    Alice Cooper ontpopte zich als de perfecte festival-act. Geen seconde verveel je je, alles klopt als een bus, en de muzikanten die hij meebracht zorgden ervoor dat de muziek aan de goede kant van de grens rock - FM-rock bleef.

    06-08-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    13-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruce Springsteen & the E-Street Band
    Bruce Springsteen & the E-Street Band,
    TWClassic, Werchter, 13 juli 2013 

    De doortocht van de heer Springsteen, Bruce op de wei van Werchter zal niet de boeken in gaan als zijn meest memorabele. Een gematigde setlist, een behoorlijk kort optreden ook (nauwelijks iets meer dan 2,5 uur) en de verschrikking van de Golden Circle, die VIP-toestand voor het podium. En toch is dit ongetwijfeld het beste optreden van het jaar. Wat dus alles zegt over de klasse van de Boss.

    Mijn 45ste Bruce-optreden was het. Dat maakt het toch iets specialers, en dat iets bestond uit een crash course Springsteenonolgie die we vanuit de Radio 1-studio op de wei gaven. Zalig mee radio maken: why don't I quit my day time job?

    Maar goed: de Boss, dus. Het duurde tot 2009 voor Springsteen op de affiche van een festival wou staan. Op Pinkpop gaf hij een verschroeiende show ten beste (de haartjes op m'n armen komen nog steeds overeind wanneer ik aan de versie van Outlaw Pete denk), maar achteraf bleek dat hij zelf ontevreden was over zijn optreden. De afstand met het publiek was te groot, hij moest letterlijk te ver en te vaak hollen en kon het fysiek niet meer aan. Sindsdien zouden de festivalpodia zijn aangepast - zelfs in Werchter. Gevaarlijk ogende loopbrugjes, een mini-podium, trapjes en de security-gang. Ik schat dat hij per trip naar die eerste rij fans toch telkens zo'n 30 meter moest afleggen. 

    Het valt dus te vrezen dat hij weer zal sakkeren en vloeken. Al viel daar gelukkig niets van te merken tijdens het optreden: hij smeet zich weer volledig, letterlijk en figuurlijk. Vanuit de coulissen klonk hij: 'Can you feel the spirit', en nog eens, en nog eens, en kregen we Spirit in the Night. Gevolgd door een eerste mokerslag met Badlands. Een duo nieuwe nummers (Death to my Hometown, dat van de Seeger Sessions had kunnen komen) en We take care of our own, een zalige rocker). Toen verdween hij voor de tweede keer in het publiek - en keerde hij terug met zijn request signs. Waaruit hij Jailhouse Rock en Man's Job koos. En we een eerste échte hoogtepunt kregen: Ben Harper die mee op het podium mocht voor een heerlijke versie van Atlantic CIty. Wrecking Ball was ok, Hungry Heart duurde nodeloos lang door een nieuwe trip naar de fans, en liet me op mijn honger zitten, dank zij mijn buren. Maar daarover straks meer.

    Bij vrijwel iedere passage in België staat The River op het programma - maar ik kan me niet herinneren dat het ooit zo mooi klonk als hier, op Werchter. Pakkend, sober, straf. Nils Lofgren mocht schitteren op Youngstown (wat betekent dat we géén Because the Night kregen), en op het nochtans niet zo fantastische nummer Murder Inc kregen we vuurwerk toen achtereenvolgens Lofgren, de Boss én Stevie Van Zandt te keer gingen in gitaarsolo's. Magisch. Darlington County en Bobby Jean zijn wat ze zijn (crowd pleasers), maar kwamen ook niet zo goed uit de verf (zie straks bij buren), Shakled & Drawn kreeg een stomende versie mee. We weten intussen dat in Waiting on a Sunny Day een kind uit het publiek mag meezingen (geweldig moment trouwens op Radio 1, toen dat meisje - Melissa heette ze - tijdens het optreden kwam vertellen dat de Boss rook naar... zweet), The Rising had niet het bezwerende van andere optredens en Land of Hope & Dreams blijft een feestelijke afsluiter.

    In de bissen zorgde hij voor een verrassing met Follow that Dream. Zijn tweede Elvis-cover van de avond, en zo obscuur dat ik vergat dat het de allereerste song was die ik ook live van hem hoorde. BITUSA, BTR en Dancing in the Dark is een triootje dat niemand onberoerd kan laten,en de beelden van Danny Frederici en Clarence Clemons tijdens 10th Ave Freeze-Out blijven het hem toch doen. Twist & Shout en Shout brachten Werchter in extase. 

    Waarna Springsteen bewees waarom hij de Boss is. Hij en zijn gitaar bleven op het grote podium staan, en hij schonk de weide een bloedstollende versie van Thunder Road. Kijk - dat zie je dus nergens, nooit. Van de twintigste tot de laatste rij nam hij de hele weide, alle 60.000, bij de keel, hield hij ze daar 2,5 uur lang vast, schudde hij iedereen dooreen, en bracht hij iedereen naar een absoluut hoogtepunt. Om dan af te sluiten met een verscheurend mooie versie van een song over laatste kansen en auto's die wegscheuren en Roy Orbison die voor de lonely zingt. Waarbij dat hele publiek haast ademloos staat te kijken en luisteren - kan dit wel echt? Ja hoor.

    Slotsom: ja, het was een geweldig optreden. Op zijn 63ste heeft hij nog altijd de energie, de drive en de passie om een massa te begeesteren, betoveren. I'm here to liberate you, confiscate you. EN ja, op zo'n groot podium is het allemaal wat theatraler. En ja, het tempo lag moordend hoog. En ja, het was genieten. En ja, volgend jaar wil ik hem terugzien. En ja, hij had zoveel andere songs kunnen zingen (Jungleland, Racing, Incident,....). Maar we klagen niet. Het was geweldig.

    Waar we dan wel over klagen? Over de buren. Die godvergeten VIP's die de Golden Circle inpalmen en zo de echte fans van de goede plaatsen houden. Ik begrijp dat zij (of hun gastheer, of hun bedrijf) zwaar betalen voor bepaalde privileges (koud bier, warme frieten, een witte sofa en een proper toilet). Maar zij moeten begrijpen dat die centen niet alles kunnen kopen.
    Diezelfde lui die zo hard protesteerden toen Walibi een fast pas wou introduceren, hoor je over die Golden Circle niet protesteren. Ze stonden er namelijk zelf in. Ja, Wouter Beke, je mag je aangesproken voelen. Maar net zo goed andere opiniemakers. 
    Laat de rock aan de fans. Aan de mensen die 's ochtends vroeg al aanschuiven, die hollen voor een bandje, die een hele dag in de zon wachten om hun plaatsje veilig te stellen. 
    Als de muziek je niet interesseert, hou dan minstens je mond. Of ga terug naar je VIP-ruimte, daar kun je ook bijpraten en wat drinken.
    En aan die ene vrouw die plots een liedje herkende (Dancing in the Dark? Oh, da's schoon) en haar plaats vooraan kwam opeisen, daarbij op tenen ging staan en haar witte broek zelfs even vuil dreigde te maken: je bent nog altijd een kutwijf.

    13-07-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    05-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rock Werchter
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Rock Werchter 

    Vrijdag 5 juli 2013 


    Of ik op vrijdag niet wou inspringen op Rock Werchter, vroegen ze - beleefd als altijd. Ze zochten een tweede man, om Dirk Blancke bij te staan, verslagjes door te bellen, enfin: te doen wat ik graag deed. Ik zei toe en maakte een lange trip down memory lane. 
    Het begon al met de affiche: drie podia, zoveel namen? Ik kom uit een tijd dat de allerbeste groepen van dat jaar op één podium stonden. Acht. De acht die het verdienden. Ja, er was toen ook discussie. En alleen U2 mocht ongestraft terugkeren. Maar geen vijf keer, zoals dat doorsnee groepje Kings of Leon. Vijf keer? Komaan zeg.
    De weemoed ging verder - een vergadering met Jan Sprengers, Dirk Blancke en Eddy Hendrickx - drie mannen die 'mijn' radio maakten, toen. Legendes. Levend. 
    Enfin: voor het eerst in vele, vele jaren dus naar Werchter getrokken. Mijn notaboekje volgekrabbeld  met overbodige info over onbekende groepen. En de hele dag heen en weer gerend - van de Barn langs de KlubC en de Main Stage naar het radiokot, waar Wouter geduldig vanuit de studio aan de lijn hing, wachtend tot we zijn programma weer eens onderbraken voor wat onzin en een stukje opgenomen muziek. En dit is dus ongeveer wat ik zag en hoorde.

    Charles Bradly
    In de jaren tachtig maakte James Brown, dank zij Rocky, een onverhoopte come-back die hem naar Vorst Nationaal bracht. Ik was er ook, en keerde ontgoocheld naar huis terug. Zo ontgoocheld, dat ik er een jaar later weer stond, voor diezelfde James Brown: de Godfather of Soul kon toch nooit zo slecht geweest zijn als ik me herinnerde? Neen: hij was nog slechter. Een aanfluiting van de Hardest Working Man in Show-Business. Een zielige vertoning.

    Charles Bradly is nu ongeveer even oud als Brown toen was: 65. Hij kwam veertig jaar aan de kost als kok, en kluste bij als Brown-imitator. Twee jaar geleden bracht hij een plaat uit, en nu mocht hij dag 2 van RW13 openen. Een glitterpak, een getrimde afro, zilveren parelschoenen (je moet ze zien om het te begrijpen) en zeven muzikanten achter hem. Een hels Hammond-orgel, een hete blazersectie en verder: strak soul en funk pompen en zwijgen. Zalig. Bradly beheerst alle knepen van het vak - de danspasjes, de uithalen, de schreeuwen, de knievallen en het hengelen naar liefde ('I love you too' is eigenlijk wat aanmatigend). Maar hij doet dat zooooo goed, en met zooooveel overtuiging, dat het ok is. Meer dan ok. Toen er nog maar acht groepen op de affiche stonden, was die eerste groep meestal, stiekem, een lachertje. Een opwarmertje. Een kreunertje, bijvoorbeeld. Nu is er deze bejaarde Amerikaanse neger. Lang leve de festivaluitbreiding. In oktober staat Bradly in de AB. Allen daarheen!

    Gary Clark JR

    Op RW staan er dus twee grote tenten: de Klub C voor het jonge grut, en ernaast de grotere Barn voor de meerwaardezoeker. Het nadeel: bij een beetje groep, zijn die tenten meteen te klein. Nog een nadeel: het is er ontzettend heet. Een voordeel: de klank is er beter - beter dan voor het hoofdpodium, waar de wind (en de bassen uit de Klub C) voor ellende zorgt. 

    Dit geheel terzijde, om te melden dat Gary Clark JR de eerste ontgoocheling van de dag was, in The Barn. Manman: van zijn eerste nummer al uitpakken met 'kijkeenshoegoedikgitaarspeel'. De man komt uit Texas, speelde al met de allergrootsten, wordt gesteund door Jimmy Vaughn, en is dus de zoveelste Texaanse bluesgitaarheld. En dreigt dezelfde fout te maken als veel van zijn voorgangers (neen, hier volgt geen helicoptergrap): de gitaar laten primeren op de song. In elke f*** song een solo, telkens weer uitpakken met kunstjes. Ach, op Peer kan het nog wat enkelingen bekoren. Hier pak ik in en ben ik weg.

    En passant...

    The Bots gezien op het hoofdpodium: twee tieners uit LA die pret maken, en vergeten dat je met drum en gitaar ook muziek hoort te maken. Liedjes, songs, melodietjes. Je kunt hen niet vergeten, want niks registreerde. Niks. Angel Haze is een soortement rapster, een jongedame die boos is. Of doet alsof ze boos is om zo heel rijk te worden. Ik ben geen rapkenner noch -liefhebber, en wens dat zo te houden.

    Lianne La Havas

    Is van de BBC SOund of 2012-lichting van Mikael Kiwanuka, vond in Bon Iver een sponsor/mecenas, en mocht The Barn dus even gebruiken als knusse huiskamer. Aardig kind hoor, die Lianne. Verbijsterende stem ook - soepel, sterk. Een paar die-hard fans vooraan. En één keer opwinding, bij een streepje Master Blaster. "Och, is dat ook van haar?" NEEN: DAT IS VAN STEVIE WONDER. EN ZIJN DIE EXAMENS ECHT AL GEDAAN? EN BLOKJES ZIJN GEEN EXCUUS OM JE TANDEN NIET TE POETSEN. Maar Lianne dus: aardig, maar niet de impact van zo'n Kiwanuka. Die heeft namelijk wél de songs die je bijblijven. Hé, draait het uiteindelijk niet altijd om de songs? 

    En passant... 

    Een  streepje Two Door Cinema Club gezien - en ja, de Britten hielden zich staande op de Main Stage. Het blijft lichtvoetige pop, maar daar is dus totaal niets fout mee. Als het goeie pop is, met (hier komt-ie, hou je vast) aardige songs. Ke$ha in de KlubC heeft vooral een grove bek, ik daarentegen had geen zin in een flauw afkooksel van een flauwe imitatie van een flauwe volgelinge van Pink. Of iemand anders. The Hives, ook al op het hoofdpodium, zijn de clowns van de rock. En het zijn goede clowns. En met clowns moet je eens lachen - wat je vooral nooit mag doen, is hun fratsen navertellen. 

    The Lumineers

    De Barn voor de eerste keer volgelopen voor het vijftal uit Denver, Colorado. De Amerikaanse Mumford and Sons, zo worden ze genoemd. Ik vind dat je hen daar geen eer mee bewijst. Deze Lumineers zijn sterker, bieden meer variatie, zo zit er niet in iedere song een banjo, en heb je niet telkens dat truucje van 'ik ga nu wat stiller spelen en dan valt iedereen zeer verrassend in voor het refrein en dan stopt iedereen plots weer'. Neen: de buffetpiano, de trekzak, de cello - en niet in het minst de bevallige celliste die zondig danste - zorgden voor een nieuw fijn moment. De jongens (en meid) waren doodnerveus toen ze het podium op kwamen, leken overdonderd door de respons van het publiek, en groeiden in de set. In die mate zelfs dat ze tijdens het enige nummer dat iedereen van hen kent (Ho, Hey) na een strofe gewoon stopten. "Put down those cell phones and be with us here now at this festival", eiste zanger Wesley Schultz. Terecht. En: it takes balls om zoiets te doen midden je enige hit. En: het werkte, want het publiek reageerde nog meer, nog intenser. Een eerste feestje, zo midden op de dag. Me like. Maar ze krijgen me ook niet meer uit mijn zetel als ze nog eens passeren (wat ze trouwens doen): ze zullen eerst nog een pak platen moeten maken om me te overtuigen.

    En passant...

    Major Lazer. Heeft ooit iemand Major Lazer in dezelfde ruimte van Sven Ornelis gezien? Aha! Plaatjes van anderen draaien, mixen, thuis aan elkaar plakken en op een wei (of in een tent, of een parochiezaal) doen alsof je het ter plekke verzint (en dan ook nog eens de onvoorstelbare bonus krijgt dat het licht op het juiste moment mee verandert), enfin: been there, done that. Mike Verdrengh deed het in de jaren zeventig. Major Lazer, C2C en zovele andere doen het hier.Ik weet dus echt niet in welke mate dat verzoenbaar is en blijft: ROck Werchter én Tomorrowland én Pukkelpop op één plaats, tegelijkertijd? 
     The Script op de Main stage: pathos voor zestienjarige bakvissen, maar verder zo fake als iets. Zielig. DIt had dus nooit op die affiche van acht gestaan - net zo min als Phoenix. Wie dit Franse trio zo hoog op de affiche van de Main stage heeft onderhandeld, moet dringend het eenheidstatuut heronderhandelen. Want oooh mijn goood, wat wat dit amazing slecht.

    Richard Hawley

    Maar er waren ook echte muzikanten. In de Barn, weliswaar. En ze luisteren allemaal naar de naam Richard Hawley. Gitarist par excellence, bij Pulp en Coldplay, Radiohead, Elbow,... De Sheffield Sinatra wordt hij genoemd (geeuw), en hij speelde al een paar legendarische concerten in België. Optredens voor duizend man -en een paar jaar later blijkt dat er vijftienduizend kenners zijn die beweren dat ze er die ene avond bij waren.

    Hawley deed mee wat denken aan Elbow. Van hen vroeg ik me ook af, of hun muziek wel overeind zou blijven op een festival. Want hoe hun muziek ook explodeert, hoe gelaagd hij ook is - toch is hij tegelijkertijd klein en breekbaar. Elbow slaagde cum laude. En Hawley nu ook. Schijnbaar moeiteloos pakte hij de Barn in, 'Let's get this ceremony started' bromde hij en hij vuurde een uur lang fantastische songs het publiek in. Rare muziek, wel: de combinatie van zijn stem, de soms intense droefheid van de tekst en de harde gitaar erdoorheen zorgen voor een vreemde spanning. Hij liet zijn gitaar huilen en krijsen en bleiten en overgeven en hoesten, en het was wonderbaarlijk schoon. Don't stare at the Sun (too long) is zo'n pakkende song, over de vader die met zijn zoon gaat vliegeren terwijl de acid nog niet uit z'n kop is verdwenen. Verzin het. Via de link onderaan kun je trouwens de concertverslagjes beluisteren, met telkens een song erbij.

    John Legend

    Ik wou het positief houden, maar het gaat niet. John Legend: toen ik hem drie of vier jaar geleden in de AB zag, vond ik het een fijn optredentje. Wat platgerepeteerd, maar toch: onderhoudend. Ik weet niet wat met Legend is gebeurd, maar hij is het he-le-maal kwijt. Platte, gladde pseudo-soul. Geen ziel, geen bezieling. Het feit dat de synth centraal op het podium staat was al veelzeggend. Dat zijn muzikanten tien minuten alleen op het podium stonden, wachtend op de Heer Legend, onwennig het fluitconcert van het publiek moeten ondergaan, ook. Een knalnummer als 'Who did that to you' uit Django Unchained: vakkundig verprutst en vermalen tot gladde pulp. Zijn covers: Riders on the Storm en Like Bridge over Trouble.... jaja, ik hou al op.

    Ben Howard

    Je bent 24 jaar, komt uit Engeland, komt zes keer in één jaar tijd naar de AB, triomfeert in 2012 op Werchter en je wordt gevraagd om op datzelfde festival de Barn af te sluiten... Kijk: dan moet je niet doen alsof je verbaasd bent dat de tent propvol staat, en dat iedere zucht wordt toegejuicht alsof het een heilige zalving is. Je bent populair, Ben, get it over with.

    Bovendien is die populariteit terecht en verdiend. Goeie nummers (was al even geleden, sorry), en je zag op het podium een groep jonge muzikanten die er duidelijk van genoten. Genoten van de respons van het publiek, genoten van de stormachtige ontvangst, van het enthousiaste meezingen. Niet dat dat meezingen moeilijk is - in alle songs lijkt het om Love, Love, Love te gaan. Ik stond er te verdampen, op aanraden van m'n zoon: 'Die Ben Howard moet je zien', had Jos gezegd. En de jongen heeft dus smaak. Ik heb me geen seconde verveeld, het was genieten en aangenaam vertier.

    Kings of Leon

    Aangezien ik géén sponsor ben van RW, kan ik schrijven wat er echt gebeurde: de KOL zuigen. Wat. Een. Ellende. Tien meter ver de wei in gingen de gesprekken over de troonopvolger. Ik verzin het. Maar het had gekund.

    Blur

    Het gaat om songs, zei ik dat al? Openen met 'Girls and Boys' is daar het beste bewijs van. Daman Albarn lijkt me de toffe peer die zand zou verkopen in de woestijn, je hoeft hem dat soort truucjes dus al lang niet meer te leren. Want zie: het nummer wordt ingezet, en lap. Iedereen springt recht. De hele fucking wei. De fans stonden al recht, de twijfelaars voelden dat dit een geweldig concert zou worden, de anderen dachten: 'hé, is dat ook van Stevie Wonder?' (NEEN: GA NAAR DE KLUB NAAR BOYS NOIZE LUISTEREN) en iedereen was aan het feest. Tot twee uur zou dat feest duren - toen werd het afgesloten met Song #2 (I rest my case, btw). En ertussen: zodanig clever dat de 'moeilijkere' nummers verteerdbaar bleven door de hits die er telkens weer op volgden. We kregen ze allemaal. Woo-hooo. 

    Toen ze, ergens in de jaren negentig, naar de Brielpoort in Deinze kwamen, gaf ik m'n kaartjes aan m'n broer. Die is zes jaar jonger dan ikzelf, die kon die Britse branie beter verteren. Ik zag Blur debuteren op de BBC - die brand new band die onzekerheid camoufleerde met arrogantie. Ik vond het allemaal ok, kocht hun platen, draaide die ook als ik ergens Sven Ornelis van dienst was (zelfs op trouwfeesten), maar ik kwam er dus mijn huis niet voor uit. Dat was nu ook zo geweest - had Radio 1 met niet gered, was ik lekker thuis gebleven. Op mijn terras, met een koude Omer. Misschien een Blurke opzetten, als de iPod niet te ver lag. 

    Maar dan had ik dit dus gemist: een fantastisch optreden. Een groep die een groep is, die pret maakt, die lacht en speelt en zingt. Ik vind trouwens dat Albarn een betere zanger is dan ik had verwacht. 

    Om in de sfeer te blijven: moe maar tevreden keerde ik huiswaarts. 


    http://www.radio1.be/programmas/exit/radio-1-op-rock-werchter 

     

     
     

    05-07-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    31-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lana Del Rey
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Lana Del Rey
    Vorst, 31 mei 2013
    Verslag: ja

    Heel erg lang geleden schreven we een collega in voor de voorrondes van Eurosong. De nu zelfuitgeroepen boer Alain Grootaers kreeg een liedje van Wimmeke Punk van de Wolf Banes, verzamelde de Kreuners en muzikanten rond zich, zong het nummer in. En collega Peter Vermeersch verzon een biografie: de zanger die in Bolivië was doorgebroken, wou het nu ook in eigen land. Het leven als straatmuzikant vaarwel zeggen door Eurosong te winnen.

    Lana Del Rey (of Lizzy Grant) heeft ook zo'n bio. Die vertelt dat ze op haar 14de een internaat in trok om van de alcohol af te kicken, op haar 18de in een trailer park woonde, een tijd dakloos was, en jaren het clubcircuit van Brooklyn, NY, afdweilde als singer/songwriter. Zonder veel succes.

    Het zal me worst wezen of haar bio door een Amerikaanse Peter Vermeersch bij elkaar verzonnen is, of niet. In Vorst staat een beeldschone vrouw die aardig zingt, en een paar geweldig sterke songs heeft. Meer moet dat soms niet zijn. Is het allemaal fake? Vast wel. Loopt er een tape mee? Natuurlijk. Wordt haar stem gecorrigeerd? WIe zal het zeggen. Maar wie maalt er ook om. Deze vrouw is geen Beyoncé - ze schudt eerder beduisd met haar derrière. Ze is ook geen sterke zangeres: verwacht geen uithalen, geen langgerekte schreeuwen. Neen: ze zingt bedeesd, bedachtzaam. Met steeds in het achterhoofd: daar staat een camera, en als ik mijn lippen zo hou, kom ik bijzonder goed in beeld. 

    Lana Del Rey is dus een product. Zoals Adèle er één is (maar dan dus zonder die stem), zoals Daft Punk. Zoals de rockers die er alles aan doen om hun reputatie hoog te houden. Alles aan het plaatje klopt: ze gaat na de eerste song al de fans op de eerste rij begroeten en knuffelen. Ze zingt een cover (Blue Velvet van Tony Bennett) en draagt... juist, een blue velvet jurkje. Alles verwijst naar vintage en is het duidelijk niet. Bon, die vreselijke videoclip waarin ze nauwelijks verstaanbaar een verhaaltje vertelt, hoefde niet. De vier strijkers waren een nice touch, maar ook niet veel méér. De drie overige muzikanten waren behang. Want alle aandacht moest en zou naar de mooie Lana gaan. En alzo geschiedde.

    De set zat bijzonder clever in elkaar. Als derde nummer al Blue Jeans, gevolgd door Born to Die. Zaal op z'n kop, feest. Dan Young & Beautiful (uit de soundtrack van de Great Gatsby), dan een strofe (en gelukkig niet méér) van Dylan's Knocking on Heaven's door. En na de clip de finale: Ride, Summertime Sadness, Gods & Monsters, Video Games en National Anthem. Een uur na de start, zat het concert er al op. Is dat te kort? Ja, dat is veel te kort. Maar: ik heb me geen seconde verveeld. 

    Geen idee in welk circuit Lana Del Rey ooit terecht komt: in dat van de Golden Memories-tour, waar ze op haar 60ste nog eens in een blue velvet jurkje kruipt om Video Games te zingen? Of brengt ze dan een concert in Carnegie Hall, waar ze drie uur lang een selectie van haar beste nummers zal brengen? Wie zal het zeggen. Ik lig er ook niet van wakker - en zij vast ook niet. Ze verkocht intussen zowat 4 miljoen cd's, en daarmee kun je al een eind weg geraken. 

    Alles zal afhangen van de nummers die ze nog krijgt of schrijft. Zijn die zo sterk als Video Games of Summertime Sadness, dan ligt de weg open voor een mooie carrière. Want deze Lana is in ieder geval goed omringd. De hele tour verandert de setlist geen halve centimeter. Net als haar kapsel. Je ziet niet één zweetdruppel op haar gezicht verschijnen. Maar: ze zingt niet slecht. En ze heeft schoon airkes.

    31-05-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    19-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Poliça
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Poliça
    AB, 19 maart 2013
    Verslag: ja

    De zoveelste nieuwste hype komt uit Minneapolis, en heet Poliça. Je spreekt het uit met een 's', Polisa dus. Tot hun grootste fans horen lieden als Justin Vernon (Bon Iver) en Jay-Z (zichzelf), en op het Texaanse SXSW maakten ze een diepe indruk. En nu stonden ze in onze AB, en mocht ik er naartoe. Samen met piepjong volk, allemaal très branché, want zo'n nieuwste hype - een mens moet daar rap bij zijn, he. Of het is voorbij voor je het weet.

    Vorig jaar brachten Ryan Olson en Channy Leaneagh (die samen Poliça vormen) hun eerste plaat uit, Give you the Ghost. Het is rare muziek. Doet wat aan Massive Attack denken, maar nog net iets meer arty farty: drummachines, elektronica en een zwaar vervormd Enya-stemmetje. Met veel repetitieve repetitieve repetitieve dingen. Een paar heel zwakke nummers, en een paar uitzonderlijk sterke dingen.

    Live is Poliça vooral de ranke, lieftallige Channy Leaneagh. Olson blijft blijkbaar liever thuis. Hij heeft vooral netjes zijn dingen in een doosje gestopt, en Channy haalt die er op het gepaste moment uit. Die dingen, dat is dus zijn muziek. Dat gaat dan zo op het podium: veel rook, zwoele belichting en Channy die in een strak zwart kleedje vooraan staat, microfoon in de hand, en voor haar twee van die doosjes met draadjes aan. Ze duwt op een knopje, en de muziek begint te spelen. Dan draait ze wat aan een ander knopje, en de muziek verandert. En dan zingt ze. De AB stond erbij en keek ernaar. Tot plots de echte muzikanten invielen: een bas en twee (twéé!) drummers. Ze goten een hete funksaus over de koele elektronische klanken, en de hele AB begon te wiegen, te knikken, te dansen zelfs. Een uur lang.

    Eerste vaststelling: de dingen die ik op plaat al vervelend vond, zijn live nog slechter. Maar de sterke nummers zijn live ontelbare keren beter. Vooral het stomende, indrukwekkende Dark Star was onweerstaanbaar goed.
    Tweede vaststelling: het helpt om komieke sigaretten te roken. Niet dat ik me daaraan bezondig, maar de hoeken waar kruiddampen uit opstegen reageerden enthousiaster op de muziek dan anderen.
    Derde vaststelling: veel van hun songs zijn perfect onderling inwisselbaar. Herkenningsapplaus is quasi onmogelijk, want het volgende nummer lijkt op het vorige dat leek op het eerste.
    En de vierde vaststelling: ik blijft het toch moeilijk hebben met die knopjesdraaiers. Ik wéét het - vrijwel alle artiesten gebruiken software om hun stem live juist te doen klinken. Ik wéét het - vrijwel alle groepen laten een tape meedraaien tijdens hun optredens. En ik wéét het: Poliça komt er open voor uit dat 90 procent van de muziek uit die doosjes komt. Zelfs drums. De momenten dat de muzikanten een echte méérwaarde boden waren er wel (zie het al aangehaalde Dark Star - pure seks), maar de helft van het optreden hadden ze gewoon in de coulissen kunnen blijven zitten. Het is ook knap, hoor - de manier waarop Channy haar stem eindeloos vervormt en samplet. En de manier waarop de groep (mag je dit eigenlijk wel een groep noemen?) op de muziek inspeelt/meespeelt is ook ferm. Maar het blijft me toch wat te gekunsteld. Het betekent vooral dat er totaal geen ruimte is voor 'het moment'.

    Dat moment komt er dus niet, met Poliça. Er is geen ruimte voor een extra drumroffel of een onverwacht basloopje. Want de band loopt. De drummers zaten met koptelefoons op het podium - juist invallen op de muziek was dus belangrijker dan te horen hoe de zaal reageert. En zo'n moment, dat maakt een optreden uniek en onvergetelijk. Het 'Jesus Etc.'-moment van Wilco. De 'The River'-intro van the Boss (ook al herhaalde hij die heel spontaan elk optreden weer). De duels op het podium bij George Clinton, waar gitaren en bas en drums het tegen elkaar opnemen tot iedereen in extase... Enfin, je kent het wel. Dat soort moment. Dat ontbreekt bij Poliça. Je krijgt wel fijne muziek, die wat onschadelijk kabbelt, die een trance lijkt te veroorzaken. Die vervormde stem die een bevreemdende afstand schept - maar goed, het is geen misdaad om niet met je échte stem te zingen. Helmut Lotti is zo zelfs rijk geworden.

    Poliça is een fijne hype. Maar of ik de hype nog eens aan het werk wil zien? De jury is nog onbeslist. Laat ze nog een paar nummers maken van het niveau van Wandering Star of Amongster, laat ze Happy be Fine begraven, en het zou kunnen lukken.

    19-03-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    06-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Steve Wynn
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Steve Wynn
    Mechelen, 6 maart 2013

    Wynn – zie Dream Syndicate, Gutterball en The Baseball Project – biedt zichzelf aan fans aan, om in hun woonkamer een set te komen spelen. Je stelt je kandidaat via zijn website http://www.stevewynn.net/house_concerts.php en spreekt prijs en datum af. Verder: geen spelregels. Je bepaalt samen de setlist, je kiest wie aanwezig is.

    Steven Vercauteren besloot het te doen. In een statige burgerwoning in Mechelen verhuisde hij tafels en kasten uit de woonkamer, plaatste er plooistoelen en een gemakkelijke bank, een microfoon én Steve Wynn. Dertig gasten – vrienden, buren, familie. Nauwelijks Wynn-fans. En dan anderhalf uur breekbare, intieme muziek. Steve Wynn die zijn ding deed, een gastheer die glunderde. Gasten die een pint uit de koelkast haalden, nootjes en chips aten en vooral luisterden. Naar The Medicine Show, The Days of Wine and Roses, When you Smile, Carolyn, Anthem, enfin: songs uit zowat alle periodes van zijn carrière. 

    Eigenlijk is het te gek voor woorden. Steve Wynn is niet zomaar iemand. Hij is niet de grootste zanger of gitaarspeler te wereld, maar hij is wel een onvoorstelbaar invloedrijk muzikant. "Het is haast ontroerend om in interviews met de newest hottest thing te lezen dat je hen hebt beïnvloed", zegt hij. "Een groepje met jongens van 20, 25 jaar, die dus nooit the Dream Syndicate hebben gekend, maar die de muziek wel leerden kennen via hun vader, via Youtube, weet ik veel... En die nu plots naar ons refereren. Geweldig, toch?" Die Steve Wynn dus, die in een huis in Mechelen voor dertig man zingt en speelt en grapjes vertelt. En het allemaal heel erg ok vindt. 

    In de kelder van het huis, tijdens de pauze, zitten we samen op de bank die er staat. ZIjn 'green room' is sober aangekleed (eigenlijk staat er vooral speelgoed voor de kinderen van de heer des huize), maar het kan hem allemaal niks schelen. "Steeds meer muzikanten doen dit", zegt hij me. Niet omwille van de crisis in de VS, maar wel omdat hun fans te oud zijn om een hele avond en nacht in een rock-club te staan. "Ze kunnen het niet meer, ze vinden de babysit te omslachtig, ze moeten zich naar huis haasten, of het is gewoon te ver. Voor al die mensen is er nu dus een oplossing: ik treed bij hen thuis op. Wanneer er, zoals vanavond, vooral gasten zijn die mij of mijn muziek nog niet kennen, win je eigenlijk dubbel. MIsschien krijg je er zo nieuwe fans bij."

    Ongetwijfeld. Net zoals ik overstag ging bij m'n eerste Wynn-concert, gaven nu anderen zich zonder tegenstand gewonnen. Gevallen voor de charmes. Het vakmanschap. Neen, het was geen groots concert - het reünieconcert van Dream Syndicate op 23 mei in Leuven zou dat wél kunnen worden - maar het was wel bijzonder. Door de omstandigheden (buren die langs de straatkant door het raam foto's kwamen maken), door het aanstekelijke enthousiasme van de gastheer. 

    En nu, als u me toestaat, zoek ik het mailadres van de heer Springsteen, Bruce. Hij mag ook eens in mijn woonkamer komen spelen. We zien dan wel of we hem ooit nog laten gaan.

    06-03-2013 om 00:00 geschreven door Peter VDB  




    Foto

    (meer dan) een jaar gratis muziek

    bestaat nu ook als boek!

    Bestellen via shopmybook 

     

     


    Sommige verslagjes op Radio 1 zijn nog te beluisteren via de Exit-site.
    http://tinyurl.com/ylr3kgw



    En zo...
  • PVDB
  • Boss
  • The Lake
  • Neil
  • Youssou
  • Willy
  • HA!
  • AB
  • Club
  • Bal

    Mail



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs