Inhoud blog
  • Patti Smith
  • Neil Young and Crazy Horse
  • Johnny Marr
  • Motörhead
  • Hooverphonic
  • Amy Macdonald
  • Magnus
  • Rock Werchter 2014
  • The Rolling Stones
  • Simple Minds
  • Triggerfinger
  • Arcade Fire
  • Admiral Freebee
  • Elton John
  • Vanessa Paradis
  • Goldfrapp
  • Monk
  • Nile Rodgers
  • Texas
  • Ozark Henry
  • Axelle Red
  • Daan
  • The B 52's
  • Ceelo Green
  • Damien Rice
  • Arno
  • Seasick Steve
  • Donavon Frankenreiter
  • Deep Purple
  • Alice Cooper
  • Bruce Springsteen & the E-Street Band
  • Rock Werchter
  • Lana Del Rey
  • Poliça
  • Steve Wynn
  • Alabama Shakes
  • Cold Spex
  • Norah Jones
  • dEUS
  • The Specials
  • PIL
  • Echo and the Bunnymen
  • Luc Van Acker
  • The Beach Boys
  • De Mens
  • The Roots
  • Absynthe Minded
  • Brian Ferry
  • Bruce Springsteen and the E Street Band
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Michael Kiwanuka
  • Jonathan Jeremiah
  • John Cale
  • Alice Cooper
  • Gotye
  • Red Hot Chili Peppers
  • Steve Earle
  • CW Stoneking
  • Anna Calvi
  • Bony King of Nowhere en Midlake
  • Toots Thielemans
  • Paul Simon
  • KT Tunstall
  • Selah Sue
  • A tribute to Alan Lomax
  • Richard Thompson Band
  • Hannelore Bedert
  • Lambchop
  • ZZ Top & The Doobie Brothers
  • Steve Miller Band
  • Carlos Santana
  • Peter Gabriel
  • Isobel Campbell and Mark Lanegan
  • Chris Isaak
  • Mark Knopfler
  • Snow Patrol
  • Eric Clapton & Steve Winwood
  • Jamie Lidell
  • Hannelore Bedert
  • Tindersticks
  • Randy Newman
  • 65daysofstatic
  • Heaven 17
  • The Temptations & The Four Tops
  • Angie Stone
  • Joss Stone
  • Chris Rea
  • Lyle Lovett en John Hiatt
  • David Gray
  • Marianne Faithfull
  • Wilco
  • Massive Attack
  • Status Quo
  • Fleetwood Mac
  • Emiliana Torrini
  • Daniel Lanois
  • Moby
  • Ray Davies
  • Donna Summer
  • David Byrne
  • Steely Dan
  • Ry Cooder en Nick Lowe
  • Eagles
  • Morrissey
  • Bruce Springsteen and the E-Street Band
  • Elbow
  • Me First and the Gimme Gimmes
  • Patrick Watson
  • Zappa Plays Zappa
  • Lily Allen
  • Liam Finn
  • Jackson Browne
  • Bob Dylan
  • Lenny Kravitz
  • Razorlight
  • Johann Johannsson
  • Antony and the Johnsons
  • Lyle Lovett
  • Grace Jones
  • Franz Ferdinand
  • John Legend
  • Metallica
  • Luka Bloom and Band
  • Selah Sue
  • Seasick Steve
  • dEUS
  • Raymond
  • Sigur Ros
  • Tony Joe White
  • Herbie Hancock
  • Lambchop
  • Luna Twist
  • John Mayall and the Bluesbrakers
  • Stephen Stills
  • Elliott Murphy
  • Paul Weller
  • Steve Wynn
  • The Lemonheads
  • Alanis Morissette
  • Grace Jones
  • Macy Gray
  • Melee
  • Counting Crows
  • Elbow
  • Bruce Springsteen
  • John Fogerty
  • Stephen Malkmus
  • The Police
  • Iggy & the Stooges
  • Mark Knopfler
  • Willard Grant Conspiracy
  • Madrugada
  • Alison Kraus & Robert Plant
  • Elliott Murphy
  • Tindersticks
  • Sebadoh
  • Mavis Staples
  • KT Tunstall
  • PUSA
  • Electric Eel Shock
  • John Scofield
  • Jools Holland
  • James Taylor
  • Youssou Ndour
  • Alicia Keys
  • Think of One
  • Joe Bonamassa
  • James Blunt
  • The Cure
  • 65daysofstatic
  • Dirty Dozen Brass Band
  • Eels
  • Steve Wynn
  • Jim Cole
  • Lady Linn and her Magnificent Seven
  • Willy Deville
  • Arno
  • Neil Young
  • Nouvelle Vague
  • Seasick Steve
  • John Watts (from Fisher Z)
  • Inleiding
    Foto
    Muziek 2008 - 2014
    (Meer dan) 1 jaar gratis concerten
    Verslagjes van concerten in 2008 & 2009 & 2010 & 2011
    11-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stephen Malkmus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Stephen Malkmus and the Jicks
    AB, 11 juni 2008
    Stephen Malkmus - zang en gitaar
    Janet Weiss - zang en drums
    Joanna Bolme - bass
    Mike Clark - gitaar en keyboards
    Verslag: Ja

    Heel lang geleden zag ik Pavement in de AB. Ik herinner me vooral de vele pinten die we toen dronken in de Foyer, de spanning die in de AB hing omdat Pavement toen zowat de hotste groep was ter wereld, en de ontgoocheling omdat de bende junks/alcoholici van vele van Malkmus' schitterende songs een potje maakten. De geruchten werden bevestigd: Pavement was niet alleen een slordig spelende groep, het was ook een bijzonder beperkte groep. Lees: de muzikanten deugden niet.

    Nu stond Malkmus met zijn nieuwe groep, the Jicks, in diezelfde AB. Het is te zeggen: in de AB Box - de kleinere versie van de zaal. En die Box was niet helemaal volgelopen. Malkmus mag dan een levende legende zijn, toch spreekt hij blijkbaar minder tot de verbeelding dan in zijn drugs- en alcoholovergoten verleden bij Pavement. En dat is zeer, zeer jammer. Want dit was een van de betere concerten van het jaar.

    Ik vraag me af hoe Malkmus zich deze dagen voelt. Waarschijnlijk goed - hij leek heel ontspannen, maakte grapjes met de groep en het publiek. Maar ergens moet er toch spijt zijn:bijvoorbeeld omdat hij niet veel eerder Pavement had opgeblazen om met echte muzikanten aan de slag te gaan. Want die Jicks kicken verdorie ass. De drumster, Janet Weiss, is grandioos: ze houdt de boel bij elkaar, en zorgt ervoor dat Malkmus alle ruimte krijgt om zijn ding te doen. Het is dan ook nog eens bijzonder sexy, zo'n vrouwelijke drummer. Met een bassiste erbij, weet een gezonde man niet waar eerst kijken op het podium.
    Alhoewel: naar Malkmus kijken, natuurlijk. Het genie bracht net zijn vierde post-Pavement plaat uit, Real Emotional Trash, en het is veruit de beste van de vier. We kregen 'm ook bijna integraal te horen - van opener Dragonfly Pie over Gardenia, Cold Son, Baltimore, Hopscotch Willy, Elmo Delmo tot We Can't Help you. Mooi hoor. Het blijft natuurlijk moeilijke muziek: per song zitten er nog steeds drie of vier melodielijnen, soms is het zelfs niet duidelijk of ze een nieuw liedje inzetten of niet. Maar het is allemaal wonderbaarlijk mooi gespeeld, met Malkmus in een absolute glansrol op gitaar.

    De epische, psychedelische rock van Malkmus is dus niet gemakkelijk, maar werd duidelijk wel door het publiek gesmaakt. Dat publiek luisterde en bewonderde, heel beleefd, en applaudiseerde na afloop. Af en toe werd iets geroepen (Thanks for coming to Brussels), maar het bleef allemaal behoorlijk netjes. Waarschijnlijk enerzijds omdat het publiek vooral uit veertigers bestond, anderzijds omdat de geweldige Pavement-hitjes (Stereo, Shady lane of Here, bijvoorbeeld) ontbraken.

    Malkmus is een grote meneer. We kunnen alleen maar hopen dat hij de plaats, ruimte, tijd en geld blijft krijgen om zijn ding te doen.

    11-06-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    07-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Police
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    The Police
    Werchter, 7 juni 2008
    Sting (zang en bas)
    Andy Summers (gitaar)
    Stewart Copeland (drums)
    Verslag: Neen.

    Lang leve de juke-box. Je steekt er een cent in, duwt op een knop, en je krijgt de muziek die je koos. Plots is het voorbij, maar als je nog centen hebt, kun je nog doorgaan. De muziek verrast je niet: je kiest uiteindelijk zelf, en je keuze klinkt precies zoals je het had verwacht.

    The Police is zo'n juke-box. De groep is aan een wereldwijde afscheidstournee bezig, nu al veel te lang, en speelt daarin avond na avond netjes wat de mensen verwachten. Op het podium denken ze aan het geld dat de tour hen opbrengt, wat ze later met dat geld zullen doen, na de tour. En gehoorzamen ze gedwee wanneer het publiek een ander knopje indrukt: dan gaat het tempo wat omhoog, wordt er eens gelachen, wordt er een ander ego opgeblonken en dwalen de gedachten weer af naar het spaarboekje van de achterkleinkinderen...

    De Police maakte fantastische muziek: legendarische elpees met geweldige songs. In 1977 richtte de Amerikaanse drummer Stewart Copeland de groep op, in 1984 spatte alles uiteen. De ego's waren te groot geworden: Sting was acteur-zanger, Copeland voelde zich miskend als oprichter en Summer beschouwde zichzelf als het genie van de groep. Eénmalige reunies maakten duidelijk dat de drie elkaar niet meer lustten, tot ze plots in 2007 toch weer samenkwamen voor een wereldtournee. Nu houden ze er echt mee op, beloofden ze: na deze tour nooit meer samen.

    Dus moest je er in Werchter wel bij zijn. De vraag was: hoe goed kunnen drie heren op leeftijd, The Police naspelen?

    Het antwoord: heel erg goed. The Police, dat is dus duidelijk Sting. Ja, het gitaarspel van Summer is vaak virtuoos en zorgt voor verluchting. Ja, het slagwerk van Copeland doet de songs vooruit drijven. Maar het is de fladderende bas van Sting, en zijn o zo kenmerkende stem (zelfs met een grijze baard!) die The Police echt maken. 
    Waarmee meteen de sterkte en de zwakte van dit optreden werden aangegeven. Stings stem is uniek, en kwam verrassend goed uit de verf. De zwakte dan:na een half uur wil je wel eens een andere stem horen. Met hun drieën kunnen ze sowieso al niet eindeloos variëren in klankkleuren, het waren dus vooral de ritmes die voor afwisseling zorgden.

    Maar ik zoek spijkers op laag water. De drie heren op leeftijd kunnen The Police heel netjes naspelen - geholpen met een tape met extra zanglijnen. De wei genoot ervan om even in 1979 te zitten, sommigen spraken vreemde talen (Outlandos d'Amourregetta De Blanc, Zenyatta Mondatta nog aan toe!), maar iedereen zong vooral mee, liet zich leiden door massamenner Sting, stoorde zich niet aan de af en toe routineuze show op het podium, en was heeeel blij en vrolijk. Het was genieten van de hoogtepunten en soms ergeren bij uitgesponnen nummers die uiteindelijk half de mist in gingen.Mij viel het op dat de drie op het podium elkaar nauwelijks aankeken, dat Summer maar één keer lachte, en dat ze niet één keer zeiden 'We are the Police'.Maar ik ben een muggenzifter, dus. Stiekem, heel stiekem, zong ik mee - ie eee eee ooh.

    Setlist
    1. Message in a Bottle *** 2. Walking on the Moon *** 3. Demolition Man *** 4. Voices/When the World Is Running Down *** 5. Don't Stand So Close
    to Me ** 6. Driven to Tears*** 7. Hole in My Life *** 8. Every Little Thing She Does Is Magic *** 9. Wrapped around Your Finger *** 10. De Do Do Do De Da Da Da *** 11. Invisible Sun *** 12. Can't Stand Losing You *** 13. Roxanne *** 14. King of Pain *** 15. So Lonely ***16. Every Breath You Take
    *** 17. Next to You

    07-06-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iggy & the Stooges
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Iggy & The Stooges
    Werchter, 7 juni 2008
    Ron Asheton (gitaar)
    Mike Watts (bas)
    Sott Asheton (drums)
    Steve MacKay (sax)
    Iggy Pop
    Verslag: Neen

    Festivals: ik hou er niet van. Je staat naar een groot scherm te staren, en hoort verwaaide flarden muziek. De pinten zijn te duur en smaken niet, en ofwel eet je stof, ofwel ploeter je door de modder. Bovendien zijn de festivalgangers sissies geworden: overal liggen grote plastic matten, om de modder een beetje binnen de perken te houden. Werchter Classics is dus geen uitzondering. Zelfs niet onze geslaagde combinatie auto (tot Haacht)/fiets (tot aan de wei) kon me tot weinig extatische uithalen verleiden.

    Iggy Pop kon dat ook niet. Natuurlijk blijft het energiek, en moetje bewondering hebben voor de leeftijd van de man (zestig jaar!), of gewoon voor het feit dat hij er na zijn heroïnejaren nog is. De Stooges, dat zijn een paar fijne nummers (No Fun, I Wanna Be Your Dog dat hier lichtjes de mist in ging, 1970 dat wél heel mooi was). En Iggy, die blijf springen en roepen en dansen en springen en zijn ontbloot bovenlijf tonen.
    Maar: ik zag het al een keer te veel. Op festivals. Toen wou ik Lust for Life horen, nu No Fun. Maar Iggy bleef dezelfde, met zijn groep of met zijn Stooges: loos gaan voor een muur van gitaargeweld. Fans het podium oproepen, laten meedansen en - zingen. Het podium afduiken en tussen het publiek gaan staan...

    Met de legende van de Stooges heb ik een mathematisch probleem. De groep verocht tussen 1967 en 1974 maar een handvol platen (letterlijk); hun optredens waren rampzalig (feedback met stofzuiger-solo's), hun alcohol-en heroïnemisbruik liep de spuigaten uit. De groep viel begin jaren zeventig uiteen: David Bowie producete een plaat (Raw power), haalde Iggy naar Engeland - maar Iggy Pops heroïneprobleem werd te groot. En nu wordt diezelfde groep als 'bijzonder invloedrijk' genoemd. Indien iedereen die nu zegt te zijn beïnvloed door een oude Stooges-plaat, effectief ooit die plaat kocht, was de groep nooit gesplit, maar telden ze hun centen op de Bahamas.

    Maar goed: laat die copycats hun pleziertje. De Stooges in 2008 zijn oud, maar zorgen voor datgene waar de fan voor komt: ambiance, trucjes (microfoon in de broek, broek open, water over hoofd kappen, microfoonstandaard kaportgooien) en af en toe een flard geniale muziek. Maar dan wel muziek van veertig jaar geleden. Tsja, daarvoor zijn dit waarschijnlijk ook de Classics.
    Setlist:
    Loose *** Down On The Street*** 1969 *** I Wanna Be Your Dog *** T.V. Eye *** Dirt *** Real Cool Time *** No Fun ***  1970 *** Mindroom *** Fun House /L.A. Blues *** Skull Ring *** My Idea Of Fun *** Search & Destroy *** Bis: I Got A Right *** Little Electric Chair

    07-06-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    03-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mark Knopfler
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Mark Knopfler
    Vorst Nationaal, 3 juni 2008
    Guy Fletcher: Keyboards
    Danny Cummings: drums
    Glenn Worf: Bass
    Matt Rollings: keyboards
    Richard Bennett: gitaar
    John McCusker: viool
    Verslag: Ja.

    Toen Dire Straits uitkwam, ergens in 1977, was de groep een revelatie. Fris, sprankelend gitaarspel van ene Knopfler, fijne ritmes, goeie muziek. Het zou verkeren: Dire Straits werd een supergroep, de nummers werden voorspelbaar en trager, en toen Philips in Dire Straits het ultieme vehicel zag om een nieuw uitvindingetje te promoten (de cd), werd de groep jaren aan een stuk op wereldtournee gestuurd. Dat frisse Britse groepje met het aparte geluid en fijne rock, was een dino geworden die zichzelf tegen zijn eigen zin, overleefde.
    Mark Knopfler baalde duidelijk ook. De formule waarin hij zat opgesloten, beknotte hem. De fluo zweetbandjes waren belangrijker geworden dan de muziek, en in die muziekwereld werd hij door niemand nog au sérieux genomen. Money for nothing - niet bepaald. In 1995 werd de groep opgeblazen, en was het uit met de pastiche die Dire Straits was geworden.

    Knopfler besloot te doen waar hij zin in had. Muziek maken - voor films. De studio induiken met vrienden als Bob Dylan. Een plaat opnemen en touren met Emmylou Harris. En zie: Knopfler werd plots wél weer ernstig genomen. Zijn virtuoze gitaarspel kreeg de erkenning die het verdiende. Neen, opwindend zou Knopfler niet meer worden, maar dat wou hij ook niet. Vijf solo-cd's brachten trage, schone liedjes - de ene keer folky (The Ragpicker's Dream), de andere keer slepend (zijn nieuwste, Kill to Get Krimson).

    In een overvol Vorst Nationaal kregen we een avond lang al die Knopflers samen te zien en te horen. Zes heren struinden het podium op, ontspannen, om te doen wat ze graag én goed doen: muziek maken. De eerste nummers gingen compleet de mist in door een totaal foute geluidsbalans - Knopfler stond steeds wilder aanwijzingen te geven over hoe het geluid moest worden bijgestuurd. Onbegrijpelijk, toch. Pas bij 'What it is' (uit Sailing to Philadelphia) kwamen de o zo typische stem en even kenmerkende gitaarriedels er eindelijk door. Uit zijn nieuwe plaat slechts twee nummers (wat toch weinig is om een nieuwe plaat te promoten): 'True Love will never Fade' viel aardig mee, maar 'The Fish and the Bird' bleek live een even grote miskleun te zijn als op plaat. Vervelend.

    Een steeds warmer wordend Vorst (warm? zeg maar: heet) ontplofte een eerste keer bij 'Romeo and Juliet', met meteen erachteraan 'Sultans of Swing'. Daarvoor kwamen al die veertigers dus: om Dire Straits nog eens te horen. Sultans werd traag gespeeld, met een versnelling naar het einde toe. Daarna 'Marble Town' uit die Ragpickers' Dream, een aardig folky deuntje. Het optreden sloot af met nog een Dire Straits-klassieker: Telegraph Road. En toen had ik het zo'n beetje gehad, eigenlijk. Knopfler speelt onwaarschijnlijk goed gitaar, maar er waren net wat te  veel nummers met een identieke opbouw: traag beginnen, versnellen, solo, vertragen, solo, versnellen, solo, aanzwellen, solo, enzovoort.

    En kijk: als eerste bis kregen we 'Brothers in Arms', en alles was vergeten en vergeven. De grote gitaar die plots in het decor opdook (en die we kennen van de Brothers in Arms platenhoes) was blijkbaar nog niet helemaal fiscaal afgetrokken uit een Dire Straits-tour, en mocht ook nog even meedoen. Met 'Our Shangri-la' maakte Knopfler nog even duidelijk dat dit niet Dire Straits was (weer zo'n zwak nummer, ongeïnspireerd gebracht), en 'So far Away' kreeg een slordige versie mee. De afsluiter was gepast: 'Going Home', uit de soundtrack voor Local Hero.

    De mensen kregen waarvoor ze gekomen waren: mooie gitaarklanken, een paar Dire Straits-klassiekers en een vrij sobere show waarin de muziek centraal stond.

    Eén zaak moet me toch nog van het hart. Niet voor het eerst, was Vorst Nationaal schandalig over-verkocht. Achter de laatste stoeltjesrijen, stonden mensen drie rijen dik te zweten. Het is een regelrechte schande dat hiervoor tickets worden verkocht: die mensen zien nauwelijks iets, de klank is boven in de nok nog slechter dan beneden. Op de gallerij van de eerste verdieping moesten mensen zelfs op de vloer gaan zitten, of ze zagen het podium niet eens. Misschien iets minder inhalig (inhalerig?) zijn in het vervolg, en tevreden zijn met een 'gewoon' uitverkocht Vorst.

    Setlist:
    Cannibals - Why aye Men - What it is - Sailing to Philadelphia - True Love will never Fade - The Fish and the Bird - Hill Farmers' Blues - Romeo and Juliet - Sultans of Swing - Marble Town - Postcards from Paraguay - Speedway at Nazareth - Telegraph Road - Brothers in Arms - Our Shangri-La - So Far Away - Going Home

    03-06-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    24-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Willard Grant Conspiracy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Willard Grant Conspiracy The Pilgrim Road Orchestra Tour
    Handelsbeurs, Gent
    Zaterdag 24 mei 2008
    Verslag: Neen.

    Deze keer geen lijst van muzikanten - het waren er te veel. De enige constante in WGC is namelijk zanger/liedjesschrijver Robert Fisher. De rest is een los-vaste verzameling muzikanten, die bijspringen op de platen of tijdens de ultra-korte tournees.
    Heel lang geleden kocht ik Mojave, een van de eerste WGC-cd's. Het was vreemde muziek: betoverend, meeslepend, eenvoudig en toch zo complex  Sindsdien is dat zo gebleven, waarschijnlijk omdat die Fisher een behoorlijk complex persoontje blijkt te zijn
    Het voorprogramma (Howe Gelb) laten we aan ons voorbij gaan - liever een Duveltje in de mooie bar van de Handelsbeurs. Na die support slenteren we de zaal in, tot de eerste rij, waar we op het podium kunnen leunen. Tien minuten later komen de twaalf muzikanten het podium op - en gaan ze allemaal zitten. Trombone, gitaar, trompet, drummer, zangeres, viool, cello, pianist,keyboards en Fisher zelf. Eén man staat recht: de Nederlandse bassist Eric van Loo,die we eerder dit jaar al aan het werk zagen bij Steve Wynn. Na het optreden vertelde Eric trouwens dat Wynn in het najaar terugkeert naar België, voor een tour met een uitgebreid akoestisch ensemble. Allen daarheen.
    Maar WGC dus. Die Robert Fisher was zijn lange baard kwijt, maar had in ruil wat kilo's buik gekregen. Wat zeg ik - wat kilo's? De man is gewoon moddervet. Ongezond dik. Waggel-obesitas dik. Het is een wonder dat hij nog niet te kortademig is om te zingen.
    Want zingen doet hij dus. Mooie liedjes, die schitterend worden ingekleed door het ensemble (zoals hij het zelf noemt). Dit is kamermuziek van de 21ste eeuw, intelligent vermaak. Water and Roses is een schitterend nummer, waarin de violen,piano en stemmen rond een melodie fladderen.
    Fisher is ook grappig.'Ik beloof dat er per optreden niet meer dan zes liedjes over de dood worden gespeeld', zegt hij. Of hij vertelt een hilarisch verhaal, over hoe hij in Wenen werd opgevorderd voor een video-clip. 'Ik haat dat, maar soms moet je mensen met slechte ideeën even met rust laten... Ze wilden me door een car-wash laten lopen, terwijl ik dat liedje zong', zegt hij. Je ziet het zo voor je: de extreem dikke, waggelende Fisher door zo'n wasstraat. 'Net wanneer ik er zou uit komen, zouden al die borstels beginnen draaien,zouden de machines zeep braken en water spuiten... Op dat moment heb ik bedankt."
    Waarna weer een streepje muziek volgde. Wanneer de zangeres de tweede stem invulde, helde de balans negatief over naar iets te veel Leonard Cohen. Maar van zodra Fisher de ackoestische gitaar rond zijn lijf kreeg, en hij het ritme aangaf, en de hele groep zich gewillig liet meeslepen in zo'n trance-nummer,... waw.
    Op de hele avond was er maar één enkel rock 'n' roll moment. FIscher stapte plots naar de zijkant van het podium, waar blijkbaar iemand stond te filmen. "Ik hoop het niet terug te zien op TouTube. Ik pak niet op film,enYouTube is geen uitzondering. Ik word hier heel nerveus van." Hij ging weer zitten, speelde een liedje, maar je voelde de temperatuur in de zaal zakken, je hoorde de sfeer breken. Jammer, maar even later was het weer vergeten. Toen na het optreden de complete groep in de HA-bar rondhing om cd's te signeren, begreep iedereen dat dit geen rock'n' roll is, maar gewoon keigoeie muziek. En snapte iedereen Fishers woede: de man krijgt zijn cd's in de USA zelfs niet meer verdeeld, hij verdient letterlijk geld met cd-verkoop na een optreden - hij is dus als de dood voor illegale video's met zijn liedjes, gratis, op YouTube...

    http://www.willardgrantconspiracy.com/

    24-05-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    12-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Madrugada
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Madrugada
    AB Box, 12 mei 2008
    Verslag: Ja

    Doemdenkende, duistere Noren: je komt ze niet elke dag tegen. En dat is maar goed ook.Madrugada poduceert behoortljk deprimerende muziek, en op het einde van een zonnig en heet pinksterweekend past eerder een exotisch optreden dan deze Scaninavische heavy blues.

    Gitarist én songwriter Robert Buras overleed vorig jaar, en toen al verwachtte iedereen het einde van Madrugada. Maar de zesde cd werd toch uitgebracht, gevolgd door een tour - waarschijnlijk de allerlaatste. Na vijftien jaar zwartgallige muziek de stekker eruit: zoiets moeten we wel euthanasie noemen.

    Tindersticks meet Radiohead, maar dan zonder de goede liedjes. In de hete AB startte het nog opwindend: drie gitaristen, één bas en een drummer die stakke rock speelde, zanger Silvert Hoyern die zijn basstem liet gelden. Het derde nummer al was hun laatste (en enige) sigle: Look Away Lucifer. En daarna gingen ze op de rem staan, en kregen we een uur lang moeilijke, zware muziek te horen. Wat ze doen, doen ze goed  - maar ze doen maar één ding. Er zat geen verrassing in, geen variatie. Een One Trick Poney.

    Om met een positieve noot af te sluiten: het optreden duurde hoop en al anderalf uur. Meer moest dat deze keer écht niet zijn.

    http://www.myspace.com/wearemadrugada
    http://www.emi.no/madrugada/

    12-05-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    11-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alison Kraus & Robert Plant
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Alison Kraus & Robert Plant
    Vorst Nationaal, 11 mei 2008
    Featuring T Bone Burnett

    Robert Plant kon na het éénmalige Led Zeppelin-reünieconcert, eind vorig jaar, miljoenen scheppen met een Led-tournee. Er waren 20 miljoen kandidaten voor dat ene concert - stel je voor hoeveel zo'n tour had opgeleverd aan tickets, merchandising, dvd's en cd's. NIet bij te houden.
    Maar meneer T Bone Burnett stak daar een stokje voor. De superproducer (bekend van o.a. Costello, Counting Crows, Roy Orbison, Wallflowers,...) had namelijk met mevrouw Alison Krauss samengewerkt voor de soundtrack van O Brother Where Art Thou (van de Coen-broertjes), en Krauss en Plant kenden elkaar van een eerdere samenwerking rond Leadbelly, en Burnett had een ideetje rond bluegrass-folk-muziek, en...
    En kijk: Raising Sand werd een cd, een succes-cd, met pareltjes van de Everly Brothers, Townes Van Zandt, Tom Waits,... Met de beste Nashville-muzikanten en twee hemelse stemmen. En zondagavond, op de hete pinksterenzondag, werd Raising Sand in Vorst gespeeld.

    Man man man - wat een optreden. Een heldere klank, ik achtte het onmogelijk voor een live-optreden. Vele jaren geleden zag ik hier Radiohead ook al eens toveren met klanken, en vanavond was het allemaal nog straffer. Buddy Miller op gitaar was in-druk-wekkend wanneer het hoorde en paste, Dennis Crouch en Suart Duncan kwamen uit het behang tevoorschijn wanneer de muziek het toeliet. En T Bone Burnett was de hogepriester die deze hoogmis van de goede smaak dirigeerde. Indrukwekkend, of zei ik dat al?

    Van bij de eerste noten was het raak. Hemelse stemmen, duivelse muziek. Een avond lang van rock naar folk, bluegrass naar blues. Een magnifieke reis door de muziekwereld. Met schitterende versies van Zeppelin-nummers: When The Levee Breaks als bis, met banjo-intro en violen die de gitaar van Jimmy P. vervangen. Wat deed denken aan de Seeger-sessions van Springsteen: ook die toverde met muziek van toe en nu.

    Hoogtepunten? Er waren geen andere. 'Trampled Rose' van Tom Waits werd door Krauss naar nieuwe extases gebracht. 'Down to the River to Pray' uit die Coen-film was hemels mooi, met Plant in het achtergrondkoortje... Dit soort avonden kan alleen maar lukken met dit soort mensen: zij die alles al meemaakten, die niks meer te bewijzen hebben, en zichzelf daardoor volledig wegcijferen voor de muziek...

    Het optreden van het jaar. Nu al.

    http://www.robertplantalisonkrauss.com/site.php
    SETLIST :
    01. Rich Woman 02. Leave my woman alone 03. Black dog 04. Sister Rosetta 05. Through the morning 06. Let your loss 07. Fortune teller 08. In the mood 09. Black country woman 10. Shut it tight 11. Bon temps roule 12. Trampled rose 13. Green pastures 14. Down to the river 15. Killing the blues
    16. Nothing 17. Battle of evermore 18. Please read the letter 19. Gone gone gone
    ENCORE :

    20. One woman man 21. Your long journey 22. When the levee breaks

    11-05-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    07-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elliott Murphy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Elliott Murphy
    Ancienne Belgique, 7 mei 2008
    Olivier Durand: gitaar
    Verslag: Ja.

    Elliott Murphy: natuurlijk ken ik hem. Sinds jaar en dag duikt de man op tijdens de bisnummers van Bruce Springsteen, telkens wanneer die Parijs aandoet voor een concert. Dan wordt hij aangekondigd als een zielsverwant, een geweldige singer-songwriter, en mag de lange, magere man met zijn lang blond haar een nummertje lang mee het podium op. Dancing in the Dark en weer inpakken.

    Maar eerlijk: Murphy zelf, alleen, op een podium - dat had ik nog niet mogen meemaken. Waar ik nu al ferme spijt van heb. De man is er 59, komt uit New Jersey (net als Springsteen), bracht zijn eerste plaat uit in 1973 (net als Springsteen) en gooide er meteen hoge ogen mee, bij critici - net als...  juist. Het grote verschil met de Boss: Murphy rukte zich los uit de New Jersey swamps, werd een wereldreiziger en bracht na 1977 geen echt belangrijke platen meer uit. Hij werd een singer-songwriter: een liedjessmid die intussen 30 platen uitbracht, maar daarbij alleen op belangstelling kon rekenen van een kleine schare hondstrouwe fans. Murphy werd een troubadour, ging in Parijs wonen en spreidde zijn creativiteit over muziek en literatuur.

    Het veranderde allemaal toen hij de Normandische gitarist Olivier Durand ontmoette. Durand is een gitaarwonder, een tovenaar op vijf (of zes) snaren, en zijn virtuoze spel paste wonderwel bij de liedjes en de stem van Murphy. Elliott Murphy cijferde zich op platen en optredens weg: zijn gitaarspel werd louter begeleiding, zijn stem een instrument naast de gitaren van Durand.

    Om zijn dertigste plaat voor te stellen (Notes from the Underground), speelden Murphy en Durand in een al maanden uitverkochte AB Club. Gelukkig snapte ook hij dat een loutere cd-voorstelling (elf liedjes afhaspelen en weer naar huis) niet iets is waar mensen op zitten te wachten. Dus bracht hij gewoon een steengoede set, vol afwisseling. Diamonds by the Yard, Green River, The Last of the Rock Stars: hij putte uit zijn dertig platen, en pas na drie kwartier kwamen Ophelia en Razzmatazz uit zijn nieuwe plaat aan de beurt. Waarbij werd bevestigd dat Murphy het nog steeds kan. Meer dan 100 optredens per jaar, en dat merk je. Hij kent zijn bepekerkingen, maar weet ook dat hij ijzersterke songs heeft. Pneumonia Alley is fantastisch, Scandinavian Skies wondermooi. En het sterkste nummer van de cd, 'And General Robert E. Lee' kreeg ook live een superversie mee.

    Murphy zette de bisronde in met 'LA Woman' van the Doors. 'Omdat ik er mezelf aan wil herinneren dat ik veel geluk heb', zegt hij. 'Jim Morrisson kwam in 1971 naar Parijs, en stierf drie maanden later. Elliott Murphy woont sinds 1989 in Parijs, and he's still alive!'. Waarna, op vraag van het publiek, een beklemmende versie van Sicily volgde (I don't want to be a sad troubadour in the South of Sicily): zijn microfoon begaf het, dus zong hij het zonder versterking.

    Een geweldig fijne avond, muzikaal zeer sterk, die doet uitkijken naar 4 oktober. Dan komt Murphy met de volledige groep (the Normandy All Stars) naar de AB terug. En tijdens één van zijn vorige passages in België (in Verviers) speelde hij liefst 4 uur 40 minuten. De verwachtingen worden nu dus al naar ongekende hoogtes gebracht.

    http://www.elliottmurphy.com/

    07-05-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    02-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tindersticks
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Tindersticks
    Vrijdag 2 Mei 2008
    Koninklijk Circus, Brussel
    Stuart Staples: Zang, gitaar
    Neil Fraser: Gitaar
    David Boulter: Keyboards
    Verslag: Ja

    Tindersticks: het zijn geen mannen waar je vrolijk van wordt. Deprimerende muziek, treurwilgen, donkere klanken, sombere teskten,... Wat je ook leest over het Britse combo, de dark force is overal aanwezig. Dat bleek ook in de Koninklijk Circus, vrijdagavond. Er waren geen stage-divers, er werden geen pinten gedronken op het podium - enige ernst en sérieux bleek noodzakelijk. Na de passage van Eels! hier, een tijd geleden, had ik niks anders kunnen verwachten...

    Tindersticks is vijf jaar geleden gesplit. Ze hadden netjes om de twee jaar een nieuwe plaat afgescheiden, maar zanger Stuart Staples had het eeuwige geruzie wel gehad en ging solo. Vorig jaar kwamen ze dan toch samen om een nieuwe plaat te maken, The Hungry Saw. En die bleek meer oude, getrouwe Tindersticks te bevatten. Moeilijke, sombere teksten met muziek die vaak recht van soundtracks te lijken komen; de fantastische stem van Staples, en vooral: mooie liedjes.

    Het beste nieuws was echter dat de groep van zes naar drie leden is teruggebracht. Dat heeft zo zijn gevolgen: de plaat was in een week opgenomen en zelfs gemixt - je hebt plots de helft minder meningen, zinnetjes en egootjes. Ook op het podium heb je minder zielen die met de eer willen gaan lopen. Staples is de echte baas, centraal vooraan - maar achter hem staan prominent de keyboards centraal, en tussen hen in de gitaar. Verder op dat podium: negen vrienden-muzikanten. Een basgitaar, een drum; drie blazers en vier strijkers. Die duidelijk ondersteunen, die de muziek beter en mooier maken.

    En daar draait het om bij Tindersticks: mooie muziek. Geen kleffe grapjes, nauwelijks contact zelfs met het publiek. Geen spreidstand tijdens gitaarsolo's: iedereen spant zich gewoon in om de muziek zo mooi mogelijk te kunnen brengen. Vroeg in de set al mijn absolute favoriete Tindersticks - Flicker of a Little Girl - dat zelfs even vrolijk dreigde te worden.

    Maar neen, vrolijk word je niet van dit soort optredens. Het is genieten van muzikale pracht, van schoon samenspel. En dank zij de stem van Staples, word je zelfs af en toe betoverd. Het woord dat me tijdens My Sister, de eerste (en lange) bis, te binnen schoot, was: waardig. Dit is een waardige groep met waardige muzikanten die zich waardig gedragen.

    http://www.tindersticks.com


    Set list: Introduction / Yesterdays tomorrows / The flicker of a little girl / Come feel the sun / e-type / The other side of the world / The organist entertains / Dying slowly / If you’re looking for a way out / Sleepy song / Say goodbye to the city / Travelling light / The hungry saw / Mother dear / Boobar come back to me / All the love / The turns we took // Encore: My sister / Her /  She’s gone

    02-05-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    29-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sebadoh
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Sebadoh
    29 april 2008
    Handelsbeurs, Gent
    Lou Barlow
    Jason (Jake) Loewenstein
    Eric Gaffney
    Verslag: Ja

    Sebadoh is een mythische groep. De grondleggers van lo-fi en Indie Rock. Geestelijke vaders van Pavement. Inspireerden grunge en punkrock door duidelijk te maken dat, als het niet klinkt, het wel botst. Vijftien jaar lang niet in de originele bezetting opgetreden. Een legendarisch bandje. En toch: een empirisch onderzoek in de vriendenkring, leerde dat niemand Sebadoh kende. Niet één van de drie.

    De mooiste concertzaal van het land was niet uitverkocht voor het Amerikaanse trio. Maar wie er was, beleefde een memorabele avond. Energiek en vooral: heel erg luid. Zo klonk Sebadoh.

    De geschiedenis eerst. Toen Lou Barlow uit Dinosaur Jr werd geschopt, richtte hij met gitarist Eric Gaffney Sebadoh op. Ze namen platen op met aftandse cassetterecorders, speelden op oude gitaren en speelden met geluidjes en klanken. Drummer Jason Loewenstein kwam erbij, en hun eerste tape (The Freed Man) werd een lp en een cd, in 1989. En de geschiedenis was geschreven. Sebadoh zou nog acht platen maken in de tien jaar die zouden volgen. Platen met korte, energieke nummers. Platen die dus school maakten. Loewenstein ontpopte zich als song-writer, en de ego's botsten. Sebadoh splitte een handvol keer. Trad op in verchillende bezettingen. Tijdens een Loolapalooza-optreden was de maat vol voor Gaffney: halverwege de set verliet hij het podium (en de groep), en bekogelde hij Barlow met stenen. Barlow, die op zijn beurt de Folk Implosion oprichtte, en daar ook bescheiden succesjes mee boekte.

    Nu zijn de drie dus weer samen voor een reünie-tour, al is samen wat veel gezegd. Voor een keer stond ik helemaal vooraan, op de eerste rij, om de gevechten tussen de groepsleden zeker niet te missen. Ik zag verveelde blikken, pseudo-vedetten (pseudo, want mijn vrienden weten niet wie die drie zijn) die elkaar geen blik gunden. Macho's die weigerden het slotakkoord aan een ander te laten, waardoor nummers rommelig werden afgesloten. Liedjes die fout werden ingezet. Gaffney die 'The Freedman' bejubelt, Barlow die roept 'fuck that record', Gaffneys gezicht dat meteen op onweer staat.

    Klinkt behoorlijk negatief - maar toch was het een formidabele avond. Want het klonk verdomd goed. Echte venten die vloeken op het podium, die ruzie maken, veel pinten drinken en vooral: luid gitaren laten rocken. Zo hoort het. Echte rock. Rock 'n' roll. Waw.

    Barlow gebruikt een versleten akoestische gitaar, die letterlijk met tape aaneen hangt. Maar hij jaagt de klank door zoveel apparaatjes en versterkers, dat er een indrukwekkend lawaai uit komt. Alsof er een leger elektrische gitaren op het podium staat. Met het publiek praten doet hij nauwelijks - daar zorgt Gaffney voor, na een uurtje - wat dan eindelijk voor een iets warmere respons uit de zaal zorgt. De drie wisselen ook van plaats: Gaffney start op drums, Barlow op gitaar en Loewenstein op bas. Na vijf nummers speelt Barlow bas, Gaffney gitaar en Loewenstein (J-Lo) drums. En zo gaat dat nog een paar keer - en bij iedere wissel speelt het macho-gedrag weer op: wie durft de meeste tijd uit te trekken om de gitaar te stemmen?

    Maar het klink dus. Het swingt. Korte, opzwepende nummers. Voor de diepzinnige teksten hoef je niet te komen - bij Barlow begrijp je af en toe nog een woord, bij de twee andere is het gebrul. Het wordt ook steeds duidelijker dat vooral Loewenstein straalbezopen is, of compleet stoned. Het nummertje Visibly Wasted is dan ook gepast.

    Al bij al een vreemde avond, maar wel: heeeeel plezant. En op de eerste rij wordt plots ook duidelijk waarom mannen als deze op zo'n podium willen staan. Ik ben veruit de lelijkste in de rij (geheel in tegenstelling tot mijn aanwezigheden in café Het Steen): rondom mij bewegen mooie, half blote jongedames zich bijzonder wulps. Muziek? Forget it: it's about sex, man.

    http://www.sebadoh.com/

    29-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    24-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mavis Staples
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Mavis Staples
    AB, 24 april 2008
    Verslag: Ja

    Een concert waar ik (net als iedere muziekliefhebber, denk ik dan) halsreikend naar uitkeek. Mavis Staples. Een echte Grande Dame op bezoek in België. Een monument. Een legende. Eén van de indrukwekkendste soulstemmen. Een survivor, ook. Maar wat gebeurt er dan? Mevrouw Staples is ziek. Keelpijn. Stem kapot. Verdomme toch.

    Met de Staple Singers bracht Mavis haar eerste plaatje uit in 1956. 'We bestaan al 58 jaar', zegt ze (schor) tijdens het optreden. De bezieler van de groep, haar vader 'Pop', is er al lang niet meer - maar ze bracht wel een zusje en een nichtje mee naar Brussel, zodat de illusie van de Staple Singers even bestond.
    Die Staple Singers dus (Pop, Mavis, een broer en twee zussen) werden groot in de jaren zestig, door hun vriendschap met Dr. Martin Luther King en hun inzet voor de burgerbeweging in de VS. Strijden tegen segregatie was toen broodnodig, en overal waar Dr. King ging spreken, traden zij op. Ze liepen letterlijk mee voorop tijdens de marsen voor gelijke rechten, ze mobiliseerden, ze streden mee. In 1969 brak een nieuw tijdperk aan voor de familie, toen ze een contract tekenden bij het legendarische soul-label Stax. Vanaf 1970 scoorden ze een tiental top tien-hits, braken ze wereldwijd door.Ze kregen Booker T and the MG's als begeleidingsgroep. Mavis (die een paar voorzichtige solo-zijstappen nam) trad op met The Band (te zien in de legendarische Scorsece-concertfilm The Last Waltz), Bob Dylan, Curtis Mayfield nam haar onder zijn vleugels...
    Na dat succes, braken andere tijden aan. De Staple Singers werden ontbonden, en Mavis zat in de jaren tachtig financieel compleet aan de grond. Er kwamen pogingen tot come--back - onder andere Prince en Lucky Peterson produceerden nieuw materiaal. Maar het leek over and out voor Mavis.

    Tot Ry Cooder haar belde. Cooder, de museumarchivaris van de betere muziek, nam in 2007 met Mavis de cd 'Well never turn back' op. Met The Freedom Singers, en Ladysmith Black Mambazo. En vooral: met liedjes uit de jaren zestig, die bol staan van engegement, van dromen van een betere wereld waar zwart en blank wél gelijk zijn. En zie: Mavis vond een nieuwe adem, en brult, kreunt en blaft op de plaat alsof ze geen 68, maar 18 jaar jong is.

    In de AB was ze dus ziek. Ze kwamen het podium op (allemaal in het zwart gekleed, geen decoratie, minimumbelichting): Mavis, een gitarist, bassist, drummer en een achtergrondkoortje van één man en twee dames. Mavis zelf, een kleine rondborstige dame, zette Stop -What's that sound in. En je hoorde al: het grommen klinkt vervaarlijk, de hoge noten zijn er niet. Na dat nummer praatte ze met het publiek (wat ze de hele tijd zou doen, overigens): ze was kortademig, hoestte, je vroeg je af hoe ze sowieso aan zingen toe kwam. Na het tweede nummer (een subliem Eyes On the Prize, stukken beter dan de Springsteen-versie uit de Seeger Sessions) hoorde je haar stem verzwakken. En het zou niet meer goed komen.

    Jammer: je komt voor die stem, en die blijkt er dan niet te zijn. Op het einde werd het pijnlijk, zielig bijna, om te zien hoe ze zich toch wou geven - en het niet kon. 'They made me stay at the hotel', zei ze één keer. Maar ze wou toch komen. Net voor de bisnummers refereerde ze nog één keer aan haar stem: 'We owe you'. 'We komen terug, dat zijn we aan je verplicht. Stuur allemaal een kaartje naar Jan (van de AB), dat hij me weer uitnodigt. En we komen gratis en voor niks.' Ik zei het al: een Grote Dame. Geen eindeloos zoeken van excuses - ik ben ziek, mijn stem is kapot, maar toch doe ik mijn best. Wat niet altijd genoeg was - in The Weight liet ze de zangpartij bijna volledig aan de achtergrondzanger over. En Respect Yourself was echt wel niet goed.

    De muziek. De muzikanten waren fe-no-me-naal. Ze vielen totaal niet op wanneer dat hoorde. Maar met een simpel gebaar van Mavis, swingden en rockten ze. De avond was een fantastische synthese van gospel, fifties-rock, soul en funk: de muziekgeschiedenis kwam samen op één moment, één podium. Onvergetelijk. Na drie kwartier nam Mavis een kleine pauze, ging ze achteraan het podium op een stoel zitten. De band speelde een kwartiertje onwaarschijnlijke rock - de bassist ruilde zijn bas voor een gitaar, en overdonderde ons met een versie van Eyes on the Prize op slide-gitaar. Verbluffend - hoeveel adjectieven kan ik nog vinden?

    "We geven je genoeg energie om zes maanden lang alle ellende het hoofd te kunnen bieden", zei Mavis aan het begin van het optreden. Maar mooier waren haar verhalen over die jaren zestig - Down in Mississippi over hoe ze als kind in de Deep South geen water mocht drinken van het kraantje voor blanken. Why are we treated so bad over de Little Rock Nine, de eerste zwarte kinderen die in Arkansas naar een blanke school gingen, en niet met de bus mee mochten. Hoe dat nummer het favoriete was van ML King. Hoe blij ze is met de weg die is afgelegd - 'we hebben zelfs een zwarte presidentskandidaat - Obama. I never thought I'd live to see the day.'
    Het was een mooie avond, eentje om in te kaderen. En dat kader wordt alleen weggenomen indien ze inderdaad, genezen en wel, terugkeert.

    Setlist:
    Stop -What's rthat Sound *** Eyes on the Prize *** Down in Mississippi *** Wade in the Water *** The Weight (the Band) *** Why am I treated so Bad *** Freedom Highway *** Respect  Yourself *** I'll take you there *** We shall not be moved *** On my Way

    http://www.mavisstaples.com/

    24-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    22-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KT Tunstall
    Klik op de afbeelding om de link te volgen KT Tunstall
    AB, 22 april 2008
    Verslag: ja

    KT Tunstall is een 33-jarige schone, kwart Schots, kwart Chinees, half Iers, die uit de folkwereld komt en op haar veertiende al de straten afschuimde met een gitaar. Een echte busker dus. In 2004 bracht ze, na jaren touren met Oi Va Voi, haar eerste solo-cd uit: "Eye to the Telescope". De plaat deed niks, helemaal niks - tot ze op een avond mocht invallen bij Jools Holland, in zijn BBC-programma. Ze bracht er 'Black Horse and the Cherry Tree', en plots ging alles razend snel voor KT: een instant-mega-hit, cd opnieuw uitgebracht, op alle podia ter wereld, succes in Amerika... Terecht: Black Horse is een ijzersterk nummer, en de cd bevatte er zo nog een paar. En Tunstall bouwde zich een gezonde live-reputatie op: energiek, goeie stem,...

    De verwachtingen waren dus hoog gespannen in een uitverkochte AB. Te hoog, zo bleek. KT heeft nu haar eigen groep - een gitarist, bassist, drummer, toetsenist en twee achtergrondzangeressen. Het optreden begon swingend, maar zakte snel in elkaar. KT zorgde vooral zelf voor die dipjes: door tussen de nummers lange, vreemde verhalen te vertellen die niet altijd verband leken te houden met wat komen zou. Interactie met het publiek is ok, maar er zijn grenzen. Je optreden stilleggen voor een 'Random Fact', en dan een verhaaltje vertellen over kikkers die niet kunnen kotsen (met de gore details over hoe ze het dan wél doen): het is niet bepaald bevorderend voor de vaart in zo'n concert.

    Na een goed half uur kregen we al Black Horse...: de band verliet het podium, KT zette haar sampler op en begeleidde zichzelf solo op gitaar. De zaal werd voor het eerst écht enthousiast. Maar plots stapte ze verkeerd, waardoor de sample-begeleiding wegviel, er applaus volgde... en ze het nummer verder zette. Daarna volgde een nummertje aan de piano, daarna een act met trompet, wasbord en basisbegeleiding - en zakte het optreden nog dieper weg. Een half uur kregen we gladde, gepolijste, Amerikaanse poprock te horen. De naam Sophie B. Hawkins schoot me te binnen, en dat is géén compliment.

    Het publiek wou nochtans wel mee: met de grapjes werd geforceerd luid gelachen. Een doos pralines die ze uit het publiek kreeg, verdeelde ze - wat op de eerste rijen voor ambiance, in de rest van de zaal voor ergernis zorgde. Toen ze ruim (heeeeel ruim) de tijd nam om haar gitaar te stemmen, kreeg ze zelfs daarvoor applaus.

    Het zou een uur duren voor de AB veranderde van een meewiegende, haast mee-neuriënde massa in een bende die loos ging. Saving my Face en Suddenly I see werden goed, strak gebracht - de synthesiser-laag lag er nog iets te dik op, maar hei: het rockte, het deed iets met de mensen.

    KT Tunstall wordt een héle grote (al dacht ik dat ooit ook van Tracy Bonham, en van Lisa Loeb, en van Joan Osborne, en...). Ze heeft een magnifieke stem, présence op overschot, ze kan zich smijten in haar muziek. Maar in de AB deed ze me te veel denken aan een DJ met een prima smaak: hij heeft alle juiste plaatjes mee, maar kan ze niet in de juiste volgorde draaien en kan al helemaal niet mixen - waardoor hij telkens zelf weer de vaart uit de feestelijkheden haalt.

    Een volgende keer minder genieten van de AB-keuken, de synthesiser thuis laten en je op de muziek concentreren, KT. Na het optreden kun je eten en drinken wat je wil - je belt me dan maar.

    http://www.kttunstall.com/

    22-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    14-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PUSA
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    The Presidents of the United States of America (PUSA)
    Botanique, Brussel
    14 april
    Chris Ballew, Jason Finn, Andrew McKeog
    Verslag: Ja

    The Presidents of the United States of America noemen zichzelf nu kortweg PUSA - maar voor de rest is er bitter weinig veranderd sinds ze in 1995 de wereld verbaasden met hun eerste cd. Eindelijk kwam er toen humor uit Seattle, na alle weltschmertz die de grunge voortbracht. Sterke nummertjes ook, als Lump, en Peaches, en Kitty. Grappig en energiek.
    Na die debuutplaat volgen er nog een paar, maar nooit konden de PUSA het succes van hun debuut zelfs maar benaderen. Ze tourden intensief, ze splitten twee keer, en Dave Dederer werd vervangen door Andrew McKeog. Ze brengen nu platen uit op hun eigen label, 'These are the Good Times People' is hun nieuwe en zesde. En ze klinken dus nog steeds hetzelfde. Hun nieuwe liedjes hebben meestal nog steeds korte titels (Tiki), ze zijn nog steeds grappig en energiek.
    En live klopt het allemaal als een bus. De Basitar en Guitbass (naar een idee van Mark Sandman van Therapy?, die twee gitaarsnaren door bassnaren verving) drijven de muziek aan een rottempo vooruit, de drums zorgen ervoor dat alle tempowisselingen (en er zijn er heel veel) perfect verlopen. Dit is een superprofessionele groep, die duidelijk heel veel speelt, weet wat er gebeurt en er voluit voor gaat.
    Van bij de opener (Tiki) slaat de vlam in de pijp - de zaal laat zich gewillig inpakken, zingt mee, springt mee op en neer. Toch worden de oude nummers het warmst onthaald - wat ook al geen probleem is voor de PUSA: that's life, daar komen de mensen voor - dat is is dus ook wat we hen geven. We kregen een standaardset - alleen het eerste bisnummer werd voor België ingevoegd (Ca plane pour moi, jawel, ons enige punknummer). Ze speelden dus veel nummers, maar wel allemaal korte - waardoor er een enorme vaart in het concert blijft zitten.
    Chris Ballew is dan ook nog eens grappig (heel fijne bindteksten), maar iemand moet hem toch vertellen dat Brussel tweetalig is. (is dat eigenlijk wel zo? maar da's een ander verhaal...) De man pakte heel fier uit met zijn kennis van de Franse taal, en net toen je dacht dat mensen in de zaal zich daaraan ergerden, zorgde Ballew (zonder het te weten) voor de oplossing. Hij vroeg wat 'Postman' betekende in het Frans (om het nummertje 'Some Postman' uit te leggen), en iemand uit de zaal riep hem toe 'postbode'. Voor Ballew genoeg om te weten dat hij het vanaf dan beter in het Engels deed.
    Enfin: een zeer goed optreden van een groep die duidelijk is blijven steken in de jaren negentig - maar dat niet erg vindt, net zo min als wijzelf. Muzikaal klopt het allemaal (in Kitty werd een loeiend stukje Superstition van Stevie Wonder geweven), Ballew is verrassend goed bij stem (Video Killed the Radio Star was zelfs beter gezongen dan the Buggles ooit deden) en door het enthousiasme, de vaart en de energie stoor je je niet eens aan het toch wel beperkte genre.

    Setlist:
    Tiki - Kitty (Superstition) - Rot in the Sun - Some Postman - Volcano - Ghosts are everywhere - Zero Friction - Ladybug - Dune Buggy - Sharpen up these Fangs - Lump - Flame is Love - Back Porch - Deleter - Mixed up SOB - Mach 5 - Peaches - Kick out the Jams - - - Ca plane pour moi - Video Killed the Radio Star - Boll Weevil - Death Star - We're not Gonna make it.

    http://www.presidentsrock.com/

    14-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Electric Eel Shock
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Electric Eel Shock
    Botanique, Brussel
    14 april 2008
    Akihito Morimoto, Gitaar
    Kazuto Maekawa , Bas
    Tomoharu Ito, Drums

    Plus

    Kid Carpet

    Naar de Botanique voor een optreden van de Presidents of the USA - maar de voorprogramma's waren ook bijzonder leuk. Eerst kregen we een jonge Brit op het podium - met een echte luchtgitaar (hij zwaaide voor een gitaarhals, en er kwam muziek uit) en een vreemdsoortig rap-popliedje. Zijn zang doet wat denken aan the Streets: boze, Britse rap. Maar dan wel vol nonsens. Na de luchtgitaar kwamen nog talloze samples en andere speelgoedinstrumenten. Een FisherPrice cassetterecorder, een speelgoed synthesiser-gitaar: overal toverde hij beats en geluidjes uit, die samen iets vormden dat voor muziek kan doorgaan. Hij speelde maar een kwartiertje, maar zou na de Electric Eel Shock terugkeren voor meer fun. Uit het publiek riep iemand hem 'loser' toe, en dat was net wat de jongen nodig had: een aansporing om er nog heviger en steviger in te vliegen. Fun, fun - alleen duurde het allemaal net iets te lang. Al was het dan weer zoooo liefom te zien dat de jongeman na zijn optreden foto's kwam maken van het publiek...

    Hetzelfde verhaal voor de Electric Eel Shock(dat te lang duren, bedoel ik). Drie Japanners speelden vettige metal, hardrock zoals die al lang verboden is door de smaakpolitie. Met vooral een schitterende act, waarin alle hardrock-clichés werden uitvergroot. Zo kwamen ze op met een achtergrondmuziekje, waarop ze vrolijk playbackten (ja, het zijn Japanners). De basgitaar en de gitaar (een echte V-gitaar) werden al snel de lucht in gestoken, met de tanden omhoog gehouden, er werd op luidsprekers geklommen en over de grond gerold. De wijdbeense spreidstand is hun natuurlijke pose - allemaal bijzonder vrolijk en grappig. EES is trouwens een kwartet, leerde ik: zoals het echte Japanner betaamt, kwam het vierde lid tijdens het optreden op het podium foto's maken. Muzikaal waren ze niet eens zo slecht - in het genre dan. De Japanse Clement Peerens Explosition, zeg maar. Op hun website leer je niks (vooral Japans), maar toch kon ik uitvissen dat ze sinds 1999 bezig zijn, dat ze Big in Japan zijn en eigenlijk constant touren, en dat hun liefde voor Black Sabbath hen samenbracht. Wat meteen Paranoid verklaart - zelfs PUSA-gitarist Andrew McKeag kwam erop meejammen. Toen ik er langzamerhand de buik van vol kreeg (dat heb je met gimmicks - ze zijn snel uitgewerkt), verzoende zanger/gitarist Akihito (Aki voor de vrienden) me met mijn lot: 'we spelen nog drie nummers, maar maak je geen zorgen - het zijn korte liedjes.' Of: 'Dit is een nieuw nummer, van onze nieuwe cd, je kent het dus nog niet. Maar eigenlijk ken je geen enkel liedje van ons.' Of: 'One two Tlee, go.'

    http://www.kidcarpet.co.uk/
    http://www.electriceelshock.com/

    14-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    09-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.John Scofield
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    John Scofield Trio and Horns
    Woensdag 9 april 2008
    Handelsbeurs, Gent
    John Scofield: gitaar
    Bill Stewart: drums
    Matt Penman: bass
    Phill Grenadier: tormpet en bugel
    Tom Olin: tenorsax en dwarsfluit
    Frank Vacin: baritonsax
    Verslag: Ja

    John Scofield. Jazz. Ik ben absoluut geen jazz-kenner, geen cool cat.Ja, Miles Davis ken ik. Herbie Hancock en Pat Metheny zag ik ooit, in de AB, aan het werk. Maar veel jazz werkt me gewoon eindeloos op de zenuwen: nerveus tromgeroffel, ritmeveranderingen, dissonanten en eindeloos herhalen van riedeltjes...
    John Scofield wou ik wel zien. De broer van Michael en Lincoln Scofield uit Prison Break zou me ongetwijfeld kunnen vertellen of zijn broers uit de gevangenis ontsnapt zijn, en of ze nog leven... Pech. Het bleek een andere Scofield te zijn. Geen wilde tatoeages, maar wel een oudere, bedaarde, kale man met een baard en een gitaar. Die stipt op tijd begint in de volle Handelsbeurs. Die Handelsbeurs, die overigens twee keer zo hoog is als voorheen: blijkbaar zakt de vloer weg, en worden rode pluchen zetels uit het niets tevoorschijn getoverd.
    John Scofield. Jazz. Eén van de drie grote jazz-gitaristen, lees ik - naast Metheny en Bill Frisell. Speelde met alle groten samen: Charles Mingus, Chet Baker. Tourde drie jaar met Miles Davis, maakte drie platen met de legende - en erfde een korte heroïneverslaving. Scofield, zo lees ik verder, vermengt alle mogelijke stijlen, en ontwikkelde daardoor gewoon een totaal eigen stijl. Hij maakte intussen meer dan dertig platen, treedt 200 keer per jaar op, en stond zondagavond al in de AB in Brussel.

    Scofield begint het optreden met de klassieker 'The House of the Rising Sun', die wij kennen van the Animals. Een vreemde versie. Het gaat dan verder - met virtuoos gitaarspel, de blazers die vooral ondersteunend werk leveren, een bassist die zeer aardige riedeltjes uit de mouw schudt, en een drummer die verdomd juist klopt. Na vier nummers praat Scofield voor het eerst met het publiek. We zijn dan al drie kwartier verder.
    Ik ben nog niet helemaal overtuigd, mijn lieve eega (die meer van jazz houdt dan ikzelf) vindt het te weinig melodieus. Scofield begint te prutsen met een sampler,het wordt bijzonder kakafonisch - en dan valt alles in een andere plooi. Satisfaction van de Stones krijgt een fantastische behandeling, Scofield wisselt tussen snoeiharde rockgitaar, speelt de riff en de ritmegitaar samen, gaat dan over in scheurende blues en meteen erna naar vloeiende jazz. Mooi.
    En het gaat door - een geweldig duel tussen de gitaar en de trompet. Dan funky ritmes. En een blues van Charlie Rich, Behind closed doors - echt wel om bij te wenen, zo mooi.

    Een bizarre vergelijking: Scofield doet me denken aan Zinedine Zidane op een voetbalveld, op het einde van zijn carrière. De vedette, de uitblinker, de virtuoos, die alle aandacht krijgt zonder erom te moeten vragen. Maar die tegelijkertijd door zijn geweldige spel, virtuoze voorzetten kan geven waardoor de rest van de ploeg beter speelt en zelfs scoort. Scofield is ook een ploegspeler - hij weet dat hij zeer goed is, en het meeste soleert (daarvoor zit de zaal dan ook vol). Maar wat hij zijn drummer laat doen (en wat die kan doen) is ronduit fenomenaal.

    Scofield sluit af met nog een blueskraker, en speelt weer met de sampler: hij neemt stukjes gitaar op, vervormt die en speelt daar nog eens bovenop. Deze keer is het geen lawaai, maar zit ik betoverd te kijken en luisteren.

    Ja, het was een fijne avond. Neen, ik word geen cool cat - ik genoot van de absoluut hemelshoge hoogtepunten, maar erger me te veel aan de momenten waarop ik me afvraag of de zes muzikanten wel hetzelfde nummer spelen, om me honderd procent in deze jazz te smijten.
    Scofield mag altijd langs komen. Maar dan moet hij wel zijn broers meebrengen.

    http://www.johnscofield.com/

    09-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    05-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jools Holland
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jools Holland and his Rhythm & Blues Orchestra
    Ancienne Belgique
    5 april 2008
    Verslag: Neen

    Elk voordeel hep zijn nadeel. Opgroeien in Zuid-West-Vlaanderen had een belangrijk multicultureel voordeel: we konden er via de kabel de Britse zenders ITV en Channel Four ontvangen. Niet dat ik alles begreep van wat werd gezegd, maar hei - ik durfde zelfs het Duitse Rockpalast de hele nacht uitzitten; wat Brits geleuter zou me dus zeker niet stoppen. Top of the Pops op BBC kende iedereen - je kreeg er de muziek te horen en zien, weken voor die hier ook doorbrak. Maar toen ik veertien, vijftien was, ontdekte ik op Channel Four op vrijdagavonden een ander soort muziekprogramma. Wilder, chaotischer. Live muziek. NIeuwe muziek - Frankie goes to Hollywood werd er groot gemaakt, én gekraakt (toen bleek dat ze niet live konden spelen of zingen). Met een presentatorsduo dat kon tellen: een blonde schone (Paula Yates, later vooral bekend als ex) en een kleine, drukke jongen. Jools Holland.

    Holland is sindsdien voor een groot deel mijn gids geweest. Een gids naar de goede smaak. Alles wat de man deed, leek kwaliteit en klasse uit te stralen. The Tube. Squeeze, de fijne popgroep met het fijne pianospel van Jools. Zijn Rhythm & Blues Orchestra, dat sinds 87 bestaat. En natuurlijk zijn BBC-programma, Later with... Jools Holland. Waarin hij de wereldsterren ontvangt of maakt (KT Tunstall, Adele, Seasick Steeve...); waarin hij met die lui muziek maakt. Een muzikant onder de muzikanten, en dat zorgt voor een unieke sfeer in die Beeb-studio. Intussen al 200 afleveringen lang.

    Zaterdagavond stond de man in de AB, met zijn orkestje. Ik heb genoten. Niet alleen wegens alle redenen die ik hierboven aanhaal. Maar vooral omdat de achttien mensen op het podium voor geweldige muziek zorgden. Topamusement, waarbij duidelijk is dat ook de muzikanten zich amuseren. Om beurt stapt er eentje naar voor op het podium voor een korte solo - en dan zie je de andere muzikanten kijken,knikken, appreciëren. Geen afgunst, geen ijdeltuiterij - maar wel samen genieten van het samenspelen.

    Na James Taylor op donderdag, is dit de tweede tijdreis deze week. Jools Holland neemt het publiek (de AB stond verre van vol, trouwens - doodzonde) mee op een reis doorheen de muziekgeschiedenis. Bijtende blues, beklijvende boogie-woogie, spetterende ska - alles komt aan bod. Eigen nummers, onbekende oude parels of classics (Georgia on my Mind): het swingt wanneer het moet, pakt wanneer het kan. Op geen enkel moment gaat het vervelen, de band zuigt je mee in het enthousiasme. Vijf saxofonen, drie trombones, een drummer (Gilson Lavis, die ook al bij Squeeze zat), basgitaar, gitaar, Hammond-orgel (zijn broerChristopher Holland) , drie zangeressen: allemaal krijgen ze de kans om even in de spotlight te staan. En Holland zelf, natuurlijk, die een fenomenaal pianospel demonstreert. Zonder de piano ooit op te dringen - hij kondigt de Queen of the Boogie-Woogie aan (de zwarte, kleine en zéér rondborstige Ruby Turner) en laat haar de show stelen.Wat ze ook doet - wat een stem. Hij roept één van de trombone-spelers naar voor, Rico Rodriguez, een oude, grijze Jamaïcaan. Die meteen eventjes de zaal op z'n kop zet. In de bisnummers (na het Enjoy Yourself - it's Later than you think) mag hij zelfs afsluiten. Blijkt: Rodriguez is 74 jaar, zowat de grondlegger van de Europese ska en reaggea, maakte deel uit van The Specials,... Een fenomeen, dus.

    Wat wonderwel paste bij deze fenomenale avond. Ze speelden maar iets meer dan anderhalf uur - bummer. Maar dat anderhalf uur telde dubbel: ambiance zonder goedkope trucs, klassemuziek zonder vervelende ego-strelende solo's. Een intense avond.
    Af en toe, op onbewaakte ogenblikken, dwaalden mijn gedachten af naar de lieve deerne Lady Linn (zie archief: http://www.bloggen.be/muziek2008/archief.php?ID=9) Geen idee of  ze in de zaal was, maar ze had in ieder geval een en ander kunnen leren. Zoals: je muzikanten worden niet beter door witte pakjes te dragen. Ze moeten muziek kunnen en durven te spelen. Het is niet superbelangrijk dat je juist zingt - Ruby Turner toonde aan dat je vooral moet geloven wat je zingt. Radio 1: graag méér Jools en minder Lady Linn. Tot nader order.

    http://www.joolsholland.com

    05-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    03-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.James Taylor
    Klik op de afbeelding om de link te volgen James Taylor
    Bozar
    3 april 2008
    Begeleiding: Larry Goldings (keyboards)
    Verslag: Ja

    Voor de jonge lezertjes: James Taylor is een icoon uit de hippie-beweging. Hippies waren mensen die zich niet wasten, lang haar en (vooral de mannen) baarden hadden, geloofden in communes, liefde en komieke sigaretten of LSD. Ze maakten ook muziek, meestal rond een kampvuur, met een gitaar en harmonieuze samenzang. Graag gedaan.

    James Taylor dus. De man is er net zestig geworden, viert zijn veertigste jaar in de business (in 1968 tekende hij zijn eerste platencontract, bij Apple Records, de platenfirma van the Beatles). Vorig jaar bracht hij 'One man Band' uit, een DVD en live-cd, die een overzicht gaf van zijn carrière. En dat overzicht bracht hij ook in de Bozar, in een uitverkochte Henry le Boeufzaal (diezelfde zaal van de koningin Elisabethwedstrijd). Het podium was aangekleed met kroonluchters, een vleugelpiano, rode gordijnen en een scherm. En de verwachtingen bij de fans waren hoog gespannen.

    Terecht. Want Taylor bracht een schitterende show. Alles was netjes voorbereid, maar het was duidelijk goed voorbereid. Hij bracht lange introducties bij zijn nummers - grappige verhaaltjes, bijna stand-up comedy. Een bijzonder droog gevoel voor humor, maar het werkt wel. Verhaaltjes die worden geïllustreerd met foto's die achter hem worden geprojecteerd. Taylor relativeert constant. Na een heel lang verhaal over zijn ouders, over Ijslandvaarders en over tabloids, start hij het liedje 'Mercy on the Frozen man': "Niet ongerust zijn, het liedje duur minder lang dan de introductie'.
    Een goeie grap net voor 'Slap Leather': "We besloten geen samples te gebruiken, geen moderne dingen als drummachines. Vooral geen drummachines. Waarna we natuurlijk meteen toegaven." Een drummachine wordt het podium opgerold: een gigantische houten constructie, een primitieve voorloper van het Decap-orgel - die effectief drumslagen produceert. Taylor rapt door een megafoon een bijtend anti-oorlogslied - de oude Taylor die rapt, wie had dat ooit gedacht.
    Het is vreemd - de kale, graatmagere, lange man die foto's toont van The Troubadour, een hippie-kroeg in LA in de vroege jaren zeventig. Gevolgd door een foto van hemzelf met Carole King en hun groep. "Zo zien mensen eruit die het gebruik van spiegels worden ontzegd. Je kunt dan alleen op de ander vertrouwen: zie ik er goed uit? Ja? Jij ook, ja. Dit is het resultaat: lang haar, volle baarden, en zelfs snorren". Maar het verhaal gaat natuurlijk niet over die snor - wel over hoe hij Carole King ooit een nieuw nummer hoorde repeteren voor een optreden. Hoe hij het nummer meteen naspeelde, want "het klonk zo goed". Hoe King wou dat hij het als eerste zou opnemen en uitbrengen, om welke reden ook - 'want ik weet niks meer van een jaar voor, en een jaar na dit moment'. Hoe hij Joni Mitchell vroeg om backing vocals te doen.'And with Carole King and Joni Mitchell, well- You've got a Friend'.
    Zijn absolute wereldhit. Het nummer dat iedereen meezingt: 'Winter, Spring, Summer or Fall - All you've got to do is call..." 'Little did I know that I'd be singing this song every night for the rest of my life... Hell, we'd sing something here anyhow...'

    De stem van James Taylor klinkt nog altijd even goed, even minzaam als veertig jaar geleden. In dit 'You've got a Friend', dat trouwens heel vroeg in de set komt, maar eigenlijk de hele avond  door. Hij mag zichzelf dan al relativeren (door heel stoer te doen alsof hij waanzinnige solo's speelt op zijn gitaar), maar toch: de muziek is af. Veertig jaar kroegen, festivals, communes en zalen afschuimen werpt duidelijk zijn vruchten af.
    Het tweede deel van het concert bevat meer bekende nummers. Sweet Baby James, Carolina in my Mind. Hij houdt er de vaart ook meer in. De drummachine hoeft geen introductie meer. Het koor (dat op video meezingt) ook niet (My traveling Star is een melig nieuw nummer waarop dat koor meezingt). In Mexico (de vierde bis) wordt hij op video door een complete band begeleid.
    Nog twee grappen: wanneer hij zijn akoestische gitaar voor een elektrische inruilt, zegt hij: 'de elektrische gitaar was een hele vooruitgang, in vergelijking met zijn voorganger, de stoom-aangedreven gitaar. Die dan weer beter was dan die ervoor, de door paarden getrokken gitaar. Over de wood-burning guitar zullen we het niet hebben... En hij lacht ook met het gebruik van beelden: een fragment uit (het mooie) Line Them Up, waarbij je Russische soldaten ziet defileren voor Stalin wordt weer afgespeeld, maar deze keer zingt hij er 'You've got a Friend' op. Inderdaad: een raar effect.

    In het verslag op Radio 1 zei ik dat dit wel eens een afscheidstournee kon zijn. De man is zestig, de muzikale relevantie van zijn nieuw werk is nihil, en hij kan zich onmogelijk nog méér relativeren dan hij al deed. Ik wens het hem natuurlijk niet toe - laat hem asjeblieft honderd worden, nog veertig jaar optreden indien hij dat wil, en nog tientallen Grammy's winnen. Maar als het een afscheid was, ben ik ontzettend blij dat ik het heb meegemaakt.

    http://www.jamestaylor.com

    03-04-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    28-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Youssou Ndour
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Youssou Ndour
    AB, 28 maart 2008
    met Les Super Etoiles
    Verslag: Ja

    Jaren geleden trok ik voor de krant Het Volk twee weken naar Senegal, om er met Vredeseilanden een aantal reportages te schrijven. Eén ervan zou over Youssou Ndour gaan: die Senegalese bard, die door Peter Gabriel werd gekoesterd. Tot vijf keer toe werd een interviewafspraak vastgelegd - in zijn studio, in één van zijn discotheken, in een restaurantje... Ndour kwam maar niet opdagen. Ik schreef er een stukje over, dat ook in de Senegalese krant verscheen waarmee we voor het project samenwerkten: 'A la recherche de Youssou Ndour'. Het achtervolgde Ndour maanden lang: overal in Dakar werd hij erover aangesproken, ermee uitgelachen. Toen ik hem uiteindelijk toch ontmoette, jaren later in een VTM-studio, kon hij er gelukkig smakelijk om lachen.

    Gelachen werd er ook in de AB, op deze regenachtige vrijdagavond. Door zestien rasmuzikanten op het podium, door het publiek in de zaal. Iedereen maakte plezier, een avond lang. Dansen, lachen, komieke sigaretten roken, roepen, zingen. Het was van George Clinton in dezelfde AB geleden, dat ik nog zoveel mensen zo gewillig en vrolijk loos zag gaan.
    Ndour speelt muziek sinds zijn twaalfde - nu is hij er 49. De muzikanten van toen zijn er nu grotendeels weer - nadat hij jaren steeds verder afdreef van zijn roots, greep hij voor zijn laatste cd Rokku Mi Rokka terug naar zijn begeleidingsgroep van weleer (Les Super Etoiles de Dakar) en naar de Mbalax - het opzwepende, gebroken ritme. Dat-ie afdreef van die Mbalax, had overigens alles te maken met de lofbetuigingen en aanvragen tot samenwerking die hij kreeg van Gabriel, Springsteen, Axelle Red, Wyclef Jean,...
    De Mbalax dus. Zestien muzikanten op het podium - drie gitaristen, twee keyboardspelers, twee achtergrondzangeressen, drie blazers en liefst vijf percussionisten. Ze zorgen voor één langgerekt feest van steeds wisselende ritmes, waarrond Ndour met zijn soepele, indrukwekkende stem de melodietjes spint. Hij is de grote patron, die aangeeft wanneer wat gebeurt, en het gemak waarmee de groep hem volgt,is verbluffend. Je merkt aan alles dat deze mensen plezier hebben in wat ze doen. Spingsteens 'Is there anybody alive out there' klinkt hier 'Vous êtes toujours là?'. Twee keer verdwijnen ze van het podium en verlaat het publiek de zaal, even veel keer wordt het feest toch nog doorgezet. In het concert is er één ruimte voor rust, tijdens "Seven seconds" en "New Africa". Daarna: weer meer dansen.
    Het leven kan mooi zijn, met mooie muziek en mooie mensen om je heen.

    http://www.youssou.com/

    28-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    25-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alicia Keys
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Alicia Keys
    Sportpaleis, Antwerpen
    25 maart 2008
    Verslag: Ja

    Geen idee waarom Exit (of,bij uitbreiding, Radio 1) een verslag wou van Alicia Keys. Geen idee waarom ik naar het Sportpaleis werd gestuurd. Geen idee waarom het deze ochtend sneeuwde. Het leven, het is een raar ding. Maar ik zat dus wél in het Sportpaleis.
    Alicia Keys is de zoveelste R&B-koningin. Toni Braxton, Whitney Houston, Lauryn Hill: ze waren ook, ooit, R&B-koninginnen. Ze zagen er allemaal goed uit, konden meer dan een aardig stukje zingen, brachten fijne platen uit waar er ontzettend veel van werden verkocht, en verzamelden awards. Keys past dus perfect in het rijtje - meer dan 25 miljoen verkochte exemplaren, zeven of acht Grammy Awards, wereldhits met "Fallin'" en nu met "No One", om die maar te noemen. Ze kan een stukje zingen, meer dan gemiddeld piano spelen (ze is een klassiek geschoolde pianiste) en ze is bloedmooi.

    Dit was mijn inleiding. Nu het optreden, dus. Het podium was wit, met een gigantisch scherm. De muzikanten (dubbele percussie, blazers, gitaar, bas, piano en vier backing vocals) stonden netjes op een rij, naast elkaar. En het begon met een videoclip van een gospel-mis en een zwarte dominee die kleine Alicia de wereld instuurde, op zoek naar de 'sterrenmaker'. Waarna Alicia het podium opkwam, achter de piano ging zitten (vijf seconden) en plots met zes danseressen en dansers rond zich, aan een show begon. De belichting, de rook, de gladde muziek - ik leek naar een videoclip te kijken. En dat gevoel liet me niet meer los. Alles is choreografie, alles is show - alles is ondergeschikt aan die show, ook de muziek. Ik vraag me af: als ze nu een noot geweldig vals zou zingen - zou dat dan erger zijn dan een danspasje in de foute richting, of niet?
    Chapeau voor de show - het was wel te Amerikaans, te glad, te gepolijst, en de goede Boodschap maakte het helemaal zum kotzen - maar toch: chapeau, je moet het maar doen. De achtergrondzangeresjes (in zilveren glitterjurkjes - lang leve de Supremes) gaven een stomende Sister Sledge ten beste, ik ben er nog niet goed van.
    Het probleem is: Alicia Keys heeft dit niet nodig. Ze heeft een indrukwekkende stem, ze kan liedjes schrijven - laat ze hier verdorie optreden met een échte band (en niet met studiomuzikanten die de krant lezen tijdens het optreden), laat ze zweten en improviseren en de setlist dooreen schudden. Vergeet die scripts en die show. Let's go back to the music.
    Zoals ze even deed, langer dan ik had verwacht zelfs: alle muzikanten het podium af, schermen uit, en Alicia alleen (met haar stem) achter de vleugel. Het hoogtepunt van de avond. Tot de schermen aanfloepen (in een nummer over butterflies), ze haar armen naast zich strekt en je dat op het grote scherm ziet overgaan in honderden vlindertjes... Dan weet je dat ook dit in het script stond, dat ook deze bindteksten zijn getimed, dat ook hier iedere beweging in de choreografie past. Jammer, toch.
    Bob Dylan zong op zijn laatste cd (de absoluut aangeraden Modern Times), in het nummer "Thunder on the Mountain":
    I was thinkin' about Alicia Keys, couldn't keep from crying
    When she was born in Hell's Kitchen, I was diving down the line
    I'm wondering where in the world Alicia Keys could be
    I been looking for her even clear through Tennessee.

    Ik begrijp eindelijk waar Bob het over heeft. Er staan online hele essays over zijn voorliefde voor (half) zwarte dames - naar aanleiding van deze ene strofe, maar Dylan heeft het duidelijk over de zangeres Alicia Keys. Waar zou ze zijn, nu ze verdronken is in die verdoemde show? Whitney Houston is compleet aan lager wal geraakt, dank zij drugs en drank. Laurynn Hill had met dezelfde demonen af te rekenen, en bewijst heel af en toe nog eens (om de drie jaar) dat ze een geweldige artieste is. Toni Braxton is vergeten en verdwenen. Ik hoop dat Alicia Keys zichzelf snel terugvindt, en zich concentreert op de Soul.
    http://www.aliciakeys.com

    P.S. Aretha is en blijft, en zal altijd de absolute Queen blijven. Bekijk dit maar eens - qua lijstje kan het tellen:
    http://www.digitaldreamdoor.com/pages/best_rb-vocalists-fe.html

    25-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  


    21-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Think of One
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Think of One: Camping Shaabi
    CC Het Bolwerk, Vilvoorde
    21 maart 2008
    Verslag: neen

    David Bovée is gek. Prettig gestoord, dat wel - maar toch gek. Gelukkig is hij niet alleen, en vond hij met Think of One een bende gelijkgestemden. Een groep muzikanten die, net als hij, niet bang is van nieuwe dingen, andere invloeden, en ongestoord pikken, vervormen, integreren en naspelen.
    Paleto heet het (enige) radiohitje van Think of One. Blijkbaar onvoldoende hit om genoeg volk naar het Bolwerk te lokken, want de zaal was nauwelijks voor drie vierde volzet.
    Die lege zaal en de tragere nummers zorgden voor een onwennig, vreemd eerste deel van het concert. Negen man op het podium, in een schitterende setting (met een caravan,waterpijp, allemaal met verschrikkelijke trainingspakken aan - ja, een echte camping). Maar vooral: in het eerste deel werd de combinatie Arabische-Antwerpse volksmuziek niet of onvoldoende uitgespeeld. De Vlaamse musici deden hun ding, daarna deden de twee Marokkaanse dames (zangeressen/percussionisten) en de ene man het hunne. En van dat Arabische gezang heb ik snel genoeg: het is heel luid, en ik kan totaal niet duiden of ze nu een vrolijk liedje spelen, of een dodenzang aanheffen, of gewoon heel boos zijn.
    Na de pauze ging het gelukkig stukken beter. Plots klikte het allemaal, het tempo schoot met een ruk de hoogte in, en de muzikanten amuseerden zich duidelijk. Met als hoogtepunt een eigenzinnige versie van 'Galvanise', de hit van The Chemical Brothers.'We willen die gasten in hun bloot gat zetten', aldus Bovée. En hij deed het door aan te tonen dat de melodie een oud-Marokkaans volksliedje is, en door de twee dooreen te haspelen.
    Er volgden nog wat leuke songs, Trap het Af was sappig Antwerps en vooral grappig, en na dik twee uur was het afgelopen.
    Zonnige muziek voor de eerste lentedag. Jammer dat het buiten sneeuwde.
    http://www.thinkofone.be

    21-03-2008 om 00:00 geschreven door Peter VDB  




    Foto

    (meer dan) een jaar gratis muziek

    bestaat nu ook als boek!

    Bestellen via shopmybook 

     

     


    Sommige verslagjes op Radio 1 zijn nog te beluisteren via de Exit-site.
    http://tinyurl.com/ylr3kgw



    En zo...
  • PVDB
  • Boss
  • The Lake
  • Neil
  • Youssou
  • Willy
  • HA!
  • AB
  • Club
  • Bal

    Mail



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs