Waar te beginnen als je voor jezelf reeds heel lang geleden hebt besloten aan deze kwestie geen aandacht te besteden. Negeren so bun. Maar dan negeer je 35!!! jaar en dan kruipt 't toch onder je huid, verspreidt zich als een inktvlek, vindt zn weg naar je hart, knaagt en noopt je tot reactie. De persoon confronteren en gal spugen zou alleen maar tot gruwel kunnen leiden. Mensen kunnen zo verbitterd en hardvochtig zijn in hun gedrag, dat zij in anderen het slechtste naar boven halen. Zo ziek zijn ze dat ze vrolijk ronddobberen in hun gal groene blubber. Voor hun kan het niet gemeen, achterbaks en huichelachtig genoeg zijn. Welk bestaansrecht deze nutteloze contact gestoorde, kleine zielen hebben moge Joost weten. Maar ook zij komen van de schepper, dus daar vel ik geen oordeel over. Maar ik denk toch wel dat ze onderweg naar hier, door de duivel werden bevangen. Ik kan niet vatten dat iemand jaar in jaar uit er het haar levenswerk van maakt anderen negatief te bespreken, met leugens te belagen, en verder met alle gemak van de wereld door het leven te gaan. Schijn bedriegt echter. Je hoeft geen graad in de psychologie te hebben om een habituele leugenaarster te herkennen. Bij de eerste leugens doe je het nog af als. . . . een leugen. Niet meer en niet minder. Maar als de leugens en intriges zich opstapelen, dan begrijpt zelfs een leek dat er iets grondig mis is. En dat, jaar in jaar uit. Niemand maar dan ook niemand wordt ontzien. Ook broers en zussen niet. En de vrouw van een broer al helemaal niet.
Onbeantwoorde liefde Maar er zijn natuurlijk factoren die niet onderschat mogen worden. Iemand die naar de liefde snakt van een ander(een man) en deze is niet bereid dat te geven, maar ondertussen wel present blijft en profiteert van alles dat hem ten deel valt door de grenzeloze liefde van een zwaar gefrustreerde vrouw, ja dat soort zaken werken verbittering in de hand. Jammer genoeg worden de kinderen van de rekening, mensen die niet naar liefde snakken omdat ze die gewoon krijgen. Mensen die gewoon blij door het leven kunnen gaan zonder anderen te kwetsen. Mensen wiens goede humeur niet afhangt van de chagrijn van anderen. Mensen die blij zijn met wie ze zijn. Mensen die beseffen dat stoffelijke dingen van ondergeschikt belang zijn en dat er aan waardevolle dingen geen prijs of status kleeft. Mensen die weten dat hetgeen je bereikt in je leven voor jezelf belangrijk is en niet om anderen te imponeren. Mensen die helemaal niemand willen imponeren omdat het niet hoeft. Want jouw medemens herkent oprechtheid en eenvoud, dus hoef je geen moeite te doen om genegenheid te ontvangen. Dat krijg je gratis en voor niets als je puur, simpel en MENS bent. De gespleten persoonlijkheid waar ik het echter over heb, weet van geen ophouden. Ook en zelfs als je wegloopt en niet omkijkt en al 12 jaar lang alle banden hebt doorgesneden, alle schepen hebt verbrand. Dan nog gaat deze tweederangs door God verlaten ziel, door. Zoekt toenadering, schrijft brieven om het contact weer op gang te krijgen. Snapt gewoon niet dat YU NO WAN MORO. Maar ook daarvoor heeft de psychologie een verklaring. Habitueel liegen en in een leugen leven zijn onder andere een schreeuw om aandacht. Zonder die aandacht kan de mythomaan niet functioneren. Hij sterft geestelijk af, maar helaas niet snel genoeg. Want ze blijven hun omgeving terroriseren tot het einde hunner dagen. Het einde der dagen van de gifspuier wel te verstaan. Ik weet mij niet als slachtoffer op te stellen, dat gevoel is mij vreemd. Maar negeren wordt door geestelijk verarmde wezens vaak verkeerd begrepen. Of ze denken dat je ze niet doorhebt, of ze denken dat je hun onaanvaardbaar gedrag om de een of andere reden zonder meer aanvaardt. Zij kunnen er geestelijk niet bij dat je negeert omdat jij van een mentaal heel ander kaliber bent. Dat je negeert omdat je het kaf van het koren scheidt. Je negeert omdat je NIETS met deze geestdoders van doen wil hebben. Je negeert omdat je dankbaar bent dat je niet door demonen als jaloezie, afgunst en haat wordt geplaagd. Nee je negeert omdat je: LAAT LEVEN en dan pas zelf leeft. En niet omgekeerd. Er staat geen St. voor mijn naam, dus heilig ben ik niet. Maar zinloos, roekeloos en vooral giftige praat komen niet voor in mijn repertoire. En zelfs dat wordt je kwalijk genomen. Want verbitterde wezens hebben geen vrede met wie ze zijn, ze zouden dolgraag willen kruipen in de huid van die ander met wie ze jaar in jaar uit bezig zijn. Helaaaaaas pindakaas. Dat liegen staat je op het lijf geschreven, jouw hoogmoedswaanzin ontneemt je de vreugde van het leven. Dus ga jij maar ogenschijnlijk vrolijk door het leven. Voor hart problemen kunnen we terecht bij de cardioloog. Voor jouw verdord hart echter is er geen hulp voorhanden en zou alle hulp, zo die er was, toch te laat zijn. Ik wens je een fijn leven toe, maar niet heus!
Jouw broer verdient het niet en wie zn neus schendt schendt zijn aangezicht, vandaar dat ik je naam niet hier pleur! Dat is de enige reden. Stuk ontroostbaar verdriet!
Trouwe lezers, Ik verontschuldig mij niet voor het geraas en getier hier boven. Het moest er echt effe uit. Volgende keer gezelliger! Promise!
Je zou je kunnen afvragen wat er eigenlijk met de wereld en de mensen die daarin leven aan de hand is. Ja, wat is er met ons aan de hand. 'T antwoord moet ik u en mezelf helaas schuldig blijven. Er gebeurt zoveel om ons heen, veel daarvan slecht, walgelijk en ronduit verwerpelijk dat het goede ons allemaal uit handen lijkt te glippen. En ondanks 't feit dat veel van wat er gebeurt, ver van ons bed lijkt, is niets minder waar. Het komt allemaal gruwelijk dichtbij. Het is allemaal moord en brand tegenwoordig. Een mensenleven is geen bal meer waard. Mensen kunnen elkaar niet meer luchten lijkt wel. Kinderen zijn tikkende tijdbommen die ieder moment kunnen afgaan. En wat doen we met z'n allen? We doen maar vrolijk verder, want raakt het ons niet persoonlijk dan gaat het ons ook niet aan. Ik verbaas me vaak, en gruwel als ik het wereldnieuws een beetje probeer bij te benen. En stiekem denk ik vaak dat het in ons geliefd Suriname lang zo eng nog niet is. Guess what? Suriname doet tegenwoordig niet onder voor gelijk welk ander land.Van natuurrampen blijven we vooralsnog bespaard. Hoewel met de rukwinden die er de afgelopen jaren langs razen, maken de getroffenen ook het een en ander mee. Maar voor wat betreft de misdaad voortvloeiend uit hebzucht, ledigheid of gewoon kwaadaardigheid komt Suriname griezelig dichtbij internationale toestanden. Er wordt geroofd en gemoord alsof het een lieve lust is. En zeggen dat er overal misdaden worden gepleegd, maakt het niet minder erg. Het gemak waarmee er ook wordt omgesprongen met al deze wandaden stemt ook tot nadenken. Men schrikt in Suriname niet meer op van deze of gene roofoverval of moord.Werd er vroeger een moord gepleegd dan sprak men daar nog maanden over. Is men nu net bekomen van een gruweldaad, daar prijkt de volgende weer in de krant. Wat er vorige week echter in switi Sranan is gebeurd is voor mij nog steeds niet te vatten. Een 53 jarige man die van het leven wordt beroofd door een 15 jarige jongen. Nee, maar dit is toch ongelooflijk? Ongeacht het verhaal er om heen. Een volwassene heeft een discussie met een kind van 15 en hij bekoopt het met z'n leven! Hij wordt gewoon eventjes van kant gemaakt met een mes door een jongen die zn kleinzoon kon zijn? Wat is er mis met de mens, de wereld, ons? Worden mensen nog wel gevormd van huis uit? Hoe, door wie? Dit was geen ongeluk. Dit was pure opzet. Dat schepsel verklaarde aan de politie dat hij het mes daags ervoor had gekocht om die man te lijf te gaan. Je bent 15, je bent boos want die meneer heeft je aangesproken omdat je zijn auto hebt gekrast en je koopt daarna een mes om hem uit de weg te ruimen? Gaan we het echte verhaal ooit te horen krijgen? De moeder van die kleine moordenaar huilt de ogen uit haar hoofd. Ze heeft hem een goede opvoeding gegeven beweert ze. En hij hoort niet in de gevangenis thuis, want hij moet naar school! Hallo mevrouw yu boi tek a libi fu wan tra libisma. En jij praat over school? Ben je helemaal gek geworden? Wat heb je in de afgelopen 15 jaar gedaan? Toen je bezig was op te voeden had je niet gemerkt dat hij psychopathische trekjes had? Hij is dat mes wezen kopen. Dus voorbedacht was ie ook nog. Ik probeer terug te gaan naar toen ik 15 was. Zou ik op die leeftijd of zelfs nu, zoveel woede kunnen opbrengen om iemand iets aan te doen? Heb in gedachten wel vaker mensen gewurgd, maar meer dan een donker hersenspinsel werd het niet. Wat drijft zo een puber tot zo een daad. Heeft hij de vrienden waar hij mee was, verteld wat hij van plan was? Ik zag een foto van die jongen. Kan de zoon van elke willekeurige moeder zijn. Niemand voorziet het levenspad van zijn kind. Want het leven zit vol haken en ogen. En niemand moet beweren dat hun kinderen uitzonderlijk, welopgevoed etc zijn. Want verrassingen blijft geen van ons bespaard. Maar wanneer je dat kind voor het eerst in je armen krijgt dan is het jouw taak om met alles dat in jouw vermogen ligt dat kind op te voeden, richting te geven en te begeleiden in dit leven. Gaat het dan toch fout dan treft jou geen blaam. Maar doodleuk komen verkondigen dat dit jouw derde kind is dat met justitie in aanraking komt (en hoe!) dan vraag ik mij in gemoede af wat er in Godsnaam fout is gegaan bij de opvoeding. Zo er daarvan sprake was. Sranan switie maar krijgt steeds vaker een zure bijsmaak. Het is waar, overal gebeuren er gruwelijke dingen maar laten we hopen dat Suriname toch terug kan naar het gemoedelijke land dat het ooit was. Het hoofd laten hangen zal geen soelaas bieden. Er is werk aan de winkel. Noso Sranan lasi helemaal en dat zou zonde zijn. Ik wil niet eens denken aan hoe de familie van het slachtoffer zich voelt. En ook naar de moeder van die kleine dader gaat mijn hart uit, want dit wens je jouw ergste vijand niet toe. Beide partijen hebben kracht nodig. Hopelijk vinden ze die. En zo loopt Suriname haar eerste stille mars tegen zinloos geweld. Hopelijk blijft het hierbij, want geweld is altijd zinloos.
Een heel bewogen en veelbetekenend jaar! Het jaar dat voor Suriname zoveel veranderingen met zich meebracht en zou blijven meebrengen tot de dag van vandaag. Je kan het Suriname van voor 1980 blijven koesteren vooral als je er bent opgegroeid. Dat wist geen enkele gebeurtenis, hoe aangrijpend dan ook, uit. Een bewogen jaar dus, ook omdat ik in dat jaar vlug vlug moest volwassen worden. Op mn negentiende sloeg het verlies van mn pa een groot gat in mn hart. Eentje die niet te dichten zou zijn, dacht ik. Maar dat was buiten de waard gerekend van de kracht die de persoon die heenging, je zelf geeft. 1980 was ook het jaar van de eindexamens middelbare school. Nu was het heengaan van een ouder zwaar, maar geenszins een excuus om het eindexamen niet te halen. Heel even speelde ik met 't idee om dat schooljaar maar te laten voor wat 't was. Maar mijn goede helft die toen al van de partij was, vroeg of ik opeens mn verstand was kwijtgeraakt. Zou toch juist een bewijs zijn dat de wijze lessen van mn vader niet voor niets waren geweest. Jaaaaa, gelijk had ie. Dus besloot ik, hetgeen ik in oktober bij het begin van 't schooljaar was begonnen, vol goede moed af te ronden. In ieder geval een poging daartoe te doen. Nu, wie mij leest zal inmiddels al doorhebben dat exacte vakken niet mijn kopje thee zijn. Wiskoendoe, economie en al dat geleuter heeft me nooit kunnen bekoren, behalve de centjes in mn buideltje. Maar goed. Die vakken maakten deel uit van mn vakkenpakket en ik zou me er door heen moeten worstelen. Ik had voor mezelf een plan uitgestippeld. Aangezien na soso 2 nanga 3 mi bing boro dyi Economie I, en Wiskunde, besloot ik voor alle andere vakken super goed te scoren. Indien God van me hield, zou ik dan nog met twee viertjes voor die vakken glansrijk slagen. De cijfertjes-richting zou ik nooit van mn leven opgaan, dus mijn strategie als die succesvol bleek, zou mij mijn einddiploma zonder al te veel problemen moeten bezorgen. Twee tentamen rondes waren reeds achter de rug, restte nog één en het eindexamen zelf. Afgezien van, wat hadden jullie gedacht, wiskunde en economie, ging alles goed. Wat de andere vakken betrof was alles pico bello. Wiskunde gemiddeld 3,8 geloof ik of zoiets fraais en economie zag er niet beter uit. Stel je voor een mens moet een 4,2 halen om op een 4 te komen als eindcijfer. En nòg was dat een opgave. Je zou voor minder een minderwaardigheidscomplex krijgen. Maar voor complexen was er geen tijd. Ik moest slagen. En het doel heiligt de middelen. Zelfde probleem dat ik met exacte vakken had, had menig klasgenoot met talen en het schrijven van samenvattingen, het lezen van 40 boeken. Woei, daar kon je mij liters thee van brengen. Met plezier! De tegenpolen besloten zich te bundelen voor het goede doel. Bij de taalexamens zouden diegenen die daar goed in waren de wiskunde knobbels laten meeloeren op hun werk. En omgekeerd zouden de wiskunde knobbels hetzelfde doen bij de exacte vakken voor de literaire noten. Door goed contact met de conciërge wisten wij precies wie bij welk examen surveilleerde. Economie was één van de eerste examens. De dag ervoor, Engels. Ik fietste er vrolijk door. Gaf diegenen die achter me zaten voldoende ruimte om met gemak mee te kunnen lezen. Afspraak was dat degene die "liet" meekijken tot het einde van 't uur bleef zitten. Zodoende had de andere achter jou genoeg tijd om "zijn " werk af te maken. Zo gezegd, zo gedaan. Ik bleef tijdens het Engels examen zitten totdat de bel ging. Ik verifieerde niet of mijn "meelezer" goed de gelegenheid had gekregen om alles te zien. Dat was zijn zaak. Ik had mn uiterste best gedaan. Ik liep de gang op en uit het andere examen lokaal kwam een ziedende "Economie knobbel" de gang opgestoven. Dit was de knobbel die morgen vòòr mij zou zitten. Woedend was ze! Ik vroeg voorzichtig wat er aan de hand was. "Niemand heeft me geholpen, niemand! Die beesten! Niemand! Wel morgen is morgen, ik help niemand! Ik werk morgen voor mezelf. Jullie kunnen allemaal opdonderen. Zoooooooo, van de zenuwen begonnen mn maagspieren samen te trekken. Maar zelfrespect en eigenwaarde maakten dat ik haar niet erop wees, dat we hadden afgesproken dat ze voor MIJ zou zitten. Moi! Ik was niet degene die haar daarnet in de steek had gelaten. Maar ze begon er zelf over. "Neem me niet kwalijk hoor, maar wat ze me hebben geflikt, vergeef ik ze niet en ik help niemand meer". Ok die sma had gelijk. Afspraak is afspraak. En aan de andere kant ga je niet naar school om te spieken. Toch??? Degene die het nooit heeft gedaan, mag me nu terstond mailen. Ik vraag een plaatsje voor je aan in de hemel. Aangezien er geen plan B was, en plan A in de wc was doorgespoeld, had ik een alles behalve fijne namiddag. Het hoge cijfer dat ik voor het Engels werk zou halen, kon me niet opvrolijken. No, no, no tamara was economie en "knobbel" was in protest. Fa fu du. Ik hield mijn sores voor mezelf. Ik nam m'n verantwoordelijkheid en probeerde nog de avond voor het examen een lijvig economie boek van ik weet niet hoeveel pagina's door te nemen. Dat hield ik vol tot het ochtendgloren om dan met lode voeten me naar school te begeven. Je zelf voor de gek houden is ook een kunst. De examenbladen werden uitgedeeld. Krop in de keel, bonkend hart, klamme handen, buikpijn, kar kon, alles was op appèl. En "knobbel" zat zo breed mogelijk voor haar werk. Wat dacht ze dat ik ook maar een poging zou doen om mee te kijken? Nee hoor als ik naar de slachtbank moest, dan maar met opgeheven hoofd. De drie uren kwamen en gingen. Ik schreef zoveel mogelijk economische kolder op en leverde in. Dit was een verloren zaak. Ik was somber, maar liever dood dan daaraan toegeven. "Hoe heb je gewerkt?" "Slecht. En verder wil ik er niet over praten."S'avonds werd ik gebeld door de fanclub. Wonderbaarlijk genoeg allemaal knobbels met een lichte allergie voor talen en dat soort mooie dingen. En zulke mensen kunnen zich niet voorstellen dat een wiskunde of economie formule voor iemand als ik Chinees is. Met hetgeen ik daar op 't examen had neergepend haalde ik de zo felbegeerde 4 als eindcijfer niet. Maar héééé het was nog geen volledig verloren zaak. Er was nog wiskunde examen. Degene die dat opperde kon ik wel levend villen. Iemand zit aan de rand van de put, ga je dan nog even een zetje geven zodat ie drin valt? Maar toen ik in mijn woede en verontwaardiging aan mn andere helft vertelde dat iemand zei dat het nog geen verloren zaak was, zei die heel rustig, "Maar dat is zo. Wiskunde is over een week. Je gaat goed voorbereid naar 't examen." Ik vroeg hem beleefd om op te stappen (geloven jullie dat beleefd maar). Morgen was een nieuwe dag, want now now deh na soso moord bin deh in mi ede.Vanaf de volgende dag tot en met de dag van het gevreesde examen kwam de fanclub langs. Formules werden in mn hoofd gestampt, ik werd verhoord en nog eens verhoord. Bribi mi, ik liep als een geflipt konijn rond. Deze nachtmerrie moest zo snel mogelijk voorbij zijn.
Twee dagen Voor het examen kwam een heel goede vriend, hoe kan het ook anders, een algebra knobbel, met een voorbeeld examen. Vermeldenswaard is dat hij beweerde dat met dit voorbeeld met gemak een hoog cijfer gehaald kon worden op het examen. In dat soort situaties stelt alleen een idioot vragen. Dus mi no aksi noti. Ik had nog twee dagen om met dit voorbeeld het aanstormend examen te oefenen. Met alle materiaal dat al in me was gestampt groeide mijn vertrouwen. Ik zou het examen niet alleen halen, maar ook nog met een hoog cijfer zo te zien. Op de dag zelf was ik al als één van de eersten op school. De gangen waren nog leeg. Ik checkte het lokaal waar ik moest zijn en zocht uit wie zou surveilleren. Woei! De leraar die zou surveilleren stond erom bekend dat hij zijn persoonlijke post en dergelijke afhandelde tijdens het surveilleren. Hij liep geen meter rond, deelde de bladen uit, nam plaats achter zn bureau en voor de rest van de tijd schreef hij brieven of weet ik veel wat. Ai beter kon het niet. Wie er nu nog voor me zou zitten was van geen enkel belang want mi bin fir tranga toch. Dit wiskundig varkentje zou ik zelf wel wassen en zo mijn reputatie van wiskundige nul een beetje opkrikken. Voor eens en voor altijd! Maaaaaar life works in mysterious ways. . . . . wie kwam er voor me te zitten? Mister "andere helft" himself! Hij keek me niet aan, maar aan alles merkte ik dat het niet fout kon of mocht gaan. Nee mi boi fout kon het niet gaan.
Het examen De bladen werden uitgedeeld, meneer U. nam plaats achter zijn bureau met zn privé paperassen en we waren vertrokken. Ik bekeek vluchtig de opgaves. Mi Jezus, mi Gado exact het voorbeeld examen waarop ik de afgelopen drie dagen had geoefend. Andere getallen, maar inhoud bin deh a sèm. Ik was in mn nopjes. Ik nam niet eens de moeite om mee te kijken op het blad van mn "voorzitter". Nee, nee ik was druk bezig mijn 8 of 9 op eigen kracht te halen. Ik schreef geschiedenis, mi mamma! Er moest van hetgeen was uitgewerkt een tekening worden gemaakt. Y-as, X-as. De langste opgave moest in een grafiek worden uitgewerkt. Geen probleem gewoon de uitgewerkte antwoorden op de assen plaatsen en tekenen. Dat deed ik en ik tekende vlot mijn grafiek. Ik keek alles nog een keer na en was tevreden. Ongeveer 40 minuten voor de tijd stond ik op om mn blad in te leveren. Ik keek op noch om, zo blij als ik was om desnoods maar voor één keer te behoren tot de wiskunde groep. Oh my God, hoogmoed komt voor de val! Ik wachtte op de gang. Waarom duurde het zolang voordat iedereen uit het lokaal kwam. T was toch een makkie dit examen? Eindelijk kwamen de eerste mensen naar buiten. We verwijderden ons buiten het gehoor van degenen die nog in de klas zaten. En de tongen kwamen los! Bleek dat ik het overgrote gedeelte van de opgaven goed had gemaakt. Oh Jezus van Nazareth! Was het dan echt waar? Ik zou dus een hoog cijfer scoren! Van opgewondenheid sprak ik met schrille stem. Totdat. . . . . . iemand met een kladje wuifde. Een kladje waarop hij zijn grafiek had getekend. En iedereen was enthousiast, want zij hadden dezelfde tekening. Ik werd zo klein als een tor! Anyone zou me zo dood kunnen trappen! Ik had de uitgewerkte antwoorden op de verkeerde assen aangebracht. Wat op de y-as moest had ik op de x-as geplaatst en omgekeerd. Dus daar waar iedereen twee parabolen had met de top boven, dus zeg maar twee heuvels, had ikke twee putten. Voor de knobbels onder jullie: Op de grafiek moesten er twee concave parabolen zijn weergegeven, maar in mijn grafiek prijkten twee convexe parabolen. Ik zonderde me af en keek op het opgave blad wat de puntenverdeling was. Oh hell and fire! Voor de grafiek meer punten dan voor de uitgewerkte som. Dit zag er niet goed uit. Leek echt alsof alle leven uit me geslagen was. Nou er zat niets anders op dan maar het resultaat af te wachten. Degene die voor me zat, ja hij ja, was des duivels! Waarom heb je niet even meegekeken? Ik gaf je de gelegenheid om mee te kijken, je staat net een leba ruim voor de bel op en je gaat weg! WAAROM! Jonge libi waarom now now deh. Op sommige vragen is dr gewoon geen antwoord. En verder wil ik niet gekletst worden. Ik wacht het resultaat af.
De eindstreep Twee weken wachten. Niet je malligheid. Andere cijfers waren al binnen dus het wachten was op wiskunde. Aan economie dacht ik niet eens, want drapeh bin lasi keba. Maar onderschat jouw eigen klungeligheid nooit. Kan soms nog net genoeg zijn om je te redden. Ik haalde voor economie een 4! Dat een mens zo waanzinnig blij kan zijn met een rood cijfer heb ik aan den lijve ondervonden. Dus zou 't toch nog lukken? Zou het? Ik durfde nergens aan te denken. Zette mijn hersenspan op nul tot de dag van de wiskunde uitslag. Daar prijkte dat cijfer op het bord. Ik las en herlas en vroeg aan anderen ook voor mij te lezen. Jaaaaaa mi boro wan 5. En met een 4 en een 5 slaagde je hoor. Oh God! Mensen hebben het soms over een zware bevalling, maar wat ik die twee weken heb doorstaan, psa zware bevalling. Dat was pure torture. Raw and hard! Eind goed al goed. Ik leerde toen the hard way dat overmoed eerder schaadt dan baat. Blijf kalm, no matter what! Al denk je het nog zo goed te weten.
Wanneer ben je gekomen? En wanneer ga je weer terug. Misschien wel twee heel normale vragen. Maar die beantwoord je wel honderd keer in de vakantie periode. Denk je de eerste afgezaagde storm te hebben doorstaan, dan komt de derde dooddoener. "Meisje yu no mus kon fatu moro yere."Wel wel, dan breekt mn klomp! Dat eeuwige gezanik over hoe men vindt dat je eruit moet zien! In het midden gelaten of je wel werkelijk zo omvangrijk bent. Laat de mens toch in zijn waarde. A sma kon luku yu! Verloren tijd blijkt dan. Want om bediend te worden van ongevraagd medisch advies is vermoeiend. Mooiste van de grap: deze medische specialisten zijn zelf niet de magersten. Oh nee het vet puilt danig uit, van alle kanten nog wel. Maar beschaafd als je zelf bent, haal je het niet in je hoofd om hetgeen je denkt ook uit te spreken. Nee toch? Want naar mijn bescheiden mening, als je aan iemand zegt dat ie dik, of te dik is, is hetzelfde als wanneer je zou zeggen dat ie lelijk is. En dat zeg je toch niet? Aangenomen dat je een beetje gezond verstand hebt. Maar nee hier in Su gaat men al kwetsend en beledigend vrolijk met de botte bijl rond. Ik heb 't gehad met deze holle vaten. Ik dien van repliek en als dat kwetst, dan mi kis un mooi. Gedonder. Ik haal mijn boodschappen zelf, ik reken zelf af bij de kassa en daar boven op: den sma san lob' mi houden van elk grammetje. Mijn lieve voormalige landgenoten, jullie moeten voor eens en voor altijd afleren ongevraagd en ongecensureerd te komen leuteren over de omvang van een ander. Want wie weet denkt de ander dat je goed lelijk bent geworden en dat de tand des tijds danig bij jou heeft huis gehouden. Maar medeleven en mededogen weerhouden de aangevallene ervan, hun verwoestende mening ook te geven. Lijkt alsof dit het enige onderwerp is waarover de Surinamer onverbloemd voor de dag komt. Hun mening geven over het uiterlijk van de ander. Voor andere zaken heeft men geen tijd of die krijgen hun aandacht niet.
Digital World Neem nu het digitale gebeuren in televisieland hier in Su. Las kort geleden, toen nog aan de andere kant van de oceaan, dat er uiterlijk in 2015 televisie, digitaal zou worden uitgezonden in Suriname. Dat verbaasde me niets, want de wereld draait door, Suriname ook. Mijn land blijft niet op één punt staan, dus digitale televisie is voor ons niet te hoog gegrepen. En 2015, dat moet ook kunnen. Er moet op het gebied van infrastructuur nog het een en ander worden geregeld en aangepast, maar kinderziektes eventueel bij berekend, dat moet wel goed komen. 2015 dus.
Vorige week, hou me de juiste datum ten goede, want mensen op vakantie kennen alleen dag van aankomst en vertrek. Veel beluisterd programma op de Surinaamse staatsradio vond geen voortgang vanwege de launch van digitale televisie in het achterland. Wakti, LAUNCH. . . . ACHTERLAND? Wat heb ik gemist? Heel veel waarschijnlijk. Want zover ik weet, kun je televisiebeelden, analoog of digitaal slechts ontvangen als je een televisie toestel hebt. Dat hoeft geen euvel te zijn in het binnenland. Televisies zijn hen niet vreemd daar. Maar. . . . . om de televisie te kunnen bekijken heb je wel een stopcontact, aangesloten op het elektriciteitsnet nodig. En daaaar wringt die patta. Het overgrote gedeelte van het binnenland wordt van elektriciteit voorzien via licht generatoren. Deze functioneren met diesel. Diesel die door de overheid wordt gesubsidieerd en maandelijks wordt verstrekt, maar vaak is de brandstof om de één of andere reden niet toereikend, dus wordt het licht maar van 19 uur tot een uur of 22 aangedaan. Nou daar zit je dan met 3 uurtjes digitale beelden. Mits. . . . . . . .
De juiste buis Juist ja, mits je de juiste buis hebt. Nu wringt die patta niet meer, echt je poot staat in vuur en vlam. Ju mus pur a patta. Ekte. Zolang het over 't achterland ging piepte niemand uit de kuststreek iets. Kan ze wat schelen als achterland digitaal ontvangt of niet. O belang. Maar sinds drie dagen (door een gelukkige speling van het lot?) wordt bij wijze van proef, digitaal uitgezonden door de twee staatszenders. Alleen,. . . . voor alle gemak was het grote publiek nergens van op de hoogte. Grote consternatie dus wanneer blijkt dat één van de kanalen die proefdraait niet meer, of met grote sneeuwballen als tussendoortje, te ontvangen is in menige huiskamer. Toegegeven er werd meteen een groep deskundigen naar de studio ( van de staatsradio) gedirigeerd om aan het volk gedegen info en instructies te geven.
Wat een klucht en meteen de samenvatting: - maakt u zich niet druk, er wordt nog 1 jaar analoog uitgezonden, dus u hebt nog tijd- om een plasma tv met de benodigde ingebouwde tuner te kopen. U kunt een jaar daarvoor sparen. - De mensen die per toeval nu al zo een tv in huis hebben moeten aan hun kinderen of kleinkinderen vragen met de afstandsbediening één en ander te programmeren. Want kinderen zijn hartstikke goed in dat soort zaken. (dis na ekte tori) - Hebt u nog een bigi bere tv en u wilt toch genieten van de digitale beelden, dan kan dat via een topbox. Die zal de digitale beelden voor u naar analoog vertalen. Alleen zijn de boxen nog niet te koop. Wanneer en waar dat wel t geval zal zijn, wist het crisis team niet te vertellen. - maar maakt u zich vooral niet druk. Het komt allemaal goed. En aan de mensen die het is gelukt hun tv te programmeren om digitaal beeld te ontvangen, werd gevraagd om zoveel mogelijk anderen te leren hoe het ook voor mekaar te krijgen. Er komt nog een voorlichtingscampagne van staatswege. In een laterrrrr stadium.
De handelaren die toch nog tv toestellen hebben geïmporteerd die de mogelijkheid voor het ontvangen van digitale beelden ontberen, tja die moeten maar zien wat met die toestellen te doen.
Waarom deze ogenschijnlijk helemaal niet relevante draai aan mijn verhaal? Wanneer men moet ageren en zijn stem moet laten horen, dan doet men dat niet! Dan slikt men alles als zoete koek. Maar kletsen over onbelangrijke zaken dat kunnen ze als geen ander. Met de handelaren heb ik geen medelijden. Uitbuiters allemaal. Maar de consument? De Surinaamse consument? Die wordt elke dag opnieuw weer geschoffeerd en als grof vuil bejegend, geen haan die ernaar kraait. Zij zelf zien er ook geen graten in hoor. Teveel tijd voor onbelangrijke zaken.
Meisje yu no mus kon fat' moro yere? Oh, nee noh? A meisje disi e du san a wani. Haar spiegel vertelt haar vooralsnog een verhaal waar ze mee kan leven. BOEM!!!
Hoe voel je jou wanneer je weer eens in Suriname aankomt. Die vraag is niet te beantwoorden, gewoon omdat het telkens opnieuw weer een onbeschrijfelijk gevoel is. Dat prettige warme gevoel van wederom thuis te zijn. Want ook al zou je bij wijze van spreken de hele wereld rond reizen, Suriname, sinds een aantal jaren liefkozend Su genoemd, is als geen ander. Suriname omhelst jou al vanaf de eerste stappen bij de vliegtuigtrap vandaan. Als een warme deken legt zij haar armen om je heen. En niet alleen door de tropische temperaturen, maar gewoon het "in Suriname" zijn geeft dat gevoel van geborgenheid. Kort voor vertrek op Schiphol fluisterde een zeer verliefde medepassagier in het oor van haar object of affection: "Ik heb zo een gevoel van vreugde in mijn buik, nu ik voor 't eerst naar Suriname ga." Mijn gunst ze had 't niet beter kunnen verwoorden. Een gevoel van vreugde had ze in haar buik. Ja dat is het. Een gevoel van vreugde in je buik. Bij het binnentreden van de aankomsthal begint dat gevoel te tanen. En dat heeft dan niets met Su te maken. Su haar dekentje hangt nog om je schouders, bruya no deh. Maar. . . . . . . die mannetjes die jou opwachten daar bij de militaire politie of is het nu douane personeel? Mi no sabi. Voor geüniformeerd manschap heb ik bij voorbaat respect en zeker in Suriname. Deze mannetjes hun gezicht staat altijd op storm.
Rij I Voor het kopen van een toeristenkaart, moet men bij de desbetreffende bali zijn. Er is een kist geland met ruim 300 passagiers. Het gros daarvan heeft een toeristenkaart nodig. Want in Suriname geboren, betekent niet dat je ook Surinamer bent. nee, een bordeaux-kleurig paspoort ontneemt jou jouw geboorterecht. Geen blauw paspoort? Yu na toerist. Oh? In Su geboren? Maar je bent weg gegaan, je hebt ons verraden dus je komt er alleen in met een visum of toeristenkaart. Abun, geen nood. Ik wil wel betalen om voor enkele weken toerist te zijn in eigen land. Maar zetten jullie dan potverdikke tenminste 4 mannetjes om de opgewonden toeristen snel af te handelen. Want wanneer je het zo fel begeerde papiertje van 20 euries hebt bemachtigd, dan volgt er. . . .
Rij II Mi Gado, er zijn drie rijen die leiden naar 6 balies. Onder anderen diplomaten, cabine personeel en 60 Plussers, mogen de eerste rij volgen. Zij komen bij loket 1 terecht. Dan heb je rij II voor niet-ingezetenen en alle overige passagiers. Die begreep ik niet zo goed. Maar ik ben niet-ingezetene dus volg ik rij II graag. Rij III is voor de ingezetenen en Caricom passagiers. Ook hier een beetje bruya bij mij, maar dat zal wel aan mij liggen. Rij I werd vlot afgehandeld want ik denk niet dat er veel diplomaten aan boord waren. Rij II voor de niet-ingezeten was zo lang als een Chinese draak en rij III voor de ingezetenen was leeg. Nadat men dus gemiddeld 20 minuten voor het eerst in de rij had gestaan, begon men noodgedwongen aan de tweede rit. Ik heb er 35 minuten gestaan. Er werd flink wat gemopperd in de rij. Want wij houden allemaal van Su, anders trotseerden wij geen helse vlucht van 9 uur. Maar niet-ingezetenen spelen al gauw de bal van: Waarom moet 't zo traag, waarom hanteren ze geen ander systeem. Op Schiphol, blablabla. En dan komen mijn nekharen recht overeind. Want ik erger me ook aan het "Su systeem". Altijd al, ook toen ik er woonde, maar ook toen kakte ik mijn land niet af! Want ja, is nog steeds mijn land! Ik bepaal dat. Dus wanneer die Holland smatjes luidkeels verkondigen dat "dit geen systeem is, het moet anders kunnen. Dit kan toch niet! '(Met de onmiskenbare aardappel in de keel.) Dan, ja dan voel ik me vlees noch vis. Niet-ingezetene wegens bordeaux paspoort, maar geen "aardappel in de keel" geklets voor mij. Dit is Su. Je komt er vandaan, of jouw wortels zijn ooit eens hier geschoten, dus aanpassen! Na de trage start begint de gezelligheid. Af en toe doorspekt met een beetje ergernis, maar dat gevoel van vreugde in je buik? Dat raak je de hele vakantie niet meer kwijt. En hoe gesmeerd het in Europa of elders er ook aan toe gaat, een gevoel van vreugde in mijn buik heb ik er nooit. En als je het echt op je heupen krijgt van het systeem, blijf weg. Kom niet. In Europa wordt je niet alleen op Schiphol snel afgehandeld, maar overal en op elk gebied. Dus chillen effe.
Onbegrijpelijk Maar mij zat ook het een en ander dwars. Het feit dat de rij voor ingezetenen leeg was en de geüniformeerde mannetjes toch steevast de hele meute in Rij II lieten. Was onbegrijpelijk. Twee rijen worden toch sneller afgehandeld? Daar hoefde je niet goed in wiskunde voor te zijn. Kan je met het blote oog ook zien. Het gemopper werd ook in deze rij voortgezet en er waren zelfs heuse aanstellers bij, die de wachtenden op hun hand probeerden te krijgen. Lukte niet zo goed; mensen van Surinaamse afkomst lachen niet wanneer ze moeten wachten. Ze laten wel een ieder altijd wachten, maar zijzelf hebben aan wachten een broertje dood. Ik concentreerde mij op het moment waarop ik aan de beurt zou zijn. Ik sloot mijn oren voor de aanstellers en beet op mn tong. De aanstellerij en aandachttrekkerij van wie dan ook zijn mijn zaken niet. En toen kwam ik aan de beurt. Het papiertje dat je in het vliegtuig moet invullen, heb ik wel drie keer nagekeken want owee als je niet alles hebt ingevuld, dan is het einde verhaal. Terug naar af. Mijn paspoort werd op authenticiteit gecheckt. Mijn papiertje werd vluchtig bekeken en opzij gelegd. Oh nee, in mid air stokte mijn papiertje. De meneer las nog eens. Hij keek me streng aan. Beroep? Ik zei ik heb geen beroep. Dat hebt u niet ingevuld, zei hij mierzoet. Ik zei nee, ik trok een streep. "U moet 't invullen". Ik keek hem schaapachtig aan. Wat moet ik precies invullen? U moet bij beroep invullen: GEEN. Hij had gelijk, hij had gelijk. Ik nam dus mijn papiertje terug en vulde in GEEN. Het warme dekentje schoof toch wel een beetje van mijn schouders af. Maar what the hack, de volgende dag zou ik boulanger met sowtmeti eten. Dus lib a man naga ing GEEN.
Bagage Het verhaal van de koffers gaf helaas aan de aanstellers gelijk. Bijna een uur aan formaliteiten achter de rug en nog was niet alle bagage op de band. Ja mang, 't moet anders kunnen, maar dat mag ìk alleen zeggen. Binnen de privacy van mijn blog. En de volgende dag? Geen boulanger met sowtmetie, want het was keti koti, geen markt. De Chinese winkel was wel open, want die zijn alleen op Chinees Nieuwjaar dicht. Maar mijn boulanger wilde ik van de markt. Dus vandaag was het raak. Boulanger met sowtmetie en een bonyo. Ai boi, Sranan switi. Een waar gevoel van vreugde in mijn buik. Holland sma; Stellen jullie je niet aan, if Sranan no ben switi un no b'oh kon! Klaar!
Total confusion bij mij na het lezen van bovenstaand stuk. Mijn simpele geest begreep het volgende: In Maleisië zijn er Moslims en Christenen. Van die twee groepen zijn de Christenen in de minderheid. Sinds mensenheugenis, dus al héél lang noemen zij de "Opper" waarin ze geloven ook Allah, zoals de Moslims dat doen. Maar nu heeft het gerechtelijk Hof een uitspraak gedaan en bij wet bepaald, dat dat niet langer mag. In huis tuin en keukentaal: Jullie Christenen mogen jullie God geen Allah meer noemen. Want dat brengt Moslims in de war en zou hen zelfs van hun geloof af kunnen houden.
Maar mi Gado, dit is toch totale verloedering van alles dat gewoon menselijk en simpel is? Alles moet nou voor de groene tafel worden uitgevochten en vooral worden bepaald. Ik bedoel het is Maleisië en een beetje ver van onze stede. Maar is om aan te geven dat niets meer gewoon "mag", nee alles moet gestuurd en gemanoeuvreerd worden door die aardse "oppergoden". Wat moet het toch simpel zijn geweest toen we mochten geloven in wat of wie we wilden. Ja WAT of WIE. In God, Allah, een berg of een boom. Het mocht allemaal, en toen gelòòfden veel mensen ook meer. Want geloof laat zich niet opleggen of sturen. Je gelooft of je gelooft niet, en dat vanuit jouw referentiekader. Zelfs bommen brengt mensen niet op andere gedachten. Genoeg daarvan in de wereld heden ten dage.
Als ik mij geconfronteerd zie met een probleem. Boyke van de hoek zou zeggen: teh wan tèkkel e tik' mi. Dan is het geloof en de overtuiging dat ik eruit kom, hetgeen dat mij staande houdt. De vraag waar die overtuiging vandaan komt, kan ik (helaas) niet beantwoorden. Maar dat het er altijd al is geweest, dat weet ik wel. Je kan volgens mij niet anders dan geloven. Geloven in iets. Het lijkt mij onmogelijk niet te geloven. En als je geen kerkganger bent, dan nog. Zelfs atheïsten geloven in hun ongeloof. En zelfs voor 't geval, je hetgeen waar je in gelooft niet bij name noemt, zelfs dan zal je steun vinden wanneer je je onvoorwaardelijk overgeeft aan het vertrouwen en besef dat je gehoord wordt. Vragen en loslaten. Hulp komt wanneer dat moet en nodig is. Vaak genoeg niet snel genoeg voor ons en nooit op het moment dat wij zouden het willen, maar dat zijn de momenten waarop wij als mens moeten beseffen dat wij het niet voor het zeggen hebben. De controle zit in een andere dimensie. Wij krijgen van daaruit tools en die moeten wij hier in onze dimensie gebruiken om het hoofd te bieden aan wie of wat dan ook.
Toegegeven, het is natuurlijk makkelijker als jouw "opper" een naam heeft, want vragen zonder je persé tot iemand te rechten is een beetje vaag. Dus Allah, God, Anana of Jah, moet allemaal kunnen. Laat een ieder toch zelf bepalen welke en vooral hoe hij zijn spirituele weg bewandelt. Dat eeuwige gemekker over hoe, wat, waar en wanneer over religie komt mij de neusgaten uit. Ik heb het er al eens over gehad. Geen enkel geloof of religie is beter dan een ander. Anders misschien, maar niet beter of slechter. En de uitleg die de zogeheten kenners denken te moeten geven daar wordt ik pas horendol van. Iedereen komt met zijn uitleg en interpretatie van hoe het allemaal in elkaar zit. Dus vandaar dat ik lang terug heb besloten dat mijn interpretatie voor mij volstaat.
Het winti geloof En nu begeef ik mij op zeer glad ijs. Maar vooruit dan maar. Vooropgesteld dat ik hier absoluut niet veel van weet, helpen de veelal "self proclaimed" kenners niet, om leken zoals ik, uit hun onwetendheid te halen. Ik ben er zeer zeker voorstander van om meer te weten te komen over dit geloof, al is het alleen maar om te weten te komen wat het precies is dat door het Christendom zo verwerpelijk wordt bevonden hieraan. En ook om opheldering te krijgen over een van de dingen me al heel lang bezighoudt. Kijk er zijn mensen onder dwang uit Afrika naar Suriname gebracht. Zij namen hun geloof, gewoonten en riten mee. Misschien is dat wel het enige dat ze ongemerkt konden meenemen. In Suriname aangekomen hielden zij krampachtig vast aan hetgeen hun ziel nog bond aan waar zij vandaan kwamen. Daar in dat nieuwe land probeerden zij nog hetgeen hen eigen was, te behouden. Maar ze kwamen uit verschillende streken, dus verschillende riten, gewoonten en geloof. Zij vonden elkaar en bundelden zich. Zo ontstond er in Suriname een variant op wat ze hadden meegebracht naar hun nieuwe thuis. Hetgeen zij hadden meegebracht aan spirituele bagage werd volgens mij een unieke verstrengeling van verschillende belevingen van spiritualiteit. Dat wat nu, onder de noemer winti geloof valt. Maar . . . . . . , en het is hier waar ik waarschijnlijk zal uitglijden en met mn kont over het ijs zal sjezen; De bijbel kwam in het spel. Degenen die (in hun beleving) het lot van deze mensen bepaalden, die gebruikten daarbij een handboek. Dat boek werd als leidraad gebruikt! Rechtvaardiging voor wandaden, kon ook daaruit worden gehaald, als het effe nodig was. Immers in dat boek werden hun handelingen niet veroordeeld en integendeel zelfs aangemoedigd (hun interpretatie). De uit Afrika gehaalden en ook die later in Suriname geboren waren, werden in het gareel gehouden met het Goede Boek, in de hand. Om er zeker van te zijn dat de barbaren die uit Afrika waren gehaald, ietwat beschaving kon worden bijgebracht was de volgende stap hen te onderrichten uit Het Boek. Om een lang verhaal kort te maken: later véél later toen het niet meer opportuun was deze barbaren nog langer te dwingen iets te zijn, waar geen mens voor geboren wordt, werd besloten dat ze zich vrij konden kopen of laten vrij kopen. Wel onder voorwaarden. En één daarvan was dat zij moesten worden bekeerd tot het Christendom, doop inbegrepen. Het Christendom werd hen zodoende dus opgelegd. Daar zie ik geen graten in. Je zou voor minder je laten kerstenen! Vrijheid is van levensbelang. Een ieder komt van ketens vrij, op de wereld.
Hun winti geloof lieten ze echter niet los. Hoe levensgevaarlijk ook het belijden van hun eigen ding, zij lieten het niet los.
Samengang? Maar nu komt 't. En hier val ik over. Dit is wat ik niet begrijp. Hoe komt het dat de mensen die ons voor zijn gegaan, Het Boek dat onder andere werd gebruikt als excuus om hen tot onmens te degraderen, ook tot hun handboek maakten. De belijders van hetgeen dat er in het boek staat, bepaalden met gloeiend heet ijzer wie hen toebehoorden. En toch. . . . . . in het winti geloof ontbreekt Het Boek niet. Dagteksten en psalmen spelen een belangrijke rol. Een kerkdienst 'morgens en een prisiri prey 's avonds is van alledag. Dan vraag ik mij af: Is het niet het één of het ander? In mijn persoonlijke beleving is er maar één Opper, hij die aan het hoofd staat van het Universum, de kosmos. Hij de bron, schepper van alles dat is en leeft. Daar waar wij allemaal vandaan komen en naar toe terug gaan! Ieder van ons is onlosmakelijk met elkaar verbonden, door hem. Het verstrengelen van geloof, overtuiging, riten en gewoonten gaat vanzelf. Mensen dragen dingen geheel of gedeeltelijk aan elkaar over. Waar mensen met elkaar omgaan is er nooit stilstand, alles blijft zich evolueren, zo ook op spiritueel gebied.
De één die het gloeiend hete ijzer op de rug van de ander plaatste en diegene die dat hartverscheurend lot onderging, zijn met elkaar verbonden omdat zij van dezelfde plaats komen en naar dezelfde plaats teruggaan. De Bron. Als het nou Het Boek is of toentertijd de ongeschreven regels van het winti geloof, het Hindoeïsme, of de Islam, aan het hoofd staat Hij en hij alleen. Dat is wat ik geloof. Ik geloof niet in omwegen. Ik hou wel van verhaaltjes, mythes en legendes. Ik verslind geschiedenis. Maar ook de wetenschap verklaart veel. Daarom verkies ik het wat geloof betreft simpel te houden. Meerdere Goden dienen lijkt mij lastig. Goden of hun helpers die om geld vragen vind ik al helemaal de spuigaten uitlopen. Geloven kost niets. Rotsvast geloven, meer hoeft 't niet te zijn.
Sjonge sjonge, ik ben helemaal afgedwaald! Dat was de bedoeling niet, maar goed misschien een beetje stof tot nadenken? En als iemand mij opheldering kan geven over mijn vraag, vanwaar het lankmoedig overnemen van het Christendom door de mensen die uit Afrika naar Suriname waren gebracht en hun nazaten, dan hoor ik het graag. Ook al begrijp ik volkomen, dat het verkrijgen van vrijheid, nood was die wet brak, maar toch. . . . . . daarna? Om terug te gaan naar mijn aanhef. Het vliegtuig dat ergens in maart uit Maleisië vertrok en nog niet terecht is. Wie zullen de passagiers in het meest benauwde uur hebben aangeroepen? Allah of God? Ik denk niet dat het wat uitmaakte. De Bron weet wanneer hij wordt aangeroepen (what's in a name), maar het laatste woord is bij hem.
Ik werd onlangs door iemand attent gemaakt op een filmpje dat op youtube te bekijken is. Ik ga de link niet plaatsen. Voor degenen die geïnteresseerd zijn en die willen weten waar ik nou precies mijn gal over ga uitspugen: gaat u naar Youtube en zoek 'Oneman in Saya of Streetparty met One Man in Suriname. Deze happening dateert van 24 april dit jaar.
Ik heb het filmpje opgezocht en bekeken. Nu ben ik verre van ouderwets, met de tijd meegaan is gewoon mijn ding. Maar het was met plaatsvervangende schaamte en walging dat ik betreffende opnames heb bekeken. En ik heb van begin tot eind gekeken. Het doet pijn, en dat meen ik echt, om te zien hoe zwarte jonge mensen zich vermaken en zich laten gaan. Jonge zwarte vrouwen die er waarschijnlijk nooit van hebben gehoord dat je als vrouw jezelf op een voetstuk plaatst, door jouw gedrag. Niemand hoeft je op een voetstuk te plaatsen, dat doe je zelf door jouw gedrag. A fasi fa yu e tyar yu srefi. En daarvoor hoef je echt niet preuts door het leven te gaan. Je vermaken, lol hebben, zorgen dat je gezien wordt, het kan allemaal zonder die droog neukerij in het openbaar. Wat gebeurt er in Godsnaam met deze hersenloze wezens. Trekt de zwaartekracht via hun weave hun hersens en daarmee hun verstand naar beneden? Want welk weldenkend mens gedraagt zich nu zo? Ik bedoel tussen de vier muren van de slaapkamer, als je die hebt, dat kan ik nog begrijpen. Maar en plein publique? Suriname is "gezegend" met verscheidene bevolkingsgroepen. En de jeugd met haar vreemde kronkels is niet etnisch gebonden. Jonge mensen van alle tijden en van overal vermaken zich op een manier waar ouderen de wenkbrauwen over fronzen. Maar in dit filmpje zag ik alleen zwarte jongeren. Dus kreeg ik kromme tenen. En deze jongeren gedroegen zich als varkens. Losgelaten varkens. Op het podium stond er niet één jonge vrouw laat staan jonge dame. Wat ik zag waren varkens met de anatomie van een vrouw. Dit gedrag tart iedere verbeelding. Ik vroeg me af of deze wezens niet onder invloed van één of andere drug waren. Hadden ze geen speed of XTC achter de kiezen? Ik weiger nog steeds te geloven dat dit geen uitzonderlijk gedrag was. Dat zwarte jongeren niet de toekomst van Suriname zijn, daar heb ik me al in berust. Maar dat is van hun eigen doen en de mensen die ze tot voorbeeld hebben. Ik ga helemaal niet de politieke richting op. Want mn toetsenbord moet nog een poosje mee. Er zijn verscheidene organisaties in Nederland zowel als in Suriname, wiens stemmen opgaan voor het niet meer gebruiken van het woord neger of negerin. 'No kar' mi negre moro heb ik reeds vaker gehoord en is volgens mij ook de titel van een gedicht van een Surinaamse schrijfster. Die discussie ga ik niet aan. Want ik ben er één van: Kar mi fa yu wani, mi sabi suma na mi! En if mi no lob' fa y'e kar' mi, dan mi no e piki. Dat gezegd hebbende mensen, dat varkenachtig zogenaamd kabula gedrag, werd heel trots door negers en negerinnen op het podium gebracht. Dan un kon fon mi. Maar dat waren negres hoor. Mensen die geen weet hebben van eigenwaarde. Meiden die denken dat wiens driehoek het hoogste in de lucht trilt, zij ook meteen de geweldigste is. Drie en een halve meter weave, goh die slierten even uit hun ogen halen en maar doorgaan met het varkentje knor gedrag. En ik wil niets horen dat het die "andere" zwarten uit Suriname zijn. Want eeuwig vinden Surinamers dat de "Creool" niet gelijk is aan een Dyuka. En ik zeg Dyuka ja, want ik gebruik het niet als scheldwoord. Ik zie niet neer op Dyuka's. Want volgens mij is er maar één zwart. Na wan blaka nomo deh. De zwarte uit de stad kan op zn hoofd gaan staan. Dr is maar één zwart. Licht, midden of donker: Blaka is blaka. Ik heb nog het één en ander te zeggen over de organisaties die denken dat ze bezig zijn met het bewustwordingsproces van de afstammelingen van "tot slaaf gemaakten". Er is werk aan de winkel. Zo er nog sprake is van de gevolgen van de trauma's die hun voorouders hebben doorstaan, dan moet er eerder gister en niet vandaag gewerkt worden aan het geestelijk welzijn van het nageslacht. Want dit is een generatie van mensen die het noorden kwijt is. De schadevergoeding, of in ieder geval de miljarden die men denkt te kunnen eisen, voor al het leed dat de "tot slaaf gemaakten" hebben doorstaan, zou dat misschien kunnen worden aangewend voor begeleiding van de jonge zwarte mens in Suriname? Want ik zie de toekomst voor deze groep zeer, maar zeer somber in. Hoe komt het dat deze mensen de drang niet voelen zich geestelijk te vormen om verdomme vooruit te komen in het leven? Ik stuur niemand naar de kerk. Hell no! Wat ik bedoel is hoe kan je je goed voelen, door je met je kleren aan weliswaar, door een man te laten bespringen en kapot te laten pompen op een podium? En deze schepsels denken nou echt dat iemand, somebody ze van de straat haalt eens? Oh maar wat klets ik? Deze performances zorgen ervoor dat ze op hun dertigste onverantwoord, op zn minst vijf koters hebben, van drie en een halve niet-vaders. Deze mini kabula's worden al heel vroeg in de branche opgeleid en getraind. En dan is de cirkel rond. Als de kleine maar in een Stokke ligt, dan is het ook goed. Niets aan 't handje, un blaka en un breti. Als blakaman vraag je je soms af wat we nou echt hebben om trots op te zijn. Pfffffft. Maar ach het zijn toch allemaal alleen maar nette mensen. Dat was film, wat op youtube te zien is, is reality. Veel Surinamers schreeuwden moord en brand over die film. Maar ver van de realiteit was die echt niet. En te redeneren dat dat niet jouw referentiekader is en dat je jou niet met dat soort mensen associeert, is ook goed. Maar we zijn allemaal blakamans. Denk ik toch. Ach nou ja, zal ik 't nu maar laten rusten? Want ik kom er niet uit. P.s: "een tot slaaf gemaakte" was een slaaf. Noem me dom, maar zo zie ik het. En nu 300 jaar later hebben zij zich zelf tot slaaf gemaakt. Door altijd te willen opvallen, met merkkleding, echt of nep. Luid en vulgair gedrag. Er om wedden wie er het meest en het beste op een zeemeermin lijkt met het gekochte haar. En maar roepen dat ze geen negers meer willen zijn. Hallo daar. . . . . . . is er iemand thuis?
Voor degenen die in de jaren zeventig in Suriname zijn opgegroeid, is het haast onmogelijk de televisieserie Dark Shadow niet te kennen. Barnabas Collins het hoofd personage hield elke dinsdag en donderdagavond iedereen in een wurggreep. Bijna iedereen dan, want ik bleek helemaal niet zo stoer als de indruk die ik gaf. De themesong van die serie alleen al! Een melodie die jou meesleepte en tegelijkertijd zei niet mee te komen, want op het einde van de rit wachtte jou onherroepelijk onheil. De buurt keek, mijn ouders keken. Het duurde niet langer dan een kwartier per keer. Bij elkaar opgeteld, het langste half uur van de week voor mij. Een ieder leek wel met houtlijm aan hun zetel vastgeplakt. Zo in de ban van Barnabas met zijn vampiers streken, dat het ook nog muisstil was in de buurt. Dat maakte het geheel nog griezeliger. Voor mij dan. En dan had je natuurlijk de woensdag en de vrijdag na elke episode op school. The days after. Dat geklets in de pauze over Barnabas! Ze kregen er niet genoeg van! En ik sprak niet mee, want ik zou toch niet toegeven dat ik het van de muziek alleen al bijna in mn broek deed? Nee ik verklaarde stoer dat ik me niet kon voorstellen dat mensen naar zo een idiote serie konden kijken. Maar niet kunnen meepraten in de pauze was een ware kwelling voor iemand die vaak het hoogste woord had. Soso hoge bloeddruk. Ik kon niet meepraten. Ik besloot dus gewoon me naar mijn leeftijd te gedragen voortaan, en echt als een stoere tiener gewoon naar Dark Shadow te kijken. Ik moet nu nòg lachen als ik eraan denk hoe ik mezelf die eerste dinsdag de hele dag heb lopen oppeppen om die avond vooral gewoon te kijken.
Bij onze naaste buren waren er twee meisje en drie jongens. De jongens waren vrienden. Om mezelf te overtuigen en om het vooral luid uitgesproken te horen, zei ik aan de oudste van de buurjongens, die middag, dat ik die avond voor het eerst naar Dark Shadow zou kijken. Hij lachte me echt vierkant in mijn gezicht uit, want hij wist dat ik nooit keek en de ware reden kende hij ook. Zulke flut geheimpjes kon ik hem toevertrouwen. Hij was drie jaar ouder en een echte vriend. Ik overtuigde hem ervan dat ik wel degelijk ging kijken en dat ik hem de volgende dag zou kunnen vertellen wat er zich allemaal had voorgedaan in die aflevering.
TESTBEELD Iedereen die in die tijd een televisie in huis had, weet dat het toestel vanaf het testbeeld tot en met de laatste klanken van het Surinaams volkslied aanbleef. Vanaf de eerste zoem tonen van het testbeeld kreeg ik de knoop in mijn maag. Gewoon een kundu! Mi Gado, ik zou naar Dark Shadow kijken. En dat over ongeveer twee uurtjes. De tijd vloog en daar begon het dan. Die afschuwelijk griezelige muziek. Ma en Pa zaten al geplakt op hun stoel. Ik kwam met een zware tong erbij zitten. Twee paar ogen keken me aan alsof ik net met een ruimtevaartschip was geland. Als uit één brein zeiden geen van de twee iets. Pa had wel een soort van ondeugende blik in zn ogen. Hij dacht zeker: deze houdt het geen minuut vol. Barnabas kwam in beeld, de aflevering begon! Ik weet niet hoe die lijm onder mn zitvlak terecht was gekomen, want ook ik raakte in de ban en was vastgeplakt op mn stoel. Oh, het was te gauw afgelopen! Mijn gunst, dus dit heb ik al die tijd gemist! Wat een sufferd was ik toch. Gewoon een spannende spuku film. Moet toch kunnen? De euforie, het gevoel welke deze overwinning op mezelf me gaf. . . . . . was van korte duur. Pa zei me om eten voor de honden te gaan zetten. Hahahaha beneden, nadat ik de fratsen van Barnabas voor het eerst had gezien? Ik dacht 't effe niet. Maar tegenspreken kwam niet voor in het woordenboek van vadertje mijn. Dus ik nam die pot, ging de trap af en razendsnel smeet ik het eten van die arme beesten, meer naast hun bakken dan erin. Het waren er drie. De hele operatie duurde niet langer dan een minuut denk ik, en ik vloog de trap hijgend weer op. In een deuk lagen die twee. "Soso mofo yu abi. Zou jij van de grond willen eten? Je heb dat eten gewoon op de grond gesmeten voor die beesten. San? yu prakser' dat Barnabas deh tap a prasi?" Groot jolijt voor mijn rekening. Ik antwoordde niet, want ik was eigenlijk wel teleurgesteld dat ik niet gewoon dapper naar beneden was gegaan. Maar ach, ik had gekeken, zou blijven kijken en belangrijkste van al: ik zou kunnen meepraten in de pauze!
HOOGSTE TOON Yu no ben kan yere fa mi mofo ben naki, de volgende dag. Je zou zweren dat ik al jaren naar de serie keek! Het viel trouwens niemand op dat ik opeens meesprak, of ze vonden het niet belangrijk want a tori sref' ben span tumsi. Ik zelf zou ook geen onnodige info geven dus ik deelde niets over mijn eerste ervaring met Barnabas. Mijn buurjongen vroeg 's middags nieuwsgierig of ik had gekeken. Natuuuuuurlijk had ik gekeken! Hij keek me lachend aan en zei: "Ja, ik weet dat je hebt gekeken maar je bent nog bang noh? Want na trowe yu trowe a nyan dyi den dagu." Ach, hier ontgaat ook niets ze, dacht ik, maar ik hield wijselijk mijn mond. Ik volgde voortaan dus trouw Dark Shadow. Het ging gesmeerd. Totdat. . . . . . . Ik op een dinsdagavond alleen thuis was. Over mijn angst was ik allang heen. De honden werden na de aflevering netjes gevoerd. Niks geen gehaast met eten smijten. Netjes uit hun bak konden ze eten. En daarna liep ik rustig de trap weer op. Ik was dus alleen thuis, lette niet op de tijd en was daarom nog niet gebaad toen de eerste tonen door de huiskamer klonken. Dan maar nadien baden? Ik volgde gespannen het zwart witte beeld. De spannendste momenten in de serie, waren wanneer Barnabas vampier werd en op zoek ging naar prooi. Zo een moment kregen we die avond ook te zien. Barnabas kwam uit zn doodskist en veranderende in vampier. Op welke prooi zou hij afvliegen? Dat zouden we in de volgede aflevering zien. Zo dat was weer spannend. Nu gauw baden.
Ik ging naar de badkamer en kleedde me uit. Zou net mn directoire (wat een woord) uitdoen, of Barnabas vloog door de badkamer shutters naar binnen. Ik griste mn baddoek (handdoek) van de deurhendel deed die om en vloog naar buiten. Maar echt naar buiten. Vanaf 't balkon riep ik de buurjongen die, na de aflevering, meestal met vrienden op het erf zat. Met zn drieën stonden ze meteen bij de tuinafscheiding. Hysterisch gilde ik dat er een vleermuis in het huis was.
WAT HADDEN ZE NIET VERSTAAN? Zouden ze me gewoon blijven aanstaren, terwijl Barnabas op jacht was in het huis! Dus ik zei: gaan jullie me komen helpen of niet? En toen, ja toen realiseerde ik me waar ze zo naar keken. Ik had mn onderlichaam bedekt maar mn bovenlijf was in vol ornaat te bewonderen onder het licht van de TL-buis op het balkon. De schaamte die je dan voelt is voor de helft niet te vergelijken met de angst voor Barnabas. Enfin, de jongens sprongen over het draad dat de twee erven van elkaar scheidde en kwamen mij te hulp. Ik durfde niet naar binnen, dus ik stond nu wel goed bedekt en in het donker te wachten op wat komen zou. Het licht van het balkon had ik uitgedaan. Want de halve buurt was nu gealarmeerd. Wist niet precies wàt ze allemaal hadden gevolgd. Maar reken maar dat wat ze niet live hadden kunnen volgen wel achteraf aan hen gerapporteerd zou worden. Barnabas werd verjaagd de ramen en shutters werden gesloten en ik kon naar binnen. Ik bedankte de jongens en deed de deur achter hen dicht. Met een lijf vol schaamte ging in 't bad. De volgende dag in de pauze was ik niet zo een haantje. Ik had andere dingen aan mn hoofd. Ik had me echter geen zorgen hoeven te maken. Of de jongens hetgeen er was voorgevallen in een grotere jongensgroep hebben besproken, weet ik niet. Maar in ieder geval heb ik aan de buurmeisjes absoluut niet gemerkt dat ze iets wisten. Oh wat een schatten van kerels toch. Maar ik kon sindsdien aan hun blikken wel zien dat ze me "beter" kenden dan ik zou willen.
In 2012, (ongeveer 40 jaar nadat Barnabas op bezoek was) kwam ik één van mijn buurjongens na jàààààren tegen. Un ben tak owru tori. En ja hoor, daar begon hij over Barnabas. Hij kon het zich nog heel goed herinneren. Vertelde me het verhaal in geuren en kleuren. Geen detail was hem ontgaan. En nee ze hadden het inderdaad niet doorverteld.
Vleermuizen ik kan nog steeds hysterisch worden van die ondingen.
Het bezoekje aan de huisarts stelde ik uit. Ik had er niet zoveel zin in. Ook het strakker worden van mijn broeken kon mij niet overtuigen. Ik bleef koppig uitstellen. Toen uiteindelijk ook de meest ruim zittende broek begon te knellen besloot ik met loden pootjes toch maar de dokter te bezoeken. Ik deed mijn verhaal. Heel vaag allemaal. Ik voelde me niet slecht, alleen eetlust had ik niet. En dat was in mijn geval op zn zachts gezegd uitzonderlijk. Met passie's als eten en koken, is een bijna niet aanwezige eetlust op zijn minst opmerkelijk. En daarbij ook nog een gestaag toenemende middel, maakt ongerust. Toch? De dokter stelde de meest voor de hand liggende vragen. Ik beantwoordde naar waarheid. Nee, niets op komst. Ik kreeg regelmatig post uit Rusland. Het ontging mij erbij te vertellen dat ik één keer wel geen post had ontvangen. Maar ja, op weg naar de dokter had ik mezelf al allerlei kwalen in mn hoofd gehaald, want een hypochonder was ik toen al. Een zwangerschapstest kwam in die goede man niet op. Ik bedoel voor de zekerheid? Maar dat is achteraf gekeuvel. Ik dacht er op dat moment ook niet aan. Een afschuwelijke kwaal, dat is wat er zich in mijn hoofd afspeelde. De arts besloot toch even mijn buik uitwendig te onderzoeken. Ik lag daar op de onderzoekstafel, gespannen als een veer! Hij deed zijn onderzoek. Ik volgde nauwlettend de uitdrukking op zijn gezicht. Kon er niets vanaf lezen. "Mi Gado, die man vermoedt iets ernstigs, maar wil het niet zeggen. Ik mocht me aankleden. Toen ik weer tegenover hem zat, schreef hij een briefje uit. Daarmee moest ik maandag, want het was vrijdag, naar het ziekenhuis om een echo te doen. "Ik zal eerlijk tegen u zijn. Uw buik is ietwat verhard, en dat zou kunnen wijzen op een vleesboom of vleesbomen. Het hoeft niet maar het kan."Dat moet je niet aan iemand zeggen die zich op weg daarnaar toe, reeds de meest gruwelijke scenario's had ingebeeld! Ik strompelde nog net niet naar buiten. Durfde die me nog een goed weekeinde toe te wensen. Hij wacht nog steeds op antwoord. Ik vond wonderwel de weg naar mn auto. Kroop achter 't stuur en daar begonnen de waterlanders. Ze wisten van geen ophouden. Ik reed verblind naar huis. Thuis aangekomen parkeerde ik niet zoals altijd netjes onder de tamarinde boom die op 't erf stond. Ik parkeerde maar wat, en stormde naar binnen. Mijn entree moest bezorgdheid hebben gewekt, want hij kwam gehaast de kamer uit: "Wat is er! Stotterend en snotterend verklaarde ik dat ik misschien iets ernstigs had. De dokter dacht aan vleesbomen, maar ik dacht dat het erger was, want de dokter zijn gezicht zag er niet goed uit. Ik had het gevoel dat hij iets aan het verbergen was. Dus maandag moest ik naar het ziekenhuis voor een echo. Ik ratelde als een rammelaar. Hoe toepasselijk. Hij keek me aan en zei:"waarom moet je altijd aan het ergste denken? Dat is toch nergens voor nodig! Maandag gaan we die echo laten doen en je zal zien dat er niets aan de hand is". Ik weer: "Je hebt makkelijk praten, het gebeurt niet in jouw buik!"
En nu komt het meest ongelofelijke van al. Men zegt dat waar men de koppen bij elkaar steekt, er meestal verstandige besluiten worden genomen. Niet zo in dit geval. Daar waar hij gewoonlijk de minder impulsieve van ons twee is, kwam hij met het volgende absurde idee. Ik moest op de grond gaan liggen en hij zou op mijn buik gaan staan! Dan zou ik wel zien dat er niets aan de hand was! En even absurd als zijn voorstel, was mijn reactie. Ik ging op de grond liggen en hij ging ook effectief op mijn buik staan. Weliswaar héél voorzichtig. Het waren trouwens 63 hele kilo's die ik moest weerstaan. Believe me, met hetgeen hij momenteel weegt, had ik deze ludieke actie nu niet overleefd. Maar goed terug naar toen. Hij stond op mijn buik. Ik weerstond het gewicht glansrijk, en meneer "arts van het moment", vroeg of ik pijn had. "Nee ik voel niets", klonk het opgewekt."Zie je, je windt je voor niemendal op. Dr is niets ernstigs met je aan de hand hoor, maandag zal je zien. Ik kan niet zeggen dat het weekend rimpelloos verliep, want het knaagde wel, maar ik was in ieder geval rustiger. Ik klampte me vast aan de diagnose van mijn pseudo lijfarts. Ik zette de bedenkingen van de gekwalificeerde huisarts op de achtergrond en zag maandag als de dag waarop mijn pseudo arts gelijk zou krijgen. Er zou niets aan de hand blijken te zijn. Little did I know!
Voor de echo moest ik veel drinken en liever niet naar het toilet. Ik ging een halve dag werken want de afspraak in het ziekenhuis was voor twee uur. Mijn blaas stond op springen! Aangekomen waar ik moest zijn, bleef hij op de gang. Een wachtkamer vol overwegend zwangere vrouwen was een beetje te veel van het goede. Ik stond, want alle stoelen waren bezet en ik verpinkte de pijn die een overvolle blaas mij bezorgde. Om een voor mij tot de dag van vandaag onbekende reden liep de verpleegster op mij af en vroeg hoever ik in mijn zwangerschap was. Beverig antwoordde ik dat ik niet zwanger was, maar dat vanwege enkele vage klachten de dokter een echo wilde laten doen. Ze keek me aan en riep me naar binnen ofschoon het nog niet mijn beurt was. Binnengekomen, gaf ze mij instructies om me klaar te maken voor wat komen zou. Ook gaf ze mij het advies niet zo zenuwachtig te zijn, want het deed geen pijn en duurde niet lang. Pffffft ik was wel lang genoeg op de wereld om zelfs dàt te weten. Ze begon met het onderzoek. Ik keek de andere kant op. Van de beelden zou ik toch niets begrijpen. Ik hoorde een stoel die naar achter schoof. De verpleegster haalde een collega erbij! Ik lag daar inmiddels meer dood dan levend. Ik hoorde ze mompelen tegen elkaar. Over een bonkend hart gesproken! De mijne lag bij wijze van spreken op de grond, was gewoon uit mn borst gesprongen! "Hoe oud bent u mevrouw? Ik keerde mn hoofd naar haar toe en antwoordde bijna onverstaanbaar: " U hoeft niets voor me te verbergen hoor, zegt u me maar. Het is mijn resultaat, dus ik wil niet wachten tot de dokter me zelf het slechte nieuws geeft". "Slecht nieuws, slecht nieuws? Dus u wil het kind niet?"WELK KIND, dacht ik. Ik voelde dat mijn ogen uit mijn hoofd puilden. En weer vroeg ze me naar mijn leeftijd. "Al die tijd hebt u niets gevoeld? U mag meekijken. Kijk het maar bewegen. U bent ongeveer vier maanden zwanger." VIER MAANDEN ZWANGER, Jezus van Nazareth, hoe kàn dat nu? Ik kreeg toch post? En we hadden ons project toch "geparkeerd". Wat, wanneer, hoe?
Ik gaf aan die dames geen details, vroeg alleen als alles verder ok was, want dat "op mijn buik staan" verhaal flitste door mijn verward hoofd. En ik wilde niet voor gek verklaard worden, dus hield ik wijselijk mijn verhaal voor mezelf. Het was al erg genoeg hoe verbouwereerd en onbegrijpend ze naar mij keken. Ik reageerde waarschijnlijk niet zoals het een aanstaande moeder betaamt. En dat ik tot dàn niets door had, leek hen ook een fabel.
Bijna vier maanden en ik had niets door! Ik kleedde me rap aan en sprintte naar buiten. Ik werd terug geroepen want ik vergat de enveloppe voor de huisarts mee te nemen. Ik griste die uit de verpleegster haar hand en was weg. Buiten op de gang keek hij me gespannen aan. Hij zou nog liever dood gaan dan toegeven dat hij 't ook had zitten knijpen. Maar ik ken die frons op zn voorhoofd: gespannen! Ik fluisterde: ik ben zwanger. Hij keek me aan, en vroeg even fluisterend: "hoe kan dat?"Duhhhhhhhhh! Rara, hoe kan dat! Op weg naar de auto zeiden we niets, maar zo gauw we in de auto waren kwam het eruit. Dat hij me had gezegd dat er niets ernstigs aan de hand was. Dat die dokter een kloot was, want hij had een test moeten laten doen, dat was 't meest voor de hand liggend. Ik was het met alles eens en vond het van onszelf ook helemaal niet dom dat wij zelf ook niet eraan hadden gedacht gewoon een test bij de apotheek te halen. Nee het lag niet aan ons. De dokter was een kloot. En ik was lekker zwanger.
Dus toch, het wàs bij de eerste keer al meteen gelukt! De post, die korte brieven die ik toch nog uit Rusland had gekregen, die waren een speling der natuur. Kan gebeuren. Wij konden nu hals over kop beginnen voor te bereiden. Ik ging vroeg naar bed die avond, teveel spanning voor één dag. Midden in de nacht schudde hij me wakker! "Ik had op je buik gestaan. Alles is goed toch?" Hahaha berouw komt na de zonde! Datra! Hoe luidt het spreekwoord weer? Sikiman na lawman. Alleen was ik niet ziek, gewoon law om met zo een plan mee te gaan. Eén gek maakt meer, ook zo ééntje die hier van toepassing was. Alles was goed, 24 is ie intussen en voor morgen, Moederdag, heeft ie beloofd iets lekkers voor me klaar te zullen maken. Ik kijk er naar uit want eetlust heb ik wel!
Ik weet niet of ik het haal. De race tegen de klok begint nu! Toen ik acht maanden geleden begon om het één en ander hier neer te krabbelen, had ik oprecht gehoopt dat enkelen me zouden lezen. Want tenslotte is dat toch waarop je hoopt? Wanneer je schrijvertje speelt. Ik moet zeggen dat een blik op de teller vandaag zowaar mijn hart sneller deed kloppen. 998 hits! Niet iedereen blijft lezen, soms komt iemand misschien ook gewoon piepen of er een nieuw stukje is. Maar ook als ik die marge in acht neem, dan ben ik aangenaam verrast, blij, dankbaar (hmmmm, klinkt melig) en ook een beetje trots, dat jullie de tijd nemen mijn djogodjogo (Papiaments voor gekrabbel), te lezen. Ook de reacties van mijn trouwe lezers doet me héél goed. En het gemopper van mijn Antilliaanse lezers dat ik niet te veel Sranan in m'n stukjes moet zetten, of dan wel de vertaling erbij!
**Mi ta pidi despensa! Ora mi ta den e trance pa skirbi, e idioma ku ta mas serka di mi kurason ta subi! **
Als jullie blijven lezen, zullen jullie al gauw uitdrukkingen als Mi Gado, aybaya, faya en mi lobi yu, begrijpen. Respectievelijk: Ai Dios, esta baina, cayente en mi stimabu. Ik hoop echt dat we nog lang op deze manier met elkaar verbonden blijven, ik krabbel, jullie lezen en laten wat van je horen. De mensen die me mailen, smsen of gewoon op de blog reageren hartelijk dank! Het geeft de burger moed! En verwarmt mn hart ècht!
**Ik verontschuldig me! Wanneer ik eenmaal in de ban ben van het schrijven, dan komt de taal die mij het dichtst bij het hart staat, naar boven!**
Soso lobi!
Op naar de 2000? Mi Gadooo woei! (Dit is niet te vertalen wegens typisch Surinaams, sorry)
Had ik ervan willen maken. Ik ging al vroeg op pad, want ik wilde naar een winkelcentrum op ongeveer twintig minuten van huis. Niks bijzonders dus. Wel bijzonder was het feit dat ik er alleen naar toe ging. Dat had ik eerder nog niet gedaan, want ofschoon het winkelcentrum zelf een heel leuke plek is, is de weg ernaar toe minder. In mijn perceptie dan. Men heeft van een verlaten fabrieksterrein een heel modern complex uit de grond gestampt, maar ze hebben wel veel van de fabrieks-infrastruktuur behouden. Ik verkort een lang verhaal. Ik nam op weg naar het winkelcentrum en heel dichtbij van de plaats nog wel, een verkeerde afslag. Het voelde al gauw niet goed, maar ik deed nog dapper voort met 't gevolg dat ik op een doodlopende weg op een verlaten stuk fabrieksterrein terecht kwam. Angstaanjagende oud ijzeren constructies loerden met toegeknepen ogen naar me! Zo een plek waar in de film twee gangsterrivalen elkaar na een slopend gevecht kapot schieten, of waar gegijzelden voor dood worden achtergelaten. Mijn fantasie en angst hielden estafette! Ik wist niet hoe gauw ik rechtsomkeer moest maken en als een meteoriet vloog ik zo snel mogelijk weer naar bewoond en bekend terrein. So far so good. Ik kwam zowaar weer op de voor mij bekende weg. Alleen was de bibber nog danig in mijn lijf, dus op een groot kruispunt, waar de verkeerslichten het natuurlijk niet deden (lucky me!) maakte ik een te kleine bocht. Te klein die bocht, dus ik werd zowaar een spookrijder. Dat werd mij niet alleen gewaar door het getoeter naast mij, maar ook aan een vrachtwagen die recht mijn richting op reed! Hij was nog ver maar hoe zou ik uit deze benarde positie komen! Ik besloot op dat moment God te spelen want mijn laatste uur was nog niet geslagen. No way! Achteruitgaan was geen optie, de mensen die de juiste bocht namen reden rustig de juiste baan op. Ik keek rechts van mij, de middenberm was van het lage soort. Gewoon een dubbele trottoirband en lage begroeiing daartussen, ik keek in de achteruitkijkspiegel en besloot dat ik maar als de bliksem over de middenberm moest. Trottoirband en lage bougainville beplanting trotserend, hobbelde ik naar de andere kant. Oorverdovend getoeter, maar dat was op dat moment niet mijn zaak, ik had 't gehaald. Niet alleen dat, ik nam de juiste afslag en kwam heelhuids het winkelcentrum binnen. Wat mijn autobanden te vertellen zouden hebben, was van later zorg. Ook het gemopper van mijn goede helft, mochten er krassen zijn op de auto, lapte ik voor dat moment aan m'n laars! Ik had 't mooi opgelost. En dat twee keer binnen een kwartier. Sjeeeee, zag je me lopen, je zou niet raden wat voor schrik er nog door mijn aders stroomde. Maar winkels maken vrouwen blij dus 't leed was gauw vergeten. Ik kreeg ook nog een telefoontje van iemand die ik lang niet had gehoord, dus ach wat kan een bijna-ramp je dan nog schelen. Al met al een heel leuke ochtend.
De deur Ik kom thuis, en had ik 't gehad voor de dag? Not! Op de één of andere manier besloot de douchedeur uit z'n hengsels te vallen! Een loodzware glazen deur, maar die brak wonder boven wonder niet. Tegelschade op de grond, maar verder viel het wel mee. Eigenlijk niet eens vermeldenswaard dit. Gebeurt toch wel vaker dat een glazen deur uit z'n hengsels valt? Of niet? Maar voor wat me te wachten stond, zal deze gevallen deur nog wel haar dienst bewijzen.
De laatste boem Van de dag, bevestigde voor mij nog eens dat er beschermengelen bestaan en die zijn vaak op het juiste moment op de juiste plaats. Ik haalde mijn avondeten uit de diepvries en zette het in de magnetron. Op drie minuten. Ik toog naar de badkamer om een kleine studie te maken van het douchegebeuren. Want douchen zonder deur is een beetje onhandig. Ik bekeek dus hoe ik dat zou aanpakken en hoorde een gepruttel vanuit de keuken. Ik besteedde er geen aandacht aan want ik had de magnetron nog maar net aan. Nog geen seconde later was het geen gepruttel maar een bonkend geluid! Toch maar even checken in de keuken wat er gaande was. Wel lieve mensen. Een ongelofelijke rookwolk kwam me tegemoet. Vanwaar de stalen zenuwen, mi no sabi, maar ik trok uit alle macht de stekker meteen eruit, deed de deur van de magnetron open en verder ook nog zoveel mogelijk ramen en deuren want in een mum van tijd leek de keuken op een sauna of hamam. Alleen rook 't er naar gesmolten plastic en angst. Mijn eten was nog bevroren, dus daar zal het niet aan gelegen hebben. De magnetron begaf het gewoon en wel op héél brute wijze! En hier is waar de badkamerdeur weer ter sprake komt. Was die deur niet gevallen, dan had ik onder de douche gestaan en had het geloei van die vermaledijde magnetron niet gehoord. Waarschijnlijk hadden jullie dit stukje dan ook niet gelezen. Wat zeggen we in Su? Ala ogri e tya wan bun. Ik stond erbij en keek ernaar. Een gloeiend hete, rokende magnetron. Hallucinant!
Het had een gewone dag kunnen zijn, maar dat was 't niet, en het meest frappante van al. . . . . . . . het was m'n jaardag! Zo gauw mogelijk die rookmelder plaatsen! Dat vergeten we steeds totdat de magnetron ontploft met alle gevolgen van dien. Krassen heeft de auto niet overgehouden aan mijn gedurfde oversteek, en mijn goede helft leest mijn stukjes niet, dus ik zal wel kunnen mopperen over die niet geplaatste rookmelder. En reken maar; mopper dat mi o mopper. Want ik was bijna dood enz. enz.
Al met al toch wel een gewone, maar zeer bijzondere jaardag. Voor al mijn lieverds die me hebben gefeliciteerd, gran tangi. Jullie zijn ver, maar je ziet 't, je kan het nog zo gek niet bedenken of het overkomt Moi.
Een niet zo'n indrukwekkend berichtje in de krant en op nieuwssites vandaag. Wel vermeldenswaard, maar niet schokkend. Hilary Clinton moest ergens een presentatie houden en de ex "eerste dame", vrouw van jullie weten wel wie, kreeg een schoen naar haar hoofd geslingerd. Meester in het ontwijken van pijnlijke zaken wist ze ook deze keer buiten schot te blijven. http://www.youtube.com/watch?v=jmdl4Ycv_Nc
Dit berichtje zette me toch aan tot schrijven. In de eerste plaats omdat ik toch wel een enorme bewondering voor deze vrouw heb. Ik moet toegeven bewondering die stilaan is gegroeid, want in die fameuze tijd toen ze steevast en met een blik vol afschuw, woede en zin op wraak, vastberaden haar schaamteloos liegende man bleef bijstaan, kon ik maar weinig begrip voor haar opbrengen. Toegegeven op politiek, diplomatiek op alle -tiek gebieden stond er veel op het spel, maar dat steevast handjes houden in het openbaar, terwijl de wereld kon meekijken hoe twee mensen die elkaar niet meer moesten, beiden eensgezind de schijn ophielden, was voor mij onbegrijpelijk. Dat vergt toch een zekere mate van verbondenheid dunkt me. Zo te schande worden gezet door een leba die het Witte huis een leuke plek vond voor zijn sexscapades en toch tot het bittere eind die man blijven steunen! Nee petje af voor Hilary, dat doen velen haar niet na. Of toch wel? In het leven van elke dag en onder ons gewone aardse wezens wordt ook maar al te vaak de partner (man of vrouw) als schanddoek gebruikt. En te vaak accepteert de benadeelde dit om uiteenlopende redenen. Ik had niet zolang geleden een gesprek met iemand hierover. De reden waarom deze dame bleef volharden in iets dat er allang niet meer is, namelijk enige vorm van verbondenheid, laat staan liefde tussen haar en haar echtgenoot, is de vrees om alleen te zijn. Toegegeven we zijn geen eenzaten. Niemand wil alleen zijn en zeker niet als je een bepaalde leeftijd hebt bereikt. Nu ben ik voorzichtig in het geven van advies op dit vlak, omdat je niet in andermans schoen staat. En omdat ik reeds van "makkelijk praten" ben verweten. Maar als men het dan toch vraagt is mijn gedachte, liever echt alleen dan alleen met zn tweeën. Dat lijkt mij even luguber als een horrorfilm. En toch opteren zovelen, vooral vrouwen voor zo'n verzuurd leven.
Jullie kunnen zien dat die vliegende schoen naar Hilary's hoofd nogal wat heeft losgemaakt.. . . . . . . . .
Een ieder zijn keus. Kiest iemand ervoor te blijven in een relatie die geen kant meer opgaat dan alleen maar richting muur en met de rug ook nog wel, dan moet ie weten dat er alternatieven zijn. Heb je dan toch de keus gemaakt te blijven, leef en laat leven dan. Want 't gevolg van de keus die velen van deze zuurstokken maken, is dat het gif langzaam maar zeker hen onder de huid kruipt, zich gestaag verspreidt om uiteindelijk zijn weg naar buiten te vinden. En dan krijg je de poppen aan het dansen! Het object van hun woede ( die on-man) ontzien ze, en projecteren hun ontevredenheid en wraak op anderen die zich misschien niet in zo een situatie bevinden. Jullie volgen die tori nog toch? Dat weet ik zeker.
Voor alle duidelijkheid: kies jij ervoor om in een verziekte en ziekmakende relatie jouw potje te blijven roeren ga dan alsjeblieft niet haten als een ander zich niet in zo een nani bevindt. Dat brengt onnodig gram met zich mee. Ik oordeel en veroordeel niemand. Ik weet waar ik voor sta en waar ik voor kies. En mocht ik eens een slechte keus maken, op welk gebied dan ook, dan zit ik op de blaren. Maar dat zal zeker geen reden zijn om anderen de schuld te geven van mijn eigen stommiteit. Ik zou zeggen dames verkoop jezelf niet voor minder dan je waard bent. Zet jezelf niet in de uitverkoop! Stel je voor! Mannen doen dat nooit. Wees trots op de vrouw die je bent. Je bent het waard geapprecieerd te worden en presenteer je dus ook zo. Suma no wani apprecieer ju mus har' a dang. En dat geldt niet alleen voor man/vrouw relaties. Mensen die je niet appreciëren voor de vrouw die je bent, moeten schuiven. En liefst een eind weg. Ik zou nog uren hierover kunnen schrijven, maar ik bespaar jullie dat.
Een tweede reden waarom het stukje over de vliegende schoen, iets bij me losmaakte is het feit dat ik me afvroeg wat iemand toch moet bezielen om vanuit het publiek een schoen naar een ander op het podium te gooien? Een vrouw naar een andere vrouw. En dat is wat mij hinderde in dit verhaal. Vrouwen zijn in negen van de tien gevallen heuse vijanden van elkaar. En dat hoeft, nee moet niet. Wij zijn de moeders van de wereld, wij baren, voeden op, vormen. En toch als het erop aankomt eensgezind vrouwen te zijn in deze toch wel nog steeds mannenwereld, veranderen we in heksen zonder bezemstelen. En wat is de reden daartoe meestal? MANNEN. Meisjes toch! Houd op daarmee! Het zal de mannen een worst wezen. Met man, zonder man, verloofd, gehuwd, gescheiden, verliefd of gewoon kras. . . . . . . leef en laat leven! Een leefregel zo ontladend en rustgevend en toch verkiest het gros onder ons niet te kiezen voor dat gemak. Maar het is 't proberen waard hoor. Gewoon je ding doen en de anderen diezelfde ruimte laten. Afgunst, jaloezie, nijd. Al dat soort dingen ben je een stapje voor, omdat je te druk bezig bent met leven en genieten van jouw stuk uit die koek dat Leven heet. Gemeen doen tegen anderen krijgt geen kans, omdat je dan lééft en niet gewoon bestaat! We all deserve to be happy, geef jezelf gewoon een kans. En kan je het echt niet opbrengen je sisters te omarmen, lààt ze dan gewoon met rust. En ga vooral niet met denkbeeldige objecten gooien. . . . . . . Want wie kaatst. . . . . . . Abun dan!
Behalve bij de Chinees op de hoek en een broodjeszaak achter SOSIS, konden we ook op school in de kantine broodjes halen bij ma-eh. In de kantine heerste er altijd een vreselijke drukte, want de stoere jongens die niet toevallig ook de oudsten op school waren, speelden in de pauze tyekre - tyekre. Ze namen zoveel plaats in, dat de pauze bijna om was wanneer je eindelijk een broodje kon bemachtigen. Dan was je beter af als je even naar de Chinees of de broodjeszaak op de hoek holde. Maar goed soms als ma-eh een "special" had, dan schreef ze dat op een klein schoolbord op de gang. Je kon dan vanaf 's morgens zien wat er voor speciaals te krijgen zou zijn in de pauze. Op een willekeurige vrijdag stond er op het bord: brood kip/tempeh. Ik wist toen niet waar tempeh van werd gemaakt maar dat het een lekker ingrediënt in vooral Javaans eten was, wist ik wel. Dus brood kip/tempeh zei me wel wat. Een vriendin van me vroeg kort voor de bel of ik meeging naar de Chinees. Ik zei nee, die special van de kantine sprak me aan dus ik zou dat tyekre tyekre geweld trotseren en een broodje in de kantine halen. Ze probeerde me toch maar over te halen om naar buiten te gaan, maar eindstand: mijn overredingskracht won en ze besloot dan toch ook maar met me naar de kantine te gaan. Ze was een beetje nukkig en at niet alles, dus zou zoals altijd een broodje gehakt nemen. Maar ik vond dat ze gewoon de special moest proberen. "Je kan niet altijd 't zelfde nemen, je moet toch ook eens durven?" Wan her' filosofisch onderricht van mijn kant, en dat alleen om die andere ervan te overtuigen om "broodje special" uit te proberen. Goed zoals ik al zei, 't was weer een vervelende drukte daar in die kantine. Voor degenen die er kwamen om een broodje te halen, was ergernis troef. Tergend langzaam naderden we de toonbank. En maar hopen dat er nog iets over zou zijn wanneer je aan de beurt kwam. Als je een paar kos'kosis naar je hoofd geslingerd wilde krijgen, kon je aan iemand die voor in de rij stond vragen om ook jouw bestelling te plaatsen! Enige optie was rustig wachten op je beurt en hopen dat je je maag aanstonds zou mogen vullen. Eindelijk. 'T was ons gelukt! We bestelden onze broodjes met speciaal beleg. Om niet weer door die hele samma samma van kantinevolk te moeten, besloten we maar gelijk te eten. In een hoekje waar er nog klasgenoten stonden, sloten wij ons aan om dan eindelijk te kunnen schransen. Mi val aan gelijk. Want ik had echt owru angri, maar mijn vriendin nukkig als ze was moest zo nodig haar broodje opendoen om te bekijken wàt precies het beleg was. Mensen, ik keek mee, ondertussen foeterend waarom ze altijd zo nukkig moest zijn. . . . . . . Ik weet niet wie het 't eerst zag! En ik weet niet wie verbaasder was. . . . . wij of hij! Hij waarschijnlijk niet, want a ben dede mors! Daar in haar broodje lag die, een bet-achterkleinkind van de dinosaurus. (Mijn stelling hoor! Heeft niets met wetenschap te maken) Meneer Gekko! jullie begrijpen dat mijn hap die inmiddels bijna uitgekauwd richting slokdarm ging, met een rotvaart weer eruit kwam. Hysterisch gegil, tyekre tyekre kwam tot een abrupt einde, iedereen bemoeide zich met de zaak. Wat een heisa! Arme ma-eh werd echt voor rotte vis uitgescholden. Mensen wilden hun geld terug van broodjes die ze al hadden gegeten. Sher, slachtoffer van het "bewoonde" broodje barstte bijna in tranen uit, want zoveel commotie ging helemaal tegen haar persoonlijkheid in. Hoezo huilen? "Meisje ik heb zowaar 2 happen uit een brood genomen dat misschien ik weet niet waarmee besmet is en dan ga je huilen? Waarvoor!" Ik rukte het brood uit haar trillende handen en gaf 't aan Kobi (de hele school noemde hem zo, ik ken tot de dag van vandaag zn echte naam niet). Kobi maakte geen grappen. Ik weet niet of 't een act was, maar Kobi dwong respect af. Niet alleen omdat hij baldadig was in zijn gedrag, maar zeker ook omdat hij een uitzonderlijk goed stel hersens had. Vreemde combinatie, en dat maakte hem juist tot ieders held. Met bulderende stem verkondigde hij: Ma-eh, dis no kang yu e vergiftig un dyaso. Yu wan mek BOG kon dyaso noh? Ma-eh keek beteuterd want ze wist nog niet zo goed wàt er aan de hand was. Geld terug, geld terug, scandeerde de kantine. De mensen die niet in de directe omgeving stonden gilden mee, maar wisten niet eens precies wàt er aan de hand was. Er was een gekko in een broodje dat we bij ma-eh hadden gehaald. Binnen drie minuten werd de gekko een kakkerlak en tegen de tijd dat het verhaal het schoolerf bereikte, was die gekko een klarasneki geworden. Jullie kennen dat; mofo koranti. Razendsnel en enorm aan verandering onderhevig.
Terug naar de toonbank Kobi liet ma-eh dus het bewijs zien: broodje kip/tempeh/gekko. Ma-eh prevelde iets van:" San mi mus du". Had ze niet moeten doen. Wat tot dan toe nog een beetje een lacherig opstootje was, ontaardde in een onbeschofte rel. Jongens gingen op de tafels staan en die arme vrouw werd beschuldigd van "morsu" en duivelse praktijken. Misschien had ze ons wel, in navolging van een collega van haar aan de Verlengde Hogenstraat, rattenvlees in plaats van kip voorgeschoteld al die tijd! Dat verhaal van de Verlengde Hogenstraat is nooit met bewijzen gestaafd, maar zoals met zowat alles in Su heeft dat verhaal geruime tijd een eigen leven geleid en heeft de tand des tijds zelfs glansrijk doorstaan.
Enfin baldadigheid kon nooit van lange duur zijn, want de conciërge kwam al gauw als een donderstraal naar binnen gelopen om de herrie een halt toe te roepen. Echter Kobi stond zn mannetje, wees het brood aan meneer van Buren en die was het erover eens. Dit kon niet ongestraft blijven. Hij baande zich een weg naar de toonbank en zei aan ma-eh dat ze wel degelijk het geld van dit specifieke broodje terug moest geven en verder aan een ieder die een broodje had gekocht, de helft van hun geld terug. Dat moest dan zo een 50 cent zijn per persoon, want duurder dan één gulden waren de broodjes niet. Begrijpelijk dat ook mensen die geen brood hadden gekocht ineens wel degelijk hun geld kwamen opeisen! Un broko a bank fu ma-eh fu a deh dati. Ik zie nog zo haar van frustratie betraande gezicht! Maar toen hadden we geen mededogen. Kon law!
Mensen opperden om inderdaad BOG, de gezondheids/milieu-dienst te bellen, maar hoe ironisch: het was de BOG die in de jaren zeventig deze gekko's boven Paramaribo en omstreken had uitgestrooid, om insecten tegen te gaan. Heb ik nooit kunnen vatten! Hoe ze deze in mijn ogen angstaanjagende mini reptielen op ons hebben kunnen loslaten! Tegenwoordig zijn ze niet eens meer zo klein als vroeger! Nee, helemaal volgens de leer van Darwin zijn ze wel 2x zo groot. Brrrrrrr Wat er van ma-eh is geworden? De kantine bleef een tijdje onbemand en na enige poos kwam er een andere mevrouw. Geloof me die broodjes waren half niet zo lekker als die van ma-eh! De mens weet niet wat ie wil! Wat we wel weten. . . . . . . broodje gekko lust niemand!
Begrijpen jullie de onstane commotie? Oordeel zelf en smakelijk eten!
In Suriname wordt carnaval de laatste jaren steeds uitbundiger en door een steeds breder wordend publiek gevierd. Vooral in het Surinaamse Rio, lees Anamoestraat en omstreken wordt er de laatste jaren een echte Braziliaanse carnavalsoptocht georganiseerd. Kompleet met schaars geklede dames die het goed opkomende publiek op uitdagende danspasjes trakteren. Het zijn slechts enkelen die zich aan dit carnavals gedruis ergeren. Voor de meeste toeschouwers kan de stoet niet lang genoeg zijn. Vroeger was het vieren van carnaval in Suriname niet wijd verbreid en grote bekendheid had het dan ook niet. Maar ja de goudkoorts bracht niet alleen Brazilianen. De Brazilianen brachten onder andere hun cultuur mee. Dus ook carnaval. Carnaval werd voorheen veelal door selecte groepen en verenigingen gevierd met een gemaskerd bal in één of andere club of sociéteit. Ook scholen organiseerden soms een carnavals feest. Dat besloten de jongens van de studentenvereniging van de AMS ook te doen in 1978. Een echt carnavalsfeest. Bal masqué, waarbij iedereen verplicht was zich te vermommen. Om twaalf uur zouden dan de maskers en vermommingen worden afgedaan. En degene die het leukst verkleed was, zou dan gekroond worden tot carnavalskoning of koningin. Het lag nogal voor de hand dat een ieder zijn vermomming voor zichzelf hield, want anders was de spanning en het leuke er van af. Maar ja op school heb je altijd kliekjes, dus degenen die deel uitmaakten van een bepaalde groep, wisten wel van elkaar wie wat zou aandoen. Het was een gezellig geruis op de school vanaf het moment dat we wisten dat er een carnavalsfeest in aantocht was. Een soort van collectieve opgewondenheid over wat er komen zou. Ondertussen ging het met het krijgen van toestemming voor een avondje uit, veel vlotter thuis. Mits ik ruimschoots van tevoren vroeg, mocht ik naar een fuif. En ook mocht ik in plaats van door ma om 12 uur opgehaald te worden, om 2 uur thuis zijn. Ja ik mocht om 2 uur thuis zijn. Enkele vrienden waren inmiddels 18 en hadden hun rijbewijs. Ze kwamen soms thuis, dus ik mocht met hen meerijden na een feestje. Ik wist nog niet als wie of wat ik me zou vermommen. Pa die altijd genoot van de voorbereiding rond mijn feestjes, en zich er ook ongevraagd mee bemoeide, kwam met het 'geniale' idee, om me als heks te verkleden. Nou, daar was geen verkleedpartij voor nodig, want heks kon ik pur sang zijn. Maar Pa opperde een zwarte cape, een goed masker en een muts. Niemand zou me onder die vermomming vermoeden. Dàt moest het worden. Maar ik zag 't niet zitten. Feest was feest en zelfs een carnavaleske verkleedpartij moest enigszins binnen de banen van de mode blijven. Ik had mn hersenen niet hoeven te pijnigen. Stuurs als ze kon zijn als het om mijn "uit" stapjes ging, ma bekommerde zich toch altijd over de kleding. Dus zou het worden: Spaans bloemenmeisje. Waarom Spaans, Mi no sabi. In ieder geval zou er van een baldadig gebloemde gordijnstof een cirkelrok worden gemaakt, een topje met spaghetti bandjes en een flaphoed van dezelfde stof. Een mand met bloemen erbij en masker moest ik zelf gaan uitzoeken bij Casa el Sol aan de Zwartenhovenbrugstraat. Herkenning gegarandeerd maar dat kon me niet schelen a zogenaamde vermomming bin waka. 'T liep! Ons groepje wist wat ik aan ging doen en aangezien zij niet meteen herkend wilden worden door mijn doorzichtige vermomming, moest ik beloven pas na 12 uur in hun buurt te komen. Den sma skot' mi gewoon. Maar elk kwaad brengt iets goeds met zich mee.
Franky een Chinese jongen die in hetzelfde jaar maar in een andere klas zat, benaderde me zo een weekje voor het feest heel geheimzinnig met de vraag of ik of mn moeder hem zou kunnen helpen. Nu was deze jongen een heel gezellige, gestoorde jongen die zich in alle culturen thuis voelde, maar ik kon niet raden waar hij hulp voor nodig zou moeten hebben.Wel, Franky wilde als kotto misi naar het bal. Met een heuse koto, alles dr op en dr aan. Als wij dus iemand kenden die een koto te leen had en die hem ook nog zou kunnen kleden? Helemaal geen bruya. Koto's waren er, en Ma kon hem zélf kleden. Schoot ze te kort dan was er de buurvrouw die precies wist hoe het moest. En als anisa zou hij een "Pruiser edeh" omdoen. Franky had aan iedereen verteld dat hij niet meedeed aan het bal omdat hij naar Nickerie ging met zijn vader. Grote teleurstelling want Franky bin deh dansman. Merengue, bachata, disco, hij danste je van de vloer. Ik was in mijn nopjes, maar barstte bijna van het geheim dat ik met me meedroeg. Franky liep de laatste dagen bij iedereen te klagen: "mi pa werede yongu, juist dit weekend moeten we naar Nickerie". Ik huichelde mee: "Ach no span, volgend jaar organiseren ze zeker weer een bal." Aan ons groepje zei ik dat aangezien ze voor 12 uur niet met mij gezien wilden worden, ik met een nicht van me naar het bal zou komen. Ze hield veel van dansen, maar had een spraakgebrek, ze stotterde zwaar en daarom toch wel verlegen om te praten. Als ze daar rekening mee wilden houden? Mooi alles was geregeld.
Operation Koto Misi Franky was al een keertje langs geweest om te zien welke koto het best gebruikt kon worden. Alles was gekozen, anisa was gebonden, dus op de dag van het bal kwam hij rond zes uur om gekleed te worden. Ma had aan alles gedacht. Dus aan die jongen was niet te zien dat het geen vrouwspersoon was. Als schoeisel had hij van die Spaanse geweven sloffen. Weet niet meer hoe die dingen heten. Maar zijn "mannen boten" werden goed door die dingen omsloten. Hij had zelfs zwarte kniekousen aan. Voor het geval die koto een beetje omhoog zou schieten, zouden zijn manja koitie's hem niet verraden. Zelf had ie voor een prachtig masker gezorgd. Franky was onherkenbaar!
Wat hebben wij gelachen die zaterdag. Grote hilariteit. Ook het vertrek van huis, want Franky zn vader had een bakkerij, dus wij vertrokken in het bakkersbusje. De koto misi en het bloemenmeisje. Over de Kwattaweg richting Onafhankelijkheidsplein naar het internaat op Elisabethshof waar het feest werd gehouden. Acht uur 's avonds, we vielen niet op. Daar zou gauw verandering in komen. Het verkeerslicht (in Su nog steevast stoplicht) bij de kruising Gravenstraat - Stoelmanstraat gaf rood aan. Nadat we van groen mochten optrekken, deed het busje raar. Ik wilde er net iets van zeggen toen Franky zei dat we misschien een lekke band hadden. Niet misschien, we hàdden een lekke band. Ik in mn gordijnstof was al genoeg reden tot een verkeersopstopping. Een kotomisi die een lekke band van een bakkersbusje vervangt, is in Suriname tiende wereldwonder. Dus getoeter, joelende bromfietsers, het was niet van de lucht! Franky werkte als een bezetene, want anderen die ook naar het feest gingen zouden maar eventjes ook langs kunnen komen en aan het busje kunnen raden wie koto misi was. Ik stond in mn eentje een paar meters in de Prinsessenstraat te wachten. Handig als die was, duurde het niet te lang. Franky kenki a banti. Wel moest ie verscheidene keren wenken tegen hulpvaardige heren dat hij het wel zelf kon. Praten durfde hij niet. Wan koto misi nanga wan basstem. Na fonfon yu kan kisi! We vervolgden onze weg, en kwamen verder veilig aan en stapten met onze neus in de wind de poort binnen. Natuurlijk had iedereen gelijk door wie ik was. Naar mijn nicht was niemand echt benieuwd. We zochten een beetje een afzijdig plekje op. Ik werd wel gevraagd en was bijna de hele tijd op de dansvloer. Maar met mijn nicht vlotte het niet zo. Ik denk dat die koto de jongens een beetje afschrikte. Mi nicht luku a sani wan poosje. Ze stond op, liep op de tekenleraar af en trok hem naar de dansvloer. Ik zei jullie al, die "nicht" van me wist van wanten! Ze danste met iedereen en ze danste àlles, dus ook slow. Dat danste ze ook met een leraar! Een heerlijke slow. Woei! Ik kon niet wachten tot 12 uur!
Het feest was een daverend succes en om middernacht werden de vermommingen en maskers afgedaan. Grote hilariteit. Mijn nicht stond er een beetje schuchter bij en zij was één van de laatsten die haar anisa en masker afdeed. De zaal daverde van het gejoel. Aiiiiii Franky yu kis den. Niemand had het door. Koto misi was echt een hit. Maarrrrrrr. . . . . . . . . de leraar waar hij een slow mee had gedanst? Die man was des duivels! En dat liet ie blijken ook. In niet mis te verstane woorden liet hij Franky weten dat hij niet gediend is van dit soort grapjes en dat die jongen voortaan maar liever uit zijn buurt bleef. Niemand begreep die man zijn hysterie, maar dat weerhield ons er niet van om Franky tot onbetwistbare "koningin" te kronen. Koto misi had gescoord en wij genoten van de rest van een super gezellige avond.
Zuurpruimen en mierenneukers zijn van alle tijden.
Een poosje geleden luisterde ik naar het programma "Vreemde tori's" op een Surinaams radio station. Luisteren naar de Surinaamse radio blijft nostalgie en draagt in ieder geval bij aan de zo broodnodige saus waar het 't leven in Europa aan ontbreekt. Luisterend naar de bellers herinnerde ik mij opeens dat mijn ma ook eens naar het programma had gebeld met een vreemde tori. Ik had de bewuste aflevering niet zelf gehoord, het was nog voor de tijd dat je dat station via internet kon beluisteren. Maar in ieder geval de tori waar zij mee naar de radio belde kon ik me wel nog heugen.
Eerst dit: Ma stond 's morgens altijd vroeg op. Dat was zo rond half vijf. Ze ging dan beneden op het erf kippen voeren, want ze hield kippen. Het erf harken en gewoon koekeloeren daar in die buitenlucht. Dat was haar ding en laat het nou iemand zijn geweest die zich door niemand de les liet lezen. Dus niet pa, niet de buren of anderen die haar op andere gedachten zouden kunnen brengen. Den sma e l.l, mi e du san mi wani. Soort bakru of leba . . . . (hele langgerekte tyuri). Haar routine was eerst bezig zijn met de kippen, dan kwam ze weer even naar boven om de radio op Apintie af te stemmen, want dan luisterde ze naar Bazuin koor, de dagtekst en ik geloof Morgenzegen. Op de tonen van Bazuin koor ging ze dan het erf aanharken. Af en toe ook nog luidkeels meezingend "De Heer is mijn herder". Maar dat stoorde niet want het was dan inmiddels zes uur en de buurt was dan al in beweging. Voor mij was het dan de tijd om op te staan en me klaar te maken voor school.
De tori: Normale dag. Ma vangt aan met haar routine. Ik hoorde haar met waterbakken rommelen, maar viel weer in slaap. Straks zou ze de radio komen aandoen. Tijd genoeg dus om me nog één keer om te draaien en die badkamer even uit te stellen. Ik werd evenwel iets later wakker van een vreemd geluid. In ieder geval niet zoals het elke dag klonk. Iemand liep de trap op, kon niemand anders zijn dan ma, maar toch het klonk anders. Gehaast, heel gehaast. Ja zij was 't. Ze ging in de keuken zitten. Hoorde ik aan de stoel die ze van tafel trok. Geen Morgenzegen vandaag? Ik tastte naar mijn horloge die ik altijd op de vensterbank zette. Kwart over vijf dus nog te vroeg voor haar programma. Ik besloot op te staan en op onderzoek uit te gaan. Ma zat in het donker aan de keukentafel. Ik deed 't licht aan en die vrouw zag er niet bepaald happy uit. Ik vroeg wat er scheelde en ze antwoordde: "Eigenlijk niets". Maar ze zei 't wel zonder haar bekende branie. En ook scheen er geen animo te zijn om haar karweitjes die dag af te maken. Ik dacht dat ze zich niet goed voelde en vroeg ook daarnaar. "Nee ' t gaat wel, maar er gebeurde daarnet iets geks. En ze vertelde: Ze was in de inrit voor het huis en zou die beginnen aan te harken, toen ze opkeek en vanuit de hoek van de straat een heer zag aankomen. Een heer want die was gekleed in een zwart kostuum, en hij had een hoge vilten hoed op. Toen hij dichterbij kwam, zag ma dat er een bloem op zn jas bevestigd was. In eerste instantie keek hij haar niet aan en leek het alsof hij zonder meer langs zou lopen, maar hij veranderde van gedachte. Hij stopte en sprak haar wel aan. Hij vroeg waar de familie G. woonde en of mevrouw G. thuis was. Ma wees het huis aan, want familie G. dat waren de buren die schuin tegenover ons woonden. En of mevrouw G. thuis was wilde het heerschap weer weten. Ze dacht 't wel, zei ma. Terwijl ze vertelde, voelde ik aan dat het verhaal een vreemd verloop zou hebben. En ik wist ook dat ik de rest eigenlijk niet wilde weten, want ik zou dan voor de rest van de dag nergens anders aan kunnen denken. Maar als ma vertelde zou je luisteren. Dus daar ging ie dan.
Nadat ze die meneer zn vraag had beantwoord, tikte hij tegen zn hoed (hoe beleefd!) en vertrok. En dit is waar ik bang voor was toch. . . . . . . Ma zegt: "die man keerde zich niet om bij het weglopen hij ging achteruitlopend naar de hoek!" Alsof dat niet genoeg was doet ma er nog een schepje bovenop: "toen hij achteruitliep merkte ik dat ie geen voeten had. Of misschien leek het zo, maar mi no syi futu! En van waar komt die satan vandaan op zo een uur! Mi no bin mus piki!" Ma was boos op zichzelf.
Geloven of niet, maar met dit verhaal op mn maag mocht ik naar school. Genoeg voer om me voor de rest van de dag ganzenvel te bezorgen. Is toch wat. Maar ik had niet hoeven te vrezen, het werd een gewone schooldag en ik heb niet meer aan ma haar "Morgenzegen" gedacht. Half één, de school was uit en ik liep naar de poort om te wachten tot ik werd gehaald. Toen ik het kantoor langsliep kwam de juffrouw van de administratie op me af en zei dat ik niet werd gehaald die dag, ik moest met de bus naar huis. Als dat gebeurt, dan is er duidelijk iets aan de hand, maar toch nog geen reden voor mij om in paniek te raken. Ik mocht met de bus. Wat er aan de hand was, was van secondair belang. Ik kwam thuis aan en aan de straat merkte ik al dat er iets gaande was. Vroeger was saamhorigheid onder buren meer regel dan uitzondering, zo ook bij ons in de straat. Ik merkte dus verslagen gezichten aan de overkant, Bij de familie G. was het drukker dan normaal en ma stond met de buurvrouw van vlak naast, bij het tuinhek. Beide gezichten ook op nulpunt. Het moment dat ma me zag zei ze me naar boven te gaan en kwam er zelf direct achteraan.
Bovengekomen vroeg ik wat er aan de hand was. Ze keek me aan en zei: "Schrik niet, mevrouw G. is vanochtend vroeg overleden."Ik keek die vrouw aan, zette mn schooltas op tafel en ging zitten. Dat er wat gefluister was als zou de buurvrouw ziek zijn, dat wist ik wel, maar ze deed nog gewoon haar ding, was vaak bezig op haar erf, je zag haar langslopen in de straat. Dus waar kwam dit zo opeens vandaan? Ma wist 't ook niet, maar feit is dat de buurvrouw in de nacht onwel was geworden, door huisgenoten naar het ziekenhuis was gebracht en kort daarna was overleden.
Jouw hoofd tolt nog bij zoveel onwezenlijk nieuws op een ogenschijnlijk gewone baka'na. Maar het wordt pas erg wanneer ma me doordringend aankijkt en zegt: "Datgene wat ik je vanmorgen vertelde, dat vertel je niet verder. Is nergens voor nodig". Oh ja, mi Gado die man die zonder voeten, achteruitliep en naar mevrouw G. was wezen vragen! Zal 't magere Hein zijn geweest? En waarom verscheen ie bij ma? Ik wilde het niet weten en wilde niet geloven.
Maar. . . . . . . . ma had 't verteld zoals het haar was overkomen en vòòrdat ze wist dat die mevrouw naar het ziekenhuis was en misschien op dat moment al was overleden. Wat ik tòen niet mocht vertellen, heeft zij jaren later wel bij Vreemde tori's op de radio verteld. Maar ja, ze vertelde het zo een 30 jaar nadat het was voorgevallen. Familieleden kon ze er niet meer mee pijn doen. En ik nu ook niet. De presentator van het programma zou zeggen: "na wan bun vreemde tori". Jammer dat ik die bewuste aflevering had gemist.
. . . . . . Doordat Pa voorlopig niet naar kantoor ging, was het risico van betrapt worden minder groot. Ik bracht dus heel voorzichtig het seksfilm project weer ter sprake bij mn vriendin. We zouden de advertenties op de radio, in de gaten houden. 's Middags op Apintie had je na de nieuwsberichten en voordat het teenage programma met Henk van Vliet begon, de advertenties. Het was meteen raak die week. Er zou een matinee voorstelling zijn van een seksfilm, de zaterdag die aanstond. Bij het horen van de advertentie maakte mijn hart een sprongetje. Bij het horen van de advertentie, maakte Ma een langgerekte tyuri. "Mi no sab' fa den sma kan gu luku den rotzooi disi. Schaamteloos. . . . . " yeah right! De oude garde die seks verfoeilijk vond, maar wel steevast voor 't nageslacht zorgde. Bleef mij een raadsel dat. Maar geen nood, zaterdag zou ik zien wat er nou zo vies was. Was het nu, dan zou er waarschijnlijk over en weer gesmst worden over de snode plannen, maar het was toen, dus moesten we wachten tot de volgende dag om alles te bespreken. Ik was voortvarend, dus vroeg ik thuis gelijk of ik zaterdag naar matinee mocht. WELKE bioscoop! Brulde ma, want ze hoorde me aan Pa vragen. Razendsnel werkte mijn grijze massa. "Ze heeft die advertentie net gehoord dus wat zeg ik nu? Nog vòòr mijn brein een besluit had genomen, antwoordde ik al: EMPIRE. Empire, was een andere bioscoop aan de Rust en Vrede straat. Daar werden er ook matinee voorstellingen gegeven, enige probleem: drapeh den beng sor' soso hindustani film. Nu politiek correct, toen niet, dus we hadden het in die tijd steevast over koeli film. Zou er een opmerking over gemaakt worden?. . . . . Er gebeurde niets. Pa zei dat ik mocht gaan. De volgende dag op school. Uitgebreid alles bespreken. Mijn vriendin zou me thuis halen, samen zouden we eerst naar CCS, de bibliotheek aan de Gravenstraat gaan om materiaal te verzamelen voor onze Spreekbeurt van de week daarop. Soso camouflage! En daarna zouden we naar de film gaan. Ik lichtte haar in dat we eigenlijk naar een koeli film gingen bij Empire. Ze zei dat dat juist goed was, want dan zouden ze thuis niet vragen waarover die film ging. Iedereen wist waarover koeli film toen ging, dus was veilig zo, meende vriendin sabiso. Opgelucht was ik, want als je 't goed bekeek had mn vriendin gelijk. Als je één zo een film had gezien, had je allemaal gezien. Vriendin haar broer ging ook naar Star, hij zou dus voor kaartjes zorgen. Wij zouden dan via de zij ingang naar binnen gaan. Parterre bezoekers gingen niet via de hoofdingang maar gewoon door de ijzeren poort langszij het gebouw en dan via de smalle deur naar de goedkoopste rang. Toen we vanuit de Nassylaan de Zwartenhovenbrugstraat inliepen, stond hij al daar. De broer. Zeggen en doen zijn twee. We hadden kaartjes, nu nog naar binnen zien te komen. Twee meisjes nog wel! Het trottoir barstte van de testosteron. Geen vrouwspersoon te bekennen! En dan twee meisjes die zich een weg baanden door al die hitsige jongelui. Voorzichtig, want als een bekende volwassene me zag zou de pret van korte duur zijn! De kust was veilig. Waar wij naar binnen moesten stond een voor mij onbekende jongeman kaartjes te scheuren. Hij keek ons vreemd aan, maar dat was onder de omstandigheden normaal. We glipten naar binnen. De halve slag was gewonnen! Maar oh mijn God, nauwelijks bekomen van het overwinningsgevoel zagen we ze staan. Twee agenten van politie bij de deur waar we het gebouw binnen moesten. Wat doe je?! Terugrennen naar de poort? Doorlopen en kijken hoe je je uit deze slag zou slaan? Er was geen keus. Bij de deur aangekomen, keken die agenten ons vol ongeloof aan. "Waar gaan jullie naar toe? Weten jullie ouders wel dat jullie hier zijn? Het is toegang achttien jaar hoor!" Met een mond vol plombeersel stond ik daar, mn vriendin idem dito. Geen woord konden we uitbrengen. Ik trilde echt op mn fin' futu's. Die skowtu's keken elkaar aan en toen gaf één van ze 't verlossende woord: "Gaan jullie, maar laat 't de laatste keer zijn want anders brengen we jullie met de "pro wagen" naar huis." Vergeten waren we dat de politie er soms stond om "boro mangs" tegen te houden. De jongens die zonder te betalen via de achterkant het terrein opkwamen en naar binnen glipten. Goed, wij waren ook een soort van oplichters, want we mochten daar helemaal niet zijn! Als ik zeg dat ik van die film heb genoten dan lieg ik, de schrik zat er goed in! Stel je voor dat een politiewagen me thuis af zou zetten. Ik kon niet eens beginnen te raden naar de gevolgen. Die hele film interesseerde mij niet. Het gelach van mijn vriendin en het gejoel van de andere bioscoop bezoekers ergerde me mateloos. Voor mij kon het niet snel genoeg gaan. Kwam ook bij dat ik nekpijn had! Ik wilde naar huis. Genoeg bedrog voor één dag mang. Film, einde film, teruggaan naar huis, dat alles beleefde ik in een blur. Thuis aangekomen werd mij gevraagd hoe die film was. Ik zei "ach dansen, muziek, trouwen" niets bijzonders. "Dansen, muziek en trouwen in The Ultimate warrior van Yul Brynner?", vroeg pa. Had men me op dat moment doorgezaagd, dan nog hadden ze geen bloed gevonden. Yul Brynner in Empire? Ik kwam er al gauw achter dat Empire juist die week was begonnen om niet alleen maar koeli films te vertonen! Pa keek me doordringend aan. Ga je nu vertellen waar je precies was? De leugen is snel, maar ja de waarheid hè, die is sneller, dus besloot ik maar te biechten. Voor de helft dan. Ik zei dat we hadden geprobeerd om naar een seksfilm te gaan bij Star, maar dat wij niet langs mochten. Pa bleef doordringend kijken en heel rustig zei hij: "Niet blijven liegen. Jullie zijn gegaan. Jouw gezicht spreekt boekdelen. In ieder geval van die film heb je niet genoten, want je zat op hete kolen". Dat is al voldoende straf en het feit dat je nu mag ervaren hoe het is om betrapt te worden op een leugen". Die man wist niet hoe heet die kolen wel niet waren geweest. Dat was Pa. . . . . Ma raasde en tierde, totdat pa haar tot de orde riep en zei dat ze niet moest doen alsof ze niet jong was geweest. En daarmee was de kous af. Ik zou maar wachten tot ik 18 was om de boerendochter in actie te zien op de motorkap of om zelf de boerendochter te zijn! Want echte, ik ben er goedkoop vanaf gekomen en juist daarom heeft mijn geweten nog lang daarna doorgeknaagd.
Elk huis kent zijn regels. Zo ook bij ons. Alleen werden regels omtrent uitgaan gaandeweg gemaakt. Het waren grillige regels, vaak aan verandering onderhevig en een grote bron van ergernis voor mij.
Toen ik aan de middelbare school begon mocht ik naar de feestjes die werden georganiseerd op school. Dat waren feesten die door de VAMS werden georganiseerd in verband met bijvoorbeeld Pagwa, Keti Koti, herdenking van de verschillende immigraties enz. Er was wel altijd één of ander evenement dat gevierd moest worden met een goede DJ. Naar die feestjes mocht ik. Want dat was van 1uur in de middag tot een uur of 6. Leuk mang, succes gegarandeerd. Die schoolfeesten flopten nooit. De AMS was een kei in orga fesa.
Anders was het voor de feesten die s avonds werden georganiseerd. Want dat deed de studenten vereniging ook. Feestjes organiseren buiten de schooluren en op een andere lokatie. Zo. Dat betekende voor het eerst toestemming vragen en zien te krijgen voor mijn eerste avondfeest. Dat feest zou zijn in de Schakel aan de Van Idsingastraat. Was niet ver van waar mijn oma woonde en aangezien mijn moeder elke avond naar mijn oma ging, zou er geen probleem mogen zijn. Ze hoefde niet naar een andere buurt om me op te halen. Ik zou vlakbij zijn. Blablablabla. Met al die gedachtes probeerde ik een Ja te rechtvaardigen en een Nee uit te sluiten.
Ik kom thuis van school. Wat is t goede moment om te vragen. Ik mik maar mis steeds mijn doel. Want telkens als ik wil vragen knijpt mijn keel dicht. En dan vertelden klasgenoten over hoe ze thuis gewoon zeiden: Pa ga je me zaterdag naar t feest kunnen brengen? Of iets van die strekking. Hahaha, niet bij Huize Ons. Enfin, ik dacht laat me maar gewoon vragen. Ja of nee, de wereld zal niet vergaan. Ik zou hoogstens een zenuwinzinking kunnen krijgen, maar zelfs dan zou de wereld niet stil blijven staan.
Er is zaterdagavond een feest, wordt door de schoolvereniging georganiseerd, in de Schakel. Mag ik gaan? Ik was buiten adem, zo snel had ik gesproken. Je kon een vlieg horen puffen. Pa vroeg hoe laat het begon. En hoe laat het afliep. Ik dacht, ok er zijn vragen dus de kans op een positief antwoord is aanwezig. Om acht uur en om drie uur. Aanvang en afloop dus. Pa zei dat ik kon gaan, alleen vond ie drie uur te laat. Mensen die hun eigen sleutel nog niet hebben, die mogen niet op zo een onchristelijk uur naar huis komen. Ik dacht bij mezelf, als jullie nu een kopie van die sleutel maken en aan mij geven, dan heb ik ook mijn eigen sleutel. Probleem opgelost. Maar ik hield wijselijk mijn mond. Ik mocht gaan! Dat was al héél wat. Nu het uur van afloop (voor mij). Want drie uur was natuurlijk uit den boze. Nu kwam ma aan de beurt, want zij was chauffeur van dienst. Hoe laat zou die vrouw me willen ophalen? We weten allemaal dat ook toen al geen enkel spannend feest om acht uur begon. Néé, de sfeer kwam er altijd pas om een uur of elf in. Dus wat ma zou zeggen over t uur dat ze mij zou afhalen was van cruciaal belang! Ze zei: Ik kom je om 12 uur halen. Ok, ik mocht gaan, maar er hing een sombere wolk over mijn blijdschap. Want 12 uur was toch geen uur om naar huis te gaan? Maar ja zoals ze het in Suriname zeggen: Mi bin breti fu sji mi tanta , mi no aksi fu mi omu.
Ik had een crème broek, wat ze nu een skinny noemen. Ik had nog de hele week om te beslissen wat ik aan zou doen die zaterdagavond. Maar Woensdag zei ma dat ik mee moest naar de stad. Ergens aan de Zwartenhovenbrugstraat bij een Syriaanse winkel stapten we naar binnen. Ma vroeg of ik die crème broek zou aandoen zaterdag. Ja zei ik, maar ik had er nog geen blouse bij bedacht. Ma liet verschillende stoffen aanrukken en daaruit koos ze een glimmende bordeaux stof. Mooie stof, daar zou ze een blouse van maken. Voor zaterdagavond. Ze begon donderdag aan die blouse. Het werd een pracht exemplaar met vleermuis mouwen, diepe hals. Mi mamaaaaa, een plaatje was die outfit. Pa had ik geboemd, dus ik kocht op de valreep vrijdag crème kaplaarsjes bij Kersten. Echt waar kaplaarsjes in Su. Jawel!
Zaterdagavond. Om kwart over acht kwam ik aan bij De Schakel. Denk erom om twaalf uur ben je buiten. Ja ma.
Ik denk dat buiten mijzelf, alleen nog de DJ en zn helpers aanwezig waren. En de jongens van de organisatie natuurlijk. Eindelijk om half tien of zo kwamen de eerste mensen binnendruppelen. Ik had in die tussentijd echt slaap gekregen. Wachten geeft sowieso slaap, wachten tot t feest kan beginnen is geestdodend. Enfin eindelijk kwam er schot in de zaak. De kliek was er en er werd gedanst alsof ons leven ervan af ging. We hadden allemaal disco koorts daar. En Bob Marley vroeg ons:Is this love Ja mang a fesa bing span!!!!
Ik genoot met volle teugen en kon echt niet geloven dat ik eindelijk naar een avond party mocht en er ook daadwerkelijk was.
En wat gebeurt er als je plezier hebt en je je vermaakt? Ja, de tijd vliegt.
Ik was midden op de dansvloer, weet nog precies met wie ik danste, dansvloer span. Drukte. En een jongen uit mijn klas komt al dansend naar ons toe. Hé is t niet je moeder die daar naast de zaal staat? Weet niet of jullie dat gevoel kennen. Alsof je hart in je buik gaat zitten en je helemaal licht wordt in je hoofd. Wel geloof me, t is geen pretje. Ik maakte een frekti danspas om te kunnen kijken in de richting waar hij naar toe had gewezen . Ja hoor daar stond ze in vol ornaat, handen in haar zij, gezicht op storm, een niet al te mooie jurk aan en . . . . . op slippers! Doodgaan vond ik op dat moment niet erg. Mocht van mij komen right there and then!
Ik sprintte van de dansvloer naar de tafel waar ik zat, mijn danspartner achter me aan. Wat is er, wat is er? Ik pakte mijn tas en was foetsie! Durfde niet naast ma te lopen dus ik liep vlug de poort uit. Gelijk op straat begon t al. Ik had gezegd dat je om twaalf uur buiten moest staan". Ik zal maar niet vertellen wat ik wilde zeggen. Want had ik dat gedaan dan lazen jullie dit stukje vandaag niet. Ik keek op mijn horloge. Een Timex met lichtgevende wijzers en uren. WAT gaf dat ding aan? Oh Jezus van Nazareth, die vrouw had gelijk! Het was vijf voor één. Wat een geluk dat ze me niet van de dansvloer was komen losrukken. Want dat foeterde ze ook. "Ik had je aan je vlerken van die dansvloer moeten komen halen. Overdrijven is ook een kunst. Ik had gezegd 12 uur en 12 uur is 12 uur". Ma was over haar toeren heen en daar was echt niets tegen in te brengen. Dus je houdt je mond. Want een baks zou geen mooie afsluiter zijn van de avond.
Ik overleefde de tirade, de laatste vijf minuten naar huis verliepen in stilte. Gelukkig maar want ik was aan het nagenieten, dus als Ma in stilte wilde stoven des te beter. En toch, kort voordat we thuis aankwamen zei ze: Dat pakje was mooi, heb je commentaar gehad? Ja, een paar mensen hebben me gevraagd waar ik die blouse heb gekocht. Ze glunderde. Maar had me dan toch tot drie uur daar gelaten dan had men langer jouw haute couture kunnen bewonderen toch? Maar goed voor de volgende fuif had ik al een strategie bedacht. Ik zou gewoon vragen als ik om elf uur er naar toe gebracht kon worden. Kijken hoe mams en paps zouden reageren.
Tot zo ongeveer mijn zestiende werd ik overal, ja bijna overal, door mijn moeder naar toe gebracht. School, hobbys, feestjes ik had mn vaste taxi. En dat was op zn zachts gezegd niet leuk. Verstikkend was eerder het gevoel, bij zoveel bezorgdheid. Bezorgdheid waarover, moet me tot de dag van vandaag nog duidelijk worden, want ontsporen stond niet op mijn agenda. Enfin t gevolg van zoveel wakend oog de hele tijd, maakte wel dat ik zowel op school als op zwemles, tekenles of welke les het ook was dat ik op dat moment volgde, het hoogste woord had. Altijd lachen, altijd lol want het keurslijf zat wat losser toch.
Ik moet niet zeggen dat ik te streng werd opgevoed. Opgroeiend dacht ik dat wel, maar achteraf gezien viel het reuze mee. Vriendinnen zeiden juist dat ik blij moest zijn dat ik niet in de felle zon op de bus hoefde te wachten na school. Mi Gado, ze moesten eens weten hoe jaloers ik op hen was en hoe ik hen benijdde. Zo vrij en blij als zij naar de bushalte stapten, in de soulbus met loeiharde hits van het moment naar huis. En niet te vergeten het jongensvolk dat naar hen floot bij het voorbijgaan. Mang dat was een wereld die ik niet kende. Hoe droomde ik van die vrijheid. En in dit geval bleek die droom geen bedrog. Ik besloot mijn vader te benaderen met het voorstel om gezien mijn leeftijd me toch mijn eigen weg te laten vinden in het leven, te beginnen met zelfstandig naar school te gaan. Met de bus. A man luku mi. Leek een eeuwigheid te duren en ik hield mn adem allang niet meer in, want ik voelde de nattigheid al. Toen ie eindelijk sprak, zei hij: Je hebt een vriend?. Ik dacht, een vriend? Met ma altijd loerend om me heen? Geen haar op mijn kruin dat daaraan dacht zelfs! Ik antwoordde dus naar waarheid en zei aan pa lief dat er van een vriend geen sprake was.
Ok zei die goeie man. De school is om 1 uur uit, je moet met twee bussen naar huis, dus als je hier rond half drie bent is het goed. Geen gedraal op straat, geen geklets in groepjes. Je bent geen schaap, je gaat niet mee met de kudde. De bus in, en naar huis. Aj boi ik heb die man dood geknuffeld. Zo blij was ik. Ik moet erbij vertellen dat er 50 jaar verschil was tussen Pa en mij. Bijna twee generaties! En toch deed hij van de twee, het meeste zijn best om zich in mijn leeftijd in te leven. Nu t goede nieuws nog met Ma delen. Ik moet nòg lachen als ik terug denk aan de uitdrukking op haar gezicht toen ze het nieuws hoorde. En de vaart waarmee ze naar Pa liep om verhaal te halen over de beslissing die hij had genomen. De verontwaardiging was groot. Maar ja, Pa had het laatste woord.
De grote dag brak dus aan. De school begon om 7 uur, twee bussen halen betekende om kwart voor zes van huis om op tijd op school aan te komen. Ik voel die opwinding nu nog. Zo vroeg s ochtends ALLEEN van huis. Ik had het klaargespeeld. Het was me gelukt.Vrijheid, blijheid.
De eerste dag stond Ma lief om 1 uur tòch aan de schoolpoort! Ik die al de hele dag in staat van euforie had geleefd omdat ik de populairste Soulbus van lijn 9 zou nemen! Dacht ma nou echt dat ik in die auto zou stappen? Hahahaha er waren twee schoolpoorten. Mama stond waar ze mij altijd opwachtte. Ik gebruikte uit voorzorg de andere poort waar ze geen zicht op had. Vliegensvlug alsof ik door een horde zwijnen werd achternagezeten vloog ik naar de hoek van de straat, de Chinese winkel in. Ik bleef daar totdat ik Ma weg zag rijden. Ik wachtte voor de zekerheid nog vijf minuten vooraleer ik de winkel verliet. Nog voordat ik bij de bushalte aankwam, kwam ie aangereden. Arend of Lesje en hij had geloof ik ook nog een andere alias. Anyway. De Soulbus op lijn 9! Die moest ik hebben. Als hij maar stopte want ik was nog niet bij de halte. Wat denk je. Met gierende remmen kwam de bus tot stilstand! Vlak naast me. Ik keek een beetje schichtig naar de tawa jongen (de jongeman die het busgeld in ontvangst nam en zorgde voor het wisselen van de cassette bandjes) en de chauffeur. De jongeman kende ik. Die woonde bij ons in de buurt en was van straathoek meubilair bevorderd tot tawajongen. Maar dat was niet terzake. Hij pierde zijn ogen, helemaal naar Surinaamse gewoonte. A boi skreki. Jij met de bus? Ik dacht jongen neem dat geld en klets niet teveel. Eenmaal op de bus bleek er geen zitplaats meer te zijn. Ik kreeg bijna een appelflauwte, want zo op de eerste dag van mijn bus avontuur kon ik toch onmogelijk in de deur gaan staan. Dat was een te hete vuurproef die ik niet zou doorstaan. Van angst en de zenuwen zou ik zeker uit die bus vallen! Jullie kennen dat zeker wel, wanneer er duizend en één gedachten binnen één seconde door jouw hoofd suizen. Maar ik maakte me druk om niets. Arend zei aan een jongen die op de eerste bank zat dat ie moest opstaan zodat ik kon zitten. Zonder morren deed die jongen dat. Dit was 1976 of zo, dus galant zijn was nog een beetje in de mode.
Zooooo ik zat, aan t raam. . . . . . . . . . poku e naki. Ik weet t nog zo. Earth Wind and Fire. Reasons. Philip Bailey deed zn ding door de speakers van die Coaster (bus). En ik? Ik was de gelukkigste tiener van de aardbol.
Ik liep om precies kwart voor drie het erf op. Iedereen was al thuis. Dat betekent dus Pa en Ma. Pa keek verwachtingsvol. En? Wat vond je eraan? Met honger in de zon lopen. Voor herhaling vatbaar? Natuurlijk. Ik hoef niet meer gebracht en gehaald te worden. Vreemd genoeg zei Ma niets. Geen woord. Ook niet dat ze me toch was wezen ophalen. Hmmmm was ik niet gewend. Zou nog wel komen, die verlate reactie. Maar die kwam niet. En ik gaf ook geen sjoege dat ik mams had gezien. Toen, begreep ik haar verongelijkt gedrag niet. Later snapte ik dat loslaten van jouw enig kind moeilijk kan zijn. Vooral als dat kind losgelaten moet en wil worden. Wat gebeurt er met een elastiek die tot t uiterste wordt aangespannen? Juist ja.
Onder mams haar vleugels was het (meestal) fijn toeven, maar het heeft ook aardig wat anekdotes opgeleverd. Af en toe zal ik jullie daarvan deelgenoot maken.
Religie en politiek zijn twee onderwerpen die ik vermijd. Niet angstvallig, gewoon weldoordacht. Dit omdat de eerste bij velen gevoelig ligt terwijl de tweede gewoon smerig spel is, dus verspilling van mijn energie.
Nu kom je er zo af en toe niet onderuit. Soms wordt je door een opmerking van een ander gedwongen te reageren. Want een onderwerp mijden betekent geenszins dat anderen maar mogen roepen waar ze zin in hebben. Die zoete koek lust ik niet!
Waar ik mij mateloos aan stoor, zijn de vragen die men vaak durft te stellen. Ga je naar de kerk? Welk geloof heb je? (daar bedoelt de doorsnee Surinamer mee: bij welke kerkgenootschap ben je aangesloten). Ben je rooms katholiek, protestants of aangesloten bij de tig andere clubjes, die als paddestoelen uit de grond rijzen, schijnt belangrijk te zijn.
Echter de vraag die mij het meest stoort is: Je bent toch een Christen? Wel laat het voor eens en voor altijd gezegd zijn. Mijn geloofsovertuiging is een privé aangelegenheid. Ik bepaal zelf wel of ik die informatie met anderen deel of niet. Ga je naar de kerk? Tot daar aan toe. En het antwoord is nee. Waarom? Dat zijn mijn zaken.
Maar teruggaand naar de vraag: Je bent toch een Christen? Deze werd mij gesteld door iemand die mijn leven behoorlijk had proberen te verzuren. Het is haar niet gelukt. En zo een 10 jaar later, probeerde deze Christen mij zover te krijgen om zand over de hele kwestie te gooien en vrolijk door te gaan, daar waar ik een dikke punt achter had gezet. Zand over de hele kwestie gooien? Mi Gado een Daf truck vol grind zou nog niet voldoende zijn om al dat gif te bedekken. Dus mijn kleine stem zei: niet doen! Je zal meer van hetzelfde meemaken. Doel van haar vraag was om mij ervan te overtuigen dat het zijn van een (goed) Christen vergt dat je ook vergevingsgezind moet zijn. Hallo? Elke zichzelf respecterende religie vergt dat van zijn volgers. Ze had dus even goed kunnen vragen of ik een Budist, moslima, of Hindu was. Vergeven reinigt het hart van degene die vergeeft. Daar ben ik van overtuigd, maar ik hoef daarom aan mijn kwellers niet kenbaar te maken dat ze zijn vergeven. Ik vertik t. Vergeven doe ik als en goede egoïst voor mezelf. Ik moet er beter van kunnen slapen en erdoor met mezelf in t reine komen. Zo de kwellers last hebben van gewetenswroeging zal me worst wezen. Heb je naaste lief gelijk jezelf. Als je dat doet dan ben je al een end op weg hoor. Want jezelf pijnig je ook niet. Waarom dan anderen wel? En dan met Christelijke praatjes komen aandraven. Lekker makkelijk altijd maar weer die bijbelse teksten te tij en te ontij naar boven halen. Mi ede nanga unu!
Ik heb ook een vraag: Wat of wie is een (goede) Christen?
Wie het antwoord kent mag opstaan.
Ik ging als kind naar de kerk. Elke zondag feest. Vond t leuk dat zingen en de sfeer in die kerk. Augustusmaand, Hernuttermaand. Met mijn oma ging ik dan elke avond naar een andere lokatie waar er een dienst werd gehouden voor veel volk. En dat geloof ik zeven avonden lang. Meestal niet in een kerk, maar bijvoorbeeld in Jeugd Centrum aan de Sophie Redmondstraat. Of ook weleens op wat toen Oranjeplein heette. Het huidige Onafhankelijkheidsplein. Fantastisch was dat, dat gevoel van saamhorigheid. Samen zingen, geloven, blij zijn. Rooms katholiek, Protestant of Evangelische Broedergemeente, het maakte niet uit. Wij loofden samen datgene waarin wij geloven. Opvallend was wel dat andere gelovige clubs zoals de Jehovas Getuigen of mensen die lid waren van wat mijn oma een bonboni kerki noemde, niet meededen aan deze uiting van saamhorigheid. Nee want leden van sommige van deze andere gemeenten, mogen geen andere kerk betreden. Hoe christelijk!
Om de hamvraag te beantwoorden of ik Christen ben? IK WEET HET NIET. Om de simpele reden dat ik er van overtuigd ben dat je pas op het einde van de rit de horen krijgt of je het wel of niet goed hebt gedaan als Christen, Hindoe, Moslim of wat dan ook. Het is hooghartig van jezelf te zeggen dat je één van die dingen bent. Je kan wel zeggen dat je het Christendom PROBEERT te belijden. Een doop, een belijdenis, een heilige communie of het over de daken loven en prijzen van de Heer maakt jou nog geen Christen. Naar de kerk gaan ook niet, als je het alleen maar doet voor de sier. Welke religie dan ook, belijden à la lettré is moeilijk. Maar met overtuiging proberen is de kunst.
Doet er niet toe welk geloof je belijdt, er zijn basisbeginselen, die wij als t thuis goed zit, meekrijgen. Basisbeginselen die we los van religie als mens aanvoelen. Als wij elke dag opnieuw weer proberen, met vallen en opstaan weliswaar, ons aan die basis regels jegens ons medemens te houden, dan zijn we op de goede weg.
Ik zei het al: ik weet niet of ik een Christen ben. Wat ik wel weet is dat ik Godvrezend ben. Die Almachtige die aan het hoofd van het Universum staat en die verantwoordelijk is voor alles dat is en leeft. Ja die grootheid, vrees ik. Hem en hem alleen. Hij is, was en zal er altijd zijn. De Alfa en de Omega. Het begin en het einde. En daar tussenin zijn wij stervelingen onlosmakelijk aan hem en elkaar verbonden. Wij willen t niet weten, maar toch is het zo. We denken in hokjes, maar die bestaan niet.
Ik ga naar de kerk, wanneer die leeg is. Rustige plek. De Kathedraal in Suriname is zo een kerk. De Grote Stads Kerk ook zo een fantastische plek.
Het is niet wanneer je zegt dat je iets bent dat het ook zo is. Niet zomaar dingen roepen, maar nadenken, geloven en vooral toepassen. . . . . . . en aan t einde van de rit hoor je t wel.
Laten we dus altijd proberen elkaar te koesteren, hoe moeilijk of dat soms ook is. En mocht t echt niet lukken distantieer je dan zonder djugudjugu. Vergeven moeten we ook. Aan de ander zeggen dat ie is vergeven is een optie. Hoeft niet. Mag.
We hoeven dus geen vragen te stellen over, kerk, geloof en oh gruwel, proberen zieltjes te winnen. Hoeft niet. De Bron houdt van al zijn Schepsels. Hij heeft ons geschapen en maakt geen uitzondering.
Dus oordeel en veroordeel niet, dat recht heeft hij en hij alleen.
Ik wens jullie een fijne tijd toe. Een tijd van geven, liefde tonen en het leven bejubelen. We hebben er maar één.
SOSO LOBI
(Moppie jij hebt me tot dit stukje geïnspireerd! Je weet wie je bent!)
Op een meer waardige manier dan Nelson Mandela, richting geven aan eigen leven en aan dat van vele miljoenen anderen, lijkt mij haast onmogelijk. Vele groten zijn hem voor geweest en voorgegaan, maar wat Madiba van de anderen onderscheidt is de kracht die hij in zich had en op anderen wist over te brengen. Veel heb ik gelezen over deze grote man. En wat mij het meest opviel is de rust die er van hem uitging. Ik denk niet dat men hem ooit heeft kunnen betrappen op een uitbarsting van woede, frustratie of paniek. Ofschoon hij die zoals elk een van ons ook wel zal hebben gekend, die soms alles overheersende gevoelens met als oorsprong onmacht.
Nee, deze man straalde rust uit, sprak rust en deed rust. Van vrijheid beroofd. Ongeacht door wie en waarom, dat is een verhaal op zich. Maar van vrijheid beroofd.. . . . . . 27 jaar lang! Gelukkig kunnen de meesten onder ons daar niet van meepraten. Voor ons is het vanzelfsprekend te gaan en staan waar we willen. Te zeggen wat we willen, wanneer, hoe en tegen wie. Enfin, most of the time dan. Want vrijelijk je mening uiten deze dagen kan je jouw leven kosten.
Nelson Mandela werd vele jaren gezien, gebruikt en misbruikt soms, als martelaar. Terwijl hij dat in mijn ogen nooit is geweest. Nelson Mandela is geen martelaar. Nelson Mandela is HET voorbeeld van hoe een mens baas blijft over zijn ziel, zijn ik, zijn KRA. En dat ongeacht de invloeden van buiten. Want dat mensen ontegenzeggelijk wreed kunnen zijn tegen mekaar is zo waar als een steen. Madiba heeft dat aan den lijve ondervonden. Hij bleef volharden, zelfs in het donkerste der dagen. Nooit vermoedend dat hij eens aan het hoofd zou staan van de clan die hem gedurende 27 jaar kapot probeerde te krijgen. Hij brak niet. Hij bleef niet alleen sterk, maar hij bleef groeien. Als mens . . . . . hij werd een icoon. De wereld werd te klein voor zijn aura. Zijn vijanden verschrompelden onder zoveel minimale kracht. Kracht zonder geweld, kracht zonder moorden, kracht zonder haten. Kracht door liefde.
Vandaag zullen er veel essays worden geweten aan Nelson Mandela. Want over de doden alleen maar goeds, maar Nelson Mandela hoeft nooit te sterven. Wij moeten ervoor zorgen dat hij door blijft leven, in een ieder van ons. Wij gekleurde mensen die waar of wij ons ook bevinden hebben altijd een strijd te voeren. Ja ieder gekleurd mens weet waar ik het over heb. Niet flauw doen, wij weten dat men heel subtiel probeert ons te laten voelen dat wij inferieur zijn aan ik weet niet welke superieure club. En onderling hebben wij er ook een handje naar. Wie ken het spelletje niet? Wie is de lichtste van kleur? Een geliefd en tegelijkertijd idioot hersenspinsel onder gekleurde mensen. Als wij daar nou eens mee ophouden, als wij beginnen te geloven in onze kracht en dat van onze mede kleurlingen dan komen we al een heel eind vooruit. En dit is geen black power proclamatie. Verre van. Dit is om te gedenken dat een groot man is heengegaan, maar niet gestorven, want zijn wijze lessen moeten hun weerklank vinden in elk hart dat snakt naar zelfbewustzijn, sereniteit en kracht. Nelson Mandela zijn gedachtengoed heeft geen kleur.
Auras hebben geen kleur. Kracht ook niet. Maar ben ik even blij dat Nelson Mandela een zwarte man was. Wij kunnen niet genoeg van deze grote trekkers hebben. Maar laten wij ons dan ook echt optrekken aan hetgeen hun leven ons heeft geleerd. Voeg de daad bij het woord. Laat je niet klein krijgen door wie of wat dan ook. Sla terug met kracht. Die hebben we allemaal in ons. Het is innerlijke kracht die Nelson heeft doen overleven, 27 jaar lang! En hij deed het in een piepkleine cel, helemaal alleen.
Gister ging hij naar een andere dimensie. Het is goed geweest. Zelfs zijn onderdrukkers zullen een traan wegpinken want hij was groter dan hen. Ga heen Madiba, uw werk hier is volbracht.