Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    05-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DRINGENDE BOODSCHAP VAN PASTOR ENOC 31/7

    MIJN KUDDE, DE TIJD VAN DE GROTE BEPROEVING IS NABIJ. VREES NIET, WEES NIET BEDROEFD IN JULLIE HART. WANT HOE HARD DE BEPROEVING OOK IS, VERLIES DE HOOP NIET EN VERTROUW OP MIJ!

    31 juli 2017 2:15 pm

    DRINGENDE OPROEP VAN JEZUS, DE GOEDE HERDER AAN ZIJN KUDDE

    Schapen van mijn Kudde, vrede zij met jullie.

    Mijn kudde, de Illuminati-wereldelite plant om de democratie in vele landen te destabiliseren. Ze zoeken om chaos en verwarring te creëren om regeringen en heersers omver te gooien. Ze gaan zich moeien met de binnenlandse zaken van vele landen, om hen naar burgeroorlogen te leiden dat ze ontketenen door staatsgrepen te plegen zodat ze heersers kunnen aanduiden die trouw zijn aan de leer en politiek van de Nieuwe Wereldorde.

    In vele landen zal anarchie en chaos heersen. De opstanden en demonstraties tegen de Nieuwe Wereldorde zullen ernstige binnenlandse conflicten tot gevolg hebben die zullen leiden tot de val van vele economieën.  Honger, werkloosheid en schaarste zullen het gemeenschappelijke noemer zijn in vele landen. Regeringen die de Nieuwe Wereldorde zullen dienen, zullen hun inwoners onderdrukken en er zal overal repressie zijn. De stemmen van protest van burgers die hun rechten opeisen, zullen overal eenduidig zijn en in de hele wereld gevoeld worden.

    De nieuwe heersers zullen de Illuminati-elite dienen en zullen lakeien zijn van de Antichrist. Mijn volk zal bedrogen worden en velen zullen hun verstand verliezen. Ongerechtigheid, geweld en slavernij zullen mijn volk doen lijden. Miljoenen vluchtelingen zullen asiel zoeken in de grote landen, maar het zal hen geweigerd worden. De grenzen zullen gesloten worden en alle vreemdelingen zullen gedeporteerd worden naar hun plaatsen van herkomst.

    De wereldeconomie zal gedestabiliseerd zijn, papiergeld zal vallen en vele landen zullen bankroet zijn. De Nieuwe Wereldorde dat geleid wordt door de Antichrist zal het verplicht gebruik van de Microchip opleggen. Mijn kudde, zal in ballingschap zijn en vele van mijn schapen zullen sterven van honger en dorst. Het regime van de Nieuwe Wereldorde zal vele Katholieken en Christenen vervolgen, mishandelen, gevangen nemen en laten verdwijnen. Mijn Huizen zullen gesloten worden, Mijn dagelijkse Aanbidding zal opgeschort worden en mijn Tabernakels zullen geprofaneerd worden. Mijn naam of de naam van mijn Moeder uitspreken zal in die dagen een misdaad zijn die aan velen het leven zal kosten.

    Mijn kudde, de tijd van de grote beproeving is nabij. Vrees niet en laat de smart je hart niet raken. Ongeacht hoe zwaar de test zal zijn, verlies de hoop niet en stel je hoop op Mij. Blijf verenigd in gebed en aanroep de kracht van mijn Bloed te allen tijde aan, omdat ze jullie zal redden van vele kwellingen en jullie zal versterken en doen hopen, zodat jullie die bange dagen kunnen verdragen. Mijn kudde, Ik houd van jullie, houd jullie vast aan mijn Moeder en mijn Engelen en er zal jullie niets overkomen! Laat de Rozenkrans niet achterwege zodat jullie veilig aan de deuren van mijn Nieuwe Schepping geraken. Ik wacht op jullie. Opnieuw zeg Ik tot jullie, wees niet bang, Ik zal bij jullie zijn tot het einde der tijden.

    Jullie Eeuwige Herder, Jezus van Nazareth, houdt van jullie.

    Maak mijn boodschappen kenbaar aan de hele mensheid, schapen van mijn Kudde.

    05-08-2017 om 00:09 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pastor Enoc 21/7

    O ZONDIGE EN ONDANKBARE GENERATIE, JULLIE DAGEN ZIJN GETELD, GEWOGEN EN GEMETEN!

    21 juli 2017 – 8:40 A.M.

    DRINGENDE OPROEP VAN DE JEZUS, HEILIG SACRAMENT AAN ZIJN TROUWE VOLK

    Mijn vrede zijn met jullie, mijn kinderen

    Deze ondankbare en zondige mensheid verwijdert zich nog verder van Mij. Was het niet dat er een goddelijke tussenkomst is, verzeker ik jullie dat er geen inwoners zouden zijn in mijn Nieuwe Schepping. Het kwaad en de zonde van deze generatie hebben alle limieten overtroffen. Het breken van mijn heilige geboden is tegenwoordig een gewoonte geworden. De zonde van deze generatie is de laatste tijd zo groot dat het de liefdescode waarmee het universum en de schepselen en alles wat bestaat is geschapen, aangetast heeft.

    O ondankbare en zondige generatie, jullie dagen zijn geteld, gewogen en gemeten! Ik ben bedroefd door jullie onverschilligheid en jullie ondankbaarheid. Ik zoek door alle middelen jullie te redden maar jullie keren mij de rug toe. Mijn gerechtigheid is begonnen, wat zal er van jullie worden, schepselen? Als jullie niet ontwaken uit jullie lethargie zal er niemand zijn om naar jullie te luisteren. Jullie zullen wenen en jullie op de borst kloppen, jullie zullen vergeving vragen, maar het zal te laat zijn. De nacht van mijn gerechtigheid zal jullie omhullen en de sluier van de eeuwige dood zal jullie bedekken. Er zal geen enkele herinnering zijn van hen die deel uitmaken van deze generatie en die geleefd hebben in het kwade en de zonde.

    Mijn kinderen, ik zie met droefheid de beproeving die mijn Kerk moet dragen en ik zie met een enorme droefheid dat vele van mijn favoriete zonen de Kerk van binnenuit hebben vernietigd. De zonde van onzuiverheid, de opstandigheid, de arrogantie, de zucht naar macht, het modernisme en de schandalen van velen van mijn Bisschoppen en Priesters zijn doornen die mijn hoofd doorboren. O hoeveel geselingen krijg ik van velen van mijn uitverkorenen die mijn Woord in de vier windhoeken verkondigen, maar het niet in praktijk brengen! De schandalen van onzuiverheid van de herders zorgen dat velen van mijn schapen verstrooid worden, en ze doen velen afvallen van het geloof. Ik zeg jullie ontrouwe priesters dat op de dag van mijn Waarschuwing, ik verantwoording aan jullie zal vragen. Wee boosaardige en ontrouwe herders, het gewicht van mijn Gerechtigheid zal op jullie terecht komen!

    Door de hoogmoed, de nalatigheid en slecht gedrag van vele van mijn favoriete zonen, is mijn kudde verstrooid zoals een schaap zonder herder. De geesten van Asmodeus en Jezebel hebben mijn kerk in hun greep.


    Asmodeus


    Jezebel

    De schandalen van onzuiverheid samen met de opstandigheid en ongehoorzaamheid van vele van mijn priesters, zorgen ervoor dat mijn kerk verdeeld is en afstevent op het grootste schisma in heel zijn geschiedenis. De geestelijke slachting zal een geloofscrisis tot gevolg hebben in een groot deel van de katholieke wereld. Mijn Kerk zal verzwakken maar ze zal niet vallen, omdat ik de Rots ben die ze ondersteunt. In waarheid zeg ik jullie dat de machten van het kwaad haar niet zullen overweldigen.

    Wee aan de Judassen die me verraden, want als ze geen berouw tonen, zullen ze hun plaats reeds kennen die hen wacht in de eeuwigheid! Als we verschijnen voor mij, zal de prijs die ze zullen betalen de eeuwige dood zijn. Ik zeg jullie, verraders, dat er geween zal zijn en tandengeknars. Het zal de prijs zijn dat jullie ontvangen voor jullie verraad. Luister naar mijn belangrijkste woorden, herders van mijn kudde, breng ze in praktijk en keer op jullie pad terug, want de dag komt eraan dat jullie zullen verschijnen voor mij en dat jullie werken zullen gewogen worden. En als jullie werken te licht bevonden worden zal mijn oordeel zijn: Ga weg van mij, Ik ken jullie niet!

    Mijn vrede laat ik jullie, mijn vrede geef ik jullie. Toon berouw en bekeer jullie, want het Koninkrijk van God is op handen.

    Jullie Meester, Jezus in het Heilig Sacrament.

    Breng mijn boodschappen naar de hele mensheid, mijn kinderen.  

    04-08-2017 om 23:13 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (11 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Gouden Poort van Jeruzalem + Armageddon - deel 2

    De Slag van Jeruzalem – Eens de veldslagen begonnen zijn, zal het heftig eraan toegaan. Als de Slag van Josafat ten einde komt zal de Slag van Jeruzalem beginnen. Waarom is er zoveel te doen om Jeruzalem? Vooral wanneer je bedenkt dat enkele generaties geleden de meeste mensen in de Westerse wereld dachten dat Jeruzalem een verloren stad was uit de Bijbel is het vandaag het centrum van de wereld. Zacharias 12:2 : Zie, Ik maak van Jeruzalem een bedwelmende beker voor alle omwonende volken; maar ook tegen Juda zal het gaan bij het beleg van Jeruzalem. 

    Volgens de oude profeten, zal de strijd om Jeruzalem de machten van elke natie op aarde betrekken. Zacharias 12:3 : Op die dag zal Ik van Jeruzalem een zwaar te tillen steen voor alle volken maken; al degenen die hem optillen zullen er zich bloedig aan verwonden. Tegen hem zullen alle naties van de aarde samenspannen.

    Het is gedurende de strijd om Jeruzalem dat de nationale verlossing van Israël zal voltooid worden. Elke belofte van God is waar, en het verbond dat God met Abraham heeft gesloten gaat in vervulling. Zacharias 13:2 : Op die dag vaag Ik de namen van de afgoden weg uit het land, zodat ze niet meer vernoemd worden; ook de profeten en de geest van onreinheid zal Ik het land uitjagen. 

    Er zullen geen atheϊsten meer over zijn onder de kinderen van Abraham op die dag. De rechten die de Antichrist claimt op het Messiasschap zullen voor altijd en onvoorwaardelijk vervallen, en Israël zal inzien en rouwen over de Zoon dat hun vaders in hun blindheid gedood hebben. Zacharias 12:10 : Maar over het huis van David en de bevolking van Jeruzalem zal Ik een geest van mededogen uitstorten, die hen tot bidden brengt. Dan zullen zij opzien naar hem, die zij doorstoken hebben, en over hem een rouwklacht houden, zoals men die houdt over de enige zoon; zij zullen om hem klagen, zoals men klaagt om de eerstgeborene.

    De Slag om de Jordaanvallei : - Als de strijd woedt in Jeruzalem en de Vallei van Josafat, zal wie overblijft van de divisies van het noordelijke leger hergroeperen, Ze zullen naar de Jordaanvallei oprukken tegen de Dode Zee. Joël 2:20 : Ik jaag de man uit het noorden ver van u weg, Ik drijf hem naar een dor en onherbergzaam land, zijn voorhoede naar de zee in het oosten, zijn achterhoede naar de zee in het westen. De Jordaanse Vallei strekt zich uit van het Meer van Galilea tot Eilat. In deze vallei zullen de overblijvende troepen van het Oosten de rest van de troepen van zowel de Russische/Moslimalliantie en de legers van de Antichrist treffen.

    De Jordaan is een rivier die door de Jordaanvallei via het Meer van Galilea naar de Dode Zee stroomt. De drie bronrivieren van de Jordaan zijn de Dan, Banias en Hasbani. Op het drielandenpunt van Syrië, Jordanië en Israël mondt ook de Jarmuk in de Jordaan uit. De Jordaan vormt staatkundig op de Golanhoogvlakte de grens tussen Israël en Syrië, en in het oosten vormt ze de grens van Israël en de Palestijnse Westelijke Jordaanoever met Jordanië. In andere gedeelten bevindt Israël zich aan beide oevers van de Jordaan. Hemelsbreed bedraagt de lengte van de rivier ongeveer 170 kilometer, maar door de vele bochten van de loop ervan is de feitelijke lengte veel groter. Over hoe groot deze feitelijke lengte precies is, verschillen de bronnen; er worden lengtes tot 330 en zelfs 400 kilometer genoemd.

    De Slag van Armageddon – Dit is de vallei van de beslissende strijd waarvan gesproken wordt door de profeet Joël. Al de naties van de wereld zullen aanwezig zijn in deze strijd. De Jordaanvallei zal op een dag een leger tellen van honderden miljoenen mensen. Plus uitrusting, wapens, artillerie, tanks… Al deze veldslagen zullen bijna tegelijkertijd gestreden worden. Er zijn in elke strijd elementen van de Russische/Moslimalliantie aanwezig die een sleutelrol spelen in de hele oorlog. Het einde van de Gog-Magog alliantie is vernietiging maar ze kunnen in elke scenario gevonden worden.

    De Russen zullen hun aanval richten op Israël op hetzelfde tijdstip als de Koningen van het Zuiden (de pan-Arabische confederatie) oprukken. De Russen zullen havens veroveren zoals degene in Haifa dat onmiddellijk zal leiden tot de troepenmacht van het westen dat in de vallei van de beslissende strijd zal komen. Intussen zullen de Koningen van het Oosten (de rode Chinese alliantie) van het oosten komen en in dezelfde vallei eindigen. De Koningen van het Zuiden zullen er reeds zijn. En de Antichrist en zijn troepenmacht, met inbegrip van de Westerse wereld (samen met Amerika) zullen oprukken om de indringers terug te drijven.

    Dit zal gevolgd worden door meerdere nucleaire aanvallen, chemische en biologische oorlogsvoering, en een verlies van gesofisticeerde communicatie technologie zoals satellieten, GPS, tv en GSM enz. Niemand weet eigenlijk wat er juist gaat gebeuren tot de aanval begint.

    Elke partij gelooft dat hij een overweldigende macht heeft over zijn vijand. De machten van de Antichrist zullen een Arabische invasie tegenhouden en een tegenaanval plannen. De Koningen van het Oosten plannen om het Midden-Oosten in te nemen en zijn olie. Met 200 miljoen mensen geloven ze zeker dat ze in het voordeel zijn. Rusland denkt dat ze door een verrassingsaanval kunnen winnen.

    Dan is de hele wereld ineens in een grote confrontatie. Joël 2:2 : Een dag van donker en van duisternis, een dag van wolken en verduistering. Hij breekt al aan: een talrijk, machtig volk staat alom op de bergen, een volk zoals er nooit een is geweest en later nooit meer een zal zijn, tot in de verste geslachten. Een verslindend vuur gaat voor hen uit, een verschroeiende gloed komt achter hen aan. Voor hen ligt het land als de tuin van Eden, achter hen blijft een woeste wildernis: er is geen ontkomen aan. 

    De Terugkeer van Christus – Dit is het meest dramatische moment in de wereldgeschiedenis! Zacharias 14:1-5 : Er komt een dag van Jahwe, een dag waarop gij geplunderd wordt en de buit binnen uw muren wordt verdeeld. Ik zal namelijk alle volken bijeenbrengen om tegen Jeruzalem te strijden; de stad zal worden veroverd, de huizen geplunderd, de vrouwen verkracht; de helft van de stad gaat in ballingschap, maar de rest van het volk wordt niet uit de stad weggehaald. Want dan trekt Jahwe uit en bindt Hij de strijd aan tegen die volken, zoals Hij gedaan heeft op de dag van het handgemeen. Op die dag zal Hij zijn voeten op de Olijfberg zetten, die tegenover Jeruzalem ligt, aan de oostkant; dan splijt de Olijfberg in tweeën, van oost naar west, zodat er een geweldig dal ontstaat; de ene helft van de berg wijkt noordwaarts, de andere helft zuidwaarts. Dan zult gij het dal in vluchten, tussen mijn bergen, want het dal tussen de bergen zal tot Asel reiken. Gij zult vluchten zoals gij gevlucht zijt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. Dan zal Jahwe, mijn God, zijn intocht doen en zullen alle heiligen met u zijn. 

    Christus zal Zijn stem verheffen en er zal een plaag zijn die de volkeren zal treffen :

    Joël 4:16 : Jahwe buldert uit Sion, uit Jeruzalem laat Hij zijn stem weerklinken: hemel en aarde sidderen. Maar voor zijn volk is Jahwe een toevlucht, voor de zonen van Israël een vesting.

    Jesaja 10:16 : Daarom laat de Heer, Jahwe van de legerscharen, zijn vet wegteren en de koorts in zijn ingewanden branden, als een gloeiend vuur. 

    Zacharias 14:12 : Maar dit zal de ramp zijn, waarmee Jahwe al de volken zal slaan, die tegen Jeruzalem zijn opgetrokken: Hij zal hun vlees doen wegteren, terwijl ze nog op hun voeten staan; hun ogen zullen in de kassen wegteren en hun tong zal wegteren in hun mond.

    En het bloed van alle volkeren die Christus tegenwerken zal over het hele land stromen :

    Openbaring 14:20 : En de perskuip werd getreden buiten de stad, en bloed stroomde eruit tot aan de tomen der paarden, over een afstand van zestienhonderd stadiën.

    Over heel de wereld werd de laatste plaag uitgegoten door een engel :

    Openbaring 16:18-21 : Over de hele wereld : En er kwamen bliksemstralen en dreunende donderslagen. En er ontstond een hevige aardbeving, zoals er nooit een geweest is sedert er mensen op aarde zijn; zo ontzettend was die aardbeving. En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de volken stortten in. En God herinnerde zich Babylon, de grote stad, en Hij gaf haar de beker met de wijn van zijn grimmige toorn te drinken. En alle eilanden verdwenen en er waren geen bergen meer te zien. En ontzaglijke hagelstenen, wel honderd pond zwaar, vielen uit de hemel op de mensen neer. En de mensen lasterden God om de plaag van de hagel; want die plaag was bovenmate zwaar.

    De apostel Johannes geeft nog eens de strijd weer die Christus voert : Openbaring 19:11-21 :Toen zag ik de hemel open, en daar was een wit paard, en zijn berijder heet ‘Getrouw en Waarachtig’, en Hij oordeelt en voert oorlog met gerechtigheid. Zijn ogen vlammen als vuur; op zijn hoofd draagt Hij vele diademen, daarin een naam gegrift die niemand kent dan Hij alleen. Hij is gehuld in een mantel gedoopt in bloed. En zijn naam luidt: ‘Het Woord Gods'. Op witte paarden volgen Hem de hemelse machten, gekleed in smetteloos, wit lijnwaad. Uit zijn mond komt een scherp zwaard dat de volken zal slaan. Hij zal ze weiden met een ijzeren staf. Hijzelf treedt de perskuip van de wijn van de grimmige toorn van God, de Albeheerser. En op zijn mantel en op zijn dij staat een naam geschreven: ‘Koning der koningen en Heer der heren'. Daarna zag ik een engel die stond op de zon.

    Met machtige stem riep hij tot alle vogels die vliegen in het zenit: Komt, verzamelt u aan de grote maaltijd van God, om te eten het vlees van koningen en krijgsoversten en het vlees van helden en het vlees van paarden en ruiters, het vlees van allen, vrijen en slaven, kleinen en groten.” Toen zag ik het beest en de koningen der aarde met hun legers, die zich hadden verzameld om oorlog te voeren tegen de Ruiter op het witte paard en zijn legermacht. Maar het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet die voor hem de wonderen had gedaan waardoor de mensen verleid werden het teken van het beest aan te nemen en zijn beeld te aanbidden. Levend werden beide geworpen in de vuurpoel die gloeit van zwavel. En de overigen werden gedood door het zwaard uit de mond van de Ruiter, en alle vogels verzadigden zich aan het vlees van de gevallenen.

    Samenvatting

    Verschillende Bijbelpassages wijzen erop dat de strijd van de grote dag van de Almachtige God uit ten minste vier veldslagen bestaat en over het heel Israel verspreid zullen zijn:

    1. De Heer gaat eerst naar Edom om Israel te redden van de Antichrist, hier maakt Hij Zijn kledij vuil in het bloed van Zijn vijanden :

    Jesaja 63:1-6 : Wie komt daar uit Edom, uit Bosra in helrode kleren, luisterrijk in zijn gewaad, fier in zijn geweldige kracht? `Ik ben het die rechtvaardig oordeelt, en een geding aangaat om te redden.' Waarom is uw gewaad zo rood, en zijn uw kleren als die van een druivenperser? `Ik heb geheel alleen de wijnpers getreden en van mijn volk was er niemand bij Mij. In mijn toorn heb Ik hen vertreden, in mijn gramschap hen vertrapt. Hun bloed is op mijn kleren gespat en heel mijn gewaad heb Ik besmeurd. Want Ik had een dag van de wraak in de zin, het jaar van mijn verlossing was gekomen. Ik keek rond; er was geen helper, Ik was verbaasd: want niemand ondersteunde Mij. Toen heeft mijn eigen arm Mij geholpen en mijn gramschap Mij ondersteund. Ik heb volken in mijn toorn vertrapt en in mijn gramschap hen vermorzeld, Ik liet hun bloed ter aarde vloeien.'

    2. De Heer gaat dan naar de Vallei van Megiddo, waar Hij vele van de wereldlegers verslaat :

    Openbaring 16:12-16 : En de zesde goot zijn schaal uit op de grote Eufraatstroom, en zijn water droogde op, zodat de weg open lag voor de koningen uit het oosten. Toen zag ik uit de muil van de draak en uit de muil van het beest en uit de muil van de valse profeet drie onreine geesten te voorschijn komen in de gedaante van kikvorsen. Duivelsgeesten zijn het, die wonderen doen en uitgaan naar de koningen van de gehele wereld, om hen te verzamelen voor de strijd op de grote dag van God, de Albeheerser. Pas op, Ik kom als een dief! Gelukkig de mens die wakker blijft en zijn kleren aanhoudt, zodat hij niet naakt hoeft te gaan en allen zijn schaamte zien.” En zij verzamelden hen op de plaats die in het Hebreeuws Harmágedon heet.

    3. Daarna verslaat de Heer de meeste van de overgebleven duivelse wereldmachten in de Vallei van Josafat :

    Joël 4:1-2, 9-17 : Want weet het wel: in die dagen, in die tijd, als Ik Juda en Jeruzalem herstel, breng Ik alle volken bijeen en doe hen dalen naar het dal van Josafat. Daar begin Ik met hen een rechtsgeding over mijn volk en mijn erfdeel, Israël, dat zij onder de volkeren hebben verstrooid; zij hebben mijn land verkaveld.  Roept onder de volkeren dit om: Maakt u gereed voor de heilige oorlog, werft de dappere mannen aan! Laat ze aantreden en oprukken, al de krijgers! Smeedt uw ploegscharen om tot zwaarden, uw snoeimessen tot speerpunten; laat zelfs de zwakkeling zeggen: 'Ik word een held!' Haast u om te komen, alle volken rondom! Dromt daar samen! Jahwe, laat uw helden komen! 'De volken moeten zich in beweging zetten, optrekken naar het dal van Josafat, want daar zal Ik zetelen om recht te spreken over alle volken rondom. 

    Slaat de sikkel erin, want de oogst is rijp. Begint maar te treden, want de perskuip is vol, de bakken lopen over: zo groot is hun boosheid.' Drommen, drommen in het dal van het oordeel, want nabij is de dag van Jahwe in het dal van het oordeel. De zon en de maan verduisteren, de sterren verliezen hun licht. Jahwe buldert uit Sion, uit Jeruzalem laat Hij zijn stem weerklinken: hemel en aarde sidderen. Maar voor zijn volk is Jahwe een toevlucht, voor de zonen van Israël een vesting. 'Dan zult gij erkennen, dat Ik, Jahwe, uw God ben, Ik, die woon op de Sion, mijn heilige berg; dan zal Jeruzalem heilige grond zijn, geen vreemden trekken er meer door.' 

    Openbaring 14:14-20 : Ik keek toe, en ik zag een witte wolk; en op de wolk zat iemand, een mensenzoon gelijk, met een gouden kroon op zijn hoofd en een scherpe sikkel in zijn hand. En een andere engel kwam uit de tempel en riep met luide stem tot Hem die op de wolk gezeten was: “Sla uw sikkel erin en maai, want het uur om te maaien is gekomen; overrijp werd de oogst van de aarde.” Toen wierp Hij die op de wolk was gezeten, zijn sikkel op aarde, en de aarde werd afgemaaid. En weer kwam een engel uit de tempel in de hemel te voorschijn, en ook hij droeg een scherpe sikkel. En een andere engel, aangesteld over het vuur, kwam van het altaar, en hij riep met luide stem tot hem die de scherpe sikkel droeg: Sla uw scherpe sikkel erin en oogst de trossen van de wijngaard der aarde, want zijn druiven zijn rijp.” Toen wierp de engel zijn sikkel op de aarde en oogstte de wijngaard der aarde. En hij wierp de trossen in de grote perskuip van Gods toorn. En de perskuip werd getreden buiten de stad, en bloed stroomde eruit tot aan de tomen der paarden, over een afstand van zestienhonderd stadiën.

    4. Tenslotte zal de Heer naar Jeruzalem komen om de Antichrist te verslaan, die zal pogen om de Heilige Stad te vernietigen :

    Zacharias 12:1-9 :  Een uitspraak. Een woord van Jahwe over Israël. Godsspraak van Jahwe, die de hemel heeft uitgespannen, de aarde heeft gegrondvest en de levensgeest van de mens in zijn binnenste gevormd heeft: Zie, Ik maak van Jeruzalem een bedwelmende beker voor alle omwonende volken; maar ook tegen Juda zal het gaan bij het beleg van Jeruzalem. Op die dag zal Ik van Jeruzalem een zwaar te tillen steen voor alle volken maken; al degenen die hem optillen zullen er zich bloedig aan verwonden. Tegen hem zullen alle naties van de aarde samenspannen. Op die dag - zo luidt de godsspraak van Jahwe - sla Ik alle paarden met schichtigheid en hun berijders met verdwazing; terwijl Ik over het huis Juda mijn ogen opendoe, sla Ik al de paarden van de volken met blindheid. 

    Dan zullen de stamhoofden van Juda in hun hart zeggen: 'De kracht van Jeruzalems burgers ligt bij Jahwe van de machten, hun God.' Op die dag maak Ik de stamhoofden van Juda tot een vuurpan in het hout, tot een brandende fakkel in het stro. Zij zullen alle volken in de omtrek verslinden, rechts en links, terwijl Jeruzalem steeds op zijn plaats blijft. Allereerst zal Jahwe de tenten van Juda redden, opdat de roem van Davids huis en de roem van Jeruzalems burgers niet boven die van Juda uitsteekt. Op die dag zal Jahwe de burgers van Jeruzalem beschutten: de man die wankelde zal op die dag als David worden, het huis van David zal als een God worden, als de engel van Jahwe aan hun spits.Op die dag zal Ik erop uit zijn, al de volken die tegen Jeruzalem zijn opgetrokken te verdelgen. 

    Openbaring 16:17-21 : En de zevende engel goot zijn schaal uit in de lucht. Toen riep uit de tempel, vanaf de troon, een machtige stem: “Het is gebeurd!” En er kwamen bliksemstralen en dreunende donderslagen. En er ontstond een hevige aardbeving, zoals er nooit een geweest is sedert er mensen op aarde zijn; zo ontzettend was die aardbeving. En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de volken stortten in. En God herinnerde zich Babylon, de grote stad, en Hij gaf haar de beker met de wijn van zijn grimmige toorn te drinken. En alle eilanden verdwenen en er waren geen bergen meer te zien. En ontzaglijke hagelstenen, wel honderd pond zwaar, vielen uit de hemel op de mensen neer. En de mensen lasterden God om de plaag van de hagel; want die plaag was bovenmate zwaar.

    Op de grote dag van Zijn terugkeer zal Christus al Zijn vijanden verslaan en hen in de Vuurzee werpen, waar ze dag en nacht voor eeuwig zullen gekweld worden. Openbaring 20:1-3 : Toen zag ik een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. En hij greep de draak, de oude slang dat is de Duivel, de Satan en hij boeide hem voor duizend jaren, en wierp hem in de afgrond, die hij grendelde en verzegelde boven zijn hoofd, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden voordat de duizend jaren voorbij waren. Bron : www.discoverrevelation.com

    03-08-2017 om 18:39 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (18 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noveen tot God de Vader - dag 7

    Noveen tot God de Vader (dag 7)

    Veelgeliefde van Jezus

    Johannes 17:1-5 : Zo sprak Jezus. Toen sloeg Hij zijn ogen ten hemel en zei: “Vader, het uur is gekomen. Verheerlijk uw Zoon, opdat de Zoon U verheerlijke. Gij hebt Hem immers macht gegeven over alle mensen om eeuwig leven te schenken aan allen die Gij Hem gegeven hebt. En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige ware God en Hem die Gij hebt gezonden, Jezus Christus. Ik heb U op aarde verheerlijkt door het werk te volbrengen dat Gij Mij hebt opgedragen te doen. Gij, Vader, verheerlijk Mij thans bij Uzelf en geef Mij de heerlijkheid, die Ik bij U had eer de wereld bestond.

    MEDITATIE

    De Zoon van God “die uit de hemel is neergedaald, niet om zijn eigen wil te doen, maar die van de Vader die Hem gezonden heeft” (Joh 6:38), “zegt, als Hij in de wereld komt: Hier ben Ik, Ik ben gekomen, o God, om uw wil te doen. Door die wil zijn wij geheiligd, eens voor al, door het offer van het lichaam van Jezus Christus" (Heb 10:5-10). Vanaf het eerste ogenblik van zijn menswording verenigt Hij zichzelf geheel met Gods heilsplan in zijn verlossende zending. “Mijn spijs is, de wil te doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn werk te volbrengen” (Joh 4:34). Het offer van Jezus “voor de zonden van de hele wereld” (1 Joh 2:2) is de uitdrukking van zijn liefdesgemeenschap met de Vader: “Hierom heeft de Vader Mij lief, omdat Ik mijn leven geef” (Joh 10:17). “De wereld moet weten dat Ik de Vader liefheb en dat Ik handel zoals Hij Mij bevolen heeft" (Joh 14:31). (Katechismus van de RKKerk – 606)

    Door zijn liefdevolle gehoorzaamheid aan de Vader “tot de dood aan het kruis” (Fil 2:8) vervult Jezus de zending van de lijdende Dienaar tot verzoening, die “velen rechtvaardig maakt, doordat Hij hun zonden draagt (Jes 53:11). (Katechismus van de RKKerk – 623)

    GEBED

    Johannes 17:20-26: Niet voor hen alleen bid Ik, maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven, opdat zij allen één mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U: dat ook zij in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij geschonken hebt, opdat zij één zijn zoals Wij één zijn: Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en de wereld zal erkennen, dat Gij Mij hebt gezonden en hen hebt liefgehad, zoals Gij Mij hebt liefgehad. Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij lief hebt gehad vóór de grondvesting van de wereld. Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend, en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt. Uw naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit blijven doen, opdat de liefde waarmee Gij Mij hebt liefgehad, in hen moge zijn en Ik in hen.”

    LITANIE VAN DE HEMELSE VADER

    O, God, hemelse Vader,
    ontferm U over ons (na elke aanroeping)
    Vader, Schepper van de wereld,
    Vader, Verzoener van de wereld,
    Vader, eeuwige Wijsheid,
    Vader, oneindige Goedheid,
    Vader, onuitsprekelijke Voorzienigheid,
    Allerheiligste Vader,
    Vader, oneindige Barmhartigheid,
    Vader, onze Vreugde en onze Eer,
    Vader, Rijk voor alle schepselen,
    Vader, Heerlijkheid van de Kerk,
    Vader, Hoop van de christenen,
    Vader, Wijsheid van de machtigen,
    Vader, Heerlijkheid van de koningen,
    Vader, Troost van de volkeren,
    Vader, Vreugde van de priesters,
    Vader, Hulp van de armen,
    Vader, Leider van de jeugd,
    Vader, Vriend van de kleinen,
    Vader, Vrijheid van de slaven,
    Vader, Licht van hen, die in duisternis zijn,
    Vader, Vernietiger van de hoogmoedigen,
    Vader, Wijsheid van de rechtvaardigen,
    Vader, Rust in verdrukkingen,
    Vader, Hoop bij verwoestingen,
    Vader, Redding en Toevlucht voor de wanhopigen,
    Vader, Troost van de armen,
    Vader, Troost van de bedroefden,
    Vader, Toevlucht van de wezen,
    Vader, Leven van de doden,
    Vader, Eer van de Heiligen,

    Laat ons bidden
    Vader, voor al Uw kinderen vragen wij U: geef vrede en geluk in naam van het Kostbaar Bloed van Uw Zoon Jezus Christus, en in naam van het smartvolle Hart van Zijn Moeder Maria.  Amen.

    GEBED

    God van onze vaderen, grote en genadevolle God, Heer van de vrede en van het leven, Vader van allen, U heeft plannen van vrede en niet van rampen. U veroordeelt oorlogen en verslaat de trots van het geweld. U zond ons Uw Zoon Jezus om de vrede te prediken aan allen die dichtbij en veraf zijn; om mensen van alle rassen en naties bij elkaar te brengen in één enkele familie. Hoor de eensgezinde kreet van Uw kinderen, de angstige verzoeken van heel de mensheid: geen oorlog meer, geen onomkeerbaar avontuur, geen spiraal van dood en geweld, geen bedreiging van al uw schepselen in de hemel, op de aarde en in de zee. In gemeenschap met Maria, de Moeder van Jezus, smeken wij U nogmaals: spreek tot de harten van diegenen, die verantwoordelijk zijn voor het lot der volkeren. Stop de 'logica' van wraak en van vergelding. Breng met Uw Geest nieuwe oplossingen, edelmoedige en eerbare gestes, ruimte voor dialoog en geduldig wachten, die meer vruchten zullen werpen dan de haastige tijdslimieten voor oorlog. Breng vrede in onze dagen en geen oorlog.  Amen.

    03-08-2017 om 08:52 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fier op mijn Joodse wortels - Met dank aan Rita Biesemans


    PROUD OF MY JEWISH ROOTS

    My finally unhidden Jewish roots
    are starting to produce the fruits
    of thankfulness and joyful pride
    though many tears for it I cried

    O my Lord, such a great Grace
    to belong to Your human race
    You went thru pain and sorrows
    to obtain us peaceful tomorrows

    I so thank Yeshua our Messiah
    for calling me thru “Jeremiah”
    to the city of his lamentations
    over her future generations

    After leaving Your Holy Grave
    a big surprise to me You gave
    I met the Jew of my future life
    I soon became his loving wife

    Yerushalaim the Jews’ heritage
    to you I drink a White Meritage
    Victory waits in your near future
    to your wounds I’ll be the suture.

    Rita Biesemans, July 30 2017

    03-08-2017 om 08:46 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (24 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Gouden Poort van Jeruzalem + Armageddon - deel 1

    De Gouden Poort van Jeruzalem

    Ooit, bijna 2000 jaar geleden, werden in de vroege ochtend de poorten van de Tempel geopend. En het verhaal gaat dat de Schone Poort, die toegang gaf tot het tempelcomplex, zo zwaar was dat hij door twintig Levieten geopend en gesloten moest worden. Het knarsen van de scharnieren was tot in Jericho te horen, zo wordt verteld.

    Van de tempelpoorten is niets meer over. Alleen de Gouden Poort is er nog, in de oostelijke muur. Hier is de tempelmuur tegelijk stadsmuur. Het is de poort die gebouwd werd op de resten van de poort die hier al ver voor de zestiende eeuw stond, toen de Turkse sultan Suleyman het idee kreeg Jeruzalem te ommuren.

    Eigenlijk kreeg de poort pas veel later de naam Gouden Poort. Onder deze poort kwamen Anna en Joachim, de ouders van Maria elkaar tegen. Hun smeekgebed om een kind werd verhoord.

    Bovendien denken veel christenen dat Jezus op Palmzondag, komend vanaf de Olijfberg, door deze poort de stad binnenging. De profeet had al voorzegd dat er een dag zou komen waarop de Messias de poorten van Jeruzalem zou binnengaan. "Zie, uw Koning zal tot u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm en rijdende op een ezel" (Zacharias 9:9). Of de intocht ook inderdaad door deze poort was, weet niemand. Het lijkt waarschijnlijk, want na Zijn intocht in de stad reinigde Jezus de tempel. En alleen de Gouden Poort geeft rechtstreeks toegang tot het tempelterrein.

    In bijbelse tijden had deze poort zelfs twee namen. Aan de binnenkant van de muur waren er namelijk twee toegangen tot het tempelterrein, een noordelijke en een zuidelijke poortingang. De noordelijke ingang heette de Poort van de Genade en de zuidelijke ingang de Poort van de Barmhartigheid. Namen die alles te maken hadden met het tempelcomplex en ook met het feit dat de joden gewend waren om bij deze poort te bidden om genade.

    Ook voor moslims heeft de Gouden Poort grote waarde. Zij noemen die de Poort der Eeuwigheid omdat ze denken dat de hele mensheid op de dag des oordeels door deze poort zal gaan.

    Lang geleden werd de Gouden Poort voorgoed gesloten. Er zijn historici die zeggen dat ook de poort die hier in de zevende eeuw stond al dichtgemetseld was door de moslims die toen het beheer hadden over de Tempelberg. Andere bronnen zeggen dat pas de Turkse sultan Suleyman de poort liet dichtmetselen toen hij hoorde dat de joden geloven dat hun Messias door deze poort de stad zal binnengaan.

    Duidelijk is wel dat de islamieten er alles aan doen om deze messiaanse intocht te voorkomen. Ze hebben niet alleen de poort dichtgemetseld, maar aan de buitenkant voor de poort ook een kerkhof aangelegd. Maar Jezus wederkomst is zeker en Hij zal Jeruzalem te hulp komen. (www.digibron.nl)

    De slag van Armageddon

    De strijd van de Grote Dag van de Almachtige God

    Deze strijd wordt beschreven in Openbaring 19:7-21. Jezus is hier de rechtvaardige Strijder die we zullen zien komen op de wolken en die komt met de legioenen van engelen en die de oorlog zullen aangaan met Satans legers en de legers van de koningen die hem volgen, in de slag van Armageddon. Deze oorlog is noodzakelijk om de ambities van de duivel te vernietigen.

    Onze Heer zegt ons wanneer deze oorlog zal plaatsvinden : Na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisteren en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen van de hemel vallen en de hemelse heerscharen in verwarring geraken. Op dat tijdstip zal de Mensenzoon verschijnen op de wolken : Want zoals de bliksem uitschiet van het oosten en licht tot in het westen, zo zal het zijn met de komst van de Mensenzoon. Overal waar aas ligt zullen gieren zich verzamelen. Dan zal het teken van de Mensenzoon aan de hemel verschijnen; alle stammen der aarde zullen weeklagenzij zullen de Mensenzoon op de hemelwolken zien komen met macht en grote heerlijkheid. Hij zal zijn engelen uitzenden met luid trompetgeschal om zijn uitverkorenen te verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiteinde van de hemel tot het andere. (Matteus 24:27-31)

    De glorierijke komst zal plaatsvinden onmiddellijk na de verschrikkingen van die dagen dat is dus op het einde van de Grote Verdrukking of beproeving en voor het Duizendjarig Vrederijk. Onze Heer zal terugkomen op het meest dramatische punt in de hele geschiedenis. De Antichrist, de Valse Profeet en Satan zullen de legers van de wereld aanzetten om Israel binnen te vallen in een gigantische inspanning om de wereld te bevrijden van Joden en te vechten tegen Christus.

    Deze komende oorlog wordt dikwijls de Slag van Armageddon genoemd. Dit is een misleidende uitdrukking omdat Armageddon “Berg van Slachting” betekent en verwijst naar de mooie vallei van Megiddo.

    De oorlog van de grote Dag van de Heer zal plaatsgrijpen in een dag, en de Slag van Armageddon zal een van de veldslagen zijn van die oorlog.

    De Slag van Armageddon : Deze slag zal meer dan de vallei van Megiddo in beslag nemen en zal een groot gedeelte van Israel omvatten. Dit conflict waar Christus de legers van de Antichrist zal verslaan zal een serie van veldslagen zijn die “de oorlog van de grote dag van de Almachtige God” zal genoemd worden. Openbaring 16:14 :   Duivelsgeesten zijn het, die wonderen doen en uitgaan naar de koningen van de gehele wereld, om hen te verzamelen voor de strijd op de grote dag van God, de Albeheerser. In dit laatste conflict tussen Satan en Christus zal Satan nog een laatste poging doen om het uitverkoren zaad te vernietigen. Satan zal zijn legers bevelen om de hele stad Jeruzalem te vernietigen, maar Christus zal komen om haar op het laatste moment te bevrijden. Zacharias 12:2-9 : Zie, Ik maak van Jeruzalem een bedwelmende beker voor alle omwonende volken; maar ook tegen Juda zal het gaan bij het beleg van Jeruzalem. Op die dag zal Ik van Jeruzalem een zwaar te tillen steen voor alle volken maken; al degenen die hem optillen zullen er zich bloedig aan verwonden. Tegen hem zullen alle naties van de aarde samenspannen. 

    Op die dag - zo luidt de godsspraak van Jahwe - sla Ik alle paarden met schichtigheid en hun berijders met verdwazing; terwijl Ik over het huis Juda mijn ogen opendoe, sla Ik al de paarden van de volken met blindheid. Dan zullen de stamhoofden van Juda in hun hart zeggen: 'De kracht van Jeruzalems burgers ligt bij Jahwe van de machten, hun God.' Op die dag maak Ik de stamhoofden van Juda tot een vuurpan in het hout, tot een brandende fakkel in het stro. Zij zullen alle volken in de omtrek verslinden, rechts en links, terwijl Jeruzalem steeds op zijn plaats blijft. Allereerst zal Jahwe de tenten van Juda redden, opdat de roem van Davids huis en de roem van Jeruzalems burgers niet boven die van Juda uitsteekt. Op die dag zal Jahwe de burgers van Jeruzalem beschutten: de man die wankelde zal op die dag als David worden, het huis van David zal als een God worden, als de engel van Jahwe aan hun spits. Op die dag zal Ik erop uit zijn, al de volken die tegen Jeruzalem zijn opgetrokken te verdelgen.

    De Slag van Josafat : Joel 4:1-2 : Want weet het wel: in die dagen, in die tijd, als Ik Juda en Jeruzalem herstel, breng Ik alle volken bijeen en doe hen dalen naar het dal van Josafat. Daar begin Ik met hen een rechtsgeding over mijn volk en mijn erfdeel, Israël, dat zij onder de volkeren hebben verstrooid; zij hebben mijn land verkaveld. God heeft het specifiek over deze slag. Het zal plaatsvinden wanneer Israel is hersteld. 

    De hoofdstrijders in deze slag zullen volgens Hal Lindsey (een Amerikaans evangelist en christelijk schrijver), de Israeliers zijn en de Palestijnen die geprobeerd hebben de controle over Jeruzalem te grijpen. Het land was niet in het bijzonder gewild totdat de Joden het opnieuw innamen. God vernoemt de deelnemende partijen. Joel 4:3 : En ook gij, wat denkt gij wel van Mij, gij Tyrus en Sidon en alle gewesten van het Filistijnenland? Denkt gij dat gij wraak kunt nemen op Mij? Gij zijt met uw wraak nog niet begonnen, of aanstonds laat Ik die daad van u neerkomen op uw eigen hoofd. Tyrus, Sidon en alle gewesten van het Filistijnenland zijn de oorspronkelijke streken waar de Palestijnen vandaan komen.

    God verwijst ook naar het feit dat ze nooit deel hebben uitgemaakt van Zijn gezworen verbond dat hij maakte met de nakomelingen van Abraham, Isaak en Jacob.

    De Heer vraagt : ‘Wat denkt gij wel van Mij?’ Nu beweert de Islam dat de stad Jeruzalem van hen is omdat het een heilige stad is en dat de heilige plaatsen moeten gerespecteerd worden. Maar God geeft niets over hun bewering. ‘Denkt gij dat gij wraak kunt nemen op Mij? Gij zijt met uw wraak nog niet begonnen, of aanstonds laat Ik die daad van u neerkomen op uw eigen hoofd.’  

    God brengt hen in herinnering dat Zijn Tempel werd vernietigd, en vooral de arrogantie en haat van degenen die deze grond gebruikt hebben om een monument te bouwen voor een andere godheid. Nadat de Tempel werd verwoest werden de Joden verdreven door de Romeinen tot in de verste hoeken van de aarde. Het was gedurende deze Diaspora dat de stad en de Tempelberg in handen vielen van de Islam. Joël 4:5-6 : Gij hebt mijn zilver en goud gestolen en mijn kostelijke schatten naar uw tempels gebracht. 

    Mensen uit Judea en Jeruzalem hebt gij aan de Ioniërs verkocht om ze weg te voeren, ver van de grenzen van hun land. God bevestigt dat Zijn profetie om de Joden terug te brengen naar het land van Belofte zal vervuld worden en dat het van die plaats is dat Hij hen heeft toegewezen dat Hij hen zal verzamelen en dat zij de instrumenten zouden zijn van zijn weerwraak. Joël 4:7 : Maar Ik, Ik roep hen terug van de plaats waarheen gij hen verkocht hebt en Ik laat die daad van u neerkomen op uw eigen hoofd.

    Dit is niet de laatste strijd van de Slag van Armageddon. De Slag van Armageddon betrekt de hele wereld in veldslagen. Maar Joël ziet degenen die hij kan identificeren – de naties rond Israël. Het zijn dezelfde naties die spreken over vrede, terwijl ze zich voorbereiden op oorlog.

    Ze willen oorlog, en oorlog zullen ze zeker krijgen. Joël 4:9-14 : Roept onder de volkeren dit om: Maakt u gereed voor de heilige oorlog, werft de dappere mannen aan! Laat ze aantreden en oprukken, al de krijgers! Smeedt uw ploegscharen om tot zwaarden, uw snoeimessen tot speerpunten; laat zelfs de zwakkeling zeggen: 'Ik word een held!' Haast u om te komen, alle volken rondom! Dromt daar samen! Jahwe, laat uw helden komen! 'De volken moeten zich in beweging zetten, optrekken naar het dal van Josafat, want daar zal Ik zetelen om recht te spreken over alle volken rondom. Slaat de sikkel erin, want de oogst is rijp. Begint maar te treden, want de perskuip is vol, de bakken lopen over: zo groot is hun boosheid.' Drommen, drommen in het dal van het oordeel, want nabij is de dag van Jahwe in het dal van het oordeel. 

    Maar de Slag van Josafat is niet de laatste strijd. De Heer belooft om de gelovige rest te behoeden want zij zijn betrokken middenin het ergste conflict in de geschiedenis. Joël 4:15-16 : De zon en de maan verduisteren, de sterren verliezen hun licht. Jahwe buldert uit Sion, uit Jeruzalem laat Hij zijn stem weerklinken: hemel en aarde sidderen. Maar voor zijn volk is Jahwe een toevlucht, voor de zonen van Israël een vesting. 

    Zelfs middenin deze verschrikkelijke slachting, waar alles zal verwoest worden, verzekert God zijn rest dat het nooit meer opnieuw zal gebeuren. Joël 4:17 : 'Dan zult gij erkennen, dat Ik, Jahwe, uw God ben, Ik, die woon op de Sion, mijn heilige berg; dan zal Jeruzalem heilige grond zijn, geen vreemden trekken er meer door.  

    Elk van de overlevende machten zullen in het laatste globale conflict landmachten sturen die in die streek zullen aankomen tegen die tijd. De meeste van de Russische en Moslimtroepen zullen vernietigd worden op de bergen van Israel. Ezechiël 39:2 : Dit zegt Jahwe de Heer: Ik kom op je af, Gog, vorst van Ros, Mesek en Tubal. Ik kom je halen, Ik jaag je voort en laat je uit het hoge noorden oprukken naar het bergland van Israël. Jeruzalem was eerst bezet door de Russische en Moslimalliantie, met inbegrip van een stuk van Noord Afrika. Daniel 11:40 : Maar in de eindtijd zal de koning van het Zuiden met hem in botsing komen. De koning van het Noorden zal op hem aanstormen met wagens, ruiters en veel schepen. Dan zal hij landen binnenvallen en op zijn doortocht ze verpletteren. 

    De scène is verschrikkelijk. Nucleaire en neutronenwapens hebben hun vernietigende werking gedaan. In de verwarring lijkt Jeruzalem verschillende keren te worden ingenomen door verschillende partijen, maar geen één is in staat stand te houden. Edom, Moab en de zonen van Ammon (modern Jordanië) worden gespaard van de toorn van de legers van de Antichrist door een akkoord of door de bescherming van God die de Israëliërs naar de grotten van Petra heeft geleid. Mattheüs 24:15-16 : Wanneer gij dus de gruwel der verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – wie het leest begrijpe het! – laten dan de mensen in Judea naar de bergen vluchten.

    De veldslagen zullen zo heftig zijn, zo verwoestend dat God de Aartsengel Michael zendt om aan de zijde te staan van Israël. We zijn middenin de grootste oorlog in de geschiedenis en Israël is er middenin. Nucleaire wapens, miljoenen soldaten, de volle toorn van Satan die direct tegen het Joodse volk gericht is. Daniël 12:1 : In die tijd zal de grote vorst Michaël opstaan om de kinderen van je volk te beschermen. Want het zal een tijd van nood zijn, zoals er eerder nog geen is geweest zolang er volken zijn. Maar al degenen van je volk, die in het boek staan opgetekend, zullen in die tijd worden gered. 

    Niet elke Jood zal de oorlog overleven. God zegt dat twee derde van de Joden zal omkomen. Zacharias 13:8-9 : In het hele land zullen er twee van de drie uitgeroeid worden en sterven; slechts de derde blijft over; die derde zal Ik brengen in het vuur en smelten zoals zilver wordt gesmolten en louteren zoals goud wordt gelouterd. Dan zal hij mijn naam aanroepen en Ik zal hem verhoren. Dan zal Ik zeggen: 'Dit is mijn volk.' En zij zullen zeggen: 'Jahwe is mijn God.' Dat zal de rest zijn die de Heer aanroept. Er is niets krachtiger dan gebed.

    Zacharias 12:4-6 : Op die dag sla Ik alle paarden met schichtigheid en hun berijders met verdwazing; terwijl Ik over het huis Juda mijn ogen opendoe, sla Ik al de paarden van de volken met blindheid. Dan zullen de stamhoofden van Juda in hun hart zeggen: 'De kracht van Jeruzalems burgers ligt bij Jahwe van de machten, hun God.' Op die dag maak Ik de stamhoofden van Juda tot een vuurpan in het hout, tot een brandende fakkel in het stro. Zij zullen alle volken in de omtrek verslinden, rechts en links, terwijl Jeruzalem steeds op zijn plaats blijft. Dat is dus de militaire situatie als het hele Midden Oosten een slagveld wordt.

    03-08-2017 om 08:37 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (23 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bijbel: Allah = Satan


    Bijbel: Allah = Satan

    De vertaling die de media tussen haakjes (‘God is groot’) erbij zetten, klopt echter van geen kant, want de Allah van de moslims is een totaal andere ‘god’ dan de God in de Bijbel. Sterker nog, in het Oude Testament van de Bijbel (Jesaja 14:12-13) staat een profetie waar (in het oud Hebreeuws) letterlijk voorzegd werd dat Satan, de duivel, zich in de toekomst ooit als Allah zou laten aanbidden, en daarbij zijn eigen ‘tempel’ op Tempelberg in Jeruzalem zou (laten) oprichten:

    ‘Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, O Lucifer* (* King James Version, American Edition (KJVA), zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! En gij overlegdet nog wel, Ik zal ten hemel opstijgen (Hebreeuws: alah, door moslims als Allah uitgesproken), boven de sterren Gods (engelen) mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst (Tempelberg in Jeruzalem) aan de noordflank (= letterlijke betekenis van de Hebreeuwse grondtekst, foutief in het Nederlands vertaald met ‘ver in het noorden’  – Het islamitische Rotskoepelgebouw staat op de ‘flank’ van het noorden van de berg, ca. 100 meter ten noorden van de Klaagmuur).

    Samengevat: in deze profetie staat dat Lucifer / Satan zich ooit als de ‘god Allah’ zou laten aanbidden, en –als een opperste trotsering van God- zijn eigen ‘troon’ of 'tempel' op de plek waar ooit twee Joodse Tempels stonden zou oprichten. En dat is exact wat er is gebeurd.

    02-08-2017 om 23:33 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (23 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Komt er een nieuwe Holocaust aan?

    Catch-A-Jew auteur: ‘Wat de EU in Israël doet is niets anders dan het voortzetten van de Nazi ideologie van vroeger, met de bedoeling om de Holocaust alsnog te voltooien’ – Pogroms uit de jaren ’30 zijn weer teruggekeerd (in Parijs)

    In de jaren ’30 en begin jaren ’40 wilde de gevestigde orde in de Europese politiek in media niets horen, mededelen of publiceren over almaar erger wordende Jodenhaat in Nazi Duitsland, zelfs niet toen er pogroms plaatsvonden en later de eerste vernietigingskampen werden geopend. Anno 2017 zijn deze duistere ontkenningsjaren ’30 weer teruggekeerd, en wordt opnieuw genegeerd dat een razendsnel toenemend deel van de bevolking –vrijwel uitsluitend bestaande uit moslimmigranten- er op basis van hun ‘heilige boek’ exact dezelfde ideeën over Joden op nahoudt, en vindt dat ze allemaal moeten worden uitgeroeid. Er werd zelfs een Duits-Franse documentaire over gemaakt, alleen wil niemand in Europa deze uitzenden. En zeker wat dit onderwerp betreft geldt: ‘wie zwijgt, stemt toe’. 

    Tot nu toe werden er deze eeuw in Frankrijk ‘maar’ 14 Joden vermoord omdat ze Joden waren, maar zo begon het in Nazi Duitsland ook. De daders van al deze moderne haatmisdaden waren allemaal moslims.

    Eindproduct geboycot omdat veel moslims Jodenhaters zijn

    De Duitse publieke zender WDR en het Frans-Duitse cultuurkanaal ARTE gaven opdracht om een documentaire te maken over racisme en antisemitisme in Europa. Het eindproduct stond hen echter totaal niet aan, want wat bleek: extreemrechtse neonazi’s blijken maar voor een zeer klein deel hiervoor verantwoordelijk te zijn. Bijna alle huidige Jodenhaters zijn moslims, maar daarnaast worden ze ook gevonden in de massamedia, de vooral linkse politiek, onder ‘Palestina’ activisten, rappers en zelfs in kerkelijke organisaties.

    Plotseling werd de documentaire als een ‘provocatie’ betiteld, die ‘olie op het vuur’ zou gooien. Het was de bedoeling om het Europese ‘populisme’ aan de kaak te stellen, maar uitgerekend de religieuze ideologie waar dat ‘populisme’ zich als enige tegen verzet, de islam, bleek de met afstand belangrijkste bron te zijn van de roep om een hernieuwde Holocaust, om ‘het werk van Hitler af te maken’, zoals al jaren op islamitische forums is te lezen.

    Zowel de WDR als ARTE hebben een reputatie hoog te houden als zijnde anti-Israël en pro-islamitisch. ARTE zendt bijvoorbeeld ‘De kleine stenengooier van Silvan’ uit, waarin Palestijnse kinderen die in Jeruzalem Joden bekogelen en hun buurt ‘Judenrein’ willen maken, in een positief daglicht worden gesteld.

    Volgens Jean Patrick Grumberg, redacteur van de Franse nieuwssite Dreuz, is ‘Frankrijk een land waar communistische burgemeesters Palestijnse moordenaars van Joden tot ereburgers benoemen.’ Bijna alle journalisten in Frankrijk zijn anti-Israëlisch, en de hoge uitzonderingen hierop moeten dat verborgen houden, anders dreigen voor deze personen vervelende consequenties. Jodenhaat door moslims is dan ook een taboe dat absoluut niet mag worden besproken, zeker niet in de door links beheerste media.

    Europese Unie financiert Holocaust ontkenners

    De documentairemakers raakten nog een andere streng verboden gevoelige snaar, namelijk de financiering van anti-Israëlische en antisemitische organisaties door de Europese Unie, die welbewust meewerkt aan het overeind houden van de hoax van een door Israël ‘bezet Palestina en bezet Jeruzalem’, en de in realiteit in het geheel niet bestaande ‘genocide’ die Israël op de Gazastrook zou uitvoeren.

    De EU financiert zelfs een extreemlinkse organisatie, B’Tselem, die de Holocaust ontkent. ‘De Europese elites zijn nog veel antisemitischer dan de doorsnee moslim,’ aldus Tuvia Tenenbom, auteur van het geruchtmakende boek ‘Catch A Jew’ (2015). ‘Wat de Europeanen in Israël doen is niets anders dan het voortzetten van de Nazi ideologie van vroeger, om door middel van NGO’s de klus te klaren die hun voorvaderen in de Tweede Wereldoorlog niet hebben afgemaakt.’

    WDR maakt eigen documentaire zwart

    De documentaire kon vanuit politiek correct ‘progressief’ standpunt niet onbestraft blijven, dus werden twee filmers, Joachim Schroeder en Sophie Hafner, zwart gemaakt en met vervroegd ‘pensioen’ gestuurd – kortom: de laan uitgestuurd. De WDR wilde de film niet uitzenden, maar zag zich daartoe alsnog gedwongen toen het Duitse BILD er een 24 uur durende stream van maakte, waarna er een hevige discussie over losbarstte.

    De wijze waarop de WDR de (eigen!) docu uitzond was echter ronduit schandalig, want er werd alle moeite gedaan om de kijkers ervan te overtuigen dat het een film vol ‘nepnieuws’ was, dat niet geloofd diende te worden.

    Kerken werken weer volop mee

    In de docu is tevens te zien hoe kerkelijke organisaties wederom volop meewerken met het ‘terug-van-nooit-weggeweest’ zijnde antisemitisme in Europa (en dan vragen veel christenen zich nog steeds af waarom de meeste Joden niets van het christendom willen weten), door op te roepen tot een boycot van Israëlische personen en producten, en zich aan Palestijnse / islamitische kant te scharen.

    Pogroms zijn weer terug

    Pogroms zoals in de jaren ’30 zijn inmiddels ook teruggekeerd in Europa. In juli 2014 voerden islamitische ‘Palestina’ activisten in de Parijse voorstad Sarcelles een pogrom uit. De film laat tal van verwoeste auto’s en ingegooide ruiten zien.

    Tot dat jaar leefden Joden, christenen en moslims er in redelijke vrede met elkaar samen – maar schijn bedroog. ‘Plotseling’ verschenen er duizenden moslims op straat die ‘Dood de Joden!’ en ‘Hitler had gelijk!’ schreeuwden, en vervolgens een Joodse apotheek en supermarkt plunderden. De politie sprak letterlijk van een ‘Parijse intifada’.

    ‘Zonder Joden is Frankrijk dood’

    De socialistische burgemeester van Sarcelles moest tot zijn schaamte erkennen dat ‘de Franse Joden geloven dat zij in Frankrijk geen toekomst meer hebben, dat ze, om in vrede en veiligheid te kunnen leven, dit land moeten verlaten. Tegen hen zeggen dat ze ongelijk hebben, is verkeerd. Ik zeg tegen hen dat ze gelijk hebben, maar vraag hen om toch te blijven, want als ze weggaan, is Frankrijk dood. Waarom? Omdat als Joden hier hun geloof niet meer kunnen beleven, de seculiere Republiek, ons beroemde concept van de vrijheid van religie, niet meer bestaat.’

    Antisemitisme is weer mainstream in Europa

    Helaas is het antisemitisme in Europa sindsdien alleen maar meer mainstream geworden. Dat zien we onder andere in het vrijwel onbeperkt toelaten van miljoenen volgelingen van de islam, de religieuze haatideologie wier ‘god’ en ‘profeet’ het hen verplichten om alle Joden uit te roeien, en overal waar ze komen de oorspronkelijke bevolking eerst door list en bedrog, en later door geweld, terreur en onderdrukking, te onderwerpen.

    Het censureren, blokkeren en negeren van de documentaire door de massamedia legt haarfijn en bijzonder pijnlijk bloot hoe ernstig en schandalig het er met de cultuur en vrijheid van meningsuiting in Europa voorstaat. En als het al ter sprake komt, doen zowel de politiek als de media nog altijd of antisemitisme onder moslims, en het daaraan gekoppelde geweld, enkel is ontstaan vanwege Israël. (1)

    Komt er een nieuwe Holocaust aan?

    Zo werken ‘onze’ leiders en ‘onze’ nieuwsverstrekkersverkrachters in meer of mindere mate openlijk mee aan waar de islam al meer dan 1400 jaar met vaak het grofste geweld naar streeft, namelijk de uitroeiing van het door hen zo gehate Joodse volk, en de totale onderwerping van de hele mensheid aan Allah en Mohammed.

    Net als tijdens de Tweede Wereldoorlog geldt dat zwijgen en niets doen ons automatisch medeplichtig maken aan een nieuwe Holocaust, die met iedere dag dat onze grenzen openblijven en de islam alle ruimte blijft krijgen –en zelfs meer dan enige andere ideologie speciale bescherming geniet-, steeds dichterbij komt.

    Xander van xandernieuws.punt.nl 1/8/2017

    02-08-2017 om 23:22 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (23 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boodschap van Mario te Brindisi 7/05/2017

    Na ons gezegend te hebben met het kruisteken heeft Zij zachtjes gezegd: "Geloofd zij Jezus Christus"  

    Mario: "in alle eeuwigheid"
    De Heilige Moeder: "Ik ben het, de Maagd van Fatima. Verbreek alle banden met de Boze, vergeef je vijanden in de naam van Jezus. Niemand kan vergeven behalve door Gods genade en in de naam van Christus.
    Onthoud dat de Boze vooral werkt in degenen die voortdurend haat en wrok in zich dragen, afgunstig zijn op andermans gaven. Mijn kinderen, word volwassen in het geloof, groei in de liefde, roep Mijn heilige raad in die jullie zullen ontvangen in jullie harten als jullie luisteren naar Mijn stem ...
    Wees verenigd in Mijn Onbevlekt Hart en onderwerp jullie aan de heerschappij van Jezus.
    Vernieuw jullie in de Heilige Geest. Cultiveer in jullie zuivere gevoelens, evangelische gevoelens. Evangeliseer deze wereld zonder God (te vergeten). (noot Claudia : hier zal dit waarschijnlijk slecht vertaald zijn. Het is duidelijk dat deze wereld met God moet geevangeliseerd zijn !!!) Ik kom om jullie te redden van onbillijkheid door oneindige genaden en oneindige zegeningen te laten regenen op jullie die Mij volgen. Luister naar Mij."


    02-08-2017 om 23:17 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (18 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noveen tot God de Vader - dag 6

    Noveen tot God de Vader (dag 6)

    Eén in de Drie-eenheid

    Mattheüs 28:19 : Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.

    MEDITATIE

    De Christenen worden gedoopt “in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest” (Mt 28:19). Tevoren antwoorden zij: “Ik geloof” op de drievoudige ondervraging die hen oproept om hun geloof in de naam van de Vader, de Zoon ende Geest te belijden: “Het geloof van alle christenen steunt op de Drie-eenheid.” (Katechismus van de RKKerk – 232)

    Het mysterie van de allerheiligste Drie-eenheid is het centrale mysterie van het christelijk geloof en het christelijk leven. (Katechismus van de RKKerk – 234)

    GEBED

    Geloofsbelijdenis :

    Ik geloof in God de Almachtige Vader, Schepper van Hemel en Aarde.

    En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heer. Die ontvangen is van de Heilige Geest en geboren uit de Maagd Maria. Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, gekruisigd is, gestorven en begraven. Die neergedaald is ter helle. De derde dag verrezen uit de doden, die opgevaren is ten Hemel en zit aan de rechterhand van God, zijn Almachtige Vader. Vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.

    Ik geloof in de heilige Geest, de Heilige Katholieke Kerk, de gemeenschap van de heiligen, de vergiffenis van de zonden, de verrijzenis van het lichaam, het eeuwig leven. Amen.

    LITANIE VAN DE HEMELSE VADER

    O, God, hemelse Vader,
    ontferm U over ons (na elke aanroeping)
    Vader, Schepper van de wereld,
    Vader, Verzoener van de wereld,
    Vader, eeuwige Wijsheid,
    Vader, oneindige Goedheid,
    Vader, onuitsprekelijke Voorzienigheid,
    Allerheiligste Vader,
    Vader, oneindige Barmhartigheid,
    Vader, onze Vreugde en onze Eer,
    Vader, Rijk voor alle schepselen,
    Vader, Heerlijkheid van de Kerk,
    Vader, Hoop van de christenen,
    Vader, Wijsheid van de machtigen,
    Vader, Heerlijkheid van de koningen,
    Vader, Troost van de volkeren,
    Vader, Vreugde van de priesters,
    Vader, Hulp van de armen,
    Vader, Leider van de jeugd,
    Vader, Vriend van de kleinen,
    Vader, Vrijheid van de slaven,
    Vader, Licht van hen, die in duisternis zijn,
    Vader, Vernietiger van de hoogmoedigen,
    Vader, Wijsheid van de rechtvaardigen,
    Vader, Rust in verdrukkingen,
    Vader, Hoop bij verwoestingen,
    Vader, Redding en Toevlucht voor de wanhopigen,
    Vader, Troost van de armen,
    Vader, Troost van de bedroefden,
    Vader, Toevlucht van de wezen,
    Vader, Leven van de doden,
    Vader, Eer van de Heiligen,

    Laat ons bidden
    Vader, voor al Uw kinderen vragen wij U: geef vrede en geluk in naam van het Kostbaar Bloed van Uw Zoon Jezus Christus, en in naam van het smartvolle Hart van Zijn Moeder Maria.  Amen.

    GEBED

    Hemelse Vader, zend door Uw veelgeliefde Zoon Jezus Christus, onze Verlosser en Heiligmaker, Uw heilige Vaderliefde naar beneden, opdat de mensen zich zullen bekeren. Zend Uw Vaderliefde, opdat allen die ons vervolgen, verraden of  kwaad willen doen, door Uw heilige tegenwoordigheid gehinderd zullen worden! Vader, zend Uw heilig Liefdesvuur over alle leugenaars, lasteraars en huichelaars, opdat wij hen zullen herkennen en ons tegen hen kunnen beschermen. Vader, giet Uw liefde uit over alle misdadigers, over alle werktuigen van gewelddadigheid, over de moorden, over de blinde machtswellust, opdat zij ons en de mensheid niet kunnen schaden. Vader, laat door Uw heilige liefdekracht onmiddellijk een bliksem over de aarde komen, wanneer moordenaars door de wereld trekken en alle volkeren onheil willen brengen. Vader wees dan bij ons, wees ons Heil, onze Heer, onze Leider; wees onze Bescherming, onze Kracht en Sterkte. Vader, laat Uw heilige Vaderliefde over alle volkeren uitstromen. Vervul hen met Uw heilig vuur opdat ze het gevaar van de tijd erkennen. Vader, wees overal als de ware Heerser! Gebied de duisternis dat ze zal wijken op de plaats van haar boosheid en de mensen zal sparen. Vader, goede Vader, doe datgene wat Uw Vaderliefde in allen het goede, het ware en het heilzame waar kan maken. Dit is ons geloof, dit is onze liefde voor U, op Wie wij ons vertrouwen hebben gesteld.

    02-08-2017 om 23:14 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Israel sweet Israel


    ISRAEL SWEET ISRAEL  !!!


    02-08-2017 om 00:54 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (18 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De taxichauffeur


    Jezus is de allerbeste taxichauffeur. Toch zijn er mensen die naast hem plaatsnemen in de taxi en hem bevelen geven : “Hier naar rechts, na 500 m naar links, let op hier mag je maar 50 rijden, heb je de fitscamera gezien, hier rechtdoor…” Maar Jezus wil dat we op de achterbank van de taxi plaatsnemen met onze rug tegen de zetel en door de ruit kijken naar het landschap. Hij komt op het juiste moment op de juiste plaats aan waar ze de rode loper hebben uitgerold. Daar helpen ze je met uitstappen. Degenen die hun leven zelf in handen nemen komen niet op tijd of niet op de juiste plaats aan. Leg dus je leven in Jezus’ handen.

    02-08-2017 om 00:27 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-08-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 ernstige feiten over de onvergeeflijke zonde

    10 ernstige feiten over de onvergeeflijke zonde

    Mattheüs 12:31-32 : Daarom zeg Ik u: Iedere zonde en godslastering zal de mensen vergeven worden, maar lastering van de Geest zal niet vergeven worden. Als iemand zich kant tegen de Mensenzoon, zal het hem vergeven worden, maar wie zich kant tegen de heilige Geest, zal geen vergiffenis verkrijgen, noch in deze, noch in de komende wereld.

    Wat is de zonde dat God niet kan vergeven? Godslastering tegen de H. Geest.

    1 God wil Zijn barmhartigheid tonen en alle zonden vergeven

    Micha 7:18-19 : Welke God is als Gij, die de schuld vergeeft, die voorbijgaat aan de zonde, door de rest van zijn erfdeel bedreven, die zijn toorn niet altijd laat duren, maar zijn vreugde vindt in goedheid? Hij zal zich opnieuw over ons ontfermen, Hij zal onze schuld onder zijn voeten verpletteren. Al onze zonden zal Hij naar de bodem van de zee verwijzen. 

    2 De onvergeeflijke zonde is geen type van zonde maar een mate van zonde

    ·        Het is een patroon van tegenwerking tegen het werk van de Heilige Geest

    ·        Het is een mate van verwerping

    ·        Het is een voortdurende en uiteindelijke weigering om het licht van God te volgen

    ·        Het is een trend van geestelijke onverschilligheid voor de Heilige Geest

    ·        Het is een gewoonte van geestelijke ongevoeligheid voor de Heilige Geest

    3 Om te weten van de onvergeeflijke zonde tegen de Heilige Geest is moet je het werk van de Heilige Geest begrijpen

    Als de gelovige wandelt in de Geest, en als de Geest van God zijn leven bestuurt, dan moet het resultaat daarvan het volgende zijn: “De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Daartegen richt de wet zich niet” (Galaten 5:22-23). God is het immers die zowel het willen als het doen bij u tot stand brengt, om zijn heilsplan te verwezenlijken (Filippenzen 2:13).

    4 God spreekt tot ons door de Heilige Geest, daarom moeten we luisteren naar het gefluister van Zijn Geest

    We zien de Heilige Geest niet, maar Hij is er wel :

    Johannes 3:8 : De wind blaast waarheen hij wil; gij hoort wel zijn gesuis, maar weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met ieder die geboren is uit de Geest.”

    Jezus zegt in Openbaring 3:20 : Ik sta voor de deur en Ik klop. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.

    We kunnen Jezus niet zien, maar we kunnen Zijn stem horen door de Heilige Geest die tot ons spreekt.

    5 De Heilige Geest maakt ons bewust van onze zonden

    Johannes 16:8 : Eenmaal gekomen zal Hij de wereld het overtuigend bewijs leveren van wat zonde, gerechtigheid en oordeel is:

    De zonde dat niet beleden is en vergeven is de onvergeeflijke zonde van de Heilige Geest.

    Wat gebeurt er als ik mijn zonden niet biecht wanneer de Heilige Geest aan ons heeft getoond?

    Spreuken 28:13 : Wie zijn zonden verheelt, zal geen voorspoed kennen, maar wie ze belijdt en ze nalaat, zal barmhartigheid ondervinden.

    Wanneer de Heilige Geest me van zonde heeft bewust gemaakt, wat moet ik doen om vergeven te worden? Onmiddellijk naar de biecht gaan in het sacrament van de biecht.

    1 Johannes 1:9 : Als wij onze zonden belijden, is Hij zo getrouw en genadig, dat Hij onze zonden vergeeft en ons reinigt van alle kwaad. 

    Psalmen 86:5 : Goedertieren zijt Gij, Heer, vergevend, vol ontferming voor elk die U aanroept:

    Het is een gevaarlijke veronderstelling te denken dat een persoon te allen tijde kan stoppen met zondigen, want elke dag dat je niet gaat biechten verhardt het hart. Als je blijft zondigen en niet stopt dan word je slaaf van je zonden.

    6 De Heilige Geest leidt tot een begrip van Gods woord van waarheid

    Johannes 16:13 : Wanneer Hij echter komt, de Geest der waarheid, zal Hij u tot de volle waarheid brengen; Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar spreken al wat Hij hoort en u de komende dingen aankondigen.

    Er zijn twee types van zonden : zonde die je pleegt, zonde doordat God iets wil dat we doen en we doen het niet.

    Je kunt de Heilige Geest tegenwerken door Gods waarheid te negeren of te wachten met het volgen van Gods waarheid.

    7 Valse zekerheid en zelfbedrog kunnen leiden tot de onvergeeflijke zonde

    Jeremia 17:9-10 : Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie kan het peilen? Ik Jahwe, doorgrond hart en nieren, Ik vergeld ieder naar zijn gedrag. naar de vrucht van zijn werk. 

    Psalmen 139:23-24 : Doorgrond mij, God, ken mijn hart, toets mij, weet mijn verborgen gedachten, zie of niet mijn weg mij verkeerd leidt: wijs de weg van de eeuwigheid mij.

    Vraag God om je te doorgronden zodat je weet wat je zonden zijn.

    8 Onreine geesten zoeken om de geest en het hart te controleren

    Openbaring 16:13-14 : Toen zag ik uit de muil van de draak en uit de muil van het beest en uit de muil van de valse profeet drie onreine geesten te voorschijn komen in de gedaante van kikvorsen. Duivelsgeesten zijn het, die wonderen doen en uitgaan naar de koningen van de gehele wereld, om hen te verzamelen voor de strijd op de grote dag van God, de Albeheerser. 

    De onreine geesten zullen verstrooiing brengen, ongehoorzaamheid, bedrog en uitstel om God te volgen.

    9 Heel het menselijk ras werd weggeveegd, behalve 8 mensen omdat ze de onvergeeflijke zonde pleegden in de tijd van Noah

    Deze situatie zal zich opnieuw voordoen omdat mensen verankerd zitten in hun zondig leven.

    Genesis 6:3 : Maar Jahwe zei: `Mijn levensgeest zal niet altijd bij de mens blijven, want hij is maar een nietig wezen; de duur van zijn leven zal honderdtwintig jaar bedragen.'

    God zal niet oneindig veel geduld tonen, eens zal zijn geduld op zijn en dan komt Zijn gerechtigheid.

    De Heilige Geest zal geleidelijk aan weggetrokken worden van hen die Zijn gesmeek negeren.

    1 Tessalonicenzen 5:19-21 : Blust de Geest niet uit, kleineert de profetische gaven niet, keurt alles, behoudt het goede. 

    10 Smeek elke dag om de gave van de Heilige Geest

    Gaven van de Heilige Geest : vriendschap, vreugde, vrede, goedheid, geduld, zachtmoedigheid en ingetogenheid.

    Lukas 11:13 : Als gij dus, ofschoon ge slecht zijt, goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal dan uw Vader in de hemel de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen.'

     

     

     

     

     

     

    01-08-2017 om 19:40 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 feiten over de Hel die je niet werden verteld

    10 feiten over de Hel die je niet werden verteld

    1 Na de dood wordt je direct geoordeeld en word je naar de Hemel, de Hel of het Vagevuur gestuurd

    Lukas 16:19 en verder : Er was eens een rijk man die in purper en fijn linnen gekleed ging en iedere dag uitbundig feestvierde, terwijl een arme, die Lazarus heette, met zweren overdekt voor de poort lag. Hij verlangde er naar zijn honger te stillen met wat bij de rijkaard van de tafel viel. Ja, zelfs kwamen honden zijn zweren likken. Nu gebeurde het dat de arme stierf en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen. De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis.  In de onderwereld, ten prooi aan vele pijnen, sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham, en Lazarus in diens schoot. Toen riep hij uit: Vader Abraham, ontferm u over mij en geef Lazarus opdracht de top van zijn vinger in water te dopen en mijn tong daarmee te komen verfrissen, want ik word door de vlammen hier gefolterd. Maar Abraham antwoordde: Mijn zoon, herinner u hoe gij tijdens uw leven uw deel van het goede hebt gekregen en op gelijke manier Lazarus het kwade; daarom ondervindt hij nu hier de vertroosting, maar wordt gij gefolterd. Daarenboven gaapt er tussen ons en u voorgoed een wijde kloof, zodat er geen mogelijkheid bestaat, zelfs als men het zou willen, van hier naar u te gaan noch van daar naar ons te komen. De rijke zei: Dan vraag ik u, vader, dat gij hem naar het huis van mijn vader wilt sturen, want ik heb nog vijf broers; laat hij hen waarschuwen, opdat zij niet eveneens in deze plaats van pijniging terecht komen. Maar Abraham sprak: Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen luisteren. Maar hij zei: Och neen, vader Abraham! Maar als er een uit de doden naar hen toegaat, zullen ze zich bekeren. Hij echter sprak tot hem: Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen ze zich ook niet laten overreden, als er iemand uit de doden opstaat.'

    Na de dood van de rijke werd hij onmiddellijk naar de Hel gestuurd.

    Hebreeën 9:27 : Het is het lot van de mens eenmaal te sterven, en daarna komt het oordeel; 

    2 De doden hun lichaam wordt gescheiden van hun onsterfelijke ziel en na het onmiddellijk oordeel naar de Hemel, de Hel of het Vagevuur gebracht

    Johannes 11:4 : Toen Jezus dit hoorde, zei Hij: “Deze ziekte voert niet tot de dood, maar is om Gods glorie, opdat de Zoon Gods er door verheerlijkt moge worden.”

    Dit is wat Jezus zei tot Martha, de zuster van de dode Lazarus :

    Johannes 11:23 en verder :  Jezus zei tot haar: “Uw broer zal verrijzen.” Marta antwoordde: “Ik weet dat hij zal verrijzen bij de verrijzenis op de laatste dag.” Jezus zei haar: “Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit?” Zij zei tot Hem: “Ja, Heer ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods, die in de wereld komt.”

    Jezus zei tot de goede berouwvolle misdadiger :

    Lukas 23:43 : En Jezus sprak tot hem: 'Voorwaar, Ik zeg u: Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs.'

    Bij Jezus’ dood waren er vele doden die uit hun graf kwamen en in Jeruzalem verschenen:

    Mattheüs 27:53 : Na zijn verrijzenis kwamen zij uit de graven en gingen naar de heilige stad waar zij aan velen verschenen.

    3 Er zullen 2 verrijzenissen zijn

    Johannes 5:28-29 : Verwondert u niet hierover: er zal een uur komen, waarop allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen. Dan zullen zij die het goede deden, eruit tevoorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel. 

    De eerste verrijzenis zal komen bij Jezus’ Tweede Komst :

    Openbaring 20:4-5 : En ik zag tronen en zij namen daarop plaats en hun werd het oordeel gegeven. Ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en het woord van God, die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden en het merkteken niet hadden aangenomen op hun voorhoofd en hun hand. En zij werden weer levend en heersten met Christus, duizend jaren lang. De overige doden werden niet levend voordat de duizend jaren voorbij waren. Dit is de eerste opstanding. 

    4 De Hel is voor eeuwig

    Openbaring 14:9-11 : En nog een engel, een derde, volgde hen, en riep met machtige stem: “Alwie het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of zijn hand laat aanbrengen, die zal drinken de wijn van Gods toorn, onverdund geschonken in de beker van zijn gramschap; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op in de eeuwen der eeuwen. Dag noch nacht hebben zij rust, die het beest en zijn beeld aanbidden en alwie het merkteken van zijn naam aanneemt.”

    5 Het eeuwig hellevuur is een beangstigend feit zodat we zouden nadenken vooraleer zonde te plegen

    Lukas 12:47-48 : De knecht die de wil van zijn heer kende, maar geen beschikkingen trof noch handelde volgens diens wil, zal zwaar getuchtigd worden. Wie echter in onwetendheid dingen heeft gedaan die tuchtiging verdienen, zal slechts licht gestraft worden. Van ieder aan wie veel is gegeven, zal veel worden geëist, en wie veel is toevertrouwd, van hem zal des te meer worden gevraagd.

    Degenen die Jezus kennen en die zwaar gezondigd hebben zullen zwaardere straffen krijgen dan degenen die Jezus niet gekend hebben. Maar elk zal in de Hel moeten blijven voor eeuwig.

    6 Satan zal voor eeuwig branden in de Hel

    Mattheüs 25:41 : En tot die aan zijn linkerhand zal Hij dan zeggen: Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur dat bereid is voor de duivel en zijn trawanten.

    Openbaring 20:10 : En de Duivel die hen verleid had, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waarin ook het beest is en de valse profeet. En zij zullen gepijnigd worden dag en nacht, in de eeuwen der eeuwen.

    7 De Hel bevindt zich in de aarde

    God vernietigde Sodom en Gomorrah door vuur op aarde. Net zoals Satan door vuur op aarde zal worden getroffen. Maar de eeuwige straf is in de Hel waar de vuurzee zich bevindt.

    Openbaring 20:7-10 : En als de duizend jaren voorbij zijn, zal de Satan uit zijn kerker worden vrijgelaten. Hij zal heengaan om de volken te verleiden die aan de vier hoeken der aarde wonen, Gog en Magog, talrijk als het zand van de zee, om hen voor de strijd te verzamelen. En zij stegen op naar de hoogvlakte der aarde, en zij omsingelden de legerplaats der heiligen en de geliefde stad. Maar vuur viel neer uit de hemel en verteerde hen. En de Duivel die hen verleid had, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waarin ook het beest is en de valse profeet. En zij zullen gepijnigd worden dag en nacht, in de eeuwen der eeuwen.

    Markus 9:43 : Dreigt uw hand u aanstoot te geven, hak ze af; het is beter voor u verminkt het leven binnen te gaan dan in het bezit van twee handen in de hel te komen, in het onblusbaar vuur. 

    De Hel is de plaats waar voor eeuwig onblusbaar vuur zal zijn.

    8 De Hel verwijst niet altijd naar de Vuurzee

    Je hebt verschillende soorten hel in de bijbel :

    In het Oude Testament heb je het Hebreeuwse Sheol en dat betekent graf : Psalm 139:8 : Klom ik op tot de hemel - Gij waart er, lag ik neer bij de doden - daar staat Gij,

    In het Nieuwe Testament heb je 3 Griekse woorden als Hel : Hades – Tartarus - Gehenna

    Hades is een synoniem van het Hebreeuwse Sheol en betekent het graf. Handelingen 2:27 : omdat Gij mijn ziel niet over zult laten aan het dodenrijk en uw heilige geen bederf zult laten zien.

    Jezus zal geen bederf kennen in het graf, omdat Hij zal verrezen worden.

    Gehenna betekent een plaats van branden en wordt veel gebruikt als referentie naar de Vuurzee. Markus 9:43 : Dreigt uw hand u aanstoot te geven, hak ze af; het is beter voor u verminkt het leven binnen te gaan dan in het bezit van twee handen in de hel te komen, in het onblusbaar vuur.

    Tartarus is een duistere plaats en het woord wordt maar 1 keer gebruikt in de bijbel : 2 Petrus 2:4 : Want ook de engelen die zondigden heeft God niet gespaard, maar naar de onderwereld verwezen en in duistere holen opgesloten, in afwachting van het Gericht.

    9 Vuur zal de aarde reinigen

    God zal de aarde zuiveren door vuur te laten neerkomen van de Hemel. Dat zal gebeuren omdat de aarde moet ontdaan worden van alle kwaad.

    2 Petrus 3:10-13 : Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Dan zullen de hemelen dreunend vergaan en de elementen door vuur worden verteerd; en de aarde en de daden op aarde verricht zullen zich bevinden (voor Gods oordeel). Wanneer alles zo vergaat, hoe moet gij dan uitmunten door een heilig leven en innige vroomheid, de komst verwachtend en verhaastend van de dag Gods, waardoor de hemelen in vlammen zullen opgaan en de elementen wegsmelten in de vuurgloed. Maar volgens zijn belofte verwachten wij nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid zal wonen.

    10 God wil de zondaars redden van de Hel en roept ze op tot bekering en biecht

    Ezechiël 33:11 : Zeg tot hen: 'Zowaar als Ik leef, zegt Jahwe de Heer, Ik wil de dood van de zondaar niet, maar wens dat hij zich betert en in leven blijft. Bekeer u, bekeer u en beter uw leven. Waarom zoudt ge sterven, volk van Israël?' 

     

    01-08-2017 om 09:54 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Noveen tot God de Vader - dag 5

    Noveen tot God de Vader (dag 5)

    Zend Jezus en de Heilige Geest

    Handelingen 1:1-5 : Het eerste boek, dat ik geschreven heb, Teófilus, ging over alles wat Jezus gedaan en geleerd heeft tot aan de dag waarop Hij zijn opdracht gaf aan de apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, en ten hemel werd opgenomen. Na zijn sterven toonde Hij hun met vele bewijzen dat Hij in leven was. Hij verscheen hun gedurende veertig dagen en sprak met hen over het Rijk Gods.

    Terwijl Hij met hen at, beval Hij hun Jeruzalem niet te verlaten maar de belofte van de Vader af te wachten, “die gij van Mij vernomen hebt: Johannes doopte met water, maar gij zult over enkele dagen gedoopt worden met de heilige Geest.” 

    MEDITATIE

    Hij die de Vader in onze harten gezonden heeft, de Geest van zijn Zoon, is werkelijk God. Eén in wezen met de Vader en de Zoon is Hij onlosmakelijk met Hen verbonden, zowel in het diepste leven van de Drie-eenheid als in zijn gave van liefde voor de wereld. Bij het aanbidden echter van de Drie-eenheid die levengevend, één is in wezen en ondeelbaar, belijdt het geloof van de kerk ook het onderscheid in personen. Wanneer de Vader zijn Woord zendt, zendt Hij altijd zijn Adem: een gezamenlijke zending, waarin de Zoon en de heilige Geest wel te onderscheiden zijn, maar te scheiden zijn. Zeker, het is Christus die verschijnt, het zichtbare beeld van de onzichtbare God, maar het is de heilige Geest die Hem openbaart. (Katechismus van de RKKerk – 689)

    GEBED

    (Johannes 14:23-26)

    Jezus gaf hem ten antwoord: “Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden, mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen. Wie Mij niet liefheeft, onderhoudt mijn woorden niet; het woord dat gij hoort, is niet van Mij, maar van de Vader die Mij gezonden heeft.

    Dit zeg Ik u, terwijl Ik nog bij u ben, maar de Helper, de heilige Geest, die de Vader in mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen wat Ik u gezegd heb.

    LITANIE VAN DE HEMELSE VADER

    O, God, hemelse Vader,
    ontferm U over ons (na elke aanroeping)
    Vader, Schepper van de wereld,
    Vader, Verzoener van de wereld,
    Vader, eeuwige Wijsheid,
    Vader, oneindige Goedheid,
    Vader, onuitsprekelijke Voorzienigheid,
    Allerheiligste Vader,
    Vader, oneindige Barmhartigheid,
    Vader, onze Vreugde en onze Eer,
    Vader, Rijk voor alle schepselen,
    Vader, Heerlijkheid van de Kerk,
    Vader, Hoop van de christenen,
    Vader, Wijsheid van de machtigen,
    Vader, Heerlijkheid van de koningen,
    Vader, Troost van de volkeren,
    Vader, Vreugde van de priesters,
    Vader, Hulp van de armen,
    Vader, Leider van de jeugd,
    Vader, Vriend van de kleinen,
    Vader, Vrijheid van de slaven,
    Vader, Licht van hen, die in duisternis zijn,
    Vader, Vernietiger van de hoogmoedigen,
    Vader, Wijsheid van de rechtvaardigen,
    Vader, Rust in verdrukkingen,
    Vader, Hoop bij verwoestingen,
    Vader, Redding en Toevlucht voor de wanhopigen,
    Vader, Troost van de armen,
    Vader, Troost van de bedroefden,
    Vader, Toevlucht van de wezen,
    Vader, Leven van de doden,
    Vader, Eer van de Heiligen,

    Laat ons bidden
    Vader, voor al Uw kinderen vragen wij U: geef vrede en geluk in naam van het Kostbaar Bloed van Uw Zoon Jezus Christus, en in naam van het smartvolle Hart van Zijn Moeder Maria.  Amen.

    GEBED

    Vader, leg in mijn hart de eenvoud van Maria. Laat mij altijd klein en arm voor U staan, luisteren naar U zoals zij heeft gedaan, 'ja' zeggen en voor Uw Woord open staan.
    Vader, leg in mijn hart, de vroomheid van Maria. Laat mij tot U bidden, blij zoals zij, in overgave en innerlijk vrij, zodat Uw Geest diep kan spreken in mij.
    Vader, leg in mijn hart, de liefde van Maria. Laat mij nooit het kwaad vergelden met kwaad, maar vrede schichten door woord en door daad, zo wordt Uw kracht in mij sterker dan haat.
    Vader, leg in mijn hart, de blijheid van Maria. Laat mij elke nood verwerken tot deugd, en U mijn pijn moedig offeren in vreugd, zodat mijn gave Uw Hart diep verheugt.

    01-08-2017 om 08:00 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Weg naar Heiligheid : deugden - deel 7 (60-64)

    60. Sterkte

    In gebeden tot de Heilige Geest wordt de Derde Goddelijke Persoon wel eens aangesproken als ‘Geest van sterkte'. Sterkte is de deugd waardoor de Heilige Geest U standvastigheid en stabiliteit verleent, zodat U niet te snel uit het lood geslagen wordt wanneer de beproevingen op Uw weg komen. Hij geeft U de kracht om te volharden in de betrachting van het goede, om niet te snel op te geven wanneer het moeilijk wordt. De waarlijk bezielde christen vindt in zich de kracht om weerstand te bieden aan bekoringen, aan situaties die hem menselijkerwijze zouden kunnen afschrikken, en capituleert niet wanneer hij tegengewerkt wordt, want hij weet dat hij het goede betracht en dat God de Zijnen niet in de steek laat: De 'mensen van goede wil' zijn zij die Gods Plan ten uitvoer moeten helpen brengen, want God verwezenlijkt Zijn doelstellingen door hun handen, hun mond, hun hart, hun geschriften. Daarom ook zal Gods Geest de deugd van sterkte vooral in verregaande mate tot ontwikkeling brengen in hen door wie Hij 'grote dingen wil doen'.

    De grootste vijand van deze Goddelijke bedoelingen is de menselijke zwakheid, zoals dat wel voor elke deugd geldt. In de engere betekenis van het woord echter, is de zwakheid de neiging van de mens die het goede opgeeft, het kruis van zijn schouder aflaadt en zich laat afglijden naar een meer werelds leven zodra de beproevingen hem te zwaar worden, omdat hij deze in verband brengt met zijn betrachting van het goede, en niet bereid is om hier op aarde de prijs te betalen die hem later de eeuwige verheerlijking zal opleveren. Hoewel hij eventueel wel beseft dat zijn lijden een gouden zaak is voor zichzelf zowel als voor andere zielen en voor de verwezenlijking van Gods Plan van Heil, begint hij te wankelen. Dit wankelen is op zich een bekoring: Godsvijandige krachten willen hem doen geloven dat hij zichzelf iets wijsmaakt, dat hij zijn kansen op een 'goed leven' verspilt om een hersenschim na te jagen, met andere woorden dat de Eeuwige Gelukzaligheid een fabeltje is, want 'men leeft slechts één maal en moet er het beste van maken'. 'Het beste' is echter doorgaans niet het beste zoals God dit voor ons heeft voorzien.

    Het is de deugd van sterkte die op zulke ogenblikken de bron van volharding moet worden. Wanneer bijvoorbeeld in het bekend gebed tot Maria als Moeder van Altijddurende Bijstand wordt gevraagd "bekom ons de eindvolharding", dan is dit in wezen een smeekgebed om de deugd van sterkte. Wanneer U bij de geringste tegenslag de moed laat zakken, de armen laat hangen, bij de pakken gaat neerzitten, ontbreekt het U aan de deugd van sterkte. Dat overkomt ieder mens wel eens, maar het mag geen herhaalde toestand worden. Deze deugd is één van de grote eigenschappen die de vurige christen onderscheidt van de lauwe christen, die de naam 'christen' in wezen niet waardig is omdat hij in feite het kruis verloochent, of het althans niet met Liefde in zijn eigen leven aanvaardt.

    61. Solidariteit

    Solidariteit is een begrip dat U wellicht vooral kent uit de context van de sociaal-economische relaties. Ook tussen zielen op het spiritueel vlak leeft de solidariteit. Dit is zelfs een door en door christelijke deugd. Solidariteit houdt verband met het gevoel van saamhorigheid tussen mensen, het gevoel van mensen dat zij met elkaar verbonden zijn, dat zij elkaar onderling tot steun zijn, er voor elkaar zijn, een gevoel van eensgezindheid, van aan één lijn trekken. Solidariteit is een eigenschap van bij elkaar horen op elk ogenblik, maar waarbij de saamhorigheid vaak eerder onmerkbaar aanwezig is en pas echt aan de oppervlakte treedt in ogenblikken van crisis, strijd of moeilijkheden.

    Het is de solidariteit waardoor mensen het gevoel hebben dat hun lot met elkaar verbonden is, en waardoor zij zich gaan inzetten om samen, met verenigde krachten, uit de moeilijkheden te komen. Duidelijke voorbeelden hiervoor zijn: soldaten aan het front, mensen die samen ergens gegijzeld zijn, werklieden in staking, een politieke partij, alle mensen van een bepaalde sociale klasse die samen verdrukt worden, mensen in een buurt die samenspannen om hun buurt te redden tegen afbraak van hun huizen, enzovoort. Solidariteit is een deugd die in mensen een eigenschap kan bovenhalen die lange tijd verborgen is gebleven, maar die wel leeft in het verborgene van elke ziel die zichzelf niet helemaal door de duisternis heeft laten vermoorden: de broederlijke band van ziel tot ziel, zoals Jezus deze zo vurig heeft gepredikt.

    Gebrek aan solidariteit komt tot uiting in de mens die zich onttrekt aan de strijd voor het gemeenschappelijk belang. Let wel: Het kan spiritueel lofwaardig zijn, een volledig eigen koers te varen, en zelfs tegen de stroom op te roeien. Doch wat hier bedoeld wordt, is het zich onttrekken aan de strijd voor het gemeenschappelijk belang doordat men niet gelooft in de onderlinge verbondenheid van zielen, dus doordat men te weinig gevoel heeft voor het spiritueel broederschap van alle mensen.

    In het licht van Gods bedoeling dat alle mensen zouden leven als broeders, kan in feite elke vorm van competitie ook als gebrek aan solidariteit worden beschouwd. Het is immers niet Gods bedoeling geweest dat mensen met elkaar zouden wedijveren, op welk vlak dan ook. Mensen willen zich letterlijk op alle gebieden van het leven, in alle omstandigheden, met elkaar meten. Zij beconcurreren elkaar in kracht, schoonheid, rijkdom, intelligentie enzovoort. Vandaar de uitingen van concurrentie in alle onderdelen van het leven, zoals de schoolprestaties, sport, bedrijfsconcurrentie, schoonheidswedstrijden, enzovoort. Mensen handelen daarbij alsof de eigenschappen waarmee zij elkaar bekampen, hun eigen verdiensten waren. Doch in feite:

    1. is ALLES uitsluitend een gave van God;
    2. is deze gave uitsluitend bedoeld om aangewend te worden ten dienste van Gods Heilsplan voor de zielen.

    Een rechtstreeks gevolg van de concurrentie waarop de menselijke samenleving vaak steunt, is het commercialisme. Ik kom hierop nog terug in punt 64. Die concurrentie blijkt niet alleen in het bedrijfsleven, maar leidt bijvoorbeeld ook tot de verschrikkelijke verspilling van geld in politieke verkiezingscampagnes. Binnen elke partij afzonderlijk heeft men de mond vol over solidariteit, doch tussen de partijen onderling heerst vaak een oorlog die tot de grootste dwaasheden aanleiding geeft. De voormelde verspilzucht is daar één uiting van.

    62. Openheid

    Openheid is de eigenschap van de mens die zichzelf toont zoals hij werkelijk is. Hij speelt tegenover elke medemens open kaart, hij doet niet mysterieus, speelt niet op de onwetendheid van zijn medemens (of op het feit dat deze hem onvoldoende kent) om dingen over zichzelf voor te wenden en te veinzen. Hij laat zijn medemens niet in het ongewisse over allerlei dingen, hij maakt niemand onzeker, brengt niemand bewust of opzettelijk in verwarring. Openheid houdt nauw verband met algemene eerlijkheid. Een voorbeeldje: een arts die zijn patiënt niet bij voorbaat informeert over nadelige gevolgen van een therapie of ingreep, hoewel hij deze gevolgen kent, zondigt tegen de openheid en is bovendien oneerlijk. Openheid en geslotenheid mag niet worden verward met extravert, respectievelijk introvert zijn. Deze begrippen verwijzen naar een wijze van leven die ofwel meer naar buiten toe gericht ofwel eerder naar binnen toe gekeerd is. Zij hebben echter op zich niets te maken met oprechtheid of eerlijkheid.

    Over de gesloten mens in de spirituele zin, zegt de volksmond wel eens "hij heeft het in zijn mouw". Deze mens heeft verborgen negatieve 'kwaliteiten' die plots als een onaangename verrassing te voorschijn kunnen komen. Dat maakt de omgang met een dergelijke ziel onaangenaam en onaantrekkelijk. Het is alsof U met deze mens steeds op het ergste voorbereid moet zijn, ook al hoeft er niet noodzakelijk iets te gebeuren. Dit schept in ieder geval onzekerheden in de relatie, die niet verenigbaar zijn met de vlotte omgang die tussen zielen in de christelijke zin mogelijk hoort te zijn. Mensen met een dergelijke gesteldheid scheppen eerder verdeeldheid en verwijdering dan eenheid en aantrekking.

    Dat is in wezen wat gebrek aan openheid tot een ondeugd maakt: Jezus zegt dat wie verdeeldheid zaait, niet met Hem is. Het ware christendom is de betrachting van eenheid van alle mensen, zonder enige afstoting, noch op grote schaal noch in de kleine relaties tussen individuele mensen. Een bijzondere vorm van gebrek aan openheid is de vooringenomenheid. De vooringenomen mens houdt er starre, onbuigzame meningen en opvattingen op na, is bevooroordeeld, vertoont gebrek aan openheid tegenover de standpunten van anderen, en is niet geneigd om zich eerst op grond van informatie een oordeel te vormen. Hij is dus ook niet toegeeflijk. Hij heeft bij voorbaat zijn eigen opvattingen over vele dingen, en gaat heel snel in de fout door onverdraagzaamheid en door veroordeling van zijn medemens. Hij duldt geen tegenspraak omdat hij er automatisch van uitgaat dat hij gelijk heeft.

    Eveneens als gebrek aan openheid te beschouwen, is de eigenzinnigheid, de gesteldheid waarbij U steeds weer Uw eigen mening doordrijft, niet luistert naar de raad van Uw medemens, zelfs al spreekt deze wijze woorden die U voor onheil kunnen behoeden, en geen lessen leert uit Uw fouten. Eigenzinnigheid heeft veel te maken met koppigheid. Het is heel moeilijk, een eigenzinnig mens tot bekering te brengen, want zelfs indien hij verstandelijk gesproken wel inziet dat hij een fout heeft gemaakt, zal hij niet zelden moedwillig dwarsliggen en tegen alle adviezen in zijn eigen zin blijven doordrijven en volgens zijn eigen methode tewerk blijven gaan. Deze mens drijft niet zelden zijn medemens tot wanhoop doordat zijn gedrag de vraag uitlokt of hij 'het niet kan begrijpen, of werkelijk niet wil begrijpen' dat hij verkeerd zit.

    Deze instelling maakt de mens met een gebrek aan openheid tot een moeilijk mens om mee om te gaan. Door zijn koppigheid om lessen te trekken uit zijn fouten, loopt hij voortdurend het risico om zich te lenen tot daden die zelfs tegen zijn eigen geweten indruisen: hij stelt deze daden niettemin, al was het maar om dwars te liggen of niet te hoeven toegeven dat zijn eigen opvattingen niet de juiste zijn. Deze mens kan zelfs onmiskenbaar trekken van Judas in zich krijgen, die in weerwil van het extreem voorbeeld van deugdzaamheid waarvan hij drie jaar lang getuige was geweest door zijn leven als apostel van Jezus (en de nabijheid van Maria), niettemin tot verrader werd en dus alles weggooide wat door God op zijn levenspad was gebracht. Hoe is dit mogelijk? Doordat de spirituele geslotenheid de ziel afsnijdt van de Levensboom en de deur opent naar de listige beïnvloedingen der duisternis.

    63. Zelfkennis en Zelfbewustzijn

    Het spreekwoord zegt "zelfkennis is het begin van de wijsheid". De mens heeft de neiging, alles te willen doorgronden, doch de eigen persoonlijkheid, het eigen karakter, de diepten van het eigen wezen kent hij meestal niet. Niet zelden gaat de mens achteloos voorbij aan zijn eigen fouten, tekortkomingen, gebreken en ondeugden. Jezus had het reeds over hen die wel de splinter zien in het oog van hun medemens, doch niet eens de balk in hun eigen oog: Elke kleine ondeugd van hun medemens valt hen meteen op, doch voor hun eigen onhebbelijkheden blijven zij blind. Zo menen sommigen dat zij waarlijk heilig zijn, terwijl hun fouten en gebreken (en vaak niet van de geringste) niet te tellen zijn. Deze mensen bezitten dus heel weinig zelfkennis, en bijgevolg ook weinig Wijsheid.

    Inderdaad, wie zichzelf begint te doorgronden, ziet hele werelden opengaan, want hij begint zichzelf te zien zoals God hem ziet. Dat is een grote genade, want zonder inzicht in Uzelf is geen groei mogelijk. U kunt geen verbeteringen aanbrengen zolang U de fouten niet hebt gevonden. Het is opmerkelijk hoezeer de ogen van de geest vooral lang versluierd kunnen blijven voor het interieur van Uw eigen ziel. Wij moeten dit beschouwen als een onbewust mechanisme van zelfverdediging. Velen zouden de schok van het zien van de eigen ziel niet vlot verteren. Nochtans is zelfkennis een belangrijke deugd, want precies de bewustwording van de eigen zwakke kantjes kan de ziel flinke aanwijzingen geven om op de best geschikte wijze van koers te veranderen vόόr het te laat is. Fouten maken, is niet erg, zolang Uw aardse kruisweg duurt, maar het is een goede zaak indien U erin slaagt, voor de laatste maal onder Uw kruis te zijn gevallen zodra U geacht wordt, de Calvarie van Uw verheerlijking te bereiken.

    U begrijpt wel wat ik bedoel: Het is beter, zoveel mogelijk hoekjes en kantjes te kunnen bijwerken vόόr Uw levenseinde hier op aarde. Elke meter van Uw levensweg geeft U een nieuwe kans om naar zelfvervolmaking te groeien. Daartoe is zelfkennis noodzakelijk. Om deze te bereiken, moet U wel bereid zijn om de waarheid over Uzelf onder ogen te zien. Laat U niet te vlug beïnvloeden door om het even wie pogingen doet om U te 'analyseren': Soms hangen mensen over hun medemens een beeld op dat niet helemaal met de waarheid overeenstemt. Maar wees wel alert en eerlijk tegenover Uzelf wanneer U aanwijzingen krijgt voor het feit dat U fouten hebt gemaakt. Hier speelt het zelfbewustzijn een grote rol. U moet op een gezonde wijze leren, Uzelf als in een spiegel te bekijken, zoals een ander mens naar U kijkt, teneinde tijdig de onvolkomenheden bij Uzelf te ontdekken. De kunst bestaat hierin, dat U zich van Uzelf bewust wordt zonder daardoor geremd te worden. U mag niet elk ogenblik van de dag inwendig naar Uzelf lopen kijken, want Uw gedrag zou elke spontaneïteit verliezen. Een gulden middenweg is deze: Trek elke avond een paar minuutjes uit voor zelfbeschouwing, zolang U het gevoel hebt dat dit U iets kan leren over Uzelf, en pas Uw gedrag daarbij aan. Wees steeds ongedwongen, doch leer te letten op de Uzelf bekende zwakheden. In wezen is dit hele boek op zich een leidraad naar zelfverbetering door een grotere zelfkennis en een toegenomen zelfbewustzijn.

    Het zelfbewustzijn en de zelfkennis kunnen in hoge mate ontwikkeld worden wanneer U Uzelf totaal aan Maria toewijdt en Haar ongeremd aan U laat werken. Zij stelt Zich tot doel, Haar toegewijden naar de volmaaktheid te leiden, en daartoe is het noodzakelijk dat Zij deze geregeld voor de spiegel plaatst opdat hij zichzelf zou zien zoals Zij (en God) hem ziet. Hierdoor worden vele muren in de diepte van de ziel gesloopt, en krijgt U Uzelf te zien op een wijze die voordien ondenkbaar was. Wanneer de ziel echt meewerkt en Maria met zich alles laat doen wat Zij wil, is de kans groot dat zij, nadat zij enige tijd in Maria’s handen is geweest, zichzelf gewoon niet meer herkent. Dat is verhoogde zelfkennis op een gezonde, zachte wijze: de ziel wordt niet gebrutaliseerd, zij voelt gewoon zichzelf veranderen. Dat kan een tijdje duren, of dat kan onvoorstelbaar snel gebeuren, maar de ervaring van de zelfbeschouwing is bijzonder genadevol.

    Gebrek aan zelfkennis en zelfbewustzijn komt voor bij vele mensen, vooral bij hen die weinig voeling hebben met het spirituele. Het gevaar van dit gebrek bestaat hierin dat in dat geval de verleiding groot is om erop los te leven, alsof er geen levensopdracht, geen toekomst, geen heilsbelofte en geen Goddelijke Gerechtigheid bestond. Het pijnlijke is echter, vast te stellen dat er ook onder de regelmatige kerkbezoekers niet weinigen zijn die blijkbaar een heel geringe zelfkennis bezitten. Onder hen vindt men opvallend genoeg ook de vurigste verkondigers van de Goddelijke Barmhartigheid, die echter tegelijkertijd de Goddelijke Gerechtigheid wegvegen als onbestaande. Hoe devoot deze mensen soms ook pogen te zijn, zij gaan gebukt onder de gevaarlijkste vorm van verblinding: deze van het 'doen alsof' terwijl zij nochtans beter geïnformeerd kunnen zijn.

    64. Vergeestelijking

    Ik zou de bespreking van de deugden willen besluiten met de vergeestelijking, die beschouwd kan worden als het uiteindelijk doel van een deugdzaam leven. In het Evangelie gaf Jezus reeds Zijn verlangen te kennen dat wij ons slechts om één ding zouden bekommeren: het Rijk Gods. En Hij beloofde dat aan de mens die deze doelstelling koesterde, al het andere erbij gegeven zou worden. Inderdaad, de ware, vertrouwvolle christen hoeft zich slechts te bekommeren om de aangelegenheden van de ziel en de noden van Gods Plan. God zorgt op Zijn beurt voor de menselijke noden.

    Uw leven is een onophoudelijke strijd tussen de materiële behoeften van Uw lichaam en de Wijsheid van Uw ziel. Het lichaam bestaat zelf uit materie, stof, en is daardoor onderworpen aan de wetten van het materiële, dus van de wereldse behoeften (eten, drinken, kleding, rust, huisvesting enz...). Deze behoeften worden constant beïnvloed door de krachten van de duisternis, die hen tot doelstellingen op zich willen maken opdat U eraan verslaafd zou worden en Uw hele doen en laten, denken, voelen, spreken en verlangen rond die behoeften gecentreerd zou worden, teneinde U van het zielenleven met God weg te leiden. In de greep die deze behoeften op U hebben, of althans in de mate waarin U die greep aanvoelt, schuilt de macht van de grote verleider (de satan), en dus de bekoring en de zonde. Uw ziel echter, heeft van God een ingeboren Wijsheid ontvangen, die U voortdurend influistert dat de materiële dingen slechts middelen zijn om Uw lichaam in staat te stellen om te overleven, doch nooit doelstellingen op zich mogen worden. De ware doelstelling van het leven is de vervolmaking van de ziel, en deze veronderstelt dat U Uzelf losmaakt uit de macht van het materiële, en steeds meer tijd en inspanningen gaat besteden aan de noden van de ziel: het nastreven van een groei in de Wijsheid, het inzicht in de Goddelijke Mysteries, een diepe beleving van alle deugden, een ononderbroken communicatie met God en met Maria.

    Vergeestelijking is één van de edelste vermogens die in de ziel tot rijping kunnen komen. Het is de eigenschap van de mens die erin slaagt, zich in verregaande mate van zijn wereldse behoeften en aardse belangen los te maken om zijn leven zo volkomen mogelijk af te stemmen op de zaken en behoeften van de ziel. Deze deugd heeft, zoals U reeds hebt kunnen zien, raakpunten met de deugden van de matigheid, de vrijgevigheid, de offerbereidheid, de zuiverheid van lichaam. Maar zij heeft ook 'een leven en belangen op zich'. Vergeestelijking is het vermogen tot onthechting, het loskomen van materiële banden. De ziel die zoveel mogelijk de vergeestelijking nastreeft, hecht steeds minder belang aan de dingen der wereld, en deze neiging kan heel ver gaan: zij kan ertoe leiden dat de ziel begint te beseffen dat alles wat mensen doen en zeggen, volkomen onbelangrijk is. Zij ziet dit alles als de 'stem van de mensen', voorbijgaande handelingen en uitspraken van sterfelijke mensen, dus geïnspireerd door geesten en harten die noch de absolute Wijsheid noch de absolute zuiverheid noch de absolute Liefde in zich dragen, en die in vele gevallen zonder meer handelen en spreken vanuit de ingevingen door de tegenstander van God, die alleen maar wil ontmoedigen. De ziel die vergeestelijking betracht, leeft in overeenstemming met Gods Wil, Zijn Plan en Zijn bedoelingen. Zij is niet vlug geneigd, haar materiële behoeften voorrang te geven op de dingen van de ziel.

    Wat is vergeestelijking in wezen? Het is minder leven alsof U één en al lichaam was, en meer leven alsof U één en al geest was. De mens die de vergeestelijking betracht, leeft met de blik op de eeuwige waarden gericht. Hij wordt als het ware constant verlicht door een inwendig Licht dat hem eraan herinnert dat hij in de eerste plaats een ziel is. De meeste mensen vergeten dat zij een lichaam hebben maar een ziel zijn. Velen menen ten onrechte dat zij een lichaam zijn en een ziel hebben. Dat komt eenvoudigweg omdat het lichaam het enige is wat U van de mens ziet, en ook hetgeen de ene mens op het zicht van de ander onderscheidt. Wanneer U een mens ontmoet, is zijn lichaam het eerste wat U ziet. Van de ziel ontdekt U (eventueel) pas geleidelijk aan stukjes naarmate U hem observeert, hem hoort spreken, hem ziet handelen, hem 'aanvoelt' enzovoort. Als mens in een lichaam hebt U automatisch bepaalde behoeften: voeding, drank, onderdak, kleding en andere.

    Aan deze behoeften moet regelmatig voldaan worden. De ondeugd treedt op vanaf het ogenblik waarop deze behoeften de overhand krijgen op deze van de ziel, en het nastreven van de bevrediging van deze behoeften een leven op zich gaat leiden, met andere woorden het grootste gedeelte van Uw tijd opeist.

    Hoe meer de mens zich van de behoeften van zijn lichaam losmaakt, des te minder gaan deze lijden aan 'overvoeding': Een mens die leeft met de blik op de behoeften en handelingen voor de eeuwigheid, voedt constant de ziel en houdt zijn lichaam op de plaats die God ervoor heeft voorzien, namelijk ondergeschikt aan de ziel. Hij kan zich daarin in de vele opeenvolgende situaties van elke dag zodanig oefenen dat zijn ziel automatisch de hoofdbrok van zijn leven uitmaakt. Een oefening om het lichaam te ontwennen van zijn onterecht opgeëiste status als beheerser van Uw wezen, is het vasten, vooral wanneer een levenshouding van onthechting ondersteund wordt door spirituele activiteiten in lectuur, bijwonen van de Heilige Mis, veelvuldig gebed, meditatie en beschouwing, enzovoort.

    Een grote hulp is ook het doorsnijden van overbodige banden met het stoffelijk leven. Dat kan zijn: beperking van elk contact met de media (televisie, radio, dagbladen en tijdschriften), geen inhoudsloos gekeuvel met mensen, sterk relativeren van wat mensen zeggen, ook het sterk relativeren van Uw eigen verleden! Uw verleden is als een ongedekte cheque, uitgeschreven door een bank die niet meer bestaat, met andere woorden: het heeft geen waarde meer voor U. Van tel zijn alleen Uw beleving van het heden en Uw hoop naar de toekomst toe (in de breedst mogelijke zin, namelijk ook met betrekking tot het Eeuwig Leven). Uw verleden is niets anders dan de aanloop naar de persoon die U vandaag bent. Bewaar het goede in Uw hart, en leer uit het minder goede, maar laat het in geen geval worden tot een ketting die U vastbindt door de herinnering aan pijnlijke ogenblikken, vroegere zonden, wonden die mensen U hebben toegebracht enzovoort.

    Word niet de slaaf van een tijd en invloeden die voorbij zijn. Voor God telt louter en alleen wat U nu doet, wie U nu bent, en welke intenties U voor de toekomst hebt. Was Uzelf vrij van het slijk van het verleden door berouw, biecht en boete, en leef in de betrachting dat U vandaag beter zou zijn dan gisteren, en morgen nog beter dan vandaag. Beschouw elke nieuwe dag als een wedergeboorte, een nieuw begin, en leef elke dag alsof U niet eens een verleden had, volkomen vrij en onbelast, en met een zo zuiver mogelijk hart. De band van het eigen verleden vormt samen met de band van de wereldse invloeden uit Uw omgeving van vandaag en de invloeden vanuit Uw eigen lichaam de drie kettingen die het meest Uw opgang naar God belemmeren. Breek ze resoluut, en geniet de ware vrijheid van de zuiveren van hart: zij die leven in vergeestelijking. In het laatste hoofdstuk kom ik hier nog op terug, wanneer ik nader zal ingaan op het vermogen tot loslaten.

    Vergeestelijking geeft U het vermogen om doorheen de schijn der dingen te kijken. Wat U om U heen ziet, is een stoffelijk masker. De ware kern van het leven is datgene wat onder de oppervlakte van het stoffelijk omhulsel der dingen verborgen zit. Alleen een ziel die op een vergeestelijkt leven ingesteld is, leert deze kern aanvoelen en laat zich steeds minder om de tuin leiden door het uiterlijk van de dingen.

    Het tegenovergestelde van vergeestelijking is het aardgebondene, het materialisme, het bij voorkeur nastreven van de bevrediging van de eigen stoffelijke behoeften, zelfs indien dit ten koste van de medemens gaat. De voorbeelden hiervoor in het leven van elke dag zijn ontelbaar. Vaak komt deze neiging aan de oppervlakte in situaties die het op het eerste gezicht niet laten vermoeden. Een klein voorbeeld: hoevele artsen schrijven niet een therapie of een ingreep voor die in feite niet nodig, ja zelfs gevaarlijk is, omdat zij daar financieel gewin in zien? Hoe vaak worden nog ingrepen uitgevoerd bij een patiënt van wie de arts heel goed weet dat deze stervende is, zodat de ingreep geen enkel nut meer heeft? (Ik heb het hier wel degelijk over ingrepen waarvan bekend is dat ze niet levensreddend noch genezend werken). Hoevele advocaten nemen niet de verdediging aan in zaken waarvan ze weten dat ze uitzichtloos en zelfs volkomen immoreel zijn, louter uit winstbejag?

    Materialisme is een levenshouding die gemakkelijk wortel schiet in de ziel wanneer deze het leven op deze wereld als een doel op zich beschouwt. Genotzucht zet de mens ertoe aan, allerlei materiële snufjes en situaties na te jagen die hem een 'gemakkelijk', comfortabel leven beloven. Genotzucht gaat vaak gepaard met een zucht naar materiële verrijking. De mens maakt geld, eigendom en bezit tot doel op zich, ja zelfs tot afgod die tot in het oneindige aanbeden en gediend wordt. Alles moet ruimen voor de vermeerdering van het bezit, en alle waarden die de groei van de ziel beogen, worden als waardeloos verworpen, omdat zij geen materieel voordeel garanderen.

    Een groot uitvloeisel van het materialisme is de commercialisering van onze samenleving: alles moet geld opbrengen, van alles wordt een handel gemaakt. Dat blijkt heel goed in de reclamewereld, die zelfs in de sport het hoofdelement geworden is. De sport, oorspronkelijk bedoeld als lichaamsoefening en later nog enigszins onschuldige competitie, is nu een geldindustrie geworden. Een veel voorkomende uiting van materialisme, die gepaard gaat met gebrek aan overgave aan Gods Voorzienigheid, is de deelname aan kansspelen (lotto, loterij, voetbalpronostieken enzovoort), evenals alle vormen van gokken (met kaarten, roulette, gokautomaten, enzovoort). De christelijke Leer verbiedt deze activiteiten, en terecht, want zij leiden naar ondeugd en houden de ziel vast in het nastreven van geldgewin.

    Materialisme komt dus hoofdzakelijk tot uiting in een (vaak op koortsachtige wijze) verheffen van geld tot hoofddoel van het leven. Eén van de vele ondeugden die hieruit voortvloeien is het feit dat vele mensen zich gemakkelijk laten omkopen: zij bezwijken vlug onder de verleiding van materiële voordelen die hen aangeboden of in het vooruitzicht gesteld worden. Omkoperij aanvaarden, is een even grote ondeugd als zelf een mens omkopen, want hij die zich laat omkopen, koppelt daarmee een materialistische begeerlijkheid aan oneerlijkheid. Vaak worden zuivere morele principes onmiddellijk overboord gegooid onder de verleiding van geld. Om U het gevaar van het materialisme duidelijk te maken, verwijs ik U graag naar een openbaring die mij is geschonken in verband met de voetwassing door Jezus op de avond waarop Zijn Passie begon. Toen zei Jezus dat wie zich niet door Hem de voeten liet wassen, geen deel kon hebben aan Zijn Rijk, en tot Petrus, die dit aanvankelijk weigerde, zei Jezus dat hij dit nu nog niet begreep, maar dat het noodzakelijk was. U moet bedenken dat de voeten symbool staan voor het aardgebondene, het 'met-de-wereld-in-verbinding-staan'. In de diepte betekent de voetwassing daarom het gereinigd worden van alle materiële banden, het 'loswassen' van de wereld. Wie zich niet laat reinigen van de materie, kan geen deel hebben aan het Rijk Gods.

    Materialisme is een gevangenis voor de ziel. Laat ik het U als volgt in een beeld voorstellen: de mens heeft een beperkt aantal echte stoffelijke behoeften (voedsel, drank, kleding, huisvesting, verwarming, natuurlijke medicatie, enkele producten voor elementaire lichaamsverzorging, en al naargelang zijn specifieke levensomstandigheden en leefmilieu misschien nog enkele andere). Een materialistische levenshouding schept steeds nieuwe behoeften, die hij telkens weer wil bevredigen. Doch elk van deze behoeften bindt hem steeds weer aan de wereld vast. Elke behoefte is als een draadje waarmee een web geweven wordt. Naarmate de materiële verlangens in aantal toenemen, wordt het web dus groter en groter, tot de ziel zodanig verstrikt zit dat zij gewoon niet meer loskomt. Zo wordt haar vlucht naar de belevingssfeer van het Goddelijke volledig belemmerd. Precies hierin schuilt de grote waarheid dat het materialisme het grote wapen is waarmee Gods tegenstander de zielen gevangen houdt. Precies om diezelfde reden wordt terecht gesteld dat alle ontwikkelingen die het materialisme in het leven hebben geroepen, door de duivel geïnspireerd zijn: de industrialisatie, de vele ontsporingen van de wetenschap, alle economische stelsels die volledig rond geld gebouwd zijn, enzovoort.

    Een andere vorm van gebrek aan vergeestelijking is de overmatige aandacht voor uiterlijkheden. Bijvoorbeeld: de veelvuldige neiging om in een spiegel te kijken; zo zijn er ook mensen die, wanneer ze bezoek moeten ontvangen, geen rust kennen omdat zij menen dat dit of dat plooitje in hun kleding storend werkt, enzovoort... Deze mensen verliezen veel tijd, energie en hartsvrede aan zaken die voor hun ziel onbelangrijk zijn, en deze tijd en energie roven zij in wezen weg uit hun innerlijke communicatie met God. U bent het Uw medemens verschuldigd dat U verzorgd bent, doch Uw uiterlijk voorkomen mag geen obsessie worden. Een zeer veel voorkomende vorm van gebrek aan vergeestelijking is de nieuwsgierigheid. De nieuwsgierige mens heeft een overmatige belangstelling voor de dingen der wereld. Niets ontgaat hem, doch zijn interesse heeft steeds te maken met wereldse zaken. Zijn zintuigen staan voortdurend op scherp, hij ziet en hoort alles, alles houdt hem bezig, en zijn geest en hart worden helemaal opgeslorpt door dingen die vergankelijk zijn in plaats van door de belangen van de ziel.

    Hij zoekt zonder ophouden alle nieuwtjes over zijn medemens en zijn omgeving, en kent rust noch duur wanneer hij de nieuwsuitzendingen op televisie of de actualiteiten in de krant moet ontberen. Er is een verschil tussen nieuwsgierigheid en het op een gezonde wijze begaan zijn met het lot van Uw medemens. Wanneer sprake is van eerlijke belangstelling voor het verloop van dingen in het leven van Uw medemens, kan deze berusten op naastenliefde. Nieuwsgierigheid wordt het zodra Uw belangstelling ook dingen betreft die werkelijk privaat zijn, en U de neiging voelt om er op een ongepaste wijze mee bezig te zijn en er zelfs over te spreken met anderen. Bij nieuwsgierigheid is doorgaans een zekere 'koorts' merkbaar: U kunt het niet laten, met die dingen bezig te zijn, en Uw geest wordt overheerst door gedachten over zaken die U in feite niet aangaan.

    Nieuwsgierigheid kan ook leiden tot een neiging tot schending van de privacy van Uw medemens: een soms ziekelijke behoefte om alles over iemands doen en laten te weten te komen, wat bijvoorbeeld hierin tot uiting kan komen dat U zijn briefwisseling wil lezen, zijn dagindeling bestudeert, enzovoort, en niet zelden de leemten in die kennis gaat opvullen door ijle speculaties die door Uzelf of door anderen onterecht voor waarheid genomen kunnen worden. Een middel om van nieuwsgierigheid te genezen, kan hierin schuilen, dat U Uzelf voor ogen houdt dat alles wat in het leven van Uw medemens gebeurt, louter een zaak is tussen hem/haar en God, want alle gebeurtenissen in een mensenleven zijn leerproeven die Gods Voorzienigheid op zijn weg brengt. Deze leerproeven zijn beschikt voor de ziel van die specifieke mens, en voor niemand anders. Precies om die reden gaan de gebeurtenissen in het leven van Uw medemens U niet aan.

    Tot besluit van deze beschouwing over de vergeestelijking, en tevens van dit hoofdstuk over de deugden, wil ik U een oefening voorstellen om te leren loskomen van de wereld rondom U. Wat aanvankelijk als een oefening beleefd kan worden, moet uiteindelijk tot een gewoonte worden. U zult merken dat het Uw hele geestelijke leven kan veranderen: maak er een gewoonte van, overal en altijd (niet alleen tijdens Uw gebedsuren) in Uw hart verenigd te zijn met het Hemels Hof. Zelfs terwijl U door de straat wandelt, kunt U leren, steeds Uw inwendige blik op Jezus, Maria, de Heilige Jozef (al naargelang de beelden die in U opkomen) gevestigd te houden. U zult spoedig vaststellen dat U dan nog wel kijkt naar de dingen om U heen, maar ze niet meer ziet. Ik bedoel: U zult van de wereld alleen nog voldoende signalen opvangen om zonder ongevallen ter bestemming te komen, doch niets anders zal Uw geest bezighouden dan Uw inwendige beschouwing. Deze oefening zal U helpen om na verloop van tijd volkomen met de blik op de Hemel te leven en U los te maken uit de zintuiglijke invloeden vanuit de wereld.

    Op dezelfde wijze moet U bijvoorbeeld ook leren, gedurende de Heilige Mis in diepe vereniging met Jezus te treden. U zult niet meer afgeleid worden door wat om U heen in de kerk gebeurt, en de woorden van de priester zult U eerder horen in Uw hart dan in Uw oren: het zal in alle omstandigheden zijn alsof Uw zintuiglijke indrukken steeds meer uitgeschakeld worden en U God rechtstreeks in Uw hart begint te ervaren. Op enigszins gelijkaardige wijze gebeurt het tijdens mystieke ervaringen (met Maria of Jezus), en zo kan het U ook buiten dergelijke ervaringen geleerd worden om tot een diepere, intensere beleving van God (Maria) in Uw dagen te komen.

    Zolang U op aarde leeft, en dus ook rekening moet houden met Uw stoffelijke behoeften, zult U onophoudelijk een gulden middenweg moeten zoeken om tegelijkertijd aan die behoeften te voldoen en niettemin met Uw hart en geest in de Hemel te leven. In dit verband wijs ik U daarom tot overweging nog op die passage uit het Evangelie waarin aan Jezus wordt gevraagd of het geoorloofd is of niet, aan de keizer belasting te betalen. Jezus zegt en doet daar iets opmerkelijks. Alvorens te antwoorden, laat Hij Zich eerst een muntstuk geven. Dan vraagt Hij: "Van wie is deze beeltenis en dit randschrift?". En nadat men Hem ten antwoord heeft gegeven: "Van de keizer!", zegt Hij eenvoudig: "Geef aan de keizer wat aan de keizer toekomt, en aan God wat God toekomt". Wat betekent dit, en waarom zegt Jezus dit pas nadat Hij het muntstuk in de hand heeft gekregen? Hij bedoelt het volgende: "Voldoe Uw materiële verplichtingen (geldzaken) tegenover de wereldse autoriteiten, maar voldoe ook Uw niet-materiële verplichtingen tegenover God". Zo maakte Hij duidelijk dat het heel goed mogelijk is, voor de ziel te zorgen zonder daarom de wereldse verplichtingen te verzuimen, met andere woorden dat de wereld de belangen van de ziel niet in de weg hoeft te staan. Vele mensen verbergen zich achter hun wereldse verplichtingen om datgene wat echt telt (de ziel) te verwaarlozen.

    48. Vrijgevigheid

    Vrijgevigheid is het vermogen om te delen met Uw medemens. Dit vermogen heeft zeer veel te maken met een groot geloof in Gods Voorzienigheid, het vertrouwen dat U zelf nooit iets tekort zult hebben, zelfs al geeft U van Uw eigen bezittingen aan Uw medemens. Het is inderdaad zo dat hoe meer U geeft, hoe rijker U wordt, en zelfs niet alleen in de ziel: niet zelden compenseert de Voorzienigheid rijkelijk alles wat U aan anderen weggeeft. Alleen de mens die twijfelt aan Gods Liefde, of die geen rekening houdt met het feit dat God bestaat en werkt, kan zo krampachtig aan alles vasthouden dat hij uiteindelijk in de ondeugd van de gierigheid dreigt te vervallen. Deze mens heeft niet begrepen, of gelooft niet, dat God alles geeft wat nodig is om te leven. Vrijgevigheid is een deugd die steunt op het vermogen tot onthechting, loskomen van het materiële, en tot het kiezen voor het onstoffelijke, de noden van de ziel.

    Vrijgevigheid betekent, aan Uw medemens te kunnen geven zonder daarbij echt strakke grenzen te trekken. Ware vrijgevigheid is pas mogelijk op grond van oprechte naastenliefde in combinatie met vertrouwen op het feit dat God Uw leven in handen heeft. De vrijgevige mens heeft begrepen dat er grotere waarden in het leven zijn dan het materieel bezit, en dat God niemand in de steek laat wanneer hij weet te vertrouwen. Ik moet U hier herinneren aan het Evangelie volgens Mattheüs, waarin Jezus zegt dat de vogels en de lelies in het veld zich geen zorgen maken over hun materiële leven, en dat de Vader voor hun noden zorgt. Hij maakt daarbij duidelijk dat de mens zich slechts om één ding behoort te bekommeren: Om de bevordering van het Rijk Gods op aarde, de noden van God, want indien de mens zich om Gods behoeften bekommert, zal God Zich op Zijn beurt om de mens bekommeren.

    In sommige gevallen is vrijgevigheid niet zuiver een uiting van deugd, namelijk indien zij een gevolg is van een geestesstoornis. In dat geval is sprake van een onverantwoordelijk gedrag waarbij op eerder onbezonnen wijze dingen weggegeven worden, terwijl de schenker niet ten volle beseft wat hij doet of een ontoereikende vooruitziendheid naar de dag van morgen toe lijkt te vertonen. Vrijgevigheid kan ook een ziekelijke graad aannemen, en vervallen in verspilzucht of verkwisting. Hierbij worden in een overdreven, niet meer te rechtvaardigen mate dingen weggegeven waardoor de schenker zelf zwaar in moeilijkheden komt. Het kan daarbij ook gaan om totaal onnodige, overbodige, nutteloze uitgaven. In deze gevallen is geen sprake meer van handelingen die voortvloeien uit een gezonde Liefde en een bewust vertrouwen op Gods Voorzienigheid, doch eerder van roekeloos, onvoorzichtig, ondoordacht handelen.

    Gebrek aan vrijgevigheid kan, zoals gezegd, tot gierigheid worden. Hieronder hoort bijvoorbeeld de neiging om de eigen bezittingen op te sparen als een doel op zich, vaak met als enige doel de voldoening van het zien aangroeien van het eigen financieel kapitaal. Hier bestaat de ondeugd uit diverse elementen. Ten eerste vormt deze gesteldheid een verheerlijking van het materialisme, waarbij het eigen bezit tot afgod wordt. Ten tweede heeft de gierige mens doorgaans de neiging, zijn medemens in nood niet te helpen bij het lenigen van diens nood. Terwijl hij vaak zelf overvloed heeft, leeft hij overdreven zuinig (op een krampachtige wijze, namelijk onder voortdurende berekening en afweging van zijn uitgaven tegen het al dan niet trager aangroeien van zijn bezit dan hij zou willen) en zou hij liever zijn noodlijdende medemens de deur wijzen dan zijn kapitaal (zijn afgod!) met enkele centen te zien verminderen.

    Zeer verwant met de gierigheid, en doorgaans ermee gepaard gaand, is de hebzucht. De hebzuchtige mens eist alles voor zich op en stelt zich tot doel, zo veel mogelijk naar zich toe te trekken in de waan dat elke kruimel die naar een medemens gaat, voor hemzelf een gemiste kans is en hem vroeg of laat in moeilijkheden (in nood of gebrek) zal brengen. Doordat het materiële hier een doel op zich is geworden, en vaak de enige drijfveer is voor elk detail van zijn leven, ontstaan in de belevingswereld van de hebzuchtige ziel uiteindelijk een eindeloze reeks verlangens, die hij stuk voor stuk najaagt, en die hem steeds verder van God en van de ware behoeften van zijn ziel wegleiden. Het is op het fundament van de hebzucht dat de gezindheid van de concurrentie geboren wordt: de wedijver met de medemens om zichzelf zoveel mogelijk toe te eigenen ten koste van de ander. Dit is in feite het einde van alle deugden, want de hebzucht is de moeder van de onverdraagzaamheid, de onzuiverheid (leugen, bedrog, enz.!), het ongeduld (men wordt gedreven door een ware koorts om geld en materiële goederen te verwerven), enzovoort.

    Hiermee staat de deur open naar zonden van allerlei soort. Hebzucht kan een zodanige koorts in de geest verwekken dat de mens een welbepaald iets ten koste van elke prijs wil hebben. Naarmate de ondeugd in de ziel het zondebesef heeft verdoofd, kan dit aanleiding geven tot vrijmoedige diefstal, en indien nodig geacht, tot het beroven van de medemens met het toebrengen van lichamelijke letsels, want alles wat de bevrediging van de vermeende behoefte in de weg staat, zelfs al is dit een medemens, wordt beschouwd als een hindernis die opgeruimd moet worden. Hebzucht heeft ten volle raakpunten met egoïsme, waarover wij het in punt 25 reeds hebben gehad.

    De hebzucht en de gierigheid zijn ernstige afwijkingen van de waardigheid die God aan de mensenziel heeft geschonken. Zij verheffen het materiële, dat ons door God wordt geschonken om ons het leven op aarde mogelijk te maken, tot absolute doelstelling op zich, ten koste van de aangelegenheden van de ziel. Om van deze afwijkingen te genezen, is een vernieuwing van het bewustzijn ten aanzien van Gods bedoelingen, Zijn werking met de mens en de ware behoeften van de ziel noodzakelijk.

    49. Vergevingsgezindheid

    "Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren". Dit verzoek dat wij in het Onzevader zo vaak tot God richten, betekent in zijn oorspronkelijke betekenis "vergeef ons in de mate waarin wij onze medemensen vergeven hebben". Vergeving schenken aan Uw medemens is een voorwaarde om zelf van God vergiffenis te verkrijgen. Waarom vergeven? Omdat U daardoor te kennen geeft dat U aanvaardt dat Uw medemens fouten kan maken omdat ook hij, evenals Uzelf, niet alwetend en niet alvermogend is. Door te vergeven, gaat U ervan uit dat Uw medemens niet bewust en niet opzettelijk heeft willen dwalen, maar dat hij misleid is geweest tegenover U. Dat kan Uzelf ook overkomen. Door te vergeven, kunt U een ziel waarlijk genezen. Vergeven is een heldhaftige daad van naastenliefde. Het is een daad waarmee U de satan veel wind uit de zeilen neemt, want vergeving bewerkt verzoening en kan daardoor veel onvrede tussen zielen en binnen in de harten wegnemen.

    Zolang U Uw medemens niet echt in het hart hebt vergeven, blijven gevoelens van wrevel, wrok of rancune sluimeren: vormen van onvrede die een normale, ontspannen, spontane communicatie met die medemens in de weg staan. In dat geval kan tussen U beiden sprake zijn van wat men tussen staten 'koude oorlog' of 'gewapende vrede' zou noemen: toestanden waarin geen conflict wordt uitgevochten of geen strijd wordt geleverd, en zelfs voor het oog van de buitenwereld een glimlach wordt uitgewisseld, doch achter de schermen in feite elkaar niets goeds wordt toegewenst. Sommige mensen koesteren een zodanige rancune dat zij jarenlang koppig weigeren om een woord te spreken tegen iemand met wie zij onenigheid hebben gehad. Dat is wat wel vaker gebeurt tussen buren en zelfs onder familieleden. Deze mensen verbieden daarenboven vaak hun vrienden of andere familieleden om met de betrokken personen te spreken, wat de ondeugd nog vergroot, want hierdoor worden gevoelens van haat gevoed en breiden deze zich soms heel ver uit.

    Wanneer de onverzoenlijkheid een ernstige graad aanneemt, kunt U haatdragend genoemd worden. Deze gesteldheid is een sluipend gif voor Uw eigen ziel. Dezelfde gesteldheid heerst in een hart dat belust is op wraak: er is niet alleen geen vergeving, er wordt zelfs gewacht op een gelegenheid om een kwaad toe te brengen dat minstens even groot is als datgene wat Uzelf is aangedaan. Onder andere de mens die niet tegen verlies kan, zal neigen tot wraakzucht. Hij wil zich hierdoor op één of andere wijze revancheren en als het ware bewijzen dat hij de meerdere is. Het is inderdaad opmerkelijk hoevele ondeugden op één of andere wijze raakpunten vertonen met die zo grote ondeugd van de hoogmoed. Eerder zeldzaam is de mens die niet de neiging of de behoefte bezit om anderen aan zich te onderwerpen of lager dan zichzelf neer te halen. Zij die in Gods ogen het grootst zijn, voelen zich vaak het meest onwaardig, terwijl zij wier ziel de grootste poetsbeurt behoeft, er het meest naar streven om de hele wereld onder hun voeten te leggen. Gebrek aan vergevingsgezindheid treedt ook te voorschijn bij de mens die er niet kan toe komen, de eerste stap te zetten om een ruzie bij te leggen.

    Het kan heel heilzaam zijn, ook voor Uw eigen ziel, in het Sacrament van de Biecht elke situatie van Uw hele leven uit te spreken waarin U met iemand in onmin, onenigheid of ruzie bent geweest, zelfs het geringste meningsverschil, en U nooit uitdrukkelijk met die mens verzoend hebt. Wellicht kunt U zich al die situaties niet precies herinneren, maar U kunt ze wel alle samenvatten in één Biecht, op voorwaarde dat U de oprechte wens hebt om waarlijk aan al Uw 'vijanden' (verleden en tegenwoordige) in de geest de hand te reiken.

    Het is een hartverwarmend moment, een medemens de hand te reiken tot verzoening. Kunt U echter om één of andere reden de betwiste zaken niet uitdrukkelijk met die mens uitpraten of U met hem verzoenen, doe dit dan in de geest en in het Sacrament van de Biecht, dan staat U in de ziel zuiver tegenover Uw medemens. Het kan namelijk voorkomen dat een mens die tegen U heeft misdaan, van Uw levensweg weggenomen wordt, hetzij dat U hem nooit meer terugziet hetzij dat hij overlijdt, of ook dat hij voor Uw verzoeningspogingen niet openstaat. In dat geval kunt U in ieder geval Uw vergeving uitspreken in de geest en in de Biecht.

    50. Geestdrift

    Letterlijk betekent geestdrift: 'gedreven worden door de Geest'. Geestdrift, ook enthousiasme genoemd, is een uiting van bezieling door het Vuur van de Heilige Geest, die blijmoedig en vreugdevol maakt. Geestdrift geeft uitdrukking aan de golf van energie die over de mens komt wanneer de Heilige Geest in hem werkzaam is. Het is de blijmoedige gedrevenheid van de ziel die plots vleugels lijkt te krijgen omdat zij plots haar ware levensbestemming, haar ware roeping, heeft ontdekt, en nu als door een heilige wind gedreven afstevent op dat doel. Deze gedrevenheid kan zelfs lijken op een ware ontploffing van energie in het geval van een plotse mystieke roeping. In dit geval lijken de geest en het hart letterlijk open te barsten, het hele wereldbeeld en de kijk op het leven veranderen als bij toverslag, en een onvoorstelbare energie, Liefde, vreugde, blijheid en spirituele werklust overheersen plotseling het hele wezen, als door een volkomen wedergeboorte.

    Gebrek aan geestdrift komt tot uiting in futloosheid en doelloosheid. De mens zonder geestdrift dwaalt als het ware rond als een bootje zonder zeil midden op een windstille oceaan, ten prooi aan elke toevallige beweging van het water, in welke richting ook, en lijkt niet op een welbepaald doel gericht. Het is alsof zijn handelingen zonder bezieling voltrokken worden, zonder motivatie en zonder op een duidelijk punt gericht te zijn. Daarom lijkt deze mens in al zijn handelen aarzelend en weinig energiek. Hij lijkt niet echt te weten waartoe zijn handelingen dienen, waar ze goed voor zijn en wat voor nut ze wel zouden kunnen hebben. Daardoor verspilt hij veel krachten en krijgt hij ook weinig gedaan, en de dingen die hij toch tot stand brengt, geven hem weinig bevrediging, want hij ziet ze niet als stappen in een welbepaalde richting die de verwezenlijking van zijn levensdoel dichterbij brengen, want hij heeft geen welomschreven doel. Vele dingen worden gedaan in een gesteldheid van lauwheid, eerder apathisch, zonder veel gevoel, onverschillig, alsof het allemaal niet veel uitmaakt. De inzet is dan ook bij alle gedragingen laag te noemen.

    De mens met een gebrek aan geestdrift ziet weinig of geen zin in het leven. Naarmate de bezieling kleiner wordt, neemt ook de levenslust af. Zo bekeken, wordt het ook duidelijk dat mensen die zelfmoord plegen, geen levenslust meer hebben doordat het hen aan geestdrift ontbreekt. Zij vinden niet meer de bezieling door de Heilige Geest waardoor zij de moeilijkheden van het leven zouden aankunnen, want de Heilige Geest is 'de grote Trooster in de tijd', de Goddelijke Persoon die troost biedt, met andere woorden die moed geeft om door de moeilijke fasen heen te komen door te laten zien waartoe zij dienen. De ziel zonder geestdrift leeft wezenlijk in duisternis. Zij ziet eerder wolken en nacht dan zonneschijn. Net zoals gebrek aan blijmoedigheid kan ontaarden in depressiviteit, kan ook een langdurig gebrek aan geestdrift tot regelrechte depressie uitgroeien. Een ziel zonder geestdrift leeft als het ware constant met gesloten deuren en ramen. Het Licht van de Heilige Geest komt er niet meer binnen, en op termijn verstikt deze ziel ook bij gebrek aan verluchting.

    De heiligmakende geuren van de andere deugden krijgen evenmin nog een kans om de ziel te betreden, en het gebrek aan levenskracht brengt moedeloosheid met zich mee: de ziel lijkt in zich geen reden meer te vinden om zich in te zetten, en leeft al spoedig niet echt meer. Deze mens krijgt het gevoel dat het leven werkelijk aan hem voorbij gaat, dat hij nergens deel aan heeft, dat hij 'geleefd wordt' (deze mens lijkt 'spiritueel dood', en wordt nog slechts bewogen door een kracht die mechanisch op hem inwerkt doch waaraan hijzelf geen deel meer lijkt te hebben). Hij heeft niet meer de neiging om initiatieven te nemen. Hij vegeteert eerder dan dat hij leeft, doordat de kanalen van het Ware Leven die hem met God verbinden, drooggelegd lijken. Alles lijkt dorheid. Zonder het Vuur van de Heilige Geest, of nauwkeuriger uitgedrukt: zonder het aanvaarden en in zichzelf tot nut maken van dat Vuur, is geen werkelijk Leven mogelijk. Een uiting van gebrek aan geestdrift is ook de lusteloosheid en luiheid in alle gedrag. Luiheid kan haar oorsprong vinden in lichamelijke vermoeidheid, in ziekte, doch heel vaak ook gewoon in een tekort aan bezieling.

    Geestdrift is de kracht die de ziel reeds op aarde deel laat hebben aan de vreugde van het Leven na dit leven. Het is een kracht die de heiligen drijft tot hun heldhaftige deugdzaamheid, hun vruchtbare werken, hun bezielde geschriften, hun vurige Liefde, hun totale toewijding aan Jezus en Maria, hun spirituele onrust in de zin van "geen rust kennen omdat zij nog zoveel voor de Hemel willen volbrengen, en de tijd zo kort is". Geestdrift is overigens een kracht die zowel lichaam als ziel doordringt, want het is kenmerkend voor een ziel die handelt onder impuls van de Heilige Geest dat zij ook op het lichamelijk vlak een grote energie lijkt te ontwikkelen (zie wat ik zo-even nog schreef over de mystieke roeping). Vandaar dat een geestdriftig mens zodanig verbeten kan ijveren voor zijn ideaal dat hij zichzelf nauwelijks lijkt te kunnen temperen, zelfs wanneer hij zich op zich niet zo sterk voelt.

    Dat is ook een verschijnsel dat bij heiligen opvallend vaak voorkomt: zelfs bij ziekte zijn hun toewijding, inzet en slagvaardigheid vaak opmerkelijk. Zegt het Veni Creator niet terecht: "Geef dat ons zwakke lichaam leeft vanuit de kracht die Gij het geeft"? Uw lichaam is vergelijkbaar met een wagen: Al is de motor nog zo sterk, al zijn de bedrading en het hele mechanische overbrengingssysteem nog zo degelijk, hij zal geen meter rijden zonder benzine. Uw benzine is de bezieling door de Heilige Geest. Het levensprincipe, datgene wat die verzameling van cellen die samen Uw lichaam vormen, doet bewegen, is de adem van Gods Geest.

    51. Dankbaarheid

    Uw hele leven is als een kleed dat door de Goddelijke Voorzienigheid voor Uw ziel geweven wordt. Dank daarvoor. Het leven in deze wereld is zo moeilijk en vaak zo teleurstellend geworden, dat het onwaarschijnlijk klinkt wanneer iemand U zegt dat al Uw doen en laten één onophoudelijke dankzegging aan God moet zijn. Nochtans bestaat er eerder reden om te danken voor datgene wat U, menselijk gesproken, als onaangenaam overkomt, dan voor het vreugdevolle, want precies het minder aangename legt de mooiste bloemen in Uw ziel, op voorwaarde dat U het draagt in overgave, aanvaarding en Liefde. Uw hele leven, tot in de kleinste bijzonderheden, is als een breiwerk. Niets is toeval, alles heeft een reden en een doel, maar deze zijn U niet bekend.

    Danken voor alles, betekent dat U erop vertrouwt dat God met alles slechts het beste met U voorheeft, dus dat U vertrouwt op Zijn Liefde. Wanneer iets gebeurt waar U het moeilijk mee hebt, moet U ervan overtuigd zijn dat God dit toelaat omdat dit binnen Zijn Plan past. Van U wordt slechts verwacht dat U op elke situatie inpikt op een wijze die in overeenstemming is met de deugdzaamheid. Danken is in Gods ogen steeds een act van vertrouwen: met Uw dankbaarheid zegt U in feite tot Hem: "Ik weet dat dit mij een stap dichter bij mijn Eeuwige Bestemming brengt". En U weet dat die Eeuwige Bestemming, indien U God laat begaan, alleen de Gelukzaligheid van de Hemel kan zijn.

    Gaat U eens bij Uzelf na in welke mate U de dingen van het leven vanzelfsprekend vindt, of integendeel beseft hoezeer alles een geschenk is. Het antwoord op dit kleine zelfonderzoek zal U veel leren over de graad van Uw dankbaarheid. Let er trouwens ook eens op of U de neiging hebt, alleen datgene te zien wat in Uw leven niet goed gaat. Ook dàt is een uiting van ondankbaarheid, want U legt hierdoor de klemtoon op wat U beschouwt als 'punten waarop God tekort schiet'. Dit is een gelijkaardige gesteldheid als deze waarmee U een medemens zou beledigen, die zich pas een hele dag heeft uitgesloofd om U werk uit handen te nemen, en die als enige opmerking uit Uw mond te horen krijgt "Je bent een vaas vergeten af te stoffen". Zo moet God Zich vaak voelen wanneer Hij in de harten kijkt.

    De mens heeft veel meer redenen om dankbaar te zijn dan hij beseft. Ongeacht hoe zwaar de beproevingen op Uw levensweg, het is steeds Gods Liefde die U overeind houdt. Elke nieuwe dag is een gelegenheid om verdiensten te verzamelen voor Uw Eeuwige Gelukzaligheid en voor het Heil van Uw medemensen, wat ook voor Uzelf heel genadevol is. Bedenk dat een dag van zware beproeving (waarvoor U dus menselijk gesproken niet vlug zult danken) een groot verschil kan maken voor Uw Eeuwig Heil. U kunt Uw ziel in een veel grotere staat van genade brengen door een moeilijke periode met vrucht te doorstaan. Wees daarom dankbaar voor alles, ook voor het minder gemakkelijke.

    Een grote vorm van dankbaarheid is de toewijding. Wanneer U Uzelf formeel toewijdt (bijvoorbeeld aan Maria), en U leeft er daadwerkelijk naar, wordt Uw hele leven één en al dankzegging, want ware toewijding is een heilig verbond waardoor U Uw hele leven en alles wat U hebt, in Maria’s handen legt. In wezen dankt U dan automatisch voor alles wat Uw pad kruist, want Uw hele leven wordt dan één offergave, en echte toewijding is onmogelijk zonder liefdevolle aanvaarding van lijden en lasten. Indien U tegen de beproevingen protesteert, is toewijding inhoudsloos en zinloos, en heeft zij geen enkel fundament. Ondankbaarheid uit zich vaak in een gebrek aan blijmoedigheid.

    De mens die niet met zijn eigen hart in het reine is, verliest gemakkelijk zijn blijmoedigheid, maar geeft hierdoor aan God te kennen dat hij ondankbaar is voor de lasten die zijn levensweg hebben gekruist. Dankbaarheid die zich uit in een blij gemoed, is een voortdurende verheerlijking aan God.

    52. Medelijden

    Medelijden is een begrip dat enigszins dubbelzinnig is. Als deugd mag medelijden niet verward worden met meewarigheid, dat een element in zich draagt van min of meer 'vanuit de hoogte beklagen'. Het echt medelijden is het 'lijden met', het vermogen om het lijden van de medemens met pijn in Uw hart aan te voelen en er echt dat eigen lijden mee te verbinden, alsof U er één gezamenlijk offer van wilde maken. Wanneer U echt medelijden voelt, streeft U ernaar, het lijden van Uw medemens te verlichten door hem tot bron van troost te zijn. U laat hem dan voelen dat zijn lijden U werkelijk niet onberoerd laat, maar dat U een deel ervan in Uw eigen hart hebt gesloten om hem dat kruis te helpen dragen. Oprecht medelijden is één van de mooiste uitingen van naastenliefde, en zeker een uiting die U op Jezus doet gelijken, want medelijden maakt U tot medeverlosser. Medelijden is de gesteldheid waarin U betreurt dat het Uw medemens zo vergaat, en ernaar verlangt om een daadwerkelijke bijdrage te leveren tot het verzachten van zijn lot.

    Oprecht medelijden is iets heel anders dan het beklagen van Uw medemens. Wanneer U Uw naaste beklaagt, bewijst U hem weliswaar de lippendienst waardoor hij verneemt dat U het jammer vindt dat hij dit of dat lot moet doorstaan, doch U onderneemt niets concreets om dat lot te verlichten. Wanneer U oprecht medelijden koestert, spreekt U eventueel bemoedigende woorden tot hem, maar vooral onderneemt U stappen om samen met hem door de zure appel heen te bijten, door daadwerkelijke hulp, door gebed, door boete en offers die voor hem genaden kunnen bekomen.

    Oprecht medelijden berust op een vermogen tot inleving. Dit is het vermogen om Uzelf in de plaats te denken van Uw medemens, U levendig te kunnen voorstellen wat hij doormaakt en wat hij voelt. Het is als het ware de kunst en de bereidheid om Uw hart in het zijne te leggen. Dat is op het spiritueel vlak van het grootste belang. Een lijdende ziel is doorgaans voldoende gevoelig om te merken of U haar met meewarigheid benadert, of U haar beklaagt, dan wel of er inderdaad medelijden bij U leeft. Alleen in dit laatste geval zal zij de bereidheid vinden om zich helemaal voor U open te stellen, en alleen dan kan zij ook werkelijk hulp ontvangen, want in dit geval zal God U als gezant of werktuig gebruiken om Uw medemens uit de put te halen of een concrete bijdrage te leveren om zijn lijden te verlichten. God werkt liever door mensen dan rechtstreeks in te grijpen. Hij vindt Zijn grootste verheerlijking in de naastenliefde, omdat een leven dat gevuld is met daden van naastenliefde een spiegelbeeld is van het leven van Jezus.

    Medelijden hoeft niet alleen gericht te zijn op lichamelijk of materieel leed bij Uw medemens. U kunt net zo goed medelijden koesteren met de toestand van een ziel: De staat van ongenade van een mens die veelvuldig zondigt, kan voorwerp worden van intens medelijden bij de mens die door de Heilige Geest voldoende op scherp is gesteld om daar gevoelig voor te zijn. Wanneer U bedenkt dat een mens in onwetendheid of verblinding het doodvonnis van zijn ziel kan tekenen door een zware zondelast met zich mee te dragen, niet te biechten, geen tekenen van berouw te vertonen, geen gebedsleven te leiden en nog veelvuldig verder te zondigen, kan de gedachte aan zijn mogelijke eeuwige verdoeming U bevangen. Zelfs zonder een woord met deze mens te wisselen, kunt U medelijden voelen en dit omzetten in concrete daden door voor die mens te bidden, te offeren en vergiffenis af te smeken.

    Indien U tekort schiet in de deugd van het medelijden, bent U eerder ongevoelig voor het leed van Uw medemens. Gebrek aan medelijden kan zich uiten in hardvochtigheid, een hardheid van het hart waarbij het U onverschillig laat dat Uw naaste het moeilijk heeft. Een andere vorm van tekort aan medelijden is het leedvermaak, waarbij U zich verheugt over de tegenslagen van Uw medemens, over het feit dat het hem niet goed gaat, en er in sommige gevallen zelfs heimelijk naar tracht dat hij 'van zijn voetstuk zou tuimelen' opdat hij U minder in de schaduw zou stellen door zijn prestaties, zijn succes, zijn inkomsten, enzovoort. Er zijn mensen voor wie de dag niet meer stuk kan zodra zij hebben vernomen dat iemand die hen om één of andere reden een doorn in het oog is, iets heeft meegemaakt dat hem benadeelt. Vaak verzwaren deze mensen hun zonde nog door geen kans onbenut te laten om de getroffene nog extra af te kraken in allerlei achterklap. Trachten naar iemands ondergang komt er in wezen op neer dat U deze mens in sociaal (of soms nog in ander) opzicht uit de weg wil ruimen, wat in Gods ogen een ernstige overtreding is.

    53. Luisterbereidheid

    Van het grootste belang bij de benadering van een mens die in diepe innerlijke onvrede verkeert, is naar hem te luisteren met fijngevoeligheid, niet te veroordelen, maar opbouwend op die ziel in te praten, haar de Ware Liefde te laten voelen en haar opnieuw het Licht te leren zien. Luisterbereidheid is een deugd die U als het ware een stukje van Gods functie laat vervullen. De mens in nood kan veel kracht putten uit de ervaring dat een medemens met hem begaan is. Wanneer U erin slaagt, tijd vrij te maken, dus Uzelf opzij te schuiven, voor een medemens in zielennood, zal deze waarderen dat U Uw eigen problemen achter de zijne stelt, dat U Uw tijd beschikbaar stelt om hem zijn hart te laten luchten. Dat is kwaliteitstijd die U optimaal moet benutten. Dat betekent dat U niet zichtbaar ongeïnteresseerd naar die mens moet zitten luisteren, maar dat U hem door Uw woorden, de toon van Uw stem, de blik in Uw ogen, enzovoort, moet bewijzen dat er U iets aan gelegen is dat hij hulp ondervindt door eenvoudig reeds met U te praten. U kunt daarbij werkelijk voor hem zijn als een door God gezondene.

    Soms wordt gezegd dat velen kunnen spreken, doch slechts zeer weinigen kunnen luisteren. Dat is waar, en wel omdat de meeste mensen slechts oog hebben voor hun eigen lasten, en er geen geheim van maken dat zij de moeilijkheden van anderen er niet meer bij hoeven te krijgen. Iemand die zo handelt, denkt en spreekt, is een mens die de verlatenheid van Jezus aan het Kruis verzwaart. Jezus had ook het gevoel dat Hij in Zijn Lijden alleen stond, zelfs van de Vader verlaten. Bedenk dat wat U voor de geringste van Gods kinderen doet, U in werkelijkheid voor Jezus doet, en weet dus dat Uw luisterbereidheid bij een medemens in nood of in hartenpijn, door Jezus wordt beschouwd alsof U bij Hem aan het Kruis komt staan om Zijn nood in Uw hart te sluiten en te zeggen "U bent niet alleen, mijn hart klopt ook voor U". Dat is van groter nut voor de zielen dan U hier op aarde ooit zult beseffen. Later, voor Gods troon, zult U begrijpen wat U daarbij werkelijk hebt gedaan.

    Door steeds tijd te maken voor Uw lijdende medemens, wordt U tot medeverlosser in de diepe zin van het woord. Zij die doof blijven voor de zorgen en problemen van hun medemens, hoeven niet verwonderd te staan indien God op Zijn beurt doof blijft voor hun gebeden wanneer zij zelf in nood zijn.

    54. Trouw

    Trouw is de gesteldheid waardoor U volhardt in de naleving van een verbond dat U met iemand hebt gesloten. Om een duidelijk voorbeeld te geven: trouw is het vermogen om na het uitspreken van een totale toewijding aan Maria, de beloften die U daarbij hebt gedaan, werkelijk te respecteren, er niet op terug te komen, zodat Maria de zekerheid mag hebben dat U Haar zult blijven dienen. Huwelijkstrouw is volharding in de belofte die een man en een vrouw bij hun huwelijk wederzijds uitspreken om 'elkaar toe te behoren'. Dit 'toebehoren' is relatief omdat het tussen twee mensen gaat.

    Mensen kunnen elkaar niet 'bezitten'. Maar de belofte is absoluut in die zin dat deze twee mensen beloven dat zij er steeds voor elkaar zullen zijn, zonder enige beperking en onvoorwaardelijk. Hierdoor wordt de belofte tot een gelofte: zij heeft een absoluut en eeuwigdurend karakter. Nog meer geldt dit voor de trouw tussen de toegewijde en Maria.

    De toegewijde legt jegens Maria de gelofte af dat hij Haar totaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig zal dienen, liefhebben, en Haar zonder enige beperking alles zal geven waar Zij om vraagt. Dit 'vragen' kan letterlijk zijn (via openbaringen, ingevingen, visioenen...), maar gebeurt in de meeste gevallen in de vorm van situaties die zich in het dagelijks leven voordoen. De volharding in deze gelofte is de trouw.

    De trouw kan vergeleken worden met een eed, of zelfs met het zegel op een oorkonde. Trouw is een gesteldheid die U het vermogen schenkt om Liefde, dienstbaarheid, gehoorzaamheid, aanvaarding, offerbereidheid, overgave, toewijding en nederigheid samen aan Maria’s voeten neer te leggen als een onderpand voor het feit dat U Haar dienaar wil zijn en blijven, Wanneer Maria U in Haar dienst roept, en U aanvaardt, en U doet afstand van alles aan Haar, dan begint Zij U zodanig te kneden en te vormen dat U steeds méér geschikt wordt om te volbrengen wat het leven als toegewijde van U verwacht. Maria neemt U daarbij steeds inniger in Zichzelf op, zodat een steeds intensere vereniging tussen Haar en U ontstaat (op voorwaarde dat U de genade waardig blijkt door een deugdzaam leven en volhardende dienst). In dat geval zou U de trouw kunnen vergelijken met het cement dat het bouwwerk bij elkaar houdt: haal de trouw uit de vereniging, en het gebouw van Uw toewijding zakt in elkaar alsof het slechts bestond uit stenen die los op elkaar zijn gelegd. Eén windvlaag, en alles valt in puin.

    Inderdaad, het merendeel van de 'toegewijden' zijn toegewijden met de mond, niet in daden. Zij zijn Maria niet trouw, en hun toewijding houdt geen stand. Zij spreken een akte van toewijding uit, doch geven deze geen invulling door concrete handelingen in hun leven van elke dag. Het zal hen niet ontbreken aan gelegenheden om een apostolaat voor Maria gestalte te geven, doch zij geven hun andere belangen de voorrang, zodat van trouw aan hun verbond geen sprake meer is. Wie zich aan Maria toewijdt, behoort Haar toe, en onder geen enkele omstandigheid mag iets of iemand anders op Haar de voorrang krijgen.

    Echte trouw vergt een onwankelbare inzet. Daarom mag het sluiten van een verbond, hetzij met de Hemel hetzij met een medemens, niet op een lichtzinnige beslissing berusten. Ontrouw is een ondeugd, want het wijst erop dat U onbetrouwbaar bent, lichtvaardige afspraken maakt, en niet doordrongen bent van de heiligheid van een gelofte. Wanneer U een gelofte aflegt jegens Maria (of God), moet U zich tegenover Haar eveneens gedragen alsof U met Haar in een daadwerkelijke huwelijksrelatie stond, en nog méér dan dat: het is tevens een relatie van dienaar tot Meesteres. De meest extreme vorm van relatie met Maria berust op een roeping. Het is deze welke het voorwerp uitmaakt van het boek De Hemelse Bruiloft. Ik bedoel het spiritueel huwelijk. De trouw die in een dergelijke relatie van U wordt gevergd, is extreem omdat de opdracht ook zeer ver reikt.

    Het spiritueel huwelijk met Maria is een roeping tot mystieke vereniging, waarvan de relatie gekenmerkt wordt door drie door elkaar verweven banden (ik spreek over 'banden' omdat ik de betrekkingen als zeer intens en onverbrekelijk ervaar): kind tot Moeder, bruidegom tot Bruid, en liefdesslaaf tot Meesteres. Ik verwijs naar De Hemelse Bruiloft voor de volledige uitleg, maar wil het U hier in enkele woorden schetsen om U duidelijk te maken welke essentiële rol de trouw hierbij speelt. De relatie kind tot Moeder is de meest 'normale': Maria is de Moeder van alle mensen geworden onder het Kruis van Calvarie. De relatie bruidegom tot Bruid verwijst naar de fasen van werkelijke mystieke ervaring die dit spirituele huwelijk 'dragen', de fasen van intense eenwording in ziel, geest, hart en zelfs lichaam (via bovennatuurlijk lijden, aanvoelen van gesteldheden, 'herbeleving' van pijnen en smarten van Maria en Jezus).

    Op bovennatuurlijke wijze is deze toestand als geheel vergelijkbaar met eenwording zoals in een huwelijk. De relatie liefdesslaaf tot Meesteres is de meest extreme betrekking van dienstbaarheid. De trouw die van de geroepene wordt gevraagd, vergt een inzet, een overgave en een zelfverloochening die zonder de ondersteuning van de mystieke contacten wellicht niet door een mens opgebracht zouden kunnen worden. De genaden zijn immens, maar er wordt ook buitengewoon veel van Uw hele wezen gevergd. De trouw is daarbij één van de domeinen die het zwaarst op de proef worden gesteld. Het blijkt uiteindelijk steeds weer de Liefde te zijn die hem sterk houdt, net zoals ook de huwelijkstrouw moet terugvallen op de Liefde.

    Gebrek aan trouw in wereldse relaties zien wij bijvoorbeeld in het huwelijk wanneer U Uw echtgeno(o)t(e) verlaat om met een andere partner te leven, evenals in het overspel. U beschaamt hierdoor de band die U met Uw levenspartner had aangegaan en die door God is beschikt en gezegend. U zondigt hiermee dus niet alleen tegen Uw partner, maar ook tegen God. Zodra sprake is van overspel, is overigens ook de ondeugd van onzuiverheid in het geding.

    55. Zwijgzaamheid

    De zwijgzaamheid is een bijzondere deugd. Het is een deugd waar vele mensen het moeilijk mee hebben, omdat het de mens nu eenmaal eigen is, te spreken. Spreken is het voornaamste kanaal voor communicatie met onze medemens. Nochtans is de zwijgzaamheid niet zonder reden één van de grote regels van het kloosterleven. Gods Geest spreekt slechts in de stilte van het hart. Die stilte komt niet alleen in het hart door U af te sluiten van geluiden van buitenaf (zie punt 31), doch ook door Uzelf leeg te maken van de koorts van gedachten. Om te spreken, moet U eerst denken, en denken betekent Uw geest actief houden. Een actieve geest belemmert echter het openstellen van Uw hart. Precies om die reden is religieuze beleving louter een zaak van het hart, niet van de geest. Ik zou het ook zo kunnen zeggen: Niet met het verstand doch alleen met het gevoel verdient men het Eeuwig Leven.

    God laat Zijn Mysteries overigens alleen (tot op zekere hoogte) doorgronden met het hart, het aanvoelen, en nooit met het verstand. Mensen die de dingen van God stuk redeneren en tot in hun vezels analyseren, ontheiligen deze daardoor. Ook daarom dankte Jezus de Vader omdat Hij "deze dingen verborgen heeft gehouden voor verstandigen, en ze geopenbaard heeft aan kinderen". Een kind aanvaardt zonder meer. Het stelt zich wel eens vragen, doch begint niet tot in het eindeloze zijn hoofd te breken over dingen die het toch niet begrijpt. Voor een kind is slechts belangrijk dat mooie dingen er zijn, niet hoe ze er zijn. Met andere woorden: het geniet ervan in het hart, maar redeneert er niet te veel over.

    Stilzwijgen wordt door de wereld vaak beschouwd als een uiting van zwakheid of lafhartigheid, doch in werkelijkheid is het één van de meest heldhaftige deugden. Stilzwijgen in de zin van 'niet reageren' op gebeurtenissen en uitspraken uit Uw omgeving is méér dan 'niet spreken'. Stilzwijgen is in wezen totale toewijding en gehoorzaamheid, want het is een nalaten van protest of opstandigheid tegen Gods regelingen en beschikkingen om op Zijn tijd en op Zijn manier in toestanden in te grijpen. Het geeft uiting aan Uw vertrouwen in Gods werking. Wanneer U de neiging vertoont om op alles te reageren, betekent dit in wezen dat U zich verplicht voelt om zelf de touwtjes in handen te nemen om 'schot in de zaak' te brengen en de zaak te regelen zoals U zou willen dat ze afloopt, maar U beledigt hierdoor God door ongeduld met Zijn Plannen. Ik zeg welbewust 'beledigt', omdat U hierdoor in feite Gods Wijsheid in twijfel trekt.

    Stilzwijgen is ook vaak een uiting van nederigheid, niet de indruk willen wekken dat U het beter weet en kunt. Door stilzwijgen gaat U bovendien conflicten uit de weg, die uiteindelijk slechts het geliefkoosd terrein van de satan zijn. In Gods ogen is het goud waard indien U de moed kunt opbrengen om dingen die U als negatief ervaart, te laten gebeuren en ze in stilte aan God (aan Maria) op te offeren om ze te zuiveren en op grond van dat offer diegene die ze heeft gedaan, tot bekering te helpen brengen.

    Is het niet opmerkelijk dat Jezus, toen Hij op de avond vόόr Zijn Kruisdood voor de hogepriesters werd geleid, met gebonden handen zwijgzaam naar allerlei valse beschuldigingen stond te luisteren? Nochtans bezat Hij alle Wijsheid om te spreken, en berustten alle beschuldigingen tegen Hem op leugens. Bovendien bezat Hij de Goddelijke macht om alle valse tongen het zwijgen op te leggen. Toch heeft Hij gezwegen, want 'het moest volbracht worden'. Stilzwijgen tegen alle onrecht in, kan een immense waarde hebben, die wij niet steeds zien omdat zij nog verborgen ligt in het Goddelijk Mysterie. Jezus kende die waarde. Ook alles wat U overkomt, moet volbracht worden, want het past ergens in Gods Plan. Voor ons is het een geloofstest, blind te vertrouwen dat wij er goed aan doen, Jezus hierin na te volgen.

    Vergeet nooit dat U door niet op onrecht of negatieve toestanden te reageren, het kwaad de wind uit de zeilen neemt, want U ontneemt de satan elke gelegenheid om tweedracht of een open conflict te scheppen. Een tweede voorbeeld: Maria, de Zetel van Wijsheid, in wie de inwoning van de Heiige Geest een absoluut hoogtepunt heeft bereikt, was een toonbeeld van zwijgzaamheid. Zij sprak slechts wanneer dit noodzakelijk bleek, en elk van Haar woorden was pure Wijsheid. Haar zwijgzaamheid was een vrucht van Haar onvergelijkbare heiligheid. De essentie van de zwijgzaamheid als deugd ligt tevens hierin vervat, dat de ziel in een stil gemoed geopend is voor de stem van God in het hart.

    Geef U er rekenschap van, hoevele inhoudsloze woorden gesproken worden. Op zich kan ook losse communicatie tussen mensen een smeder van banden zijn, vaak ook een uiting van liefde, maar wees U ervan bewust dat God van U zoveel mogelijk stil gebed vraagt. Gebed is spreken met God, maar ook luisteren naar Gods antwoorden in Uw hart. God spreekt uiterst zelden hoorbaar, maar zegt heel veel door overdracht van gevoelens in een hart dat stil, rustig en vredig is en openstaat voor het 'bovenwereldse'. Bidden, kunt U derhalve ook door stil en zwijgzaam met Uw hart bij het Hemelse te verwijlen, maar dat lukt niet tijdens holle conversaties zoals er elke dag zoveel plaats hebben.

    56. Barmhartigheid

    Barmhartigheid is een bijzondere deugd, die in U de gelijkvormigheid met God moet wekken. Het is het vermogen om niet koel of onverschillig te zijn tegenover Uw medemens, doch hem te behandelen met goedheid. Barmhartigheid stelt U in staat om kwaad met goed te vergelden, 'over Uw hart te strijken' wanneer de situatie in feite zou rechtvaardigen dat U heftiger zou optreden. Het is de deugd van de barmhartigheid die U in staat stelt om vergeving te schenken aan hen die tegen U misdoen, want barmhartigheid sluit vergevingsgezindheid in zich. Het is in het algemeen de gesteldheid die verhindert dat Uw hart zou verharden wanneer de tegenkantingen vanwege Uw medemensen U treffen. Indien U in een gezagspositie verkeert, is het de gesteldheid die U eerder doet vergeven en mildheid doet betrachten dan te straffen.

    De barmhartigheid verhindert dat U meedogenloos zou optreden in om het even welke situatie. Zij behelst ook een flinke dosis gezond medelijden. De barmhartige mens heeft medelijden met het lot van zijn medemens die lijdt in lichaam, geest of ziel. Hij 'heeft met hem te doen' en verstaat de kunst om zichzelf in het hart in zijn plaats te stellen. Hij heeft begrip voor de misstappen van zijn medemens omdat hij begrijpt dat elke mens zwak is en dus ook zonder dat deze dit echt wil, het slachtoffer kan zijn van omstandigheden die deze zwakheid plots de overhand doen krijgen. Dat maakt de barmhartige mild in zijn oordeel en in zijn optreden tegen zijn medemens die een fout tegen hem begaat.

    Barmhartigheid is het vermogen om de regels in overweging van bepaalde omstandigheden terzijde te schuiven en te vervangen door louter menselijkheid. Barmhartigheid kan bijvoorbeeld een rol spelen in het oordeel van een rechter die vindt dat het in welbepaalde omstandigheden gerechtvaardigd is om de letter van de wet 'wat bij te sturen' en enigszins 'aan te passen' bij een specifiek geval omdat zogenaamde verzachtende omstandigheden in het spel zijn. In dit geval zou de letter van de wet de gerechtigheid zijn, en het milderend oordeel van de rechter de barmhartigheid. Zo handelt ook God met ons, wanneer wij van goede wil blijken te zijn en een zonde niet echt gewild en opzettelijk bedreven wordt. Barmhartigheid vindt ook haar toepassing in de woorden van Jezus: "Wat gij aan de minste van de Mijnen hebt gedaan, hebt gij voor Mij gedaan". Een voorbeeld: een minderbedeelde medemens te eten geven, uit Uw eigen relatieve overvloed delen met een medemens in de bedenking dat er altijd mensen zijn die het minder goed hebben dan U.

    Gebrek aan barmhartigheid komt tot uiting in meedogenloosheid, onverbiddelijkheid, strengheid, het onbuigzaam toepassen van regels of wet in gevallen waarin dit in de ogen van de Liefde eerder schrijnend lijkt. Dit is bijvoorbeeld dagelijks veelvuldig het geval in de bureaucratie, het onpersoonlijk benaderen en behandelen van mensen door ambtenaren in publieke organisaties en instellingen. Dit is ook het geval telkens wanneer een overste zijn of haar ondergeschikten iets oplegt terwijl alles erop wijst dat deze laatste (bijvoorbeeld door lichamelijke zwakheid) niet tegen die taak opgewassen is. Soms wordt de opdracht op één of andere wijze goedgepraat of uitgelegd, doch indien de situatie vermijdbaar is, geldt dat er sprake is van onbarmhartigheid.

    De gouden regel van de naastenliefde luidt: "Doe je medemens niet aan wat je niet wil dat jou aangedaan zou worden". Deze regel vormt de mooiste aansporing tot barmhartigheid, want wanneer U zich indenkt dat ook U op zeker ogenblik hulpbehoevend, zwak, ziek of noodlijdend kunt zijn, en U op dat ogenblik dankbaar en verlicht zult zijn indien U een mens treft die goed is voor U, zult U minder geneigd zijn om Uw medemens hardvochtig of onverschillig te behandelen. Benader Uw medemens zoals U in een spiegel zou kijken, en houd U voor ogen dat hij in feite U is. Wanneer U dan tot hem spreekt of jegens hem handelt, U voorstellend dat Uzelf aan de andere kant staat, zult U wellicht barmhartiger zijn dan ooit.

    57. Gastvrijheid

    Gastvrijheid is het vermogen om geen medemens in de kou te laten, hem te minachten, te verwaarlozen of het gevoel te geven dat hij bij U niet welkom is. Gastvrijheid is de deugd die U het vermogen schenkt om Uw medemens naastenliefde te betuigen door hem te laten delen in Uw goederen en hem in zijn waardigheid hoog te achten. Gastvrijheid is het vermogen, een goede gastheer (gastvrouw) te zijn, zoals een goede vader (moeder), tegenover een gast. In een atmosfeer van warme Liefde voor diens noden zorgen, hem het gevoel geven dat hij bij U welkom is en U niet 'in de weg zit'. Gastvrijheid herinnert U aan de kern van de Leer van Jezus: Uw broeder bij U opnemen, hem met U laten aanzitten aan Uw tafel, hem een beker van Uw water te drinken geven, hem onderdak verschaffen.

    Gastvrijheid is dienstbetoon, vriendelijkheid en openheid jegens Uw medemens. Deze gesteldheid komt in de eerste plaats tot ontwikkeling bij de mens die ervan doordrongen is dat Jezus in zijn medemens leeft. Gastvrijheid brengt eerherstel aan de schande van Bethlehem: toen Jezus geboren moest worden, gingen alle deuren dicht voor Jozef en Maria. De komende Messias vond nergens onderdak. Wanneer U een medemens bij U opneemt, ook al is het slechts voor enkele minuten, brengt U een stukje eerherstel voor de ongastvrijheid van de Judeeërs die Jezus niet in hun huis geboren wilden laten worden.

    Het is goed om er op deze plaats even op te wijzen dat de beleving, dus de praktische toepassing van elke deugd in Uw alledaagse leven telkens eerherstel brengt voor welbepaalde zonden en ondeugden (van Uzelf en Uw medemensen van alle tijden en overal ter wereld), maar ook voor beledigingen en onteringen die Jezus en/of Maria aangedaan zijn tijdens Hun leven hier op aarde. Dit vormt een extra reden waarom de strikte beleving van de deugden heiligend werkt.

    Een voorbeeld van gastvrijheid: het regent pijpenstelen, en U nodigt een mens uit om bij U te komen schuilen, zich even te warmen, eventueel iets warms te nuttigen, en de herbergzaamheid van Uw hart te ervaren, met andere woorden: U laat Uw medemens duidelijk voelen dat God hem liefheeft en voor hem zorgt in een ogenblik van nood, want zonder Uw welwillende tussenkomst wordt hij misschien ziek. De ongastvrije mens herinnert Jezus aan Zijn eigen afwijzing te Bethlehem. Tot hem kan Hij in navolging van de Goddelijke Gerechtigheid bij het oordeel zeggen "Ga weg van Mij, Ik heb u nooit gekend". Niemand verwacht van U dat U om het even wie in Uw huis uitnodigt (ook de regel der voorzichtigheid mag in onze moderne wereld niet buiten spel worden gezet), doch bedenk steeds dat Uw Liefde voor God grenzeloos moet zijn. Tracht bijvoorbeeld in elke man Jezus, en in elke vrouw Maria te zien. Wat U aan een mens doet, hebt U in wezen steeds aan Jezus gedaan. Daarom neemt U met elke mens ook Jezus bij U op.

    In verband met deze laatste bemerking kunnen wij zelfs een bijzondere vorm van gastvrijheid zien in deze jegens God, met name in de Heilige Communie maar ook in Uw dagelijks leven. Jezus opnemen in de Communie kan een uiting van gastvrijheid zijn, indien U dit doet in een gesteldheid van zorgzame Liefde en in bestreving van de deugdzaamheid. Zorgzame Liefde moet blijken in al Uw daden en woorden: deze moeten 'voorzien in Gods behoeften'. Bij het ontvangen van de Communie moet U Jezus verwelkomen zoals een huisvader, en Uw hart tot een aangename verblijfplaats maken.

    58. Zorgzaamheid

    Zorgzaamheid is het vermogen, nooit slordig of onachtzaam om te gaan met de dingen en gaven die God U heeft geschonken, in de wetenschap dat alles U door Gods Voorzienigheid is geschonken. Uw materiële bezittingen mogen nooit tot afgoden worden. U mag ook niet overmatig aan voorwerpen gehecht zijn. Zij worden U door God in handen gespeeld opdat U ze zou kunnen benutten voor de bevrediging van bepaalde stoffelijke behoeften, en dat betekent automatisch dat zij op zich slechts middelen zijn om het middel (Uw leven op aarde) te ondersteunen, en onder geen enkel beding mogen zij verheven worden tot doel op zich. Vergeet nooit dat het enige doel van Uw leven hier op aarde het Eeuwig Leven is. Maar wel is het zo dat de Goddelijke Voorzienigheid alles in Uw leven beschikt, en dus ook uiteindelijk bepaalt welke voorwerpen op Uw levenspad komen. In dit licht beschouwd, getuigt het van erkentelijkheid jegens Gods goedheid wanneer U Uw bezittingen en alles wat (zelfs maar voor enkele ogenblikken) in Uw handen komt, met zorg behandelt.

    Vele mensen krijgen een speciale gelegenheid om de zorgzaamheid te beoefenen door de zorg voor huisdieren. Dieren zijn schepselen van God, die dag aan dag een bijzondere verzorging nodig hebben. Zij zijn voor alles op U aangewezen. Zij hebben niet alleen elke dag voedsel nodig, maar ook Liefde en genegenheid, en elk dier heeft zijn eigen persoonlijkheid en karakter. Zo moet U beseffen dat huisdieren op Uw levensweg komen om U welbepaalde lessen te leren, bijvoorbeeld zelfverloochening (dieren kunnen op bepaalde ogenblikken veeleisend zijn), geduld, vooruitziendheid enzovoort. Ook aan dit voorbeeld kunt U merken hoezeer elk detail van Uw leven, tot en met de dieren die op Uw pad komen, een welbepaalde betekenis hebben. Alles wordt zodanig beschikt dat U er de lessen uit kunt trekken die precies voor U van belang kunnen zijn. Niet zelden krijgt een ongeduldig mens een huisdier op zijn weg, dat extra aandacht vergt, zodat die mens verplicht wordt om rustiger, verdraagzamer en geduldiger te worden.

    Het tegendeel van zorgzaamheid is slordigheid, verwaarlozing van de dingen die aan U toevertrouwd zijn. Het nonchalant omspringen met dingen die aan Uw zorgen toevertrouwd zijn, kan door God worden beoordeeld als ondankbaarheid jegens Zijn Voorzienigheid. Bedenk wel dat alles afhankelijk is van de levenssituatie. Bijvoorbeeld: van een mens die chronisch ziek is en weinig hulp van mensen ontvangt, of die weinig bemiddeld is, of die door zijn specifieke levensloop zoveel tijd moet besteden aan de activiteiten die met zijn levensroeping verband houden dat hij weinig andere dingen kan doen, of die geen aanleg heeft voor bepaalde werkzaamheden, kunnen geen onmogelijke inspanningen worden gevraagd om grote veranderingen aan zijn woning aan te brengen.

    59. Bedachtzaamheid

    Bedachtzaamheid is het vermogen om weloverwogen, met overleg, tewerk te gaan. Iemand die zich gedraagt 'als een kip zonder kop' zondigt constant tegen Gods Wijsheid en tegen het hele breiwerk van situaties die door Hem in het leven geroepen worden. Lichtvaardigheid in Uw optreden is als een belediging aan de intelligentie die God U heeft gegeven. Wie oordeelkundig handelt, toont daarmee dat Gods Geest in hem werkzaam is. Een vorm van onoordeelkundig handelen dat nauw verweven is met een gebrek aan Wijsheid, is elk gedrag dat blijk geeft van gebrek aan systeem, alsook elk gebrek aan zin voor prioriteiten: Vele mensen die aan een taak beginnen, houden zich eerst bezig met dingen die hen weinig vooruit helpen, bepaalde details die in feite beter eerder op het einde volbracht kunnen worden, als afwerking. Deze mensen verspillen veel energie, en raken gemakkelijk ontmoedigd omdat zij (precies door hun eigen gebrek aan systeem) voortdurend het gevoel hebben dat al hun inspanningen hen in feite geen meter verder helpen. Zij raken hierdoor snel verstrikt in het gevoel dat hun werkzaamheden zinloos en zijzelf nutteloos en zelfs waardeloos zijn. Bedachtzaamheid vindt ook een tegenpool in onbezonnenheid, die tevens een element van onwijsheid en ook van gebrek aan voorzichtigheid behelst.

    Bedachtzaamheid wordt soms verward met besluiteloosheid. Dat is onterecht. De bedachtzame mens weet alleen het juiste ogenblik af te wachten om tot een bepaalde handeling over te gaan of een bepaalde beslissing te nemen. Het juiste ogenblik is over het algemeen niet het ogenblik dat mensen voor juist houden, het is steeds Gods Tijd. Daarom heeft bedachtzaamheid ook te maken met geduld, en met voldoende standvastigheid om zich niet te laten beïnvloeden door het oordeel van medemensen die eventueel handelen vanuit onwijsheid en opdringerigheid.

    Bedachtzaamheid is een vorm van voorzichtigheid die de geest openhoudt voor leiding door de Heilige Geest, en die aldus verhindert dat fouten gemaakt zouden worden door toe te geven aan bepaalde impulsen om dingen vlug af te handelen of bepaalde stappen te zetten die op dat ogenblik (nog) niet tot het juiste resultaat kunnen leiden. God werkt vaak langzaam en stapje voor stapje naar de voltooiing van situaties en plannen toe. De mens kan dit hele opbouwwerk (dat niet zelden over jaren loopt) in één klap teniet doen door een niet weloverwogen ingrijpen. Bedachtzaamheid betekent dat U de dingen vanuit zoveel mogelijk verschillende hoeken beschouwt alvorens een beslissing te nemen. Zo benadert U het best Gods eigen methode, want Hij heeft een overzicht over alles, ook over datgene wat voor mensenogen verborgen is. De mens kan zijn natuurlijk gebrek aan alwetendheid ten dele compenseren door bedachtzaamheid, waarbij hij door rijp overleg zijn eigen gebrek aan overzicht kan laten aanvullen door de inspiraties van Gods Geest.

    38. Voorkomendheid

    Voorkomendheid is de deugd die de mens in staat stelt, reeds voortijdig tegemoet te komen aan de noden van zijn medemens. Het is de gesteldheid van de ziel die steeds oog heeft voor de behoeften van de naaste omdat zij bezorgd is dat haar naaste gebrek zou lijden. Het is de gesteldheid van Maria die op de Bruiloft te Kana tot Jezus zei "Zij hebben geen wijn meer", omdat het Haar ter harte ging dat Haar medemensen niets tekort zouden komen. De voorkomende ziel voelt als het ware intuïtief aan wanneer een medemens een bepaalde nood heeft. Vaak schuilt dit in kleine dingen.

    Bijvoorbeeld: U ziet dat een oude dame op een deur toestapt, en in een flits opent U de deur nog vόόr zij naar de deurknop kan grijpen; of op een openbaar vervoermiddel (bus, trein, tram) ziet U een zwangere vrouw, of een mens waarvan U het gevoel hebt dat hij of zij onwel is, en die geen zitplaats kan bemachtigen, en U staat Uw eigen plaats af. Voorkomendheid is ook bijvoorbeeld plaats maken voor een voorbijganger op het voetpad, of voor iemand met wie U samen voor een uitstalraam of voor een spiegel staat, enzovoort. Het kan ook zijn: iemand een lift geven met de wagen, waardoor U hem misschien een lastig eindje lopen bespaart. Door deze kleine handelingen 'voorkomt' U dat de mogelijke nood van die medemens nog groter zou worden. Deze dingetjes, hoe gering zij ogenschijnlijk ook zijn, kunnen heel wat teweeg brengen in het hart van hem of haar die er de begunstigde van is. Waarop steunt deze deugd? Op naastenliefde, inlevingsvermogen, een geopend hart, en soms op een goede dosis zelfverloochening.

    Voorkomendheid is ook bij uitstek een deugd met een opvoedende waarde, want in bepaalde gevallen verwijst U daardoor voor Uw omgeving op een fijngevoelige wijze naar de diepste lessen van de christelijke leer. Deze deugd is echter alleen dan zuivere deugd te noemen wanneer U haar beoefent zonder ook maar een ogenblik stil te staan bij enig voordeel die zij U kan brengen: U mag geen beloning verwachten, in welke vorm dan ook, al was het maar een vriendelijk hoofdknikje als dank. Volgt deze dank wél spontaan, dan bezegelt deze uiteraard de akte van naastenliefde en flitst Gods Licht tussen twee harten op, maar U hebt dit niet zo beoogd. De enige drijfveer moet deze zijn: de bedoeling om Uw medemens spontaan te dienen. Het tegendeel van voorkomendheid is de onverschilligheid ten aanzien van de moeilijkheden of noden van een medemens. In dit geval is sprake van een gebrek aan aandacht of belangstelling voor zijn lasten.

    39. Hoffelijkheid

    In bepaalde gevallen is er weinig verschil tussen voorkomendheid en hoffelijkheid. Hoffelijkheid heeft echter veel te maken met elementaire beleefdheid. Zij behelst het vermogen om Uw medemens met een zorgzame Liefde te dienen in woord en daad. Hoffelijkheid betekent in de eerste plaats: Uw medemens niet grof te behandelen, noch met woorden noch met daden. Het is de eigenschap waardoor U Uw medemens een zekere status van voornaamheid verleent. Bekend is de hoffelijkheid als onderdeel van de formele etiquette in vroegere meer welgestelde samenlevingskringen, waarbij over het algemeen een heer tegenover een dame een bepaalde gedragscode hoorde te volgen waarbij de dame benaderd en behandeld werd met voorname beleefdheid, een voorkomendheid die vaak heel ver reikte, een bijna tedere voorzichtigheid en volgens een aantal regels die zelfs als onderdanigheid omschreven kunnen worden.  Daarbij mocht de heer zich niet uit zijn lood laten slaan in situaties waarbij hij tot een zekere mate van zelfvernedering moest komen.

    In grote trekken vat dit gebruik in feite de kenmerken van de hoffelijkheid samen. Het is een deugd die U het vermogen schenkt, in alle omstandigheden beleefd en dienend te zijn, en zonder terughoudendheid de ander boven U te stellen. In feite kan dienstbaarheid als de kern van deze deugd worden beschouwd. Hoffelijkheid kunt U ook in Uw eigen dagelijks leven in praktijk brengen. Een paar voorbeelden: U kunt iemand voorrang geven aan een winkelkassa, terwijl U in feite vόόr deze mens aan de beurt bent, bijvoorbeeld indien U het gevoel hebt dat deze mens minder tijd vrij heeft dan U, of dat hij het moeilijk heeft. Een ander voorbeeld: Bent U een roker? Rook dan niet in de nabijheid van een zieke, van een bejaarde of van een kind, en zelfs bij voorkeur helemaal niet in de nabijheid van andere mensen, want U stelt hen daardoor bloot aan door hen ongewilde negatieve invloeden voor hun gezondheid.

    40. Positiviteit

    Positiviteit is de gesteldheid waarbij U het goede in U laat rijpen tot het zich helemaal meester maakt van Uw denken, handelen, spreken en voelen. Het is het toelaten dat God waarlijk in U werkt en Zijn Werk door U verder zet. Wanneer een ontmoeting tussen twee mensen plaatsheeft, en tenminste één van beiden is positief ingesteld, rust Gods Vrede op deze ontmoeting. Wanneer ze echter allebei negatief ingesteld  zijn, kunnen geen goede dingen tussen hen tot stand komen.

    Een negatieve gesteldheid wordt gekenmerkt door zwartkijkerij, pessimisme (wanneer droefgeestigheid of neerslachtigheid tot een vaste gesteldheid wordt), de neiging om in alles eerst het slechte te zien (althans wat de mens zelf als slecht beschouwt, want een negatief ingestelde mens spreekt ook over vele neutrale dingen met bitterheid, sarcasme, op neerbuigende toon enzovoort). Hij vertoont eveneens de neiging om op alles wat hem wordt verteld, een negatief geladen antwoord te geven, een antwoord dat ontmoedigt of dat op een onvriendelijke toon uitgesproken wordt.

    De negatief ingestelde mens heeft de neiging, bewust of onbewust alle blijmoedigheid bij zijn medemens de kop in te drukken. Zijn uitstraling is vaak zo mat dat hij zelfs reeds bij het betreden van een kamer het Licht van blijmoedigheid van zijn medemens met een sluier lijkt te bedekken. Hij heeft een negatieve ingesteldheid tegenover het leven en zijn medemensen, hij ziet in alle mensen en dingen overal fouten, gebreken en tekorten, levert gemakkelijk kritiek, oordeelt en veroordeelt snel en vaak ondoordacht. Zijn hele gedrag en spreken worden vaak voelbaar gevoed door bitterheid, niet zelden op grond van onverwerkte ervaringen uit zijn (nabij of verder afliggend) verleden.

    Een negatief ingestelde mens put zijn eigen ziel uit. Maar er is iets opmerkelijks: hebt U wel eens gemerkt hoe sommige mensen, die negatief ingesteld zijn en zich werkelijk lusteloos en mat door de dagen lijken te sleuren, plots tot leven schijnen te komen wanneer zij negatieve dingen beginnen te vertellen? Het lijkt dan alsof zij één en al energie zijn.

    In de kern beschouwd, zou de deugd van de positiviteit gezien kunnen worden als de overkoepelende gesteldheid waarmee de mens gezegend was vόόr de erfzonde, in die zin dat zij in feite steunt op het optimisme dat volkomen ontwikkeld is in de mens die totaal door God bezield wordt, onbezoedeld door duivelse inmenging. Wanneer de gesteldheid van positiviteit sterk ontwikkeld is, leeft de mens met zijn hart en geest méér in de Hemel dan op aarde. Bij elke beproeving gaat hij er zonder moeite van uit dat hij deze zonder meer zal overwinnen want dat God hem in alles leidt, en dat indien al niet tijdens dit leven een gunstige vrucht ervan blijkt te rijpen, deze dan toch onvermijdelijk op hem wacht in het Eeuwig Leven erna. Zo valt het hem niet moeilijk om alles te relativeren, want hij heeft begrepen dat Gods Gerechtigheid en Barmhartigheid elke rekening vereffenen. Van alle onrecht weet hij dat ten laatste in het Eeuwig Leven compensatie volgt. Telkens iets onaangenaams zijn levensweg kruist, vindt hij spoedig zijn moreel evenwicht terug, want hij heeft begrepen dat de beproeving gedragen moet worden, dat zij hoe dan ook vruchtbaar is, en dat hij des te meer draagkracht zal ontwikkelen naarmate hij haar positiever benadert: één en dezelfde beproeving kan ofwel positief benaderd worden en daardoor veel lichter en vruchtbaarder worden, ofwel negatief (onder protest, in neerslachtigheid, met ergernis, nors, met boosheid...) benaderd worden en daardoor ondraaglijk worden en zelfs lichaam en ziel naar de afgrond voeren.

    Positiviteit is aldus de levenshouding van de ziel die alles samen met God (Maria) wil doorstaan. Negativiteit daarentegen is de levenshouding van de ziel die zich in alles door de satan laat ontmoedigen en beïnvloeden (over het algemeen door te veel belang te hechten aan commentaren van mensen), haar eigen levensweg daardoor nodeloos laat verzwaren door alle situaties met een bezwaard hart te benaderen, aldus zichzelf tot grootste vijand heeft, en bovendien Gods Plan flink in de weg staat door haar eigen levensopdracht en roeping aan banden te leggen en andere mensen te ontmoedigen.

    41. Vertrouwen

    Vertrouwen is een gesteldheid van innerlijke rust en zekerheid over de goede afloop van de dingen in Uw leven. Vertrouwen steunt op de stille innerlijke wetenschap dat God voor alles zorgt, dat Zijn Voorzienigheid alles regelt en dat, zelfs al is de weg zwaar, het einddoel verzekerd is mits men de weg aanvaardt zoals hij is. De vertrouwvolle ziel houdt rekening met de beproevingen, tegenkantingen, de hindernissen op de weg, maar hij neemt deze erbij als normale verschijnselen. Zij brengen hem niet van zijn stuk, want zijn geloof is verweven met zoveel Liefde en een zo groot vermogen tot volharding dat hij bereid is om slag te leveren wanneer en indien de gelegenheid of de noodzaak daartoe zich aandienen. Hij maakt zich niet bij voorbaat zorgen over de weg, omdat hij de innerlijke zekerheid bezit dat hij te gepasten tijde uitgerust zal zijn met het materiaal dat noodzakelijk is om de hindernissen de baas te worden.

    De vertrouwvolle ziel voelt zich waarlijk een kind van God, en laat zich daarom niet aan het wankelen brengen: hij zou dit van zichzelf beschouwen als een belediging aan God, want hij gelooft in Gods macht en in Zijn Wil om ieder mens die op hem vertrouwt, tot het uiterste bij te staan, zelfs, indien dit noodzakelijk wordt, op kracht van een wonder. Inderdaad, de vertrouwvolle ziel geeft zich ook in moeilijke, uitzichtloos lijkende situaties, niet vlug gewonnen. In zijn gebed aarzelt hij niet om wonderen af te smeken indien de naastenliefde hem hiertoe beweegt, en hij gelooft ook vast dat God Zijn Hart laat bewegen tot onverwachte ingrepen wanneer Hij merkt dat de ziel zich zo totaal naar Hem toe richt. De vertrouwvolle ziel benadert God met een ingesteldheid die zegt "U moet het doen, want naar wie zou ik anders gaan?".

    In dit verband een woordje over het zogenaamd vermetel vertrouwen. Vermetel vertrouwen is geen zuiver vertrouwen. Het is de ingesteldheid van de mens die het niet te nauw neemt met Gods regels in de veronderstelling dat God automatisch alles zal regelen. Zijn vertrouwen is niet zuiver, omdat hij ervan uitgaat dat hij zelf geen inspanningen hoeft te doen, dat Gods tussenkomst er hoe dan ook komt. Een bijzondere uiting van het vermetel vertrouwen is deze waarbij een mens zich beroept op Gods Barmhartigheid en deze misbruikt om hem van alle misstappen vrij te pleiten. Deze mens redeneert Gods Gerechtigheid totaal weg en meent dat God louter en alleen Barmhartigheid beoefent, geen Gerechtigheid, en hij benut deze veronderstelling als rechtvaardiging van allerlei fouten. Indien God louter Barmhartigheid is, kan de mens zichzelf in slaap wiegen in de veronderstelling dat alles automatisch vergeven wordt.

    Deze mensen vergeten dat de Barmhartigheid pas haar volle uitwerking krijgt voor zover zij blijk hebben gegeven van de wil om volkomen in overeenstemming met Gods Wet te leven. De mens mag fouten maken, maar hij moet blijk geven van een vaste wil om die fouten in de toekomst te vermijden en zich tot het uiterste in te spannen om naar de volmaaktheid te streven. Dàn zal God het mechanisme van Zijn Gerechtigheid laten compenseren door Zijn Barmhartigheid. Bij vermetel vertrouwen is er echter sprake van een misbruik van Gods goedheid, wat door Gods Gerechtigheid aangerekend kan worden als een belediging: de mens met vermetel vertrouwen meent dat hij Gods Wijsheid om de tuin kan leiden en Zijn Wet bij zijn eigen behoeften kan aanpassen.

    Een vaak voorkomende uiting van gebrek aan vertrouwen schuilt in de neiging van vele mensen om zelf alles te regelen. De mens die lijdt aan gebrek aan vertrouwen, maakt zich zorgen over allerlei dingen, hij piekert, laat zich voortdurend ontmoedigen, begint bij het geringste windje te twijfelen, verliest gemakkelijk zijn blijmoedigheid, laat zich gemakkelijk woorden ontvallen zoals "het was natuurlijk te denken dat dit zou gebeuren". Hij neigt gemakkelijk tot een negatieve ingesteldheid in alles wat hij doet en zegt. Hij sluit zich wel eens in zichzelf op, doch niet in een (gezonde) betrachting van stilte in het hart maar wel omdat zijn geest zodanig warrig is dat hij geen lust meer heeft om te spreken: Het is alsof zijn geest een leven op zich begint te leiden, waarin allerlei gedachten en spookbeelden door elkaar heen flitsen, tot hij erdoor uitgeput raakt. De mens kan zozeer beproefd worden dat hij op zeker ogenblik niet meer gelooft in Gods Liefde en Barmhartigheid. Ook dit is gebrek aan vertrouwen, want men mag nooit twijfelen dat God slechts het beste met de mens voorheeft.

    Vaak vertonen mensen een gebrek aan vertrouwen door te veel bezig te zijn met hun lichamelijke gesteldheid, hun gezondheid, en allerlei kwalen en stoornissen waaraan zij lijden, of ooit hebben geleden, of waarvoor zij naar de toekomst toe bevreesd zijn. Dit is een vorm van overbezorgdheid die bij vele mensen heel wat tijd en energie opslorpt. Wanneer deze bezorgdheid in een hoge graad voorkomt, kan sprake zijn van hypochondrie, de gesteldheid van de 'ingebeelde zieke' die bij de geringste pijn of stoornis het ergste vreest. In wezen is dit niets anders dan een gebrek aan vertrouwen op Gods Voorzienigheid en een te grote aandacht voor het stoffelijk leven.

    Vele mensen komen vroeg of laat in situaties terecht waaruit zij geen uitweg lijken te vinden, en raadplegen dan waarzeggers, helderzienden, pendelaars, occulte mediums, samenstellers van horoscopen of andere personen die praktijken bedrijven die veelbelovend lijken doch in feite doorgaans mensen bewust misleiden, vaak onder het meest onbeschaamde misbruik van 'Hemelse krachten': Zij laten mensen geloven dat zij door God geïnspireerd worden, en richten grote verwoestingen aan in de zielen van de talloze mensen die op zeker ogenblik beseffen dat zij door deze personen bedrogen zijn. Niet zelden zijn deze mensen er dan ook van overtuigd dat zelfs God Zelf hen bedrogen heeft. Zij die deze praktijken bedrijven, misbruiken God voor materialistische doelstellingen, want zij laten zich betalen voor een prestatie die zij, indien zij werkelijk door God geroepen zouden zijn, niet anders zouden willen (en mogen) aanbieden dan uit Liefde en zuiver idealisme, en dus kosteloos.

    De mens die dergelijke personen raadpleegt, zondigt tegen het vertrouwen doordat hij via hun tussenkomst een toekomst of een lotsbestemming hoopt te achterhalen die God in Zijn Wijsheid uit Liefde voor hen verborgen houdt: vele dingen zijn mysterie, en het komt de mens niet toe deze bij voorbaat te kennen. Bovendien zou de mens de kennis van zijn eigen toekomst veelal niet aankunnen, of zou hij zijn levensloop op die kennis afstemmen, wat indruist tegen Gods beschikkingen. Uw toekomst willen kennen, komt neer op onzekerheid, dus op een zelf willen regelen en ingrijpen in datgene wat de Voorzienigheid voor U heeft beschikt, en dus op gebrek aan vertrouwen in Gods werking.

    In feite gaat onze hele moderne samenleving mank aan een opmerkelijk gebrek aan vertrouwen op Gods Voorzienigheid. U kunt dit onder andere vaststellen aan de hand van de mate waarin reclame gevoerd wordt (de eigen waren op de meest opdringerige wijze aanprijzen, is een uiting van onzekerheid en van de overtuiging dat men alles zelf moet regelen, uiteraard naast de doelstelling van de beoogde winst), en de ware revolutie in de branche van de verzekeringen (dit vormt wellicht de duidelijkste aanwijzing voor de mate waarin de mens geen vertrouwen heeft in de toekomst die God voor hem voorziet).

    Ik moet Uw aandacht vestigen op de verderfelijke invloed die deze beide verschijnselen uitoefenen op de zielen, en wel op een onvoorstelbaar grote schaal. Elke dag worden wij zodanig overspoeld met reclame (met al haar opdringerigheid, materialisme, onzuiverheid en onbeschaamde leugens) dat vele zielen erdoor afgestompt worden. Het verzekeringswezen van zijn kant, schept een atmosfeer van algemene onrust (“je weet maar nooit wat er nog allemaal gebeurt”...) en van speculatie over leven en dood. Inderdaad, het leven, geschenk van God, wordt tot voorwerp van koele berekening, niets méér dan twee cijfers: een datum (van overlijden, van pensioenleeftijd enzovoort) en een bedrag (van premie en/of uitkering). Het vangnet schuilt in het feit dat bepaalde van deze zaken wettelijk verplicht zijn, en dus ook de waarlijk vertrouwvolle ziel aldus gedwongen wordt om aan dit goddeloze systeem deel te hebben.

    Een uiting van gebrek aan vertrouwen op het vlak van de samenleving is de neiging die tegenwoordig bestaat om kinderen zo jong mogelijk psychologisch te begeleiden. Er wordt een ware angstpsychose in het leven geroepen, waarbij van ouders verwacht wordt dat zij zich bij het geringste ernstig zorgen beginnen te maken over de intelligentie en de sociale vaardigheden van hun kinderen. Slechts heel weinig uitzonderingen nemen nog vertrouwvol en ernstig hun toevlucht tot het gebed, en de oplossingen voor problemen worden uitsluitend gezocht in wereldse methodes. Ja, wij leven in een angstmaatschappij. Hoe komt dit? Doordat de mens God de deur gewezen heeft.

    Ik had het reeds over mensen die de neiging hebben om alles in hun leven zelf te regelen. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om U te wijzen op de opmerkelijke wegen die Gods Voorzienigheid kan bewandelen in haar pogingen om de ziel naar de vervolmaking te voeren. Het gebeurt wel eens dat een mens die absoluut zijn hele leven wil uitstippelen, die nooit op zijn medemens en nog minder op God wil vertrouwen, en die in alles een onafhankelijk en vrijgevochten bestaan wil leiden, plots geveld wordt door een ziekte of gebrek waardoor hij gedwongen wordt om zich aan Gods handen (aan Gods Voorzienigheid) toe te vertrouwen, bijvoorbeeld door een plotse verlamming, zodat hij de hulp van medemensen moet aanvaarden. Denk hier even over na. Gelijkaardige dingen gebeuren niet zelden. God geeft Zijn onderrichtingen vaak via concrete gebeurtenissen en veranderingen in het leven van de mens.

    Vertrouwen heeft (als deugd, en ook in ons taalgebruik) nog een andere betekenis dan deze van 'het beste verwachten van Gods Voorzienigheid', namelijk deze waarmee het vermogen wordt aangeduid om 'het beste te verwachten van Uw medemens'. Wanneer U Uw medemens vertrouwt, betekent dit dat U ervan uitgaat dat hij het beste met U voorheeft, dat hij eerlijk en betrouwbaar is, dat U van hem geen kwaad hoeft te vrezen. Uw medemens vertrouwen, betekent God in hem vertrouwen. Sommige mensen boezemen hun medemens geen vrede in. Zij houden hem eerder op scherp, als in staat van alarm, omdat deze zich bij hen niet helemaal op zijn gemak voelt. Dit gevoel: U 'niet helemaal op Uw gemak voelen' bij iemand, wordt ook wel argwaan of achterdocht genoemd. Van deze gesteldheden is sprake wanneer U het gevoel krijgt dat Uw medemens U bedriegt, of op grond van zijn gebruikelijk gedrag ten minste in staat is om U te bedriegen of achter Uw rug om andere dingen te zeggen of doen dan in rechtstreeks contact met U, en dat hij deze dingen doet of zegt om U te schaden. Er wordt dan ook gezegd dat U Uw medemens wantrouwt. In bepaalde gevallen blijkt dit helaas gerechtvaardigd. Zolang geen aantoonbare redenen voorhanden zijn om achterdochtig, wantrouwend of argwanend te zijn tegenover Uw medemens, verkeert U echter in ondeugd. Deze gesteldheid vormt een ernstige rem op alle naastenliefde, zelfs op alle contact, en werpt vaak een dikke muur op tussen mensen. Laat U niet verleiden tot een snel oordeel op grond van een oppervlakkig feit zoals een blik of een in haast gesproken woord, want de omstandigheden kunnen een mens heel anders laten overkomen dan hij in werkelijkheid is. Zelfs indien U redenen vindt om er vast van uit te gaan dat een mens niet erg betrouwbaar is, oordeel dan niet, maar bid voor hem, vermijd contact indien U zich daar niet goed bij voelt, doch bewaar de Vrede in Uw hart en naar hem toe.

    42. Aanvaarding

    Aanvaarding is de gesteldheid waarbij U zonder discussie, zonder opstandigheid, zonder terughoudendheid de lasten van het leven tegemoet treedt. Het is dus méér dan een lijdzaam ondergaan omdat het nu eenmaal niet anders kan, het is wel degelijk een bewust aanvaarden van Gods beschikkingen. Aanvaarding is de eigenschap die U in staat stelt om vrede te hebben met de wisselende omstandigheden van Uw levensloop. U legt U erbij neer dat niet elke dag de zon schijnt, want U weet dat regen vandaag nodig kan zijn om morgen de bloemen te laten bloeien. Zo ligt in aanvaarding het besef dat de beproevingen noodzakelijk zijn om de vruchten voor de ziel voort te brengen. Aanvaarding is de absolute voorwaarde om tot dankzegging te kunnen komen. Danken, doet men gewoonlijk voor iets dat men heeft ontvangen en dat positief, voordelig of aangenaam is. Dankzegging aan God is in feite als de handtekening op de akte die God aan U voorlegt en waarin Hij U dag aan dag confronteert met de bepalingen die Hij voorziet voor het volgende stukje van Uw levensweg. Door Hem voor alles te danken, ondertekent U als het ware de act van aanvaarding.

    De mens die een sterk ontwikkelde deugd van aanvaarding bezit, beseft dat aanvaarding van beproevingen een act van naastenliefde is. Alle lijden dat met aanvaarding, dus zonder protest, gedragen wordt, brengt Heil over de zielen. Het is bovendien een verheerlijking aan de lijdende Jezus, die U in de aanvaarding van het Kruis is voorgegaan, en aan de Smartvolle Maria, die reeds bij Haar ja-woord aan de aartsengel Gabriël Haar act van aanvaarding voor een leven van medeverlossend lijden heeft ondertekend.

    Aanvaarding is een uiting van deemoed, nederigheid, en van gehoorzaamheid. Zij komt neer op de belofte 'ik zal dienen', wat het tegenovergestelde is van wat de opstandige engelen (dus de duivels) onder aanvoering van Lucifer uitriepen: 'non serviam' (ik zal niet dienen). Bedenk steeds dat deze belofte in Gods oren klinkt als engelenmuziek, want het is op een rotsvaste deugd van aanvaarding dat Hij uiteindelijk Zijn Rijk op aarde kan funderen. Precies daarom is deze deugd zo genadevol. Net zoals vele aspecten van de gehoorzaamheid vindt ook de aanvaarding dus haar tegenhanger in de opstandigheid, het protest.

    In zekere zin gaat aanvaarding wel verder dan gehoorzaamheid: U kunt iemand gehoorzamen omdat hij of zij macht over U heeft, doch dit betekent niet automatisch dat U zijn of haar bevelen ook werkelijk aanvaardt. Bij aanvaarding gehoorzaamt U, maar gaat U in Uw hart ook akkoord met de strekking van het bevel. In zekere zin zou ik dus kunnen zeggen dat gehoorzaamheid eenzijdig is: God (Maria) laat U een opdracht voelen, en U voert deze uit. Bij aanvaarding is echter sprake van een overeenkomst in beide richtingen: U voelt de opdracht, en zegt (met de mond of in Uw hart) dat U aanvaardt, en dan voert U ze uit. Dit laatste is dus zoals het ondertekenen van een contract. Bij aanvaarding handelt U méér uit vrije wil dan bij gehoorzaamheid. Aanvaarding is de voorwaarde om de vruchten van Uw verdiensten en lijden te plukken, want zonder aanvaarding is het lijden iets dat U opgelegd wordt. Daar hebt U geen verdienste aan. Bij aanvaarding geeft U te kennen dat U bereid bent om het kruis te dragen, wat tegenover God ook een grotere garantie inhoudt dat Zijn Plan met meer overgave uitgevoerd zal worden, want U hebt als het ware een contract getekend...

    43. Overgave en toewijding

    Overgave is het vermogen om Uw leven dag na dag zodanig te laten evolueren dat niet Uw verlangens maar deze van God ermee gediend worden. Het is het vermogen tot aanvaarding van alles wat gebeurt, in vertrouwen op de Wijsheid van Gods Voorzienigheid, in het bewustzijn dat gehoorzaamheid aan Gods schikkingen een vanzelfsprekend gevolg is van het feit dat Hij alles beter weet en kan dan Uzelf. Toewijding is de levenshouding die volkomen op dit besef berust. Toewijding is het vermogen om U totaal en zonder enige beperking aan God (Jezus, Maria) te geven, al Uw doen en laten, werkelijk alles in Gods handen te leggen. Het is dus afstand doen van Uzelf en van alle vruchten van Uw handelingen, louter en alleen om daarmee Gods Plannen te dienen. Het is met andere woorden Uzelf volkomen en vrijwillig ten dienste stellen van God zodat Hij over U kan beschikken en U naar believen kan gebruiken als een werktuig om Zijn doelstellingen met de wereld te verwezenlijken.

    De meest gebruikelijke vorm van toewijding is deze aan de Heilige Maagd. De Mariatoewijding als levenshouding is de kern van het onderwerp van het boek De Hemelse Bruiloft. Vele mensen denken van zichzelf dat zij de echte toewijding beleven, terwijl dit helemaal niet zo is. Toewijding is oneindig veel meer dan het uitspreken van een akte of gebed van toewijding. Ware toewijding is een levenshouding, een levensgesteldheid die zodanig tot Uw eigen vlees en bloed wordt dat U in alle omstandigheden van Uw leven tot een volkomen overgave en zelfgave komt, zonder protest, opstandigheid of verzet tegen de wil van diegene aan wie U zich toewijdt. Gebrek aan overgave komt veel vaker voor dan U wellicht vermoedt.

    Een klein voorbeeld: U hebt een bepaalde dagindeling vooropgesteld, en om één of andere reden valt deze in duigen, zodat U onverwachts iets anders moet doen of iets wat U zich had voorgenomen, niet kunt uitvoeren, hoe reageert U dan? Bent U geërgerd of knorrig, of aanvaardt U dit in blijmoedigheid en offert U deze toestand op, hoewel U hem misschien betreurt? Bedenk dat het mogelijk is dat God het wenselijker acht dat U die dag iets anders met Uw tijd zou doen dan U zich had voorgenomen.

    Wees U er steeds van bewust dat, indien U Gods Voorzienigheid de vrije hand laat, Hij Uw leven elke dag richting kan geven om alles voor U ten beste te regelen, en dat alles wat gebeurt of juist niet gebeurt, op het goed van Uw ziel is afgestemd. Wat goed is voor Uw ziel, is God beter bekend dan U. Daarom is overgave zo belangrijk voor Uw Eeuwig Heil. Talloos zijn de mensen die krampachtig elk detail van hun leven trachten te regelen, en ontstemd raken zodra iets anders loopt dan zij hadden gepland of voorzien. De mens houdt doorgaans graag de touwtjes in handen, en is niet vlug geneigd om zich in andermans handen te leggen. Nog veel minder gemakkelijk zal hij zijn leven laten dirigeren door iemand wiens beslissingen hij niet meer kan controleren (God, Jezus of Maria).

    Voor verdere beschouwing in verband met overgave en toewijding verwijs ik U graag naar De Hemelse Bruiloft, waarin U zeer uitvoerig de levenswijze van ware toewijding wordt uiteengezet, maar ook naar punt 5 van hoofdstuk 2. Alleen nog deze bedenking: elk gebrek aan overgave, elke opstandigheid, komt neer op een weigering om het kruis te dragen dat van U wordt gevraagd en dat U alleen maar op de schouders wordt gelegd omdat dit voor Uw Eeuwig Goed zo moet zijn. Het is dus tevens een gebrek aan vertrouwen op Gods Wijsheid.

    44. Plichtsbewustzijn

    Plichtsbewustzijn is de deugd die U in staat stelt, te allen tijde te beseffen wat U moet doen om het goede na te streven. Het kan dus worden beschouwd als een vorm van aandacht voor de stem van Uw geweten. Deze deugd houdt ook verband met gehoorzaamheid.

    Een gebrek aan plichtsbewustzijn komt voor bij de mens die wij nalatig, zorgeloos of nonchalant noemen. Deze ondeugd betekent dat de mens onvoldoende beseft wat gedaan moet worden of wat hoort. Ieder mens heeft in dit leven een welbepaalde roeping, een opdracht die hij moet vervullen om zijn aandeel in het volbrengen van Gods Plan te verwezenlijken. Een ziel die voldoende geopend is voor deze opdracht, wordt door het eigen geweten gewaarschuwd wanneer zij bezig is, de vervulling van deze ingeboren plicht te verwaarlozen. Plichtsbewustzijn is dan het vermogen om de positie die God U in het leven heeft gegeven, zo getrouw mogelijk te bekleden, en de daarmee gepaard gaande taken zo gewetensvol mogelijk te vervullen. Naarmate een ziel zich verder van God verwijdert, kan zij ook de voeling met het eigen geweten verliezen, want het geweten zou in zekere zin vergeleken kunnen worden met een radio die de instructies van Gods Geest opvangt, evenals de boodschappen die reeds in de eigen ziel zijn gelegd bij haar schepping. Zodra het bewustzijn afgesneden wordt van het geweten, voelt de ziel niet meer wat van haar werkelijk verwacht wordt. De eigen roeping is dan niet duidelijk meer, de mens stelt zich vragen over de ware zin van zijn leven, en het plichtsbewustzijn kan volledig uitgeschakeld worden. Het verschil tussen goed en kwaad wordt eveneens niet meer duidelijk herkend.

    In het verlengde van wat ik zopas heb beschreven, wil ik U erop wijzen dat het eveneens als een ondeugd te beschouwen is wanneer U de knaging van Uw geweten (wroeging!) tracht het zwijgen op te leggen opdat het U niet langer zou herinneren aan bedreven zonden. Laat ik wel het volgende duidelijk stellen: indien U een zonde bedreven hebt en U hebt deze in alle oprechtheid en met berouw gebiecht en de bijhorende penitentie en eventuele boetedoening uitgevoerd, mag U er niet meer blijven aan terugdenken noch er op terugkomen, want God beschouwt dit als twijfel aan Zijn Liefde en Barmhartigheid. De schuld is vereffend, dus is voor God de rekening afgesloten. Maar zolang U een zonde niet hebt gebiecht, mag U niet de stem van Uw geweten trachten te verstikken door te doen alsof er niets gebeurd is. Dit is een uiting van gebrek aan Liefde voor God en aan plichtsbewustzijn tegenover Hem, en komt voor God ook over als een bewust afwijzen van de ingevingen van de Heilige Geest die U er via Uw geweten (dat dienst doet als 'radio-ontvanger' voor Gods boodschappen) onophoudelijk tracht aan te herinneren dat Uw ziel niet in staat van genade verkeert. Negeer daarom de stem van Uw geweten nooit, want de knaging, hoe pijnlijk zij ook is, dient precies om U te herinneren aan het feit dat God U een kans geeft om Uw Eeuwige Zaligheid te verzekeren: deze kans neemt de vorm aan van het Sacrament van de Biecht. Houd dit gegeven steeds voor ogen als een aansporing om regelmatig te biechten.

    Het niet nakomen van afspraken, heb ik reeds vermeld als een overtreding van de deugd van betrouwbaarheid. Het kan ook worden beschouwd als een gebrek aan plichtsbewustzijn, en het is tevens een vorm van oneerbiedigheid ten aanzien van Uw medemens. Wanneer U met iemand iets afspreekt, en zonder dat bepaalde omstandigheden buiten Uw wil U verhinderen om deze afspraak na te komen, zodat Uw medemens vergeefs op U wacht, komt U inderdaad Uw plicht jegens hem niet na, en schiet U tevens tekort aan respect voor deze mens, die wellicht bepaalde regelingen heeft moeten treffen om U tegemoet te komen.

    Gebrek aan plichtsbewustzijn kan optreden in de vorm van verwaarlozing van mensen of wezens die aan Uw hoede toevertrouwd zijn, zoals dat het geval is bij kinderverwaarlozing en verwaarlozing van dieren. God heeft het tot onderdeel van Uw levensopdracht gemaakt, voor deze wezens te zorgen, en Hij verwacht van U dat U dit doet zoals Hij: met overgave, Liefde, rechtvaardigheid. Het verzuimen of verwaarlozen van de religieuze opvoeding van Uw kinderen, is een ander voorbeeld van gebrek aan plichtsbewustzijn: religieuze opvoeding moet hen de christelijke waarden meegeven die zo belangrijk zijn om een stevig fundament voor het leven van hun ziel op te bouwen.

    45. Eerbied

    De eerbied is een deugd waaronder een heel brede waaier van gedragingen en toestanden kan vallen. Enkele daarvan behoren tot de zwaarste overtredingen tegen Gods Wet. Eerbied is, zoals het woord zegt, 'eer bieden', 'de verschuldigde eer betuigen'. Aan wie of wat? Aan God, aan Uw medemens, aan de Schepping. Waarom eerbetoon geven? Omdat U daarmee de waarde en waardigheid van God, Uw medemens en de Schepping erkent. Eerbied tegenover God is één van de elementen van de Liefde tegenover God, en komt ook in de godsvrucht tot uitdrukking. In feite is elke vorm van eerbied in het diepste van haar wezen een vorm van eerbied aan God.

    Een rechtstreekse zonde tegen de eerbied jegens God ligt in het misbruiken van Zijn allerheiligste naam, bijvoorbeeld in het vloeken, dat dagelijks zo veelvuldig gebeurt. Even vaak als door het vloeken, wordt oneerbiedig jegens God gehandeld door de godslastering. Godslastering is elke uitspraak waardoor God voornamelijk beledigd wordt door over Hem een beeld op te hangen dat Zijn ongeëvenaarde waardigheid neerhaalt in de oren en de geest van de mens die de godslastering hoort, en door op een negatieve of beledigende wijze over Hem te spreken. Een hele reeks zonden tegen de eerbied jegens God worden bovendien dagelijks bedreven in alle kerken ter wereld door allerlei oneerbiedig gedrag, dat volkomen ongepast is voor een mens die doordrongen zou moeten zijn van Gods Aanwezigheid: onbetamelijke houding of kleding, spreken in de kerk (hoe vaak bent U getuige van luidruchtige gesprekken, en daarenboven vaak over onderwerpen die allerminst thuishoren op een gewijde plaats), verstrooid zitten rondkijken, enzovoort, om nog niet eens uit te weiden over de hartverscheurende wijze waarop vele Communies ontvangen worden. Met deze laatste komen wij op het terrein van de heiligschennis, waarover ik het reeds heb gehad.

    U kunt God eerbied bewijzen door Zijn Schepping te respecteren. Daarom is bijvoorbeeld bewuste milieuvervuiling (gebruik van pesticiden, roken, laten rondslingeren van zwerfvuil, verbranden van voorwerpen die chemicaliën aan de lucht afgeven, enz.) een ondeugd. God heeft de Schepping gemaakt met een ingebouwde harmonie, een evenwicht tussen die ontelbare elementen (mens, dieren, planten, klimaat enz.) die noodzakelijk is om het leven van de diverse lichamen mogelijk te maken. Voeding, ademhaling, alle lichamelijke functies van alle levende wezens, zijn slechts mogelijk zoals God deze heeft bedoeld, voor zover alle elementen van de Schepping in een welbepaalde onderlinge harmonie leven, binnen bepaalde schommelingen. Zodra de onderlinge schommelingen te groot worden, ontstaan onevenwichten die de levenskracht van diverse soorten ondermijnen. Daarom allerlei afwijkingen, uitstervende soorten, ziekten, geestelijk en emotioneel lijden, enzovoort. Bewuste verstoring van de natuur, in welke vorm dan ook, hoort hier eveneens onder. Mishandeling van dieren, alsook het misbruik en de uitbuiting van dieren om commerciële redenen en uit winstbejag, zijn eveneens een gruwel in Gods ogen. Zij zijn uitingen van een groot gebrek aan Liefde voor de wezens in kwestie, aan eerbied voor Gods Werk, en van een totaal onvermogen om Gods Schepping te beheren (een taak die aan de mens werd toevertrouwd). Wie zich hieraan bezondigt, zal voor Gods Gerechtigheid zwaar ter verantwoording worden geroepen.

    Tegen de noodzaak van eerbied voor God wordt vaak en heel zwaar gezondigd door gebrek aan respect voor het leven. Tot deze vorm behoren de zwaarste zonden: moord, abortus, euthanasie. Bepaalde vormen van gebrek aan respect voor het leven worden in de wetgeving van bepaalde landen niet langer als misdaad beschouwd. Niettemin blijven zij zware overtredingen tegen de Wet van God, en het is volgens die Wet dat Uw ziel geoordeeld zal worden. Voor Gods Gerechtigheid kunt U Uzelf niet vrijpleiten door U te beroepen op de toepassing van een menselijke wet, die geïnspireerd is op een dwaling tegenover Gods Leerstellingen.

    Moord is ook in de menselijke wetgeving ongeoorloofd. Het is het eigenhandig en op gewelddadige wijze beëindigen van een mensenleven. Abortus en euthanasie zijn tegenwoordig in diverse landen toegestaan, maar zijn een vreselijke gruwel in Gods ogen. Waarom is dat zo? Omdat de mens hierdoor ingrijpt op Gods Plan. In het geval van abortus geldt bovendien dat deze wordt gepleegd als een 'oplossing' voor de gevolgen van een handeling (de lichamelijke vereniging) die in Gods ogen vaak als onvoorzichtig kan worden beoordeeld (alles met het oog op de omstandigheden waarin zij werd gesteld, economische toekomstvooruitzichten enzovoort). God beschikt op grond van een Eeuwige Wijsheid over de levensduur en de wijze van leven en sterven van elke mens. Wanneer een mens daarop ingrijpt, bezondigt hij zich aan een zware overtreding tegen Gods Plan. De mens heeft er geen idee van hoe zwaar hij Gods Plan verstoort door dergelijke handelingen. Om die reden zijn en blijven dit zware zonden van  ongehoorzaamheid, onbezonnenheid en gebrek aan Liefde en eerbied.

    Eveneens een gebrek aan eerbied voor het door God beschikte leven, is het gebruik van anticonceptiemiddelen. Eerbied tussen mensen vindt op grote schaal reeds haar uitdrukking in alle regels die vervat zitten in de verklaringen betreffende de mensenrechten. Doch ook op de kleinere schaal, in de alledaagse betrekkingen tussen mensen, is deze deugd onophoudelijk aan de orde. Van gebrek aan eerbied tegenover Uw medemens is sprake wanneer U hem van zijn menselijke waardigheid berooft, of zelfs wanneer U hem opzettelijk of door onachtzaamheid in een situatie brengt die hem schade kan toebrengen. Een voorbeeld dat veelvuldig voorkomt: roken in de nabijheid van een mens die U niet kent. In dat geval kunt U niet weten of deze mens al dan niet lijdt aan een ziekte of lichamelijke zwakheid waardoor hij geen rook verdraagt. Houd daar rekening mee.

    Eerbied tegenover Uw medemens betekent verder dat U zijn bezittingen respecteert. Gebrek aan eerbied ligt bijvoorbeeld in diefstal, bedrog, in woeker, in afperserij en omkoperij. Al deze handelingen hebben overigens ook te maken met een neiging om zichzelf materieel te verrijken ten koste van de medemens, en geven dus ook reeds blijk van een totaal misplaatst waardenbesef: de voorrang geven aan vergankelijke rijkdom, ten koste van het werk en de stoffelijke verdiensten van een medemens. Het geeft uitdrukking aan het feit dat U meent gelukkig te kunnen zijn terwijl een medemens door Uw toedoen in problemen wordt gebracht. Het is een vorm van de meest verwerpelijke zelfzucht. Iets gelijkaardigs geldt ook voor vandalisme, opzettelijke verwoesting of beschadiging van de bezittingen van een medemens, of voor het toebrengen van schade aan de dieren van een medemens. Elk middel, elke handeling, waardoor men opzettelijk een medemens schade berokkent of hem iets ontneemt, is een uiting van gebrek aan eerbied en aan Liefde. Bedenk dat U met dit alles niet alleen de medemens, maar ook God in die medemens benadeelt.

    Een elementaire vorm van eerbied is de beleefdheid, die reeds tot uiting kan komen in het begroeten van Uw medemens. In onze moderne wereld is het niet gebruikelijk, iedereen te begroeten die men ontmoet. Nochtans zou dit niet abnormaal of tegennatuurlijk zijn, wel integendeel, want God woont in elke medemens. Indien U dus God wil begroeten in Uw medemens doch dit niet te opzichtig wil doen, zou U Uzelf kunnen aanwennen, elke mens die U ontmoet in Uw hart te begroeten. In elke ontmoeting, ook in een 'toevallige' voorbijganger op de straat, gaat God Zelf aan U voorbij, evenals de engelbewaarder van die mens. Door dit voor ogen te houden, zult U Uw medemensen en zelfs elke vluchtige ontmoeting heel anders beginnen te bekijken. Onbeleefdheid kan tot uiting komen in de woorden die U spreekt, in de toon waarmee U de woorden uitspreekt, in handelingen waarmee U Uw medemens stoort of hindert, maar ook in de wijze waarop U naar hem kijkt, en zelfs in tekenen van onverholen verveling. Het komt bijvoorbeeld wel eens voor dat U met iemand in gesprek bent, en dat U aan bepaalde blikken, handelingen of bewegingen van die mens begint te merken dat hij U in stilte duidelijk tracht te maken dat U hem verveelt. Dat zijn uitingen van onbeleefdheid, maar ook van tactloosheid in zoverre die mens zich niet eens de moeite getroost om zijn verveling te verbergen. Veelvuldig wordt tegen de eerbied gezondigd door het uiten van grove beledigingen of het uitschelden van een medemens. Nog groter is deze ondeugd indien U achteraf nooit excuses aanbiedt.

    Een veel voorkomende vorm van gebrek aan eerbied, komt tot uiting in het bespotten van Uw medemens, hem voor de gek houden, hem imiteren (bepaalde opmerkelijke karaktertrekken, gedragingen, zegswijzen, gelaatsuitdrukkingen enzovoort van Uw medemens op een zodanige wijze nabootsen dat deze hierdoor in het belachelijke worden getrokken). Ook het misbruik van het feit dat Uw medemens minder ontwikkeld is, het misleiden van een medemens die niet zo verstandig is, het in onrust brengen van Uw medemens, hem iets op de mouw spelden of hem bedriegen, behoren tot het gebrek aan eerbied. Hetzelfde geldt wanneer U Uw medemens het leven zuur maakt door allerlei negatieve gedragingen of woorden.

    Gebrek aan eerbied is ook, neerkijken op Uw medemens op grond van zijn beroep, inkomsten, afkomst enzovoort. Deze dingen zijn zo beschikt door Gods Voorzienigheid. Indien U daar op neerkijkt, beledigt U God Zelf, want dit komt neer op kritiek op de Goddelijke Orde. Wanneer U Uw medemens negeert of doet alsof hij er niet is, bent U eveneens oneerbiedig jegens hem.

    In zekere zin zou ook het misbruik van vertrouwen van een medemens als vorm van oneerbiedigheid jegens hem beschouwd kunnen worden. Iemand vertelt U iets in vertrouwen, en keurt U dus waardig om zijn 'geheim' te vernemen, en achter zijn rug om verklapt U deze vertrouwelijke informatie aan iemand anders die niet geacht werd, deze te vernemen. Er is wel een grote uitzondering op deze ondeugd: Wanneer iemand U in het geheim medeplichtig wil maken aan een onchristelijke daad (bijvoorbeeld een misdaad), is er geen sprake van gebrek aan naastenliefde wanneer U dit niet geheim houdt, vaak integendeel.

    Mensen geven er zich zelden rekenschap van, maar ook het verspillen van voedsel of van andere goederen (voor zover het opzettelijk gebeurt, niet in geval van overmacht) is een gebrek aan eerbied jegens God, die het U heeft gegeven. Verspilzucht is de neiging om bruikbare dingen weg te gooien. Bedenk bovendien welke kaakslag dit toebrengt aan God, die elke dag Getuige is van de schrijnende nood van vele mensen, ook in Uw eigen dichte omgeving.

    46. Tact

    Tact zou ik willen omschrijven als een fijngevoeligheid voor de emoties en innerlijke beleving van Uw medemens. Tactloos gedrag is gedrag dat geen rekening houdt met de gevolgen van dat gedrag in het aanvoelen bij de medemens, en dat daardoor aanstoot geeft. Dat kan gebeuren door daden of door woorden. U kunt een medemens schokken door iets te doen of te zeggen dat bij hem overkomt als een brutale kwetsuur, of dat hem verbijstert door het onverwacht gevoelloze karakter van Uw handeling of Uw uitspraak, en hem eventueel zelfs schaadt in zijn waardigheid. Tactloosheid is tevens onbeleefdheid die gepaard gaat met onwijsheid, en wekt bij de gekwetste de indruk dat U weinig inzicht of inlevingsvermogen in de gevoelswereld van de mens in het algemeen bezit. Het is een ondeugd doordat het mensen emotioneel pijnigt of onbehaaglijk maakt. Tactloosheid vormt in wezen de kern van de ondeugd waarnaar wordt verwezen in het gezegde dat reeds bij de Romeinen bestond: "de mens is een wolf voor zijn medemens": Mensen kunnen wreed zijn voor elkaar, ook met woorden, en verslinden soms elkaars hart.

    Tact houdt steeds op één of andere wijze verband met het sparen van de gevoelens van Uw medemens. Daarbij moet U er steeds op bedacht zijn dat deze houding gepaard moet gaan met oprechtheid. Zonder oprechtheid is tact niets anders dan voorgewend begrip voor de ander, wat heel kwetsend kan zijn doordat deze zich door U bedrogen of zelfs belachelijk gemaakt kan voelen. Weinige dingen zijn pijnlijker voor Uw hart dan plots tot het besef te komen dat een medemens U niet ernstig neemt of U met geveinsde lieftalligheid benadert, zodat U het gevoel krijgt dat hij U voor dom of oppervlakkig houdt.

    Iemands gevoelens kwetsen, kan op onvoorstelbaar veel manieren gebeuren. Bijvoorbeeld: wek tegenover een zieke niet het gevoel dat U hem vies vindt omdat hij ziek is. Indien iemand zich bezeert, lach dan niet omdat U de situatie komisch vindt. Indien Uw medemens iets heeft gedaan met de bedoeling, U een plezier te doen, maak hem dan niet op een weinig fijngevoelige manier een verwijt omdat hij het niet helemaal volgens Uw inzichten heeft gedaan (wie garandeert U dat Uw werkwijze de enige juiste is?). Maak geen grappen in de nabijheid van een overledene of na diens begrafenis, want zijn dierbaren kunnen hier (terecht) aanstoot aan nemen.

    In feite zou men het openlijk onbeantwoord laten van iemands groet, eveneens een vorm van tactloosheid kunnen noemen, want het is een gedraging die de medemens schokt: Hij heeft U eerbied betoond door U te groeten, en U kwetst hem door hem niet waardig te keuren om Uw wedergroet te ontvangen. Hierdoor plaatst U hem als het ware openlijk beneden Uzelf. Een andere vorm van gebrek aan tact schuilt in het belerend spreken met Uw medemens. Wanneer U vaak tot een mens spreekt met woorden of op een toon alsof U hem voortdurend terechtwijst of instructies moet geven, kan dit ergernis opwekken en zelfs kleinerend overkomen: U wekt hierdoor bij hem de indruk alsof hij voor alles Uw aanwijzingen nodig heeft, zelf niets goeds kan doen, nergens verstand van heeft, of dat U er automatisch van uitgaat dat Uw eigen handel- en werkwijze de enige juiste zijn. Ik heb deze neiging ook reeds in punt 28 besproken, omdat zij een duidelijk element van hoogmoed in zich draagt. Zo ook is het tactloos, Uw medemens die U een vraag heeft gesteld, te antwoorden op een zodanige wijze dat deze het gevoel krijgt dat hij in Uw ogen dom is.

    Een voorbeeldje van gebrek aan tact in het religieuze leven: vaak verlaten mensen de kerk nog vόόr of tijdens het zendingswoord of de priesterlijke zegen tot besluit van de Heilige Misviering. Dat is een gebrek aan tact tegenover de priester, en bovendien een gebrek aan eerbied tegenover Uw medemens en tegenover God. Bedenk bovendien dat de Heilige Mis een gestructureerd geheel uitmaakt waarin elk onderdeeltje een diepe betekenis heeft. Overweeg daarom goed dat het afbreuk doet aan de waarde van Uw spirituele oefening indien U zelfs maar een minuut te laat in de kerk aankomt of deze een minuut voortijdig verlaat.

    47. Rouwmoedigheid

    Rouwmoedigheid is de gesteldheid waarbij de ziel gedreven wordt door een liefdevol berouw over bedreven zonden of gemaakte fouten. Ik zou kunnen zeggen dat het vermogen om berouw te voelen neerkomt op een vermogen om naar de eigen ziel te kijken vanuit Gods ogen, en op grond daarvan af te meten in welke mate men God heeft bedroefd. Rouwmoedigheid heeft dus veel te maken met liefde tot God. Een mens die onverschillig is over zijn eigen zonden, fouten, tekortkomingen, nalatigheden en onvolkomenheden, heeft niet begrepen wat elke fout betekent binnen dat zo broze evenwicht tussen genade en ongenade van de mensheid als geheel. Elke fout, hoe gering ook, heeft een weerslag op het gewicht van de collectieve zondeschuld van de mensheid als geheel tegenover Gods Gerechtigheid, evenals elke goede daad, elk gebed, elk offer, elke boetehandeling deze (in de andere richting) beïnvloedt.

    Hoezeer rouwmoedigheid verband houdt met Liefde tot God, kunt U merken wanneer de beschouwing van het Lijden van Jezus en de Smarten van Maria in Uw hart een ware pijn veroorzaakt, en een neiging om in Uw eigen ziel te kijken in het besef dat ieder mens in grotere of geringere mate aandeel heeft in de noodzaak voor de immense Verlossingsoffers die Jezus en Maria hebben gedragen voor de afbetaling van de zondeschuld van de hele mensheid. Rouwmoedigheid kan zich inderdaad uitbreiden tot een diep gevoelde smart over de zonden van de hele wereld, zelfs van alle tijden, in plaats van louter betrekking te hebben op eigen zonden.

    Rouwmoedigheid is de emotie die de deur opent voor ware inkeer: het 'in-zichzelf-keren' voor een beschouwing van de eigen zielentoestand. Wanneer, door het Licht van de Heilige Geest, het hart wordt geraakt en de geest zich in zichzelf gaat keren in het besef van een begane zonde of van een ontspoord gedrag (dat eventueel reeds lange tijd in stand wordt gehouden), kan dit aanleiding geven tot een diepe pijn, die verband houdt met het bewustzijn van de pijn die dit gedrag het Hart van God heeft aangedaan. Deze gesteldheid is het berouw, de ware spijt die niet zelden gepaard gaat met een gevoel van schaamte over de eigen onvolkomenheid, een gevoel van schuld over de eigen negatieve bijdrage tot de zondeschuld van de mensheid.

    Normaal gesproken wordt in deze gesteldheid het hart ontvankelijk gemaakt voor de genade van zelfverbetering, eerst en vooral een diep gevoelde behoefte tot goedmaking van de zonde, bijvoorbeeld door een zekere vorm van boete, en daarna vaak een neiging tot het inslaan van nieuwe gedragswegen, in de gunstigste gevallen een soort van “wedergeboorte voor het Licht'. Dit proces is wat gebeurt bij de ware bekeringen. Rouwmoedigheid werkt motiverend: niets is meer in staat om de mens aan te zetten tot een nieuw en deugdzamer leven dan het berouw op grond van het besef van de draagwijdte van zelfgemaakte fouten voor de eigen ziel, de invloed ervan op de medemens, en de wonde die zij toebrengen aan Gods Hart.

    Rouwmoedigheid is als een deur die opengaat voor het Licht en de Liefde. Zij spoort aan om meer in overeenstemming te gaan leven met Gods verwachtingen, mede doordat de rouwmoedige ziel het gevoel krijgt dat elke begane zonde een gemiste kans is geweest, verloren tijd die niet optimaal benut is. Deze ziel heeft begrepen welke schade de duisternis aanricht, en zoekt daarom met volle teugen te drinken van het Licht om de eigen wonden te genezen.

    Van gebrek aan rouwmoedigheid is sprake bij de mens met een laag zondebesef, die aan zijn eigen fouten, zonden en dwalingen niet zwaar tilt omdat hij ze ofwel niet als dusdanig herkent, ofwel de gevolgen ervan niet kan inschatten, ofwel niet de Liefde kan opbrengen om een nieuw leven te beginnen, ofwel een combinatie van deze factoren in zich verenigt. In dit geval is ook geen motivatie aanwezig om gebruik te maken van het Sacrament van de Biecht, of indien wel gebiecht wordt, gebeurt dit zonder oprecht berouw, als een eerder mechanische handeling, of uit gewoonte, of uit een soort vrees voor straf vanwege Gods Gerechtigheid, doch zonder de Ware Liefde die nodig is om werkelijk tot bekering te komen.

    'Bekering' is een begrip dat vaak verkeerd wordt ingeschat. Het heeft niet uitsluitend betrekking op zware zondaars. Bekering is een bijsturing die elke dag opnieuw nodig kan zijn, doordat de mens geen dag vrij is van fouten, ook al zijn ze niet altijd ernstig. In De Hemelse Bruiloft heb ik de vergelijking gemaakt met een auto op een weg. U rijdt op de levensweg, en begaat een zonde of fout. Deze zonde of fout is een slippartij. Al naargelang de ernst ervan, kunt U in een afgrond, in een ondiepe greppel, of gewoon in het gras naast de weg terechtkomen. Bekering is nu de handeling, het manoeuvre, waardoor U opnieuw op de weg terugkeert om Uw levensreis naar het Licht van God verder te zetten. Uw wagen kan zware schade hebben opgelopen, of zonder een schrammetje gewoon even uit koers geslagen zijn, maar slechts één ding telt in Gods ogen: dat U moeite doet om op de weg terug te komen en verder te rijden. Niet de zonde is een schande, wel Uw onwil om op de juiste weg terug te komen en naar het Licht toe te rijden.

    29. Bescheidenheid

    Met deze deugd blijven wij in de buurt van de nederigheid. Bescheidenheid berust op een sterk ontwikkelde zin voor verhoudingen: De bescheiden mens weet hoe relatief alles is, en hij hoedt er zich voor om te zwaar te tillen aan zijn eigen verdiensten. Hij beleeft de grootste vreugde aan zijn verdiensten, zijn lijden enzovoort, wanneer hij deze verborgen kan houden, en indien dit niet lukt, zal hij de neiging hebben om zijn eigen inbreng te minimaliseren door erop te drukken dat hij slechts doet wat God van hem verwacht en met de middelen die hem door God gegeven zijn. Met andere woorden: Hij gaat zelf opzij staan door constant naar God (Jezus, Maria) te verwijzen als Oorsprong en Bron van alles. Hij wijst erop dat het in feite God (Maria) is die door zijn handen en mond werkt, en dat Hij (Zij) dus in feite ook alle eer moet krijgen voor de resultaten.

    Ook ten aanzien van zijn medemens past hij deze overtuiging toe: wanneer hij op het werelds vlak iets heeft gedaan, is hij ervan overtuigd dat de inbreng van deze of gene medemens in feite groter is geweest dan de zijne. Hierin ligt de kern van deze gesteldheid: hij is ervan overtuigd. Inderdaad, hij zegt dit niet zomaar, hij voelt dit daadwerkelijk zo aan, en is zelfs verbaasd wanneer mensen hem grote dingen toedichten, want hij heeft niet het gevoel dat hijzelf grote dingen doet. Hij is dan ook niet uit op lofbetuigingen, integendeel, hij voelt deze bijna als een verontreiniging aan, als bloemen die hem niet helemaal terecht toegeworpen worden en waarmee hij God (Maria) tekort doet indien hij ze niet onmiddellijk aan Hem (Haar) doorgeeft.

    Een tekort aan bescheidenheid uit zich in de mens die zichzelf tot middelpunt van zijn leefwereld maakt in woord en daad. Deze houding kan zich zelfs uiten in opdringerigheid. Opdringerigheid is een vorm van zichzelf naar voor schuiven, het behelst in zekere zin een kreet met de boodschap 'kijk naar mij'. U kunt geconfronteerd worden met een situatie waarin U het gevoel krijgt dat U een concreet positieve inbreng zou kunnen leveren, en op grond van Uw specifieke talenten kan dit zelfs zo zijn, maar toch grijpt U door deze houding in op Gods Voorzienigheid. Indien het binnen Gods Plan wenselijk is dat Uw inbreng herkend en erkend wordt, zullen de zaken zo geregeld worden dat Uw inbreng inderdaad gevraagd wordt of dat U niet anders kunt dan ingrijpen. Zolang de situatie daar niet werkelijk om vraagt, is Uw tussenkomst in werkelijkheid opdringerigheid. Dit kan aanstootgevend werken. Daarom ook het gezegde 'ongevraagde hulp is zelden welkom'.

    De werkelijk bescheiden mens kan in een situatie terecht komen waarin hij voelt dat hij iets goeds zou kunnen doen, doch zal zich geremd voelen om iets te ondernemen, omdat hij meteen vreest dat hij bij anderen het gevoel kan wekken dat hij zichzelf beschouwt als iemand met een hoge dunk over zijn eigen kunnen. In wezen is ook de bemoeizucht een uiting van gebrek aan bescheidenheid. De bemoeizieke mens wil absoluut het leven van zijn medemens regelen. Vaak onder de schijn van naastenliefde dringt hij binnen in de levenssfeer van de medemens: er is ook hier sprake van opdringerigheid. Men zoekt ongevraagd deel te krijgen aan bepaalde aspecten van het leven van de medemens, in plaats van zich strikt bij de vervulling van de eigen levenstaken te houden. Daarbij wekt men steevast de indruk dat men zelf beter in staat is om aan de situaties in het leven van de medemens het hoofd te bieden dan deze dit bezig is te doen. Dat kan heel ver gaan. De bemoeizucht is een fout tegen de bescheidenheid, maar houdt de ziel ook veel te veel vast in de sfeer van het wereldse. Een groot gedeelte van de energie wordt besteed aan aandacht voor allerlei futiliteiten die de ziel wegleiden van haar eigen roeping.

    Bescheidenheid, net zoals nederigheid, is een deugd die als waarlijk wereldvreemd wordt beschouwd. De moderne wereld is koel, ongevoelig en tactloos geworden. Wie zich niet weet door te zetten, valt ten prooi aan de koele berekening van hen die hun leven louter met materialistische doelstellingen leiden. Daarom is het een waar moreel martelaarschap, in een wereld als deze van vandaag, ondanks de talloze onzuivere invloeden van elke dag, stand te houden in deze deugden. Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat God de kleinen zozeer bemint, en dat Hij de redding van de wereld in hun handen heeft gelegd.

    30. Eenvoud

    Ook deze deugd heeft veel te maken met een afkeer van alle opzichtigheid in woord en daad. De eenvoudige ziel heeft de innerlijke schoonheid van de ware bezieling gevonden, en beleeft deze diep in haar hart. Eenvoud is de Liefde voor het ongecompliceerde, omdat men weet dat alles wat boven het strikt noodzakelijke uitstijgt, slechts ballast voor de ziel is. De eenvoudige ziel heeft begrepen dat zij des te beter in de zuiverheid, en dus des te dichter bij God, kan leven naarmate zij zichzelf minder met allerlei indrukken belast. De enige maatstaf waaraan voor deze ziel de dingen der wereld moeten voldoen, is dat zij een bepaald doel dienen om te leven, voor het overige worden zij als overbodig beschouwd. De eenvoudige mens heeft geen boodschap aan dingen die de aandacht trekken of die op kunstmatige wijze opgesmukt zijn en daardoor eerder de zinnen bezighouden dan de ziel dienen. Een modelvoorbeeld van eenvoud is Gods beschikking dat de Messias geboren zou worden in een stal (grot), een verblijf voor dieren. Het had nochtans heel wat anders kunnen zijn voor de Zoon van God.

    De eenvoudige mens, de mens die de ware eenvoud van hart bezit, heeft de neiging, zich weinig vragen te stellen bij datgene wat de Goddelijke Voorzienigheid voor hem beschikt. Hij aanvaardt de dingen zoals zij zijn, vermijdt om erover te redeneren doch neemt ze aan als dingen die ergens in Gods Plan passen. Het maakt hem niet echt uit, te weten wat God er precies mee beoogt, belangrijk is voor hem dat hij er het beste van maakt, dit wil zeggen: ze benadert op de wijze die God van hem zou verwachten. Zijn hart weet zich voldoende open te stellen om de ware bezieling en inspiratie te ontvangen.

    Men zou kunnen zeggen dat de ware eenvoud van hart de deugd is die de mens in staat stelt om te handelen alsof hij geen eigen wil of verstand bezat, doch in alles letterlijk een werktuig van Gods Geest is. De openheid van de eenvoudige ziel komt ook tot uiting in de gesteldheid waardoor zij alle dingen om zich heen stuk voor stuk leert beschouwen als wonderen van God. De eenvoudige ziel heeft die kinderlijke trek weten te bewaren waardoor zij zich zelfs kan verheugen over een grassprietje, een vogeltje, een mooie wolk tegen een helderblauwe hemel, kortom: over alle dingen waar een werelds ingestelde ziel geen aandacht aan schenkt of die deze als vanzelfsprekend aanneemt.

    De eenvoud is het grote kenmerk van hen die zijn als de kinderen, en die daarom de grote lievelingen van God zijn. Eenvoud is bijvoorbeeld ook, zich vaak over het alledaagse kunnen verwonderen als een kind. Het is het vermogen om God te verheerlijken, de kinderlijke geestdrift te bewaren, geen nood te hebben aan 'kicks' (ervaringen die een buitengewone prikkel geven). Deze nood is een uitvloeisel van de afstomping van de ziel. Vele uitingen in de moderne samenleving wijzen op deze algemene afstomping: reclame moet schokkend zijn of ze trekt geen aandacht meer, het eenvoudige en ongecompliceerde, bijvoorbeeld in televisieprogramma’s, wordt als naïef afgedaan, enzovoort. Wie nog tevreden kan zijn over eenvoudige dingen, wordt niet zelden als achterlijk beschouwd.

    Over het algemeen is de eenvoudige ziel vrij van arglistigheid en sluwheid, omdat zij niet berekenend is. Zij ziet het leven niet als een voortdurende uitdaging die uitnodigt om het maximum aan materiële winst te vergaren, doch als een opgave die zij moet trachten te voltooien in een oprechte navolging van de christelijke leer. Dit is waarlijk de gesteldheid van de kinderziel, vόόr deze eventueel door de intriges van de wereld verontreinigd of bezoedeld wordt. Zalig zij die deze gesteldheid, waarmee God hen op de wereld heeft geplaatst, weten te bewaren doorheen hun levensjaren.

    31. Liefde tot de Stilte

    Om Gods Aanwezigheid te ervaren, moet U eerst en vooral innerlijk rust en Vrede vinden. Dat lukt des te beter wanneer U zoveel mogelijk de buitenwereld uitschakelt door zintuiglijke indrukken (onder andere: geluiden) tot een minimum te herleiden. De ziel die de stilte liefheeft, heeft begrepen dat Gods Geest slechts spreekt in een hart waarin Vrede en stilte heerst. Luidruchtigheid is een product van de activiteiten der wereld. Zij houdt de zintuigen op scherp en schept een soort alarmtoestand in de geest. Wanneer U bedenkt dat de geest zoveel mogelijk uitgeschakeld moet worden om het Ware Leven van de ziel te ervaren, waarvan de indrukken verlopen doorheen de beslotenheid van het hart, zult U begrijpen waarom de ziel die spirituele groei betracht, geregeld de behoefte zal voelen om zich in zichzelf terug te trekken.

    Hebt U er ooit bij stilgestaan waarom Maria nooit verschijnt in een stadscentrum tijdens het spitsuur, doch onveranderlijk op stille, vredige, afgelegen plaatsen zoals een berg, een bos of de beslotenheid van een kamer? Het is zelfs uitzonderlijk dat innerlijke visioenen worden geschonken op een plaats waar de ziener/zienster niet in volkomen rust van de zinnen verkeert. God houdt van de stilte. Stilte is als de geruisloze adem van de Heilige Geest. Innerlijke stilte is een prachtige bloem, die het weelderigst bloeit wanneer ook de zinnen in vrede gedompeld zijn. Dat is moeilijk met de geluiden der wereld om U heen. Het is niet zonder reden dat van oudsher de kloosters doorgaans op afgelegen plaatsen werden gebouwd. Hoe meer U het leven buiten Uzelf tot zwijgen kunt brengen, des te intenser zult U het Ware Leven in Uzelf leren kennen.

    Een ziel die de gebedsverdieping nastreeft via het contemplatief (beschouwend) gebed, zoals vooral de mystici dit betrachten, zal dit aanvankelijk ervaren als een grote leegte. Dat komt omdat hun zintuigen het niet gewend zijn, vrij te zijn van indrukken, en hun hart nog niet weet om te gaan met die uitwendige stilte en nog niet geoefend is in het leren aanvoelen van de hogere werkelijkheid, die zich slechts in de diepste kern van het hart openbaart. Een ziel die geroepen wordt tot de weg van de mystieke ervaring van het leven en haar leefwereld, dus tot het rechtstreeks contact met Maria of Jezus, leert spoedig dat niet de uitwendige leefwereld de echte realiteit is, doch dat deze integendeel slechts schijn is, die haar wegleidt van de ware werkelijkheid die zich diep in haar wil openbaren.

    Bij deze ziel wordt de 'leegte aan indrukken' opgevuld met indrukken van een niet-zintuiglijk niveau: Zij gaat dingen zien, horen en voelen (indien deze haar gegeven worden), doch deze indrukken verlopen niet via haar zintuigen, doch worden als het ware rechtstreeks op het beeldscherm van haar ziel geprojecteerd. Wanneer zij bijvoorbeeld Maria schouwt in een innerlijk visioen, ziet zij (terwijl haar ogen geopend of gesloten zijn, dat maakt geen verschil) beelden die vaak veel meer informatie in haar overdragen dan zij met haar lichamelijke ogen zou kunnen ontvangen. Zij kan daarbij tevens inwendig woorden horen, doch vooral gevoelens opvangen die vaak onafzienbaar grote hoeveelheden informatie in haar prenten. Hier geldt letterlijk: de Hemel spreekt boekdelen in de stilte.

    Dergelijke ervaringen leren dat de ziel die de stilte niet liefheeft en niet opzoekt, zichzelf van de rijkste communicatie met God kan afsnijden. Over het verband tussen mystieke ervaring en de stilte schreef ik reeds uitvoering in De Hemelse Bruiloft, en ik citeer even uit dit boek (uit hoofdstuk 15): "Mij is steeds opgevallen hoe stil het in de ziel lijkt te worden terwijl waarlijk bovenaardse gemoedsaandoeningen, bewustzijnsveranderingen en brandende verlangens er doorheen lijken te razen als in een onbedaarlijke storm. Deze vaststelling is heel opmerkelijk, en is voor mij één van vele aanwijzingen voor de Hemelse Tegenwoordigheid. Maria openbaart zichzelf steeds in de stilte, en het lijkt alsof Zij het hart leeg maakt van wereldse indrukken terwijl Zij Zelf het betreedt" (De Hemelse Bruiloft, blz. 353).

    Het is moeilijk om in een atmosfeer van lawaai van de wereld los te komen. Dat komt niet alleen door de geluiden, dus zintuiglijke indrukken, op zich, doch ook doordat een luidruchtige atmosfeer doorgaans 'geladen' is: Hij draagt niet alleen de geluidsindrukken over doch vaak ook een zekere onvrede, frustratie of geestelijke leegheid vanwege diegene die het lawaai veroorzaakt. Uw ziel kan dit onbewust opvangen, en dit kan een zeker onbehagen in U scheppen. Waarschijnlijk hebt U reeds de ervaring opgedaan dat het vaak gemakkelijker is om tot een diepgaand gebed te komen tijdens de stille uurtjes waarin iedereen slaapt. Het gezegde 'de nacht maakt vertrouwelijk' heeft onder andere te maken met het feit dat U door het ontbreken van zintuiglijke indrukken (de duisternis, de stilte, het wegvallen van allerlei activiteiten) meer uitgenodigd wordt om Uw hart te openen.

    Onze samenleving wordt gekenmerkt door een veel grotere onrust, een veel meer gejaagd levensritme dan deze van enkele generaties terug. Met dit alles is ook de stilte zeldzaam geworden. Dat is niet steeds te verontschuldigen door te verwijzen naar de stand van de technologie en de vermenigvuldiging van de verkeersmiddelen. Er zijn uitingen van lawaai die uitsluitend verband houden met de mentaliteitsverandering van de generaties. Dat blijkt bijvoorbeeld in de neiging om ongeremd muziek te laten weergalmen uit allerlei audioapparatuur, zelfs in rijdende wagens. Dat blijkt ook in allerlei vormen van ongeremd lawaai in de huizen. Mensen lijken zich steeds minder te storen aan het mogelijk hinderen van hun medemens. Burengerucht, ongeremde productie van lawaaihinder, nachtelijke tuinfeestjes enzovoort, geven uitdrukking aan een gebrek aan consideratie voor de medemens, aan het feit dat men geen rekening houdt met het leven van de medemens, en dat men volkomen op zichzelf betrokken leeft. Niet in alle gevallen is er sprake van moedwillig storen van de medemens, in de meeste gevallen is dit eerder terug te voeren op een mentaliteit die de mens laat leven alsof hij helemaal alleen op de wereld was.

    De mens die God werkelijk bij zijn leven wil betrekken, zal automatisch de vervulling van zijn leven in de diepte van zijn eigen hart zoeken, waar hij God (Jezus, Maria) kan ontmoeten. Elke vorm van luidruchtigheid is als het zoeken naar opvulling van een leegte door een middel dat weliswaar de zintuigen (over)verzadigt, doch de leegte alleen nog groter kan maken, want hierdoor snijdt de mens zijn eigen ziel nog drastischer van elk Hemels contact af.

    Een moderne overtreding tegen de Liefde tot de stilte ligt besloten in het gebruik van een draagbaar telefoontoestel in een kerk, en zeker tijdens de eredienst, stil gebed of aanbidding. Indien U een telefoontoestel bij U draagt, wees dan eerbiedig jegens God en Uw medemens door het voor de tijd van Uw kerkbezoek uit te schakelen. Geef God niet de indruk dat U Uw wereldse contacten belangrijker acht dan Uw communicatie met Hem, en vergeet nooit dat de eredienst een herdenking van het Lijden van Golgotha is.

    32. Hulpvaardigheid

    Hulpvaardigheid is de deugd waardoor U Uw medemens niet aan zijn lot overlaat, doch geen inspanning schuwt om zijn leven te verlichten. Het is de eigenschap waardoor U in alle omstandigheden bereid bent om hulp te bieden, en zelfs die hulp laat voorgaan op Uw eigen noden. Deze deugd is bij God zeer geliefd, omdat zij een uiting van naastenliefde is waardoor U het Uw medemens helpt mogelijk maken dat hij ondanks alles zijn kruis zou blijven dragen. Ieder mens krijgt een levenstaak, die bestaat uit de ontelbare kleine en grotere opdrachten van elke dag, die samen het kruis van de levensweg vormen. Het vervullen van die taak is van het grootste belang voor het volbrengen van Gods Heilsplan met de mensheid.

    Wanneer ieder mens afzonderlijk zijn eigen taken naar behoren vervult, werkt het geheel van al die volbrachte taken van alle mensen samen in de richting van de verwezenlijking van Gods grote Plan. Niet ieder mens is op al zijn taken berekend, doordat op grond van een samenloop van allerlei omstandigheden sommige opdrachten op sommige dagen te zwaar lijken. Op dat ogenblik is het voor God zeer heilvol indien een ander mens de zwaar beproefde te hulp komt, zodat met verenigde krachten de taak toch volbracht wordt, en het offer gezamenlijk wordt gebracht. Zo kan alles verder lopen. Uw medemens het kruis helpen dragen, is voor hem een kans om even op adem te komen, en voor U een genadevolle gelegenheid om aan naastenliefde te doen. In de bereidheid om Uw naaste te hulp te komen, zijn gradaties mogelijk. U kunt hulpvaardig zijn wanneer de omstandigheden U dwingen, zoals Simon van Cyrene Jezus hielp met het dragen van Zijn Kruis omdat Romeinse soldaten hem daartoe opvorderden, maar U kunt ook hulpvaardig zijn omdat dit werkelijk in Uw natuur ligt. In dit laatste geval benaderen wij tevens de deugd van de voorkomendheid, die in punt 38 ter sprake komt.

    Het tegendeel van de hulpvaardigheid komt tot uiting bij de mens die zijn medemens aan zijn lot overlaat, hem 'zijn plan laat trekken', en slechts hulp zal bieden wanneer hij vreest dat hij bij anderen gezichtsverlies zal lijden indien hij opvallend hulp weigert, of wanneer hij daar voor zichzelf voordeel in ziet. Iemand helpen in de hoop of verwachting, ervoor vergoed te worden, is geen zuivere hulpvaardigheid meer, doch een bezoedelde deugd uit eigenbelang. Mensen die slechts voor zichzelf leven en die hun leven opbouwen rond materiële beschouwingen, zullen doorgaans niet gemakkelijk tot zuivere hulpvaardigheid komen, want voor hen is alles een ruil: ik bied mijn arbeidskracht te koop aan wie mij ervoor vergoedt. Voor deze mensen is belangeloze hulp als een vorm van slecht bedrijfsbeheer: goederen en diensten gratis wegschenken, is voor hen een onverstandige zet, die onverantwoord is, en zij gaan ervan uit dat dit erop neerkomt dat zij zich hierdoor laten uitbuiten.

    33. Vurigheid

    Lauwheid mishaagt God. Hij heeft elke mens een levenstaak toevertrouwd, en ziet graag dat wij ons daaraan wijden met hart en ziel, want het is onze inbreng in Zijn Plan van Heil voor de mensheid. Vurigheid is het vermogen om datgene wat de Voorzienigheid op Uw pad brengt, met inzet tegemoet te treden, en elk onderdeeltje van Uw taak aan te vatten alsof Uw hele leven ervan afhing. De vurige ziel kent geen onverschilligheid. Zij strijdt voor Gods zaak met Vuur in hart en ziel. Zij zou het als een belediging aan God beschouwen indien zij haar taken koeltjes zou aanpakken en mechanisch zou afhandelen. Vooral in de aangelegenheden van de ziel vertoont de vurige mens een grote inzet en slagvaardigheid.

    In wezen is vurigheid de betrachting om een gelijkwaardig antwoord te geven op datgene wat God in U volbrengt. Gods Geest ontsteekt Uw hart met het ware Liefdesvuur, indien U Hem dit toelaat. Wanneer het ware Vuur in het hart oplaait, wordt U waarlijk verteerd van Liefde voor God, voor Maria, voor de medemens. U houdt er dan niet meer van, halfslachtig te reageren of half werk te verrichten. U voelt een onweerstaanbare drang om in alles wat U aanvat, tot het uiterste te gaan en het beste van Uzelf te geven. Vurigheid is de gedrevenheid van de heiligen en geroepenen. Zij worden verteerd en aangespoord door een inwendig Vuur dat hen geen rust meer laat.

    Vurigheid is één van de deugden die U naar heldhaftigheid in het spiritueel leven kan voeren. Het is de vurigheid die de martelaren bezielde om het offer van zichzelf te brengen. Het is ook de vurigheid die Jezus met een onvoorstelbare inzet heeft laten volharden tot in de Kruisdood. Het is eveneens de vurigheid die Maria staande heeft gehouden aan de voet van het Kruis in de aanschouwing van Haar stervende Zoon. Bovendien is het de vurigheid die het groot verschil maakt tussen de mens die in naam toegewijd is (aan Maria, aan Jezus) en de mens die daadwerkelijk zijn hele leven in zijn toewijding legt en vanuit een kracht die groter is dan hijzelf, alles in blinde overgave en vertrouwen aan die toewijding opoffert, en zich geen grotere vreugde kan voorstellen dan deze, zijn toewijding bekroond te weten met de brandende Liefde van het lijden voor Hem (Haar) aan wie hij zijn leven in toewijding heeft gegeven.

    Vurigheid is de eigenschap die de biddende en offerende ziel de macht verleent om de Hemel 'in brand te steken'. Wanneer de waarlijk vurige ziel bidt, is het alsof gensters tot de hemelpoort opspatten, die God ertoe dwingen om deze ziel te verhoren. God kan geen weerstand bieden aan de brandende Liefde van een vurige ziel, want zij is het spiegelbeeld van Jezus en Maria Zelf. In deze ziel is het zaad van de Heilige Geest tot bloei gekomen, en haar woorden zijn als brandende rozen die door hun vlammen een stuk duisternis van de wereld wegnemen.

    De vurige zielen moeten Gods Gerechtigheid stillen tegenover de laksheid en ongeïnteresseerdheid van de tallozen die hun opdrachten vervullen door  ontzielde handelingen. Van hen die het Vuur van de Geest hebben ontvangen, wordt daarom veel compensatie verwacht. Van hen verwacht God dat zij met hun Vuur brand stichten in de harten die Jezus niet ontvangen of die Hem ontvangen zoals in het winters Bethlehem: ongastvrij, weinig geïnteresseerd. Zij zijn de zielen waarover mensen zich verbazen wanneer de Geest hen woorden laat spreken die niet uit een mensenmond verwacht zouden worden, niet alleen vanwege de inhoud ervan, doch ook vanwege de bezieling die boven de gebruikelijke zielloosheid van de wereld uitstijgt. Het is de vurigheid die de ziel geestdriftig maakt en haar de kracht geeft om met overtuiging op de hemelpoort te blijven kloppen wanneer anderen het reeds lang hebben opgegeven. Diezelfde vurigheid is ook de bron van kracht in het lijden, en in het verlangen naar het kruis als ware bron van heiliging en eenheid met Jezus en Maria.

    De mens in wie deze deugd slecht ontwikkeld is, gaat mank aan onverschilligheid, onderkoeldheid, lauwheid, laksheid. Hij doet de dingen 'omdat het nu eenmaal moet'. Hij meet zijn inspanningen (ook op het religieus vlak) af, en is niet geneigd om iets extra te doen boven de grenzen die hij zichzelf heeft gesteld. Hij heeft de lat op een welbepaalde hoogte gelegd, en vindt het volstrekt overbodig om ze ooit te verhogen. Hij bidt soms wel, doch met weinig gevoel en weinig aandacht, eerder om zich te kwijten van iets dat hij als een plicht aanvoelt dan uit Ware Liefde. Hij woont de Heilige Mis bij, doch is zich weinig bewust van de reden noch van het nut, noch van wat daar werkelijk gebeurt.

    Jammer genoeg bestaat de basis van de christengemeenschap in deze tijden voor het grootste gedeelte uit eerder lauwe zielen. Zij zijn vaak eerder in naam christenen, doch zijn niet meteen bereid om de inspanningen en de inzet op te brengen die noodzakelijk zijn om de wereld te redden uit de vreselijke chaos waarin hij door de opstapeling van de zonde verzeild is geraakt. Waar God nu nood aan heeft voor de voorbereiding van Zijn Rijk op aarde, is een stevig fundament van vurige zielen, die bereid zijn om voor dit eeuwige ideaal door een vuur te gaan. Geef U volledig in handen van Maria, Zij is bij uitstek diegene die zielen in brand steekt en in hen de koorts ontsteekt die hen drijft naar de vurigste zelfgave voor het Heil van de zielen en de zuivering van de wereld van alle kwaad.

    34. Gehoorzaamheid

    Gehoorzaamheid is het vermogen om iemands verlangens in te willigen. In principe gebeurt dit omdat die ander macht over U heeft. Macht is het vermogen om iemands gedrag te beïnvloeden, hem bepaalde dingen te laten doen die hij eventueel liever niet zou doen, gewoon omdat U het hem opdraagt. Gehoorzaamheid kan ook dieper gaan dan louter doen wat iemand van U verwacht omdat hij/zij U in zijn/haar macht heeft: U kunt ook gehoorzamen uit Liefde. In dat geval heeft die ander niet alleen macht over U, maar werkelijk gezag, en zelfs wat ook wel charisma genoemd wordt (een uitstraling die U als vanzelf laat doen wat hij/zij van U verlangt).

    God heeft de mens geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. Hij heeft het eerste mensenpaar wel aan een beproeving onderworpen: de grote gehoorzaamheidsproef. In de punten 4 en 21 heb ik reeds aangestipt hoe de erfzonde in wezen een zonde tegen de deugd van de gehoorzaamheid was. God had de eerste mens bekleed met enorme vermogens, doch had hem één welbepaalde grens opgelegd. Door de duivel verleid, heeft de mens deze beperking genegeerd, en deze ongehoorzaamheid heeft hem de Hemel gesloten (na dat andere bedroevende voorbeeld van ongehoorzaamheid en hoogmoed: de opstandige engelen onder aanvoering van Lucifer, die uit de Hemel verworpen werden en vanaf dat ogenblik het leger der duivels vormden), tot Jezus als de Verlosser de erfzonde van ongehoorzaamheid heeft uitgeboet door Zijn Lijden en Kruisdood, om de Hemel opnieuw toegankelijk te maken voor ieder mens die bereid zou zijn, zijn leven te leiden in gehoorzaamheid aan Gods Wet. Deze gehoorzaamheid kan dus worden beschouwd als de rode draad doorheen de gehele christelijke Leer van de enige Waarheid van God.

    Zonder gehoorzaamheid kan Gods Heilsplan niet verwezenlijkt worden, want dan is er slechts chaos. Zonder harmonie kan er voor de zielen geen Heil zijn. Daarom is gehoorzaamheid aan Hem die alles heeft geschapen en wiens onovertrefbare intelligentie en Wijsheid alles bestuurt, een absolute noodzaak. Gehoorzaamheid vormt, samen met de Liefde, de grootste verheerlijking aan God, precies doordat zij de uitvoering van Zijn Plan mogelijk maakt.

    In het licht van het bovenstaande, kan elke handeling of uitspraak waardoor U een medemens aanzet tot het kwaad, dus tot overtreding van Gods Wet, beschouwd worden als ongehoorzaamheid. Onder deze noemer kan ook de zonde worden geplaatst waarbij U behagen of vreugde schept in het kwaad dat anderen bedrijven in woord en daad, evenals de ondeugd waardoor U de geest van vroomheid of godsvrucht bij Uw medemens in de kiem tracht te smoren door hem te bespotten of hem een slecht voorbeeld voor te leven.

    God beschouwt ook gehoorzaamheid aan Uw aardse meerderen als gehoorzaamheid aan Hem omdat zij door de Goddelijke Voorzienigheid op Uw weg zijn gebracht, eveneens voor de verwezenlijking van Zijn Plan. Ik heb het reeds geschreven: ieder mens heeft zijn taak te vervullen, en het geheel daarvan moet Gods Plan ten uitvoer brengen. Uiteraard onttrekken velen zich aan hun taak of voeren zij deze niet uit zoals dit van hen wordt verwacht. Niettemin wordt van U ook gehoorzaamheid verwacht aan hen die hun taak slecht uitvoeren. Voor U geldt dit dan als een beproeving. Weet U verzekerd van Gods bijstand wanneer dit U moeilijk valt. Een vorm van gehoorzaamheid die van elke christen hier op aarde wordt verwacht, is deze aan de Paus. Paus Johannes-Paulus II wordt door Maria 'Mijn Paus' genoemd. Hij is de bezielde vertegenwoordiger van Christus op aarde. Aarzel nooit om zijn voorschriften te volgen, en hoed U voor de vele dwalingen die de Kerk bedreigen.

    Gehoorzaamheid is voor God van een dermate groot belang dat het U niet mogelijk zal zijn, een volkomen vrede in Uw hart te vinden zolang U moeilijkheden hebt met de beoefening van deze deugd. Zij beukt zolang op Uw geweten tot U voor haar zwicht. Het is ook niet te verantwoorden dat de mens zijn eigen zin zou doordrijven tegen Gods Wijsheid in. Hij weet volmaakt wat U nodig hebt voor Uw ziel, en hoe het staat met de noden van alle andere mensenzielen, en met de staat van genade of ongenade waarin de mensheid als geheel verkeert (het geheel van alle verdiensten tegenover alle zonden en ondeugden van alle mensen door alle eeuwen heen). Op grond daarvan bent U Hem volmaakte gehoorzaamheid verschuldigd, indien U niet wil dat ook Uw eigen Eeuwig Heil in het gedrang komt doordat de hele mensheid in een chaos verzinkt.

    Ongehoorzaamheid van de mensheid op grote schaal zou anarchie betekenen: een toestand van totale ontregeling doordat de mensheid zich onttrekt aan het opperste Goddelijk gezag. De bedroevende waarheid is, dat onze huidige wereld onmiskenbare tekenen van dergelijke anarchie jegens God vertoont. Precies om die reden is het zo belangrijk dat U nu resoluut kiest voor een leven in overeenstemming met de oorspronkelijke, zuivere christelijke waarden, de Leer van Jezus Christus zonder enige bevlekking door het modernisme dat deze Leer bedreigt als een slang die om de sappigste en mooiste vruchten heen kronkelt om ze te vergiftigen en iedereen te bedreigen die ervan wil proeven. Onthoud dit beeld goed, want de slang van het modernisme is dezelfde als deze van de verleiding tot de ongehoorzaamheid in het Aards Paradijs, die over de mensheid de vloek van de erfzonde heeft afgeroepen.

    De gehoorzaamheid bereikt een hoogtepunt in de totale toewijding. Ware toewijding is onmogelijk zonder volkomen gehoorzaamheid, want de toegewijde wordt tot een willoos werktuig in de handen van God (Maria). Absolute gehoorzaamheid is afstand doen van Uw eigen wil ten voordele van Gods Wil, in de wetenschap dat de Goddelijke Wil gefundeerd is op de Goddelijke Wijsheid, die absoluut en onfeilbaar is. De gehoorzame ziel is derhalve een ziel die begrijpt dat haar eigen wil niet anders kan zijn dan onvolkomen, want geen mens bezit de absolute Wijsheid noch de alwetendheid.

    Echte gehoorzaamheid is een deugd die een hoge mate van heldhaftigheid veronderstelt. In tegenstelling tot wat vele mensen menen, is onderwerping aan de wil van een ander (ook aan God of Maria) geen passief ondergaan, doch een voortdurende zelfoverwinning, die in bepaalde omstandigheden met grote innerlijke strijd gepaard kan gaan. De belangen van de mens, die vaak gekleurd worden door wat hij hier op aarde verwacht, zijn immers lang niet altijd dezelfde als deze van God (Maria). Wat Maria Haar toegewijden leert, is dat Gods belangen ook deze van de mens horen te zijn, want zij beogen niets dan het allerbeste voor de ziel. De ziel die heeft geleerd, zich zoveel mogelijk uit de greep van het wereldse los te maken, begrijpt daarom beter dan wie ook hoe diep de zin van gehoorzaamheid is.

    Een gebrek aan gehoorzaamheid komt tot uitdrukking in de opstandigheid, het protest. Opstandigheid is elke handeling of woord die blijk geeft van onwil om Gods Wet na te volgen. Opstandigheid heeft vele vormen, onder meer de volgende: U ziet een mens die U liever niet ziet (op grond van één of andere onaangename ervaring, soms op grond van een negatieve associatie die niet eens logisch te verklaren is), en U voelt meteen een negatieve stemming in U opkomen. Ook dit is stil protest tegen Gods Voorzienigheid die het zo heeft beschikt dat deze mens op dat welbepaalde ogenblik Uw pad kruist. Ook ergens aanstoot aan nemen of ergernis koesteren, zijn vormen van opstandigheid, want zij betekenen in wezen dat U in opstand komt tegen Gods besluit of toelating om bepaalde dingen Uw levensweg te laten kruisen. Wanneer iets U ergert of U neemt er aanstoot aan, zelfs al is dit op zich terecht (het is niet altijd zo, het kan ook aan Uw eigen gebrek aan verdraagzaamheid liggen), is het productiever (nuttiger voor de zielen) dat U dit gevoel onmiddellijk aan Maria opoffert en Haar smeekt om de genade tot verandering van de situatie die U ergert en van Uw eigen hart voor zover dit in Gods ogen wenselijk is (Uzelf kunt over dit laatste niet steeds objectief oordelen).

    Opstandigheid komt geregeld tot uiting bij mensen die in hun leven tegenslagen ondervinden waar zij moeilijk mee overweg kunnen, en die God onomwonden verwijten maken voor die moeilijkheden. Uit hun mond hoort U dan bijvoorbeeld uitspraken als "Waar was God toen dit gebeurde?" of "Hoe kan er een God van Liefde bestaan als dit toegelaten wordt?". Deze mensen keren zich soms totaal van het geloof af, hetzij voor een korte tijd hetzij definitief. Omdat de opstandigheid van het eerste mensenpaar, en van de gevallen engelen onder Lucifer, de eerste grote voorbeelden van ongehoorzaamheid vormden, wil ik ook alle handelingen waardoor Gods zaak wordt tegengewerkt en de mens zich uitdrukkelijk naar de satan toewendt, opnemen onder de zonden tegen de gehoorzaamheid. Enkele voorbeelden: het uitvoeren van occulte praktijken, seances en spiritisme (oproepen van geesten).

    Opstandigheid treedt bij de meeste mensen vroeg of laat duidelijk te voorschijn in omstandigheden die met beproevingen en lijden te maken hebben. De mens zoekt over het algemeen het aangename, dit wil zeggen: datgene wat hij op het lichamelijk vlak als aangenaam ervaart. De toewijding en overgave aan God (Maria) is als een plant. In de beproeving blijkt het best welke wortels deze plant heeft, want elke beproeving is als een windvlaag of een regenbui. Vele toewijdingsplanten blijken heel ondiepe wortels te hebben, want bij de geringste regenbui spoelen ze los en worden uit de grond weggerukt.

    Indien Uw toewijding (dus ook Uw vermogen tot gehoorzaamheid) voldoende diep geworteld zit, zal zij tegen stevige beproevingen bestand blijken. Het aanvaarden van beproevingen is gehoorzaamheid doordat beproevingen door Gods Voorzienigheid toegelaten worden omdat deze in Uw leven een betekenis hebben voor de vorming van Uw ziel. Hoevele mensen komen niet in opstand bij het geringste dat hun weg kruist? Het hoeven niet noodzakelijk rampen te zijn, vaak gaat het slechts om luttele, kleine dingetjes. Stille aanvaarding van de eindeloze reeks beproevingen op Uw levensweg is een ononderbroken opgave. Leer ze te beschouwen als gehoorzaamheidsproeven, en weet dat elke mislukte proef U meer op Adam, en elke geslaagde proef U meer op Jezus doet gelijken.

    35. Geloof

    Jezus zegt: "Jullie zien geen wonderen meer gebeuren omdat jullie niet geloven". Het grootste wonder is zonder twijfel de transsubstantiatie: de verandering van brood en wijn in Lichaam en Bloed van Jezus Christus tijdens de Eucharistie. Hoeveel mensen geloven hier werkelijk in? Hoeveel mensen beleven dit mysterie zoals het hoort, door diep in hun hart bewust te zijn van dit onvoorstelbaar Goddelijk geschenk? Het ontvangen van Jezus in de Heilige Communie, mits dit op passende wijze gebeurt (in diep geloof, diepe eerbied en diepe Liefde) is een gouden weg naar de heiliging. Welnu, hoe kan een mens die niet echt gelooft in het eucharistisch wonder, wél geloven in de mogelijkheid van zijn eigen heiliging, en hoe kan een ziel die niet werkelijk gelooft in de mogelijkheid van haar heiliging, daadwerkelijk en met volharding naar die heiliging streven? Heiliging veronderstelt een echt geloof.

    Weinig woorden worden zo slecht begrepen als dit: geloof. Wat is geloof? Vele mensen zien 'geloof' als een eigenschap waarmee men geboren wordt of niet. Zij menen dat wie geboren wordt in een christelijk land uit christelijke ouders, automatisch 'gelovig' is. Dat is een gevaarlijke dwaling. Geloof is heel wat méér dan dat. Geloof is ook meer dan het aannemen dat er een God bestaat. Ik wil U de omschrijving herhalen zoals deze mij bij het schrijven van De Hemelse Bruiloft is ingegeven: Geloven is het bestaan en/of de werking van iets als waarheid aannemen, zonder dat men het met eigen ogen heeft gezien of op enige wijze met zijn zintuigen heeft kunnen waarnemen.

    In de engere zin kan geloof omschreven worden als het vermogen en de bereidheid om aan te nemen dat er een bovennatuurlijke werkelijkheid bestaat die wij normaal gesproken niet kunnen zien of horen. Geloof is: kunnen aanvaarden dat God, Jezus, Maria, de Heilige Geest enzovoort bestaan, zonder dat wij Hen zien, en ook aannemen dat Hun daden werkelijkheid zijn. Deze omschrijving helpt meteen verklaren waarom de moderne westerse wereld in een zo diepe geloofscrisis gedompeld is.

    Enkele eeuwen geleden hebben in het wetenschappelijk en filosofisch denken twee grote stromingen ingang gevonden, die nog steeds hun stempel op alle denken drukken: het rationalisme en het empirisme.

    • Het rationalisme zegt dat alle verschijnselen met het verstand verklaard (moeten) kunnen worden en dat het verstandelijk redeneren de enige bron van kennis is. Dat betekent meteen dat alles wat niet met het verstand verklaard kan worden, niet aanvaardbaar is en afgedaan wordt als onzinnig, verwerpelijk, een fictie van de geest die niet ernstig te nemen is. U begrijpt meteen welk lot het religieuze beschoren is geweest, want alles wat met het bovennatuurlijke te maken heeft, is niet met ons verstand te verklaren. Hoe ironisch is het toch, dat de enige Bron van Licht, de Leer van Jezus Christus, verworpen wordt als duisternis, als een gevaar voor de geest.
    • De andere stroming, het empirisme, zegt dat alle kennis slechts gebaseerd kan zijn op zintuiglijke ervaringen, dus dat alleen datgene wat U kunt zien, horen, ruiken, voelen en smaken als bron van kennis aanvaard kan worden. Ook hier moeten wij dezelfde conclusie trekken: wat dan met het religieuze, dat nu eenmaal bovennatuurlijk, dus bovenzintuiglijk is. God kunt U niet zien, horen, voelen, smaken of ruiken, enzovoort.

    U merkt hieraan uit welke bron de wetenschap haar inspiratie haalt: zij wordt niet door Gods Geest bezield. Ik heb U deze korte verwijzing naar het wetenschappelijk denken absoluut willen meegeven omdat zij vitaal is om te begrijpen hoe het mogelijk is dat het christendom zo zwaar te lijden heeft gehad. De geloofscrisis heeft niets te maken met enig gebrek in de leer van Jezus als dusdanig, noch met het feit dat de Kerk zich meer zou moeten aanpassen bij de wereld, wel integendeel. Deze toestand houdt louter verband met het feit dat de mens zich op grote schaal heeft laten misleiden door verkeerde denkwijzen, die hem steeds verder van God hebben weggeleid en veel duisternis over de zielen heeft gebracht. Een andere factor in de geloofscrisis heeft te maken met het toenemend materialisme (het overheersend belang van het materiële, wat veel te maken heeft gehad met de toenemende ontwikkeling van de techniek). Het materialisme heeft op zijn beurt weggeleid van God en van de niet-materiële belangen van de ziel.

    Tot zover het aandeel van de maatschappij als geheel in de geloofscrisis. Ook in de ziel individueel kan de deugd van het geloof verzwakken. De beproevingen van het leven leiden vele mensen weg van datgene wat echt van tel is. Heel dun gezaaid zijn in deze tijd de mensen die leven met de blik op de Hemel, met andere woorden, zij die in alle omstandigheden doordrongen blijven van het besef dat alles zinvol is, ook (ja, vooral) het lijden, de lasten, de beproevingen. De mens knapt af op het lijden omdat hij de stoffelijke wereld (waarvan zijn lichaam deel uitmaakt) in het middelpunt stelt en als het noodzakelijk doel van al zijn aandacht beschouwt. Het ware geloof is daarentegen de gesteldheid waarbij de mens in zich de zekerheid voelt (en in stand houdt) dat het stoffelijke slechts een middel is tot het ware doel: het Eeuwig Heil voor alle zielen, en dat dit middel optimaal benut moet worden, dus als uitboetingsinstrument.

    Geloof gaat dus veel verder dan geloven dat God bestaat. Het is geloven dat Hij werkt, en wel in talloze opzichten, doorheen Zijn Heilsplan, en er ook naar leven. Vele mensen menen en verklaren over zichzelf dat zij 'zeer gelovig' zijn, terwijl het hen zelfs ontbreekt aan het meest elementaire vertrouwen op Gods Voorzienigheid, op Gods werking via andere mensen, en uit vele dingen in hun dagelijks leven blijkt dat zij geen rekening houden met de effecten van de grote Mysteries doorheen dewelke God het leven regelt: het Heilsplan, het verlossend lijden enzovoort. Deze mensen blijken in werkelijkheid uitsluitend rekening te houden met de stoffelijke elementen van het leven, en niet met de realiteit en de macht van het bovennatuurlijke. Er zijn vele uitingen van gebrek aan geloof. Eén daarvan is het bijgeloof.

    Bijgeloof is de neiging om te geloven in verschijnselen of in wezens die men quasigoddelijke krachten toedicht. Dat is bijvoorbeeld het geval met allerlei magische rituelen, amuletten, bepaalde symbolen uit primitieve godsdiensten, en zelfs elementen uit de New Age-stromingen. Men gelooft hierbij dat deze rituelen, verschijnselen, enzovoort, God vervangen en de macht bezitten om het Leven in allerlei opzichten te beheersen. Niet alleen zondigt men hier door God achteruit te stellen bij machten die tot afgoden worden, men loopt bovendien het risico, te komen tot verering van dingen die door de krachten van de duisternis gemanipuleerd worden. Wees waakzaam. Iets anders is het vertrouwen in voorwerpen die een zegening of wijding op kracht van de Rooms-katholieke Kerk van Jezus Christus hebben ontvangen: medailles, het kruisbeeld, gewijde kaarsen, paasnagels en dergelijke, uiteraard voor zover men achter deze voorwerpen steeds de drijvende kracht blijft beschouwen: de ene ware God, eerder dan de voorwerpen op zich in hun stoffelijke vorm.

    Ik wil U nog wijzen op een vorm van vals geloof: de lichtgelovigheid. De lichtgelovige mens ontbreekt het aan het vermogen om de onwaarheid in uitspraken te ontdekken, dus om ze op hun waarheidsgehalte te beoordelen. Hij vertrouwt ook te veel op zijn eigen waarneming in plaats van op de ingevingen van Gods Geest, en wordt daardoor gemakkelijk door uiterlijke schijn misleid, en hierin schuilt precies de ondeugd. Lichtgelovigheid gaat niet zelden gepaard met sensatiezucht, het najagen van bepaalde verschijnselen of gebeurtenissen die buiten het gewone liggen. Deze neiging wordt heel gemakkelijk gemanipuleerd door onzuivere geesten en mensen met bedoelingen die met Gods Waarheid niet veel meer te maken hebben.

    Zowel de lichtgelovige mens als de mens die uit is op sensationele dingen, hebben de neiging om hun leven helemaal af te stemmen op dingen die zij horen of zien en die hen zodanig fascineren dat zij deze tot middelpunt van hun hele denken en voelen laten worden. Dat is vooral betreurenswaardig wanneer het informatie betreft die door onzuivere geesten bedacht of verspreid wordt als een valstrik. Dergelijke toestanden kosten het ware geloof vaak vele zielen, want ofwel blijven de lichtgelovige mensen deze valse informatie najagen als in een koorts, en worden zij hierdoor ver weggeleid van wat echt van belang is voor Gods Plan, ofwel komen zij vroeg of laat tot de bevinding dat zij onwaarheden nagehold hebben, en verliezen zij meteen ook hun geloof in de echte Waarheid, omdat zij zich door God bedrogen voelen. Hoe is dit mogelijk? Doordat de onzuiveren hun valstrikken vaak spannen 'in Gods naam' en God woorden of uitspraken in de mond leggen die in werkelijkheid niet van God afkomstig zijn.

    Wees waakzaam, en kijk goed naar het gedrag van de persoon die U informatie doorgeeft. Indien deze zich niet in de deugdzaamheid gedraagt of merkbaar tekortschiet in de Liefde in haar vele uitingen, hebt U doorgaans redenen om aan de geloofwaardigheid van zijn uitspraken te twijfelen.

    36. Hoop

    De mens die de deugd van de hoop bezit, houdt rekening met de waarheid dat Gods Liefde alles vermag, en ook alles zal doen, op Zijn Tijd. Hij bezit het vermogen, blijmoedig te leven en met Liefde en begrip te lijden, omdat hij in al zijn doen en denken in hoge mate rekening houdt met een werkelijkheid die zich op een nog onbepaald, later ogenblik zal verwezenlijken, namelijk de Eeuwige Gelukzaligheid na dit aardse leven. Wie hoopt, verwacht dat een situatie beter zal worden. De christelijke hoop berust op de vertrouwvolle verwachting dat er voor de ziel een beter leven, een vervulling van een toekomstverlangen ligt te wachten, omdat God goed is.

    Voor wie de ware hoop koestert, zijn ook de beproevingen zoet, omdat hij ze ziet als een toenadering tot God, toestanden die het verwachte (de Eeuwige Gelukzaligheid èn de vervulling van Gods Plan) dichterbij brengen. Echte hoop is daarom geen passief afwachten, het is integendeel een bron van motivatie voor een nog meer verbeten inzet in het bestreven van het goede dat later zal komen. Hoop sluit steeds een boodschap van vreugde, belofte en verwachting in zich, want het is als een Licht dat in de duisternis schijnt. Wie de ware hoop kent, is er in de diepte van zijn hart van overtuigd dat het goede zal komen, hij leert op grond daarvan dat alle duisternis slechts schijn is en dat de ware werkelijkheid het Licht is.

    Hoop verwijst steeds naar het feit dat de mens zich in een bepaalde situatie niet helemaal goed voelt en dat hij uitkijkt naar betere tijden. Daarom ook is de hoop een Goddelijke deugd: zij draagt in zich de boodschap dat de heilstoestand van de zielen als geheel niet in overeenstemming is met Gods Wil, en zij laat de mens aanvoelen dat God Zelf verlangt naar de mogelijkheid om een Rijk van Genade te vestigen, en dat Hij daarvoor zielen nodig heeft die zich daar totaal voor inzetten. Deze inzet vergt een onophoudelijk zelfoffer, en de motivatie daartoe wordt in de ziel gelegd met het Licht van de hoop.

    Hoop is ook het houvast voor de ziel die in de put raakt door een plots besef van zondigheid. Wanneer de ziel op zeker ogenblik voelt dat zij niet in overeenstemming leeft met Gods Wet, kan de hoop dienst doen als de eerste vonk die nieuwe warmte in de kilte van het zondebesef brengt, of als ladder om uit de duistere put te klimmen en opnieuw op zoek te gaan naar het Licht.

    Het is ook mogelijk, hoop te koesteren zonder echt te geloven, doch dan leeft men in een fantasiewereld, een schijnrealiteit: U tracht dan naar iets moois en aantrekkelijks waarvan U in feite niet gelooft dat het ooit zal komen. In dit geval kan men moeilijk spreken van echte hoop, doch eerder van zelfbegoocheling, een misleiding die U aan Uzelf niet bewust wil toegeven omdat U ergens beseft dat, zodra U toegeeft dat U er niet in gelooft, Uw hele wereld en al Uw houvast in elkaar zal storten. Want daar gaat het bij echte hoop om: vertrouwen, een waar houvast, een stil weten dat het zo zal zijn.

    Een gebrek aan hoop kan tot uiting komen in twijfel, en in een ergere graad in vertwijfeling en wanhoop ten aanzien van de dingen des levens. Deze gesteldheden wijzen op een gebrek aan vertrouwen in Gods Voorzienigheid en in de Liefde waarmee Hij de mens benadert. Ook pessimisme, neerslachtigheid, droefgeestigheid kunnen het gevolg zijn van een ontsporing in de hoop. Wanneer de ziel zich voor ogen houdt dat zij in goede handen is, wat er ook gebeurt, kan zij deze toestanden overwinnen. Dat gebeurt op grond van de hoop op beterschap, die in wezen een vertrouwen in Gods liefdevolle beschikkingen is.

    Twijfel is in wezen een plots gebrek aan vertrouwen op Gods Voorzienigheid doordat de twijfelende mens opeens rekening begint te houden met de kans op mislukking van zijn goede voornemens. De twijfel kan tot op zekere hoogte gezond zijn (de deugd der voorzichtigheid), doch zodra zij de overhand krijgt, treedt een gesteldheid op die de normale werking van de ziel belemmert.

    Vertwijfeling is een gesteldheid waarbij de twijfel langduriger en intens wordt, en waarbij men er nauwelijks nog in slaagt om zichzelf te overtuigen van de mogelijkheid dat het goede zal gebeuren. Deze houding druist dus reeds lijnrecht in tegen de christelijke levenshouding, die veronderstelt dat U doorheen de duisternis van het kruis het Licht van de verheerlijking blijft zien, zoals Jezus ons dat heeft voorgedaan.

    De wanhoop is de toestand van ware capitulatie: De ziel geeft zichzelf over aan de vijand, die aast op haar complete ontmoediging. Wat is ontmoediging? De gesteldheid waarin U 'de moed ontnomen wordt'. Ontmoediging is het beroofd worden van het Licht van de hoop.

    Het is de gesteldheid waarin de ziel ook al haar normen en waarden verliest, en daardoor tevens haar ingebouwd controlemechanisme, haar zelfbeheersing, haar gedragscode. Dit betekent dat ook de zonde minder bewust bedreven wordt. Ik zou het zo kunnen uitdrukken, dat de ziel in deze gesteldheid lijdt aan een vorm van 'spirituele oververmoeidheid' of 'verbijstering' of 'verstarring'. Door de gedeeltelijke uitschakeling van de normale waarden en normen, leeft de ontmoedigde, en zeker de vertwijfelde of wanhopige ziel geleidelijk aan in de (vaak ongewilde) illusie dat 'het er allemaal niet meer op aankomt'.

    Deze gesteldheid is een broedhaard voor zonden, en overigens ook voor zelfmoordgedachten en zelfs voor krankzinnigheid. In Gods ogen is deze gesteldheid op zich een ondeugd doordat de ziel hierdoor blijk geeft van gebrek aan vertrouwen in Gods werking en Voorzienigheid, en van onwil ten aanzien van het dagelijks kruis. De moeilijkheden op Uw levensweg worden zodanig beschikt dat zij U specifieke lessen kunnen leren. Wanneer U zich uit die situatie terugtrekt (door het opgeven van de christelijke gedragsnormen, door U volledig in Uzelf terug te trekken zoals bij bepaalde geestesziekten gebeurt, door zelfmoord, door het gebruik van antidepressiva en andere zogenaamde psychotrope medicijnen) legt U daardoor tegenover God in feite de verklaring af: "Ik speel niet meer mee in het raderwerk van Uw Heilsplan", wat neerkomt op een afzweren van het kruis en een verloochening van Jezus. Elk gebrek aan hoop is in wezen een gebrek aan vertrouwen in het Licht, en daardoor een verloochening van een kernelement van Uw christelijk geloof, de enige Waarheid van God.

    Een bijzondere vorm van gebrek aan hoop ligt in het overstappen van het christelijk geloof naar een andere godsdienst. Waarom verloochent iemand zijn christelijke afkomst? Omdat hij diep binnen in zich de hoop op zijn Heil verloren heeft. Waarom gebeurt dit? Omdat de mens vaak het Heil zoekt waar het niet te vinden is, en op één of andere wijze zelden vrede neemt met de vooruitzichten voor de eeuwigheid, doch de schatkist reeds tijdens dit leven wil zien opengaan. De krachten die afwijken van de Leer van Christus pikken hier gretig op in door holle beloften die zogenaamd reeds tijdens dit leven in vervulling zullen gaan. Dit geldt voor vele niet-christelijke godsdiensten, en zeker voor sekten.

    37. Rechtvaardigheid

    Rechtvaardigheid is in wezen het vermogen om te oordelen zoals God het ingeeft, in overeenstemming met de Goddelijke Gerechtheid. De rechtvaardige is een mens die zich alleen maar laat leiden door Gods Waarheid, en zich daarbij niet laat afremmen door eigenbelang. Wanneer hij een situatie moet beoordelen, spreekt hij uitsluitend de waarheid zoals Gods Geest hem die ingeeft, zelfs indien zijn eigen oordeel hem zelf op het materiële, wereldse vlak benadeelt. Hij is eerlijk en oprecht, en indien zijn medemens gelijk heeft en hijzelf ongelijk, geeft hij dit toe. Hij dient in alles de Waarheid en niets anders.

    Het is U wellicht opgevallen dat in de Bijbel geregeld sprake is van 'een rechtvaardige' wanneer een mens wordt bedoeld die heilig leeft. Inderdaad, een rechtvaardige is in wezen een mens die in Gods ogen 'gerechtvaardigd' is, dus die in overeenstemming leeft met Gods Wil. Hij haalt daar zijn enige vreugde uit. Het volstaat voor hem dat hij Gods Waarheid in zich draagt en deze ook in alle omstandigheden verdedigt, en deze rechtlijnigheid is voor zijn ziel als een schild tegen de zonde. De rechtvaardige is op het moreel vlak als een burcht: hij sluit geen compromissen met onwaarheid, leugen of onrecht. Hij laat zich niet omkopen of verleiden tot een houding die volgens Gods Eeuwige Wet niet goedgekeurd zou worden. Elk voordeel dat hem voorgehouden wordt, wijst hij af indien hij het zou verwerven door een stelling in te nemen die niet ten dienste van God zou staan. De rechtvaardige denkt er niet aan, dingen te zeggen die hem in de ogen van zijn medemens moeten rechtvaardigen, indien hij ook maar enigszins het gevoel heeft dat hij niet volkomen gelijk heeft, en hij verafschuwt elke misleiding of elk woord waarmee hij zijn medemens iets zou kunnen voorhouden dat niet helemaal met de werkelijkheid overeenstemt. Ofwel spreekt hij honderd procent de waarheid, ofwel zwijgt hij liever, maar hij onderneemt geen pogingen om over zichzelf een bepaald beeld op te hangen of een bepaalde indruk te wekken, omdat hij geen behoefte voelt om te doen alsof. Dat geldt op elk vlak van zijn leven.

    Rechtvaardigheid is het vermogen om op belangeloze wijze te handelen in overeenstemming met Gods Wijsheid, in navolging van Gods Gerechtigheid die oordelen velt die onfeilbaar zijn. De mens is nooit onfeilbaar in zijn inschatting van een situatie omdat hij nooit elk detail ervan kan kennen en ook nooit in volmaakte overeenstemming met Gods beoordelingscriteria naar een situatie kan kijken. Doch de rechtvaardigheid kan wel een hoge graad van ontwikkeling bereiken in de ziel die zich in een zodanige mate aan God heeft overgegeven dat Hij toestaat dat Zijn Wijsheid, kracht en heiligheid als het ware verblijf nemen in de ziel. Dit is wat wij 'vereniging' noemen. Dit kan bijvoorbeeld worden vergund in situaties waarin het noodzakelijk is dat de ziel een bijzondere taak vervult en daarom in hoge mate door de Heilige Geest bezield moet zijn om Gods Plan te dienen. De mate waarin dit gebeurt, is afhankelijk van de genadewerking, maar ook van de openheid en de bereidheid tot toewijding en overgave bij de ziel zelf.

    Een element van de rechtvaardigheid is de integriteit. Dit is de eigenschap waardoor de mens rechtschapen is, in alle omstandigheden onverzettelijk is in de praktische toepassing van de waarheid, en onomkoopbaar is. Een integer mens laat zich niet verleiden tot onrecht door giften of beloften die hem het leven vergemakkelijken, bijvoorbeeld 'zwijggeld' om bepaalde informatie met een duistere of misdadige inhoud niet te onthullen. Rechtvaardigheid veronderstelt dat U elke mens in zijn waardigheid gelijk behandelt, omdat alle mensen broeders en zusters van elkaar zijn, en kinderen van één en dezelfde God. Daarom is het een ondeugd indien U bijvoorbeeld één of meer van Uw kinderen voortrekt op Uw andere kinderen, en hen geen gelijke kansen geeft. Wel is een onderscheid geoorloofd in die zin dat een kind dat door het leven in een bepaalde fase zwaarder wordt beproefd dan een ander kind, tijdens die fase meer aandacht of steun van U ontvangt, zolang dit in een sfeer van volkomen begrip en Liefde in alle richtingen verloopt en er geen oogmerk bestaat om te schaden. Indien het 'relatief benadeeld' kind hiervoor geen begrip opbrengt, maakt het zich schuldig aan jaloersheid of afgunst. Vang deze toestand tijdig op door een liefdevol gesprek in volle openheid, zonder achterhouding van om het even welke informatie.

    Het ongelijk behandelen van mensen komt vaak tot uiting in het verschijnsel dat vele mensen de neiging vertonen, een medemens vriendelijker te behandelen naarmate deze rijker, mooier of invloedrijker is. Deze vorm van onrechtvaardigheid behelst vaak ook eigenbelang: men wil een 'goede relatie' om er zelf beter van te worden, men wil pronken met rijke kennissen, met een knappe vriend(in), enzovoort, omdat dit het eigen prestige verhoogt in de ogen van de wereld.

    Onrechtvaardigheid is de gesteldheid van de ziel die Gods Waarheid niet dient en die geneigd is om de voorrang te geven aan eigen belangen, ook al gaat dit ten koste van de waarheid. Deze ziel vertoont de neiging, anderen te benadelen telkens zij terecht komt in een situatie waarin zij voordeel voor zichzelf ziet mits zij de waarheid wat kan 'bijsturen'. Zij neemt dan haar toevlucht tot leugens, onterechte beschuldigingen, het verspreiden van verhalen die de ander in een slecht daglicht stellen, enzovoort. Zij neemt hier zelf weinig of geen aanstoot aan, want haar moreel waardenbesef wordt achteruit geschoven ten bate van het materieel voordeel dat zij met haar gedrag beoogt. Zielen die zwak zijn in de deugd van de rechtvaardigheid, raken gemakkelijk verzeild in een afwijkend, zelfs misdadig levenspatroon, want zodra hun verblinding voldoende groot wordt, schakelen zij de waarheid uit als hun grootste hinderpaal, en zondigen zij zonder enige scrupule.

    17. Voorzichtigheid

    De voorzichtigheid is een deugd die berust op het vermogen dat God in de ziel heeft gelegd om goed en kwaad van elkaar te onderscheiden en tijdig te kunnen herkennen wat voor de ziel schadelijk is of niet. Voorzichtigheid wordt vaak onterecht verward met vreesachtigheid of lafheid. Integendeel is deze deugd in werkelijkheid een uiting van Wijsheid, en ook van eerbied tegenover datgene dat God U heeft gegeven. Om slechts enkele voorbeelden aan te halen, die in Uw onmiddellijke omgeving kunnen wijzen op onvoorzichtigheid: roken, veelvuldig alcoholgebruik, gebruik van drugs, het gebruik van medicijnen waarvan men op grond van informatie weet dat zij het lichaam en/of de geest schade toebrengen, terwijl er alternatieven voorhanden zijn die even doeltreffend doch niet schadelijk zijn. Het eten van voedingsmiddelen waarvan U weet dat Uw lichaam deze niet verdraagt, is eveneens een vorm van onvoorzichtigheid. Het is waardevol, het niet-nuttigen van deze voedingsmiddelen te beschouwen als een offer dat van U gevraagd wordt.

    Voorzichtigheid heeft vaak te maken met de wijze waarop de mens zijn lichaam behandelt. Uw lichaam mag in geen geval een afgod worden, maar het is wel de tempel van Uw ziel. Het lichaam is U gegeven om Uw stoffelijk leven hier op aarde mogelijk te maken. Uw ziel is niet aan ruimte gebonden, Uw lichaam wél. Uw lichaam is in zoverre van belang dat het niet alleen dienst doet als vervoermiddel voor Uw ziel, maar ook Uw instrument van uitboeting is. Het lichaam heeft stoffelijke behoeften, en is daardoor gevoelig voor de omstandigheden van de omgeving: honger, dorst, koude, warmte, pijn, ziekte, vermoeidheid: al deze gewaarwordingen berusten op tekorten of verstoringen in het evenwicht van Uw lichaamsprocessen.

    Deze ongemakken hebben een uitermate belangrijke spirituele functie: offers en boete, die aan God opgedragen kunnen worden tot afbetaling van de schuldenlast die de zielen tegenover Gods Gerechtigheid dragen doordat de mensheid zondigt tegen Gods Wet van Liefde, dus tegen alle deugden. Doordat Uw lichaam moet kunnen dienen als instrument voor uitboeting, wordt U geacht, het voldoende te verzorgen en in stand te houden, want het is en blijft een werktuig in Gods hand, waarover Hij naar Zijn welbehagen en volgens de noden van Zijn Gerechtigheid moet kunnen beschikken. Indien een mens volgens Gods Plan geacht wordt, zijn lichaam gedurende 70 jaar ter beschikking te stellen voor deze genoegdoening aan de Gerechtigheid, doch door overmatige toepassing van schadelijke praktijken (roken, alcoholverslaving enzovoort) zichzelf reeds op de leeftijd van 55 jaar 'onleefbaar' maakt, is het dus alsof hij 15 jaar van Gods Plan steelt. Mensen kunnen hier tegenin brengen dat alles Gods beschikking is, dus ook de leeftijd waarop iemand sterft, en dat is ook zo, maar de zonde schuilt hierin dat de mens hier door eigen handelen een toestand helpt scheppen die God uit Zichzelf nooit zou hebben gewild of bedoeld. Deze zonde of ondeugd noemt de mens roekeloosheid.

    Een ander voorbeeld is het nemen van risico's die niets te maken hebben met het Heil van de ziel: gevaarlijke stunts, recordpogingen in ondernemingen die bewuste gevaren in zich dragen en waarvan men weet dat ze slecht kunnen aflopen, levensgevaarlijke activiteiten die vermijdbaar zijn, enzovoort. Helemaal anders ligt het met bewust martelaarschap, omdat dit wordt ondergaan met de bewuste intentie, God te verheerlijken en zielen te redden. Voor het overige kan als regel worden gesteld: het zichzelf bewust blootstellen aan levensbedreigende situaties, is misbruik van Gods eigendom, want Hij is Heer van het Leven, en de mens heeft niet het recht om daar zelf over te beschikken. Geen mens weet wat God met hem voorheeft, waarom of wanneer. Het komt de mens niet toe, eigenhandig in dat Plan in te grijpen. Wanneer U dat toch doet, kan God U terecht veroordelen wegens onvoorzichtigheid. Want wat betekent dit woord in wezen?

    'Voorzichtigheid' is het vermogen om te 'voorzien', 'vooruit-te-zien'. Maar dat kan geen mens, want alleen God weet welke radertjes in elkaar moeten passen om Zijn Plan optimaal ten uitvoer te brengen, en op welk ogenblik dat moet en kan gebeuren. Alleen Hij kan 'vooruit zien'. Bedenk wel dat alles wat U hier op aarde bezit, in feite geen bezit doch slechts bruikleen is. Gebruik het daarom met de voorzichtigheid voor zoverre deze U als vermogen in de ziel is gelegd, en neem geen risico’s die zowel in dit leven als voor het Eeuwig Leven ellende kunnen brengen. Wees oordeelkundig en wijs.

    18. Gelijkmoedigheid

    Het woord zelf duidt reeds aan wat deze deugd betekent: een gelijk gemoed bezitten, een stemming zonder te grote uitschieters omhoog of omlaag. Een mens die nu eens uitbundig lacht en dan plots in zak en as zit of heel ontstemd is, kribbig, nors of opvliegend, nodigt zijn medemens niet uit om met hem in contact te treden, want men weet nooit wat men op een bepaald ogenblik aan die mens heeft. Hij is onbeheerst, wat in feite betekent dat zijn ziel de wisselende aandoeningen van het gemoed niet onder controle heeft. Gebrek aan gelijkmoedigheid wijst op een gebrek aan stabiliteit in de persoonlijkheid. Dit gebrek wordt wispelturigheid of wankelmoedigheid genoemd.

    Deze onstandvastigheid is niet alleen een ondeugd naar Uw medemens, maar ook naar God toe: evenmin als Uw medemens weet wat hij aan U heeft, weet God het. Wankelmoedigheid vormt een heel broos fundament om Uw religieuze beleving op te bouwen. Een mens die niet standvastig is in zijn gemoed, verteert geen enkele stoot op zijn ziel. Elke beproeving kan hem met een klap in elkaar doen storten. Het ene ogenblik kan hij als in een vervoering bidden, het volgende ogenblik valt hij als ongewapend in de klauwen van de satan en maakt hij werkelijk brokken in zijn omgeving. Als toegewijde aan Jezus of Maria zijn deze mensen volkomen onbetrouwbaar, want al naargelang hun stemming van het ogenblik kunnen zij zich plots keren tegen datgene waar zij normaal gesproken voor strijden. Hun Liefde is bevlekt en niet onvoorwaardelijk, en slaat heel spoedig om in haat. Hun labiele ingesteldheid maakt hen bovendien zeer beïnvloedbaar. Het ontbreekt hen vaak aan het zelfvertrouwen dat noodzakelijk is voor een rechtlijnig gedrag, en zelfs onwijze praatjes kunnen hen van hun beste voornemens afbrengen.

    Een mens in ware gelijkmoedigheid laat zich niet vlug van zijn stuk brengen. Zodra hij in iets gelooft, strijdt hij ervoor tot het uiterste. Doordat de fundamenten van zijn geloof stevig zijn, brengen ook ernstige beproevingen hem niet vlug van zijn ideaal af. Zijn Liefde zit doorgaans diep geworteld. Men zou de vergelijking kunnen maken met het verschil tussen Liefde en verliefdheid: de emotie begint met het vuur van de verliefdheid, doch pas wanneer dit vuur ook na een aantal beproevingen blijkt te blijven branden, is sprake van echte Liefde.

    Verliefdheid zonder diepe wortels is geen echte Liefde, doch een tijdelijke gemoedsaandoening. Gelijkmoedigheid gaat over het algemeen gepaard met een sterk geloof in Gods Voorzienigheid. Pas wanneer dit aanwezig is, kan het gemoed stabiel blijven in tijden van beproeving. Indien Uw hart opklaart wanneer de zon schijnt, doch verduistert bij elke donkere wolk die overdrijft, bent U licht ten prooi aan allerlei invloeden uit Uw omgeving en zelfs vanuit Uw eigen herinneringen aan bepaalde situaties uit Uw verleden. Indien U daarentegen een hart hebt dat werkt als een zonnecel, die de zonne-energie opvangt wanneer de stralen (in dit geval van Gods Licht van Liefde, Wijsheid en inspiratie) op U neerkomen, en ze afgeeft wanneer de zon zich verbergt, dan zult U ook een (relatief) zonnig gemoed bewaren wanneer de regen op Uw hart neervalt.

    Wankelmoedigheid schept een gevaar voor Uw eigen ziel en voor de stemming van Uw medemensen. Uw eigen zielsfuncties ontwrichten, is reeds een aanslag op Gods Plannen, doch Uw medemens van zijn slagkracht beroven door hem te hinderen in zijn eigen spirituele werkkracht en voornemens, komt erop neer dat U werkelijk tot instrument van Gods tegenstander wordt.

    19. Wijsheid

    Wijsheid is een ware Gave van de Heilige Geest. Het is de eigenschap van een mens die inzichten verwerft in situaties, systemen en mysteries die louter door het verstand, de intelligentie of natuurlijke kennisverwerving (studie) niet bekomen kunnen worden. Wijsheid is één van de meest opmerkelijke tekenen van Gods werking in en door een ziel. De Wijsheid stelt de mens in staat om de vele elementen van Gods Waarheid met elkaar in verbinding te brengen tot een duidelijk geheel, en wel zonder er werkelijk over te redeneren, want Gods Waarheid laat zich louter met het verstand niet vatten.

    De wijze mens weet heel goed waarnaar hij streeft, en doorgrondt vaak op intuïtieve wijze (dus niet verstandelijk maar eerder gevoelsmatig) het 'waarom' van zijn bestrevingen, de reden waarom hij voor bepaalde idealen ijvert. Hij voelt vele dingen haarfijn aan, doch kan niet steeds uitleggen waarom hij deze gevoelens heeft. Hij lijkt alleen op bovennatuurlijke wijze te weten dat het zo hoort, en dat het Gods wens is dat hij er zich voor inzet.

    Gebrek aan Wijsheid schept een gedrag dat als 'onoordeelkundig' omschreven kan worden. De onoordeelkundige mens neigt tot oppervlakkigheid, hij heeft weinig diepgang in zijn denken (en vaak in zijn voelen), hij gaat ondoordacht te werk en vervalt hierdoor gemakkelijk in dezelfde fouten. Oppervlakkigheid kan zichzelf verraden doordat de mens gemakkelijk in de verleiding komt om zijn medemens heel vlug te oordelen, zelfs op het uiterlijk (U kent ongetwijfeld wel iemand die zijn medemens terzijde schuift omdat diens uiterlijk hem 'niet ligt'). Hij neemt dan beslissingen die duidelijk niet door Hemelse invloeden bezield zijn. Wanneer deze gesteldheid een enigszins gevorderde graad bereikt, is sprake van dwaasheid. In deze toestand is de mens nauwelijks in staat om beslissingen te nemen die een gezond fundament in Gods Waarheid bezitten. Hij is onnadenkend, zelfs losbandig in zijn gedrag. Hij staat ook niet stil bij de gevolgen van zijn handelingen. Wanneer de deugd van de Wijsheid heel zwak ontwikkeld is, vertoont de mens gedragingen die kunnen wijzen in de richting van een geestesstoornis, doordat elke Goddelijke bezieling uit het gedrag verwijderd lijkt. Deze gesteldheid maakt heel vatbaar voor bekoring, dwaling, zonde, misleiding, want de mens kan in dit geval nauwelijks goed van kwaad onderscheiden.

    Er zijn vele aanwijzingen voor het feit dat onze hele moderne samenleving mank loopt op het gebied van de Wijsheid. Ik zou het ook zo kunnen uitdrukken: Onze maatschappij als geheel, in al haar verbindingen, relaties en radertjes, laat zich niet (meer) door de Heilige Geest bezielen en inspireren. Dat blijkt uit de dwaasheid van het materialisme als leidend principe: alles draait rond winstbejag, geld en de verafgoding van stoffelijke goederen als enige doelstelling van het leven. Het blijkt ook uit de lichtzinnigheid die in de samenleving heerst. Is het U bijvoorbeeld nog niet opgevallen hoezeer alles en iedereen in het belachelijke wordt getrokken? Met alles wordt de spot gedreven. De geest van onze samenleving wordt gekenmerkt door een pijnlijk gebrek aan ernst. Het is alsof werkelijk alle situaties als een grap worden beschouwd. U kunt dit onder andere merken aan de nooit eerder geëvenaarde mate waarin deze gesteldheid systematisch toegepast wordt in de media: televisieprogramma’s waarin alles (ook ernstige en zelfs zeer betreurenswaardige zaken) in het belachelijke wordt getrokken of tot voorwerp van vermaak wordt gemaakt, en reclamespots die weinig méér dan onvervalste dwaasheid zijn.

    Deze ingesteldheid maakt onze samenleving extra onveilig, want zij helpt een atmosfeer verspreiden waarin niets meer ernstig genomen wordt en waarin de waarheid steeds minder te betekenen heeft. Onder de schijn van het luchtig en ongedwongen voorstellen van de gewone dingen des levens (bijvoorbeeld op televisie, in reclame enzovoort) worden in werkelijkheid de leugen, het bedrog, de lichtzinnigheid en een gevaarlijke zorgeloosheid aangeprezen als een nieuwe levensideologie. Mens, open Uw ogen voor de valstrikken van de schijn! Eén van de grote adders die zich onder dit gras verbergen, is deze van de misleiding en vergiftiging van de jeugd. Ook ontspanning is niet steeds meer zo onschuldig. Wees waakzaam, en vergeet nooit dat Jezus U heeft verlost ten koste van onnoemelijk lijden, en dat Hij dit heeft gedaan met als enige doelstelling: het Eeuwig Heil van alle zielen en de vestiging van Gods Rijk op aarde. Dit ideaal zal niet worden verwezenlijkt zolang de mensheid het leven blijft benaderen met de lichtzinnigheid en de dwaasheid die producten zijn van geesten die de Heilige Geest hebben uitgebannen.

    20. Matigheid

    Matigheid is een deugd die alles te maken heeft met het vermogen tot onthechting van materiële dingen, dus het vermogen om de behoeften van de ziel voorrang te geven op de behoeften van het lichaam, die vaak schijnbehoeften zijn. Uw lichaam kan met veel minder rondkomen dan de hoeveelheid materiële middelen die U het gewoonlijk toevoert. Doordat de zintuigen onder allerlei wereldse invloeden een ongekend aantal behoeften voelen, is de mens gemakkelijk geneigd tot overdaad in de bevrediging ervan. Wanneer deze overdaad tot een geregeld terugkerende neiging wordt, kunnen wij spreken van gulzigheid. In feite is overdaad reeds alles wat verder gaat dan datgene wat Uw lichaam strikt nodig heeft om te leven.

    Eén van de meest sprekende voorbeelden van overdaad of onmatigheid is alcoholisme, drankzucht: het veel meer drinken (en dan nog van een drank die verslavend kan werken) dan nodig om de dorst te stillen. Een ander voorbeeld is vraatzucht: het veel meer eten dan nodig om de honger te stillen of het lichaam behoorlijk te voeden. Een veelvuldig voorkomende vorm van onmatigheid, die de vorm van verslaving kan aannemen, is snoepzucht, de hang naar suikerwaren en gelijkaardige producten die weinig voedingswaarde bezitten doch zeer veel mensen vangt in de strikken van onmatigheid, vaak uit een ongezonde drang naar compensatie voor bepaalde emotionele ongeregeldheden, complexen, verdriet enzovoort. Bij onmatigheid geeft de mens blijk van het feit dat hij niet in staat is om te voelen wanneer de grens wordt bereikt van datgene wat goed is voor hem. Matigheid is een uiting van de intelligentie die God in Uw lichaam heeft ingebouwd om U tijdig te waarschuwen tegen schade die U Uzelf kunt toebrengen. U zou onmatigheid kunnen beschouwen als het negeren van het regelmechanisme dat God Uw lichaam heeft gegeven. In dat opzicht is onmatigheid dus ook een zonde tegen Gods Wijsheid.

    Onmatigheid is een onvermogen om lichamelijke behoeften te bedwingen. Dat geldt ten aanzien van voedselopname, drank, roken, gebruik van medicijnen en zelfs van drugs, en ook ten aanzien van seksuele behoeften: een bovenmatige seksuele drift die niet onder controle wordt gehouden, is een vergevorderde vorm van onmatigheid, die onder andere kan leiden tot verkrachting en tot ongewenste intimiteiten.

    Onmatigheid kan zich ook manifesteren door de neiging om Uw medemens te verleiden tot gulzigheid, tot overmatig eten of drinken, tot roken terwijl hij daar niet echt voor voelt, enzovoort. Ik wil ook wijzen op de ondeugd in het verschijnsel waarbij U een medemens aanzet tot ongezonde gedragsverandering doordat U in het openbaar opschept over bepaalde gewoonten (bijvoorbeeld op het seksuele vlak) waaraan deze medemens niet voldoet, zodat hij zich 'abnormaal' begint te voelen en daarom poogt te volgen wat hij op grond van Uw uitspraken meent dat U zelf als norm ziet (zelfs al is dit niet zo). Op basis van dergelijke praatjes laten sommige mensen zich inderdaad tot ondeugd verleiden.

    Matigheid is één van de grote deugden die pleiten voor bezieling door Gods Geest. Om die reden is elke aansporing van een medemens tot onmatigheid breed genomen te beschouwen als een zonde tegen de Heilige Geest. U ontwricht daardoor het denken, voelen en de hele levensbeschouwing van een mens die in zich reeds de weg had gevonden om zich tegen de verleidingen en de greep van de wereld af te zetten.

    21. Offerbereidheid

    De bereidheid om offers te brengen, is voor de vestiging van Gods Rijk op aarde één van de meest waardevolle deugden. Een offer is iets waarvan U afstand doet, iets dat U zou willen hebben of willen doen, maar dat U zich ontzegt uit Liefde tot God (Jezus, Maria), omdat deze ontzegging een zeker gevoel van gemis of pijn nalaat. Alle pijn, elke last heeft een grote waarde voor het Heil van zielen. Het hele leven van Jezus en Maria op aarde is op dit gegeven gesteund geweest. Alleen om die reden konden Zij de Verlosser en Medeverlosseres van de mensheid zijn.

    De bereidheid om dingen op te offeren, is niet zo vanzelfsprekend in een samenleving waarin de weelde vrij algemeen verspreid is. Een mens die in armoede leeft, moet vele offers brengen uit noodzaak. Daarom zijn deze offers niet minder waard, want de waarde van het offer wordt in hoge mate bepaald door de liefde waarmee het gebracht wordt. Een mens die in een grotere materiële welstand leeft, kan veel meer ontberen dan een arme, want hij houdt veel meer over na het verzadigen van zijn noodzakelijke levensbehoeften. Nochtans is het vaak zo dat de welgestelde moeilijker tot offers komt dan de arme. Dit heeft veel te maken met het feit dat de arme niet zelden dichter bij God staat doordat zijn hele leven slechts in stand gehouden wordt door volkomen op God te vertrouwen. Naarmate de welvaart in de westerse wereld is toegenomen, is het leven met God minder en minder intens geworden. De welvaart is tot de god van het westen uitgeroepen. Het is echter een god die algemeen verderf van zeden, algemene hebzucht en zonde in vele uiteenlopende vormen in de zielen heeft gezaaid.

    Offerbereidheid is, breed genomen, de bereidheid om in navolging van Jezus op het kruis te gaan. Het kruis is daarbij symbool voor de lasten van het leven. Deze komen vanzelf, zij horen gewoon bij het leven in de stoffelijke wereld in een stoffelijk lichaam met zijn behoeften en zijn ontsporingen (ziekten, pijnen). Het dragen van deze lasten in Liefde, overgave en aanvaarding (toewijding!) vormt op zich reeds een offer. Doch in de engere betekenis van het woord is een offer alles wat U bovenop deze natuurlijke lasten nog vrijwillig zelf aan Uw dagelijks kruis toevoegt, dus een extra last die U Uzelf oplegt. Een voorbeeld: U eet graag chocolade, doch raakt gedurende een bepaalde tijd geen chocolade aan. Dat kan lastig zijn, maar precies dat maakt het tot een waardevol offer. Inderdaad, het ontzeggen van voedingsmiddelen is het dankbaarste terrein voor het brengen van offers, want U krijgt er voortdurend gelegenheden toe.

    De machtigste vorm van offerbereidheid is het vasten. Ik verwijs graag naar De Hemelse Bruiloft voor uitgebreid commentaar op deze uitermate waardevolle praktijk. Het ligt in de menselijke natuur om door offers afgeschrikt te worden. In onze geest is een mechanisme werkzaam dat eerder nastreeft wat wij als aangenaam ervaren, en vermijdt wat ons onaangenaam aandoet. In die zin vergt het brengen van offers dat wij tegen de menselijke natuur durven in te gaan. Is dit dan niet tegennatuurlijk, dus tegen Gods Wil? Allerminst. U mag niet vergeten dat God de mens had geschapen om steeds in volkomen gelukzaligheid in vereniging met Zijn Wil te leven. Pas door de erfzonde, de zonde van ongehoorzaamheid en hoogmoed, is het lijden in de menselijke natuur gekomen. De mens, die dus op dat ogenblik niet meer volkomen 'geprogrammeerd' was zoals God hem had bedoeld (in computertermen zou men kunnen zeggen "er is door de erfzonde een virus in zijn basisprogramma geslopen"), heeft sedertdien een groot gedeelte van zijn inspanningen gericht op het vinden van wegen om het lijden te ontvluchten, vandaar bijvoorbeeld alle inspanningen op het gebied van technologie en geneeskunde.

    Offerbereidheid is in feite een deugd waardoor de mens te kennen geeft dat hij toenadering zoekt tot God via de weg van het kruis omdat hij er zich rekenschap van geeft, en aanvaardt, dat dit de enige weg is om opnieuw aansluiting te vinden bij Gods Barmhartigheid. Waarom? Omdat de zondeschuld van de hele mensheid Gods Gerechtigheid onder druk zet, en God Zich niet volkomen met de mens kan verzoenen zolang die zondelast op de mensheid weegt: de zondeschuld is als een dik wolkendek dat zich tussen God en de mensenzielen heeft geschoven. Om de verzoening opnieuw tot stand te brengen, moet die zondelast uitgeboet worden (het wolkendek dunner en dunner gemaakt worden, zodat er opnieuw gaten in de bewolking komen om Gods Licht van Liefde en bezieling door te laten). Die uitboeting is de weg van het kruis, de opgeofferde lasten van het leven.

    Slechts weinigen hebben dit begrepen, en nog kleiner is het aantal van hen die daadwerkelijk gedurende langere tijd (bij voorkeur vanaf de beslissing om het te doen tot in het uur van de dood) de weg van de toewijding en de opoffering bewandelen. De ware offerbereidheid bloeit slechts op de Liefde tot het kruis, en op een vermogen om zichzelf boven de eigen wereldse behoeften te verheffen, wat uiteraard een vrucht van genadewerking is. De mens is zo zwak wanneer het erop aankomt, een keuze te maken voor het minder aangename boven het genot of de vermeende behoefte. De bloemenkroon trekt oneindig veel meer aan dan de doornenkroon. De ziel die heeft geleerd, te leven met de ogen en het hart op het Eeuwig Leven, zal de oneindige schatten vinden die verborgen liggen in de beproevingen en de vrijwillige offers, want haar ogen kijken dwars doorheen het werelds slijk dat om de schijnbaar mooie verlokkingen ligt. De meeste mensen betreden dit terrein van de bovennatuurlijke emoties nooit, sommigen doen dit nu en dan wel doch zijn daar weinig standvastig in, en voor een kleine minderheid wordt dit een echte levensstijl. Zij slagen erin, het lichaam zoveel mogelijk te zien als een middel om offers te brengen, in plaats van als iets dat tot doel van alle aandacht en genot moet dienen.

    Offerbereidheid is de deugd die de mens aanzet tot het uitspreken van het 'ja-woord', het "Fiat Voluntas Tua" (Uw Wil geschiede), in navolging van Maria’s "Mij geschiede naar Uw woord", dus tot de totale toewijding. Het is de deugd van de zelfverloochening, want zolang men zichzelf te belangrijk acht, zal men weinig geneigd zijn om offers te brengen.

    Talrijk zijn zij door wie de deugd van de offerbereidheid nauwelijks beoefend wordt. Het dagelijks kruis met aanvaarding en Liefde dragen, is voor weinigen weggelegd. Vele mensen komen in opstand bij de geringste tegenslag, en laten geen gelegenheid voorbij gaan om te klagen over hun beproevingen en hun lijden, of om deze op te blazen tegenover ieder die daar oren naar heeft, in de hoop, hun kruis zo zwaar mogelijk te laten lijken en zo mogelijk te worden bewonderd om hun inzet, hun moed en hun vermogen om 'zulke zware lasten te torsen'. Van hen zei Jezus overigens dat zij hun loon reeds hebben gehad, en dus voor het Eeuwig Leven nog weinig verdiensten zullen overhouden aan het kruis dat zij hebben gedragen.

    22. Boetvaardigheid

    Boetvaardigheid, de bereidheid om boete te doen, is zeer nauw verwant met de offerbereidheid. Boete is elke handeling waardoor men zichzelf een last oplegt die bedoeld is om zonden (van zichzelf of van anderen) goed te maken tegenover Gods Gerechtigheid. Terwijl offerbereidheid vaak verwijst naar de bereidheid om iets te laten wat men nochtans liever wél zou hebben of doen, verwijst boetvaardigheid doorgaans naar het wél doen van iets wat men liever niet zou doen. De beide deugden berusten echter op eenzelfde principe en gaan over het algemeen dan ook samen. De boeteling beschouwt boetedoening als hoogste goed voor de zielen, en streeft ernaar, alles wat hem genot kan verschaffen, zoveel mogelijk te vermijden. Men zou kunnen stellen: 'hij is hard voor zichzelf', al wil ik hierbij onmiddellijk aantekenen dat ook deze zienswijze afhankelijk is van wat men van het leven verwacht.

    Het ontzeggen van genot, zelfs het nastreven van relatieve zelfkastijding (men hoeft niet noodzakelijk aan zelfgeseling te doen om boeteling te zijn!) kan ervaren worden als een balsem voor de ziel, doordat het alle verbindingskanalen met God wijd openstelt. Onder 'relatieve zelfkastijding' versta ik hier: zichzelf niet in de watten leggen, geen inspanning schuwen, niet terugdeinzen voor het dragen van pijn of ongemak om voor de ziel van een medemens genaden af te smeken. Een dergelijke ingesteldheid komt bij vele mensen over als middeleeuws, eigen aan aloude strenge kloosterpraktijken of voorbehouden aan kluizenaars die dweepten met heilige intenties. Niets is minder waar. Vooral in deze tijd van relatieve overvloed is boetvaardigheid goud waard om de gemeenschappelijke zondeschuld van de mensheid te helpen afbetalen. Wie dit beschouwt als een geestelijke dwaling van een zonderling, heeft het Ware Leven met God (en met Maria) niet begrepen, en heeft evenmin begrepen dat ook in onze tijd nog steeds zielen geroepen worden tot de weg van de mystiek, het intens rechtstreeks contact met de Hemel (Maria, Jezus), een weg die gewoonlijk gepaard gaat met een genadevolle roeping tot strenge boetvaardigheid.

    Boetedoening zuivert de ziel. Die zuivering is nodig om te groeien. Ik heb het in De Hemelse Bruiloft uitgebreid over dit hele systeem gehad, en zal er daarom op deze plaats niet verder over uitweiden.

    Evenals voor de offerbereidheid geldt ook voor de boetvaardigheid dat zij door de meeste mensen geschuwd wordt, om dezelfde reden: het brengen van verstervingen en van offers wordt beschouwd als niet verenigbaar met een overvloedsmaatschappij. Eeuwenlang hebben de meeste mensen het moeilijk gehad. Ook de oorlogsjaren in de twintigste eeuw hebben vele ontberingen gebracht, en zij die deze hebben doorstaan, zijn verleid door de relatieve weelde van de naoorlogse periode. De generaties die daarna zijn gekomen, zijn opgegroeid in die relatieve weelde, en zijn vaak ook verwend door hun ouders, die wilden dat het hun kinderen beter zou vergaan dan henzelf. Bedenk daarbij dat intussen de christelijke waarden steeds minder ingevolgd zijn, en U begrijpt waarom boetvaardigheid door zeer velen wordt beschouwd als een flinke stap achteruit. Dat is betreurenswaardig, want de materiële overdaad en het stijgend onvermogen om zich iets te ontzeggen, heeft talloze zielen sterk verontreinigd.

    Het aloud Romeins gezegde "Mens sana in corpore sano" (een gezonde geest in een gezond lichaam) moet ook hierop van toepassing worden geacht. U hoeft U slechts aan te wennen om geregeld religieuze vastendagen in Uw leven in te bouwen, en U zult ervaren hoeveel zuiverder U alles gaat aanvoelen. Vasten, als koningin van de boetedoening, stort veelzijdige genaden in de ziel. Bedenk bovendien dat er nog een vorm van boetedoening bestaat die zeer waardevol is en U toch (indien U om gezondheidsredenen niet mag vasten) van lichamelijk vasten kan vrijstellen: de boetedoening van de geest, de mond en het hart. Een paar voorbeelden: leg Uzelf tijden van zwijgen op (vooral, doch niet alleen, indien U te veel spreekt), verbied Uzelf een dag lang (liever een leven lang, maar ik wil U niet meteen ontmoedigen...) om ook maar één negatief woord over Uw medemensen te uiten, leg Uzelf op om liefdevol te zijn tegen iemand die U eerder vlug op de zenuwen werkt, enzovoort. U zou er verbaasd over kunnen staan welk zalig gevoel U ’s avonds over de voorbije dag zult hebben. Waarom? Omdat Uw ziel dan de ware verbinding met God teruggevonden heeft.

    23. Betrouwbaarheid

    Betrouwbaarheid is de mate waarin Uw medemens op U kan betrouwen, dus de mate waarin hij aan U een houvast heeft. Een betrouwbaar mens is een mens waarop men kan bouwen. Dat is nodig om tot gezonde relaties te komen. Uw medemens moet weten dat U Uw woord nakomt, en niet 'ja' zegt terwijl U 'neen' denkt of althans niet met volle overtuiging achter Uw beloften staat. Betrouwbaarheid houdt in hoge mate verband met gelijkmoedigheid, want iemand met een wispelturig gemoed is als een bouwvallig huis: het is gevaarlijk om er in de buurt te blijven, vooral wanneer het waait.

    Wanneer het een mens ontbreekt aan betrouwbaarheid, wordt hij onberekenbaar genoemd: U kunt er 'geen staat op maken', en zult niet vlug geneigd zijn om hem iets toe te vertrouwen, zeker niet indien het iets belangrijks is.

    In het licht van deze laatste opmerking is betrouwbaarheid een gesteldheid die van U verwacht wordt als fundament voor toewijding. God kan geen huis bouwen op een mens waarop Hij niet ten volle kan betrouwen. U moet eerst blijk geven van het feit dat U niet te gauw uit het veld geslagen wordt, pas dan kan God U inzetten voor de verwezenlijking van Zijn Plan. Indien U dus waarlijk God (en Maria) wil dienen, zult U eerst beproefd worden, onder meer op Uw betrouwbaarheid. Wanneer U voldoende standvastig blijkt te zijn, kunnen U bijzondere taken toevertrouwd worden. Alle Werken van God zijn heilig. Een heilig Werk wordt niet toevertrouwd aan een ziel die vandaag geestdriftig is doch zich morgen reeds onderkoeld en onverschillig terugtrekt. Nauw samenwerken met God, is een heilig verbond, vergelijkbaar met een huwelijk, en dat kan alleen aangegaan worden met iemand die rechtlijnig is, en zich langdurig voor zijn zaak weet in te zetten, dus betrouwbaar is.

    Het niet nakomen van afspraken, is een uiting van onbetrouwbaarheid. Ik zal het in punt 44 nog over afspraken hebben. Laat ik hier alvast zeggen dat de mate waarin iemand stipt zijn afspraken met U nakomt, een goede aanwijzing geeft voor zijn betrouwbaarheid.

    Een andere vorm van onbetrouwbaarheid is het niet nakomen van beloften. Wanneer U Uw medemens iets belooft, moet U een inspanning leveren om deze gestand te doen. Indien dit door omstandigheden buiten Uw wil niet (meer) mogelijk blijkt, moet U de eerlijkheid hebben om hem dit te zeggen, en hem niet in het ongewisse te laten. Sommige mensen doen beloften en komen daar achteraf nooit meer op terug omdat zij vergeetachtig zijn. In dit geval gaat het doorgaans niet om een opzettelijk verzuim, doch wanneer U weet dat Uw geheugen U wel eens in de steek laat of U door overbelasting (of ziekte) dingen neigt te vergeten, doet U er goed aan, uit respect voor Uw medemens een aantekening te maken van elke belofte die U doet, opdat U ze in alle eerlijkheid kunt trachten na te komen. Een variante op het niet nakomen van beloften, is Uw medemens aan het lijntje houden.

    U doet daarbij Uw medemens een belofte zonder de echte intentie, deze ooit na te komen, bijvoorbeeld met de bedoeling, hem aan U te binden.

    Ik heb erop gewezen dat God de ziel slechts opdrachten kan toevertrouwen voor zover die ziel betrouwbaar is. Dat is het precies wat betrouwbaarheid in spiritueel opzicht zo belangrijk maakt. Een ziel waarop God niet kan vertrouwen, werkt Zijn Plan tegen doordat zij de chaos in de Schepping helpt bevorderen. God brengt grote dingen tot stand in een ziel die zich daar totaal toe leent. Het vervullen van Uw roeping, en Uw beschikbaarheid voor Gods Plan van Heil met de zielen, is doorslaggevend voor de grootte van 'het loon dat Jezus zal meebrengen' wanneer Hij de wereld zal oordelen. Bovendien mag U nog zulke grote vorderingen maken in de deugden, indien Uw betrouwbaarheid ontoereikend is, is Uw ziel als een huis waarvan de stenen nochtans van degelijke kwaliteit zijn, doch aan elkaar gemetseld zijn met een minderwaardig cement dat spoedig afbrokkelt en bij winderig weer in elkaar dreigt te zakken. Vandaar ook mijn beeld van het bouwvallig huis dat een gevaar vormt voor ieder die in de nabijheid komt, vooral wanneer het waait.

    24. Onbaatzuchtigheid

    Onbaatzuchtigheid is de ingesteldheid waarbij de mens niet de neiging heeft om voor alles wat hij doet iets terug te verwachten. Deze mens stelt al zijn handelingen vanuit zuivere Liefde, en schept meer vreugde in geven dan in krijgen. Hij stelt ze zonder de bedoeling, er enige baat bij te hebben. Het is hem er niet om te doen, tijdens zijn aardse leven vruchten te plukken van zijn verdiensten, want de vruchten der wereld interesseren hem slechts matig of zo goed als niet.

    Deze deugd vormt één van de noodzakelijke fundamenten voor oprechte, totale toewijding. In het handelen van elke dag wordt de mens in deze deugd gedreven door een zuivere betrachting van het goede, de naastenliefde, en hij wordt daarbij gestimuleerd door de vreugde van het geven. Hij voelt deze vreugde reeds bij voorbaat, in het vooruitzicht dat hij zijn medemens een vreugde zal bereiden. Hij verlangt daarbij geen ogenblik dat hem voor zijn goede daad ook maar het geringste terug zou worden gegeven. In het gebed komt de onbaatzuchtigheid tot uiting wanneer U bidt uit zuiver idealisme, zonder een intentie voor Uzelf te formuleren. U bidt niet (of slechts uitzonderlijk) om iets te bekomen waar Uzelf rechtstreeks beter van zou worden, doch louter voor de intenties van God (Jezus, Maria) of van een medemens. In het ideale geval is het voor U zelfs niet echt van belang, te weten of en waar en hoe Uw intentie verhoord is, al zou het U uiteraard vreugde bereiden indien dat zo zou blijken te zijn. De vreugde schuilt voor U louter in het feit dat U beseft dat Uw gebed Jezus en Maria behaagt en dat het ertoe bijdraagt, Hun intenties (Gods Heilsplan in al zijn geledingen) te verwezenlijken. Een grote uiting van onbaatzuchtigheid is bijvoorbeeld boetedoening, vasten, het brengen van allerlei offers uit loutere Liefde voor Jezus en Maria. Het verschaft U daarbij vreugde, iets van Uzelf (in dit geval Uw inspanning) te geven voor de intenties van de Hemel, of U voor die intenties iets te ontzeggen, Uzelf dus als het ware 'pijn te doen' uit Liefde.

    Het tegenovergestelde van deze deugd, is de houding waarbij men dingen doet in de hoop en verwachting, iets in de plaats te krijgen. Daarbij wordt dan automatisch verwacht dat hetgeen men zal terugkrijgen, iets tastbaars is (dus bijvoorbeeld geen spirituele genade, want deze wordt dan niet herkend), en dat het ten minste evenveel (materiële) waarde zou hebben als datgene wat men gegeven heeft. Indien men met deze ingesteldheid een gebed verricht, verwacht men onmiddellijk verhoring. Indien een vervulling van de verwachting niet zichtbaar volgt, voelt men zich door God bekocht, en is het gevaar niet ondenkbaar dat men alle geloofspraktijken terzijde schuift 'tot God Zijn schuld afbetaald heeft'.

    Een vorm van gebrek aan onbaatzuchtigheid, maar dan voornamelijk op een niet-materieel gebied, is de behoefte om beklaagd te worden, die bij sommige mensen aan de dag treedt. Deze mensen gebruiken hun lijden en lasten om er beter van te worden in de ogen van hun medemens, en soms zelfs om hun medemens emotioneel te manipuleren, om meer van hen gedaan te krijgen. In dezelfde lijn ligt de emotionele chantage, waarbij U een medemens in een situatie brengt waarin hij om morele redenen iets niet meer durft nalaten of niet durft doen of zeggen. Ook hier worden de gevoelens van de medemens misbruikt tot eigen nut.

    25. Onzelfzuchtigheid

    Onzelfzuchtigheid ligt niet zo ver naast onbaatzuchtigheid. Ook hier worden de noden en behoeften van de medemens boven de eigen noden en behoeften gesteld. Men heeft de neiging, zichzelf steeds weg te cijferen voor de ander. Het voornaamste verschil bestaat hierin, dat onbaatzuchtigheid een deugd is die aan de oppervlakte komt op het ogenblik waarop men iets wil doen, terwijl onzelfzuchtigheid ook tot uiting komt in Uw manier van zijn, zonder dat één of andere handeling wordt gesteld. Onzelfzuchtigheid is de gesteldheid waarbij U de ander in het middelpunt van alles plaatst en zelf in de marge gaat staan, dus Uzelf minder belangrijk maakt dan Uw medemens.

    Onzelfzuchtigheid wordt ook wel altruïsme genoemd, het tegendeel van egoïsme. Egoïsme is de houding van de mens die alles voor zich opeist, vaak ten koste van de ander, omdat hij vindt dat hij meer recht heeft op alle dingen dan zijn medemens, of omdat hij bang is dat hij minder zal krijgen indien zijn medemens iets extra krijgt. Wanneer egoïsme zo ver gaat dat U ervan overtuigd bent dat het normaal is dat alles in het leven om U heen draait, dat U het middelpunt van alles bent, heet deze ingesteldheid egocentrisme. Egocentrisme is een uiting van verregaande hoogmoed en zelfs verwaandheid.

    Onzelfzuchtigheid komt mooi tot uiting in de Liefde. Aardgebonden liefde, dus liefde voor zover deze lichamelijke aspecten heeft (het seksuele, erotische) is nooit volkomen onzelfzuchtig, doch voor een (klein of groot) gedeelte gericht op eigen bevrediging: wat kan ik uit de relatie halen? In hoeverre bevredigt zij mijn noden? Naarmate de Liefde tussen mensen 'verhevener' wordt, neemt het onzelfzuchtig karakter ervan toe. De Liefde wordt meer en meer vergeestelijkt. Waarlijk Hemelse Liefde daarentegen, zoals de mystieke liefdesrelatie tussen God (Maria) en de mysticus, is bevrijd van het lichamelijke en daardoor onzelfzuchtig. Deze Liefde wordt dermate uitgezuiverd dat zij louter drijft op de vurige behoefte om de ander het beste van zichzelf te geven: er bestaat een intens gevoelde behoefte aan 'zelfslachtoffering' ten bate van de Meester(es).

    Het is in dit licht dat U het begrip 'liefdesslavernij' van de heilige Grignion de Montfort kunt begrijpen: de totaal aan Maria toegewijde ziel, die door Maria is geroepen om zich helemaal, onvoorwaardelijk en voor eeuwig aan Haar te geven in al haar doen en laten, wordt Haar slaaf in de Liefde. Zij geeft zich volkomen aan Maria, zonder iets terug te verwachten, zonder iets voor zichzelf te vragen, louter om de vreugde, Haar volmaakt te dienen met de inzet van alles wat zij is en heeft, en van haar hele leven. De behoeften van haar Meesteres vormen de enige zin van haar bestaan, haar enige drijfveer. Zij ziet zichzelf als nietig en onbelangrijk, Maria is de Enige om wie alles gaat. Naarmate de toegewijde in deze gesteldheid groeit, wordt zij sterker in de onzelfzuchtigheid. Vereisten om hiertoe te komen, zijn vurige Liefde, diepe nederigheid, een grote gehoorzaamheid, en het vermogen om zichzelf te vergeten. Vandaar de leuze van de echt aan Maria toegewijde ziel, die ik reeds jaren geleden neerschreef: "Ik leef niet meer, Maria leeft in mij", waarmee ik toen verwees naar de woorden van de Heilige Paulus: "ik leef niet meer, Christus leeft in mij". Jezus en Maria zijn overigens de mooiste voorbeelden voor volmaakte onzelfzuchtigheid geweest. Nooit hebben Zij een handeling gesteld waardoor Zij Zichzelf in het middelpunt wilden plaatsen of waarmee Zij enige baat voor Zichzelf beoogden.

    De onzelfzuchtige mens heeft geen behoefte aan het zoeken naar eigen eer, met andere woorden hij is niet eerzuchtig. Hij heeft er geen behoefte aan, bewierookt te worden, en stelt er geen prijs op dat iedereen weet dat hij dit of dat gedaan heeft.

    Ware onzelfzuchtigheid is onmogelijk zonder vertrouwen op Gods Voorzienigheid. U moet ervan doordrongen zijn dat God steeds voor U zal zorgen, en wel des te meer naarmate U zich belangeloos inzet voor Uw medemens. Pas dan zal het voor U mogelijk zijn, Uzelf weg te cijferen voor Uw medemens, zijn belangen voorrang te geven op de Uwe.

    26. Vredelievendheid

    Een vredelievend mens betracht in alles de harmonie, een vredevolle omgang met zijn medemens. Hij houdt niet van onenigheid, onvrede of ruzies. Hij zal ten allen prijze vermijden om zijn toevlucht te nemen tot geweld, en is doorgaans ook snel geschokt wanneer hij getuige wordt van situaties waarin geweld, onvrede of onenigheid tot uitdrukking worden gebracht. Hij is geneigd om overal vrede te sluiten waar onenigheid heerst, ruzies te beslechten, misverstanden zo snel mogelijk op te ruimen (om het even of hijzelf erbij betrokken is of niet).

    Vredelievendheid is een uiting van het besef dat alles wat Gods Geest ademt, vrede en Liefde is, en dat alles wat hiervan afwijkt, niet van God komt en ook nooit door God bezield of goedgekeurd kan worden. In de politieke betrekkingen wordt vredelievendheid wel eens aangeduid met de term pacifisme, een houding die verwijst naar het zoeken naar vredevolle oplossingen voor elk probleem, en het te allen prijze vermijden van oorlogvoering. Niemand kan ontkennen dat politieke regimes die afstevenen op oorlogvoering, hetzij oorlog met andere staten hetzij de instandhouding van innerlijke strijd en vervolgingen, vroeg of laat ook steeds op andere terreinen blijk geven van onchristelijke drijfveren. Geweld en verdeeldheid worden nooit door God gewild, en een overheid die de bevolking tracht te overtuigen van het tegendeel, predikt een dwaalleer. Het is de ware christen nooit toegestaan, zich achter verdeeldheid te scharen, want wie verdeelt, kan nooit de zaak van Christus dienen. Indien twee of meer bevolkingsgroepen in een onderlinge conflictsituatie verkeren, of enig risico op onderling conflict bestaat, bestaat de enige geoorloofde houding voor de christen hierin, dat hij een voorbeeld van Liefde voorleeft, en met gebed en offers de ander naar de genade van bekering poogt te brengen.

    Deze religieuze oplossing moet hij te allen tijde de voorrang geven op louter politieke oplossingen die de onvrede kunnen bevorderen. Ik denk daarbij, onder andere, aan de situatie waarbij in een land christenen en niet-christenen naast elkaar leven. Een politiek waarbij de niet-christelijke groep met verbanning bedreigd wordt of vijandig benaderd wordt, doet afbreuk aan de christelijke leer. De enige gezonde houding, Jezus Christus waardig, bestaat hierin, dat U als christen deze mensen met Liefde benadert zodat zij vroeg of laat geraakt mogen worden door de levenshouding van de ware christen. Alleen wanneer zij in hun hart getroffen worden door Uw Liefde, zullen zij respect krijgen voor de leerstelling en de levensvisie van Christus, en kan in hen de kiem voor bekering ontwikkelen. Dàt is wat Jezus wil: breng eenheid, geen verdeeldheid. Elke redenering die U wil overtuigen van de noodzaak van politieke afscheiding of uitbanning, is een schijnoplossing die op een spirituele dwaling berust.

    Het is niet onbelangrijk, te overwegen dat U zich schuldig kunt maken aan onchristelijke activiteit indien U bijvoorbeeld tijdens een verkiezing Uw stem uitbrengt voor een politieke partij waarvan U bekend is dat zij onchristelijke waarden bevordert, onder meer racisme, gewelddadigheid, oorlog, een totalitair regime, enzovoort. U draagt hierdoor immers bij tot de bevordering van een onchristelijke samenleving en werkt dus Gods Plan tegen. Iets gelijkaardigs geldt in het verenigingsleven: Vermijd lidmaatschap van een organisatie, club of vereniging waarvan U bekend is dat zij de christelijke waarden niet bevordert of er zelfs afbreuk aan doet.

    Gebrek aan vredelievendheid ligt aan de basis van elk leerstelsel dat afscheiding, strijd en onverdraagzaamheid tussen volksgroepen predikt. Dat is bijvoorbeeld het geval bij racisme: vijandigheid ten opzichte van mensen die tot een ander ras behoren om de enige reden dat zij daartoe behoren. Bekende voorbeelden zijn het antisemitisme (jodenhaat) en de strijd tussen blanken en zwarten, zoals deze vooral in de Verenigde Staten en in Zuid-Afrika zeer intens hebben gewoed en nog steeds niet helemaal verdwenen zijn. Deze houdingen zijn volgens de christelijke leer in geen enkel opzicht aanvaardbaar.

    Een gebrek aan vredelievendheid komt op kleine schaal reeds tot uiting in de neiging om twistziek te zijn. Sommige mensen zijn zodanig teleurgesteld in het leven dat zij zich op hun medemens afreageren door om allerlei redenen ruzie te zoeken. Zij zondigen constant tegen de naastenliefde. Doorgaans hebben deze mensen de neiging, in elke aangelegenheid gelijk te willen krijgen, alsof zij er voldoening in scheppen, zich in alles boven de ander te stellen. Zij hebben vaak de neiging om zich door te zetten. Zij koesteren een geldingsdrang en willen voelen dat zij macht hebben over hun medemens. Vaak oefenen zij die macht uit door intimidatie: door stemverheffing of door in te spelen op de vrees van de ander voor conflict, overheersen zij hem. Vele mensen die zich in wezen minderwaardig voelen, tiranniseren op deze wijze hun medemens. Zij willen hun gevoel van eigenwaarde verhogen door de ander voor hen bevreesd te maken. Deze mensen handelen vanuit een gebrek aan vrede in hun eigen hart, en beminnen daarom ook niet de vrede naar hun medemens toe: gebrek aan vredelievendheid.

    Een herhaalde overtreding tegen de vredelievendheid is ook de karaktertrek van sommige mensen om mensen tegen elkaar op te zetten, onenigheden aan te wakkeren of ruzies uit te lokken. Het is moeilijk, iets lief te hebben dat men niet kent. Mensen die weinig of geen vredelievendheid bezitten, kennen de ware Vrede niet. Pas wanneer zij in zich de vonk van het heilig Vuur leren ontdekken, alsook de daarmee gepaard gaande vreugde, oogsten zij daarmee ook de Ware Liefde, die hen in staat zal stellen om de waarde van de harmonie tussen mensen, en Gods verlangen naar die harmonie, op prijs te stellen.

    27. Ingetogenheid

    Ingetogenheid is een deugd die veel te maken heeft met een hoogontwikkelde innerlijke Vrede, zelfbeheersing en nederigheid. De ingetogen ziel is een mens die alles doet om niet op te vallen, noch in woord noch in daad. Wanneer hij iets doet, doet hij dit zo onopvallend mogelijk, het liefst zelfs in het verborgene. Wanneer hij spreekt, doet hij dit met een zachte, vaak stille stem. Hij wil ten allen prijze vermijden, zijn medemensen te storen, hun rust te verstoren en de aandacht naar zich toe te trekken. Hij vermijdt alle uitbundigheid in woord en daad, precies omdat dit de ogen van anderen op hem zou doen vestigen. Hij handelt niet in de eerste plaats zo omdat hij bedeesd of schuchter zou zijn of zich minderwaardig zou voelen, doch omdat het hem stoort wanneer zijn medemens hem speciale aandacht geeft als gevolg van zijn handelen of spreken. De ingetogen mens straalt een vredige rust uit, een soort onverstoorbaarheid die zijn medemens vertrouwen schenkt. Van hem gaat geen bedreiging uit, doch een soort zalvende tegenwoordigheid. Hoe onopvallend de ingetogen mens ook tracht te blijven, er is één categorie van zielen bij wie hij vroeg of laat wél opvalt, namelijk bij hen die gevoelig zijn voor de rustige sfeer die wordt geïnspireerd door Gods Geest. De ingetogen ziel opent zich doorgaans gemakkelijk voor de vroomheid, het stil contact met God.

    De ingetogen mens verricht goede werken op een zo onopvallend mogelijke wijze, nooit om daarmee op te vallen. Vaak is de ingetogen mens zo onopvallend dat het lijkt alsof hij er niet eens is. Zo lijkt hij dus op een engel: Uw engelbewaarder is er ook, zonder dat zijn aanwezigheid de mensen opvalt. Ingetogenheid komt eveneens tot uiting in een rustige manier van reageren op dingen die in Uw omgeving gebeuren, want de ingetogen ziel laat de vrede die zij in haar hart heeft gevonden doordat zij zich met God (Jezus, Maria) verbonden weet, niet graag verstoren, en beseft dat elke opwinding waarin zij zich zou laten meeslepen, de vrede inderdaad kan wegnemen.

    Het tegenovergestelde van ingetogenheid is de uitbundigheid en de drang om op te vallen, die vaak gepaard gaat met een zucht naar erkenning. De ziel die deze houding koestert, heeft er nood aan, 'iemand' te zijn in de ogen van haar medemens. Vaak inhoudsloos of onwaardig gedrag wordt zo opvallend mogelijk tentoon gespreid in de hoop dat anderen er zullen naar opkijken en daardoor het gevoel van belangrijkheid zullen verhogen. Desnoods neemt deze mens zijn toevlucht tot aanstootgevend en schokkend gedrag, en wordt zijn hoogmoed vergroot naarmate zijn poging meer succes lijkt te hebben. Hoogmoed is inderdaad de kern van dit gedrag, evenals de nederigheid in de kern van de ingetogenheid zit.

    28. Nederigheid

    De nederigheid is één van de deugden die een ziel het meest sieren. Koester Uw nietigheid, en U zult groot zijn in Gods ogen. Nederigheid berust in principe op het vermogen om Uzelf op Uw werkelijke waarde als mens te schatten. De nederige mens is zich bewust van de nietigheid van de mens: een hoopje stof dat door God tot leven is gewekt. Dat is wat God zozeer aantrekt in de nederige mens: dat hij te allen tijde beseft wie hij is, een radertje binnen Gods Heilsplan, een ziel wier leven geen doel op zich is, doch een middel tot verwezenlijking van Gods Plan. De nederige mens is aldus eerst en vooral een mens die oog heeft voor de juiste orde waarin God de dingen beschikt heeft, en die zijn eigen plaats daarin herkent en aanvaardt. Ware nederigheid bestaat niet alleen uit het besef dat men tegenover God en binnen Zijn Plan slechts een radertje is, doch betekent ook dat men zichzelf als mens onder de mensen als klein wil beschouwen. De nederige mens is doordrongen van de relativiteit van alles, met andere woorden: hij is zich ervan bewust dat het belang van mensen en hun prestaties en verdiensten nooit overschat mag worden. Tenslotte is alles genadewerking, en niets is mogelijk tenzij God dit toestaat. De nederige ziel heeft dit begrepen, en beschouwt daarom zichzelf en haar handelingen als klein.

    De nederigheid heeft vele tegenpolen. Anders gezegd: Er zijn uiteenlopende houdingen en gesteldheden die tot uiting komen wanneer de nederigheid slecht ontwikkeld is. De eerste is uiteraard de hoogmoed. Hoogmoed is de gesteldheid waarbij de ziel zichzelf op een voetstuk plaatst, zich hoger en belangrijker waant dan de ander. Hoogmoed lag aan de basis van de val van Lucifer. Lucifer (de satan) was aanvankelijk een hooggeplaatste engel, die op grond van de hem toebedeelde krachten zo verwaand werd dat hij zich hoger begon te wanen dan God en tegen Hem in opstand kwam. Hij steeg God zelf naar de kroon, en verzette zich overigens ook tegen Gods beschikking om van de mens de kroon van de Schepping te maken, die zelfs door de engelen gediend zou worden. Omwille van dit gebrek aan nederigheid werd hij samen met zijn volgelingen uit de Hemel verstoten, want in de Hemel is geen plaats voor hoogmoed.

    Bedenk dit wel: Nederigheid blijkt hier een sleutel tot het Paradijs te zijn. Op één lijn met de hoogmoed ligt de trots. Trots wekt bovendien de bijgedachte van koppige volharding in deze gesteldheid. Trots is bijvoorbeeld de houding van de mens die een fout heeft begaan en ondanks het feit dat hij overduidelijke tekenen krijgt van zijn ongelijk, blijft volharden tegen beter weten in. Veel voorkomend is het voorbeeld van de mens die zich in een medemens heeft vergist, en terwijl alles ervoor spreekt dat hij fout is geweest, in geen geval zijn fout wil toegeven, uit vrees voor gezichtsverlies. Deze mens heeft niet begrepen hoe groot in Gods ogen de mens is die de edelmoedigheid bezit om zichzelf te vernederen om de waarheid te dienen. De trotse, hoogmoedige mens leeft inderdaad in een schijnwereld van onwaarheid, over zichzelf zowel als over zijn omgeving. In de letterlijke zin van het woord stapt hij in de voetsporen van de satan. De hoogmoedige mens heeft de neiging, op lof te azen en bejubeld of geprezen te willen worden.

    Hoogmoed wordt eveneens in praktijk gebracht door de mens die zijn medemens kleineert of neerbuigend behandelt. Dit is vaak, maar lang niet alleen, het geval in de houding van mensen ten opzichte van bedelaars, minderbedeelden, andersvaliden, mensen die in armoede leven. De hoogmoedige mens wekt de illusie dat hij meer waard is, of verstandiger, dan zijn medemens. De medemens uit de hoogte behandelen, op hem neerkijken, hem een gevoel van minderwaardigheid geven, is één van de geliefkoosde strategieën van Gods tegenstander om een ziel te ontwrichten. Waar de hoogmoedige ziel zich geen rekenschap van geeft, is dat zijzelf het groot slachtoffer is, want zij tekent het vonnis van haar eigen veroordeling. Hoogmoed is een gruwel in Gods ogen, precies vanwege de gelijkenis met het gedrag van de gevallen engelen van Lucifer. Dit is een bedenking die vooral geldt voor een mens die daadwerkelijk macht of gezag bezit. Jezus zei reeds tot Pilatus: "Ge zoudt volstrekt geen macht over Mij hebben indien deze u niet van boven was gegeven". Houd deze woorden steeds voor ogen: Indien (ik zeg dit met nadruk: indien) U boven Uw medemens komt te staan, weet dan dat deze positie U door Gods Voorzienigheid is verleend, omdat U in die positie een welbepaalde taak te vervullen hebt. Maak daar dus geen misbruik van, indien U niet veroordeeld wil worden wegens misbruik van Gods vertrouwen in U.

    Vormen van hoogmoed zijn het opscheppen in woord of daad, en de verwaandheid. Men wil hierdoor bij de medemens de indruk wekken dat men zeer zelfverzekerd is omdat men voelt dat daarvoor een reden is, namelijk dat men  werkelijk meer waard is dan de ander. Sommige mensen slagen erin, hun medemensen het gevoel te geven dat bij hen alles lukt, zonder slag of stoot, zonder inspanning, alsof zij God in hoogsteigen persoon waren, of dat zij door God veel meer begenadigd zijn dan de 'gewone mens'. Dit kan bij deze medemensen een verwoestend effect krijgen, en deze zelfs fataal blokkeren in de ontwikkeling van hun ziel, doordat zij de indruk krijgen dat God hen niet bemint. De verwaande, opschepperige mens is niet zelden verantwoordelijk voor minderwaardigheidsgevoelens bij zijn medemens.

    Een andere vorm van hoogmoed is de betweterij, waarbij in feite een zekere verwaandheid gepaard gaat met gebrek aan Wijsheid. De betweter is een mens die over alles een vaste mening heeft, en ervan overtuigd is dat hij, en hij alleen, gelijk heeft, en dit ook niet onder stoelen of banken steekt. Hij geeft zich onvoldoende rekenschap van het feit dat alle menselijke waarheden en kennis zeer relatief zijn. Met klem vasthouden aan Uw eigen gelijk, is dus vaak onwijs. Wanneer dit tot karaktertrek wordt, is sprake van verwaandheid, want het is onmogelijk dat een mens altijd gelijk heeft: geen enkel mens bezit de absolute Wijsheid of is alwetend. Een variant op de betweterij is de neiging om Uw medemens steeds te corrigeren. Door deze neiging wekt U de indruk dat Uw medemens zelden of nooit iets goeds doet, en dat Uw eigen systeem om de dingen aan te pakken automatisch in alle gevallen de enige juiste is.

    Hoogmoed kan de vorm aannemen van overdreven aandacht voor het eigen prestige, het aanzien dat de mens in de ogen van zijn medemens wil genieten. Aan deze ondeugd vallen onder andere gemakkelijk mensen ten prooi die veel in de kijker lopen, zoals in de wereld van de competitiesport, film en televisie, muziek enzovoort. Zucht naar prestige wordt dan wel eens tot doel op zich. In zekere zin vallen ook de zelfvoldaanheid en de zelfgenoegzaamheid onder de hoogmoed. Dit zijn ondeugden omdat zij uitingen van verwaandheid zijn. De zelfvoldane of zelfgenoegzame mens schept zoveel behagen in zichzelf dat hij nauwelijks een reden kan bedenken waarom hij aan zichzelf zou werken. Hij is ervan overtuigd dat hij volmaakt is, of althans geen verbetering behoeft. Vele christenen bezondigen zich aan zelfgenoegzaamheid door te menen dat een wekelijks bezoek aan de Heilige Mis, het dagelijks gebed van een rozenhoedje en de geregelde deelname aan een bedevaart hen automatisch zonder meer naar de Hemel voert. Zij achten elke verdere inspanning (meer gebed, regelmatige boete, vasten, offers, volhardende inspanning in de deugdzaamheid enzovoort) totaal overbodig. Deze mensen hebben de nijpende noden en het zwaar onevenwicht in de Goddelijke Scheppingsorde, noch hun eigen herstellende rol daarin als ware christenen, niet begrepen.

    Een enigszins geraffineerde vorm van hoogmoed is de ijdelheid. Dit is een gesteldheid waarbij een mens de neiging vertoont om te pronken met zijn of haar lichamelijke schoonheid, of althans ten minste tracht om bepaalde lichamelijke eigenschappen derwijze tot uitdrukking te brengen dat deze door de medemens bewonderd zouden kunnen worden. Zij wordt ingegeven door een zekere behaagzucht, de gedrevenheid om behagen te wekken in de ogen van de medemens. Deze gesteldheid heeft tot doel, zichzelf boven anderen te verheffen, en wordt ook niet zelden gebruikt als machtsmiddel: door lichamelijke schoonheid kan een grote macht uitgeoefend worden over de medemens, omdat de seksualiteit een grote behoefte kan zijn. Zij kan ook aan de basis liggen van ontmoediging bij de lichamelijk minder begiftigde medemens, evenals van lichamelijke onzuiverheid in allerlei gradaties, tot en met erotiek, prostitutie enzovoort. De ijdelheid kan voor een deel berusten op onzekerheid over zichzelf, en wordt dan in feite tot zelfmisleiding en zelfs onoprechtheid. Men wil iemand lijken die men niet is. Voor zover ijdelheid ingegeven wordt door machtswellust (waar ik zo dadelijk op terugkom), kan sprake zijn van geldingsdrang, die wel eens een gevoel van minderwaarde moet verbergen.

    Er is inderdaad een uiting van hoogmoed die, paradoxaal uitgedrukt, vaak berust op een gevoel van minderwaardigheid: geldingsdrang, de neiging om zich door te zetten, de eigen wil te laten gelden in een poging om anderen te intimideren of aan zich te onderwerpen. Geldingsdrang komt tot uiting in elk gedrag waardoor U Uw medemens een signaal geeft waaruit hij opmaakt "met die man/vrouw valt niet te spotten, ik kan maar beter toegeven". Geldingsdrang is een gesteldheid die neerkomt op een (weliswaar soms geraffineerde) vernedering van Uw medemens: U dringt hem in een positie waarin hij het gevoel krijgt dat hij minderwaardig is of dat hij moet toegeven (al was het maar om moeilijkheden te vermijden). Intimidatie is onverenigbaar met de Liefde die God van ons verwacht, want intimidatie is manipulatie door het opwekken van een zekere vrees of onrust, en vrees is onverenigbaar met Liefde. Een specifieke vorm van intimidatie is deze waarbij U Uw medemens onzeker maakt of een ongemakkelijk gevoel geeft door de wijze waarop U hem aankijkt. Hierbij gaat het doorgaans om het toewerpen van blikken die als onderzoekend, onvriendelijk, argwanend of kwetsend onverschillig overkomen.

    Hoogmoed kan tot uitdrukking komen in heerszucht en machtswellust. Heerszucht is de gesteldheid waarbij U gedreven wordt door de behoefte om Uw medemens te beheersen (te domineren). Machtswellust is de gesteldheid waardoor mensen genieten van de macht die zij over hun medemens kunnen uitoefenen. Macht is het vermogen om het gedrag van Uw medemens te beïnvloeden. Het leven kan U in posities brengen waarin U automatisch macht over medemensen verwerft. Dat hoeft uiteraard niet noodzakelijk te wijzen op een gebrek aan nederigheid. Dit laatste geldt slechts voor zover U Uw macht neigt te misbruiken. In dit geval is doorgaans sprake van hoogmoed, en vaak eveneens van een zucht of verlangen naar materieel gewin.

    Een modern verschijnsel is de assertiviteit. Dit is een gedragstechniek (want zo moet men dit in feite noemen) die door bepaalde strekkingen in de psychologie wordt aanbevolen als een middel om Uzelf geestelijk gezond te houden door 'niet op Uw kop te laten zitten'. In spiritueel opzicht heeft dit een bedenkelijk fundament. Assertiviteit betekent: Uzelf doorzetten, van U afbijten, vaak tot elke prijs. Deze houding bevordert de onvrede tussen mensen. Er zijn andere manieren om voor de waarheid op te komen. Een assertief gedrag zendt het signaal uit dat U Uzelf belangrijker acht dan Uw medemens, en dat U Uw zin wil krijgen, zelfs indien U daarvoor alle Liefde en vriendelijkheid moet verloochenen. In Gods ogen zult U met een dergelijk gedrag geen hoge punten scoren. Bedenk steeds dat U de waardigheid van Uw medemens hoog moet achten, en dat U bereid moet blijven om bepaalde toegevingen te doen. Het is zelfs uiterst waardevol dat U bereid zou blijven om nu en dan een deel van Uw rechten op te offeren, een toegeving te doen zelfs al bent U in het recht. Beschouw dit als een oefening in nederigheid.

    Onthoud steeds dat de mate waarin U nieuwe en steeds grotere genaden voor Uw ziel ontvangt, in belangrijke mate wordt bepaald door de graad van nederigheid die U koestert. Nederige zielen worden tot goudmijnen van genaden. Niets snijdt Gods toenaderingen tot Uw ziel sneller en abrupter af dan een uiting van hoogmoed, onder welke vorm dan ook. De nederige zielen, die nochtans de minst opvallende van alle zijn, zijn in werkelijkheid de machtigen, want zij krijgen van God alles gedaan (mits hun verzoeken niet onverenigbaar zijn met Gods Plan).

    De twee grootste voorbeelden zijn Jezus en Maria. Jezus verrichtte elke dag de grootste wonderen, doch heeft daar geen misbruik van gemaakt om Zichzelf boven de sterfelijke mens te stellen. Zodra men Hem op handen wilde dragen, verdween Hij om in afzondering te gaan bidden. Waarom? Omdat Hij slechts één doel had: niet Zijn persoonlijke verheerlijking, doch de vestiging van het Rijk Gods op aarde, en dit in volkomen onthechting van alle wereldse glorie. Maria, vervuld van Hemelse schoonheid en ongekende krachten en eigenschappen, heeft de macht gekregen om het kwaad onder Haar voeten te verpletteren. Zij wist welke onbegrensde macht Zij over mensen bezat, doch is het toonbeeld van onopvallendheid en nederigheid gebleven. Volg deze voorbeelden na tot in het heldhaftige toe, en Uw grootheid in Gods ogen zal onmetelijk zijn.