TELEFONEREN of SMS? We zijn gewoon thuis en bij nacht en ontij bereikbaar op de traditionele nummers. of op skype als we online zijn. Vind ons op skype als 'mike.vanoystaeyen' of GSM Mike 0476456801 of GSM Ruth 0477999733
Onze trektocht door Australië, Nieuw Zeeland en ZO-Azië van 28 okt 2009 tot 4 april 2010
14-01-2010
14/01/2010 Shop âtil you drop
Onze planning
voor vandaag loopt een beetje in t honderd. De wandeling die we in het
natuurpark wilden doen, begint aan het einde van een 34km lange gravelweg, daar
kunnen we niet aan. Daarenboven is het weer niet echt wandelgeschikt, het
regent, dus we cancellen de wandeling maar volledig.
Mike is
tevreden, hij kan zich een paar uur volledig wijden aan zijn nieuwe hobby,
kakuros oplossen. Na een paar uur vind ik het welletjes en wandelen we het
dorpscentrum in, voor het eerst sinds lang gaan we shoppen!! Niet dat we echt
veel kunnen kopen want er is geen plaats in de bagage, maar t is vooral de
idee die telt. Mike koopt een leuke T-shirt als souvenir (opschrift: If a man
speaks deep in the NZ forest and there is no woman to hear him, is he still
wrong?, snap ik niet) en ik een nieuwe dagrugzak, een topmodel. De bodemnaad
van de vorige is gelost en das redelijk onpraktisch als je gaat wandelen.
En dit is
veruit het meest indrukwekkende wat we vandaag gepresteerd hebben, morgen doen
we terug iets spannends, beloofd!
Na ons
ontbijt maken we ons langzaam klaar om te vertrekken. Ervaring leert ons dat ze
het hier niet te nauw nemen met de verplichte uitchecktijd van 10am. Voor we
buitenrijden houden we nog even halt aan de dump point om onze watertank te
vullen en de grey-watertank te ledigen. Aan de overkant van de weg merk ik twee
lifsters op. Ze willen naar Queenstown, dat kan, dat ligt op onze route. (Geen
wederhelften in de bosjes deze keer) De twee meiden uit de states gaan daar
bungee-jumpen. Oh ja, did it, done it, bought the T-shirt. Heb er
eerlijkheidshalve wel bij verteld dat ik sindsdien hoogtevrees ontwikkeld heb.
Ze waren er al minder gerust in.
De GPS kiest
een weg waar we volgens de kaart niet overmogen met een huurwagen. We begrijpen
niet direct waarom en rijden toch door. De route is zo mogelijk nog mooier dan
al de voorgaande. Nieuw-Zeeland is een paradijs voor wie graag met de wagen
rijdt. Je mag hier wel maar maximaal 100, maar dat stoort voor geen moment.
Achter elke bocht is er een nieuw wauw moment. Bovendien zijn de banen maar één
baanvak breed. De bruggen worden afwisselend gebruikt door meegaand en
aankomend verkeer.
We lunchen in
Queenstown, een gezellig stadje dat bulkt van de toeristische adventure
activiteiten. Tof. Wij rijden verder tot aan de visitor centre van onze
eindbestemming: Te Anau. Dat ligt aan de Sounds. Gigantische landengtes of
bergtoppen die langzaam overgaan in de oceaan en alzo kilometerslange fjorden
creëeren. Een immens natuurparkwaar je
maar 1 weg hebt tot aan de Milford Sounds. Alle anderen zijn onbereikbaar, niet
via auto, bus, watertaxi, niks. Met uitzondering van de Doubtful Sounds, daar
kan je bij als je meegaat op een georganiseerde tour. Je vaart dan eerst een
stuk over Lake Manapouri, dan 20 km over land met de bus waarbij je aan Deep
Cove komt en dan kan je beginnen aan de cruise op de Doubtful Sounds. Klinkt
allemaal toch sprookjesachtig, niet?Meteen hebben we een koers voor de volgende dagen. Morgen met de wagen
naar Milford Sounds. Die route moet wreed de moeite zijn. Op den duur verwacht
je niets anders meer. En overmorgen mee op een georganiseerde daguitstap naar
de afgelegen Doubtful Sound. Je kan de Sounds ook doen met georganiseerde
overnight cruises maar die zijn vrijwel onbetaalbaar. Bovendien hebben we al
onze camper om in te slapen.
Ok, misschien
niet zon spannende dag gehad als beloofd, maar de volgende dagen zien er weer
veelbelovend uit. Hopelijk komt de zon erdoor, dat maakt mooiere fotos. Al is
die kans hier erg klein, hier valt gemiddeld8000 mm regen per jaar. Dat is, hou je vast, 10X zoveel als in midden
België.
Na ons
ontbijt maken we ons langzaam klaar om te vertrekken. Jaja , met opzet want in
de visitor center werd ons aangeraden niet aan de Milford Road te beginnen
tussen 7 en 11. Dan zijn alle touringbussen onderweg voor hun dagtochten en is
het er erg druk. De Milford Road is een weg van 120 km die dood loopt in de
Milford Sounds. Toch is het één van de boeiendste banen van Nieuw Zeeland. Langs
de hele route kan je korte wandelingen doen die je een perfect idee geven van
het Fjordland National Park. Vooral de tweede helft is onverantwoord mooi. Je
moet zowaar een ijzeren karakter hebben om je ogen op de weg te houden. We
rijden tussen steile flanken die +1500 m boven ons uitstijgen waarvan 10
tallen-watervallen naar beneden storten. Elke bocht die we nemen creëert een
nieuw wauw moment. Zonder twijfel één van de, zo niet de mooiste weg die we al
bereden hebben. En we hebben er al heel wat indrukwekkende op onze palmares
staan.
Zon 25 km
voor Milford kunnen we de berg niet meer over en moeten we door een tunnel. De
tunnel is maar gemaakt voor verkeer in 1 richting, met lichten wordt het
verkeer wisselend geregeld, met een interval van 15 min. We vinden het absoluut
niet erg, de uitzichten zijn onvergetelijk. De laatste 25 km gaan stijl naar
beneden tot op zeeniveau. Met al onze stops tussendoor is het 15u tegen dat we
Milford bereiken. Hoewel het s morgens bij ons vertrek zwaarbewolkt was, is de
zon er ondertussen volledig doorgekomen en de uitzichten op Milford Sound zijn
prachtig. We laten deze kans niet liggen en kunnen nog net mee met de boot van
15.25u voor een 2u durende rondvaart door de sound. Stel u voor dat we morgen
slecht weer hebben, dan hebben we niks gezien.
De rondvaart
door de Sound is geweldig, we gaan van de ene waterval naar (al dan niet door)
de volgende en de bergen met sneeuwwitte toppen rijzen uit de zee naar boven.
Machtig om te zien. We komen hier te weten dat Captain Cook tot 2x toe voorbij
deze Sound is gevaren, zonder de ingang te vinden, pas 50 jaar later wordt hij
ontdekt. Eens op de Tasman Sea begrijpen we ook waarom, zelfs van vlakbij kan
je niet zien dat er een ingang is tussen de rotsen.
Helemaal overdonderd
van al deze natuurpracht beginnen we aan de terugtocht, waarbij we de stukken
die op de heenweg nog in de wolken zaten er nu nog als extra bovenop krijgen.
Het was
wederom een dag om nooit te vergeten!
Fotos: Lake
Gunn, Ruth duwt een boomstam in 2, vingerhoedskruid (sommige weiden zijn violet
van de verschillende tinten van deze plant), impressie van een Deense meermin
bij de Marian Falls, spelen in de sneeuw (zo zien jullie maar, we denken aan
jullie), de Milford Sound
Deze Sound
had Capt Coock wel opgemerkt. Hij vroeg zich echter af of hij wel terug weg zou
geraken gezien de stevige inlandse bries die hier altijd aanwezig is bij mooi
weer. Dat gaf meteen de naam Doubtful Sound. Hoewel dit eigenlijk fout is, want
de Doubtful is een fjord omdat hij ontstaan is uit een hyperactieve gletsjer.
Een Sound ontstaat uit een rivier. De enige echte sound in Nieuw-Zeeland is
die in Marlborough, in het noorden van het Zuidereiland. Om de verwarring compleet
te maken ligt het hier vol sounds in Fjordland. Enfin,we leren weer bij.
Het is weer
een prachtige dag, hoe langer hoe meer beseffen we dat we ongelooflijk veel
geluk hebben met het weer. Veel mensen waar we mee praten doen het eiland in
omgekeerde richting en komen van de ene regenzone in de andere. De touringbus
pikt ons op aan de camping en we rijden naar Lake Manapouri waar we overstappen
in een bootje tot aan een waterkrachtcentrale. Deze is 170m diep in een grot
uitgehouwen en kan voldoende energie opwekken om het hele Zuidereiland van
stroom te voorzien. Daarna rijden we met de bus tot aan Deep Cove, waar we in
boot nr2 (gelukkig een iets grotere) worden overgeladen voor de rondvaart op de
Doubtful Sounds.
Volgens Lonely Planet is deze indrukwekkender
dan de Milford en vooral minder toeristisch. Dat laatste is zeker waar, we
komen maar 1 andere boot tegen en voor de rest zijn we alleen. Je geraakt hier
gewoon ook niet op eigen houtje, dus dat maakt het wel speciaal. We zien ook
zeehonden en zelfs dolfijnen die nieuwsgierig dichterbij komen gezwommen.
Maar of deze nu echt indrukwekkender
is? Wij zijn er niet helemaal uit, Milford leek ons hoger en ruiger, maar dat
was natuurlijk de eerste fjord die we zagen ln elk geval, doubtful.
Fotos: zicht tijdens ons ontbijt,
eerste zicht op Doubtful Sound, Ruth in de Sound, landschappen vanop de boot,
luie kajakers, kolonie mooie zeehonden (ge moet ze es ruiken ), De wolken
rollen snel binnen op plekjes waar we een half uur geleden nog waren,
Dolfijnen, indrukwekkende waterval nr76, rendieren transport.
Om de
doorsteek naar de oostkust te maken kiezen we voor de alternatieve (langere en
mooiere) route via het uiterste Zuiden van NZ. De bijzonder goed uitgeruste
visitor centres hebben ook hierover een gratis brochure met alle
bezienswaardigheden langs deze route. Zo bezichtigen we een historische hangbrug
(gebouwd in 1899, jawel) en passeren we een surfers-dorp. Voor de lunch stoppen
we aan het Beach House in Riverton. Lonely Planet is hier heel lyrisch over en
vindt het een must om op een zonnige, warme dag op het terras te eten. In de
andere 90% van de gevallen kan je binnen van het zeezicht genieten. Gewoon om
maar weer aan te tonen dat we chance hebben met het weer, want we lunchen
gezellig buiten
Later op de
dag bereiken we de Catlins, een gebied met glooiende weilanden, oude bossen en
ruige kustlijn. We zien schapen, schapen schapen. Van die dikke wollige
gevallen die dringend geschoren moeten worden, of pasgeschorenen, met zwarte
kop of met witte, enfin in alle geuren en kleuren, maten en gewichten. Onze
campingkeuze valt wat tegen. De toilet heeft wat weg van een groot uitgevallen
aanplakpaal met een gat in de grond, naar de douche zijn we zelfs niet gaan
kijken. We vermoeden een waterton in een boom geknoopt of iets dergelijks. We
rijden dus nog wat verder en komen aan bij een kleine familiecamping. Onze
achterburen zijn Vlamingen uit Leuven dus das gezellig. Dat doet onze
Belgen-teller weer wat stijgen. Op de Milford Sound-cruise kwamen we ook nog
een man uit Beringen tegen. En allemaal maar zagen en klagen over het weer, en
wij maar content zijn.
Al gauw
ontdekken we dat de camping wel wat last van beestjes heeft. Eerst kunnen we de
deur nauwelijks laten openstaan omdat er heel der zwermen hommels binnendringen.
Als de avond valt komen de sandflies in actie en moeten we ons volledig insmeren.
Morgen dan toch maar verder.
We beginnen
de dag met een wandeling naar de McLean Waterfalls, die vlak aan onze camping
liggen. De wandeling loopt door een mooi stuk regenwoud, de watervallen zelf
zijn mooier dan verwacht. De navigator
van dienst heeft een korte maar felle discussie met de dame in het
GPS-bakjeen leidt ons aanvankelijk 20
min terug westwaarts.Uiteindelijk werken
we verder oostwaarts de rest van de bezienswaardigheden af. We stoppen aan de
Catedral Coves, dit zijn grotten vlak aan de zee die je enkel met laag tij kan
bezoeken, en gaan zeehonden knuppelen op Nugget Point. Neen, dat kan natuurlijk niet want hier vind
je geen zeehonden. De schattige fur coat seals zijn eigenlijk zeeleeuwen. De beroemde
Yellow Eye Pinguins krijgen we hier niet te zien, die waren al gaan vissen op
volle zee. Tegen dan hebben we het zo wel allemaal gezien en rijden we in 1
stuk door naar Dunedin. Morgen gaan we deze stad bezoeken, het kan niet altijd
natuur zijn.
Onze camping
ligt aan een rivier buiten de stad, en dankzij onze maandenlange ervaring zijn
we hier goed op tijd om nog keuze te hebben uit een aantal mooie plekken.
De Southern
Scenic Route en Catlins zijn een leuk alternatief voor de anders redelijk saaie
weg naar het Oosten, maar de landschappen zijn nauwelijks indrukwekkender dan
een mooie Ardeense heuvel of een prachtige vallei in de Moezel.Het zou ook normvervaging kunnen zijn
Fotos: regenwoud
op weg naar de waterval, de McLean waterval, Ruth duwt wéér een boom uiteen,
Catedral caves en een volwassen zeewier
Het is mistig en regenachtig, maar dat
weerhoudt ons niet om naar Dunedin-centrum af te zakken, met als eerste
attractie de botaniken hof. Die is mooi aangelegd en wordt duidelijk goed
onderhouden, overal zien we jobstudenten op hun knieën onkruid wieden of
gazonboordsels knippen.
Van daaruit lopen we verder naar het
commerciële centrum via de studentenwijken. Dunedin heeft de oudste
universiteit van Nieuw-Zeeland, maar deze tijd van t jaar is daar niet heel
veel van te merken, t is natuurlijk zomervakantie.
In de Scottish Shop slaan we alvast
een blikken voorraad Haggis in en we gaan ook even dag zeggen tegen Robert
Burns op het centrale plein. Man, laat die hier op zijn kop kakken.
Tegen 15u hebben we het zo wel gezien
en staan we toch wel net toevallig voor de cinema. We krijgen een fikse korting
met onze Jeugdhuizen-lidkaart en brengen de rest van de namiddag door in het
gezelschap van Mr Holmes & Dr Watson. Misschien niet de beste keuze gezien
het creatief oud-Engelse taalgebruik en het gebrek aan ondertiteling. Maar we
denken dat we de clue toch wel hebben gesnapt. Its elementary, dear Watson.
Op de terugweg drinken we een pint in
het smalste café van het universum (vinden ze toch van zichzelf), bestaande uit
een voorgevel van 3m breed en daarnaast een overdekte gang van nog es 2m.
Binnen is er eigenlijk geen plaats voor tafels en je bestelt aan het raam in de
voorgevel.
Fotos: The man himself, De blue
oyster bar (Police Academy 1 ), het hotel van Robbie, het smalste café
Vanuit
Dunedin doen we een kleine omweg om een albatros-kolonie te gaan bezichtigen.
De weg ernaartoe is weer spectaculair en brengt ons helemaal tot het uiteinde
van het Otago-schiereiland, ten Z-Westen van Dunedin. Voor we echter een
albatros kunnen spotten, botsen we op een hoge afsluiting en een visitor
centre, waar we 20/man toegangsgeld moeten betalen om door te mogen lopen naar
de kolonie, en dan heb je nog niet eens de zekerheid dat je een albatros te
zien krijgt. Het mogen dan indrukwekkende beesten zijn, dat hebben we voor geen
enkele volgel over. Dit is typisch N-Zeeland, voor alles vragen ze inkom en
soms gewoon absurde prijzen. We stellen ons dan maar tevreden met aalschovers
en meeuwen.
Op de
terugweg geraakt de GPS (de elektronische deze keer) in de war en stuurt ons
over de High Cliff Road. Dit spreekt tot de verbeelding en de weg doet zijn
naam eer aan. Waar we voorheen vnl door de mist en wolken reden, stijgen we er
nu boven uit en krijgen we indrukwekkende uitzichten op de baai van Dunedin,
tussen de wolken- en mistflarden door. We schieten weer van geen kanten op want
elke bocht is opnieuw geschikt voor een panoramische foto. Danku madam van de
GPS voor deze kleine detour.
We stoppen
nog een keer in Oamaru om de ijskast vol te laden voor de komende 3 dagen en
draaien dan het binnenland in, richting Mt Cook, de hoogste top van het eiland
die afklokt op 3754m. De planten veranderen al snel in een meer dorre alpine-begroeiing
dan wat we tot nu al gezien hebben. De regen blijft duidelijk voornamelijk aan
de westkant van de Southern Alps hangen. Dor is natuurlijk nog altijd relatief,
elk Australische koe zou stikjaloers zijn op de sappige grassen.
De laatste
camping (anex visitor centre, anex helicopter centre) voor Mt Cook ligt in het
Glentanner dal en biedt ons al een prachtig voorproefje van de met sneeuw
bedekte toppen. We hebben geluk, later op de avond breekt de zon door en komt
Mt Cook even piepen, en er worden dan ook enthousiast fotos gemaakt. Lang niet
iedereen die hier komt krijgt die kans. We hebben ook een goed uitzicht op het
Pukaki meer, dat net zoals de andere meren hier een heel vreemde kleur heeft,
veroorzaakt door afzetsel van een gletsjer die door de vallei geschoven is. Het
water is melkachtig,en als de zon erdoor komt, turquoise-blauw.
Als alle
andere campers stoppen met manoeuvreren en zich binnen installeren voor hun TV,
genieten wij buiten van een glas wijn en van de absolute stilte die hier
heerst, op het geruis van watervallen na. Meer moet dat niet zijn
Fotos:
panoramische zichten vanop onze camping op oa Mt Cook, koeien naast de High
Cliff Road in Dunedin, de albatros-kolonie zit ergens onder de vuurtoren maar
konden we dus niet zien, Mt Cook met zijn punt in de zon.
Gewapend met een wandelkaart rijden we
tot het einde van de weg, waar Mt Cook Village ligt. Onderweg zien we
landschappen die Peter Jackson best wel eens in een film zou kunnen gebruiken.
De wolken hangen laag over de donkere bergkammen en geven het geheel een surreëel
karakter.
Eigenlijk
staan we hier in vogelvlucht op amper 20 km afstand van de Fox Glacier, waar we
10 dagen geleden op gewandeld hebben. Er is echter geen enkele directe weg over
de bergen. De kortste is over de Haast Pass, minstens 500 km om.
Wandeling nr
1, de Hooker Valley track,begint aan
het einde van de Hooker valley Road. Ze loopt door de Hooker Valley, langs de
Hooker Hut tot aan de uitlopers van de Hooker gletser, met mooie uitzichten op de
Mt Cook en andere bergen. De weersvoorspellingen zijn niet zo denderend, dus we
vertrekken voorzien van regenjassen, sjaals en fleecen. De bergtoppen zitten
allemaal achter de wolken en het ziet er niet naar uit dat dit snel gaat
veranderen. Maar niet getreurd, het regent niet en de temperatuur is perfect om
te wandelen. We waren al gewaarschuwd dat de Hooker Valley Track heel populair
is, maar treintje lopen met een bus Japanners, nee, dat hadden we niet
verwacht. Ok Scotty, Warp Factor 10, oftewel de inmiddels beruchte Ruth-wandelmodus
wordt ingeschakeld en al snel verdwijnt de menigte achter ons. Het wandelpad
slingert over een rotsige ondergrond de bergen in. We gaan twee hangbruggen
over en komen uiteindelijk aan het finale uitkijkpunt bij lake u raadt het nooit, juist Hooker. Dat is heel
bijzonder omdat de afgebroken gletsjerstukken als gigantische ijsbergen
ronddrijven op dit meer. Je verwacht elk moment een ijsbeer tegen het lijf te
lopen.
Terug zoals
we gekomen waren, halverwege de nest blozende Aziaten ontwijken, en we zijn
terug bij ons vertrekpunt. We lunchen in de enige lokale bar en besluiten nog
even een kijkje te gaan nemen aan de voet van de Tasman Glacier. De langste
gletsjer van het land. Hiervoor moeten we zon 10km over unsealed road welke
niet toegelaten is voor rental-cars. Dat doen we lekker toch. Onze bus hotst en
botst over de gravel tot aan het carpark. Dat staat zoals verwacht natuurlijk
vol rental cars. De stouteriken! Hier is niet veel te zien maar er zijn twee
korte wandelingen van minder dan een uur die wel mooie uitzichten beloven. De
eerste gaat naar de blue lakes. Drie kleine groene! meertjes die perfect
geschikt zijn om te zwemmen. De volgende gaat tot aan lake Tasman, ongetwijfeld
minder geschikt om te zwemmen want ook hier drijven hele ijsbergen. En jongens,
please, stop nu eens met die Global Warming. Hierdoor smelt er ongeveer elke
jaar 0,5% gletsjer weg en moeten we een heel eind verder en hoger klauteren
alvorens we van de spectaculaire uitzichten kunnen genieten. Als je al de ganse
ochtend Chinezen getraiterd hebt kruipt dat in uw knoken.Mijn benen zijn nu wellicht klaar om het
Belgisch Wit-Blauw keurmerk te ontvangen.
Eens terug op
de camping zien we met eigen ogen hoe een regenboog echt uit een pot goud,
eeuhh turquoise, komt, ongelooflijk.
Fotos:
zichten tijdens de Hooker wandeling, op lake Hooker en Hooker glacier. Extra bloemekes
voor de tante, regenboog, panoramas van lake Hooker en lake Tasman
We verlaten
het NZ-hooggebergte en rijden naar Lake Tekapo. Dat rijden is hier steeds een
plezier. We kunnen bovendien de I-pod aansluiten op de autoradio. Dat maakt dat
we vaak hele stukken luidkeels zitten mee te zingen terwijl we door het
landschap zoeven. Probeer dat maar eens op een bus. We maken een ommetje en we
komen schor en hees aan bij de zalmkwekerij. Voor een kleine bijdrage mag je
daar jezelf rondleiden en krijg je visvoer mee. Doen we. De vissen versmachten
elkaar telkens we een beetje korrel in het water werpen. Als je hier invalt ben
je vast in een mum van tijd een been kwijt, lijkt me. De vissen worden opgevist
met een klein net en dan met een fikste tik op de kop in een eeuwige slaap
gemept. Naar eigen zeggen is de zalm hier van een ongeëvenaarde kwaliteit. We
laten ons verleiden en kopen twee filetkes, ze zijn nog warm Verder naar Tekapo.
We checken in
op onze camping met alweer een sprookjesachtig decor. Dat is hier niet zo heel
moeilijk. Je zal je camping hier al verdraaid goed moeten misplaatsen om niet
van een fabuleus uitzicht te kunnen genieten. We lunchen in een lokaal Jappans
restaurant waarvan onze reisgids vertelt dat de Sashimi daar bereid wordt met
de eerdergenoemde zalm. Het lost onze hooggespannen verwachtingen in en het
smaakt heerlijk.
Lake Tekapo
staat verder bekend om de uiterst zuivere lucht. De zuiverste van dit halfrond
volgens kenners. Toch komen we hier nog Aziaten tegen met een monddoekje. Erg
vreemd. Waarschijnlijk zijn die mensen reeds vergroeid met het kleinnood of
willen ze niet riskeren om in shock te geraken bij het inademen van zoveel pure
lucht. Ik betwijfel of ze het doen om de lucht hier niet te bezoedelen.
Als s avonds
de camping volloopt met zware dieselmotoren is de zuivere lucht enigszins ver
zoek.
Door de
zuivere lucht en het ontbreken van een grote stad in de nabijheid is Lake
Tekapo ook bekend om zijn zeer heldere sterrenhemel. Boven op de berg staat er
een sterrenwacht. Tegen dat we ons realiseren dat het een heldere nacht gaat
worden, zijn alle stargazing tours al volgeboekt. Dan maar sterrenkijken vanop
de camping. De maan speelt echter in ons nadeel en om 23u houden we het voor
bekeken.
Traditiegetrouw
herdenken de vrienden (de slechtste toch) elk jaar de Schotse poëet Robert
Burns. Elk excuus is natuurlijk goed genoeg om een avond whisky-proeverij te
doen, maar toch heeft deze Robert Burns Night steeds iets bijzonder. Eerst eten
we een stukje Haggis met onverbeterlijke rapen waarna iedereen zelf een stukje
Burns voordraagt en wat dan telkens met een teug Schots goud wordt
doorgespoeld. De Schotse tongval betert dan ook naarmate de avond vordert. Dit
jaar kan ik er uiteraard niet bij zijn, maar ik beloofde skypegewijs toch even
binnen te vallen om mijn poëtische bijdrage ten berde te brengen. Dat was
bijzonder leuk, al die gezichten nog eens terug zien, net alsof ik er even bij
was. Al kijken de mensen hier wel een beetje vreemd op als je hier op de
camping een gedicht van 1788 staat op te dragen voor een laptop met een glas
Whisky in de hand. Dat je dan vervolgens triomfantelijk naar binnenkiepert om
11h smorgens. Van een stevig ontbijt gesproken. De dag is goed ingezet. Klaar
voor een stevige wandeling.
We vertrekken
van op de camping naar de Mt John Observatory. Zoals elke zichzelf
respecterende sterrenwacht hebben ze ook deze bovenop de heuvel geplaatst. In
een half uur tijd klimmen we minstens 300m. Het buitengewoon ontbijt was
misschien toch niet zon allerbest idee. Drijfnat komen we boven aan terwijl
het niet eens zo warm is. Hier hebben we een impressionant 360° zicht over het
meer en de bergen tegen de horizon aan. We zien hoe de wolken over de tegenoverliggende
bergkam het meer in rollen en in een
kwartier tijd de hele regio bedekken. Via de weides dalen we terug tot aan het
meer en zo verder tot aan de camping. Weinig bloemen gezien. Het is blijkbaar
niet het ideale klimaat voor weelderige bloemenweides. Mooi tochtje trouwens,
bovendien waren we hier bijna gans alleen en dat maakt dat we de stilte hier dan
echt kunnen horen.
Fotos:wolken die binnerollen, schuchter vogeltje
met rood borstje ?, bloemen voor de tante, panoramas van tijdens de wandeling.
Gisterenavond
zijn we er achter gekomen dat we mogelijk een klein visum-probleem hebben met
onze reis naar Thailand. We hebben er namelijk geen. In principe hebben we dat
ook niet nodig want we verblijven minder dan 30 dagen in Thailand. Dat hadden
we vooraf wel opgezocht. Wat is dan wel de mogelijke adder onder het gras ? We
vliegen nl op Bangkok en vertrekken terug uit Bangkok zon 64 dagen later.
Probeer nu maar eens de autoriteiten te overtuigen dat je de rechtschapen intenties
hebt om door te reizen naar Laos-Vietnam-Cambodja. We hebben immers geen enkele
reservatie op zak. Vermoedelijk is er voor elke oplossing een probleem. Dus
zijn we alvast aan het mailen geslagen met het consulaat van Thailand (in
Berchem) en naar ons reisbureau waar we de vluchten boekten om een idee te
krijgen van grootorde van de mogelijke problemen die ons hierbij te wachten
staan. En, als het even kan, wat kunnen we doen om die te vermijden, want Worst
Case scenario laat Qantas ons niet vertrekken zonder geldig visum. Dat zijn echter
doom-scenarios en zover zijn we nog niet. Vandaag is het prachtig weer en doen
we gewoon niks. Niks toeristisch wil dat zeggen. We vullen onze dag met kakuros,
adokus, mussen africhten en aperitieven. De drankvoorraad moet immers op. Het
mooie weer maakt het wat te warm om bergop te klauteren (hoort mij bezig, t zal
in Thailand nog heel wat warmer zijn, als wer geraken tenminste) en ideaal om
de wasvoorraad te vernieuwen.
De gasfles
van onze camper is leeg, dat kan al eens gebeuren na 4 weken intensief gebruik.
De fles opnieuw laten vullen voor 1 maaltijd lijkt ons belachelijk. Er is wel
een campkitchen maar dat is struggle for life in het topseizoen, de blauwe
walmen van verbrand eten zijn niet te harden en in de mist vind je je eigen
potten nauwelijks terug. We nemen het onzekere voor het zeker en gaan uit eten.
Morgen moeten
we de camper immers terug binnenbrengen en verblijven we in de YHA van
Christchurch. Donderdag vliegen we als alles meezit naar Bangkok. De blog wordt
echt nog een spannende thriller zo. Allé voor ons toch. U leest morgen toch
verder voor alweer een spannend avontuur
We pakken in,
gaan vluchtig door de camper, en rijden naar Christchurch. Dat gaat trager dan
normaal, waarschijnlijk omdat we de laatste nostalgische rit met de camper niet
te snel willen laten voorbijgaan. We zeggen nog een paar keer wauw voor de mooie
landschappen en ademen nog wat extra propere lucht in, kwestie van wat reserve
te hebben voor in Bangkok.
Inchecken in
de YHA, dat blijft eigenlijk altijd wel een beetje afzetterij. Onze kamer is
twee bij twee en er passen net twee bedden in, als we onze bagage erin duwen
gaat de deur nimmer open. Gelukkig zijn we een camper gewend en niet
claustrofobisch aangelegd. t Is wel netjes. Ok bagage gedropt, nu nog naar de
carwash en dan de camper terugbrengen. De carwash is van het volautomatische
type waarbij er een boog met faciliteiten heen en weer over het stilstaande
voertuig gaat. We geloven niet dat dit ontworpen is voor campervans , maar
volgens de infoborden vallen we binnen de maximum dimensies. De metalen boog
passert op milimeters van de spiegels. Chance, stelt u maar eens voor . Het inleveren van de wagen gaat zoals verwacht
vlotjes, we worden weeral in het NL verder geholpen door een Hollandse en wat
later komt er nog een Lierenaar bijstaan en hun taxi brengt ons terug naar de
YHA. In het salon kijken we nog naar 1 van de kwartfinales van de Australian
Open. s Avonds eten we in het Belgian beer café typisch belgische kost, maar
dan toch berooid klaargemaakt met een NZ- accent. Je kan dat vergelijken met
frietjes te bestellen in een Hollands frituur. Je weet hoe dat moet smaken maar
de finesse is verloren en de mayonaise lijktzoete fritsaus geworden. Leve de Klavers! Aan de Leffe vant vat is
niets te verbeteren.
Daarna
trekken wede stad in en duiken in een kleine
groezelige maar gezellige bar waar om 22h30 een live bandje van twee begint.
Daarmee is de bar al meteen voor de helft gevuld. Na een uur hebben we het wel
gehad, zoveel ambiance brengen ze ook niet, en keren we terug naar onze cel.
We hebben een
extra dag hier omdat we onze vlucht met een dag verlaat hebben. Anders waren de
connecties zo slecht dat we 2 nachten geen bed hadden.
Christchurch
wordt ook wel de garden van NZ genoemd en heeft een immense botanieken hof. In
een lokale brochure vinden we een stadswandeling. Die doen we. Uiteraard
kuieren we nog enkele uren door de tuin, ongeloofelijk, erg groot en tot in de
puntjes onderhouden. We lopen langs de kathedraal. Allé ja, als dit een
kathedraal is dan moet de St Bavo kerk van Boechout wel het Montmatre zijn. We bezoeken nog een
museum. In de namiddag zien we in de YHA hoe Williams nr 1 naar huis geflikkerd
wordt en nr2 bijna. En reserveer ik mits enige extra inspanning een hotel in
Bangkok. De Internetreservatie wil nl niet lukken en ik moet alles doormailen. Allé
lijkt nu toch in orde. Ah ja over Bangkok gesproken, hoe zit dat nu met ons ontbrekende
visum? Volgens het Thais consulaat kunnen we dat mits de nodige inspanningen en
fees wel ter plekke bekomen mochten we het ongeluk hebben op een erg formalistisch
ambtenaar te stuiten. Vrij vertaald wil dit zeggen dat er normaal gezien geen
probleem zal zijn.
Het
reisbureau beloofde contact op te nemen met de luchtvaartmaatschappij, maar daar
horen we tot hiertoe niets meer van, straks es bellen als ze daar wakker zijn.
Voilà, en
daarmee is het hoofdstuk Nieuw-Zeeland eigenlijk afgesloten. Het was verdorie
een mooi hoofdstuk. Op naar Azië en een nieuw avontuur! Int beste geval kunnen jullie vrijdag ergens
lezen wat onze eerste indrukken van Bangkok zijn in t ergste geval meer fotos van den botanieken
hof.
Fotos : Hortensias,
Begonialaan, cactussen,mariaplantje,Dahlialaan, schapenkoppen in alle kleuren,
rode lantaarn.
Allebei
gepakt met een grote rugzak en een kleine langsvoor murwen we ons door de
klapdeuren van YHA, richting Cathedral Square. Daar kunnen we de 5$-bus op die
je voor 7$ naar de luchthaven brengt. We zijn hier flink te vroeg maar we
moeten nog ontbijten en dat gaat nu eenmaal beter met wat minder bagage.
Bovendien geeft ons dat wat extra tijd mocht de checkin problemen geven omdat
we geen visum hebben voor een lang verblijf in Thailand. Dus onmiddellijk naar
de checkin. Bummer, die gaat pas om 12 open. Eens het zover is gaan we naar de
balie, we trekken ons beste communicantengezicht en liegen snoeihard over een
pakje lucifers.We worden op ons woord
geloofd dat we maar 20 dagen in Thailand gaan verblijven. We krijgen onze
boarding pass voor onze vlucht naar Sidney en meteen ook de boarding pass voor
onze connectie naar Bangkok. Dat is slecht nieuws voor zij die hoopte op extra
fotos van de botanische tuin van Christchurch. Zodadelijk gaan wehet vliegtuig op. Het zal een lange dag
worden. We landen in Thailand iets voor middernacht lokale tijd. Maar daar is
zon 6h vroeger als hier. Int beste geval een volgend bericht uit de Rambuttri
Village Inn. Centrum Bangkok .
Het was half
2 deze morgen tegen dat we, groggy, in onze hotelkamer aankwamen. Alles is vlot
verlopen. Noch Qantas, noch Thailand maakte een probleem van onze documenten.
Eerst een vlucht van 3u naar Sydney en aansluitend een 9-uur durende naar
Bangkok. Ge voelt dat toch.
Onze bagage
komt weer braaf van de band gerold en dan op zoek naar een taxi. We hadden ons
goed voorbereid en lopen recht naar de balie van de public taxis, waar ze de
naam van je hotel in het thais overschrijven zodat de chauffeurs weten waar
naartoe. Gezien het late uur verloopt de rit vlot, hoewel we geen idee hebben
hoe snel hij rijdt, de snelheidsmeter op het dashboard blijft mooi op 0 staan.
Hij stelt ons ook een aantal vragen, waar we geen snars van begrijpen dus
knikken maar gewoon ja. Als hij de autostrade oprijdt, moeten wij als klant de
péage betalen, ook dit wisten we op voorhand. Alleen, de chauffeur houdt,
zonder iets te zeggen, de helft van het wisselgeld bij. We zijn nog maar een
half uur t land in en worden al int zak gezet! 10 Minuten daarna wordt ons
vertrouwen in de mensheid hersteld Er is weer een péage-post en de rest van ons
wisselgeld wordt bovengehaald om deze te betalen. Efficiënt.
Ons hotel is
niet het meest idyllische wat je hier kan vinden, maar ligt wel supercentraal
en op wandelafstand van veel bezienswaardigheden, midden in de
backpackers-buurt. De kamer is een beetje klinisch maar wel proper en met
airco. We kruipen doodmoe in ons bed maar toch lukt slapen niet echt meer, voor
onze inwendige klok is het eigenlijk al 8u s morgens.
We zijn dan
ook vroeg op en gaan op pad op zoek naar ontbijt. Het is buiten al heet en
tropisch vochtig, na 10 min plakken we al van het zweet. We vinden een gezellig
terras voor het ontbijt en kuieren daarna de stad in op zoek naar wat cultuur.
Dat is een hele ervaring als je net van één vd zuiverste plekjes van de planeet
komt. De verkeersgeur van een massastad met meer dan 10 miljoen inwoners in een
mix met de aanéénsluiting van Thaise eetstallekes is apart. Dat krijg je nu
éénmaal niet op een foto. Sommige slapen op straat, andere wassen zich in de
rivier.
Het eerste
complex is het Grand Palace en de Wat Phra Kaew (tempel van de emerald Boeddha).
De gebouwen zijn prachtig versierd in alle mogelijke kleuren en liggen te
schitteren in de zon. Blijkbaar zijn ze wat inspiratie zijn gaan opdoen in de
Efteling voor het ontwerp van hun tempelwachters. Bij elke tempel die we
binnengaan moeten we onze schoenen uitdoen en je moet gehurkt gaan zitten met
je tenen weg van Boeddha.
Meer
spectaculair is eigenlijk de Wat Pho, het oudste complex van de stad. Het bevat
het grootst aantal Boeddha afbeeldingen en een 46m lange en 15m hoge liggende Boeddha,
klaar om naar het nirwana te gaan. We zijn echt onder de indruk van dit beeld.
Het blijft frappant hoe elk geloof zijn eigen gigantische bouwwerken optrekt om
hun God te eren die eigenlijk bescheidenheid en nederigheid predikt.
Binnen dit
complex bevindt zich ook de Massage-school en hoe kan je een bezoek aan
Thailand nu beter inzetten dan met een Thaise massage? Voor geen 10 krijgen we
allebei een kneed, duw, wring en stootbeurt van 30 min, al onze knoken kraken en
krakken onder de getrainde handen van de masseurs. Echt ontspannend kan je dat
echter niet noemen. Eens het gedaan is lijk je dan wel op wolkjes te lopen. Ben
benieuwd hoe mijn rug hierop gaat reageren als ik morgenvroeg opsta. Dat is
waarschijnlijk de truuk, je hebt dan vast een nieuwe rekbeurt nodig.
We keren
terug naar ons hotel met de rivier taxis en terwijl we lunchen komt de
dagelijkse stortbui naar beneden. Niet dat dat verkoeling brengt, maar kom.
We houden het
hierbij vandaag, de reis zit nog wat in de knoken (hoewel, na die massage?) en
de vochtige hitte ondertussen ook.
Eerste indruk:
superleuke festivalstad vol tegenstellingen tussen hyperrmodern tegenover eeuwenoude
traditie. Elk straatje dat je indraait, elke winkeltje dat je binnengaapt of
menu die je leest, er zijn steeds opvallende details die gans anders zijn dan
wij gewend zijn. Tof,al verstaan we
geen snars van wat zij hier Engels menen te noemen.
Fotos: het
zwembad op het dak van ons hotel, de tempelwachters van de Efteling, Wat Phra
Kaew, schoenen uit voor je binnenkomt!, zelfs de parasols zijn in 24 karaat
goud (hoewel, als je goed kijkt kan je de origine toch nog zien, typisch), nog
wat Wat Phra, torens van Wat Pho, de boeddha-beelden van Wat Pho en de liggende
boeddha van 45 m
Dag 2 in
Bangkok. Eerste job is uitzoeken waar we treintickets kunnen kopen voor Chiang
Mai. Het wemelt van reisbureaus maar de reisgidsen waarschuwen voor corruptie
dus we gaan ten rade bij de tourist info. Na veel gemolewiek en moeite
begrijpen we dat we best rechtstreeks naar het station gaan. Dat ligt spijtig
genoeg langs de andere kant van de stad. Dat is dus weer een hele trip en
boottochtje voor we daar zijn. Het Puzzel-Engels is echt lachwekkend, ze
spreken van elke lettergreep de 2 eerste letters uit, reduceer daar alle R-en
uit en daar moet je het mee doen. Za we wen zeke?
Int station
verloopt alles verbazingwekkend vlot. In de luxe-coupés zijn geen 1st klas bedden
meer vrij voor de komende dagen, maar 2e klasse lukt nog wel en die
is ook fatsoenlijk, pas in 3e klasse verschijnen de kippen en
consoorten, laten we ons beloven. Tickets gekocht, morgen om 19.35u vertrekken
we en dan zijn we de dag erna om 9.45u in Chiang Mai.
Aan het
station nemen we een tuktuk naar de Wat Arun (tempel van de Dageraad). Tuktuks
zijn 3-wieler- brommers die je tegen een vooraf afgesproken prijs naar je
bestemming brengen. Op voorhand onderhandel je over de prijs. Als een rasechte
onderhandelaar bedingt Mike 50% korting, die uiteindelijk zonder veel moeite
wordt toegestaan. Tegen eenangstaanjagende
snelheid raced onze TT ons naar onze bestemming. Na 40 min en massas diesel in de
longen komen we groen aan bij de Wat Arun. De tempels zijn volledig met mozaïek
bedekt. De hoogste toren is 82 m hoog. En ja, overal Boeddha-beeldjes
natuurlijk.
Van daaruit
gaan we naar Khao San Road, zowat dé backpackersstraat van Bangkok. Hier kan je
aan elk kraampje de hele collectie van de Witte Uil of Sfinks-Mundial vinden,
tegen een fractie van de prijs natuurlijk. Opt einde van onze reis gaan we ons
hier toch es laten gaan, er kan nog een valies extra mee naar huis.
Voor het
avondeten volgen we de tip van een doorgewinterde vegetariër en schuiven we in
een achterstraatje aan voor het zaterdagavond buffet. We eten ons een ongeluk
van de overheerlijke schotels, de keuze is enorm, verschillende thaise curries,
warme pasta, springrolls, okra, bruine kleefrijst met mango en warme banaan
overgoten met een gearomatiseerde cocos(of soja?)melk en geroosterde
sesamzaadjes en een hoop groenten die we zelfs niet herkennen maar heerlijk
smaken. Loopt het water jullie al in de mond? Ongetwijfeld het meest verfijnde
en aromatische dat we hier tot hiertoe gegeten hebben. Om ongelimiteerd van dit
lekkers te kunnen blijven smullen moeten we 99 baht/persoon neertellen (2). Op
de terugweg ondergaan we voor het slapengaan
nog een feet massage (Ruth) en een back en shoulders beurt (Mike) . We
betwijfelen of dit wel zo slaapbevorderend werkt dan we gehoopt hadden. Vlak
voor het hotel loop ik toch nog een ex-collega op het lijf zeker ( zie foto).
Fotos: fotos op weg naar t station,bloem, station,
lunch met zicht op Wat Arun, Khao San
Roadday night , eetstallekes, onze
stamkroeg, footmassage, Siemens sales responsible.
Om 8h is de pool open en duiken we in het
zwembad. Dat blijft vreemd aanvoelen, zwemmen op het dak van een flatgebouw met
zicht over een Mega-stad in de opkomende zon door de smog. Dan douchke pakken
en op ontbijtjacht, ook dat gaat al beter dan de eerste ochtend in Bangkok. Ik
herinner me nog levendig hoe ik de eerste dag de ober zijn dag goed maakte met 5 Nieuw-Zeelandse
dollar extra te geven die tussen de Thaise Bath was verzeild. Het ontbijt rekent nu af op 140 Bath of 3,
daarvoor hebben we 2 uitgebreide cocked breakfasts incl enkele koffies op een
aangenaam terrasje.
Als echte profs in de discipline snel-rugzak-pakken
gaat dit al bijzonder geroutineerd. We laten alles veilig achter in het hotel
en lopen nog wat rond door de straten van Bangkok. We wilden naar een floating
market gaan die aangegeven staat als goed alternatief voor de heel drukke en
vnl voor toeristen georganiseerde andere markten, maar bijgevolg is er geen
enkele tuktuk of taxi die ons er naartoe wil brengen omdat ze dan hun commissie
bij de handelaars niet kunnen opstrijken. Er zou wel een bus naar ginder rijden
maar dat lijkt ons toch wat riskant gezien we geen Thais lezen/spreken en dus onmogelijk
kunnen duidelijk maken waar we willen afstappen. Op een plan wijzen is hier
niet altijd een goei alternatief, vele kunnen ons alfabet niet lezen en blijven
gewoon naar uw plan staren en onverstaanbare dingen mompelen.
We nemen de
taxi naar het station en hier wachten we in de vertrekhal tot we onze
nachttrein op kunnen. De voorzieningen zijn hier beter als bij ons. Er is een
supermarkt, cafetarie, eetstallekes, sushi-bar, douches en naar toilet gaan kan
hier voor 2 bath (0,04). We zijn net aan ons plankje rauwe vis begonnen als er
om 18h stipt de nationale hymne door de luidsprekers knalt. Iedereen veert
recht en staakt met whatever ze aan het doen zijn. Ook onze sushilaten we daarvoor even koud worden. Erg
vreemd.
Om 19h kunnen
we de trein op. Het cabinepersoneel is net propere lakens en dekens aan het
verdelen over alle bedden. Ik zoek mijn zetel/bednummer op en verdeel de lakens
voor het topbed en onderste bed.Dat
wordt me niet in dank afgenomen. In overduidelijk Thaiswordt alles terug op een hoopje gegooid en
het topbed dichtgeklapt naar het plafond toe. We hadden het precies niet
begrepen. Nog voordat we vertrokken zijn krijgen we een menu aangeboden waaruit
we een keuze aan diner en ontbijtformules kunnen maken. Diner ok, ontbijt laten
we zo. Ik heb zojuist in de stationswinkel reeds een simplistisch ontbijt
samengesteld. Het diner is zoals je dat kan verwachten in een trein of
vliegtuig, eenvoudig maar verzorgd. Iets later dan voorzien vertrekken we en
idd de reisgids heeft niet gelogen, het schokkelt voortdurend heen en weer
alsof de sporen hier zomaar wat improvisoir zijn neergegooid terwijl het hele
stel niet sneller gaat dan pakweg 50km per uur. Er is commotie op de trein, wat
er net gaande is weten we niet maar we zien heel wat verschillende uniformen in
ijl tempo de trein op en neer lopen. Het toestel stopt en maakt rechtsomkeer (
das niet zo moeilijk met een trein). Een uur later komen we opnieuw in Bangkok
aan. Zo gaan we er dus niet komen hé. We krijgen anders wel waar voor ons geld.
Uiteindelijk
vertrekken we nogmaals en we schokkelenvan station tot station met onze special rapid expresstrein. Die heeft
vaak meer weg van een Chinese duikboot die tegen de straalstroom in vaart. Het
cabinepersoneel spreekt enkel Thais, al zijn ze door de jarenlange ervaring meester
in een spelletje Hints, er is geen airco maar aan het plafond hangen om de twee
meter zwenkventilatoren. Dat brengt genoeg verkoeling.
Pas later op de avond wordt duidelijk hoe het
met de bedden zit. Zodra er iemand aanstalte maakt om te gaan slapen wordt het
bed weer naar beneden geklapt en vervolgens professioneel door het
treinpersoneel opgemaakt. Ook s ochtends breken zij het bed weer op zodra je
wakker bent. Ik slaap goed. Het lijkt net alsof er iemand de hele tijd aan je
bed staat te wiegen wat afgewisseld wordt met een dreun die gemakkelijk een 5 haalt
op de schaal van Richter. Zon drie uur later dan verwacht komen we toe in
Chiang Mai, we hebben dan 16u op de trein gezeten.
We
installeren ons in het guesthouse, uitgebaat door een Hollander. De kamer is
netjes en ruim en de douche welkom maar erg verfrissend. Er komt geen warm
water uit de kraan. Van 1 ding zijn we ondertussen al overtuigd, als een
Hollander je niet gekl*t heeft is hijhet vast vergeten Ruth gaat aan de receptie van haar oren maken en er
komt onmiddellijk iemand kijken. Ok, naar de andere kant draaien aan die kraan
dus en véél geduld hebben. Het warm water moet duidelijk van héél ver weg
komen.
Wat later
gaan we op jacht naar een stadplan en vissen uit wat we hier zeker wensen te
beleven. s Avonds duiken we de avondmarkt in wat toepasselijk de Night Bazaar
heet. Een oneindig aantal kraampjes van gadgets tot textiel tot straatkeuken,
live muziek, en voor we het goed beseffen paradeert er een jonge olifant door
de straat. Neen, geen roze. We houden een pitstop in de Benelux bar waar we
door een Nederlands koppel nog een drankje aangeboden krijgen. Dat slaan we
niet af. Als we later onze rekening krijgen staan onze drankjes er gewoon bij
ons meeop natuurlijk. Wat was dat
gezegde ook weer?
Ontbijten doen
we op straat. Je loopt gewoon het eerste beste terrasje op en voor 200bath (4)
heb je alle ontbijt wat je wensen kan. Om
9u worden we verwacht bij May Kaidee voor een kookcursus. Mogelijk doet die
naam je een belletje rinkelen want dat is van dezelfde uitbaatster van het
fameuze vegetarisch restaurant in Bangkok waar we zo van het buffet gesmuld
hebben.
We zijn
stipt, Nanu vertelt ons dat we nog even wachten op een ander koppel. Wat later
zijn Kelly en Stewart, een jong stel uit North Carolina, bij ons en vertrekken
we naar de markt. Ik dacht al heel wat van de Aziatische keuken te kennen maar al
snel blijkt dat de Thaise heel erg specifieke ingrediënten en technieken heeft.
Bovendien gaan we alles vegetarisch bereiden en zonder synthetische
smaakversterkers. Op de markt krijgen we
uitleg over Galanga, Kaffir,TVP, Tofu, zwarte-, rode-, jamijn, en sticky rice
met bijorende steamers en zoveel meer, alles gaat in een snelvaart over ons
heen, als ik erin slaag 10% te onthouden van alles wat me hier verteld wordt
dan heb ik al heel wat bijgeleerd. Na een uurtje shoppen staan we terug bij May
en slaan we aan het chopchopchoppen en sliceslicesliceën. Daarna krijgt elke
deelnemer een receptenboek waarin 14 recepten staan. Sommige zien er heel erg
smakelijk uit. Ik ben eens benieuwd welke we hier vandaag zullen maken. Dat
lijkt de eerste te zijn de Tom Yam Soup. Ieder deelnemer krijgt zijn wok
toegewezen. We maken drie variaties op deze zoet zurige soep met de smaak van
chili kokos en Kaffir.
Tot onze
verbazing wordt de wok snel afgewassen en gaan we verder met recept twee.
In drie uur
tijd bereiden we allemaal achtereenvolgens, houd je vast:
-Tom Yam Soup
-Tom Kha Soup
- Pumpkin Soup
- Fried Vegetables with either ginger
or Cashew nuts
- Pad Thai
- Peanut sauce
- Massaman Curry
- Green Thai Curry
- Pumpkin Humus
- Spring Roll
- Green Papaya Salad
- Mango with sticky Rice
Telkens we een gerecht af hebben proeven
we en brengt manlief de resultaten van onze wok naar beneden, geen idee wat er
mee gebeurt. Na drie uur koken gaan we naar beneden en daar staan de 44
kommetjes op tafel. We eten nog wat we kunnen, de overschot gaat naar het
massagesalon van de buren.
Als dessert maken we de mango met
sticky rice. Zij die het al gegeten hebben weten dat dit ronduit een
fantastische smaakervaring is. Voor de anderen , ge moet nog maar eens komen
eten eens we terug zijn. De kookcursus was echt een geweldige ervaring, ook het
feit dat we maar met 4 deelnemers waren, maakte het veel persoonlijker. We
hebben ons goed geamuseerd. Nanu haar Engels was redelijk verstaanbaar, en we
lachten ons een ongeluk toen ze vol verbazing moest vaststellen dat noch de
Amerikanen, noch wij een rijstkoker in huis hadden. Ze keek ons aan alsof het
een doodzonde was.
We willen ons verblijf in Chiang Mai
verlengen met 1 dag, dat gaat spijtig genoeg niet. Onze guesthouse is
volgeboekt enblijkbaar zal dat zowat
overal in de stad het geval zijn daar er dit weekend een bloemenfestival wordt
gehouden. Jammer, dat zullen we dan moeten missen. We vertrekken overmorgen dan
maar meteen naar Chiang Rai, nog 200 km verder noordwaarts midden in de golden
triangle. Eerst nog snel door de stad op toerist-info jacht zodat we morgen toch
nog iets kunnen doen op onze laatse volledige dag in Chiang Mai. Geen flauw
idee trouwens waarom alle officiële tourist infos in Thailand steeds ver
buiten het centrum liggen.
Fotos: god en afgod, de ingrediënten
voor Tom Yam Soup, aan de wok, chef Mike, het resultaat van 3u hard werken, mango met sticky rice, het kookclubje