TELEFONEREN of SMS? We zijn gewoon thuis en bij nacht en ontij bereikbaar op de traditionele nummers. of op skype als we online zijn. Vind ons op skype als 'mike.vanoystaeyen' of GSM Mike 0476456801 of GSM Ruth 0477999733
Onze trektocht door Australië, Nieuw Zeeland en ZO-Azië van 28 okt 2009 tot 4 april 2010
25-11-2009
23/11 Dunk Island
23/11 Dunk
Island
Hoera, geen
pingpongtoastjes maar pancakes. Fantastisch idee, je koopt gewoon een bus die
voor de helft gevuld is met magisch poeder. Aanvullen met water, shaken en
baken. Ik veronderstel dat je bij ons allang gelijkaardige spullen kopen kan
maar voor mij is dit nieuw. Ik zweer immers bij de kookboek van de
boerinnenbond en daar begint het recept gans anders. ( Men neme een kip en
schudde er twee eiers uit ) Enfin, ik vermoed niet dat jullie deze blog lezen
om alle details van pannekoekvariaties te weten te komen.
Ze waren toch
lekker. Al kan dat normvervaging zijn.
Dunk Island. Na
een korte maar helse rit want we waren al laat, en net dan kies je natuurlijk
de verkeerde afslag, komen we net op het afgesproken uur 8h10 aan bij de
check-in van onze water-taxi. Wij zijn de eerste. We stappen in door het water,
een stijger is er niet, het bootje ligt gewoon voor anker. Dit overpowerde
motorbootje vertrekt om 8h45 richting Dunk Island. De muziek wordt smadend
harder gezet So I dont hear you screaming . De pancakes worden nogmaals
stevig geschud. Mocht er nog een boertje wringen dan was dat bij deze wel opgelost.
9h55, de 500PK wordt getemd, de boot zet zich terug horizontaal en we stappen
alle 6 in het water uit. Eén ding is zeker, ik ga vandaag niet op zon banaan
zitten die achter een raceboot slingert.
We gaan
wandelen en daarna mss nog snorkelen. Voor de 10km lange wandeling rond het
eiland schrijven we ons in bij de receptie van de resort. Uit dit logboek
kunnen we opmaken dat we de eerste zijn die vandaag vertrekken. Gisteren zijn
er drie personen die de wandeling deden. Ach ja, soms moet je het platgetreden
pad verlaten. Al na een kwartiertje zien we terug zon joekel van een spin vlak
naast ons pad. De rest van de wandeling doen we met argusogen om te vermijden
om door zon web te lopen. We zien spotten nog drie spin-exemplaren, een wegschietend
slangetje, hopen kikkers, hagedissen enenkele zwarte boskalkoenen. Naar boven kijken om vogels te spotten doen
we niet.Al is het concert dat je in
zon regenwoud te horen krijgt altijd best indrukwekkend. Zon drie uur later
zijn we terug. We informeren waar de beste snorkelplaats is, blijkt dat we die
een uur geleden voorbij gewandeld zijn.We gaan niet terug, temeer om dat daar niemand anders aan het zwemmen
was en dan kan dat snel gevaarlijk worden.We lunchen en pakken onze crazywatertaxi terug naar Mission Beach. We
gaan daar naar het strand en zwemmen in een afgebakende zone tussen de
stingernetten.
Fotos: Coconut Beach, Coconut on the Beach, water
taxi, volgens Ruth het eiland waar Hagar al es op strandt.
Diepblauwe zee, parelwitte stranden,
idyllische eilandjes, tropische warmte je wordt dat toch wel beu na 3 weken.
We kiezen voor een alternatieve route, het binnenland in. Zo komen we in de
Atherton Tablelands, het heuvelachtige achterland van Cairns.
We rijden van groene valleien over nog
groenere heuvels, prachtige landschappen krijgen we te zien. Het doet ons aan
de Alpen denken, zij het met dat kleine verschil dat er hier palmbomen groeien.
Onderweg maken we een klein ommetje om
de Waterfall Circuit te volgen, waarlangs we 3 schitterende watervallen
bezoeken.
We zien ook kilometers
bananenplantages langs de weg. Daar hebben de inwoners van Queensland meteen
hun bijnaam banana benders aan verdiend. Ze zijn er zelf dan nog behoorlijk
fier op, want als je Queensland binnenrijdt word je verwelkomd door een gigantische
plastieke banaan langs de kant van de weg.
Het is echt een verademing om hierdoor
te rijden, ook letterlijk. Doordat we hoger zitten is het een stuk minder
vochtig en een pak koeler, zon 25° halen we hier nog. Een goede beslissing
dus.
We passeren het
dorpje Yungaburra, waar een platypus-lookout (platypus=vogelbekdier) is. We
installeren ons daar gedurende een half uur maar kunnen er geen spotten. Zoals
de meeste dieren hier komen ze eigenlijk pas tot leven bij zondsondergang. We
zien wel wat eenden en een uiteindelijk toch een Platypus die als bij wonder in
een waterschildpad verandert toen hij de oever beklom.
Tegen 13u bereiken we het einddoel van
deze dag, Lake Tinaroo. De camping is super rustig en ligt vlak aan het meer, we
installeren ons in eennette zij het wat
ouderwetse studio/cabin. Dat is best ok voor 45 .In de bar kunnen we nog net lunchen, onze
voorraad eten is op en de dichtstbijzijnde supermarkt is een half uur rijden.
We bestellen allebei een Burger on the lot. Dat belooft. Er wordt gerommeld
en gebakken in de keuken en 10 min later verschijnen er 2 reusachtige dingen.
Zo groot, je krijgt hem niet in je mond en moet dus eerst een stukje vanboven
en dan een stukje vanonder eten. Echt alles ligt daartussen, ei, burger, spek,
rodebiet, komkommer, tomaat, sla, ananas, ajuin, sauzen, en ga zo maar door.
Het is al een ware kunst om dit alles tss twee broodhelften gewrongen te
krijgen. t Was geweldig lekker.
Uiteindelijk rijden we toch naar de
supermarkt voor ons avondeten. Kwestie van geportioneerde groenten slaat het
hier echt alles. Je kan hier 1selderstengel kopen, of 2 broccoli-roosjes. Zelfs
gedroogde kruiden schep je naar believen in een plastiek zakje dat dan aan de
kassa gewogen wordt.
Nog snel een avondwandeling voor het
avondeten om die calorieën van de mega-burger terug weg te krijgen en de dag
zit er weer op. Voor het eerst sinds lang eten we binnen, het koelt hier danig
af op deze hoogte.
Fotos: Millaa Millaa falls, wachten
op een platypus, een platypus gevonden, wonderlijke transformatie in een
schildpad
We trekken
naar Daintree, dat ligt nog noordelijk dan Cairns waar we dinsdag onze vlucht
naar The Alice op moeten. Veel verder kan hier echter niet. Morgen gaan we nog de
ferry op over de Daintree river richting Cape Tribulation en daar stopt het
voor de 2WD-voertuigen. Maar zoals gezegd, das voor morgen. Tegen de middag
zijn we op lokatie. We besluiten de rest van de dag nuttig in te vullen met Crocodile
Cruises op de Daintree. Ik neem me voor op deze blog geen flauwe woordspelingen
te maken met sommige achternamen. Want denk nu niet dat je in de rivieren veiliger
zwemmen kan dan in zee. We leren dat er twee soorten Crocks zijn in de
Daintree, de agressievere zoutwaterkrokodillen die tot zon 6m lang kunnen
worden en de kleinere spitsigere zoetwaterkrokodil die iets hoger op de rivier
huist. Voor het gemak worden ze hier als Salties en Sweeties benoemd. Ik vraag
me dan ook af wat er net door manlief zijn hoofd gaat als hij Sweety, Im home
door de gang roept na zijn dagtaak.
Eerste cruise
in het zoutwatergedeelte, 6m lang, dat belooft. Zonder iets op voorhand te
boeken kunnen we mee op de cruise van 13u, er is maar 1 ander koppel. Op het
gemak tuffen we over de Daintree, waarbij we uitgebreide uitleg krijgen over
fauna en flora, zoals altijd met de nodige ludieke opmerkingen. Via CB-zenders
praten de verschillende cruise-organisatoren met elkaar en geven door waar er
iets te zien valt. Uiteindelijk krijgen we 2 salties te zien, indrukwekkend om
ze zo in hun eigen biotoop te bekijken. De oudste van de 2 is bijna zo groot
als ik en wordt geschat op 3,5 jaar. Ze kunnen tot 100 jaar worden enblijven groeien tot hun 40ste. Dat
is zoals bij sommige mensen.
Met hetzelfde
ticket kunnen we 12km hogerop aan een nieuwe watersafari beginnen, speurend
naar sweeties. Dit bootje zit halfvol en heeft minstens een even ludieke gids. You
may keep your arms overboard, it might actually help to see some sweeties.
However, if youre planning on keeping those parts you might reconsider
We zien een Phyton
en een boomslang want onze gids is meer into snakespotting dan in crockfinding.
Deze tijd van het jaar ligt dat sowieso een beetje moeilijk, het is te warm en
de krokodillen zoeken dan de koudere diepere lagen op. Geen Sweeties vandaag.
De gids raadt ons aan in de winter terug te komen. De tocht gaat langs mangrove-wouden
en geeft spectaculaire uitzichten.
Terug op onze
camping nemen we nog even een duik in het zwembad, zalig. Ik type ook meteen de
blog hier. Voor Ruth eindelijk een zwembad waar ze niet binnen de 15 min kou
lijdt. Vervelend dat dit aan de andere kant van de wereld ligt.
Het terras
van onze cabin (deze keer een luxe-villa-model) heeft voor de verandering
eens geen uitzicht op zee. We eten ons avondeten met zicht op de jungle op 2
meter afstand. 2 Geckos proberen ons te vrijwaren van alle insecten die de
buitenverlichting aantrekt, eten genoeg. We zitten terug op zee-niveau = iets
te warm en zéér vochtig.
Fotos:
Krokodillen, Koeien, slangen, de ferry en Ruth Dillen in ons nieuwe tuinontwerp.
Vannacht voor
de eerste keer kennis gemaakt met wat ze hier The Wet noemen (hier int
uiterste noorden hebben ze maar 2 seizoenen, the Wet en the Dry, the Wet begint
einde november). Om 23u is het beginnen stortregenen en dat is zo wat blijven
doorgaan tot 4u s nachts met tussenpauzen van een half uur. Een lichte slaper
als ik ben kon ik alles volledig volgen. Des te meer omdat de regen op het
golfplaten dak van onze cabin eens zo indrukwekkend klinkt.
Dat neemt
niet weg dat we weeral om 8.30u fris op pad waren voor de attractie van de dag:
Cape Tribulation. Met de ferry worden we over de Daintree rivier gebracht en
daar begint een smal baantje recht door het tropische regenwoud.
Onze eerste
stop is het Discovery Center. Een volledig aangelegd educatief parcours voert
je door een stuk van het oudste regenwoud op aarde, vergezeld van de
uitgebreide commentaar van de Audio Mate. Om de 3 stappen stoppen we voor een
nieuw verhaal over beesten en planten. We beklimmen oa de Canopy Tower (27m
hoog) waarbij we de verschillende lagen van een regenwoud te zien krijgen. Onze
digitale gids vertelt ons trots dat bij de cycloon van een aantal jaren geleden
grote stukken regenwoud verwoest waren, maar dat hun ijzeren uitkijktoren de
storm overleefd had. Echt iets om trots op te zijn in een ecologisch park. We
proberen nog maar es een casuarius te zien, tevergeefs.
Na 2u rondslenteren hebben we het wel gehad en komen we terug aan de receptie,
waar een grote tafel koffie, thee en koeken op ons staan te wachten. Gewend aan
de gastvrijheid van de australiërs zetten we ons daar neer en willen ons
bedienen, wanneer er plots een ranger naar ons komt en vraagt om te verhuizen.
De morning tea was bedoeld voor een bus Duitse toeristen. Ach So, macht du
nichts an mein freund.Maar we vallen
genadeloos door de mand. Verplekken dus.
We rijden
verder en het baantje wordt alsmaar smaller, de natuur is wederom prachtig. De
Blue Mountains vonden wij prachtig, maar dit is toch nog van een ander kaliber.
We rijden tot
de weg overgaat in grind en volgens ons ook het einde van de wereld begint. We
trekken nog een paar fotos van het uitzicht.
Op de terugweg stoppen we even bij een lookout en hoor ik ineens een man achter
mij zeggen: Allé, da beest da kruipt hier gewoon in mijn broek. Aha,
eindelijk, toch nog vlamingen in Australië, we begonnen al te wanhopen. We doen
een hele babbel met dit sympathieke gepensioneerde koppel uit Zoersel. Hun
ervaringen zijn zeer gelijklopend als de onze, gaande van het verkeerd
inschatten van transfertijd over grote afstanden tot het volledig voorbereid zijn
met netbook en skype om dan te beseffen dat het internet hier nauwelijks de
snelheid van een telegraaf evenaart en bijgevolg skype dus meestal hopeloos is.
Morgen
blijven we hier nog een dag om te relaxen, t zit er bijna op aan de oostkust,
niet te geloven dat er al een maand voorbij is.
Ondertussen
hebben we tijdens de lange ritten onze faunawoordenschat gevoelig uitgebreid.
We onderscheiden nu vlot:
De
Plat : bijzonder dunne kikker of pad, leeft ontzettend dicht tegen het
baanoppervlak.
De
Platabi: Een Walabi herleid tot een wegtapijtje
De
Plattepoes : spreekt voor zich
De
Platypus: Grapje van God. Eend met een identiteitscrisis die hardnekkig
probeert te evolueren tot een zoogdier. Kan zich verdomd goed als schildpad
vermommen. Zieter uit alsof er al eens
met de auto over gereden werd.
De
Platte Mus : a) elk klein dood vogelke. b) een iets te flauwe française op een
uitstap.
Fotos: epifyten, dak
van het regenwoud, Ruth en haar digitale mate, Ruth en de casuarius, uitzicht
op het einde van de wereld (Cape Tribulation), wereldwijde web (wie vindt de
spin?)
Onze eerste
echte nietsdoe-dag sinds we vertrokken zijn, beetje op internet gezeten, boek
gelezen aan het zwembad tot de verveling
toesloeg, even omgedraaid en hardnekkig volgehouden tot het gevoel van
verveling weer weg was. In de namiddag nog even een omweg gemaakt tijdens het
inkopen doen naar de Mossman Gorge.
Fotos: Mossman
Gorge, panoramafotos (met computer samengesteld uit verschillende fotos) Zillie
Falls & Mossman Gorge
We
installeren ons in de jeugdherberg van Port Douglas en schrijven ons ineens in
voor een snorkeltrip voor zondag. We zitten hier nl heel dicht bij het Great
Barrier Reef en er is de mogelijkheid om naar het Outer Reef te gaan snorkelen,
wat toch weer uniek is.
Na de middag
wandelen we wat rond in Port Douglas en zoeken ons een restaurant voor s
avonds.
Het wordt 2Fish. Met zicht op het
strand bestellen we eerst een bord sashimi, wat verrukkelijk klaargemaakt is en
ongelooflijk smaakt. Als hoofdgerecht waagt Mike zich aan Moreton Bay bugs. We
hebben hier al dikwijls bugs op de kaart zien staan maar geen idee wat het
is. We waren al wel zo ver dat het hier niet gaat over insecten maar over één
of ander zeebeest.
De bugs laten op zich wachten omdat ze
eerst met een risotto aangedraafd kwamen. Volgens mij met opzet gedaan om de
spanning wat op te drijven. Uiteindelijk verschijnt er een goed gevuld bord met
iets wat lijkt op een lelijke kruising tussen krab en kreeft, maar in een
minder definieerbare vorm. Het blijkt er ook naar te smaken. Weeral een beetje
wijzer op culinair vlak!
Daarna gaan we nog een
pintje drinken op een terras waar een live band probeert voor ambience te
zorgen. De zanger is niet getallenteerd, maar de muziekkeuze is leuk, al duurt
het altijd even voor we orgineel kunnen achterhalen. We amuseren ons wel.
Om 8u stipt
worden we door het busje opgepikt voor onze snorkeltrip.
Zoals de
voorgaande keren is de boot vol (30 man), en dat verbaast ons telkens. Het is
hier echt laagseizoen, overal super rustig en als je je een halve dag op
voorhand gaat inschrijven voor een excursie is er nooit een probleem. En toch
zijn die dingen uiteindelijk altijd volgeboekt.
Iedereen laat
zijn thongs op de kade achter en weg zijn we. Er wordt ons verschillende keren
verteld dat we zéér veel geluk hebben met het weer, er is nauwelijks wind en de
zee is zo rustig dat ze naar een unieke snorkelplaats kunnen varen. De
snorkelinstructeur is er zelf nog maar 1xgeweest. Meestal staat er teveel wind
en is de zee te ruw om tot daar te varen met een kleine boot.
Na een uur
varen komen we aan onze eerste stop, Opal Reef. Heel apart. Je zit daar midden
op de South Pacific Ocean, 50 km van de dichtstbijzijnde kust, er is geen
enkele andere boot je voelt je dan heel klein. We trekken allemaal onze
lycra-suits aan tegen de zon, nemen een noodle om op te drijven en daar gaan
we.
Het is niet
te beschrijven, dit is écht koraal, zoals je in de natuurfilms ziet. Werkelijk
elk zicht is prachtig. Overal waar je kijkt zie je massas vissen in elk
mogelijk formaat en in adembenemende kleuren, er zijn schitterende exemplaren
bij. Je kan ze gewoon allemaal aanraken als dat zou mogen. En dat allemaal net
onder de oppervlakte. Het is als zwemmen in werelds grootste en mooiste
aquarium.
Gezien de
lycrapakken nogal allesbedekkend zijn (handen en hoofd gaan er mee in) vergist
Mike zich op een bepaald moment van madame. Ik weet nie waar hij haar vastpakte
maar ze verschoot in elk geval. Goe gelachen.
De tweede
snorkelstop bestaat uit een begeleide trip waarbij de instructeurs uitleg geven
over wat je allemaal onder je ziet. Ze duiken ook regelmatig dieper om dingen
aan te wijzen, of bv om ons een zeekomkommer te laten aaien. We leren dus nog
wat bij ook.
Voor de derde stop varen we helemaal tot het einde van het outer rif . Hierna
stopt ook de Plaat en gaat het snelhonderden zelfs duizenden meters de diepte in. Dit zijn stukken die heel
weinig bezocht worden door toeristenboten en dus nog in perfecte staat zijn,
heel uniek.
De
hoogtepunten zijn een witvinhaai, een manta, natuurlijk de Nemo-visjes en
massas anderen. Sommigen zijn echt enorm groot.
Volledig
verzilt worden we terug aan de jeugdherberg afgezet. Het was gewoon een
geweldige trip, misschien wel het indrukwekkendste wat we hier aan de oostkust
gezien hebben. We vonden de deelname prijs initieel nogal hoog, maar dat waren
we rap vergeten. En ze hebben echt hun best gedaan, heel professioneel en met
veel interessante uitleg.Mocht je hier ooit komenboek je trip bij Wavelength.
We gaan goed
slapen vannacht.
Morgen leveren
we onze auto in in Cairns en dinsdagochtend het vliegtuig op naar Alice
Springs. Benieuwd hoeveel internet ze daar gaan hebben
Fotos: allemaal Port
Douglas, morgen gaan we fotos van onze persoonlijke snorkelfotograaf ophalen.
Als je van Antwerpen
naar de kust rijdt en je doorkruist de polders dan heb je een indruk van de
weidsheid van het landschap. Als je door het binnenland van Spanje reist, dan
rij je soms wel honderden kilometers tot de volgende stad. Langs de oostkust
van Australië rij je vaak honderden kilometers tot het volgende dorp. En dan
staat de verlaten Outback er nog aan te komen Volgens de wegenkaart kan je
hier gemakkelijk duizend kilometers rijden zonder een dorp tegen te komen.
Ze weten hoe
ze hun land moeten aanprijzen, Australiërs zijn chauvenistisch maar vooral
enthousiast genoeg om alles fantastisch te vinden. Maak van uw scheet een
donderslag, en dat werkt. De 25.000.000 inwoners slagen erin om jaarlijks
5.000.000 toeristen aan te trekken. Meteen één van de grootste inkomsten van
het land. Het is dan ook erg moeilijk om hier op een stukje grond te staan dat
geen deel uitmaakt van werelderfgoed of multiple award winning is. Daar
tegenover staat dat sommige stukjes echt wel indrukwekkend en uniek zijn.
Het land zit
vol contrasten. Je hebt hier de mooiste zee en stranden, maar je mag er meestal
niet in (in de zomer) omwille van haaien, krokodillen of dodelijke kwallen. Je
hebt hier prachtige natuur, maar als je je erin begeeft word je geconfronteerd
met een massa stekende en angstaanjagende insecten. Het weer is hier gewoon
super, maar overal waarschuwen ze je voor de gevaren van de zon en raden ze aan
om binnen te blijven tussen 11 en 16u.
Op elk
product dat je hier vinden kan wordt Australian quality gegarandeerd. Er
staatin grote letters op vermeld dat
het in Australië geproduceerd is. Is dat niet het geval dan zal er op zn minst
op staan dat het in Australië samengesteld is. Is dat ook niet geval dan zal er
op zn minst duidelijk gemaakt worden dat de company Australian owned is. Is
zelfs dat niet het geval dan kan er prat op gaan dat het in opdracht van
Australië is geproduceerd. Combinaties blijven mogelijk.
Op alle
nummerplaten wordt hier ook de staat vermeld, dat is op zich niet zo bijzonder
maar elke staat heeft ook zijn baseline. Dat geeft volgende combinaties
Victoria,678 CFR, the smart state
Queensland,
567EDT, the sunshine state
N.T.,378 GHT, the australian outback
In schril
contrast met de supervriendelijk en behulpzame inwoners staan de oneindige
waarschuwingen op elke deur met de respectievelijke maximale boetes mochtje het toch wagen deze wetten uit te dagen. Deze
regeldrang is vaak lakoniek en schiet volledig zijn doel voobij. In Noosa zaten
we in een bar waar je mogelijk konbuitengezet worden omdat je een snor had, thongs of een hoed droeg. Mocht
je je daarbij verzetten, stond ook daarvoor duidelijk aangegeven wat het je
gaat kosten.
Verassend is
het hoge aantal aziaten in dit land. Sydney spant hier de kroon. Je waant je
eerder in een Aziatische grootstad dan in een Westerse. De weinge Aboriginals
die je hier nog ontmoet vind je spijtig genoeg al te vaak in een marginal
biotoop gecentreerd rond de liquor stores.
Kik je enkel
op cultuur of oude stenen dan kan je hier niet zo bijzonder veel komen doen.
Pas sinds 1800 zijn de eerste steden ontwikkeld. De weinige steden zijn volgens
Amerikaans model in blocks opgedeeld. Als fauna en flora je ding zijn dan zit
je hier wel gebeiteld. De aanwezigevariëteiten zijn enorm. Eenbos
hier zijn eigenlijk drie bossen boven elkaar, in elkaar geweven met elk hun
eigen specifieke vegetatie.
Op ecologisch
gebied hebben ze nog heel wat te leren. Hoewel alles hier eco-certified is,
zijn de normen net iets anders dan bij ons. Een eco-certified koelkast zet je
gewoon naast je kookvuur. Verwarmen doen ze hier bijna altijd met elektriciteit,
zonne-energie is nauwelijks ingeburgerd. Op een eco-certified excursie naar
Fraser Island word je op het einde bedankt omdat je niet meer dan een
voetafdruk hebt achtergelaten. Wat ze wel vergeten is dat je 2 dagen met een
bulderende 4x4 bus door de natuur hebt gestoven, waarbij donkere wolken diesel
de lucht in gestuurd worden om los te geraken uit het zand en elk beestje
volledig in de stress geraakt. Dan nog te zwijgen over de afval die je
achterlaat in het resort dat er trouwens speciaal voor jou uitgebaad wordt. Het
valt allemaal met een korrel Australian Qualty Salt te nemen.
Conclusie: De
voorbije maand hebben we zon 5500 km gesleten aan de oostkust. Dit deel van
Australië is prachtig en zeker een aanrader. Once. Ik kan me niet inbeelden als
je deze trip gedaan hebt dat je die snel zal herhalen. Ik heb hier de allermooiste
dingen gezien maar mijn hart heb ik hier niet verloren. Daarvoor is het me te
Amerikaans.
Zonder
problemen gisteren de huurwagen terug binnengebracht. Gezien de goede service
besluiten we bij Apollo een 4WD te boeken voor de outback.
Nadat de
ingenieurs het probleem met de toiletten op ons vliegtuig hebben opgelost (ze
hebben niet verteld wat het probleem juist was), stijgen we met zon 40min
vertraging op richting Alice Springs. Zoals we ondertussen al gewend zijn van
Qantas worden we weer in de watten gelegd. Op de 2.30 h durende vlucht krijgen
we een versnapering en frisdrank én een hele lunch. Er is zelfs geen tijd om
een boek te lezen.
Vanuit de
lucht zien we het landschap veranderen, de groene bossen van de kust moeten al
snel plaats ruimen voor dorre, woestijnachtige landschappen.
In Alice
Springs blijkt het 35° te zijn. We zijn niet onder de indruk. De lucht is hier
veel droger en het voelt bijna aangenaam aan. We pikken de bagage van de band
en laten ons naar het Apollo-verhuurkantoor brengen.
Onze eerste
indruk van Alice Springs bevestigt wat we erover gehoord hadden. Overal in de
stad hangen er groepjes aboriginals rond (eigenlijk is liggen hier een beter
woord, die mensen lijken nauwelijks op hun benen te staan). Ze doen niets, zijn
een last voor de omgeving en hebben vaak een zwaar drankprobleem. De bottle
shop gaat hier pas open om 14u om het probleem wat in te dijken. Je kan max 2
flessen alcohol per persoon per dag kopen, en je identiteitskaart wordt
ingescand om dit te controlleren. Vatjes wijn worden pas verkocht na 18u.
Vreemd allemaal.
Nadat we
uitgebreid gebriefd zijn over de werking van ons nieuw vervoermiddel, starten
we onze boot. De man van het verhuurkantoor raadt ons aan om toch wat
voorraad in te slaan, gezien er in de outback niet veel te krijgen is. We
rijden naar de supermarkt en voorzien ons van wat ingeblikt voedsel, een vat drinkwater
van 10 liter en vers fruit.
Alles wordt
ingeladen en weg zijn we. De eerste minuten is het weer temmen van het voertuig
geblazen maar Mike is het hier duidelijk al gewoon en heeft onze traktor snel
onder de knie. Na 5 min rijden zijn we de enige auto op de weg en komen we
terecht in le grand néant ofte het grote niets.
Onze eerste
bestemming zijn de West MacDonnell Ranges. Dit is een bergketen die zon 320
milj jaar geleden ontstaan is, volledig afgevlakt door erosie en indrukwekkend
om te zien. De rotsen kleuren helemaal rood en in het avondlicht, tegen de
staalblauwe hemel geeft dat een geweldig effect. We nemen onderweg af en toe
een zijbaantje om wat dieper in de ranges te kunnen gaan kijken, en tegen
18.30u komen we aan de Glen Helen Gorge, met bijhorende overnachtingsplaats.
Het is de enige en eerste accomodatiemogelijkheid die je na Alice Springs
tegenkomt. Dat weten ze zelf ook en de prijzen zijn buitensporig.
Onze
motelkamer is primitief maar wel proper. Het eerste dat je te lezen krijgt in
de kamer is dat er uninvited guests kunnen zitten en dat je de receptie
altijd informeren om daar iets aan te doen. We voelen het al overal kriebelen.
De spleet onder de deur helpt niet om ons beter te voelen, daar kan een olifant
onderdoor, vorige gasten hebben duidelijk al geprobeerd om dat af te plakken.
We horen ook vanalles ritselen, blijkt dat het plafond bestaat uit houten
planken met daartussen spleten van 2 cm en daarboven zwarte plastiek die met
elke windvlaag naar boven getild wordt en dus ritselt. Hoe kómen ze er toch op,
is dat om te pesten?? We inspecteren alle hoeken en kanten maar kunnen geen
angstaanjagende gasten vinden. Oef.
We nuttigen
ons avondmaal in het restaurant en drinken dan nog maar een extra glas wijn
buiten op het terras, kwestie van goed te slapen en niet te veel geritsel te
horen.
1 voordeel,
het koelt hier s nachts goed af én eens de zon weg is, zijn ook alle vliegen
en muggen verdwenen, dus buitenzitten is hier s avonds een stuk aangenamer dan
in de tropen.
De wijn heeft
zijn werk gedaan en na een goede nachtrust staan we om 6u op. Te vroeg om hier
ontbijt te kunnen krijgen blijkt, dus we spreken onze voorraad aan en eten
allebei een doosje ontbijtgranen uit een plastieke beker (borden vergeten te
kopen).
Tegen 7.30u
staan we aan het beginpunt van onze wandeling in de Ormiston Gorge. Het is
verdorie toch al warm aant worden.
Gedurende 3u
wandelen we langs rotspaden door de gorge, helemaal alleen op de wereld lijkt
het wel. De zon is genadeloos en onze voorraad water gaat er goed door. De
uitzichten zijn onvergetelijk, en de vliegen agressief irritant. Ze komen in
volle snelheid op je gezicht af en hebben het vooral op de neus en de mond
gemunt. Zolang we in beweging blijven is het nog enigszins te doen.
Als we terug
aan de auto zijn, zijn we blij dat we de raad van vrienden hebben opgevolgd om
hier vroeg aan je dagactiviteit te beginnen. Het is gewoon snikheet. Tegen
vrijdag verwachten ze hier 39°. De rest van de dag gebeurt er niets meer,
behalve 2 wasjes doen, maar zelfs om die op te hangen is het bijna te heet. Een
uur later kon Mike de droge kleren al droog van de draad halen. Ze voelen
warmer aan dan wanneer ze uit een droogkast komen.
Eens het 17u
is schieten we terug in actie.
Fotos:
Ormiston Gorge & landschapsfotos, onze resort Glen Helen
Vandaag
beginnen we met het echte werk. We transformeren onze boot in een 4x4 voertuig
en hobbelen, botsen, sjokkelen gedurende 4 uur over een rode zandweg richting
Kings Canyon. In totaal kruisen we 3 autos.
Langs de kant
van de weg zien we kamelen, dingos, paarden en xxl-koeien. Geen van hen ziet
er echt gelukkig uit. Wat wil je, veel mals gras is hier niet te bespeuren.
Onderweg
stoppen we in een krater van een komeet die 142 miljoen jaar geleden is
neergestort en daarmee een cirkelvormige bergketen heeft achtergelaten van zon
5 km doorsnede. We stappen uit en bekijken het even kort, je weet maar nooit of
er nog zon steen volgen gaat.
De weg die we
hier volgen, de Mereenie Loop Road, loopt door aboriginal grondgebied. Je moet
dan ook op voorhand een permit kopen om hierdoor te mogen rijden. Stoppen mag
niet, buiten op 1 aangeduide rustplaats, die op 30 km van het einddoel ligt.
Tegen dan waren we stevig geschud. Lang konden we daar echter niet blijven, er
was geen schaduw. Iets wat hier op de middag trouwens altijd moeilijk te vinden
is omdat de zon dan gewoon pal boven je hoofd staat. Er is gewoon geen enkel
object te vinden dat dan schaduw geeft.
We
installeren ons in het Kings Canyon resort, een prima uitvalbasis om morgenvroeg
voor dag en dauw een wandeling te gaan doen. Voor de rest van de namiddag
zoeken we de beschutting en de airco van onze kamer op, dank god voor deze
geweldige uitvinding. Als extra zetten we onze ijskast nog mee open.
De wekker
loopt om 5.45 u af. We pakken snel in en rijden zon 10 min tot aan Kings
Canyon, waar we de Rim Walk, een 6 km lange rondwandeling, gaan doen. In de
brochure staat dat dit niet voor doetjes is en waar tot 4u wandeltijd moeten
voorzien. En dat voor 6 km? Onze nieuwsgierigheid is gewekt.
Om 6.45u
beginnen we eraan. We zijn deze keer niet alleen, er worden nog zon 3 bussen
gelost om dezelfde tocht onder deskundige begeleiding te doen.
Tijdens de
eerste 500m gaat het gestaag naar boven en ondanks het vroege uur komen we
gestoofd aan op de top van de canyon. Onze watervoorraad is al flink geslonken.
We worden echter onmiddellijk beloond met indrukwekkende rotsformaties in
oranje steen die oplichten in de ochtendzon. De rest van de wandeling slingert
over de toppen van de canyon, door landschappen die omschreven worden als de
Garden of Eden of de Lost City. Als dat niet tot de verbeelding spreekt...
Om 9u staan
we terug aan onze auto, dus toch geen 4u We zijn toch weeral blij dat we zo
vroeg zijn begonnen en hebben medelijden met de mensen die we nog zien
vertrekken. Het was wederom een prachtig stukje natuur om door te wandelen.
We rijden
zon 240 km verder en komen dan aan het Uluru (Ayers Rock) & Kata Tjuta (The
Olgas) National Park. Initieel wilden we niet tot hier rijden maar hoe meer we
erover nadachten leek het ons hetzelfde als België bezoeken en het Atomium
links laten liggen.
Onderweg
krijgen we al een eerste blik op de Ayers Rock. Ik vind hem er minder
gestroomlijnd uitzien als op de commerciële fotos. Ook de kleuren zijn niet zo
fel. Duidelijk getruckeerd! Maar, goeie toerist als we zijn, stoppen we bij een
lookout en nemen alvast een paar fotos. Fantastisch dat je deze monoliet van
op zon afstand kan bewonderen.
Zon 130 km
verder begint er iets te dagen, vreemd dat we de Ayers Rock al die tijd niet
meer gezien hebben terwijl hij toch zo dichtbij leek. Een extra aandachtige
blik op de kaart doet mij beseffen dat we de verkeerde rots hebben zitten
fotograferen Mount Conner niet verder vertellen Het duurt dan ook niet lang meer of we zien de
echte Ayers Rock verschijnen, net zoals in de boekskes. Oef. Toch niet voor
niks naar hier gereden.
We checken in in het Ayers Rock Resort, niet
dat we hier de keuze hebben. Er werd ons op voorhand gezegd dat de prijzen hier
astronomisch waren maar dat valt uiteindelijk wel mee. We nemen een basis kamer
met eigen douche in het Lost Camel hotel en die is super. Pas opnieuw
ingericht, met flatscreen, spotjes int plafond, alles hypermodern en
kraakproper. Er staat zelfs een moderne surround stereo-keten. Alleen spijtig
dat je in deze woestijn geen enkele zender ontvangen kan.
Tegen 17u
nemen we een duik in het zwembad en maken ons dan klaar om naar het het ultieme
spectakel van de zonsondergang op Ayers Rock te gaan kijken. We installeren ons
mee op de sunset viewing parking en dan is het wachten tot de zon ondergaat. Het
wil weer lukken. Dagen geen wolkje kunnen spotten en nu pakken ze samen in
..juist het westen. Al bij al komt de zon er vlak voorhet ondergaan nog even flink door. Je ziet
inderdaad de kleuren van de rots langzaam veranderen. Ik vind het prachtig.
Midden in een plat landschap staat daar ineens zon vuurrode rots te blinken.
Mike vindt het matig en zet de kleurversterking van de camera maximaal.
Bij het
terugrijden besluiten we hier een extra nacht te boeken, dan kunnen we morgen
met onze 3-dagen geldige pas voor het natuurpark nog de Olgas en het Visitor
Centre bezoeken. Dit gaat wel ten koste van mijn Flying Doctors museum in
Alice Springs, maar k zal daar thuis dan nog wel es een aflevering van zien.
Een mens moet keuzes maken en Dr Geoff en Kate zijn waarschijnlijk toch al op
brugpensioen.
Fotos: wandelen
door de Kings Canyon, wild life dat voor je auto springt, de berg die niet de
Ayers Rock was, onze boot
t Is
ondertussen ons ritme geworden en om 6u worden we vanzelf wakker. Perfect, dan
kunnen we de Valley Of the Winds wandeling op de Olgas doen. Die is nl vandaag
vanaf 10am afgesloten wegens extreme hitte (41° voorspellen ze, in de schaduw,
jakkes).
Het eerste
stuk van de wandeling is veelbelovend, we klauteren over losliggende stenen
tussen de steile wanden van de Olgas omhoog. De vallei doet zijn naam eer aan
en er staat een stevige wind, goed tegen de mozzies. Halverwege de wandeling
komen we echter in een desolaat woestijnachtig landschap terecht, met geen
enkel schaduwplekje tegen de genadeloze zon. Dit vinden we minder. Bij momenten
zitten er 20 vliegen tegelijk in je oren en neus. Op zon moment zouden de
muskietennetten om over een hoed te plaatsen bijzonder goed van pas komen,
zoals het model dat we gekregen hebben op ons afscheidsfeest. Spijtig genoeg
zijn die niet door de zware selectie geraakt van wat we al dan niet konden
meenemen. We hebben wel een muskietennet bij voor over een tweepersoonsbed voor
in Azië. We zouden dat over onze hoeden kunnen spannen maar dat wandelt dan
weer erg oncomfortabel. Het verknippen is een andere optie die we in overweging
hebben genomen maar dan zitten we in Azië weer met een probleem. De gewone muskietennetjes
verkopen ze hier overal maar altijd op het moment dat je er geen last van hebt
en er dus ook niet aan denkt. We gaan er zoals steeds vanuit dat we het ergste
gehad hebben en kopen er weeral geen.
Enfin, de
wandeling was dus minder indrukwekkend dan we verwacht hadden maar t kan
natuurlijk niet altijd fantastisch zijn. Of waarschijnlijk ook door het feit
dat we er al 2 geweldige achter de rug hebben.
We bezoeken
nog even snel het Visitor Centre van Ayers Rock maar de temperatuur begint echt
op te lopen en we verlangen naar de koelte van de kamer.
Pas tegen 16u
wagen we ons weer buiten al is het maar tot aan het zwembad. Gezien de hoge
temperaturen gaat mijn lectuur er zeer snel door. Geen enkel probleem, op elke
overnachtingsplaats heb je een book exchange. Je zet daar gewoon je gelezen
boek in en neemt een ander mee. Voor de kenners, heb vandaag een niet zon
geweldig boek van Stefan Brijs (Arend) geruild voor een nieuwe (misschien wel
meest recente?) Nicci French int Engels (Complicit). Werkt perfect. Andere die
ik al gelezen heb is Daglicht van Marion Pauw, ook wel goed.
Morgen rijden
we terug naar Alice Springs en maandag vliegtuig op naar Perth, voor deel 3 van
de reis.
Fotos: zonsondergang
op Uluru (Ayers Rock), de Olgas en nog wat vogeltjes voor de ornithologen die
wat verwaarloosd zijn de laatste dagen.
Vandaag wacht
ons enkel de terugrit naar Alice Springs. Het rijden gaat vlot en dus kunnen we
nog net binnen de openingsuren het Royal Flying Doctors museum bezoeken. De
dame aan de balie blijkt toch wel een uitgeweken Deurnese te zijn haar Engels
is de moeite, wij verstaan haar amper en vermoeden dat de engelstaligen
hetzelfde probleem hebben.
Het museum is redelijk beperkt, maar
we komen toch een aantal dingen te weten. Zo blijkt dat er op 22 locaties in
Australië een basis van de Flying Doctors is, en niet enkel in Alice Springs. De
basis in Alice geeft medische ondersteuning in een gebied met een diameter van 600km
rond de stad. 90% Van de mensen die hier wonen zouden aboriginals zijn. Het
lijkt ons veel en we kunnen ons niet herinneren dat dit zo in de serie aan bod
kwam. Het kan ook zijn dat we de dame fout begrepen hebben. Gezien veel van die
aboriginals beperkt Engels spreken, hangt er op elke post een foto van het
menselijk lichaam, opgedeeld in A, B, C etc. Dus als de dokter vraagt waar het
pijn doet, moeten ze enkel een letter aangeven.
In de namiddag zien we dat er iets
staat te gebeuren op het voetbalveld. Het blijkt een kerst sing-a-long te zijn
in de stijl van Apen zingt. Het zicht is hilarisch. we zien aboriginals in shorts
in rode kerststof met een wit pelske, een kudde met eland-oren, honderden kerstmutsen,
omas met lichtgevende oorbellen. Iedereen krijgt bij het binnenkomen een veiligheidslichtje
in de vorm van een kaars en een krantje met de teksten in van oa silent night
& oh come let us adore Him. Het verschil met Apen is vnl dat het hier om religieuze
kerstliederen gaat en er int groot uithangt dat er geen druppel alcohol te
verkrijgen is of genuttigd mag worden. Het terrein zit stampvol maar ze krijgen
er niet echt de ambiance in, wat wil je. Er is welgeteld 1 kraam waar 1 persoon
softdrinks verkoopt en 1 andere broodjes. De file is dan ook enorm. Zie je het
bij ons al gebeuren? Burgeroorlog. Allemaal heel apart. Spijtig genoeg hebben
we ons fototoestel net niet bij
Fotos: een cadeautje van de sint voor
de vogelliefhebbers. Bleef eerst gewoon op de weg zitten toen we aangereden
kwamen en vloog dan met prooi en al weg.
6h of 5h30? De
wekker om 6 natuurlijk! We zitten ocharmeop 10 min van de luchthaven en we gaan past pas om 10h de lucht in. Toch
blijkt dat vreemd genoeg niet overdreven . We moeten immers onze villatank nog
terugbrengen naar het verhuurkantoor en dat opent pas om 8. Volgens Qantas
moeten we 1,5h vooraf op de luchthaven zijn dus ga maar na.. Ruim op tijdstaan voor het verhuurkantoor en nadat de
paperassen geregeld zijn brengt de psycho-taxi ons naar de luchthaven. Na een
30 sec weten we dat de gescheiden taxichauffeur zijn 5 kinderen alleen opvoedde
en 15 jaar geleden gescheiden is. We krijgen defamiliefotos te zien en moeten raden welke van zijn 5 kinderen net als
hij psychisch hoogbegaafd is en een rechtstreekse lijn heeft met de Almachtige.
Na een korte rit zijn we bij de luchthaven
en komt de spraakwaterval tot een stop. Niet moeilijk dat zijn vrouw is gaan
lopen met iemand met grote voeten voor wie daarvoor interesse mocht hebben. We
betalen de rit, het advies was gratis, en we krijgen nog een adreskaartje mee
zodat we kunnen uitkijken naar zijn eerste boek waar hij momenteel aan
schrijft. Natuurlijk, verzekeren we de man.
We gaan op
tijd de lucht in en zon 3 uur later landen we in Perth, de hoofdstad van de
westkust. We weten dat de controles in de luchthavens bijzonder streng zijn. Ik
word in Alice Springs nog even apart genomen en afgestoft met een speciaal
vodje dat dan onmiddellijk in een analysetoestel wordt gestoken en scant op
sporen van drugs of explosieven, vermoed ik. Eerst vroegen ze wel of ik akkoord
was dat ik daarvoor fysisch zou aangeraakt worden. Het leek me geen goed idee
dat te weigeren. Het was immers een dame waarnaast zelfsHelga van Herr Flik van de Gestapo in het
niets zou verbleken.De resutaten zijn gerustellend
en ik mag verder. Als grapje wil ik nog even vragen of ze mss ook nog even mijn
tanden wil flossen maar ik houd me in. Het lijkt me geen goed idee het lot
verder te tarten. Een verkeerde woordkeuze zou ongetwijfeld voldoende zijn voor
een goed gesprek en dan zou ik de vlucht missen en ben ik voor niets zo vroeg
opgestaan.
We weten dat
ze in Australië ook erg streng op alle products, soil, vegetables, plants wat
van buiten wordt ingevoerd. Wat we niet wisten is dat zo minstens even streng
zijn op hun binnenlandse vluchten. Op de
luchthaven van Perth loopt een goed opgeleide hond alle bagage rond te
snuffelen. Zo ook de handbage van Ruth. De hond ruikt verdachte goederen en de
bagage wordt grondig onder handen genomen. Het bezwarend materiaal wordt
tevoorschijn gegraven door twee officers. Een appel. Die gaat onverbiddellijk
in quarantaine, verder wordt er geen zaak van gemaakt. De rest van onze handbagage
wordt doorzochtalles is ok. Ze trainen
hier dus honden om appels te vinden ? Allemaal heel erg vreemd.
Een uurtje
later staan we in een concurrerend verhuurkantoor om onze campervan op te
halen. Birgitte, een Nederlandse wiens stiefmoeder in Mortsel in de
Consiencelaan woont legt in detail alles wat ze weet uit over de camper. De
uitleg is beknopt.
Nog even
langs TNT, daar ligt een nieuwe creditcard op me te wachten. De vorige is onverwachtherroepen door BCC omdat ze fraude vermoeden.
Dankzij de goeie service van KBC is mijn nieuwe kaart tot hier geraakt, en
kunnen we daarmee verder.
We shoppen,
laden onz 90l grote ijskast en installeren ons in een naburige camping. Morgen
trekken we de stad in.
Brr, even
wennen. Het koelt hier s avonds danig af. Ergens diep vanonder in onze
rugzakken moeten we toch een trui gaan zoeken. Das 3 weken geleden. Als we opstaan
is het zon 14°. Toen we naar de luchthaven van Alice Springs reden gaf de
thermometer in de taxi 31° aan (om 8u s ochtends). Je hoort ons hier echter
niet klagen.
De bus naar
Perth Centrum stopt voor onze camping en zon 45min later staan we aan de
eindhalte.
Het meest
prestigieuze gebouw van de stad is een glazen hypermoderne toren met bovenin een aantal echte kerkklokken die
ze van Engeland gekregen hebben. Het genre dat je bij ons overal hoort luiden
en hier nergens. We kuieren wat door de gezellige straten, de kerstgekte begint
hier op gang te komen en overal zie je versiering. We kunnen er niet aan
wennen. Kerstmis hoort samen te gaan met koude en donkere dagen, met mensen dik
ingepakt en glühwein. Het beeld klopt van geen kanten. Het gaat dan ook
allemaal een beetje aan ons voorbij. Half december begint hier de grote
vakantie en je merkt het aan de drukte, de winkelstraten puilen al uit van het
volk.
Het Belgian Beer
Café laten we niet links liggen en hoewel het nog maar 14u is drinken we daar ne
goeie Stella en Hoegaarden vant vat. Hun collectie is uitgebreid, veel
trappist- en abdijbieren. Een koppel zit binnen fotos te nemen, wat al direct
onze aandacht trekt. Als dan blijkt dat de man een T-shirt aanheeft van
Pukkelpop 09
Fotos: ons
huis voor de komende 3 weken (merk het mooie paarse gordijn dat Mike
professioneel voor de uitgang heeft gehangen tegen de vliegen), rare vogel, regeldrang in Australië, skyline
Perth, kerst in de zomer, Belgian Beer Café
9/12/2009 National Park Lane Pool Reserve en Bunbury
Gisteren
hebben we in Perth een boekje gekocht dat de 390 ! kampeerplaatsen in de
nationale parken van West Australia in kaart brengt en kort de aanwezige faciliteiten
symboolsgewijs toelicht. Nu is het een regel hoe meer informatie je bezit, hoe
moeilijker het kiezen wordt. Zoals in een restaurant met een te uitgebreide menu.
Gezien de zuidelijke richting die we uitwillen en gezien we minder lange
dagtrips willen doen, kiezen we voor de campground Baden Powell in Lane Pool
Reserve. Een topper aangeraden door het boek.
Naarmate we
verder van Perth en van de kust rijden wordt het al snel veel stiller op de
wegen, de bebouwing neemt af . Enkele km voor we aan ons park komen stoppen we
nog in de visitorcenter van het stadje Dwellingup (450 inw). Ervaring leert ons
dat je steeds het beste af bent met het advies van de inboorlingen. We
vertellen onze intentie te overnachten in Baden Powell, de robuuste dame
vertelt ons vriendelijk dat er beter campgrounds te vinden zijn in Lane Pool Reserve.
Daarvoor moeten we over unsealed roads. Dat mag niet met onze campervan. Ze
verzekert ons dat de wegen in goede staat zijn. Ach ja, vloeken mag ook niet
gvd.Het heeft iets, het bestek en de
ijskast rammelen van jewelste. Alles blijft heel en we komen op de nieuw
geadviseerde campground toe. Veel stelt dat echter niet voor. Enkele open plekjes
in het woud, 1 toilet, wat houten picknicktafels en enkele betonnen kuipjes
waarmee je een BBQ kan improviseren. We lunchen hier. We zijn al snel het
mikpunt van allerlei vreemdsoortige vliegende insecten die ook net aan hun
lunch willen beginnen, en dat lijken wij te zijn. We happen snel door en duiken
de campervan terug in. We hebben nog
steeds gn netjes voor over onze hoeden gekocht. De tocht van 18 km door het
woud die we voor morgen hier gepland hadden kan dan ook onmogelijk doorgaan in
deze omstandigheden. Changemant de decor besluiten we. We bekijken het
natuurpark van achter glas en rijden terug richting civilisatie en bijgevolg
kust. Hoe langer hoe meer beseffen we dat we niet zon helden zijn met massas
onbekende insecten rondom ons. We stoppen aan de eerste general store, kopen
twee mosquitonetjes en een nieuwe insect repellent. De vorige bushman was
ongetwijfeld op basis van honing. We camperen op een powered site van een
caravan park in Bunbury. Hier blijven we twee dagen. Er staat echter een
stevige wind waardoor we in onze camper moeten eten. Al bij al bleek dat nogal
redelijk comfortabel te gaan, dat weten we dan ook weeral.
Fotos: Lane
Pool Reserve & Mike met zijn zelfgemaakt muskietennet
Tijdens het
ontbijt besluiten we dat het toch wel es tijd wordt om een beetje echte
vakantie te nemen ook. Vlakbij de camping is er een aangelegde wandeling van de
volle 200m door een oud mangrovewoud. Na 50m zijn we al zotgedraaid want het
wemelt van de vliegen. Niet een paar, er zwermen er gemiddeld zon 150 rond u.
De muskietennetten brengen soelaas voor het gezicht maar dan nog zitten je
armen en benen vol. Echt niet aangenaam. Om de één of andere reden lijken wij
er ook meer last van te hebben dan andere mensen. We weten niet waarom. Dapper
wandelen we de resterende 150m verder.
We lopen door
naar het centrum van Bunbury, kijken er wat winkels en lunchen. We kopen nog
maar es een ander type insectrepellent, in de ijdele veronderstelling dat deze
samenstelling wél werkt op vliegen.
Gewapend met
diethyltoluamide, octyl-bicycloheptene dicarboximide, melaleuca oil,
leptospermum petersoni leaf oil & citronella wandelen we nog een uurtje langs
de kust. Weeral een illusie minder, geen enkel van die producten blijkt enig
afschrikwekkend effect op gewone vliegen te hebben.
Een mens kan
geen 6 maand aan 1 stuk door cultureel verantwoorde dingen doen, dus in de
namiddag gaan we naar de cinema. Ze spelen 2012 en die wilden we wel zien.
Morgen rijden
we verder naar het Zuidwesten, waar er grotten en wijngaarden etc zijn.
Fotos:
Australische jeugd op schoolreis en leerkrachten die ondertussen de barbie
bedienen