Eén van de mooiste stukjes literatuur ooit neergepend: de eerste brief van Paulus aan de christenen uit Korinthe, hoofdstuk 13. Ik laat mijn leerlingen dit graag ontdekken en verwerken in Pecha Kucha. En de resultaten zijn ontroerend, bevrijdend, verwonderlijk, stijlvol, doorleefd, enzovoorts. Soms opgesmukt met de allermooiste tekeningen uit hun schetsboek of met sprekende foto's. Maar altijd heel oprecht en recht uit hun hart. Ik word er stil van, bewonder hun creativiteit en herontdek de tekst of delen ervan zo'n 15 keer per les. Dezer dagen gebeurt het vaak op de tonen van Whitney Houston's "I will allways love you" (oorspronkelijk van Dolly Parton, niet?), maar hun verhaal wordt er niet minder origineel om. De liefde praalt niet en geeft niet om uiterlijke schijn. En de sloebers fleuren dit op met de reclame-advertenties voor Valentijn. Goed geïnterpreteerd, zorgvuldig gekozen. Het doet deugd als de blijde boodschap door jongeren wordt verkondigd.
Het onderstaande is een fragment uit het boek van J. Snoeck 'Dit doe je kinderen niet
aan'. Het verwoordt op een schitterende wijze dat je pubers kan helpen met hun
sociale, psychische, fysische en spirituele pijn door zorgzaam nabij te zijn,
door te luisteren en de pijn niet te verdringen. Doorheen de verschillende
pijnen hervinden kinderen terug de levenskracht om als een rijker mens met een
blijvend litteken verder te kunnen leven.
Als
je jongeren observeert, zul je zien hoe kwetsbaar (en gekwetst) velen
rondlopen. Net als een oester, met een harde buitenkant, maar zo week van
binnen. En dan gebeurt het dat er bij die oester iets binnendringt wat er niet
thuishoort, een zandkorrel bijvoorbeeld. Deze zandkorrel kan de pijn en het
verdriet zijn om een verlies en de dood van iemand van wie het zoveel houdt.
Een dergelijk verlies is een blijvend litteken, en zal nooit meer verdwijnen
uit het leven van het kind, net zomin als de zandkorrel nog uit de oester
geraakt. Maar dan komt het paarlemoer. Flinterdun, laagje voor laagje, begint
het paarlemoer zich af te zetten rondom de verontreiniging. Uiteindelijk is die
kwetsbare oester in staat om de zandkorrel te transformeren tot haar grootste
innerlijke rijkdom: een parel. Als het rouwende puber zich mag omgeven door
mensen die echt om hem geven, als mensen omhullend nabij zijn bij de jongere in
rouw, dan kan het kind bij zijn eigen levenskracht komen en de innerlijke pijn ombuigen
tot de grootste bron van leven. Zo krijgen parels van jongeren een nog grotere
en mooiere parel.
Eind januari begint het altijd voelbaar te worden in de zesdes: de studiekeuze wordt een heet hangijzer bij leerlingen en hun ouders. Af en toe is er wel eentje dat heel precies weet wat hij of zij waar gaat studeren en heeft die een perfect beeld van zijn of haar slaagkansen. Meestal is het echter een periode van verwarring, grote verwachtingen, angst voor negatieve opmerkingen tav hun keuze, onzekerheid, twijfel enzovoorts. Volgens mij is het de taak van elke leerkracht om een constructief gesprek hierover aan te gaan met leerlingen, zonder hen een rad voor de ogen te draaien, maar met oog voor hun eigenheid en mogelijkheden. Soms maakt dat gevoel dat die of die in hem/haar gelooft een wereld van verschil. Helaas gebeurt het vaak anders. Mijn eigen dochter behaalde 80% in de Latijn-wiskunde en wou rechten gaan studeren, maar kreeg van een wiskundeleraar te horen dat ze dat nooit zou kunnen. Ze bewees het tegendeel... Maar zijn gebrek aan geloof in haar was nefast voor haar toch al niet al te sterke zelfvertrouwen. Ik nam me bij die negatieve ervaring voor om nooit ofte nimmer één van mijn leerlingen zo te kelderen in hun plannen, nog voor ze vaste vorm kregen. Vaak is dat kleine beetje extra vertrouwen voor leerlingen al genoeg om hen boven zichzelf te laten uitstijgen. Vanmorgen was er weer een meisje, dat heel graag aan de universiteit zou willen gaan studeren, maar die zoveel faalangst heeft, dat ze haar eigen mogelijkheden zwaar onderschat. Ze zei me met een angststemmetje dat ze het wel graag zou doen, maar dat ze denkt dat ze daar niet verstandig genoeg voor is. Ik zei haar dat ze volgens mij veel meer kan dan ze zelf durft te geloven...
Vanmiddag bleef er eentje lang rondhangen na de les. Zolang dat ze uiteindelijk nog helemaal alleen met mij in het lokaal achterbleef. "Alles in orde, Laurence?" En meteen kwamen de traantjes. De papa van Laurence is ziek. Vorig jaar werd bij hem een verwoestende spierziekte vastgesteld. de kans op genezing is vrijwel onbestaande. De aftakeling gaat sneller dan gedacht, maar toch blijft hij vechten, zij aan zij met zijn vrouw en volwassen en bijna-volwassen kinderen. Een ongelijke strijd, die regelmatig de moed in de schoenen doet zinken. Een drama voor heel het gezin. Laurence dacht dat de ziekte en het gevecht daartegen hen dichter bij elkaar bracht, maar twijfelt daar nu aan. Sinds een week doet ze niks anders dan ruziemaken met haar mama. Een week lang, in tienertermen heet dat "we maken altijd ruzie, mijn mama en ik". De ruzies gaan over schoolresultaten, inzet en studie-ijver, over opruimen (of juist over het niet opruimen), over uur van thuiskomen, over blijven rondhangen aan het station, ... En dat vindt ze zo vervelend. "En het is ook niet goed voor mijn papa, want hij wordt daar zo moe van en hij heeft al zijn krachten nodig om te genezen. Maar mijn mama is altijd maar boos op mij. Wat ik ook doe, het is nooit goed. En ik doe echt mijn best, mevrouw. Echt waar. Maar mijn mama gelooft mij precies niet." Zucht. Sommige jonge mensen puberen in een veel lastigere biotoop dan anderen. "Je mama is niet alleen maar boos op jou, denk ik. Je mama heeft veel zorgen. Veel verdriet ook. Misschien is ze ook erg moe of verliest ze haar moed af en toe een beetje. En dan gebeurt het heel vaak dat je je afreageert op de mensen, die je het liefste ziet. Je bent niet zozeer boos op hen, of toch niet meer dan normaal, maar je bent boos op wat er gebeurt rondom jou en waar je geen vat op hebt. Je bent boos omdat je dingen niet kan veranderen en reageert het af door te vitten op dingen, waar je wel nog vat op hoopt te hebben." Door de traantjes heen een piepklein glimlachje: "Mevrouw, u doet dat ook, hé: boos zijn op ons als er iets niet goed marcheert?" Kleine verwijzing naar mijn overdreven reactie op de kapotte beamer? Leerlingen kregen een standje dat ze toch wel hun agenda konden invullen, zonder dat het geprojecteerd wordt.... "Ai, betrapt, zeker... Je mama ziet je graag, meisje. En als ze zo boos lijkt, probeer het dan niet al te persoonlijk te nemen, hé.... Ga nu maar naar je vriendinnen. Je hebt me te goed door...." Nog even een oranje-vlag-knuffel, en een "je weet me te vinden, hé!"en weg is ze. Dank je voor het vertrouwen, Laurence.
Deze week bespraken we in het vakoverschrijdend project omtrent bijbel en kunst het meesterwerk van Jan (en Hubert) Van Eyck: de polyptiek "De aanbidding van het Lam Gods". Eén van de 17-jarige meisjes begon tijdens de verwijzing naar de teksten uit het evangelie van Johannes en uit de Apocalyps opeens te glunderen. "Maar ja, natuurlijk! Dat is het waarom ik op mijn communie een lammetje heb geslacht!" Ze verwees naar het ijslam, mét bloedende inhoud van frambozencoullie (in onze tijd was dit nog het goedkopere grenadine dat voor het bloedgelijkende goedje zorgde, meen ik me te herinneren) dat ze op haar communiefeest had mogen slachten. Ze had alle attributen bewaard, waaronder een baniertje met zeven stempels erop en een plastieken plaatje met de afbeeldingen van drie dieren en een mens (eigenlijk een engel) erop. Ze vond het héél leuk dat ze eindelijk vernam waarom die dingen op haar lammetje geprikt zaten. Benieuwd geworden?
·Joh 1,29: Des anderen daags zag Johannes [de Doper] Jezus tot
zich komende, en zeide: Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt!
·Openbaring 5, 6: Midden voor de troon, tussen de vier wezens
en de oudsten, zag ik een lam staan. Het zag eruit alsof het geslacht was en
het had zeven horens en zeven ogen; dat zijn de zeven geesten van God die over
de hele wereld zijn uitgestuurd.
GSM-leerkracht of moet je gelovig zijn om godsdienstleraar te worden?
Heb samen met de zesdes wat gepraat over hun ervaringen met "Klaar voor hoger onderwijs?", een website die hen ondermeer hun interessevelden uittekent en dit koppelt aan studierichtingen. Eén van de leerlingen ze dat hij vaak uitkwam op Godsdienstwetenschappen. En toen dus de vraag:"Moet je eigenlijk gelovig zijn om godsdienstleraar te worden?". Eerst heb ik uiteraard de pedagogisch totaal verantwoorde uitleg gegeven dat Godsdienstwetenschappen studeren niet noodzakelijkerwijs uitdraait op godsdienstleraar worden en dat je als student Godsdienstwetenschappen mijns inziens agnost of zelfs ongelovig kan zijn (of worden, zoals ze mij in de jaren tachtig regelmatig hebben voorgehouden, toen ik zelf een studiekeuze maakte). Anders wordt het wanneer je godsdienstleerkracht wordt, vind ik. Je geeft een confessioneel vak, waarbij je naar mijn gevoel niet geloofwaardig kan zijn als je zelf weinig of niet (meer) gelooft. Maar goed: ik vroeg aan de klas of zij het zelf belangrijk vinden dat ik een praktiserende christen ben en -al was er enige verdeeldheid van meningen merkbaar- uiteindelijk was iedereen het er wel mee eens dat het mijn boodschap toch echter en geloofwaardiger maakt. De G in het GSM-model van prof Pollefeyt is onmiskenbaar belangrijk in de lespraktijk. Maar evenzeer is het belangrijk dat je de christelijke boodschap vanuit een levensechte situatie kan brengen en dat je respect hebt als godsdienstleerkracht voor de mening van andersdenkenden. Oef. De leerlingen voelen dus wel degelijk dat ik respect heb voor andere meningen. Maar dat werkt ook in beide richtingen: ze hebben ook wel degelijk respect voor mijn geloofsgetuigenis. Ook dat is belangrijk om vandaag overeind te blijven in het onderwijs. Zeggen dat je in God gelooft is toch wat anders dan zeggen dat water kookt bij 100°C. Je wordt er dus ook kwetsbaarder door, wellicht. En toch: je praat met hen over het leven op een manier, die ze buiten de klas nog weinig denken te kennen, want ze kennen weinig mensen, die zeggen dat ze gelovig zijn. Toch niet onder de christenen (gelovige moslims daarentegen kennen ze wel). Maar van sommige leerkrachten vermoeden ze wel dat ze (praktiserende) christenen zijn, en dat vermoeden ze dan vanuit hun manier van handelen in schoolse sfeer - Hallelujah!- en niet omwille van uiterlijkheden (dat is precies een nonneke ed). Leuk dat te horen, want christen ben je toch vooral al doende, zeg ik dan. En ja: daar hebben ze vrede mee. De redenering klopt dus wel degelijk: een godsdienstleraar is toch maar best een gelovige. Hij of zij mag wel eens wankelen bij sommige dogma's, maar moet vooral zelf geloof-waardig blijven.
de arbeiders van het elfde uur en wat de leerlingen ervan maken...
Over het parabel van de arbeiders van het elfde uur
Een parabel is een verhaal waar rond de pot gedraaid wordt
Het Rijk Gods is de grond waar God woont
De arbeiders van het elfde uur zijn oude mensen die zich nog net voor het doodgaan bekeren tot het christendom
De arbeiders van het elfde uur zijn de oud leerlingen van St-Lucas
De arbeiders van het elfde uur zijn CHANSAARS
De arbeiders van het elfde uur zijn voetballers
De arbeiders van het elfde uur zijn mensen die juist bij het onderwerp komen
De arbeiders van het elfde uur zijn allochtonen die in België komen wonen en evenveel geld van het OCMW krijgen dan de belgische bevolking die gans zijn leven heeft gewerkt
De arbeiders van het elfde uur zijn aids-patiënten, geboren pedofielen
De arbeiders van het elfde uur zijn mensen van ontwikkelde landen. Ze werken minder en worden meer betaald. Die van het eerste uur zijn mensen van de derdewereldlanden. Ze werken meer en worden minder betaald.
De arbeiders van het elfde uur zijn mensen die niet veel studeren voor een examen en evenveel punten krijgen als mensen die veel studeren
Wat betekent 'werken in de wijngaard: dat je best als laatste gaat gaan werken omdat je dan per uur meer verdient dan degene die vroeg opstaan
Ben héél blij met de bevindingen van Tertio. De resultaten konden op geen beter moment bekend worden gemaakt. Gisteren sprak ik namelijk Machteld aan: een meisje uit het vijfde, dat voor elk vak mooie punten behaalde met de kerstexamens, behalve voor Godsdienst... Een beetje bezorgd sprak ik er haar over aan en ze zei me dat ze die dag twee vakken moest afleggen en meer voor Geschiedenis had gestudeerd. Op mijn vraag of haar ouders toch niet boos waren, lachte ze: "Nee, bijlange niet. Die vonden het zelfs tof. Ik heb nooit eerder op een katholieke school gezeten of Godsdienst gevolgd en mijn ouders zouden het zelfs niet leuk vinden als ik mijn tijd in uw vak zou steken. Niet grof bedoeld, hé mevrouw!" Nog niet vaak meegemaakt. Gelukkig. Want het was toch wel een koude douche.
De columns van Rik Torfs in de Standaard zijn vaak pareltjes voor de lessen in het zesde middelbaar. Zoals onder andere deze aan dit bericht toegevoegd. Dank je, mijnheer Torfs! Heeft 100 minuten heel boeiend groepsgesprek opgeleverd.
Kan ik als godsdienstleerkracht "het verschil maken" bij mijn leerlingen? Ik wil het heel graag geloven! Ik hoop het! Ik hou van de gedachte! Maar... twee jaar geleden kwam een oud-leerlingen op een schoolfeest naar mij en mijn collega Engels toegestapt. Ze kende mijn naam nog. Ik twijfelde jammer genoeg aan de hare. Ze wist wel niet meer welk vak ik nu weer gaf... En tegen mijn collega zei ze: "En u gaf godsdienst, is 't niet?" Of ik het verschil maak? Ik wil het blijven geloven, hopen en houden van de gedachte...
Sedert een kwarteeuw mag ik godsdienst geven aan middelbare scholieren. Hele leuke job, temeer omdat ik dat op een hele fijne en bijzondere school mag doen en onze leerlingen over het algemeen aangename jonge mensen, met een open geest zijn. Als mensen mij vragen wat ik doe voor de kost en ik zeg dat ik godsdienstleerkracht ben, dan krijg ik echter meestal één van de volgende reacties: de gesprekspartners maken zich uit de voeten, beginnen spontaan te "biechten" over hun geloof (meestal ongeloof eigenlijk), tonen medelijden in de zin van "dat moet toch niet gemakkelijk zijn, in deze tijd, aan onze jeugd"(Hoezo? Meestal vinden de kinderen het juist erg interessant om te horen wat hun ouders al hebben afgezworen), beschouwen het als een reeds uitgemaakte zekerheid dat ik wellicht tegenwoordig meer moraal of filosofie geef dan wel bijbelse godsdienstlessen (niet dus: ik gebruik wél in elke les de woorden God, Jezus, bijbel, geloof, hoop, liefde enzovoorts. Niet allemaal tegelijk en elke keer natuurlijk, maar toch...). Daarom verwondert het mij ook niet echt dat de jonge heer De Gucht de lessen godsdienst wil hervormen. De meeste "volwassenen" gaan er namelijk van uit dat godsdienstlessen in de 21e eeuw niet meer zijn wat ze geweest zijn (gelukkig maar) en over van alles gaan wat te maken heeft met levensbeschouwing, ethiek en filosofie, zonder al te veel geloofsbelijdenis(sen). En toch. Het is niet het eerste leerplan, waarmee of waaronder ik werk en het zal misschien ook niet het laatste zijn, maar ik nodig iedereen uit om het eens ter hand te nemen en zich te vergewissen van de rijke inhoud, het ruime en open vizier, de eerbiedige manier van omgaan met de eigenheid van elke leerling (en leerkracht) en de voeling met de 21e eeuwse leefwereld van de leerlingen. De dialoog met andersdenkenden komt ruim aan bod, maar er wordt ook rekening gehouden met de sterk veranderde beginsituatie van de leerling en de noodzaak om hen ook de inhoud van het christelijk geloof mee te geven. Het hermeneutisch-communicatief model van professor Pollefeyt is realistisch in de lespraktijk van nu. De GSM-functie, die de leerkracht speelt is dat ook, ondanks de naar mijn gevoel wat ongelukkige benaming. Maar het klopt wel: (godsdienst-)leerkrachten vervullen best de rollen van getuige, specialist en moderator in het geloofsgesprek met jongeren van vandaag. Leerlingen hunkeren naar waarachtigheid in de religeiuze beleving , naar juiste kennis (al hebben ze die liefst in tweet-modus) en naar gerichte (geloofs-)discussie. Maar ze willen ook zélf hun waarheid ontdekken en respect ervaren voor hun eigen interpretatie. De lessen godsdienst hervormen zichzelf eigenlijk dankzij het uitgangspunt van het hermeneutisch-communicatief model, want de leerlingen stellen bijvoorbeeld vragen naar de mening van andere godsdiensten omtrent ethische standpunten, gaan de dialoog met andersdenkenden aan en zoeken naar grote verhalen om verklaringen te vinden. Anderzijds blijft een opmerking van één van de aanwezigen op de studiedag omtrent de mogelijke hervormingen van de godsdienstlessen in Gent in september 2011 nog bij me hangen. Die meneer had drie kinderen, die schoollopen in de verschillende netten, en hem was opgevallen dat het kindje in het vrije katholieke onderwijs minder bijbelse kennis meekreeg dan de kinderen uit andere netten. Toch wel iets om over na te denken, niet? Zelf vind ik het bijzonder leuk om een bijbelverhaal te vertellen. Samen met mijn (jonge) collega's hebben we afgesproken om per periode van 6 à 8 weken (tussen de vakanties) een 3-tal bijbelse kunstwerken te bespreken, waarbij we de nadruk leggen op het bijbelverhaal en de exegese van het verhaal. We vinden het allemaal erg leuk om te doen en geven op ongeveer hetzelfde moment dezelfde kunstwerken/verhalen in alle klassen van het derde tot en met het zesde middelbaar. Héél leuk om te doen. Het vak godsdienst is bovendien zo leuk om te geven, omdat je naast de kennis ook over het leven zelf kan praten. Als ik over mijn eigen kinderen spreek zijn de toehoorders nog iets meer luisterbereid dan bij de filosofische uitweidingen of de zijsprongen naar de actualiteit, maar ze maken allemaal deel uit van het levensbeschouwende, ethische, filosofische totaalpakket van een godsdienstles van vandaag, denk ik. Maar we mogen, denk ik, ook niet vergeten te luisteren. Luisteren naar hun verhaal is één van de boeiendste bonussen van ons vak, vind ik. Dus heb ik het LEF om te stellen: ik ben blij dat ik godsdienstleerkracht mag zijn.
"Mevrouw, gelooft u dat ik mijn oma ooit terug zal zien?" Aan het woord is Rosalie, 17, lief en vlijtig, van thuis uit nog min of meer vertrouwd met het christelijk geloof. Vorige maand overleed haar oma. Ze was al enkele jaren dementerend, maar het afscheid kwam toch nog onverwacht. Enkele dagen later gaf ik haar een condoléance-kaartje voor haar en haar ouders. Daarop stonden onder andere de woorden van de H.Augustinus: "De dood is niets, ik ben slechts aan de overkant..." Blijkbaar raakten deze woorden haar diep en Rosalie wou weten of ik zelf geloof in een leven na de dood. Hoewel ik het zelf verschrikkelijk vind als iemand een vraag beantwoordt met een wedervraag, vroeg ik haar of ze dat zelf kon of eerder wou geloven. Ze zei me dat ze het eigenlijk wel graag zou geloven, maar dat dit niet zo makkelijk is. Rosalie zit nu in het zesde jaar en ik vroeg haar of ze zich nog herinnerde hoe we vorig schooljaar het verhaal van de Emmaüsgangers hadden besproken. Dat was niet het geval. Domper op mijn zelfvertrouwen als godsdienstleerkracht... Niet echt natuurlijk, maar het tegendeel zou mijn ijdelheid toch hebben gestreeld. Bon: ik vertelde het verhaal en toen herinnerde ze zich inderdaad nog flarden: "Maar ik heb niet echt goed begrepen of dat nu écht Jezus was of niet." "We herkennen vandaag de dag Jezus nog steeds in het breken van het brood door de priester in de Eucharistie: dat geloof ik echt, Rosalie. Zijn er in de afgelopen weken dingen of mensen geweest, die je aan je oma deden denken?" Die waren er. In overvloed. "Maakten die dingen of mensen je verdrietig of juist gelukkig?" Dat wist ze niet zo zeker. "Volgens mij gaan er in de eerste rouwperiode veel herkenningsmomenten zijn, die je verward of verdrietig maken, maar zal je langzaam maar zeker meer vreugde ontdekken in die dingen of mensen, die je aan oma doen denken. En wie weet: misschien ontmoet je haar nog eens in jezelf. Wat er na de dood komt weet ik eigenlijk niet, maar ik ben wel blij dat ik mag geloven dat het mooi, vredig en goed is, daar aan de andere kant. Ik kan dat geloven omdat Jezus' Verrijzenis voor mij deze betekenis heeft. Maar dat neemt het verdriet om het gemis niet zomaar weg, natuurlijk." De bel gaat ten teken dat de pauze voorbij is. Zonder koffie naar de volgende les, maar wel met het gevoel dat ik ook mezelf nog eens heb uitgelegd dat ik wel degelijk geloof in deze blijde boodschap.
We hebben om te starten ook al een reeks extra's toegevoegd aan uw blog, zodat u dit zelf niet meer hoeft te doen. Zo is er een archief, gastenboek, zoekfunctie, enz. toegevoegd geworden. U kan ze nu op uw blog zien langs de linker en rechter kant.
U kan dit zelf helemaal aanpassen. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens daar in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Klik vervolgens op 'personaliseer'. Daar kan u zien welke functies reeds toegevoegd zijn, ze van volgorde wijzigen, aanpassen, ze verwijderen en nog een hele reeks andere mogelijkheden toevoegen.
Om berichten toe te voegen, doet u dit als volgt. Surf naar http://www.bloggen.be/ en log vervolgens in met uw gebruikersnaam en wachtwoord. Druk vervolgens op 'Toevoegen'. U kan nu de titel en het bericht ingeven.
Om een bericht te verwijderen, zoals dit bericht (dit bericht hoeft hier niet op te blijven staan), klikt u in plaats van op 'Toevoegen' op 'Wijzigen'. Vervolgens klikt u op de knop 'Verwijderen' die achter dit bericht staat (achter de titel 'Proficiat!'). Nog even bevestigen dat u dit bericht wenst te verwijderen en het bericht is verwijderd. U kan dit op dezelfde manier in de toekomst berichten wijzigen of verwijderen.
Er zijn nog een hele reeks extra mogelijkheden en functionaliteiten die u kan gebruiken voor uw blog. Log in op http://www.bloggen.be/ en geef uw gebruikersnaam en wachtwoord op. Klik vervolgens op 'Instellingen'. Daar kan u een hele reeks zaken aanpassen, extra functies toevoegen, enz.
WAT IS CONCREET DE BEDOELING??
De bedoeling is dat u op regelmatige basis een bericht toevoegt op uw blog. U kan hierin zetten wat u zelf wenst.
- Bijvoorbeeld: u heeft een blog gemaakt voor gedichten. Dan kan u bvb. elke dag een gedicht toevoegen op uw blog. U geeft de titel in van het gedicht en daaronder in het bericht het gedicht zelf. Zo kunnen uw bezoekers dagelijks terugkomen om uw laatste nieuw gedicht te lezen. Indien u meerdere gedichten wenst toe te voegen op eenzelfde dag, voegt u deze toe als afzonderlijke berichten, dus niet in één bericht.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken over de actualiteit. Dan kan u bvb. dagelijks een bericht plaatsen met uw mening over iets uit de actualiteit. Bvb. over een bepaalde ramp, ongeval, uitspraak, voorval,... U geeft bvb. in de titel het onderwerp waarover u het gaat hebben en in het bericht plaatst u uw mening over dat onderwerp. Zo kan u bvb. meedelen dat de media voor de zoveelste keer het fout heeft, of waarom ze nu dat weer in de actualiteit brengen,... Of u kan ook meer diepgaande artikels plaatsen en meer informatie over een bepaald onderwerp opzoeken en dit op uw blog plaatsen. Indien u over meerdere zaken iets wil zeggen op die dag, plaatst u deze als afzonderlijke berichten, zo is dit het meest duidelijk voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken als dagboek. Dagelijks maakt u een bericht aan met wat u er wenst in te plaatsen, zoals u anders in een dagboek zou plaatsen. Dit kan zijn over wat u vandaag hebt gedaan, wat u vandaag heeft gehoord, wat u van plan bent, enz. Maak een titel en typ het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks naar uw blog komen om uw laatste nieuwe bericht te lezen en mee uw dagboek te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met plaatselijk nieuws. Met uw eigen blog kan u zo zelfs journalist zijn. U kan op uw blog het plaatselijk nieuws vertellen. Telkens u iets nieuw hebt, plaats u een bericht: u geeft een titel op en typt wat u weet over het nieuws. Dit kan zijn over een feest in de buurt, een verkeersongeval in de streek, een nieuwe baan die men gaat aanleggen, een nieuwe regeling, verkiezingen, een staking, een nieuwe winkel, enz. Afhankelijk van het nieuws plaatst u iedere keer een nieuw bericht. Indien u veel nieuws heeft, kan u zo dagelijks vele berichten plaatsen met wat u te weten bent gekomen over uw regio. Zorg ervoor dat u telkens een nieuw bericht ingeeft per onderwerp, en niet zaken samen plaatst. Indien u wat minder nieuws kan bijeen sprokkelen is uiteraard 1 bericht per dag of 2 berichten per week ook goed. Probeer op een regelmatige basis een berichtje te plaatsen, zo komen uw bezoekers telkens terug.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken met een reisverslag. U kan een bericht aanmaken per dag van uw reis. Zo kan u in de titel opgeven over welke dag u het gaat hebben, en in het bericht plaatst u dan het verslag van die dag. Zo komen alle berichten onder elkaar te staan, netjes gescheiden per dag. U kan dus op éénzelfde dag meerdere berichten ingeven van uw reisverslag.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken met tips op. Dan maakt u telkens u een tip heeft een nieuw bericht aan. In de titel zet u waarover uw tip zal gaan. In het bericht geeft u dan de hele tip in. Probeer zo op regelmatige basis nieuwe tips toe te voegen, zodat bezoekers telkens terug komen naar uw blog. Probeer bvb. 1 keer per dag, of 2 keer per week een nieuwe tip zo toe te voegen. Indien u heel enthousiast bent, kan u natuurlijk ook meerdere tips op een dag ingeven. Let er dan op dat het meest duidelijk is indien u pér tip een nieuw bericht aanmaakt. Zo kan u dus bvb. wel 20 berichten aanmaken op een dag indien u 20 tips heeft voor uw bezoekers.
- Bijvoorbeeld:
u wil een blog maken dat uw activiteiten weerspiegelt. U bent bvb. actief in een bedrijf, vereniging of organisatie en maakt elke dag wel eens iets mee. Dan kan je al deze belevenissen op uw blog plaatsen. Het komt dan neer op een soort van dagboek. Dan kan u dagelijks, of eventueel meerdere keren per dag, een bericht plaatsen op uw blog om uw belevenissen te vertellen. Geef een titel op dat zeer kort uw belevenis beschrijft en typ daarna alles in wat u maar wenst in het bericht. Zo kunnen bezoekers dagelijks of meermaals per dag terugkomen naar uw blog om uw laatste belevenissen te lezen.
- Bijvoorbeeld: u wil een blog maken uw hobby. U kan dan op regelmatige basis, bvb. dagelijks, een bericht toevoegen op uw blog over uw hobby. Dit kan gaan dat u vandaag een nieuwe postzegel bij uw verzameling heeft, een nieuwe bierkaart, een grote vis heeft gevangen, enz. Vertel erover en misschien kan je er zelfs een foto bij plaatsen. Zo kunnen anderen die ook dezelfde hobby hebben dagelijks mee lezen. Als u bvb. zeer actief bent in uw hobby, kan u dagelijks uiteraard meerdere berichtjes plaatsen, met bvb. de laatste nieuwtjes. Zo trek je veel bezoekers aan.
WAT ZIJN DIE "REACTIES"?
Een bezoeker kan op een bericht van u een reactie plaatsen. Een bezoeker kan dus zelf géén bericht plaatsen op uw blog zelf, wel een reactie. Het verschil is dat de reactie niet komt op de beginpagina, maar enkel bij een bericht hoort. Het is dus zo dat een reactie enkel gaat over een reactie bij een bericht. Indien u bvb. een gedicht heeft geschreven, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze het heel mooi vond. Of bvb. indien u plaatselijk nieuws brengt, kan een reactie van een bezoeker zijn dat deze nog iets meer over de feiten weet (bvb. exacte uur van het ongeval, het juiste locatie van het evenement,...). Of bvb. indien uw blog een dagboek is, kan men reageren op het bericht van die dag, zo kan men meeleven met u, u een vraag stellen, enz. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
WAT IS DE "WAARDERING"?
Een bezoeker kan een bepaald bericht een waardering geven. Dit is om aan te geven of men dit bericht goed vindt of niet. Het kan bvb. gaan over een bericht, hoe goed men dat vond. Het kan ook gaan over een ander bericht, bvb. een tip, die men wel of niet bruikbaar vond. Deze functie kan u uitschakelen via "Instellingen" indien u dit niet graag heeft.
Het Bloggen.be-team wenst u veel succes met uw gloednieuwe blog!