De wederkomst van Jezus Christus
Inhoud blog
  • Ik zal een vuur zenden in Magog, en onder degenen, die in de eilanden zeker wonen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.
  • De profeet Micha en het TIJDS-DAL in de heilsgeschiedenis
  • De Moeder van alle verwoestingen 1
  • De Moeder van alle verwoestingen 2
  • De Moeder van alle verwoestingen 3
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    31-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE 70 JAARWEKEN VAN DE PROFEET DANIEL
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Met dit artikel wil ik een stuk Bijbelchronologie brengen en dit zowel historisch als toekomstig. Een studie namelijk over de profetie van de 70 jaarweken uit Daniël hoofdstuk 9. De balling Daniël kreeg deze profetie betreffende het herstel van Israël in het jaar na de heerserswissel over Babylon in 539 v. Chr. toen het Babylonische Rijk door de Meden en Perzen veroverd werd. De profeet was op dat moment al 66 jaar in ballingschap. Hij was nog een knaap geweest (Daniël 1:1-4) in het jaar 605 v. Chr. toen hij met de eerste wegvoering in ballingschap in Babylon terecht kwam. Wanneer hij onder de regering van Darius de Mediër, volgens het verhaal, in de leeuwenkuil geworpen werd, was hij al een oude man van 80+.

     

    Daniël 9:1 In het eerste jaar van Darius, de zoon van Ahasveros, uit het geslacht der Meden, die koning geworden was over het koninkrijk der Chaldeeën – 2 in het eerste jaar van zijn koningschap lette ik, Daniël, in de boeken op het getal van de jaren, waarover het woord des HEREN tot de profeet Jeremia gekomen was, dat Hij over de puinhopen van Jeruzalem zeventig jaar zou doen verlopen.

    (NBG Vertaling 1951)

     

    De val van Babylon in het jaar 539 v. Chr. staat chronologisch vast en is een sleuteljaar dat de Babylonische met de Bijbelse chronologie verankerd. De Meden en Perzen brachten in dat jaar met hun verovering van de hoofdstad Babylon een einde aan het Babylonische Rijk dat eerder het koninkrijk Juda ontmanteld, de bevolking weggevoerd en de Tempel te Jeruzalem met al wat daarin was, vernietigd had. In het eerste regeringsjaar van Darius de Mediër, de zoon van Ahasveros, zijnde het jaar 539/538 v. Chr. deed Daniël studie in de verschillende Bijbelboeken, die toen al gecompileerd waren, en werd bepaald bij de profetische woorden van het Bijbelboek Jeremia waar deze profeet voorzegd had dat de Babylonische Ballingschap 70 jaar zou duren. Daniël die zelf nu de rekensom sinds zijn wegvoering kon maken besefte dat het nog slechts vier jaar tot het einde van de ballingschap was. Het resultaat van het bestuderen van de profetie van Jeremia door Daniël, maakt dat hij in gebed tot de HERE God gaat. Zie Daniël 9:3-19 en daarna verder met:

     

    Daniël 9:20 Terwijl ik nog sprak en bad en mijn zonde en de zonde van mijn volk Israël beleed, en mijn smeking over de heilige berg mijns Gods uitstortte voor de HERE, mijn God, – 21 terwijl ik nog sprak in het gebed, kwam de man Gabriël, die ik tevoren gezien had in het gezicht, in ijlende vlucht tot vlak bij mij op de tijd van het avondoffer. 22 En hij begon mij te onderrichten en sprak met mij en zeide: Daniël, nu ben ik uitgegaan om u een klaar inzicht te geven. 23 Bij het begin van uw smeekbede is er een woord uitgegaan, en ik ben gekomen om het u mede te delen, want gij zijt zeer bemind. Let dus op het woord en sla acht op het gezicht.

     

    Ik vermoed dat Daniël in de verwachting leefde dat de HERE God het door de profeten beloofde Messiaanse Vrederijk onmiddellijk na het einde van de Babylonische Ballingschap zou oprichten. De man Gabriël, die door God naar Daniël gezonden werd, maakt echter duidelijk dat er nog drie tijdsschijven van zeven maal zevens van jaren zouden overgaan alvorens de HERE God Zijn Koninkrijk zal oprichten. En zo komen we aan het onderwerp van dit artikel. Het chronologisch plaatsen van de zeventig weken:

     

    Daniël 9:24 Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven. 25 Weet dan en versta: vanaf het ogenblik (458 v. Chr.), dat het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen tot op een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken; en tweeënzestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven, met plein en gracht, maar in de druk der tijden. 26 En na de tweeënzestig weken (25+ AD) zal een gezalfde worden uitgeroeid (30 AD), terwijl er niets tegen hem is; en het volk van een vorst die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten (70 AD), maar zijn einde zal zijn in de overstroming (370+ AD); en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen, waartoe vast besloten is.

     

    27 En hij (de vorst van vers 26) zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang (alsnog toekomst); in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is.

    (NBG Vertaling 1951)

     

    De jaartallen tussen haakjes in het hiervoor vermelde citaat zijn door mij toegevoegd om het historisch plaatsen op de tijdsbalk te verduidelijken. De 7 x 70 zevens zijn begonnen in het jaar 458 v. Chr. wanneer het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen. Dit gebeurde in het zevende regeringsjaar van Artachsasta of Artaxerxes I volgens het hierna volgende Bijbelgedeelte:

     

    Ezra 7:Hierna, onder de regering van Artachsasta, de koning van Perzië, trok Ezra op, de zoon van Seraja, de zoon van Azarja, de zoon van Chilkia, 2 de zoon van Sallum, de zoon van Sadok, de zoon van Achitub, 3 de zoon van Amarja, de zoon van Azarja, de zoon van Merajot, 4 de zoon van Zerachja, de zoon van Uzzi, de zoon van Bukki, 5 de zoon van Abisua, de zoon van Pinechas, de zoon van Eleazar, de zoon van Aäron, de hogepriester – 6 deze Ezra trok op uit Babel. Hij was een schriftgeleerde, bekwaam in de wet van Mozes, welke de HERE, de God van Israël, gegeven had; en daar de hand van de HERE, zijn God, over hem was, had de koning hem alles gegeven wat hij verlangd had.

    7 Zo trokken ook een aantal Israëlieten en priesters, Levieten, zangers, poortwachters en tempelhorigen naar Jeruzalem, in het zevende jaar van koning Artachsasta. 8 En hij kwam te Jeruzalem in de vijfde maand, en wel in het zevende jaar van de koning. 9 Op de eerste van de eerste maand namelijk was hij de tocht uit Babel begonnen, en op de eerste van de vijfde maand kwam hij te Jeruzalem aan, daar de goede hand van zijn God over hem was, 10 want Ezra had er zijn hart op gezet om de wet des HEREN te onderzoeken en haar te volbrengen, en om in Israël inzetting en verordening te onderwijzen.

     

    Tot hier het (ver)korte citaat betreffende het woord dat uitging om “te doen wederkeren en om Jeruzalem te bouwen”. Zeven maal zeven jaar, of negenenveertig jaar later, treedt de laatste profeet van het Oude Testament op; Maleachi en compileren Ezra en Nehemia de Bijbelboeken die wij tegenwoordig als het Oude Testament kennen. De geprofeteerde vorst na de 7 x 7 jaren moet dan Nehemia zijn. Daarna zijn het nog eens 62 x 7 jaarweken tot op een Gezalfde of Messias. Dit brengt ons in het jaar 25 AD voor het openbaar optreden van de Heer Jezus. De evangelist Lucas leert dat Jezus ‘ongeveer’ 30 jaar oud was bij het begin van zijn bediening. De Heer Jezus Christus werd geboren in de maand Ab (of juli/augustus) van het jaar 5 v. Chr. en dit klopt met het profetische schema van Daniël. Tussen 25 AD en 30 AD wanneer “de Messias uitgeroeid werd terwijl er niets tegen hem is” zit er een eerste tijdskloof van 5 jaar. Een volgende tijdskloof, van 40 jaar ditmaal, zit er tussen 30 AD en 70 AD wanneer in het laatst vermelde jaar “het volk van een vorst zal komen, die de stad en het heiligdom te gronde zal richten”. Dit was dan de Romeinse generaal Titus (later Keizer) die in 70 AD als een gevolg van zijn oorlog tegen het opstandige Jeruzalem deze profetie in vervulling deed gaan.

     

    Het jaar 70 AD is een mijlpaal in de geschiedenis van Israël. Sinds het jaar 30 AD met “het uitroeien van de Gezalfde” waren er enkele bijzonderheden – eigenaardigheden - aan de hand met de Tempel Gods te Jeruzalem. De Talmoed (Joma 39b) leert: “Onze meesters leerden: veertig jaren voor de verwoesting van het Huis kwam het lot niet terecht noch werden de rode banden wit, noch brandde het westelijke licht en openden zich de deuren des Tempels vanzelf.”(Dr. F. De Graaf, Jezus de verborgene - blz.37). De Heer Jezus Christus voorspelde de vernietiging van stad en tempel in 30 AD:

     

    Lucas 19:41 En toen Hij nog dichterbij gekomen was en de stad zag, weende Hij over haar, 42 en zeide: Och, of gij ook op deze dag verstondt wat tot uw vrede dient; maar thans is het verborgen voor uw ogen. 43 Want er zullen dagen over u komen, waarin uw vijanden een bolwerk tegen u zullen opwerpen 44 en u omsingelen en u van alle zijden in het nauw brengen, en zij zullen u en uw kinderen in u vertreden en zij zullen in u geen steen op de andere laten, omdat gij de tijd niet hebt opgemerkt, dat God naar u omzag.

     

    Net zoals de Romeinen met Carthago deden vernietigden zij Jeruzalem en de tempel en lieten geen steen op de andere staan. Het jaar 70 AD betekende het einde van het nationale Israël. De heersersstaf en scepter waren van Juda geweken, zoals de aartsvader Jacob het eeuwen eerder voorzegd had:

     

    Genesis 49:10 De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn.

     

    Opmerkelijk is dat Flavius Josephus (Joodse Oudheden Bk. XIV, 393-395) verwijst naar een Romeinse commandant met de naam SILO ten tijde van het beleg van Jeruzalem in 70 AD. Het Romeinse Rijk dat in 70 AD op het toppunt van zijn macht was zou echter volgens de profetische woord van de Bijbel ook ten onder gaan.

     

    Het Bijbelboek Daniël beschrijft de uiteindelijke ondergang van het Romeinse Rijk als gevolg van een overstroming: “maar zijn einde zal zijn in de overstroming; en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen, waartoe vast besloten is.” De overstroming is hier een beeld van volkeren, de grote volksverhuizing die rond 370 AD op gang kwam en de ondergang van het West-Romeinse Rijk betekende. De geschiedenis van het gebied van het Romeinse Rijk was daarna er een van strijd en verwoestingen. De tijdskloof van inmiddels 1944 jaar die er zit tussen de 69ste jaarweek en de 70ste jaarweek duurt tot op heden voort.

     

    Het begin van de 70ste jaarweek wordt door Daniël beschreven als: “En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang…”. Dit betekent dat het Romeinse Rijk van de oudheid in de toekomst een herstel zal kennen. Een nieuwe Titus zal in de toekomst voor het sinds anno 1948 nationaal herstelde Israël, ‘het verbond’ zwaar maken en aldus de laatste jaarweek der wereldgeschiedenis inluiden. Ik herhaal nog even de profetie van Daniël:

    27 En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is.

     

    Het beschreven verbond dat Daniël vermeld is naar mijn mening het landverbond. Aan de Israëlieten is door de HERE God in een verbond het land tussen de Jordaan en de Middellandse Zee, het land van de plaats Dan in het noorden van het land tot Beersjeva in het zuiden. Het ‘zwaar maken’ van het verbond, zoals het in Daniël hoofdstuk 9 beschreven wordt, betekend dan het bestaansrecht van een exclusief Joodse staat betwisten, ‘zwaar maken’. In de helft van de laatste jaarweek, of 3 ½ jaar later, zal een toekomstige Titus (ditmaal uit het gebied van het Oost-Romeinse Rijk) ‘slachtoffer en spijsoffer doen ophouden’ wat een herstel van de Offerdienst inhoudt. Heel wat Bijbelvorsers verwachten op basis van dit Schriftwoord in Jeruzalem een nieuwe tempel. In mijn laatste publicatie…

     

    (zie link: http://www.shopmybook.com/nl/ROBERT-DE-TELDER/APOCALYPS%2C-de-70ste-jaarweek-van-Dani%C3%ABl )

     

    …breng ik een andere denkpiste en wijs er op dat tijdens de laatste jaarweek, die overeenkomt met de tijdsperiode die het Bijbelboek Apocalyps of Openbaring weergeeft, er één wereldreligie zal zijn. Alle godsdiensten zullen opgaan in één en een tegenstander van de HERE God van de Bijbel worden. Alle huidige heiligdommen op en rond de Tempelberg in Jeruzalem blijven aldus op hun plaats staan en krijgen in de één-gemaakte religie hun functie. In mijn geciteerde boek ga ik er van uit dat in de toekomst een replica van de ark van het verbond ergens te voorschijn zal komen en een bron van afval zal worden. Op en rondom de ark zullen opnieuw, na een onderbreking van bijna 2000 jaar, slachtoffers gebracht worden. Een Joods/Israëlische handlanger van de toekomstige Assyrische Titus zal zelfs in staat zijn om vuur uit te hemel (zie Openbaring 13:13) op het slachtoffer te laten neerkomen wat een meerderheid van de mensenwereld zal overtuigen van de juistheid van de nieuwe wereldreligie. In de helft van de jaarweek zal de nieuwe Oost-Romein de herstelde offerdienst te Jeruzalem doen ophouden en zichzelf tot god uitroepen. De wereldreligie wordt daarop door hem vernietigd. En “tot aan de voleinding” met de wederkomst van Christus Jezus 3 ½ jaar later, zal er strijd zijn. Voor het gelovige overblijfsel van Israël zal de profetie van Daniël in de komende grote verdrukking een troost en een gids zijn, een soort spoorboekje, om doorheen deze moeilijke tijd van ‘Jacobs benauwdheid’ te geraken. Uiteindelijk wordt dan na het afsluiten van de 70ste jaarweek, de profetie van Daniël volledig vervuld:

     

    Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven.

     

    Wordt vervolgd…

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-07-2014, 09:59 geschreven door Eigenzinnige Wezel  
    Reacties (0)
    30-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De profeet Elia en Johannes de Doper
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    “In Ahaziah ’s second year Elijah was hidden and will not be seen again until King Messiah will come, then he will be seen, then hidden a second time until Gog and Magog come.” SEDER OLAM

     

    De naam Elia (of in het Hebreeuws: Elijahoe), betekent ‘Mijn God is de HERE’. Zijn bediening als profeet begon ten tijde van de regering van koning Achab van Israël (909/888 v. Chr.) en eindigde in het tweede jaar van Ahazia, de zoon van Achab, in het jaar 887 v. Chr. Met dit artikel wil ik de voorspelde tweede en de derde komst van Elia belichten. De profeet Elia werd namelijk levend met ‘vurige wagens’ in 887 v. Chr. naar de hemel van God in een storm weggerukt. Maar de laatste profeet van het Oude Testament Maleachi, voorspelt de terugkeer van Elia, voorafgaande aan ‘de Dag des HEREN’ met de komst van de Messias.

     

    Maleachi 4:5 Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt. 6 Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban. (NBG Vertaling 1951)

     

    Over de profeet Elia schreef ik eerder een artikel betreffende een schijnbaar chronologisch probleem in de Bijbel: 2 Kronieken 21:12 Toen kwam er een schrijven tot hem (Joram) van de profeet Elia,… (15-02-2014) http://bloggen.be/robertdetelder/

     

    Het citaat uit de Seder Olam bovenaan het artikel, leert dat de Joodse verwachting was/is dat de profeet Elia opnieuw gezien zal worden bij de komst van Messias(1), maar daarna opnieuw verborgen zal worden(2), tot het opkomen van Gog en Magog(3). Deze verwachting past in hetgeen we in de ‘tussen-tijd’ historisch kunnen reconstrueren en profetisch naar de toekomst toe, mogen verwachten.

     

    Aan de eerste komst van Jezus Christus als de lijdende knecht des HEREN, ging de bediening van Johannes de Doper vooraf. En van Johannes de Doper weten we dat hij in de geest en de kracht van Elia in het jaar 25 AD aan zijn bediening begon. Zie ook het artikel van 02-06-2014: De Joodse jaartelling Anno Mundi 5774, http://bloggen.be/robertdetelder/

     

    Matteüs 3:1 In die dagen trad Johannes de Doper op en hij predikte in de woestijn van Judea, 2 en zeide: Bekeert u, want het Koninkrijk  der hemelen is nabijgekomen. 3 Hij toch is het, van wie door de profeet Jesaja gesproken werd, toen hij zeide: De stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden. 4 Hij nu, Johannes, droeg een kleed van kameelhaar en een lederen gordel om zijn lendenen; en zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing. 5 Toen liep Jeruzalem en heel Judea en de gehele Jordaanstreek tot hem uit, 6 en zij lieten zich in de rivier, de Jordaan, door hem dopen, onder belijdenis van hun zonden. (NBG Vertaling 1951)

     

    De vraag toen van de Joden aan Johannes de Doper was dan ook (terecht) of hij Elia was?

     

    Johannes 1: 19 En dit was het getuigenis van Johannes, toen de Joden uit Jeruzalem priesters en Levieten tot hem zonden om hem te vragen: Wie zijt gij? 20 En hij beleed en ontkende het niet; en hij beleed: Ik ben de Christus niet. 21 En zij vroegen hem: Wat dan? Zijt gij Elia? En hij zeide: Ik ben het niet. Zijt gij de profeet? En hij antwoordde: Neen. 22 Zij zeiden dan tot hem: Wie zijt gij? Wij moeten toch antwoord geven aan hen, die ons gezonden hebben; wat zegt gij van uzelf? 23 Hij zeide: Ik ben de stem van een die roept in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren, gelijk de profeet Jesaja gesproken heeft. 24 En er waren sommigen afgezonden uit de Farizeeën. 25 En zij vroegen hem en zeiden tot hem: Waarom doopt gij dan, indien gij de Christus niet zijt, noch Elia, noch de profeet? 26 Johannes antwoordde hun en zeide: Ik doop met water; midden onder u staat Hij, van wie gij niet weet, 27 Hij, die na mij komt, wiens schoenriem ik niet waardig ben los te maken. 28 Dit geschiedde te Betanië over de Jordaan, waar Johannes doopte.

     

    29 De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. 30 Deze is het, van wie ik zeide: Na mij komt een man, die vóór mij geweest is, want Hij was eer dan ik. 31 En zelf wist ik niet van Hem, maar opdat Hij aan Israël zou geopenbaard worden, daarom kwam ik dopen met water.

    32 En Johannes getuigde en zeide: Ik heb aanschouwd, dat de Geest nederdaalde als een duif uit de hemel, en Hij bleef op Hem. 33 En ik kende Hem niet, maar Hij, die mij gezonden had om te dopen met water, die had tot mij gezegd: Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het, die met de heilige Geest doopt. 34 En ik heb gezien en getuigd, dat deze de Zoon van God is. (NBG Vertaling 1951)

     

    Op de vraag van de Joden naar wie hij was en of hij nu de Christus was of Elia of de profeet die komen zou, antwoordde Johannes de Doper alleen met de profetie van de profeet Jesaja: Ik ben de stem van een die roept in de woestijn: Maakt recht de weg des Heren. Met dit citaat maakte Johannes de Doper duidelijk dat hij de slechts de voorloper was van degene die de Joden verwachtten.

     

    Na de verwerping van Jezus als de Messias door Zijn tijdgenoten (okt28 AD) verkondigt Jezus echter dat Johannes de Doper Elia is.

     

    Matteüs 11:12 Sinds de dagen van Johannes de Doper tot nu toe breekt het Koninkrijk der hemelen zich baan met geweld en geweldenaars grijpen ernaar. 13 Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe; 14 en indien gij het wilt aanvaarden: Hij is Elia, die komen zou. 15 Wie oren heeft, die hore! (NBG Vertaling 1951)

     

    Het volgende jaar in de zomer van 29 AD plaatsen we de verheerlijking van Jezus’ op de berg (vermoedelijk de Hermonberg) met de profeet Elia aldaar present, waar het hierna volgende citaat over gaat:

     

    Matteüs 17:1 En zes dagen later nam Jezus Petrus en Jakobus en zijn broeder Johannes mede en Hij leidde hen een hoge berg op, in de eenzaamheid. 2 En zijn gedaante veranderde voor hun ogen en zijn gelaat straalde gelijk de zon en zijn klederen werden wit als het licht. 3 En zie, hun verschenen Mozes en Elia, die met Hem spraken. 4 Petrus antwoordde en zeide tot Jezus: Here, het is goed, dat wij hier zijn; indien Gij het wilt, zal ik hier drie tenten opslaan, voor U een, en voor Mozes een, en voor Elia een. 5 Terwijl hij nog sprak, zie, daar overschaduwde hen een lichtende wolk, en zie, een stem uit de wolk zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb; hoort naar Hem! 6 Toen de discipelen dit hoorden, wierpen zij zich op hun aangezicht ter aarde en werden zeer bevreesd. 7 En Jezus kwam bij hen, raakte hen aan en zeide: Staat op en weest niet bevreesd. 8 Toen zij hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan Jezus alleen. 9 En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun, zeggende: Vertelt niemand dit gezicht, voordat de Zoon des mensen uit de doden is opgewekt. 10 En de discipelen vroegen Hem en zeiden: Hoe kunnen dan de Schriftgeleerden zeggen, dat Elia eerst moet komen? 11 Hij antwoordde en zeide: 12 Elia zal wel komen en alles herstellen, maar Ik zeg u, dat Elia reeds gekomen is en zij hebben hem niet erkend, maar met hem gedaan al wat zij wilden. Zó zal ook de Zoon des mensen door hen moeten lijden. 13 Toen begrepen de discipelen, dat Hij over Johannes de Doper tot hen gesproken had. (NBG Vertaling 1951)

     

    Bij de verheerlijking van Jezus Christus op een hoge berg lezen we bij de evangelist Matteüs, dat Elia en Mozes vanuit die andere dimensie verschijnen en in gesprek met Jezus gaan. Johannes de Doper was echter in de winter van 28/29 AD door Herodes gedood en chronologisch gezien plaatsen we de gebeurtenissen van Matteüs 17 in de zomer van 29 AD, wanneer Johannes al terechtgesteld was. (Betreffende het chronologische openbaar optreden van Jezus Christus in de evangeliën schreef ik op 05-05-14 een artikel) zie link: http://bloggen.be/robertdetelder/

     

    De discipelen die met Jezus op de berg waren stelden hierop terecht de vraag:

     

    “Hoe kunnen dan de Schriftgeleerden zeggen, dat Elia eerst moet komen? 11 Hij antwoordde en zeide: 12 Elia zal wel komen en alles herstellen, maar Ik zeg u, dat Elia reeds gekomen is en zij hebben hem niet erkend, maar met hem gedaan al wat zij wilden. Zó zal ook de Zoon des mensen door hen moeten lijden. 13 Toen begrepen de discipelen, dat Hij over Johannes de Doper tot hen gesproken had. (NBG Vertaling 1951)

     

    Voor het juist verstaan van dit Bijbelgedeelte moeten we oog hebben voor de geprofeteerde twee komsten van de Messias, over een tijds-dal heen. (over de tijdskloof schreef ik een artikel 29-06-2014: De profeet Micha) Een eerste komst als de lijdende knecht en een tweede (nog toekomstige) komst in heerlijkheid. Bij de eerste komst was het aanbod van de Messias en Zijn koninkrijk aan de Joden nochtans reëel. En aldus was ook de profeet Elia present in de persoon van Johannes de Doper.

     

    Dat er twee komsten zijn wordt ook duidelijk in het voorlezen van de Jesaja-rol door Jezus in de synagoge te Nazareth toen hij zich als de Gezalfde daar bekendmaakte (Lucas 4:14-30): “De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; 19 en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren”.

     

    Wanneer we het Bijbelboek Jesaja openslaan bij hoofdstuk 61 kunnen we vaststellen dat daar waar Jezus stopte met voorlezen geen punt of komma staat, maar de tekst gewoon verder gaat:

     

    ….en een dag der wrake van onze God; om alle treurenden te troosten, 3 om over de treurenden van Sion te beschikken, dat men hun geve hoofdsieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een kwijnende geest. En men zal hen noemen: Terebinten der gerechtigheid, een planting des HEREN, tot zijn verheerlijking. 4 Zij zullen de overoude puinhopen herbouwen, het verwoeste uit vroeger tijd doen herrijzen en de steden vernieuwen, die in puin liggen, die verwoest hebben gelegen van geslacht op geslacht. (NBG Vertaling 1951)

     

    Het aangename jaar des HEREN dat Jezus inluidde was het dertigste Jubeljaar dat in oktober van het jaar 27 AD van start ging. Gedurende het ganse jubeljaar okt27/sep28 AD zou het aanbod van de Messias en Zijn Koninkrijk aan de Joden aangeboden worden. De Bergrede, in de Bijbel volgend op dit aanbod, was in wezen de grondwet van dit aangeboden Koninkrijk. En met buitengewone tekenen maakte Jezus duidelijk dat Hij de Messias was. Een meerderheid van zijn tijdgenoten verwierp Hem echter en vanaf het najaar van het jaar 28 AD sprak Jezus alleen nog in gelijkenissen tot de Joden en was Zijn blik al op Jeruzalem gericht waar Hij zich met Pesach 30 AD als het Lam van God ter kruisiging zou overgeven. Drie dagen later zou Hij echter zelf Zijn leven weer opnemen en opstaan uit de dood met veertig dagen later Zijn Hemelvaart. Bij Zijn Hemelvaart vanaf de Olijfberg naar die andere dimensie toe, boven de wolken, is er onmiddellijk de belofte aan de discipelen van een tweede komst en dit op dezelfde wijze als Zijn Hemelvaart. Dit sluit aan bij de geprofeteerde komst van de Here HERE, zoals de profeet Zacharia het neergeschreven heeft:

     

    Zacharia 14:1 Zie, er komt een dag voor de HERE, waarop de buit, op u behaald, binnen uw muren verdeeld zal worden. 2 Dan zal Ik alle volken tegen Jeruzalem ten strijde vergaderen; de stad zal genomen worden, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen geschonden. De helft van de stad zal wegtrekken in ballingschap, maar de rest van het volk zal in de stad niet uitgeroeid worden. 3 Dan zal de HERE uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals Hij vroeger streed, ten dage van de krijg; 4 zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzijde; dan zal de Olijfberg middendoor splijten, oostwaarts en westwaarts, tot een zeer groot dal, en de ene helft van de berg zal noordwaarts wijken en de andere helft zuidwaarts; 5 en gij zult de vlucht nemen in het dal mijner bergen, want het dal der bergen zal reiken tot Asel; ja, gij zult de vlucht nemen, zoals gij de vlucht genomen hebt voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. En de HERE, mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem. 6 En op die dag zal er geen kostelijk licht zijn, noch verstijving; 7 ja, het zal één dag zijn – die is bij de HERE bekend – geen dag en geen nacht; maar ten tijde van de avond zal er licht wezen. (NBG Vertaling 1951)

     

    Deze bijzondere komst door de profeten voorspelt, verkondigde Jezus in de nacht voor Zijn dood aan de leiders van Israël tijdens zijn verhoor na zijn gevangenneming.

     

    Markus 14:53 En zij leidden Jezus weg naar de hogepriester, en al de over-priesters en oudsten en Schriftgeleerden kwamen bijeen. 54 En Petrus volgde Hem van verre tot binnen de hof van de hogepriester en hij zat daar tussen de dienaars, zich warmende bij het vuur. 55 De over-priesters nu en de gehele Raad trachtten een getuigenverklaring tegen Jezus te vinden om Hem ter dood te kunnen brengen; maar zij vonden er geen. 56 Want velen legden een vals getuigenis tegen Hem af, maar hun getuigenissen stemden niet overeen. 57 En er stonden enigen op, die een vals getuigenis tegen Hem aflegden, 58 zeggende: Wij hebben Hem horen zeggen: Ik zal deze tempel, die met handen gemaakt is, afbreken, en binnen drie dagen een andere, niet met handen gemaakt, bouwen. 59 Maar ook zó stemde hun getuigenis niet overeen. 60 En de hogepriester stond op en hij trad naar voren en ondervroeg Jezus en zeide: Geeft Gij niets ten antwoord? Wat getuigen dezen tegen U? 61 Maar Hij bleef zwijgen en gaf niets ten antwoord. Wederom ondervroeg de hogepriester Hem en zeide tot Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon van de Gezegende? 62 En Jezus zeide: Ik ben het, en gij zult de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der Macht en komende met de wolken des hemels. 63 De hogepriester scheurde zijn klederen en zeide: Waartoe hebben wij nog getuigen nodig? 64 Gij hebt de godslastering gehoord: wat is uw oordeel? En zij allen veroordeelden Hem als des doods schuldig. 65 En sommigen begonnen Hem te bespuwen en zijn gelaat te bedekken en Hem met vuisten te slaan en tot Hem te zeggen: Profeteer nu! En de dienaars sloegen Hem in het gelaat. (NBG Vertaling 1951)

     

    Nadat Jezus geen antwoord gaf op alle beschuldigen naar voor gebracht door valse getuigen, wordt hij direct door de hogepriester aangesproken en gevraagd: “Zijt Gij de Christus, de Zoon van de Gezegende?”. Het Nieuwe Testament werd in de Griekse taal neergeschreven en daarom staat er hier in het Nederlands ‘Christus’ wat in het Hebreeuws Messias betekent. “Zijt gij de Messias, de Zoon van de Gezegende?”, was de vraag van Kajafas, de hogepriester. De Joden spraken de Naam van God niet uit en daarom verwijst Kajafas naar Hem als de ‘Gezegende’. Het antwoord van Jezus is bevestigend: Hij is de Messias. Men moet nu trachten dit verhoor voor de geest te halen. De Heer Jezus Christus staat daar voor de hogepriester van Israël, in een vernederde en lijdende toestand. En tegelijkertijd verkondigt Hij aan de leiders van Israël zijn tweede komst: “Ik ben het” en zonder op een reactie van Kajafas te wachten vervolgt Jezus met: “en gij zult de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der Macht en komende met de wolken des hemels”. Jezus haalt voor leiders van Israël de profetie van Daniël 7:13 aan en voegt er nog een citaat uit Psalm 110 bij. Duidelijker kan het niet en het resultaat is dat Kajafas woedend zijn klederen scheurt en de doodstraf over Jezus uitspreekt.

     

    Van Kajafas werd in 1990 door archeologen in Jeruzalem zijn familiegraf blootgelegd. Een van de ontdekte en onderzochte ossuaria bevatte de botten van de overleden dochter van Kajafas: Mirjam. (Wie bent u Jezus?, hoofdstuk 3, Carsten Peter Thiede, 2002, uitgeverij Merweboek)

    Verrassend was dat men in de schedel van de dochter van Kajafas een geldstuk vond. Dit geldstuk is een munt van Herodes Agrippa I die van het jaar 41 tot 43/44 AD in Jeruzalem regeerde maar al vanaf 36 AD door de Romeinse keizer tot koning aangesteld was. De munt is door een inscriptie gedateerd op het zesde jaar van de regering van Herodes Agrippa I in het jaar 42/43 AD. Het is aldus mogelijk de dood van de dochter van Kajafas ongeveer op de tijdsbalk te plaatsen. Op de tijdsbalk zijn we in 42 AD slechts twaalf jaar verwijderd sinds het eerder beschreven verhoor van Jezus door de leiders van Israël, met Kajafas op kop en zijn veroordeling door hen tot de dood.

     

    Het gevonden muntstuk in de schedel van de overleden dochter van Kajafas werd daar geplaatst als symbolisch betaalmiddel voor de veerman Charon, een figuur uit de Griekse mythologie. Wanneer men stierf geloofden de oude Grieken dat de god Hermes de dode begeleidde tot aan de oever van de doodsrivier. Hier moest men een muntstuk aan de veerman Charon betalen die de dode over de rivier van de onderwereld – de Styx – zette. Aan de overkant van de Styx-rivier kwam de dode drie rechters tegen. Zij beslisten over het lot van de dode op basis van zijn aardse werken. Wie goed geleefd had, ging naar de Elyseese Velden. Wie slecht geleefd had ging naar de Tartarus waar men gestraft werd. Wie niet bijzonder goed of slecht geleefd had ging naar de Asphodel-velden, een grote vlakte waar men eeuwig rondzwierf.

     

    En met dit geloof hield Kajafas blijkbaar rekening. De man, de geestelijke leider van Israël die Jezus veroordeelde en overleverde om gedood te worden, vertrouwde niet de op de HERE God maar meende integendeel dat het niet slecht was om veilig te spelen en toch maar een muntstuk in de mond van zijn overleden dochter te plaatsen. De Babylonische mythologie moest ook eens waar zijn? Terecht noemde Jezus de Schriftgeleerden van zijn tijd: huichelaars.

     

    Het was vanuit de Babylonische ballingschap al dat een rest van de Joden met dit soort geloof was teruggekeerd. En wanneer de Grieken de oude wereld onder de voet liepen begon ook voor het herstelde Juda de hellenisering. En ook het Griekse religieuze geloof vond zijn ingang. Een geloof dat haaks staat op wat de Thora betreffende dood leert. Men merkt dit bijgeloof ook in de gelijkenis van de bedelaar Lazarus en de rijke man die beide sterven en door engelen naar hun bestemming gevoerd worden.

     

    Lucas 16:19 En er was een rijk man, die gekleed ging in purper en fijn linnen en elke dag schitterend feest hield. 20 En er was een bedelaar, Lazarus genaamd, vol zweren, 21 nedergelegd bij zijn voorportaal, die verlangde zijn honger te stillen met wat van de tafel van de rijke afviel; zelfs kwamen de honden zijn zweren likken. 22 Het geschiedde, dat de arme stierf en door de engelen gedragen werd in Abrahams schoot. 23 Ook de rijke stierf en hij werd begraven. En toen hij in het dodenrijk (Grieks: Hades) zijn ogen opsloeg onder de pijnigingen, zag hij Abraham van verre en Lazarus in zijn schoot. 24 En hij riep en zeide: Vader Abraham, heb medelijden met mij en zend Lazarus, opdat hij de top van zijn vinger in water dope en mijn tong verkoele, want ik lijd pijn in deze vlam. 25 Maar Abraham zeide: Kind, herinner u, hoe gij het goede tijdens uw leven hebt ontvangen en insgelijks Lazarus het kwade; nu wordt hij hier vertroost en gij lijdt pijn. 26 En bij dit alles, er is tussen ons en u een onoverkomelijke kloof, opdat zij, die vanhier tot u zouden willen gaan, dit niet zouden kunnen, en zij vandaar niet aan onze kant zouden kunnen komen. 27 Doch hij zeide: Dan vraag ik u, vader, dat gij hem naar het huis van mijn vader zendt, want ik heb vijf broeders. 28 Laat hij hen dan ernstig waarschuwen, dat ook zij niet in deze plaats der pijniging komen. 29 Maar Abraham zeide: Zij hebben Mozes en de profeten, naar hen moeten zij luisteren. 30 Doch hij zeide: Neen, vader Abraham, maar indien iemand van de doden tot hen komt, zullen zij zich bekeren. 31 Doch hij zeide tot hem: Indien zij naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen zij ook, indien iemand uit de doden opstaat, zich niet laten gezeggen.

     

    In ‘de schoot van Abraham’ waar de beschreven bedelaar Lazarus vertroost wordt zie ik een beeld, een variant, van de Elyseese velden. En de plaats van pijniging, waar de rijke in terecht komt, staat voor Tartarus. En het criteria voor naar welke plaats men gaat zijn de goede of slechte daden.

     

    De bedoeling en de betekenis van de gelijkenis staat in vers 31 uitgelegd: “Doch hij zeide tot hem: Indien zij naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen zij ook, indien iemand uit de doden opstaat, zich niet laten gezeggen”.

     

    De Heer Jezus Christus verkondigde hier zijn aanstaande dood en opstanding uit de dood en vooral het feit dat de leiders van Israël Hem dan ook niet zouden aannemen. Dat de evangelist Lucas het woord ‘gelijkenis’ aan dit verhaal niet toevoegde heeft te maken met het feit dat dit verhaal alom bekend was.

     

    Wanneer Paulus de christenen te Thessaloníki met zijn eerste brief wil troosten in verband met het verlies van geliefden van hen aan de dood, dan verwijst Paulus niet naar ‘de schoot van Abraham’ waar hun zielen door engelen naar toe geleid zouden zijn, maar hij schrijft het volgende:

     

    1 Thessalonicenzen 4:13 Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft hen, die ontslapen, opdat gij niet bedroefd zijt, zoals de andere (mensen), die geen hoop hebben. 14 Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus weder-brengen met Hem. 15 Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, 16 want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; 17 daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen. 18 Vermaant elkander dus met deze woorden. (NBG Vertaling 1951)

     

    Paulus troost de christenen met de belofte van de wederkomst van Jezus Christus en de opstanding dan, van de gelovigen uit de dood. Samen met de eindtijdgeneratie van gelovigen worden zij op dat moment naar de Heer Jezus toe weggevoerd.

     

    Maar nu verder met het onderwerp van dit artikel: de twee komsten van Elia en de twee komsten de Messias. De eerste komst in 30 AD ligt inmiddels al 1984 jaar achter ons en opnieuw is er al geruime tijd een verwachting naar de tweede komst van de Messias, zowel door christenen als Joden. Alhoewel de wederkomst voor beide groepen afzonderlijk staat te gebeuren. Aan de wederkomst voor de Ekklesia gaat geen komst van Elia vooraf. Aan de tweede komst van de Messias voor Israël gaat wel de komst van de profeet Elia vooraf.

     

    Ik kom nu terug op het citaat uit de Seder Olam:

    “In Ahaziah ’s second year Elijah was hidden and will not be seen again until King Messiah will come, then he will be seen, then hidden a second time until Gog and Magog come

     

    ‘Gog en Magog’ kennen we vanuit de profeet Ezechiël hoofdstuk 38 en vanuit het laatste Bijbelboek: Apocalyps hoofdstuk 20:8. Bij de profeet Ezechiël gaat de oorlog van Gog en Magog tegen het teruggekeerde Israël ‘vooraf’ aan het Messiaanse vrederijk. In het boek Openbaring of Apocalyps zien we Gog en Magog vermeldt na het Messiaanse vrederijk, na een periode van duizend jaar, dat satan gebonden was. Gog en Magog staan in Openbaring model voor alle volken die nogmaals in opstand komen en van de vier hoeken der aarde oprukken. Dit terwijl bij de profeet Ezechiël Gog en Magog alleen uit het verre noorden naar het land Israël optrekt. Er worden in de Bijbel aldus twee oorlogen met Gog en Magog beschreven met een interval van minstens duizend jaar. Het moet echter duidelijk zijn dat de Seder Olam naar de ‘Gog en Magog’ van de profeet Ezechiël verwijst.

     

    De Seder Olam lijkt twee komsten van Elia te beschrijven en dit na zijn opname door vurige wagens in 887 v. Chr.: een eerste komst in wat we nu terugkijkend herkennen in de persoon en de bediening van Johannes de Doper en een tweede maal dat nog toekomst is, maar ook ooit geschiedenis wordt, wanneer Gog en Magog naar het land Israël getrokken zullen worden. Een land dat dan pas voorspoed en vrede kent.

     

    Ezechiël 38:8 Na geruime tijd zult gij een bevel ontvangen; in toekomende jaren zult gij optrekken tegen het land dat zich van de krijg hersteld heeft, (een volk) dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende wildernis waren geworden, maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid.

     

    De hiervoor beschreven toestand van gerustheid is nog geen realiteit voor het sinds 1948 nationaal herstelde Israël maar kunnen we op basis van het Profetisch Woord van de Bijbel verwachten. En dit geldt ook voor de buurlanden van Israël die ook geen vrede kennen. Het is momenteel nog wachten op een algemene vrederegeling voor het Midden-Oosten. Op basis van wat de profetische boeken van de Bijbel voorzeggen zal er nochtans in de toekomst een algemene (schijn)vredesregeling komen. De huidige burgeroorlog in Syrië zal eens ophouden en tot een oplossing komen. En ook met de Arabische Palestijnen zal het eens tot een vredesregeling komen waarbij heel het gebied zijn vruchten van zal plukken. Het is wachten op een nieuwe Yitzhak Rabin in Israël en op Arabische leiders die tot compromissen bereid zijn. Het zal echter een schijnvrede zijn en een periode van grote misleiding. (zie het artikel van 07-04-2014: Wat gebeurde er nu werkelijk met de ark van het Verbond?) Het is in deze tijd dat de profeet Elia opnieuw zal optreden.

     

    Zoals ik al schreef plaatst het Bijbelboek Openbaring twee getuigen in het Jeruzalem van de eindtijdperiode en niet één. Er zijn heel wat christen-onderzoekers die in ‘de twee getuigen’ van het Bijbelboek Openbaring 11 alvast één getuige herkennen: de profeet Elia namelijk. En dit is goed mogelijk. Naar de identiteit van de andere getuige is het moeilijker gissen. Indien het Mozes is, zal deze voor een tweede maal moeten sterven. De twee getuigen van God te Jeruzalem in de eerste helft van de zevenjarige eindtijdperiode worden namelijk door het ‘Beest’ (Openbaring 13) gedood. In het geval van de profeet Elia en indien hij een van de twee getuigen is, wordt dan het volgende Schriftwoord vervuld:

     

    Hebreeën 9:27 En zoals het de mensen beschikt is, éénmaal te sterven en daarna het oordeel, 28 zo zal ook Christus, nadat Hij Zich éénmaal geofferd heeft om veler zonden op Zich te nemen, ten tweeden male zonder zonde aanschouwd worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten.

     

    De profeet Elia heeft tijdens zijn periode op aarde de dood niet moeten ondergaan en zou dan volgens het Schriftwoord van Paulus aan de Hebreeën ook eenmaal moeten sterven.

     

    Er is in de Bijbel nog één mens vermeldt die niet heeft moeten sterven maar die net zoals Elia vele duizenden jaren later, naar de hemel van God opgenomen werd: Henoch.

     

    Genesis 5:18 Toen Jered honderd tweeënzestig jaar geleefd had, verwekte hij Henoch. 19 En Jered leefde, nadat hij Henoch verwekt had, achthonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. 20 Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd tweeënzestig jaar; en hij stierf. 21 Toen Henoch vijfenzestig jaar geleefd had, verwekte hij Metuselach. 22 En Henoch wandelde met God, nadat hij Metuselach verwekt had, driehonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. 23 Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijfenzestig jaar. 24 En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem opgenomen.

     

    Het Bijbelboek Genesis hoofdstuk 5 geeft de volledige geslachtslijst van de zogenaamde oudvaders vanaf Adam tot aan de Grote Vloed met Noach en zijn drie zonen. Heel summier staat er dan in de verzen 18 tot 24 dat Henoch met God wandelde en er op een gegeven moment niet meer was, want God had hem opgenomen. In de Hebreeënbrief wordt Henoch in de lijst van geloofshelden vermeldt:

     

    Hebreeën 11:5 Door het geloof is Henoch weggenomen zodat hij de dood niet zag, en hij werd niet meer gevonden, want God had hem weggenomen. Want vóórdat hij werd weggenomen, is van hem getuigd, dat hij Gode welgevallig was geweest; 6 maar zonder geloof is het onmogelijk (Hem) welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.

     

    En als laatste verwijst ook Judas, de broeder van Jakobus, in zijn Nieuwtestamentische brief (1:14) kort naar Henoch.

     

    Indien Hebreeën 9:27 hier rechtsgeldigheid heeft dan is Henoch een mogelijke kandidaat voor één van de twee getuigen? Maar Henoch behoorde tot een heel andere bedeling. De periode namelijk voor de Grote Vloed. De bedeling van het geweten die volgde na de uitdrijving uit het Paradijs, de hof van Eden. Een bedeling die eindigde in het oordeel van de ramp van de Zondvloed of Grote Vloed.

     

    Het blijft moeilijk om historische namen aan de twee getuigen van het Bijbelboek Openbaring 11 te geven. En dan vooral omdat de namen ons niet geopenbaard werden. Waarom? Ik weet het niet.

     

    Wordt vervolgd…

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    30-07-2014, 09:34 geschreven door Eigenzinnige Wezel  
    Reacties (0)
    29-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De profeet Joël en de bloedrode maansverduistering
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Joël 2:28 Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien. 29 Ook op de dienstknechten en op de dienstmaagden zal Ik in die dagen mijn Geest uitstorten. 30 Ik zal wonderen geven in de hemel en op de aarde, bloed en vuur en rookzuilen. 31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt. 32 En het zal geschieden, dat ieder die de naam des HEREN aanroept, behouden zal worden, want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HERE gezegd heeft; en tot de ontkomenen zullen zij behoren, die de HERE zal roepen. (NBG 1951 vertaling)

     

    Er circuleert al enkele jaren een theorie op het internet dat de tetrade van maansverduisteringen met Pesach en Sukkot van 2014/2015 mogelijk de profetie van Joël zou zien uitkomen. En in 2014 bracht het Zoeklicht het boek uit: WAKE UP, Gods profetische kalender in tijdslijnen en feesten, van Arno Lamm & Emile-Andre Vanbeckevoort. Een boek waar naast de boeiende studie over de Bijbelse feesten en het Joodse huwelijk in profetisch perspectief, eveneens op de vervulling van de profetie van Joël met de tetrade van maansverduisteringen in 2014/2015 gewezen wordt.

     

    We zijn inmiddels al ruim drie maanden na de Pesachweek van 2014 met de vooraf aangekondigde bloedrode maansverduistering, die dit jaar exact gelijk viel met het Joodse Pesach. In oktober van dit jaar zal er opnieuw een bloedrode maan te zien (?) zijn die dan eveneens exact gelijk zal vallen met het Joodse Sukkot-feest op 8 oktober. En volgend jaar zal dit zich opnieuw herhalen op 4 april en 28 september 2015 en vandaar de uitdrukking: TETRADE.

     

    Ik schreef hiervoor ‘te zien’ met een vraagteken want het blijkt nu dat de maansverduistering van 14 april alleen goed te zien was over Noord- en Zuid-Amerika en de Stille Oceaan. Zoals ook het bekende National Geographic het te kennen gaf:

     

    The best views will be from the entire North and South American continents and much of the Pacific Basin, including Hawaii. Eastern Australia should get to see the second half of the show on the night of April 15, as the moon rises during totality. Europe, Africa, and central Asia, meanwhile, will miss the entire eclipse because it will be daytime in those regions at the time of the event.

     

    De meeste kranten (die ik online lees) berichtten over de maansverduistering van 14 april met de vermelding erbij dat het voor ons in dit gedeelte van de wereld niet te zien zou zijn, en dus ook niet over het gebied van Israël.

     

    Al sinds enkele jaren wordt regelmatig door geïnteresseerden naar mijn mening gevraagd in verband met de aangekondigde tetrade van maansverduisteringen door Amerikaanse auteurs van zogenaamde eindtijdboeken en de verwachting dat de Bijbelse Dag des HEREN dan zou aanbreken. De reden voor het vragen naar mijn mening is vermoedelijk omdat ik auteur ben van verschillende Eschatologische boeken. De bekendste is de bestseller ‘De Nieuwe Orde in Opkomst’ waar dertig jaar geleden 5000 exemplaren van verkocht werden. Toen ik dan voor de eerste maal met een vraag naar mijn mening over de aangekondigde tetrade voor 2014/2015 geconfronteerd werd, luisterde ik aanvankelijk nog met het nodige respect. Het fenomeen van een tetrade van maansverduisteringen in het verleden en voor de toekomst was mij toen onbekend. Men haalde er ook tetraden uit het verleden bij, zoals die van 1949/1950 en 1967/1968 toen deze maansverduisteringen ook gelijk vielen met de Joodse feesten van Pesach en Sukkot.

     

    Maar het blijkt nu dat de meeste verklaringen/invullingen betreffende de historische tetrade van 1949/1950, na onderzoek geen steek houden. Daarbij moeten we bedenken dat religieus Israël een maankalender volgt en het haast logisch is dat er al eens een maansverduistering met Pesach of met Sukkot voorkomt.

     

    Ik maak van deze blog nu gebruik om een en ander recht te zetten. Het citaat van de profeet Joël dat ik bovenaan dit artikel zette leert geen tetrade van maansverduisteringen. Er staat geschreven: “De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt”. Van een specialist met astronomische kennis kreeg ik het volgende commentaar:

    “Een zonsverduistering valt per definitie samen met de nieuwe maan, als de maan tussen de zon en de aarde staat. Een maansverduistering valt samen met een volle maan, als de aarde tussen de zon en de maan staat. De profeet Joël spreekt dus over iets buitengewoons, iets dat niet 'natuurlijk' is, iets 'bovennatuurlijks', een ingrijpen van God.”

     

    Ik had al veel eerder iemand met kennis van astronomie moeten raadplegen toen ik voor het eerst met de theorie van de aangekondigde tetrade in hun relatie tot de Dag des HEREN in aanraking kwam. Maar helaas; gedane zaken nemen geen keer.

     

    De tetrade van 2014/2015 heeft geen invloed op de vervulling van de profetie van Joël. Op God ‘s tijd echter en op een dag door een astronoom niet te berekenen, zal deze profetie pas uitkomen.

     

    Aan ‘die Dag’ gaan trouwens heel wat dagen en tijden en tekenen vooraf. Lees hierna een volgend relevant hoofdstuk van de profeet Joël:

    Joël 3:1 Want zie, in die dagen en te dien tijde, wanneer Ik een keer zal brengen in het lot van Juda en van Jeruzalem, 2 zal Ik alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden ter oorzake van mijn volk en van mijn erfdeel Israël, dat zij onder de volken verstrooid hebben, terwijl zij mijn land verdeelden, 3 en over mijn volk het lot wierpen, en een jongen gaven voor een hoer en een meisje verkochten voor wijn, opdat zij konden drinken. (NBG 1951 vertaling)

     

    De periode van de profeet Joël ’s bediening exact op de tijdsbalk plaatsen is moeilijk. Het Bijbelboek verwijst naar geen enkele regerende koning in Israël of Juda waarmee het optreden van de profeet gedateerd zou kunnen worden. De profeet Joël verwijst ook nergens in de drie hoofdstukken naar de grote mijlpalen in de Joodse geschiedenis; namelijk de Babylonische ballingschap noch naar de wereldwijde ballingschap die volgde na 70 AD toen de Romeinen de stad Jeruzalem en Tempel vernietigden en de Joden in krijgsgevangenschap wegvoerden. Het onderwerp van heel het Bijbelboek Joël is ‘de dag des HEREN’ of de oordeelsdag. Het boek is gericht aan het Juda van de eindtijd.

     

    Joël 1:15 Wee die dag, want nabij is de dag des HEREN; als een verwoesting komt hij van de Almachtige.

     

    Het is aanvankelijk een oordeelaanzegging tegen een nationaal hersteld Israël maar dat geestelijk gezien zijn eigen weg gaat.

     

    Joël 3:1 Want zie, in die dagen en te dien tijde, wanneer Ik een keer zal brengen in het lot van Juda en van Jeruzalem, …

     

    Het hiervoor vermelde profetische Bijbelgedeelte werd niet vervuld in 1948 toen de Joden in mei van dat jaar hun staat Israël uitriepen. Noch in juni 1967 toen Oost-Jeruzalem met de Tempelberg op het Jordaanse leger veroverd werd. Maar zal pas vervuld worden in de tweede helft van de zevenjarige eindtijdperiode, de 70ste jaarweek van de profeet Daniël. De tetrade van maansverduisteringen in 1949/1950 was aldus niet van tel. De belangrijkste jaren voor Israël tijdens deze periode waren de jaren 1947/1948 en dit zonder tetrade. In november 1947 sprak de VN zich uit voor de deling van het Britse mandaatgebied Palestina in een Joodse en een Arabische staat. En in het jaar daaropvolgend in mei 1948 werd de staat Israël afgekondigd. De tetrade van 1949/1950 kwam hier te laat. Tenzij men bedenkt dat tussen de Joodse feesten van Pesach en Sukkot in 1949 de VN-vredesconferentie te Lausanne plaatsvond. De jonge staat Israël weigerde daar alle 700.000+ Arabische vluchtelingen (vrouwen, kinderen, grijsaards) als gevolg van de onafhankelijkheidsoorlog opnieuw binnen te laten. Het begin van alle miserie sindsdien en een overtreding van de Thora (Exodus 22:21). Deze vaststelling werpt dan ook een heel ander licht op de seculiere staat Israël en hun houding naar het Woord van God toe.

     

    De tetrade van 1967/1968 viel gedeeltelijk correct volgens profetische lijnen. In juni 1967 overwon Israël een overweldigende Arabische coalitie in zes dagen tijd en nam alle Bijbelse gebieden in bezit met als hoofdprijs Oost-Jeruzalem en de Tempelberg. De toenmalige regering van Israël had na de drie Arabische nee ’s van Khartoem heel het gebied moeten annexeren en de Arabische bevolking aldaar burgerrechten geven. De jonge staat Israël koos een andere weg. Zes jaar later in 1973 volgde de Jom Kippoeroorlog. De grote verzoendag, een dag waarop ze veilig van enige agressie hadden moeten zijn. Men kan stellen dat het vanaf 1967 definitief fout is gegaan en er sindsdien andere wetmatigheden spelen uiteindelijk uitmondend in Jacob ’s benauwdheid, de grote verdrukking, de zeventigste jaarweek van de profeet Daniël.

     

    Aan het einde van de zevenjarige eindtijdperiode, de dag des Heren, gaat het vervolg van Joël 3:1 in vervulling:

    Joël 3:1 Want zie, in die dagen en te dien tijde, wanneer Ik een keer zal brengen in het lot van Juda en van Jeruzalem, …

    … 2 zal Ik alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden ter oorzake van mijn volk en van mijn erfdeel Israël, dat zij onder de volken verstrooid hebben, terwijl zij mijn land verdeelden, 3 en over mijn volk het lot wierpen, en een jongen gaven voor een hoer en een meisje verkochten voor wijn, opdat zij konden drinken.

     

    Dit vers sluit aan bij het laatste Bijbelboek Openbaring of Apocalyps dat een Nieuwtestamentisch profetisch Boek is en het sluitstuk van alle Oudtestamentische profetieën wat het herstel van de Joden betreft, nationaal en geestelijk gezien in het oude land der vaderen: Israël. Het dal van Josafat bij de profeet Joël is in het Boek Openbaring, het gebied van Harmageddon. En de vermelding ‘alle volken’; dat zijn in deze tijd ‘de Verenigde Naties’ die aldus eens in de toekomst naar het land Israël getrokken zullen worden.

     

    Het chronologische eindtijdkader van de profeet Joël stemt niet alleen overeen met dat van het Bijbelboek Openbaring, maar ook met het eindtijdkader dat de profeet Ezechiël schilderde. In hoofdstuk 36 van de profeet Ezechiël, belooft God een terugkeer van de Joden uit de wereldwijde verstrooiing en het herstel van Israël in het oude land der vaderen. In hoofdstuk 37 van de profeet Ezechiël worden de chronologische details ingevuld en kan men een chronologie van toekomstige gebeurtenissen herkennen. Eerst een on-geestelijke terugkeer naar het oude land der vaderen gevolgd door een geestelijk herstel. In de hoofdstukken 38 en 39 van de profeet Ezechiël wordt de oorzaak en het chronologisch tijdstip van het geestelijk herstel gegeven, namelijk een aanval van een geweldig leger uit het verre noorden beschreven. Een leger dat aangevoerd wordt door Gog uit het land Magog en mét hem vele bondgenoten, die door de HERE God naar het land Israël getrokken worden. Deze legermassa wordt volgens de profetie, op de bergen van Israël verslagen en van die dag af, zal Israël de HERE God kennen, en zo volgt aldus het geestelijke herstel. In hoofdstuk 40 van Ezechiël tot en met hoofdstuk 48 wordt de verdeling van het land beschreven, nadat alles hersteld is én de Tempel herbouwd, maar ditmaal noordelijk van de stad Jeruzalem. Vanuit de nieuwe Tempel zal een nieuwe waterbron ontspringen en het water daarvan zal naar de westelijke en de oostelijke zee vloeien. De oostelijke zee is de huidige Dode Zee die dan gezond zal worden en alwaar vis in gevangen zal worden.

     

    Wanneer men de hiervoor beschreven hoofdstukken van Ezechiël met de profeet Joël vergelijkt zien we enkele raakpunten. Ook Joël ziet een on-geestelijk Israël dat tot bekering opgeroepen wordt. Ook Joël ziet in zijn tweede hoofdstuk een invasie vanuit het noorden gebeuren:

     

    Joël 2:20: Ik zal van u wegdrijven die uit het Noorden en hem verjagen naar een dor en woest land, zijn voorhoede naar de oostelijke zee en zijn achterhoede naar de westelijke zee, en zijn stank zal opstijgen en zijn vuile lucht zal opstijgen, want hij heeft grote dingen gedaan.

     

    Ook Joël ziet het geestelijk herstel van Israël na de invasie uit het noorden:

     

    Joël 2:28 Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien. 29 Ook op de dienstknechten en op de dienstmaagden zal Ik in die dagen mijn Geest uitstorten. 30 Ik zal wonderen geven in de hemel en op de aarde, bloed en vuur en rookzuilen. 31 De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des HEREN komt. 32 En het zal geschieden, dat ieder die de naam des HEREN aanroept, behouden zal worden, want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HERE gezegd heeft; en tot de ontkomenen zullen zij behoren, die de HERE zal roepen. (NBG 1951 vertaling)

     

    En ook de profeet Joël ziet het wonder van het gezond worden van het water van de Dode Zee dat daarna de vergrote oostelijke zee vormt.

     

    Joël 3: 18 Te dien dage zal het geschieden, dat de bergen van jonge wijn zullen druipen en de heuvelen van melk zullen vloeien en alle beken van Juda van water zullen stromen; een bron zal ontspringen uit het huis des HEREN en zal het dal van Sittim drenken.

     

    Het dal van Sittim ligt zuidelijk van de huidige Dode Zee, een zee die aldus naar alle kanten uitgebreid zal worden. Eén van de herstelde stammen van Israël: Zebulon, zal in het vrederijk zijn gebied in het zuiden van het land toegezegd krijgen en in het oosten aan deze beschreven nieuwe oostelijke zee grenzen. Aldus wordt een oude profetie van de aartsvader Jakob vervuld:

    Genesis 49:13 Zebulon zal wonen aan het strand der wijde zee, ja, hij zal wonen aan het strand bij de schepen, en zijn zijde zal naar Sidon gekeerd zijn.

     

    Ik geef deze summiere beschrijving van toekomstige gebeurtenissen om aan te tonen dat de tetrade van 2014/2015 en de (door sommigen) daarmee verbonden verwachte dag des HEREN, chronologisch gezien, moeilijk in het eindtijdkader van de profeten ingepast kan worden.

     

    Het eindtijdbeeld dat de Bijbel voor het begin van de zevenjarige periode van het Bijbelboek Daniël en Openbaring schetst is een periode van (schijn)vrede. De eerste apocalyptische ruiter die op het witte paard uitrijdt brengt ogenschijnlijk vrede. Het tweede paard in het Boek Openbaring neemt deze vrede weg, staat er geschreven. Wanneer Gog uit het land Magog naar Israël getrokken wordt, dan rukt dit geweldige leger uit het noorden op tegen een land en een volk dat in ‘gerustheid’ woont.

     

    Ezechiël 38:8 Na geruime tijd zult gij een bevel ontvangen; in toekomende jaren zult gij optrekken tegen het land dat zich van de krijg hersteld heeft, (een volk) dat uit het gebied van vele volken bijeengebracht is op de bergen Israëls die tot een blijvende wildernis waren geworden, maar het is uit de volken uitgeleid; allen wonen zij in gerustheid. 9 Dan zult gij optrekken als een opkomend onweer; gij zult zijn als een wolk die de aarde bedekt, gij met al uw krijgsbenden, en vele volken met u. 10 Zo zegt de Here HERE: Te dien dage zullen er plannen in uw hart opkomen; gij zult een boze aanslag beramen, – 11 gij zult zeggen: ik zal optrekken tegen een land van dorpen, een overval plegen op vreedzame lieden, die in gerustheid wonen, allen zonder muur, grendels of poorten – 12 om buit te maken en roof te plegen, om uw hand te keren tegen de weer bewoonde puinhopen en tegen een natie die uit het gebied der volken bijeengebracht is, die have en goed heeft verworven, die op de navel der aarde woont. (NBG 1951 vertaling)

     

    De huidige toestand in Israël en de buurlanden geeft een totaal ander beeld. Het is momenteel nog wachten op een algemene vrederegeling voor het Midden-Oosten. Op basis van wat de profetische boeken van de Bijbel voorzeggen zal er nochtans in de toekomst een algemene (schijn)vredesregeling komen. De huidige burgeroorlog in Syrië zal eens ophouden en tot een oplossing komen. En ook met de Palestijnen zal er een overeenkomst gesloten worden. De profetische boeken van de Bijbel plaatsen het Assyrië van de oudheid opnieuw op de landkaart ten tijde van de zevenjarige eindtijdperiode. Men kan op basis van dit Schriftwoord aldus nog een aantal drastische grenswijzigingen van de landen in het Midden-Oosten verwachten. De huidige grenzen van de landen in het Midden-Oosten werden trouwens na de eerste wereldoorlog, door Britten en Fransen getrokken, die het Arabische gebied van het Ottomaanse Rijk opdeelden. Uiteindelijk zullen alle landen binnen de grenzen van het voormalige Oost-Romeinse Rijk, zich verenigen en een Unie vormen van vijf koningen of leiders. Zij verenigen zich met vijf leiders uit het gebied van het voormalige West-Romeinse Rijk en zetten alzo het vierde Beestrijk van de profeet Daniel opnieuw op de landkaart. Deze tien leiders geven in een later stadium hun macht af aan een elfde leider.

     

    Dit is in een notendop wat de toekomst nog brengen zal. Het zal echter ook een tijd van misleiding worden. Op religieus gebied leert het Boek Openbaring dat er een samengaan van alle religies zal komen. Tijdens de eerste helft van de eindtijdperiode treden in Jeruzalem twee getuigen van de HERE God op die tegen de herstelde offerdienst in Jeruzalem spreken.

     

    In de helft van de zevenjarige eindtijdperiode worden de twee getuigen te Jeruzalem door het Beest alias de elfde horen alias de koning van het noorden, gedood en vlucht een tot geloof gekomen overblijfsel van Israël naar de over-Jordaanse woestijn waar zij door de HERE God bewaard zullen worden tot op het einde van de slag bij Harmageddon. De berg Sion bevindt zich ook in dit gebied. Aan het einde van de zeventigste jaarweek van Daniël en/of de eindtijdperiode van het Bijbelboek Openbaring keren de stammen van Israël naar hun gebied terug; het overblijfsel van de gevluchte Israëli ’s vanuit het Over-Jordaanse gebied en de overige stammen vanuit hun gebieden.

     

    Hier weer in een notendop gestopt wat in de toekomst nog te gebeuren staat. Aan het einde van dit artikel vindt u een boeken- en auteur-lijst die diepgaander over dit thema handelen.

     

    De bedoeling van dit artikel is om aan te tonen dat het profetisch-chronologisch gezien moeilijk is, de dag des HEREN van de profeet Joël in het jaar 2014/2015 te zien aanvangen.

     

    De drang tot het berekenen van het tijdstip voor de dag des HEREN is bij meerdere onderzoekers van het Profetische Woord van de Bijbel aanwezig. Men laat zich ook leiden door een Rabbijnse overlevering dat leert dat God Zijn vrederijk zal oprichten aan het einde van zesduizend jaar mensengeschiedenis. Elke scheppingsdag uit Genesis staat dan voor duizend jaar. De zevende sabbatdag volgens deze theorie stelt eveneens 1000 jaar voor, het aantal jaren dat we ook in het boek Openbaring vinden als periode voor de gevangenschap van de oude slang, de duivel of diabolos. Het is de periode van het Messiaanse Vrederijk.

     

    Over het onderwerp van de anno mundi jaartelling ben ik ook meerdere malen aangesproken vanwege mijn studie van de Bijbelse chronologie. Mijn bekomen jaartallen weerleggen namelijk de rekensom dat het anno mundi 6000 nog in de toekomst zou liggen. Daar zijn we inmiddels al een tijd voorbij. We leven al in geleende tijd.

     

    Ik merkte ook dat Amerikaanse Bijbelvorsers de jaartallen voor de regeerperioden van de koningen van Israël en Juda van Edwin E. Thiele gebruiken om naar de toekomst toe berekeningen te maken. Wanneer men de jaartallen van Thiele hanteert om naar voor of naar achter in de tijd te rekenen bekomt men altijd foutieve uitkomst-jaartallen. Men kan bijvoorbeeld niets aanvangen met de tijdsperiode van 390 jaar en 40 jaar voor de duur van Israël ’s ongerechtigheid volgens de profeet Ezechiël. Het probleem is dat de herkenbare navigatiepunten verdwenen zijn sinds Thiele de regeerperioden van de koningen van Israël en Juda verkort heeft om ze te laten passen met de Assyrische koningslijst. Alle mij bekende geleerden volgen de gefabriceerde jaartallen van Thiele. Het is alleen wanneer we terugkeren naar de normale Bijbelse regeerperioden voor de koningen van Israël en Juda dat de tijdsperiode van bijvoorbeeld de ‘390 jaar’ zin krijgt.

     

    Hierna de auteur-lijst waar ik mijn laatste uitgave van 2013: ‘Apocalyps; de zeventigste jaarweek van Daniël’ mee afsluit:

    Alexander Hislop, THE TWO BABYLONS, 1916

    Clarence Larkin, DISPENSATIONAL TRUTH, 1920

    Dr. F. De Graaff, ALS GODEN STERVEN, 1969, ANNO DOMINI 1000 2000

    Hal Lindsey, De planeet die aarde heette, 1970

    B. Reinders Sr., ISRAEL EN HET MESSIAANSE VREDERIJK, 1971

    Roeland Klein Haneveld, www kleinhaneveld, nl/notities/index.html

    Huib Verweij, DE TERUGKEER VAN JEZUS CHRISTUS, 1978, GRENZEN DER VOLEINDING, 1984, IK BEN DIE IK BEN, 1968, DE BOOM DER KENNIS, 1973

    Jb. Klein Haneveld, De Openbaring aan Johannes, 1981

    Huib Verweij & Ds. Willem Glashouwer Sr., DE KOMST VAN JEZUS CHRISTUS, 1985

    Arie Kleijne, JEZUS KOMT, 1989

    A. Keizer, De komende reformatie van de eindtijd - wat de kerken niet zien, 1996, De komende dertig jaar, 1997, De almachtige is de vader van alle mensen, 2003,

    Dr. Piet Borst, LIJNEN NAAR DE EINDTIJD, 2004

    Ds. Dick M. Stichter & Jeep van der Schoot, DANIEL, Gods weg met Israël en de Volken, 2012

     

    Enkele titels van de lijst zullen alleen nog in gespecialiseerde antiquariaatzaken te vinden zijn. En enkele studies zijn ook al op het www online te lezen. Het laatst vermelde boek is bij het Zoeklicht verkrijgbaar.

     

    Wordt vervolgd..

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    29-07-2014, 18:29 geschreven door Eigenzinnige Wezel  
    Reacties (0)
    27-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PSALM 83. DE IDENTIFICATIE VAN GEBAL VOOR ONZE TIJD. HET REVISIONISME VAN DE GESCHIEDENIS VAN DE OUDHEID TOT HULP.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een lied. Een psalm van Asaf.

    O God, houd U niet stil,

    Zwijg niet en blijf niet werkeloos, o God.

    Want zie, uw vijanden tieren,

    Uw haters steken het hoofd op:

    Zij smeden een listige aanslag tegen uw volk

    En beraadslagen tegen uw beschermelingen.

    Zij zeggen: Komt, laten wij hen als volk verdelgen,

    Zodat aan de naam van Israël niet meer wordt gedacht.

    Want zij hebben eensgezind beraadslaagd,

    Tegen U een verbond gesloten;

    De tenten van Edom en de Ismaëlieten, Moab en

    de Hagarenen, Gebal,

    Ammon en Amalek,

    Filistea met de inwoners van Tyrus;

    Zelfs Assur heeft zich bij hen gevoegd,

    Zij zijn de zonen van Lot tot steun. Sela

    Psalm 83:1-9

    (NBG Vertaling 1951)

     

    De schrijver van Psalm 83 was de ziener Asaf die leefde ten tijde van Koning David (1047/1007 v. Chr.) Asaf was een Leviet, een afstammeling van Levi, een van de zonen van Jacob, en behoorde tot de priesterzangers van David. Hij is de auteur van verschillende psalmen. In Psalm 83 heeft de dichter het over een vijandelijk verbond van tien volken tegen het volk van Israël. Tien volkeren smeden samen een pact met als doel de verdelging van Israël. Het is een verbond van volken dat zich nog nooit in de geschiedenis van het oude Israël heeft voorgedaan. Mijn gevolgtrekking is dan ook dat een toekomstig verbond van tien volken tegen het sinds 1948 nationaal herstelde Israël bedoelt is. Het getal van tien landen is ook gelijk aan het getal van de tien koningen van de profeet Daniël, dat ook in het laatste boek van de Bijbel, de Apocalyps terug te vinden is.

     

    Wanneer we psalm 83 naar onze tijd transponeren merken we na identificatie van de namen uit de oudheid dat veel tegenstanders uit het verleden er heden opnieuw zijn. En de reden van dit artikel is de identificatie van Gebal dat een verrassing oplevert. Maar eerst wil ik de andere namen duiden. Edom levert geen probleem. Dit volk leefde in de oudheid in het gebied op de huidige grens tussen Jordanië en Saoedi-Arabië. De identificatie van de Ismaëlieten geeft evenmin een probleem. Ismaël was een zoon van Abraham en Hagar, de slavin van Sara. Van hem stammen vele Arabische stammen af. Moab en Ammon waren in het Oude Testament twee zonen van Lot en zij woonden eertijds in het huidige Jordanië. Filistea is de huidige Gaza-strip en Tyrus ligt in Zuid-Libanon, het vroegere Fenicië. Het moderne Libanon beslaat grotendeels het gebied van het oude Fenicië. Libanon is al lang geen eenheidsstaat meer, maar is als een lappendeken opgedeeld met meerdere fracties binnen de grenzen, die de lakens uitdelen. In het zuiden heerst de Hezbollah, een vijand van Israël. Volgens Psalm 83 zal Tyrus nauw samenwerken met Filistea in zijn strijd tegen Israël. Het Assur dat Asaf vermeldt is het huidige Irak en Syrië. Amalek is een nakomeling van Esau, de broer van Israël. Zijn woonplaats was het Seïr-gebergte. Dit gebergte bevindt zich binnen de grenzen van het huidige Jordanië. De 'Hagarenen' zijn moeilijker te plaatsen. Hagar was de slavin van Sara en moeder van Ismaël. Zij was een Egyptische. Een eerste conclusie zou dus kunnen zijn dat Hagar of de Hagarenen synoniem staat voor Egypte. De naam blijkt echter niet Egyptisch te zijn maar Semitisch, en vermoedelijk is deze naam haar door Abraham gegeven. De naam Hagar betekent 'reizende of vluchtende'. Ik veronderstel dat de Hagarenen de huidige Palestijnen voorstellen die woonachtig buiten Israël zijn. Geen enkel Arabisch land heeft namelijk de Palestijnse ontheemden van 1948 en 1967 opgenomen. De meesten die in het Midden-Oosten bleven, leven in vluchtelingenkampen en worden sindsdien door de VN onderhouden.

     

    Maar laat ons nu het volk te Gebal identificeren. Wanneer men er een Bijbelse encyclopedie op na gaat blijkt dat de plaatsing van Gebal geen eenvoudige zaak is. Meerdere verklaringen zijn mogelijk. Gebal betekent berg en algemeen wordt het met Byblos in Fenicië geïdentificeerd. En aan de hand van Psalm 83 zoekt men ook een locatie in het noordelijke gedeelte van het gebergte Seïr. Eerlijkheidshalve vermeldt men erbij dat de precieze ligging onbekend is. Met deze verklaring nam ik geen genoegen en zocht verder voor een identificatie van Gebal. Wat mijn aandacht trok was de verwijzing in Egyptische bronnen naar de stad Gebal of Goebla. Het Egyptische Oude Rijk haalde er zijn hout en tijdens het Egyptische Nieuwe Rijk, vooral de Amarna-periode, zat er een Egyptische vazal Rib Addi die vanuit Gebal meer dan vijftig brieven aan farao schreef. In het licht van Velikovsky 's bevindingen, een bekende controversiële revisionist van de geschiedenis van de oudheid, moet Gebal met Jizreël in Samaria geïdentificeerd worden. Nu heb ik in mijn publicatie 'Genesis versus Egyptologie’ voortgeborduurd op Velikovsky ’s bevindingen. Ik identificeerde Hosea van het tienstammenrijk als de Rib Addi van de Amarna-brieven. Het volk Gebal is aldus in Samaria te plaatsen. Ik herhaal nog even de tien vijanden van Israël in psalm 83: "De tenten van Edom en de Ismaëlieten, Moab en de Hagarenen, Gebal, Ammon en Amalek, Filistea met de inwoners van Tyrus; Zelfs Assur heeft zich bij hen gevoegd,"

     

    Het huidige plaatsje Jizreël in het moderne Israël ligt in het zuiden van Galilea met zijn overwegend Arabische bevolking, noordelijk van het Palestijnse Jenin. Ik zou nu durven verwachten, met Psalm 83 in gedachten, dat via een toekomstige vredesregeling dit gebied via een land-swap langs de grenzen van 1967, naar een toekomstige Palestijnse staat gaat en een centrum van haat tegen de staat Israël wordt. De VS-administratie roept Israëli’s en Palestijnen regelmatig op om voortgang met het zogenaamde stappenplan – te maken. Een stappenplan dat met de Oslo-verdragen in 1993 tussen Israël en de Palestijnse autoriteit werd afgesproken. De huidige VS-president Obama dringt aan om langs de grens van 1967 via landswapping tot een vredesregeling te komen.

     

    Vanuit onze identificatie van Gebal met Jizreël-Samaria en Filistea met Gaza is het te veronderstellen dat er in de toekomst meerdere Palestijnse staten zullen ontstaan. Ook is het opmerkelijk dat Filistea in één adem met Tyrus genoemd wordt. De verschillende staatjes zullen niet tot vrede leiden maar hun uiteindelijk doel blijft volgens Psalm 83, wanneer naar onze tijd getransponeerd, de vernietiging van Israël. Psalm 83 is een gebed om hulp tegen de vijanden van Israël. Het tweede gedeelte van de Psalm geeft dan ook hoop.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    27-07-2014, 07:53 geschreven door Eigenzinnige Wezel  
    Reacties (0)
    26-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.boek presentatie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DANIEL

    GODS WEG MET ISRAEL EN DE VOLKEN

    Ds. Dick M. Stichter en Jeep van der Schoot

    2012, Uitgeverij Het Zoeklicht

    ISBN 9789064511639

     

    Ik heb in de lente van 2012 het proefschrift van dit boek in één keer doorgenomen. Zo boeiend vond ik het. De inhoud nodigde uit tot lezen en verder lezen. De twee auteurs vullen elkaar met hun talenten aan en maken het tot een opbouwende studie van het profetische Woord. Een voorbeeld: de eerste zes hoofdstukken van de profeet Daniël worden behandeld door Dick Stichter en de hoofdstukken zeven tot en met twaalf door Jeep van der Schoot. Het statendroombeeld van Nebukadnezar in Daniël hoofdstuk 2 wordt door Dick uitvoerig becommentarieerd zowel historisch als toekomstig en toch is er geen overlapping met Jeep ’s commentaar op Daniël 7, waar de HERE God dezelfde rijken aan Daniël openbaart, maar ditmaal in de vorm van roofbeesten.

     

    Bijzondere aandacht geven de auteurs aan Gods weg in verleden en toekomst met zijn oude verbondsvolk Israël. De geschiedenis en de toekomst van de volkeren in relatie tot Israël worden duidelijk belicht. Het begrip eindtijd wordt duidelijker verklaard en vooral toegankelijker gemaakt voor beginners in de studie van het profetische woord van de Bijbel. En in alles staat in het boek de Heer Jezus Christus Centraal.

     

    Een algemeen gevoel voor mij na het doornemen van het volledige script, is dat de HERE God alles, en ook alles, onder controle heeft. Ik weet dat vele christenen er geestelijk door bemoedigd en gestimuleerd zullen worden, om uit te zien naar de komst van de Heer Jezus voor Zijn Gemeente. Amen, kom, Here Jezus!

     

    Robert De Telder


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    26-07-2014, 15:14 geschreven door Eigenzinnige Wezel  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.boek presentatie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dr. Piet Borst

    Lijnen naar de Eindtijd

    Geschiedenis van de toekomst

    NOVAPRES, 2004, ISBN 9063180261-9

     

    “Lijnen naar de Eindtijd” vertelt het verhaal van de recente geschiedenis van de landen van het Midden-Oosten en de directe omgeving. Vanuit deze gebeurtenissen worden lijnen getrokken naar hetgeen de Bijbelse profeten voor de toekomst voorzeggen. De lijnen in de geschiedenis van Israël en zijn buren. Rusland en het Romeinse wereldrijk worden doorgetrokken naar de eindtijd.

     

    Dit boek tracht meer diepgaan dan andere boeken over dit onderwerp de actuele gebeurtenissen en conflicten in dit gebied te schetsen hierbij gebruik makend van duidelijke kaarten. Voor geïnteresseerden in de huidige aanloopfase naar de eindtijd is dit boek een standaard naslagwerk.

     

    Dr. Piet Borst, in het dagelijks leven actuaris, houdt zich al jarenlang bezig met de ontwikkelingen in de wereld en in het bijzonder het Midden-Oosten, om deze te kunnen plaatsen in een Bijbels licht.

     

    ^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^

     

    Voorwoord

    De titel van dit voortreffelijke boek deed me onmiddellijk aan een citaat van wijlen Huib Verweij denken:

    “Het wereldgebeuren ontwikkelt zich volgens ‘modellen’ en profetische lijnen in de Bijbel”

    Het is het wereldgebeuren, zowel qua geschiedenis en actualiteit, waar Piet Borst de aandacht op vestigt en waar vanuit hij lijnen trekt naar de zogenaamde bijbelse eindtijd. Nooit eerder heb ik zulk historisch werk bestudeerd.

    Zo’n dertig jaar geleden was ik enthousiast toen ik Hal Lindsey ’s boek “de planeet die aarde heette” ter hand kreeg en als een gevolg begin ik de Bijbel te bestuderen. Ik had toen reeds een grote belangstelling voor wereldgeschiedenis, en in het bijzonder voor de tweede wereldoorlog en de oorzaken die naar deze wereldbrand geleid hebben. Met het lezen van Hal Lindsey ’s bestseller herkende in onmiddellijk de bijbelse profetie voor de eindtijd als een slotstuk op het hele wereldgebeuren.

    Sindsdien is er heel wat water door de Schelde gelopen en het wereldgebeuren heeft zich verder ontwikkeld. Sinds de val van de Berlijnse muur in 1989 AD met daarop het uiteenvallen van de Sovjet-Unie is alles in stroomversnelling terechtgekomen. En na 11 september 2001 is niets meer hetzelfde. Naast de nieuwe machtsblokken die zich aftekenen, hebben we daarenboven de onzichtbare vijand van het terrorisme die onverbiddelijk  op elk moment en waar dan ook op deze planeet kan toeslaan. De beelden van de brandende WTC-torens in New York staan op ons netvlies gebrand en we beseffen nu pas ten volle dat zulke aanslagen elkeen kunnen treffen. Wanneer men in de zeventiger jaren nog vrijblijvend en op veilige afstand van het Midden-Oosten commentaren kon neerschrijven, is dit anno 2003 aangrijpend veranderd.

    Piet Borst geeft in zijn studiewerk  voor elk profetisch land en volk een geschiedkundig overzicht en trekt lijnen naar de eindtijd. De profetische verklaringen maken van de geschiedenismaterie een spannend leesavontuur. Daarenboven bevat het boek een serie situatiekaarten die alles overzichtelijk maakt.

    Kortom: een boek dat uitnodigt tot lezen en verder lezen.

     

    Robert De Telder


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    26-07-2014, 08:30 geschreven door Eigenzinnige Wezel  
    Reacties (0)
    25-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK-VOORSTELLING: DE APOCALYPS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Korte Inhoud:

    De Apocalyps is een uitgave van het Bijbelboek Openbaring in de oude vertaling (NBG 1951) met in de voetnoten verklarende concordante Bijbelteksten die het geheel verduidelijken. Een uitgebreide proloog gaat vooraf. In deze proloog geeft de auteur een inleiding op het moeilijke Bijbelboek Openbaring of Apocalyps. Het is een boek dat in de eerste plaats bestemd is voor het volk der Joden met een belofte van herstel. Het boek Openbaring handelt over de komst van de Messias en de oprichting van het Messiaans Vrederijk. Israël en de volken worden in Openbaring aangesproken. De Gemeente of Kerk schittert door haar afwezigheid. In de proloog wordt ook uitgebreid ingegaan op de ark van het verbond die door de Babylonische belegeraars van Jeruzalem in 586 v. Chr. vernietigd werd maar waarvan een replica in de toekomst een bron van misleiding zal worden.

     

    Op de volgende link kan het boek aangeschaft worden: http://www.shopmybook.com/nl/Robert-De-Telder/APOCALYPS

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    25-07-2014, 09:17 geschreven door Eigenzinnige Wezel  
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.boek presentatie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    APOCALYPS: de 70ste jaarweek van Daniël

    Het boek dat u ter hand neemt begon anno 2012 als een PowerPointpresentatie over de Apocalyps, de Openbaring van Jezus Christus, de zeventigste jaarweek van de profeet Daniël.

     

    De toekomstvoorspellingen die men in de Bijbel kan vinden kunnen gedefinieerd worden als ‘vooraf geschreven geschiedenis’. Een alsnog toekomstige periode van zeven jaar in totaal, die als zijnde nog te vervullen historie in de Bijbel beschreven staat en dit met een bepaald begin, een midden en een einde. Dezelfde plaatjes van de PowerPointpresentatie worden in dit boek ditmaal met geschreven commentaar gepresenteerd. Het onderwerp is de tweede komst van de Messias, de Christus van de Bijbel. Een komst voor Zijn EKKLESIA, daarna voor Israël en voor de Volken. De Bijbel heeft een boodschap voor de drie hiervoor vermelde groepen van mensen. Een groot aantal van mijn lezers behoren tot de eerste groep. De tweede groep zijn de Joden die sinds het jaar 70 AD van de christelijke jaartelling in de diaspora zijn en waarvan een gedeelte sinds 1948 in de nieuwe staat Israël in het oude land der vaderen woont. De derde groep zijn de Volken die in de Bijbel als te onderscheiden van de Gemeente of Ekklesia en Israël worden vermeld. In de loop van de diapresentatie volgt meer over hen.

     

    Te bekomen bij: http://www.shopmybook.com/nl/ROBERT-DE-TELDER/APOCALYPS%2C-de-70ste-jaarweek-van-Dani%C3%ABl

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    25-07-2014, 08:19 geschreven door Eigenzinnige Wezel  
    Reacties (0)
    Archief per week
  • 15/10-21/10 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 12/12-18/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 23/11-29/11 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs