De wederkomst van Jezus Christus
Inhoud blog
  • Ik zal een vuur zenden in Magog, en onder degenen, die in de eilanden zeker wonen; en zij zullen weten, dat Ik de HEERE ben.
  • De profeet Micha en het TIJDS-DAL in de heilsgeschiedenis
  • De Moeder van alle verwoestingen 1
  • De Moeder van alle verwoestingen 2
  • De Moeder van alle verwoestingen 3
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    31-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE 70 JAARWEKEN VAN DE PROFEET DANIEL

    Met dit artikel wil ik een stuk Bijbelchronologie brengen en dit zowel historisch als toekomstig. Een studie namelijk over de profetie van de 70 jaarweken uit Daniël hoofdstuk 9. De balling Daniël kreeg deze profetie betreffende het herstel van Israël in het jaar na de heerserswissel over Babylon in 539 v. Chr. toen het Babylonische Rijk door de Meden en Perzen veroverd werd. De profeet was op dat moment al 66 jaar in ballingschap. Hij was nog een knaap geweest (Daniël 1:1-4) in het jaar 605 v. Chr. toen hij met de eerste wegvoering in ballingschap in Babylon terecht kwam. Wanneer hij onder de regering van Darius de Mediër, volgens het verhaal, in de leeuwenkuil geworpen werd, was hij al een oude man van 80+.

     

    Daniël 9:1 In het eerste jaar van Darius, de zoon van Ahasveros, uit het geslacht der Meden, die koning geworden was over het koninkrijk der Chaldeeën – 2 in het eerste jaar van zijn koningschap lette ik, Daniël, in de boeken op het getal van de jaren, waarover het woord des HEREN tot de profeet Jeremia gekomen was, dat Hij over de puinhopen van Jeruzalem zeventig jaar zou doen verlopen.

    (NBG Vertaling 1951)

     

    De val van Babylon in het jaar 539 v. Chr. staat chronologisch vast en is een sleuteljaar dat de Babylonische met de Bijbelse chronologie verankerd. De Meden en Perzen brachten in dat jaar met hun verovering van de hoofdstad Babylon een einde aan het Babylonische Rijk dat eerder het koninkrijk Juda ontmanteld, de bevolking weggevoerd en de Tempel te Jeruzalem met al wat daarin was, vernietigd had. In het eerste regeringsjaar van Darius de Mediër, de zoon van Ahasveros, zijnde het jaar 539/538 v. Chr. deed Daniël studie in de verschillende Bijbelboeken, die toen al gecompileerd waren, en werd bepaald bij de profetische woorden van het Bijbelboek Jeremia waar deze profeet voorzegd had dat de Babylonische Ballingschap 70 jaar zou duren. Daniël die zelf nu de rekensom sinds zijn wegvoering kon maken besefte dat het nog slechts vier jaar tot het einde van de ballingschap was. Het resultaat van het bestuderen van de profetie van Jeremia door Daniël, maakt dat hij in gebed tot de HERE God gaat. Zie Daniël 9:3-19 en daarna verder met:

     

    Daniël 9:20 Terwijl ik nog sprak en bad en mijn zonde en de zonde van mijn volk Israël beleed, en mijn smeking over de heilige berg mijns Gods uitstortte voor de HERE, mijn God, – 21 terwijl ik nog sprak in het gebed, kwam de man Gabriël, die ik tevoren gezien had in het gezicht, in ijlende vlucht tot vlak bij mij op de tijd van het avondoffer. 22 En hij begon mij te onderrichten en sprak met mij en zeide: Daniël, nu ben ik uitgegaan om u een klaar inzicht te geven. 23 Bij het begin van uw smeekbede is er een woord uitgegaan, en ik ben gekomen om het u mede te delen, want gij zijt zeer bemind. Let dus op het woord en sla acht op het gezicht.

     

    Ik vermoed dat Daniël in de verwachting leefde dat de HERE God het door de profeten beloofde Messiaanse Vrederijk onmiddellijk na het einde van de Babylonische Ballingschap zou oprichten. De man Gabriël, die door God naar Daniël gezonden werd, maakt echter duidelijk dat er nog drie tijdsschijven van zeven maal zevens van jaren zouden overgaan alvorens de HERE God Zijn Koninkrijk zal oprichten. En zo komen we aan het onderwerp van dit artikel. Het chronologisch plaatsen van de zeventig weken:

     

    Daniël 9:24 Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven. 25 Weet dan en versta: vanaf het ogenblik (458 v. Chr.), dat het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen tot op een gezalfde, een vorst, zijn zeven weken; en tweeënzestig weken lang zal het hersteld en herbouwd blijven, met plein en gracht, maar in de druk der tijden. 26 En na de tweeënzestig weken (25+ AD) zal een gezalfde worden uitgeroeid (30 AD), terwijl er niets tegen hem is; en het volk van een vorst die komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten (70 AD), maar zijn einde zal zijn in de overstroming (370+ AD); en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen, waartoe vast besloten is.

     

    27 En hij (de vorst van vers 26) zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang (alsnog toekomst); in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is.

    (NBG Vertaling 1951)

     

    De jaartallen tussen haakjes in het hiervoor vermelde citaat zijn door mij toegevoegd om het historisch plaatsen op de tijdsbalk te verduidelijken. De 7 x 70 zevens zijn begonnen in het jaar 458 v. Chr. wanneer het woord uitging om Jeruzalem te herstellen en te herbouwen. Dit gebeurde in het zevende regeringsjaar van Artachsasta of Artaxerxes I volgens het hierna volgende Bijbelgedeelte:

     

    Ezra 7:Hierna, onder de regering van Artachsasta, de koning van Perzië, trok Ezra op, de zoon van Seraja, de zoon van Azarja, de zoon van Chilkia, 2 de zoon van Sallum, de zoon van Sadok, de zoon van Achitub, 3 de zoon van Amarja, de zoon van Azarja, de zoon van Merajot, 4 de zoon van Zerachja, de zoon van Uzzi, de zoon van Bukki, 5 de zoon van Abisua, de zoon van Pinechas, de zoon van Eleazar, de zoon van Aäron, de hogepriester – 6 deze Ezra trok op uit Babel. Hij was een schriftgeleerde, bekwaam in de wet van Mozes, welke de HERE, de God van Israël, gegeven had; en daar de hand van de HERE, zijn God, over hem was, had de koning hem alles gegeven wat hij verlangd had.

    7 Zo trokken ook een aantal Israëlieten en priesters, Levieten, zangers, poortwachters en tempelhorigen naar Jeruzalem, in het zevende jaar van koning Artachsasta. 8 En hij kwam te Jeruzalem in de vijfde maand, en wel in het zevende jaar van de koning. 9 Op de eerste van de eerste maand namelijk was hij de tocht uit Babel begonnen, en op de eerste van de vijfde maand kwam hij te Jeruzalem aan, daar de goede hand van zijn God over hem was, 10 want Ezra had er zijn hart op gezet om de wet des HEREN te onderzoeken en haar te volbrengen, en om in Israël inzetting en verordening te onderwijzen.

     

    Tot hier het (ver)korte citaat betreffende het woord dat uitging om “te doen wederkeren en om Jeruzalem te bouwen”. Zeven maal zeven jaar, of negenenveertig jaar later, treedt de laatste profeet van het Oude Testament op; Maleachi en compileren Ezra en Nehemia de Bijbelboeken die wij tegenwoordig als het Oude Testament kennen. De geprofeteerde vorst na de 7 x 7 jaren moet dan Nehemia zijn. Daarna zijn het nog eens 62 x 7 jaarweken tot op een Gezalfde of Messias. Dit brengt ons in het jaar 25 AD voor het openbaar optreden van de Heer Jezus. De evangelist Lucas leert dat Jezus ‘ongeveer’ 30 jaar oud was bij het begin van zijn bediening. De Heer Jezus Christus werd geboren in de maand Ab (of juli/augustus) van het jaar 5 v. Chr. en dit klopt met het profetische schema van Daniël. Tussen 25 AD en 30 AD wanneer “de Messias uitgeroeid werd terwijl er niets tegen hem is” zit er een eerste tijdskloof van 5 jaar. Een volgende tijdskloof, van 40 jaar ditmaal, zit er tussen 30 AD en 70 AD wanneer in het laatst vermelde jaar “het volk van een vorst zal komen, die de stad en het heiligdom te gronde zal richten”. Dit was dan de Romeinse generaal Titus (later Keizer) die in 70 AD als een gevolg van zijn oorlog tegen het opstandige Jeruzalem deze profetie in vervulling deed gaan.

     

    Het jaar 70 AD is een mijlpaal in de geschiedenis van Israël. Sinds het jaar 30 AD met “het uitroeien van de Gezalfde” waren er enkele bijzonderheden – eigenaardigheden - aan de hand met de Tempel Gods te Jeruzalem. De Talmoed (Joma 39b) leert: “Onze meesters leerden: veertig jaren voor de verwoesting van het Huis kwam het lot niet terecht noch werden de rode banden wit, noch brandde het westelijke licht en openden zich de deuren des Tempels vanzelf.”(Dr. F. De Graaf, Jezus de verborgene - blz.37). De Heer Jezus Christus voorspelde de vernietiging van stad en tempel in 30 AD:

     

    Lucas 19:41 En toen Hij nog dichterbij gekomen was en de stad zag, weende Hij over haar, 42 en zeide: Och, of gij ook op deze dag verstondt wat tot uw vrede dient; maar thans is het verborgen voor uw ogen. 43 Want er zullen dagen over u komen, waarin uw vijanden een bolwerk tegen u zullen opwerpen 44 en u omsingelen en u van alle zijden in het nauw brengen, en zij zullen u en uw kinderen in u vertreden en zij zullen in u geen steen op de andere laten, omdat gij de tijd niet hebt opgemerkt, dat God naar u omzag.

     

    Net zoals de Romeinen met Carthago deden vernietigden zij Jeruzalem en de tempel en lieten geen steen op de andere staan. Het jaar 70 AD betekende het einde van het nationale Israël. De heersersstaf en scepter waren van Juda geweken, zoals de aartsvader Jacob het eeuwen eerder voorzegd had:

     

    Genesis 49:10 De scepter zal van Juda niet wijken, noch de heersersstaf tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volken gehoorzaam zijn.

     

    Opmerkelijk is dat Flavius Josephus (Joodse Oudheden Bk. XIV, 393-395) verwijst naar een Romeinse commandant met de naam SILO ten tijde van het beleg van Jeruzalem in 70 AD. Het Romeinse Rijk dat in 70 AD op het toppunt van zijn macht was zou echter volgens de profetische woord van de Bijbel ook ten onder gaan.

     

    Het Bijbelboek Daniël beschrijft de uiteindelijke ondergang van het Romeinse Rijk als gevolg van een overstroming: “maar zijn einde zal zijn in de overstroming; en tot het einde toe zal er strijd zijn: verwoestingen, waartoe vast besloten is.” De overstroming is hier een beeld van volkeren, de grote volksverhuizing die rond 370 AD op gang kwam en de ondergang van het West-Romeinse Rijk betekende. De geschiedenis van het gebied van het Romeinse Rijk was daarna er een van strijd en verwoestingen. De tijdskloof van inmiddels 1944 jaar die er zit tussen de 69ste jaarweek en de 70ste jaarweek duurt tot op heden voort.

     

    Het begin van de 70ste jaarweek wordt door Daniël beschreven als: “En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang…”. Dit betekent dat het Romeinse Rijk van de oudheid in de toekomst een herstel zal kennen. Een nieuwe Titus zal in de toekomst voor het sinds anno 1948 nationaal herstelde Israël, ‘het verbond’ zwaar maken en aldus de laatste jaarweek der wereldgeschiedenis inluiden. Ik herhaal nog even de profetie van Daniël:

    27 En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang; in de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden; en op een vleugel van gruwelen zal een verwoester komen, en wel tot aan de voleinding toe, en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest is.

     

    Het beschreven verbond dat Daniël vermeld is naar mijn mening het landverbond. Aan de Israëlieten is door de HERE God in een verbond het land tussen de Jordaan en de Middellandse Zee, het land van de plaats Dan in het noorden van het land tot Beersjeva in het zuiden. Het ‘zwaar maken’ van het verbond, zoals het in Daniël hoofdstuk 9 beschreven wordt, betekend dan het bestaansrecht van een exclusief Joodse staat betwisten, ‘zwaar maken’. In de helft van de laatste jaarweek, of 3 ½ jaar later, zal een toekomstige Titus (ditmaal uit het gebied van het Oost-Romeinse Rijk) ‘slachtoffer en spijsoffer doen ophouden’ wat een herstel van de Offerdienst inhoudt. Heel wat Bijbelvorsers verwachten op basis van dit Schriftwoord in Jeruzalem een nieuwe tempel. In mijn laatste publicatie…

     

    (zie link: http://www.shopmybook.com/nl/ROBERT-DE-TELDER/APOCALYPS%2C-de-70ste-jaarweek-van-Dani%C3%ABl )

     

    …breng ik een andere denkpiste en wijs er op dat tijdens de laatste jaarweek, die overeenkomt met de tijdsperiode die het Bijbelboek Apocalyps of Openbaring weergeeft, er één wereldreligie zal zijn. Alle godsdiensten zullen opgaan in één en een tegenstander van de HERE God van de Bijbel worden. Alle huidige heiligdommen op en rond de Tempelberg in Jeruzalem blijven aldus op hun plaats staan en krijgen in de één-gemaakte religie hun functie. In mijn geciteerde boek ga ik er van uit dat in de toekomst een replica van de ark van het verbond ergens te voorschijn zal komen en een bron van afval zal worden. Op en rondom de ark zullen opnieuw, na een onderbreking van bijna 2000 jaar, slachtoffers gebracht worden. Een Joods/Israëlische handlanger van de toekomstige Assyrische Titus zal zelfs in staat zijn om vuur uit te hemel (zie Openbaring 13:13) op het slachtoffer te laten neerkomen wat een meerderheid van de mensenwereld zal overtuigen van de juistheid van de nieuwe wereldreligie. In de helft van de jaarweek zal de nieuwe Oost-Romein de herstelde offerdienst te Jeruzalem doen ophouden en zichzelf tot god uitroepen. De wereldreligie wordt daarop door hem vernietigd. En “tot aan de voleinding” met de wederkomst van Christus Jezus 3 ½ jaar later, zal er strijd zijn. Voor het gelovige overblijfsel van Israël zal de profetie van Daniël in de komende grote verdrukking een troost en een gids zijn, een soort spoorboekje, om doorheen deze moeilijke tijd van ‘Jacobs benauwdheid’ te geraken. Uiteindelijk wordt dan na het afsluiten van de 70ste jaarweek, de profetie van Daniël volledig vervuld:

     

    Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven.

     

    Wordt vervolgd…

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder





    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per week
  • 15/10-21/10 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 12/12-18/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 23/11-29/11 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs