Als je jong bent en nog bij je ouders woont, en zaterdagavond ben je uitgegaan, dan moet je zondagochtend om half tien klaar staan om uit je bed te springen als ze je vragen om te stofzuigen, anders bellen ze het leger. Haha, nee hoor, ze bellen het leger niet, alleen de brandweer, de ambulance en de politie. Dat is echt gebeurd, ik heb via onthullingen van de Heilige Geest achteraf vernomen dat dat vermoedelijk op de 8ste van de 8ste maand 1998 gebeurd is. Mijn ouders hebben mij op een zondagochtend wakker gemaakt, en vriendelijk gevraagd of ik zou willen stofzuigen. Enfin, vriendelijk is natuurlijk het masker van de autoriteit. Geen probleem, ik antwoord gewoon dat ik wel zal stofzuigen. Toen ik 10 minuten later nog in bed lag is de brandweer gekomen, dan de ambulance, en dan de flikken, in die volgorde. De brandweerlui en de ambulanciers zullen gedacht hebben: voor welke onzin hebben ze ons nu weer opgeroepen? Maar ze zijn wel meteen gekomen. Kennelijk krijgt mijn moeder alles aan iedereen uitgelegd. Ik was zaterdag uit geweest en ’s nachts thuisgekomen en het ging allemaal niet snel genoeg naar hun zin. Dan begon mama te wenen tegen een stoere agent in de woonkamer, en de stoere agent werd zwak en zei tegen mij: “Het zou misschien toch beter zijn als je nu zou stofzuigen.” Dus begon ik maar onder politietoezicht de living te stofzuigen. Ik had verder eigenlijk niks gedaan, ik was eigenlijk een heel vrome jongen toen ik jong was, maar ik voelde mij eigenlijk niet zo lekker, en ik was aan het beven door de vernedering en de kater van de nacht ervoor, en ik had dus hoegenaamd geen goesting om ruzie te maken, maar ik heb mij wel verdedigd toen mijn vader zich op mij gegooid heeft (op mijn bed) en met mij is beginnen te worstelen. Maar dat was de eerste aanval, nog voor de brandweer er was. Na het stofzuigen heeft mijn broer mij aangemaand om het huis meteen te verlaten, en aangezien ik daar niet op reageerde trakteerde hij mij meteen met een boks op mijn gezicht. Hij volgde op dat moment boks training. Hij zei tegen mij: “Ik slaag u dood.” Pittig detail, denk niet dat ik op deze zwarte zondag op tijd mijn broek kon aantrekken. Mijn o zo lieve mama die niks verkeerd doet had er de buurvrouw, die ik totaal niet kende, er ook bij gehaald om op mijn slaapkamer tegen de buurvrouw haar beklag over mij te doen, terwijl ze mij stonden aan te staren. Ik stond daar dus in mijn onderbroek te beven tot in mijn merg en been van de vernedering en de kater, en ik wist eerlijk gezegd niet meer van wat allemaal, maar het was in ieder geval van schaamte en schande. En ’s anderendaags zat ik, zwak maar kranig, aan tafel met mijn happy, en vooral waardige familie, en ik kreeg geen sorry. Ik kreeg niks, want het leek alsof dat incident, of theaterstuk, of tafereel van waanzin, nooit gebeurd was, en ze leken er heel rustig en zonder enig schuldbesef in te berusten dat ik dat prima vond, en het daar bij zou laten. Op de zondag zelf was er behalve wat gedreig en geblèt geen echte communicatie naar mij toe die die naam waardig is. En daarna ook niet. Ik weet niet meer precies op welke datum het gebeurd is, maar het zwijgen, verbergen, doen alsof er niks gebeurd is, doen alsof ze van niks weten, doen alsof alles in kannen en kruiken is, alsof alles in orde is, dat blijven ze volhouden tot vandaag, en vreemd genoeg wist ik dat vanaf het eerste moment dat ik die zotten terugzag, namelijk toen ik ’s anderendaags aan tafel zat voor het ontbijt. Gans die zondag is een klap in mijn gezicht, maar dat zwijgen, en doen alsof, en verborgen houden, dat is geen klap in mijn gezicht, maar in het gezicht van God. Die mensen beschouwen die dag als een overwinning hè. Ze eisen die overwinning op omdat ze vinden dat dat mijn verdiende straf is. Ze zijn mij als een zot blijven beschouwen, en vinden van zichzelf dat zij ernstige mensen zijn, fatsoenlijke mensen zijn, en verstandige mensen zijn. Mijn vraag is: Dat zwijgen, en doen alsof, is dat geweld? Mijn vraag is: Het verbergen, en vinden dat alles in orde is, maar niet met mij, is dat geweld? We zijn 26 jaar later, maar de spanning blijft alleen maar escaleren. Ze vinden dat ik gewelddadig ben, niet zij, ook andere mensen vinden dat, niet alleen mijn familie. Ze hebben nog niet alle instanties gebeld, misschien kunnen ze het leger nog bellen?
|