OVER LEVEN EN OVERLEVEN EN GOD EN SATAN EN RECHT EN ONRECHT EN WAARHEID EN LEUGENS ENZOVOORT ENZOVOORT (HEEL VEEL TEKSTEN)
21-01-2013
00. Citaten uit het evangelie volgens Johannes
1. Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. (Het evangelie volgens Johannes 8,31-32)
2. Één is er, die haar eer zoekt en die oordeelt. (Het evangelie volgens Johannes 8,50)
3. Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. (Het evangelie volgens Johannes 3,16)
4. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien iemand mijn woord bewaard heeft, hij zal de dood in eeuwigheid niet aanschouwen. (Het evangelie volgens Johannes 8,51)
5. Wie mij verwerpt en mijn woorden niet aanneemt heeft één, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten jongsten dage. (Het evangelie volgens Johannes 12,48)
6. God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. (Het evangelie volgens Johannes 3,17-18)
7. Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem. (Het evangelie volgens Johannes 3,36)
8. Tenzij gij het vlees van de Zoon des mensen eet en zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf. (Het evangelie volgens Johannes 6,53)
9. Indien gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven, vraagt wat gij maar wilt, en het zal u geworden. (Het evangelie volgens Johannes 15,7)
Voor elk klein stukje tekst dat ik publiceer op mijn blog, schrijf ik er wel 3,4. Het is met literatuur als met muziek, als met elke kunstvorm: "Alle dingen die goed zijn, komen van God; en wat slecht is, komt van de duivel." (Moroni 7,12) Jezus Christus leert ons weliswaar om niet te oordelen: "Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt, want met het oordeel dat gij velt, zult gij geoordeeld worden en de maat die gij gebruikt, zal men ook voor u gebruiken." (Matteüs 7,1-2) Het is inderdaad zo dat de mensen in veel gevallen beter niet zouden oordelen, omdat ze verkeerd oordelen. Brede lagen van de bevolking proberen immers elk geschil op te lossen met gevoel. Dat is immens populair, bij de mensen, maar bij God bestaat dat niet. Maar een ander citaat zegt: "Een geestelijk mens kan alles beoordelen." (De eerste Brief aan de Korintiërs 2,15)
In het Boek van Mormon schrijft de profeet Mormon: "Welnu, ziet toe, mijn geliefde broeders, dat gij hetgeen slecht is niet aan God toeschrijft, noch hetgeen goed is en van God, aan de duivel. Want zie, mijn broeders, het is u gegeven te oordelen, zodat gij goed van kwaad kunt onderscheiden; en opdat gij het met volmaakte kennis zult weten, is de wijze van oordelen even duidelijk als het verschil tussen het daglicht en de donkere nacht. Want zie, de Geest van Christus wordt aan ieder mens gegeven, opdat hij goed van kwaad zal kunnen onderscheiden; welnu, ik toon u de wijze van oordelen; want alles wat uitnodigt om goed te doen en overreedt om in Christus te geloven, wordt door de macht en gave van Christus uitgezonden; daarom kunt gij met volmaakte kennis weten dat het van God is. Maar alles wat de mens overreedt om kwaad te doen en niet in Christus te geloven en Hem te verloochenen en God niet te dienen, daarvan kunt gij met volmaakte kennis weten dat het van de duivel is; want op die wijze gaat de duivel te werk, want hij overreedt geen enkel mens om goed te doen, neen, niet één; en zijn engelen evenmin; en evenmin zij die zich aan hem onderwerpen. En nu, broeders, aangezien gij het licht kent waarmee gij kunt oordelen, welk licht het licht van Christus is, ziet toe dat gij niet verkeerd oordeelt; want met datzelfde oordeel waarmee gij oordeelt, zult ook gij geoordeeld worden. Daarom smeek ik u, broeders, zorgvuldig onderzoek te doen in het licht van Christus, opdat gij goed van kwaad kunt onderscheiden; en wanneer gij al het goede aangrijpt en het niet veroordeelt, zult gij zeker een kind van Christus zijn. " (Moroni 7,14-19)
't is toch simpel hè; goed en kwaad. Maar jammer genoeg, blijkbaar niet voor iedereen. Menig mens heeft de naam van Christus vanaf zijn wederopstanding, en tot op de dag van vandaag met klem ontkend, en wanneer zijn naam ten volle zal geopenbaard worden, zullen veel mensen verlangen een aandeel te hebben in zijn naam, en ze zullen tot de bittere vaststelling komen dat ze geen aandeel hebben in zijn naam; daarom, herinner u de goede tijden die u samen met Christus beleefd hebt, want als u dat vergeet, dan zal u dat zuur opbreken. Vaak stuit u in het u herinneren daarvan op een hindernis, die de naam ego draagt.
Wie zijn ego niet kan afleggen voor de mensen zonder te verpinken, die wandelt in ijdelheid. Want wie voor u zijn ego aflegt; gij zijt niet bereid hem zijn deel van de koek te laten, noch zijt gij bereid u met uw deel van de koek tevreden te stellen. Het kan u niet schelen alleen boven de rest achter te blijven, erger nog, iemand alleen onder de rest achter te laten. Maar al eindigt u nog boven al de rest, ja, boven gans de wereld, God zal de wereld op zijn kop zetten en al wie onder u staat zal boven u komen te staan. Want het is God die de kaarten van het leven uitdeelt, en wie God niet erkent is als een waterskiër zonder motorboot om hem voort te trekken. Hij mag nog de mooiste uitrusting hebben, om te vertrekken zal hij een radicale koerswijziging moeten maken. Wie zonder geloof is, is niemand anders dan iemand die in hoogmoed wandelt, maar uit zichzelf uiterst zwak is, en in een (gedachten-)wereld vertoeft waarin de realiteit afwezig is. Wie zonder geloof is, brengt zichzelf aan het dwalen door zijn eigen bezwaren, irritaties en scrupules. Maar wie inziet dat het God is, die de kaarten uitdeelt, wat God van hem verlangt, die zal deelnemen aan een spel dat groter uitvalt dan hij zelf had durven dromen. Wie bescheiden is kan zich toch beter openstellen, om zich door Jezus te laten dienen? Ik lees in het evangelie volgens Matteüs (20,28): "Zoals ook de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen." En als God nu de gave van de gave heeft, welke zin heeft het dan om zich voorbarig te verhogen? En daarbij, als een eerste persoon dubbel zoveel bewerkstelligt als een tweede persoon, uitgerekend op het gebied waarover die zich verijdelde, maar de eerste, daarentegen, verijdelt er zich niet over, dan maakt de tweede zich toch belachelijk? Want vroeg of laat valt die door de mand. Ja, als die eerste persoon niet bestaat.
De rechtvaardiging van zijn doen en laten staat los van de beleving op zich, het leven zelf. Het organische leven is alles wat het meest grillig, onzeker en wisselvallig is. Zich gerechtvaardigd voelen staat boven zich - voor zichzelf - moeten rechtvaardigen. Soms gebruiken de mensen een afgebakende structuur van dogma's - criteria en principes - om hun gedrag te kunnen rechtvaardigen. Maar dat lukt niet zo goed hè. Schuld is een manier om zichzelf niet te veel bloot te stellen aan de vrijheid, om zijn leven kleiner te maken. Maar de bedoeling moet juist zijn om het leven groter te maken. God rechtvaardigt uw daden, of niet. En naargelang God meer of minder van uw daden rechtvaardigt, kan je meer of minder doen. Maar wat God rechtvaardigt is slecht in de ogen van de mensen. En God rechtvaardigt zo veel van mijn daden, dat ik zo veel kan doen, dus ja, dan moet je jezelf maar eens afvragen hoe slecht ik wel niet ben hè.
Beschouwen we even het kwaad als onbestaand. Dan zou je kunnen zeggen: het kwaad is waar de mensen zich onderling van betichten. Het kan mij niet schelen, al de machten, waarden, dogma's, criteria en principes die valse beschuldigingen rechtvaardigen. Ik bedoel, ik heb het er wel altijd over, maar ik blijf gewoon mijzelf, want ze zijn allemaal slecht. Ik heb ze ook niet nodig, ik heb genoeg aan de geest van God. Ik heb ze niet nodig om mij te troosten, daar heb ik wel de heilige Geest voor, de Trooster. De mensen weten niet wat het is; kwaad. En dan ben ik het die van goed en kwaad geen notie zou hebben. Maar ik weet wel dat je tegenwoordig de toestemming van Satan nodig hebt om je kwaad te maken. En dat je op zijn commando kwaad moet worden.
Overal waar je komt is er een soort gemeenschap, een onderlinge verstandhouding, zoals de Vlaamse gemeenschap, of welke dan ook, en ik hoor daar niet bij, bij zo een gemeenschap. Zo een gemeenschap bestaat uit een rangorde van klassen. En dan moet je bij de persoon of het gezag dat hoger in rang staat dan jou slijmen om zelf hoger in rang te komen, maar als je aan het gezag niet gehoorzaamt, dan daal je in rang. Het is een onrechtvaardige gemeenschap want de schuld, de principes, de waarden en het gezag zijn allemaal kwaad. Een kwade manier om beschuldigingen te rechtvaardigen. Het is allemaal één grote soep, maar uiteindelijk komt het allemaal samen in één groot simpel eenvoudig ding.
Mensen houden ervan anderen ter verantwoording te kunnen roepen. Daarom doen ze het nog niet, maar de wetenschap dat ze het zouden kunnen, dat kunnen ze niet laten. Neen, onderdanigheid is een kunst die ze niet machtig zijn. Mensen zouden zich niks moeten aantrekken van het oordeel van een mens over hoe zuiver hij is in zijn daden, zelfs niet als dat het oordeel is van een hele hoop mensen. God zal wel bepalen of de mensen al dan niet zuiver zijn in hart en ziel. De wereld denkt: "Zeg wat wij willen en we spreken u vrij." Maar de wereld kan u niet vrijspreken. Ze bezit die macht niet. U bent vrijgesproken op basis van uw geloof. "Een geestelijk mens kan alles beoordelen, maar niemand oordeelt over hem." (De eerste Brief aan de Korintiërs 2,15) Als gij maar een eigen houding ten opzichte van ieder mens afzonderlijk had i.p.v. zo verwerpelijk te zijn u aan te sluiten bij het oordeel dat de wereld over de mensen velt. "Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Want met het oordeel dat gij velt, zult gij geoordeeld worden en de maat die gij gebruikt, zal men ook voor u gebruiken." (Het evangelie volgens Matteüs 7,1-2) Hiervoor zult u uw loon ontvangen.
Maar als de duisternis zal vallen, en de liefde tussen de mensen zal afkoelen, die binding tussen de mensen, die maakt dat ze denken: "wij zijn de goei, " en waarmee ze elkaar wederzijds bevestigen, als die binding wegvalt, is hun einde aangebroken. Ze zijn als vlinders die het juiste seizoen om te ontpoppen niet afgewacht hebben, en hebben in hun verblinding, en de zwelling van hun hoogmoed, de wijze, en geduldige, en verdraagzame, ja deemoedige rupsen het nakijken gegeven met veel "tralala". Ze hebben hun pijlen verspeeld, en zijn niet meer dan een flets afkooksel van wat ze ooit waren, en gaan ten onder. Voor de enen is de winter aangebroken, maar voor de anderen de zomer. Ze ontpoppen en dragen het waarachtige licht van waarheid, rechtvaardigheid en openheid met een goddelijke evidentie waar geen oog ter wereld zich kan aan onttrekken. En wie heeft dan nog van de onrechtvaardige gehoord? Zijn naam wordt verzwegen. Zijn naam zwijgt.
"En alles wat in de wereld is, hetzij door mensen verordonneerd of door tronen of prinsdommen of machten of zaken van naam, wat die ook mogen zijn, wat niet uit Mij of uit mijn woord is, zegt de Heer, zal worden neergeworpen en zal niet blijven bestaan nadat de mensen dood zijn, in noch na de opstanding, zegt de Heer, uw God. " (Leer en Verbonden 132,13)
Sommige mensen beweren dat ik verplicht ben om elke zondag naar de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen te gaan. Sommige mensen beweren dat ik een slecht geweten moet hebben. Het dringt niet tot mij door. Dat zijn gedachten die op mij geen vat hebben. Er passeert een trein waarin ik echt iets waard ben, en daar stap ik in. De mist, het grijs, de underground, franchement, 't is een groot gemis. Al die nobodies kennen hun weg blindelings in de nacht. Moeten wij voor de keizers en de goden en godinnen verdriet hebben? Zij hebben voor ons ook geen verdriet. Maar al wat niet uit God is zal verdwijnen. Op een dag zal de mainstream weinig macht hebben, en de underground veel. In plaats van her en der verspreid te zijn, en niks beters te doen hebben dan hun vergane glorie te herkauwen, zullen ze zich verenigen. Elke motherfucker heeft vijanden, en ik heb veel vijanden, en I'm sick and tired, en eendracht maakt macht. L'union fait la force. Ik verwacht niet dat door het ondermijnen van het gezag van de mainstream, dat door het ondermijnen van het gezag van mensen die in dit onwaardige systeem gesetteld zijn lof kan verkregen worden, maar het zou wel zo moeten zijn. Daar is een reden voor, die ik niet beter kan verwoorden dan de persoon die de tekst geschreven heeft voor de song "Hymn of the Big Wheel" van Massive Attack:
The big wheel keeps on turning On a simple lie, day by day The earth spins on its axes One man struggles, while another relaxes
Laat een scheiding tussen mainstream en underground maken aan Jezus over, aan de inspiratie waarvan Jezus aan de bron ligt. U zult bij de bovenstaande alinea misschien gedacht hebben: de underground is helemaal niet versnipperd, maar levend en wel. Dat is mogelijk, maar van de huidige underground ben ik geen volger. Mijn underground is eerder verborgen en begraven. Vergeleken met gewone mensen, ben ik om bepaalde drogredenen een soort van high-society sh$$, en ben ik dus niet erg geliefd. En dat is de reden waarom mijn aanwezigheid bij gewone mensen niet toegelaten is. Ik blijk, ondanks mijn afkomst, een hond te zijn, en zij zijn fake, en dat is de reden waarom ze de muur tussen hen en mij gebouwd hebben.
Wie jaren in de put gezeten heeft, en uiteindelijk erin slaagt om er uit te klimmen, brengt al de vieze smerigheid die op de bodem van de put ligt mee naar boven, en laat het aan iedereen zien. De besten in deze wereld zijn niet de mensen die iedere dag geprezen worden, maar de mensen die met of tegen hun wil in de put zitten, mensen waar niemand naar omkijkt, want daar in de put wordt de grootste strijd geleverd, en dat is de strijd die de meeste vruchten afwerpt. Volgens de meeste mensen is het leven gebaseerd op het opleggen van glorie, volgens mij is het leven gebaseerd op het wegnemen van miserie. Het is een kwestie van ofwel de glorie op de twee schalen van de balans te leggen, ofwel de miserie op de twee schalen van de balans te leggen. Het is het één of het ander. Dus wie aanvankelijk niet veel had, en daarna rijker is geworden, geeft aan de mensen die niet veel hebben. Zo doen we dat.
Wanneer zullen we de boeman van repliek dienen? Wanneer kunnen we aanvallen? Wanneer zal deze generatie uit haar diepe slaap ontwaken? Niet zolang zo veel zaken aan haar neus voorbijgaan. En de enige die er dolblij mee is, is de duivel. U kan bezwaarlijk geloven dat morgen geen nieuwe troepen zal aanbrengen. The troops of tomorrow, man. Ja! Sorry, ik kan u het gezang van de vogels niet laten horen, en tegelijkertijd u de medeplichtigheid van de vijandelijke collaborateurs laten zien. Sommige dingen gaan gewoon niet samen. Want de duivel handelt in het verborgene, en zolang wij hem niet dwingen om zijn gezicht te laten zien, hebben we met een onbekende vijand te maken. Doch ik mag geen lawaai maken, want anders horen we het gezang van de vogels niet meer. De cirkel is rond.
De armoede van de geest wordt onderschat. Ik zeg de geest, maar die is verbonden met de ziel en het hart, dat is duidelijk. Naast financiële armoede, krijgt geestelijke armoede ook weinig of geen bekijks. Ten onrechte. Dat is een strijd die ik in mijn blogske lever, iets wat mij nauw aan het hart ligt, omdat ik geloof te weten waarover ik praat. Er is duidelijk een bewustmaking nodig over dat aspect van het leven. Mijn woorden zijn waarachtig, en wie ze leest en zich afwendt, en mijn woorden ontkent, maakt een foutief oordeel. Hij gaat met verraders en bedriegers in zee, en sommige van het begin af aan. En waar zou hij ergens iets rechtvaardigs moeten vinden, of een rechtvaardig iemand, waar hij zich kan aan optrekken, zoals de almacht van God? (Ik spreek alsof ik hem zou zijn.) Spreekt dat in zijn voordeel? Volstrekt niet! Hij heeft uit vrije wil de keuze gemaakt om Jezus, de enige lichtbaken, uit zijn leven te weren, en dit tegen zijn eigen belangen in. Hij vervolgt de weg die hij is ingeslagen om de waarheid te behouden waar hij zich van bedient. Vergankelijk is de waarheid en de geestelijke rijkdom van ongelovigen, onvergankelijk zijn de verworvenheden van de mensen die hun leven niet op zand gebouwd hebben. De verrader gaat met de verrader in zee, en allebei bewerken ze hun eigen ondergang. De getrouw gaat met de getrouw in zee, en allebei bewerken ze hun eigen redding!
"Tenslotte, zoekt uw kracht bij de Heer en zijn almacht. Legt de wapenrusting Gods aan om te kunnen standhouden tegen de listen van de duivel. Want onze strijd gaat niet tegen vlees en bloed, maar tegen de heerschappijen, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de boze geesten in de hemelen. " (De Brief aan de Efeziërs 6,10-12)
03. De cultus van verleiding en uiterlijk als verkoopstechniek
Wie niets ontbeert krijgt elke opportuniteit van de wereld, maar wie ontberingen lijdt, is gezien als gemeen. Waarom?
Om te beginnen, we leven in een klassenmaatschappij, maar dat is wel verborgen. Het establishment vervolmaakt zich in het ontwikkelen van ingewikkelde ketterijcombinaties, teneinde hun bevoorrechte positie te kunnen behouden, teneinde de verschoppelingen te laten opdraaien voor de bezoedelde uitwasemingen van de goddeloosheid, en dat vaak omwille van hun correcte (geloofs)overtuiging, en teneinde dit tegelijkertijd voor de wereld verborgen te houden.
Wat geeft de succesrijke nóg meer succes, en berooft de succesarme van nóg meer succes? Waarom verhogen wij de landsheren, en verlagen wij de slaven? Omdat we opportunisten zijn, en de landsheer geven wat hij verlangt ons zelf iets opbrengt; terwijl een slaaf helpen, daar worden we alleen maar zelf armer van. En laat de verschoppelingen de verschoppelingen helpen.
En maak u geen zorgen, de slaven zijn de wereld nog niet uit, net zomin als de landsheren. Alleen, veel volken kunnen het in deze tijd veel schoner voorstellen dan hoe het werkelijk is, en het een uiterlijk geven alsof alles cool en O.K. is. "Houd rekening met het feit dat er moeilijke tijden voor de deur staan, zoals te verwachten is in dit laatste, beslissende tijdperk... De mensen zullen de schijn van vroomheid ophouden, maar haar wezen verloochenen. " (De tweede Brief aan Timoteüs 3,1/5) .
Laat u niet verbazen door het feit dat we vandaag een schoonheidscultus kennen die heel fel opleeft. Dus de mooie mensen maken zeker een groot deel uit van de mensen die niets ontberen. Ontbering is allemaal schijn, totdat het werkelijkheid wordt. Want ziet u, schijn heeft als functie rond de werkelijkheid een omhulsel te creëren, om die werkelijkheid te verbergen. Nu moet je de schoonheid van een mooi mens zien als dat omhulsel rond de werkelijkheid, dat dient om haar te verbergen. Het is al in het woord "oppervlakkigheid", komende van het woord "oppervlakte", vervat. Een mooi mens ontbeert dus niets, omdat ze de inhoud heeft vervangen door het omhulsel, of de oppervlakte. Maar wacht even, dan ontbeert ze juist wél iets! Heel veel zelfs! Maar dan in de zin van: het ontbreekt haar aan... Conclusie: Wie niets ontbeert krijgt elke opportuniteit van de wereld, in een wereld die draaiend wordt gehouden door oppervlakkige uiterlijkheden, onder andere de schoonheidscultus. Dat gaat uiteraard ten koste van wijsheid, inhoud en consistentie, ware het niet dat deze begrippen een lang leven beschoren zijn.
"Zij houden hun hals star en hun hoofd hoog; ja, en ten gevolge van hoogmoed en goddeloosheid en gruwelen en hoererijen zijn zij allen afgedwaald, op enkelen na, die de ootmoedige volgelingen van Christus zijn; evenwel worden dezen zo geleid dat zij in vele gevallen dwalen, omdat zij volgens de voorschriften van mensen worden onderricht. " (2Nephi 28,14)
"Wee hun die besluiten tot onrechtvaardige besluiten, en die de verdrukking uitschrijven die zij hebben voorgeschreven, om de behoeftigen van het recht weg te dringen en aan de armen van mijn volk het recht te ontroven, opdat de weduwen hun buit worden, en opdat zij de wezen kunnen plunderen! " (2Nephi 20,1-2)
Ik heb geen dergelijke houvast nodig zoals jullie. Dus jullie denken: "Hij is het noorden kwijt. " Mijn houvast is door zware beproevingen geleidelijk aan gefilterd en tot zijn essentie teruggebracht. Dus mijn referenties raken volgens jullie kant noch wal. Het zijn wortels, en wortels steken onder de grond, dus jullie herkennen ze niet, wat jullie wel zouden doen als jullie gelijkaardige wortels zouden hebben, namelijk de wortels van het evangelie van de Heer. Het resultaat is dat ik op een andere planeet leef dan jullie: "Planet Lunatic". Dat zegt veel over de criteria die de mensen hanteren om te oordelen. Ze bouwen op verkeerde fundamenten, en dat leidt hen er toe om compleet de mist in te gaan. De dag komt spoedig dat de mensen zonder de wortels van het evangelie al hun comfort zullen kwijtspelen. En dan zullen ze de dieperik in schuiven. But the plot thickens. Radu Radu onderwierp mij en maakte mij tot haar dienaar, maar toen ik dat niet meer was, werd de grond onder haar voeten onstabiel. Kan ze dan niet; mij niet onderwerpen en toch zelfstandig zijn? Want terwijl mijn grond thans standhoudt als een rots, bleek de grond van haar dominantie in het verleden: de dominantie an sich. M.a.w. haar rijk was in de realiteit mijn rijk. Haar dominantie was "zo groot" dat ze mij kon onderwerpen, maar als ze dat niet meer kan, blijkt de grond van haar dominantie louter op mijn onderwerping gestoeld. De wortels van mijn "Planet Lunatic" houden stand, doch Radu Radu valt nog niet, maar er is wel al verdeeldheid in de rangen geconstateerd. Het grote meesterwerk van de Heer is nu al zichtbaar.
Omdat de situatie omslaat zeggen de mensen: "O, hier klopt iets niet. " Ik heb het tanen van hun macht veroorzaakt, maar dat is mijn schuld niet, dat is hun eigen schuld. De onderwerping van Ambrosius is een zonde, en geen basis om zijn macht op te vestigen. En waar zonde is, is schuld, dus zoeken de mensen iemand om met de schuld op te zadelen. En dus... komen ze weer bij mij terecht. Natuurlijk... waarom niet? Want Radu Radu, die springt gretig op de kar: "Het kwaad speelt zich niet in de wereld af, maar in het curieuze hoofd van Ambrosius. Het is Ambrosius die niet klopt! " En de schuld van de mensen wordt kwijtgescholden, en ze zijn tevreden. Maar Radu Radu kan hun schuld niet kwijtschelden, alleen de Heer kan dat. Het maakt de mensen niet uit dat de schuld op iemands hoofd terechtkomt - mijn hoofd dus, maar dat zou ook iemand anders kunnen zijn - alleen maar omdat de advocaat van die persoon verstek heeft gegeven. Mij goed hoor, maar ten eerste: ik ben niet schuldig. Ten tweede: het zijn zij zelf die niet kloppen. En ten derde: they had it coming: ik heb het slachtoffer niet gekozen, het slachtoffer heeft mij gekozen. Radu Radu moet Ambrosius hebben. Dat is een oud verhaal. Mijn woorden vrezen het licht niet, maar Radu Radu vreest wel dat mijn woorden het licht zien, want ze werkt in het donker, en haar werken schuwen het licht. Want de grond van mijn pleidooi, dat de situatie doet kantelen, is de grond van het evangelie. Maar als Radu Radu verklaart dat het evangelie waarachtig is, en tegelijkertijd de grond ervan zo verdraait, dat er geen letter meer van overblijft dat nog tot uitvoering kan worden gebracht, dan blijft er van dat zogenaamde "evangelie" niets meer over hè. Dan komt ze met een geënsceneerd verzinsel aandraven waarmee ze haar onschuld kan blijven volhouden. Want het is een verzinsel dat maakt dat ik, noch mijn woorden, nog serieus kunnen worden genomen. Geheel in de lijn van de voorspelling. Want de dag dat de spons over de smet van mijn waanzin zal worden gehaald, zal Radu Radu vallen, want dan zal de grond van mijn aantijgingen rechtsgeldig blijken. Dus steekt ze een stok tussen de wielen. Ze snijdt de stem van Jezus af, ten gunste van haar eigen duivels programma, en ze doet de mensen er een plezier mee. Because your city lies in dust when you can 't FUCK me anymore. But what I actually came to tell you is: you overlooked the fact that you don 't own me, and neither does your city. Station Kortenberg is not my destination.
Ter herinnering zal ik het duivels programma van Radu Radu nog eens oprakelen. Er zijn slechte geesten die de zielen van de mensen naar de hel sleuren, maar die zijn gesluierd, dus het valt niet mee het hoe en waarom uit te leggen. Radu Radu is een soort opperheks, en ze treft alle voorbereidingen die nodig zijn om het afrollen van het kwaad onvermijdelijk te maken. Maar het eigenlijke verrichten van het kwaad laat ze aan anderen over, om haar naam zuiver te houden. Ze neemt het succes weg bij de vertegenwoordigers van het leven, en geeft het door aan de vertegenwoordigers van de dood. En wat doen de mensen die onder de verlokking van Radu Radu vallen? Ze pikken een graantje van haar succes mee, en daarmee zien ze hun kans schoon om zichzelf in te dekken tegen de slechte geesten, en de andere mensen te laten stikken. Dat is een belangrijk punt van het programma van Radu Radu: door middel van comfort mensen omkopen en afkopen. Dat noemen ze: recupereren van overlopers die een potentieel gevaar vormen voor de stabiliteit van het territorium Radu Radu. De gekochte zielen genieten wel mee van het succes, maar pakken het probleem niet bij de basis aan, integendeel, ze maken de weg vrij voor het gedijen van het probleem. Zij zijn de bovenstaande anderen die het eigenlijke kwaad verrichten, en zodoende de naam Radu Radu zuiver houden. En ze blijft buiten schot. Ik blijf niet buiten schot: ze stuurt haar lasteraars uit om alle beledigingen van de wereld naar mijn hoofd te slingeren.
Zoals ik al zei: Het rijk van Radu Radu was in de realiteit mijn rijk: het koninkrijk der hemelen. Een rijk waar ze voor alles wat ze doen niet alle getuigen systematisch onschadelijk maken. Een rijk waar ze de vuile werkjes die hun naam kunnen schaden niet door anderen laten opknappen; waardoor noch wie de opdracht geeft, noch wie de opdracht aanvaardt nog kan vervolgd worden. Nee, een rijk waar de overtuiging die we nastreven ook de overtuiging is die we ZEGGEN na te streven.
Zoals ik al zei: Alleen de Heer kan onze schulden kwijtschelden. De opperheks zal het niet lang meer uitzingen, en haar donkere wolken die boven de aarde hangen en ons het licht ontnemen, ja, haar mistroostige wolken, zullen moeten wijken voor het zonlicht, naarmate de sluiers van haar geesten van de dood meer en meer van haar aangezicht zullen prijsgeven. Gescheiden zijn, dat is zo erg niet ze. Maar de vriendschap bewaren die vol is van leugens en bedrog, dat is erg. Daar komen donderwolken van. Daar komen donkere wolken van. Als ge de stront uit uw ogen zou halen, zoud ge 't wel zien, dat de prijs van de vriendschap veel te hoog is. En als ge dan zou opkijken, zoud ge 't wel zien, het zonlicht. Maar daarvoor moet ge eerst de stront uit uw ogen halen.
Is dat liefde, uw dagelijkse twisten en gezeur, om nog maar te zwijgen van uw onbarmhartigheid? Is dat liefde, hoe een deel van de bevolking in aanbidding van afgoden afglijdt? Is dat liefde, hoe dan weer een ander deel van de bevolking er in complete onverschilligheid bij staat? Liefde mijn reet! En het zijn de eersten die zeggen "Ik hou van u." die het niet menen. Maar ze mogen mij zoveel liefde onthouden als ze willen, ik weet waar de klepel hangt.
Mijn werk is een venster op de wereld, op de realiteit. Jammer genoeg moet ik een wereld portretteren waarin 95% van de mensen geheel of gedeeltelijk hun leven in de handen van Satan leggen. "Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen." (Het evangelie volgens Johannes 8,44) Zo een wereld bevat geen rechtvaardigheid, geen waarheid! De Kerk van God is op sterven na dood. Met de gemeenschap met de heer Jezus Christus wordt er gelachen. Dat is het triestige aan deze wereld maar de mensen beseffen het niet eens, omdat ze het overzicht kwijt zijn. Ik geloof niet in de smaak van de mensen. Ik geloof niet dat de mensen de waarheid spreken. Ik geloof het niet. Ook al is het zonde, de mensen zweren bij hun oude gewoonten om niet oneerbiedig te zijn jegens de gevestigde waarden en haar uitdragers, m.a.w. praktisch iedereen. Geloof je in God? Nee? Je staat achter satan, sommigen minder expliciet, anderen meer expliciet, afgezien van een paar buitenbeentjes die in God geloven. Maar, en hier vrees ik dat u mij met mijn rede achterlaat, zo onbewust als de mensen zijn van het feit dat ze het VERLENGDE zijn van de wereldse afgoden, zo onbewust zijn ze van het feit dat hun pad naar de dood leidt. Jezus heeft gezegd: "Als je niet in mij gelooft, ontplof dan", en dat is precies wat er gaat gebeuren. Denk je dat de Zoon van God zal zeggen: "Deze is goed, deze is godsvruchtig?" Hoe kan iemand die niet in God gelooft godsvruchtig zijn? Neen, hij zal zeggen: "Ontplof!"
Iemand vernederen geeft een gevoel van macht. Sommigen onder u, waaronder mensen die bij de eersten horen (afgoden), en die geen grond van leven hebben, maar hun leven op bedrieglijke onwaardigheden van huichelaars bouwen, ontlenen hun grootte aan het vernederen van anderen. Denk niet: oei, wie zijn dat, dat zij zich aan zulke praktijken bezondigen? Verwonder u er niet over dat ze groot zijn in deze wereld. Want zij leven onder u, en worden door u gevolgd en gerespecteerd, immers, gij onderkent hen niet meer, bewust zowel als uit nalatigheid, want zij dragen de krans van respect en eerbaarheid van dit volk, uw volk, en wij moeten voortaan wachten op hun afkeuring, tot de komst van de Heiland! Wanneer dan deze mensen, die vernederd worden, de krans der gerechtigheid zullen ontvangen door het laatste oordeel, op welke grond zullen hun vijanden, die hun grootte aan hun vernedering ontleenden, dan staan? Zij zullen vallen, en niemand zal hen nog opvangen.
Als de afvalligen die het geloof niet omklemmen uit het koninkrijk Gods worden verbannen, hoeveel te meer vergelding hangt dan boven de hoofden, hoeveel te meer is de grond waarop zij wandelen vervloekt, van de afvalligen die de mensen meegetrokken hebben, meegetrokken in de afgrond. "De leerling staat niet boven zijn meester." (Het evangelie volgens Matteüs 10,24) Een boze meester zal naar zijn daden afgerekend worden, en de prijs die hij zal moeten betalen zal een veelvoud zijn van die van een kleine garnaal.
Dat zijn mensen die geen waarheid kennen, behalve die van bedrieglijke onwaardigheden. Dat zijn mensen die samen met Satan aan hetzelfde zeil trekken. Zonder waarheid, geen gerechtigheid! Dat zijn de mensen die u volgt, waarin u gelooft. U zal zeggen dat het niet waar is, maar in deze wereld is niets meer waar. Maar daarom zullen mijn woorden niet minder implicerend zijn!
De koninklijke entourage neemt zichzelf veel te ernstig, en de hoge kringen zijn zuur, met alle gevolgen voor het volk, dat zich aan deze elite spiegelt, en dat is tekenend voor hun afgang. Stijve mensen zijn nooit grote mensen geweest, en zullen dat ook nooit zijn. Dat is uit de geschiedenis altijd al gebleken, maar dat willen droge mensen niet weten. De nar wordt verkeerdelijk als een zot aanzien: hij is een zeer verdienstelijke man. Hij is een symbool van glorie en welzijn in een voortvarende maatschappij. Dat in de omgeving van de vorst niet uitbundig gelachen kan worden, schaadt de buitenkant van het hof. En dat is een gevolg van het feit dat de binnenkant in verval is. Daar moet orde op zaken gesteld worden op het serieuze vlak, en DÁN zal er ruimte zijn om te spelen en te lachen. Een huis dat op stevige fundamenten gebouwd is, kan enkele grapjes doorstaan, ja zelfs een heuse satire. En als in dit huis, van de vorst, geen ernstige mensen nodig zijn, dan vraag ik mij af: waar dan wel? Want is de ernst wel present, ja dan, en dan pas zien de mensen dat ook: Het huis van mijn koning is stevig en onwankelbaar, want het kan wel tegen een stootje. Maar nee, dit vorstenhuis is BANG. BANG voor grapjes op haar conto. BANG voor één goede joker.
Het omgekeerde is ook waar: de joker vervult de rol van zwart schaap van het koningshuis. En je weet heel goed: als het niet de nar is, moet iemand anders die rol op zich nemen. En een tweede zwart schaap kan de king er echt niet meer bij hebben. Men kan geen twee heren tegelijkertijd dienen, en hetzelfde geldt voor zondebokken, maar dan omgekeerd. Vermits het aantal pijlen op zijn boog eindig is, kan hij zijn pijlen niet op twee verschillende mensen tegelijkertijd richten. Dus: iemand moet de klappen incasseren, maar niet twee mensen tegelijkertijd. Maar waarom heeft men aan het hof bezwaar tegen een officiële nar? Volgens mij is Walt Disney hier de pretbederver bij uitstek. Ik denk dat een joker zoals die van een spel kaarten in ons land niet in aanmerking komt omdat dat niet in samenspraak zou zijn met de heerschappij van Walt Disney. AAAH O.K. Iedereen snapt het. In het model van Walt Disney zal een gedrocht nooit geportretteerd worden als een sterke persoonlijkheid. Dus de joker mag beschikken, en wel wegens de simplistische banalisering: Lelijk is zondebok, dus mooi is niet zondebok. Ja, t is simpel hè. Dus nu rest er nog de vraag: op wie valt zijn keuze dan wel? Want aan lelijk alleen heb ik niet genoeg, en de koning en zijn entourage evenmin.
Je bent van de koninklijke familie, of je bent van hoge komaf, maar je staat in je familie wel bekend als de deurmat, waar iedereen zijn voeten aan veegt. Maar de buitenwereld ziet dat anders: voor haar ben je met je gat in de boter gevallen, en van haar krijg je zeker geen greintje empathie. Je bent gefavoriseerd, maar je moet wel niet langer op het minste begrip rekenen. Al snel moet je met het gefavoriseerd zijn geen rekening meer houden, en bepaalt het niet langer op het minste begrip rekenen heel je leven. Triestig.
Zoals de ene blij is als ie over een keizerrijk mag heersen, zo is de andere al blij als ie een aalmoes krijgt. Maar door de blijdschap van de man die een aalmoes bij elkaar gebedeld heeft, voelt de keizer zich al geviseerd. En dus stuurt hij zijn leger geesten al op de bedelaar af, want geesten van onlust optrommelen, daar moet hij zijn hand niet voor omdraaien. Voor de keizer en zij die hem loven is dit een luxeprobleem, maar voor de arme man is dit een kwestie van overleven. Zo zien we dat vandaag de waardeverhoudingen en belangenverhoudingen verdraaid zijn tot in het belachelijke.
U ziet het: Of het nu een lid van de dynastie zelf is, of een naamloze sukkelaar; vanuit alle trappen van de maatschappij kan een mens naar voor komen om te worden geofferd, als degene die op de troon zetelt daar zin in heeft Mijn boodschap aan Albert is: Zet het masker af. Het is duidelijk dat er over en t weer gekapt wordt, en dat kan in dit stadium even goed op een podium verder gezet worden. No one will know the difference, maar het zal ons wel een heleboel smoesjes besparen. En dan zou ik nog willen zeggen dat ik de komst van die dag met blijdschap tegemoet kijk, want op die dag zal ik van mijn absurde en dolkomische taak ontheven worden. Dank u sire.
Gij hebt door de eeuwen heen geleerd Satan blindelings te volgen, tegen al de waarden die hij als onbegerenswaardig bestempelt in, vandaar dat sommigen onder u nooit met zichzelf in het reine zullen komen. Omdat er zich existentiële taboes in onze cultuur ingenesteld hebben. Omdat er zich een levensbeschouwelijke barrière gevormd heeft die nog moet overwonnen worden.
Ge zit vast, ge zijt verdord, uw ogen zijn verstard. Daar zou ik alles om geven, om dat tegen de mensen te zeggen. Maar tegen die mensen kunt ge dat niet meer zeggen, dat is te laat! Mijn werk is mijn laatste poging om dat tegen de mensen te zeggen die er nog oren naar hebben.
God is daar; wat moet u doen? Beproef uw eigen geest. U kan de wereld niet verantwoordelijk achten voor het kwaad dat in u is, terwijl u er zelf verantwoordelijk voor bent.
Weerspannige mensen, die het gebied van de dood omhelzen, vluchten in gluiperige en duistere gedachten, vandaar dat ze geen gevoel meer hebben voor al wat voor de hand ligt. Gevoelens die hen onverschillig zouden moeten laten interpreteren ze als bedreigend; en de rechtvaardige, die moet zijn leven rechtvaardigen.
Ik heb het een en ander in mijn leven persoonlijk opgenomen, en ik deins er niet voor terug om zij die lijden een stem te verlenen! Gij gelooft in mensen die macht hebben, niet omdat zij goed of rechtvaardig zijn, maar louter omdat zij macht hebben! En gij verwerpt de zwakken en machtelozen, noch omdat zij minder begaafd zouden zijn, noch minder verstandig, noch omdat zij niet gezegend zouden zijn door onze Vader zelf, maar omdat in deze wereld van dieven en hebzuchtige wolven voor deze mensen van meet af aan geen schat weggelegd is!
Ik leef in een milieu waarin bepaalde zogenaamde "waarden" hoog aangeschreven staan, en die immorele futiliteiten zouden als het ware het levenselixer zijn. Maar ik weet dat elk detail in mijn wereldbeeld van zulk een rijkdom en plezier getuigt, die deze schepping waard is, en dat is voor mij evenveel waard als 1000 "goede levens" in dit milieu. Nochtans, soms is het slechts een kwestie van zich niet blind te staren op details, maar dan op grote schaal.
Tal van mensen zijn zo kinderachtig dat ze hun machteloosheid trachten te compenseren door de andere mensen te trachten in hun macht te krijgen. Het is een dergelijke drang naar macht die de Geest van God geweld aandoet. Macht is fel begeerd in het gebied van de dood, maar voor wie zich in het gebied van de dood bevindt is er geen enkel pleidooi om de situatie te behouden zoals ze is. Hij moet nauwkeurig goed en kwaad in zijn leven afwegen, en zijn heil is de vrucht van beiden, zichzelf en zijn God, en machtsspelletjes zijn uit den boze.
De drang naar macht daarentegen, die kan wel heilzaam zijn. De vraag is echter: waarom gebruik je macht behalve om macht uit te oefenen?
Ik druk mijn afschuw uit voor het wezen van sommigen, om nog maar te zwijgen over hun bestiale spiritualiteit. Creativiteit blokkeren, daar zijn ze het beste in, en vooral die van de anderen, zo rot zijn ze in hun binnenste.
Vele vormen van kwaad die verspreid geweest zijn door de satan, zijn boze overwegingen die mij niet interesseren, maar de volgende wel; en dat is op andermans naam teren. En niet alleen een deel van de taart inpikken hè, nee, de volledige taart moet ingepikt worden. Het is juist daarop dat de mensen kicken, de kracht hebben om de volledige taart van iemand in te pikken en die persoon te verstoten. Dat is een vorm van kwaad dat gemeengoed is geworden, en dat is een moraal waar ik niet aan meedoe.
Het heiligdom van de duivel nu is gebaseerd op andermans ongeluk. En het volk zwermt daar omheen, als bijen rond een bijennest, proevend van de lekkere honing van de duivel.
Mijn leven is een schijnleven, een accent van wat normaal gezien een boek zou moeten zijn. Wat ik met de kracht en de intelligentie die ik van God heb gekregen kan doen is van een andere orde dan wat ik er tot nu toe mee bereikt heb. Waarom? Omdat allen met de boosdoener heulen, of toch bijna allen. Wat ons veroordeelt tot een leven in het maanlicht. Zodanig dat we geen leven meer hebben en zelfs geen identiteit. De naam die God ons gegeven heeft is gestolen door het kwaad. Dat is mijn geloof: dat wij allemaal naamloos zijn.Ik bid u, Heer, dat de mensen, die een onzekere bestaanswaarde hebben, wakker zouden worden. Ik bid u dat mijn woorden gehoor krijgen, en geen zekere dood sterven zonder vrucht te dragen. Ja, amen.
Ik wil één zijn met God en niet morgen maar vandaag. En daar heb ik alles voor over. En het is daarin dat ik de mensen niet snap. Ik heb gezegd: STOP, het heeft geen zin, mijn leven heeft geen zin, ik moet mijn leven overstijgen, koste wat het kost. En de enige manier om dat te doen is naar het licht en naar de rechtvaardigheid gaan tot in de eeuwen der eeuwen. Als er nu een alternatief zou zijn voor zoeken naar de waarheid. Maar wat is uw alternatief? Zeg het mij. Je kan zeggen: "Geloven, daar ben je niks mee". Daar ga ik u het volgende op antwoorden: de eerste, en énige verwezenlijking in mijn leven is een godsbeeld vinden! Maar waar sta je dan met jouw uitspraak? Als je kan kiezen tussen iets of niks, dat is toch geen keuze? Ik snap niet hoe iedereen nérgens last van kan hebben, zonder in de hemel te geloven. Wat de atheïst gevonden heeft, is dat hij het absolute karakter van het draagvlak van het evangelie op de helling wenst te laten staan, om er later geen nadelige gevolgen van te ondervinden, zoals desillusie. Het is ook niet gemakkelijk om geloof te vinden in iemand die niet fysiek aanwezig is. Maar de waarheid komt aan het licht. De oorsprong van ons "functioneren" is zoek. Dus rijzen voor de atheïst twee vragen: "Is er een Schepper? ", en "Zit het geheim van de geest in het vlees? ". Hoe kunt u een hoog niveau van verwerkelijking bereiken? Wat doet de ongelovige in zijn leven? Wat kan hij anders doen dan naar God zoeken?
Nu, niets mag te steriel zijn, de mensen hebben altijd iets nodig dat de integriteit breekt, ze kunnen de volmaaktheid niet aan. Daarom treed ik alles in beslag nemende middelmatigheid met de voeten. Ik ben tussen huizenhoge distels opgegroeid en toch geloof ik in mirakels. Maar vanwaar komt dat geloof, denk je, vanuit mijzelf of zo? Van God natuurlijk! Distels geloven niet in mirakels ze. We zijn niet bewust van het kwaad - dat is mijn mening. Daarom heb ik respect voor de mensen die wel bewust zijn van het kwaad. Ik zou graag eens iemand tegenkomen die gelooft in de deugd en in het leven. Maar wie gelooft daar vandaag in? Niemand, zelfs niet in één van de drie. Maar als je niet gelooft in de deugd noch in het bestaan van het kwaad, wat blijft er dan nog over? Niks! Vergeef me als ik vind dat het voorgaande een hoog einde-van-de-wereld-gehalte heeft. Ik wil NOOIT, maar dan nooit ofte nooit, vergeten dat ik in diepe onvrede leef met de situatie in deze wereld, en dat ALS ik er iets kan aan veranderen, ik dat MOET veranderen.
Een paar jaar geleden zei een vrouw tegen mij: Je moet je wereld kennen. Ik zal haar voor het gemak Sandy noemen, Sandy en de haren, en samen zijn ze zo talrijk en belangrijk als de haren op haar hoofd. Sandy en de haren hebben vooroordelen en voorbehoudens. En ik snap daar niks van. Ik volg gewoon mijn gevoel, en ik snap daar niks van. Voor hen is dit voorbehouden voor zo'n persoon, en dat voor zo'n persoon, en dit voor zo'n persoon, enzovoort. Ze oordelen zo over een man: "Hij is zo en zo en zo en zo." En ze zitten er compleet naast, maar aan die wetenschap heeft die man geen fuck. Touwtjes in handen, zonnetje schijnt. Ik heb geen onvoorwaardelijk geloof in de vrouwen, en met dat gegeven in het achterhoofd lijken ze naast mij al snel heikneutjes, en dat kunnen ze in deze tijd van ijdele en pretentieuze vrouwen zeker niet hebben. Tussen de mannen en de haren krijgen deze laatsten met voorsprong de meeste aandacht, maar daartegenover staat wel dat ze al het zuivere bevuilen en verwaarlozen, bezoedelde stromen als ze zijn. Hun aandacht verschuift naar de cultus van de schoonheid, naar al wat mooi opgepoetst is, de schijn, en het uiterlijk, en ze creëren al doende een vacuüm van, ja, al wat is zoals het is: the shelter of the dudes. Volgens wat ik begrepen heb, als Sandy of één van de haren zegt: "Ik heb u nog veel te leren," dan betekent dat: "De basis en wijsheid van alles vindt zijn oorsprong in de gemakzucht, en zijn uitwerking in de opbloei zonder weerga van mijn persoontje, wat mij tot zulk een niveau tilt dat jij, de man, er een belachelijk figuur naast slaat. Ik, de vrouw, ben een godin, en als jij, de man, in de goot ligt, zijn we allemaal al lang tevreden. Ik heb er geen problemen mee, integendeel: het draagt bij tot mijn bevrediging. What can I say: It suits me! Mijn natuurlijke schoonheid, dat is mijn rijkdom, de aantrekkingspool voor de mannen, en het onweerlegbare bewijs van de superioriteit van het vrouwelijke ras. Dus onze privileges geven ons het recht en de macht om jouw ziel op te kopen, en dat kan je niet verhinderen, maar als je dat tóch verhindert - wat ons ten zeerste betreurt - dan ben je héél schizofreen, en héél enggeestig, en weet je niet dat wij alles hebben, en DUS dat alles van ons komt, en DUS dat jij dat niet weet! Maar ja, we zullen wel een man vinden hè. Zolang hij mooi, groot, gespierd, mager, rijk, en succesvol is, veel vrienden heeft, en van zijn moeder houdt, is er geen probleem hè. We zijn niet veeleisend. Maar we moeten ons toch aan de mensen kunnen tonen, en liefst ook een beetje met elkaar kunnen pochen, en sámen op de gemiddelde man neerkijken? Want zoiets altijd alleen doen begint na een tijdje toch te vervelen ze, hoe leuk het ook is."
De geest van de vrouw zweeft boven West-Europa, en de mannelijke inwoners van West-Europa vallen er aan ten prooi, op deze manier zichzelf de geest van de vrouw eigen makend. Dit om te verduidelijken dat wanneer ik over de geest van de vrouw spreek, ik over de geest van de vrouwen én de mannen spreek, en in onze cultuur. En in onze cultuur zijn de mannen dienaars, en volgelingen van de vrouwen, maar ook, en niet onbelangrijk, dit maakt van hen ook hun bondgenoten. Voor al deze bondgenoten, mannen en vrouwen, volstaat het al als ze over zichzelf een groot gedacht hebben, en hun medemens minder is, wat doorgaans onrechtvaardige oordelen oplevert. Ze hebben de gewoonte om op "de anderen" neer te kijken, en hun honger naar een rechtvaardig oordeel reikt niet verder dan dat. Dat is eigenlijk de enige regel waarop het bestaan van de geest van de vrouw in onze cultuur stoelt. En dat is natuurlijk een heel eenvoudige regel: te eenvoudig om een echte bestaansreden te zijn. Dus daar moet een mouw aan gepast worden, als het voortbestaan van de superieure positie van de vrouw gegarandeerd moet worden. Het gebrek aan een echte bestaansreden moet gecompenseerd worden, en dat gebeurt in de vorm van een splitsing in twee partijen: aan de ene kant de geest van de vrouw, en aan de andere kant de geest van de gedupeerden. Als er rechtvaardigheid was, zou er een gemeenschap zijn, maar nu is er geen van beide, en dat is het bezwarende element in de zaak van de geest van de vrouw. Want die zogenaamde "gemeenschap" motiveert het pleidooi van de zaak van de geest van de vrouw, een zaak die garant moet staan voor de heiliging van haar geest. Dus het andere pleidooi, of discours, dat uitstippelt dat die gemeenschap een fabel is, en die geest gebaseerd is op een verwerpelijke regel van zelfverafgoding, lokt misnoegdheid uit. En die misnoegdheid lokt de reactie uit om dat "rustverstorende discours" te weren door de ogen en de oren voor dat pleidooi te sluiten. Als "de rustverstoorders" kunnen aantonen dat de gemeenschap een fabel is, zagen ze daarmee de poten van onder de stoel van de zaak van de geest van de vrouw weg. Dus die moeten geweerd worden. Maar dan wel om de "gemeenschap" te bewijzen. Het gaat hier over een gemeenschap, een gemeenschap noemt men per definitie pas een gemeenschap als er een wederzijdse instemming is. Mensen voeren een oorlog om te bewijzen dat er geen oorlog is. Mensen voeren een oorlog om te bewijzen dat er geen oorlog is. Die mensen willen bewijzen dat er wederzijdse instemming is, wederzijdse instemming is een teken van vrede. Wederzijdse instemming is een teken van vrede in die zin dat die mensen willen bewijzen dat ze een gemeenschap hebben, en die gemeenschap zou geen gemeenschap zijn zonder wederzijdse instemming. Die mensen denken dat ze door dat te doen alles voor iedereen minder moeilijk maken. Die mensen denken dat ze door dat te doen alles voor iedereen minder ingewikkeld maken. Die mensen denken dat ze op die manier alles vereenvoudigen. Als je een koord hebt, moet je in de koord geen knoop maken om te bewijzen dat er in de koord geen knoop is, je moet gewoon in de koord geen knoop maken.
Koppels halen hun voordeel uit het feit dat koppels sterker staan dan alleenstaanden, en misbruiken dat voordeel. In de grond bestaan koppels uit zwakke individu's, waarom geeft de kracht die ze halen uit het feit dat mensen die in een relatie zitten elkaar sterker maken hen het recht om die kracht te gebruiken tegen alleenstaanden? Deze tekst zal mij ongetwijfeld verder van mijn doel verwijderen, maar als ik bepaalde dingen aan de mensen duidelijk heb gemaakt, sta ik toch dichter bij mijn doel. Dat is relatief. De gemeenschap tussen de twee partijen is een fabel, en toch is het een zaak, en is het een probleem, en het is ook mijn probleem, want ik erf het probleem. De argumenten van beide partijen zijn gekend, en de enige die nog ontbreekt, is God, hetzij om het recht te laten zegevieren, hetzij om neer te drukken. Met de spiegels in hun mooie ogen zien ze de dingen die naar aandacht hengelen, maar niet al de ellende die ze op hun weg achterlaten. Dit zijn mensen die dingen doen die verdeeldheid in de hand werken, en mensen op het verkeerde been zetten.