Ik ben iemand die niet joepie denkt als het buiten warm wordt omdat de zomer in aantocht is. Dan denk ik alleen: er gaan veel mensen op straat rondlopen als het warm is, en dan ben ik niet meer op mijn gemak. Vooral omdat ze dan allemaal vrolijk zijn, dat is nog het ergste van al. Als het warm is komen ze allemaal buiten, als het koud is komen ze niet buiten, dan ben ik op mijn gemak. Ik heb mij al afgevraagd wanneer ik zal ontdooien, maar ik ontdooi niet ze, nooit. Ik denk dat de mensen met wie we doen wat we doen zoals mij zijn. Ik denk dat ze ook niet ontdooien, behalve wanneer we doen wat we doen. Ik voel dat er iets open gaat en dat ik heel onbezorgd ben, en dat maakt mij bang. Ik ken niks anders dan het gat in het collectief bewustzijn, dus als dat weg is, wat moet ik dan? Ik bedoel, gans mijn leven is daar op gebouwd. Ik luister blijkbaar naar slechte muziek, want ik heb nooit anders geweten dan dat de muziek waar ik naar luister volledig uit het medialandschap wordt geweerd, dus moet het wel slechte muziek zijn. Ik reken daar op. Maar ik kan thuis op mijn stereo-installatie gerust gedurende anderhalf uur liedjes afspelen die de laatste 35 jaar op de radio zot gespeeld zijn. En ik zet de muziek hard van begin tot eind, dat is geen probleem. Er is vanalles in mijn CD-collectie, en ik heb geleerd om alsof te doen, ik ben dat gewoon. Zitten we op dezelfde golflengte? Nooit, maar ik maak mij daar niet meer boos over. Ik denk gewoon altijd: pech voor de mensen die niet naar goeie muziek luisteren. Ik ken de weg naar het licht niet, maar ik ken wel de weg naar onder de brug, waar ik beschutting vind tegen de zon. Niet omdat ik huidkanker zou krijgen door mijzelf te lang aan de zon bloot te stellen of zo, maar omdat ik kanker krijg van het geluk van de mensen. En ik zal u zeggen waarom ik kanker krijg van hun geluk: De mensen gaan altijd naar hen toe omdat ze gelukkig zijn, nochtans ze zijn gesloten. Als de mensen altijd naar je toe komen omdat je gelukkig bent, is het heel snel duidelijk dat openheid niet nodig is. De mensen ontwijken mij altijd omdat ik ongelukkig ben, en ik ben heel open. Bij mij is dat een minimumvereiste voor een minimum aan sociaal contact. Gelukkige mensen worden beloond voor hun geslotenheid, ik word gestraft voor mijn openheid. Ik wil niet meer open gaan dan ik al ben. Als vrouwen mij er toe willen verleiden om nog meer open te zijn dan ik nu ben, noem ik dat: mij er in luizen. Dat wil ik niet. Je moet niet zo open zijn, je moet gesloten zijn, maar niet gesloten zijn zoals de gelukkige mensen.
Als ik 's avonds ga slapen, heb ik altijd het gevoel dat ik mij buiten, op het trottoir neerleg, op mijn zij, met een sweater met een kap over mijn hoofd, zonder jas, buiten, in de kou, en in de duisternis. En ik kan mij nooit losmaken van het idee dat gans de wereld mij daar alleen laat liggen, in de kou. De kou. Ik wil niet in de kou liggen, ik wil warmte. Daarom zal ik mij nooit kunnen losmaken van het idee dat ik bij iemand wil zijn. 's Nachts op het trottoir liggen is vuil en kou, en als je 's nachts als een hond buiten moet slapen, heb je overdag een hondenstemming. Mijn geest is hier, in deze doos. In deze doos, die dicht is omdat het tijd is om te gaan slapen, zit mijn geest, en mijn lichaam zit niet in de doos. Dat is het verschil tussen keuze en dwang. Slaven worden gedwongen om te doen wat ze doen. Het leven is niet altijd kiezen, maar ik hou ervan om het verschil tussen keuze en dwang te kennen. Als het om liefde gaat is een scheiding tussen de geest en het lichaam maken stupid. Als ik iets zeg, en ik heb gelijk, en met 'ik heb gelijk ' bedoel ik 'ik krijg gelijk ', dan stelt dat altijd een probleem. Zelfs als ik over onschuldige dingen mijn mening zeg en de mensen mij gelijk geven, stelt dat sowieso een probleem. Ik moet gewoon vaststellen dat het er gewoon alle schijn van heeft dat ik één van de grootste zondaars van allemaal ben, in het bijzonder wanneer ik iets zeg dat waar is. Omdat ik natuurlijk niet vrij ben om te zeggen wat waar is. Dacht u soms dat ik door een bescheiden waarheid te verkondigen een onevenwicht in het universum kan creëren, en dat evenwicht daarna zo snel mogelijk weer hersteld moet worden? Dat gaat al in de goede richting als u dat denkt, maar de waarheid creëert geen onevenwicht in het universum, maar in de katholieke kerk. Het evenwicht in de katholieke kerk moet daarna opnieuw hersteld worden. Ik creëer een onevenwicht in de katholieke kerk, want ik herstel het evenwicht in het universum. Wat ik doe is het evenwicht in het universum herstellen, met als gevolg dat mijn mond daarna opnieuw zo snel mogelijk weer gesnoerd moet worden, mijn vrijheid opnieuw zo snel mogelijk weer beknot moet worden, en ik zo snel mogelijk weer de mentale gevangenis in moet, en de deur van mijn cel zo snel mogelijk weer op slot moet. Een kerk die liefde verbiedt noem ik de duivel, en de katholieke kerk is zo een kerk. Zo een kerk afschaffen noem ik de schepping een dienst bewijzen, en het evenwicht in het universum herstellen. De deur van de gevangenis moet open, als je niet wil dat de duivel over de wereld heerst. Een gevangene kan je bevrijden, maar een vrije man kan je gevangen nemen. Maar waarom zou je een vrije man, een onschuldige man, gevangen nemen? Omdat een vrije man gevangenen kan bevrijden. Ja, maar waarom zou je een vrije man, die voor de vrijheid strijdt, gevangen nemen? Want gevangenen bevrijden is de fundamenten van de maatschappij ondermijnen. Wie vrijheid zegt, zegt liefde, en liefde is verboden. Vrijheid heft het verbod op liefde op, en liefde lost alle problemen op. Maar er is liefde in uw paradijs, en er is vrijheid in uw paradijs, en er is geen verbod in uw paradijs, daarom is uw paradijs het fundament van de maatschappij. Daarom brengt gevangenen bevrijden uw paradijs, het fundament van de maatschappij, aan het wankelen. Uw paradijs heeft het verbod uitgevaardigd om gevangenen te bevrijden. Dus, voor alle duidelijkheid, uw paradijs heeft het gebod gegeven om te verbieden gevangenen te bevrijden. Gevangenen loslaten is verboden, alleen uzelf loslaten is toegestaan.
|